ONS BLAD
BUITENLAND.
BINNENLAND';
J2-- Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SS433
wetfergevonden dochter
DONDERDAG 21 APRIL 1921
33
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5Q0,—f ^00,—, f 200,—, f 1QO,—f 60,—, f 35,—, f 15,—.
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; elke rege' meer f 0.25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
De groote aarzeling
FEUILLETON
No. 166
14e JAARüATVet
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
39
Abonnementsprijs;
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad
J.OU I
f 0.50 hooger.
"^iuuiiuoucciu r"f ai
De oorlog 1914—1918 besloot een
tijdperk, Er is eigenlijk niemand die
dit durft weerspreken. Doch de uitleg
van den inhoud verschilt. Er zijn er
die meenen dat de constitutioneele
monarchie heeft afgedaan, indien dit
zoo ware, dan rijst de vraagwat
belang heeft dit De Republiek kan
autocratischer ijn dan het grond
wettelijk beperkte koningschap
en het dopt er ten slotte weinig toe
of de wettelijke sanctie ons gewordt
uit handen van den president of den
koning Ook over onderdeden zullen
wij niet twisten, of b.v. de geheime
diplomatie tot het verleden behoort
(het ziet er nog niet naar uit), of dat
een éénhoofdige oorlogsverklaring niet
meer denkbaar is, of dat de geheime
verdragen (geweldig volksgevaar) voor
goed voorbij zijn, of eindelijk de ge
wapende vrede geen altijd dreigend
gevaar meer zal wezen.
Dit alles, al ware de corlog van 1914
hiervan de vader, is van onderge
schikte beteekenis. Al deze zaken
zijn zuiver staatkundig en vormen
m.i. slechts toevallige verschijnselen,
niet noodwendig voortvloeiende uit
den loop der gebeurtenissen waarvan
de wereldoorlog de noodlottige ont
knooping vormde.
Niet uit het feit van 1 Augustus
1914 kunnen wij de ruïne der oude
wereld vatt n maar uit het tijdperk
celf dat tot dien oorlog voeren moest.
<Vi nadacht voelde jaren terug den
wereldoorlog komen, onvermijdelijk.
Bij de mobilisatie der Balkanstaten
mocht ik op 2 October 1912 in de
Maasbode een artikel plaatsen met
het duidelijk opschrift: „Een voor
spel eindigend aldus
„Maar het belang is groot. Groot
genoeg voor een Europeesche cata
strophe 1913 bloedjaar Dat het
Nederland bespaard blijve I Sed vi-
deant consules
En tijdens den oorlog (in 1916)
mocht ik voor de Kath. Sociale Actie
een rede houden getiteld „De
oorzaken van den oorlog van katho
liek standpunt beschouwd" waarin
nevens de nationaliteitsgedachte het
materialisme en de koloniale politiek
als uitloopster in den breede'behan
deld werden, want inderdaad de
wereldcatastrophe is gekomen daar
de Staat zich in dienst stelde van han
del en industrie, van speurders naar
debouch és en koloniaal afzetgebied,
doordat de Staat den strijd mede-
stre d der teugellooze vrije concur
rentie n alle hoogere spheren vergat,
stikkend onder den last van het meest
brute materialisme, de stofvergoding
en in een „los van God" den gulden
op de troon zette en aan de volkeren
in een vuige „welvaartspolitiek" het
'ijk der aarde toonde met een „zie
daar uw God en Koning
Inderdaad, de groote oorlog was
de oorlog van den gulden, de climax
en tevens ondergang der welvaarts
politiek zonder hooger gebod, een
economische oorlog, een kapitalis
tische ais men wil. Maar in deze er
kenning ligt de wetenschap van het
machtig fiasco besloten dat tijdperk
is afgesloten of loopt snel ten einde.
Verwonderlijk alleen doet de groote
aarzeling aan de Staatkundige ver
houdingen naar dit feit te richten.
Indien ik iets uit den treure her
haald heb, dan dit :.Ook onze staats
inrichting dient aangepast te worden
aan de nieuwe maatschappelijke ver
houdingen, wilt gij alsnog de geweld
dadige revolutie keeren.
En met een zucht van teleurstelling
aanvaardde ik het lapwerk der grond
wetsherziening van 1917, maar met
een kreet van teleurstelling en ver
bazing nam ik kennis van de ontwor
pen Grondwetsherziening dezer dagen,
nu schier alles bij het oude blijft als
ware er niets oin ons veranderd, niets
vernield, niets in wording. Als hadden
wij niets geleerd.
Wij gaan door 1ste en Ilde kamertje
spelen „a la 1848." een geringe wijzi
ging hier, een kleine verandering daar,
doch nog steeds leeft de itidividueele
gedachte van het lgemeen mannen-
en vrouwenkiesrecht en kennen wij een
volksvertegenwoordiging voortgeko
men ui een vierjarige geheimzinnige
handeling, los van alle bedrijfsleven, los
van den maatschappelijken h rteklop.
En terz if de tijd demon treert het
trot che Albion voor den zooveelsten
keer den Titanenstrijd met de „big
three', den driebond der machtige
vakorganisaties, een strijd, uiterlijk
om meer loon, innerlijk om de poli
tieke macht, om de aloude Britsche
staatsinstellingen, matrijs van alle
Europeesche parlementaire stelsels.
Moet dan eerst de omwenteling ko
men alvorens de politieke en sociale
gedachte zich aan elkander vermogen
aan te passen Waarin zit dan toch die
charme van het oude, ten onder gegaan
in een krakenden oorlog, waarin ligt
dan tocii de reden der groote aarzeling
voor de aanvatting van het nieuwe,
waarom de maatschappelijke verhou
dingen snieeken, smeeken om door
voering en erkenning, ja tot vernieu
wing en versterking der vermolmde
staatsinrichtingen Zelfs de man van
recht en orde wordt straks razend.
De grondgedachten en de grondoor
zaken mogen in grauwetheorie het volk
ontgaan, dat volk, oorlog en crisis
doorleefd hebbend, voelt hij intuïtie
het geneesmiddel en vraagt er om.
Wat reden toch de remedie te weige
ren
in 1918 was het de „Belangenver
tegenwoordiging" of de „Standen
representatie" (Ons Politiek Recht)
dat ons bedreigde, nu voor 1922 davert
de kreet om „Publiekrechtelijke Be-
drijfsraden" over de lage landen.,
evenwel sukkelt men door met de
Grondwet 1815—19171
Toen en nu waarschuwden wij voor
de beweging terwille van de éénheid
der R. K. Staatspartij. Ook nu weer
hoezeer de „nieuwelingen" in mij een
warm voorstander veronderstelden.
Ik ben een warm voorstander en de nieu-
-we zaken zullen en moeten komen.
Alleen is mij de eenheid der R. K.
staatspartij zoo boven alles dierbaar
en daarvoor bracht en breng ik massale
offers, niet voor personen maar voor
de zaak. Want slechts één geestes
richting kan m. i. ook op stoffelijk en
staatkundig gebied de redding bren
gen de Katholieke, felle tegenstand
ster van het „los van van God" en alle
stofvergoding. Ik wil de zaak en heb
daarvoor altijd getuigd doch ben
bovenal bevreesd het eenig middel te
schendende katholieke partij, on
wrikbaar één, in streven en tempo,
blijvend één.
Mr. BOMANS.
Het conflict in de mijnindustrie.
Er komt uit Londen een belangrijk be
richt: De mijneigenaars hebben toegestemd
in de oprichting -van een Nationalen Loon-
raad, belgeen één van de twee eischen der
mijnwerkers is.
De -voorstellen der mijneigenaars,
waarbij zij toestemmen in <le instelling.
van een nationalen loonraad, luiden als
volgt
1. Er wordt een nationale loonraad ge
vormd ter behandeling van beginselen van
algemeene toepassing voor liet gehcele
land.
2. Deze nationale beginselen zullen wor
den toegepast op de bepaling der loonen
in ieder district, gegrond op de financi-
eele resultaten van dat district.
3. De termijnen voor bet nagaan van
de resultaten der districten moeten natio
naal geregeld worden.
4. Het punt, waar beneden de loonen
niet automatisch zullen verminderd wor
den, zal voor het geheele land worden
vastgesteld, rekening houdend met de
grondloonen, welke thans in elke mijn
bestaan, met de percentages (of liet equi
valent daarvan in die districten, waar dit
percentage is opgenomen in een nieuw
standaardloon), die in Juli 1914 werden
betaald, met inbegrip van alle verhoogin
gen, welke de grondloonen van Juli 1914
hebben ondergaan, en de percentages, die
aan de loonen voor stukwerk zijn toege
voegd bij de vermindering van den werk
tijd van acht tot zeven uur.
5. Den arbeiders zal als loon boven
deze tarieven worden betaald het totaal
van het overschot aan inkomsten, dat in
ieder district beschikbaar is gedurende de
huidige abnormale periode.
6. De vertegenwoordigers der arbei
ders in ieder district zullen zich ervan
kannen overtuigen, dat het district al het
loon, dat het dragen kan, wil betalen.
7. Met de vertegenwoordigers der ar
beiders zal worden geconfereerd over de
loonen der mannen, die minder loon ont
vangen,
8. Voor het geheele land zal met de
arbeiders de verhouding voor de toekomst
worden vastgesteld tusschen loonen en
winsten.
9. De boeken der eigenaren zullen ge
meenschappelijk wordien nagegaan door
accountants, die de mijneigenaren en de
arbeiders vertegenwoordigen, teneinde alle
feiten en cijfers vast te stellen, noodig voor
de regeling der loonen.
na zijn standpunt le hebben uiteengezet,
ondervraagd kaïn worden door de leden
ten einde aldus een oplossing van het Ier-
sche vraagstuk te vinden.
DE PRUISISCHE REGEERINGSCRISIS.
De „Lokalanzeiger" meldt, dat het mi
nisterie van bimnenlaaidische zaken is aan
geboden aan den aanvoerder der demo
cratische fractie, den opperburgemeester
Dominicus. De beer Fdchbeck (dein.) zal
minister van handel blijven. Als minister
van financiën wordt genoom tl de „Minis-
trial-direetor" Nebis en een gewezen de
mocratische minister, die als vakman be
kend is. Als minister van landbouw wordt
genoemd staatssecretaris Warmbold, als
minister van onderwijs en eerediensl
staatssecretaris prof. Becker.
(Uit dit lijstje zou blijken, dat de lieer
Stegerwald zijn heil heeft gezocht in een
coalitie van uitsluitend democraten en ccn-
Iru mummiën).
DE AANSLAG OP DE SIEGESSaULE.
- Uit het verhoor van de beklaagden in
dit proces krijgt men slechts één indruk:
dat men le doen beeft met zielige man
nen, verdwaalden en verdwaasden, die
"bsoluut niet wislen, waarom het eigen
lijk ging. Alles draaide om den geheim-
zinnigeii „Ferry", dien men algemeen
met Holz identificeert.
Volgens de medische deskundigen
waren drie der beklaagden zenuwlijders
ia hooge mate. Zoodra allen aan den
tand gevoeld werden over hun coiumn-
lislische overtuiging, bekenden zij van
communisme of bolsjewisme eigenlijk
e ets tc weten. De zonderling Wolf, een
togïjfs'childer, in wiens kelder het plan
vrd gesmeed tot het doen in de lucht
s;, ringen van de Sicgessaule, op instiga-
til van Ferry", zei, dat hij, zonder iels
V'een program le weten, „communist
u neiging" was. Een ander beweerde,
d*ihet denkbeeld van „alle mcnschen
fk" hem zoo toelach te. Geweldenaren
v. v a ze geen van allen, maar- „Ferry"
ï- lit gelast en dat bevolen. En wie
SAFJV.: «vilde meedoen, kreeg onmiddellijk
De nood en de werkloosheid nemen
iederen dag toe. Overal staan lange queues
om de gerantsoeneerde steenkool in ont
vangst te nemen.
De „Daily Mail" meldt, dat broodkarren
en winkels gisteravond te Blantyre in
Schotland door mijnwerkers geplunderd
zijn, waarbij de vrouwen hen aanmoe
digden. Bij aankomst van de politie ver
dwenen de plunderaars.
NATIONALISTISCHE BETOOGINGEN TE
POTSDAM.
De correspondent van het „Htdb." meldt
nog uit Potsidam:
Terwijl in de namiddagoren duizenden
naar Berlijn terugkeerden, die de rouw-
pleohtigheid hadden bijgewoond, zette zich
tegen dcnzelfden tijd een nieuwe geweldi
ge stroom van mcnschen zich van Berlijn
naar de Havelstad in beweging. Dinsdag
avond werden te Potsdam voor de wonin
gen der le Potsdam vertoevende legeraan
voerders betoogingen gehouden. Groote
optochten met vlaggen bewogen zich in de
richtóng van het Palastholel, waar veld
maarschalk vou Mockensen logeerde en
naar de villa Lieguitz, waar generaal-veld-
maarsohalk ven Hindenburg en generaal
Ludendorff nogmaals gehuldigd werden.
Er werden vadertandsehe liederen gezon
gen en toespraken gehouden. De betoogin
gen hadden een rustig verloop.
DE OPLOSSING VAN HET IERSCHE
VRAAGSTUK.
Het parlementslid Stainley Holmes heefl,
onder den indruk van het optreden der
parlementsleden, waardoor de slaking van
de Triple Alliantie de vorige week werd
voorkomen, besloten heden den premier te
vragen of hij een vrijgeleide naar Londen
wil geven aan een geacoredi teerden verte
genwoordiger van Sinn Fein, opdat deze,
ét/aden revolver onder don neus go-
sell oven door „Ferry
DE UITLEVERING VAN DEN DUIT-
SGHEN GOUDVOORRAAD.
Naar aanleiding van den cisch der En
tente, dat Duitschland den goudvoorraad
van de rijksbank moet uilleveren, ver-
kïaarde de president.van de Rijksbank,
Havenstein, een medewerker van het
„Berl. TagehJ.", dat hij persoonlijk dien
cdsch volkomen onmogelijk acht en het
inwilligen er van geheel buitengesloten.
Het zou de vernietiging van de Duilsabe
valuta en het Duitsche economische leven
ten gevolge hebben en door het dalen
van de valuta tegelijkertijd het omhoog
vliegen van de prijzen tot een onbereik
bare hoogte. Havenstein kent de stem
ming van het kabinet niet, doch hij zei-
de, dat men met vrij groote zekerheid
kan aannemen, dat de rijksregeering de
zen eisch onvoorwaardelijk van de hand
zal wijzen.
Naar aanleiding van den eisdh tot het
uitleveren of in bewaring geven vau den
goudvoorraad merken de bladen op, dal
de Rijksbank een zuiver particuliere on
dernaming is. De goudvoorraad is dus
zuiver particulier eigendom. De „Deut
sche Allg. Zlg." herinnert er aan, dat de
Fransche bevelhebber bij de bezetting
van Miihlhausen in den herfst van 1914
bet privaatrechterlijke karakter van de
Rijksbank erkende en den voorraad goud
in de filialen onaangeroerd heeft gelaten.
Het „Berl. Tagcbl." herinnert er aan,
dat de eisch tot uitlevering van den
goudvoorraad der Duitsche Rijksbank
thans voor de tweede maal wordt ge-
ëisdht door de commissie van herstel.
Eind Maart reeds vroeg deze commissie
de regecring het goud te geven op afbe
taling van de 20 milliard. Thans is al
leen nieuw, dal het goud gebracht en
bewaard zat worden in het bezette ge
bied. „Blijkbaar wil de entcnic hierdoor
de krasse inbreuk op het recht verzach
ten", Doch ook dit optreden kan onmo
gelijk goed gepraat worden. Omdat de
rijksbank een particuliere onderneming
is al staal ze onder rijkscontrole
en volgens het internationale privaatrecht
mag particulier eigendom noch geno
men, noch „bewaard" worden.
GEMENGDE BUITENL. BE-
RICHTEN.
EEN VAL VOOR INBREKERS.
Tot tweemaal toe was bij een firma te
New-Yonk, die een groote garage erplo-i-
iteert, de brandkast geplunderd. Er was nu
een „val" opgesteld waardoor, indien in de
safe de geldlade werd opengetrokken, oen
lading Iiogel werd getost langs den voor
kant vaat die safe uit een verborgen geweer.
Op een morgen hoorde men een knol en
vond men bloedsporen bij de brandkast,
docih vorder geen spoor van den dader.
Een uur later werd er in een der zieken
huizen een man opgenomen, die in golaat
en borst wonden door hagelkogels had ge
kregen. Daar de reglementen van dit zie
kenhuis voorschreven, dat als er een ge
wonde zich kwaini laten behandelen, de
politie moest worden gewaarschuwd, ver
schenen detectives, aan wie de gewonde
vertelde, dat hij gekwetst was, doordat een
pakje, dat hij op straat had opgeraapt, ont
ploft was. Doch toen de directeur der
garage onitlboden werd, herkende hij in den
gewondeeen der leden wam zijn eigen
iïrma, die daarop gearresteerd werd.
ROBINSON CRUSOE'S EILAND.
Uit New-York seint men aan de „Daily
Mail", dat de Clhileensdhe regeering voor
nemens is liet eihvnd Juan Fcrnajmdez, be
kend ais Robinson Crusoe's eiland, tc
maken tolt een nationaal parit en liet le
voorzien van holen, papegaaien, geiltien en
een man, Vrijdag, juist zooals het was toen
Robinson Crusoe- er twee honderd jaar ge
leden schipbreuk leed. Dit verhaal doet
weer de vraag rijzen wéér Robinsotn Cru
soe's eiland eigenlijik was. Volgens de „New
York Tribune" wiis Tobago, een eilandje
in de Caraibisohe zee, het eiland vain Ro-
fahison Crusoe. Anderen zeggen, dait
Alexander Selkirk Robinson Crusoe
vau 1704 tot 1709 op Juan Fernandez ge
leefd heeft en Daniel Defoe diens aivotn-
turen heeft geschreven. Evenwel is er groot
verschil tusschen Selkirk's verbaal en „Ro
binson Crusoe", al zijn do hoofdlijnen de
zelfde.
De werkgevers en de vaJkvereenigin-
gen in den Engelsehen scheepsbouw heb
ben een overeenstemming bereiikt, waar
bij de loonen van 1 Miei af met drie shil
ling per week zullen worden verminderd
en na 31 Mei nog met drie shilling.
Te Berlijn zijn vier communisten ge
vangen genomen, dde er van verdacht wor
den den mislukten dynomiet-aanslag ge
pleegd le hebben op de spoorwegbrug te
Ghariolleraburg. Ook de redacteur van de
„Rote Fahme", Thalheimer, is gearresteerd
Iu de mijn „Caesar" bij Kocksted in
Saksen heeft gisternacht een ernstige mijn-
gasomllpktffing plaats gehad, die door een
mijnbramid veroorzaakt was. Een groot deel
der mijnwerkers is nog in de mijn opgeslo
ten. Tot nu toe zijn vier doodicn gevonden.
De Rijksdrukkerij te Berlijn heeft het
erg druk met hel drukken van bankbiljet
ten. Er zijm thans bijna tien duizend mcn
schen aan verbonden, legen ruim twee
duizend in 1910. Van deze 10.000 vanden er
alleen 4000 werk in do bankbiljet ten-a f-
dieeling.
Uit Toulon wordt aan de Parijsche
bladen gemeld, dat in geheel Boven Pro
vence, in het Gard gebied enz. kou en storm
heersohon, terwijl 't voortdurend sneeuwit.
Hagel en onweersvlagen hebben groote
schade aan den te velde sHaanden oogst
gedaan. Vooral liet gebied van Lyon heeft
zeer' geleden.
Naar het Franse!»
van RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
Bovendien, al had hij het bestaan
van mevrouw de Flessigny lichtzin
nig geloochend, was hij tooh inwendig
overtuigd, dat Paul Avène in dit punt
niet gelogen had. Mevrouw de Flessigny
bestond, maar niets bewees hem, dat
zij de passagier van de Terrible was.
Misschien behoorde zij tot een anderen
tal* van de familie. Humbert kon een
gehuwden broeder hebben, de gelijk
heid van naam kon de dwaling van
Paul Avene verklaren, die de echtge-
noote vau den graaf nooit gezien had.
Maar al trachtte Canélos ook zijn on
rust door schijnredenen te bedaren, h(j
kon zich toch niet overtuigen, dat hü
niets te vreezen had. De gedachte aan
de gestalte, die hij ten halve bij de La
Conda miste en daarna in het klooster
der nieuwo bekeerlingen gezien had,
vervolgde hem voortdurend.
„Zjj is het niet, dacht hij, zij kan het
niet zijn! de passagier van de Terrible
was n vrouw van wonderbare schoon
heid, en deze vrouw is reeds oud, hare
haren zijn wit, haar gelaat gerimpeld.
Ja maar Avène zeide dat zij tengevol
ge van de schipbreuk krankzinnig was
geworden. Ik moet het weten!
Van af dat oogenblik zocht hij
iemand in zijn omgeving in staat om
die moeilijkheid op te lossen. Een klei
ne barones, die voor 'n levend nieuws
blad kon doorgaan scheen hem daar
toe geschikt. Hij sprak haar aan, en
onderhield haar over de wijze waarop
zij hare dagen inrichtte.
„Morgenochtend, zeide zij, ga ik eerst
een jaargetijde bijwonen van een mij
ner ooms, die in Bourgondië gestorven
is en mij 30.000 pond rente heeft na
gelaten. In den loop vau den dag heb
ik een twintigtal bezoeken bij vrien
dinnen af te leggen. Om twee uur bij
eenkomst met mijne naaister over lichte
rouw-costumes en om vier uur bijeen
komst in de kapel der nieuw bekeer
den."
„Is er een preek te hooren?"
„Wat, weet gij het niet, mijnheer?
Het wilde meisje wordt gedoopt. Gra
vin Olympia zal er toch zeker ook wel
zijn."
„Weet gjj den naam van de familie,
die het eerst het arme kind tot zich
nam?"
„De familie d'Epinoy.. zeer goede
adel... de broeder van de gravin is een
zeer lieve man... Maar Etiennette heeft
zich alleen met het wilde meisje be
moeid, mevrouw de Flessigny, e&ne ba
rer vriendinnen, heeft het kind sinds
meer dan een jaar niet meer verlaten."
„En kent gij die familie de Flessig
ny?"
„Of ik ze ken? Ik geloof zelfs dat
markies Jacques de neef was mijner
gp-ootmoeder. Een ruw man was hij. Er
is iets in de familie gebeurd, ik weet
niet wat, maar de zoon van den mar
kies ging naar Amerika."
„Zoo, riep Canélos, ging hij naar
Amerika?" 1
„Verwondert u dat? Gij komt er toch
zelf ook van daan?"
„En wie zou dan die beschermster
van het wilde meisje zijn?"
„Ditmaal vraagt gij mjj te veel, ik
weet alleen zeker, dat zij tot den ouden
tak der Flessigny's behoort, waarvan
markies Jacques hot hoofd was. Ik zeg
was, want hij is bijna 10 jaren dood.
Zult gij ook bij het doopsel van het
wilde meisje tegenwoordig zijn?"
„Ik zal zorgen er niet te ontbreken,
antwoordde Canélos."
Van dat oogenblik maakte de angst
zich van den avonturier meester. De
barones scheen goed ingelicht, de
grond waarop hij stond leek hem niet
veilig meer. Hij vroeg zich af, of onver
wachte wrekers zich zouden voordoen
en of de misdaad van het bosch van
Méziéres zijn straf toch nog zou vinden.
Maar op den schrik van het eerste
oogenblik volgde een betrekkelijke
kalmte.
„Welaan, dacht hij bij zich zei ven,
als de gravin de Flessigny, tegenover
mij geplaatst, eens beweert mij te er
kennen, als een brief of onderhoud met
dien ellendigen Avéne haar bekend
heeft gemaakt, dat de schitterende
graaf Canélos Laurent Cabarou ver
bergt; als zjj mij eens mijn naam al3
een schandvlek in het aangezicht werpt
en mij vraagt naar hare dochter, dan
zal ik antwoorden; die vrouw is krank
zinnigen daar zij dat geweest is zal
men niij geloovéh. Ik heb wijs gedaan
mij vkn Paul Avérie te ontslaan....' En
hef zul verstandig zijn gen ontmoeting
met mevrouw de Flessigny niet te ont
vluchten... Zij moet bij liet doopsel van
het wilde meisje tegenwoordig zijn
welnu, zij zal er mij ook vinden.
Laurent Cabarou wapende zich met
de macht, die liij steeds over zich zei
ven kon idtoefenen, en voegde zich bij
den kring der spelers.
Den volgenden morgen begaf hij zich
om te hooren of de moord op Paul Avé
ne reeds bekend was, naar den luite
nant van de politie, dien hij onder zijne
zeer goede kennissen mocht tellen. Het
gesprek liep over allerlei onderwerpen
en Canélos kreeg daardoor zekerheid,
dat er nog geen bericht was ingeko
men, over den moord op den ontsnap
te uit de Bastille. Van het hotel van
den luitenant van' politie liet hij zich
naar het klooster der nieuw bekeerden
rijden. Hij was daar een van de eersten,
om des te gemakkelijker de genoodig-
den te kunnen opmerken. Hij bemerk
te, dat de eereplaatsen bewaard werden
voor de familie d'Epinoy, cn besloot
zoo dicht mogelijk in hun nabijheid to
komen. Weldra zag hij Etiennette, An-
tonin en mevrouw de Flessigny hun
plaalseni nnemen. Hij erkende nu, m
weerwil van de verwoestingen, die de
De onthullingen van Tardieu.
Te Parijs is een boel» ran André Tar
dieu verschenen over de vredesonderhan
delingen. Het boek bevat zeer belangrijke
bijzonderheden over de Belgische actie
op de conferentie, in zake herziening der
verdragen van 1839. Veel daarvan is
hoogst belangrijk, ook voor ons land.
Niet het minst het volgende citaat:
„De (Belgische) socialisten aldus
Tardieu «ei-den: geen annexatie, cn de
burgerlijke partijen helden er loc over,
aan België volledige militaire en econo
mische waarborgen te geven, nJ. op liet
gebruik der Schelde, het kanaal Gent-
Terneuzen en liet kanaal Anlwerpen-
Maas; de beste oplossing was, den linker
oever van de Schelde en Ncderlnndsch-
Limburg onder Belgische souverednileit te
plaatsen. Deze overdracht van souveredni-
teit werd niet alleen gerechtvaardigd
door historische redenen, maar ook door
de uitstekende argumenten van veiligheid,
in meer dan 4 jaren oorlog aan den dag
gelreden. Als de Belgisdie stelling ware
aanvaard, had Nederland vergoeding
kunnen krijgen aan de oevers van de
Eems of in de Geldersch-Pruisisdhe lan
den, bewoond door een ras van Neder-:
landsohe afkomst en tradities. Oip 11 Fe
bruari had Wilson echter gezegd: Ik zie
niet hoe men Nederland kan nopen, die
souvereiiutoils-kwestie te bespreken. Op
31 Maart voegde hij daarbij: Men vraagt
dat Duitsehland Duilsdh gebied aan een
neutrale afslaal; dat is misschien billijk,
maar moeilijk te motiiveeren. Op 1 April
drong de koning der Belgen aan, zich
verbazend over -de bezwaren omtrent den
linker Schcldc-oever, door de Britsche'
admiraliteit geopperd. Lloyd George ant
woordde: als u het regime der Schelde
wilt wijzigen, zijn we gereed als het ter
ritoriale kwesties betreft is het echte?
wat anders. Op 16 April vroegen minis
ter Hijsnans en ik, ais president der com
missie voor de Belgische zaken, een deur
open tc houden en behielden we de rech
ten der bevolking (van Slaats-Vlaandc-
ren en Ned. Limburg?) op 'n plebisciet
nadrukkelijk voor. Dat was te vcrgeefsch'.
De Raad schoof eiken afstand van Ne
derlandse!) gebied aan België en Duitsdh'
gebied aan Nederland ter zijde."
'I
En d'ie brave minister Hijmans beweer
de nog wel bij hoog en laag, dat België
ons „officieel", nooit kwaad zou willen
berokkenenI -
Politiek zonder geweten.
Men heeft zich verbaasd over de Soci-
aal-domocraiten, die, onder aanvoering nog
wel van Troelstra Novembrianus, dezer da
gen in de Kamer stemden vóór de politie,
welke in de Drent-ene venen hot gezag
tegen communistische reRctjes beschermt.
Is er echter reden voor die verwondering?.
Criticaster in de „Rsb." meent van niet.
De houding der S. D. A. P. ligt geheel
in de lijn der socialistische politiek, hetzij
die onder Troelstra's signatuur staat,
hetzij ze door Wijnkoop gedicteerd wordt,
't Is in dit opzicht kodkodk één zang bij
beide partijen en toohstemd e de één
voor, de andere tegen.
Het Socialisme is er voor en het is er
tegen, d.w.z. naar gelang de wind waait.
Hier 1c lande zijn de het ren der S. D,
A. P., net als Wijnkoop, voor de leus:
Geen man en geen cent. In landen, waar
«le revolutie de baas is, zijn ze beiden vóór
hel militairsme. In landen als het onze,
moeten ze de mcnschen paaien met mooie
voorspiegelingen:: geen belastingen en geen
menselien meer voor 'iet leger! Dat pallet,
brengt kiezers en macht aan den di/Jt
Stralks volgt dan de socialistische meerder
heid. En dan worden de bordjes verlhan-
tïjd en de ontberingen bij haar hadden
aangericht, in de vrouw met witte ha
ren, die door den zeeofficier werd bin
nengeleid, de seboone en jonge passa
gier van het schip van Gaspoord Ta-
vanec. De blikken van Canélos en van
Flavienne ontmoetten elkander, en uit
beiden schoot een straal vuurs, alsoE
twee degens elkander kruisten. De
avonturier begreep zoo goed de be
teekenis van dien blik, dat hij tot zich
zeiven zeide: „Paul Avène heeft ge
sproken. Deze vrouw weet alles."
Hij bleef een oogenblik nadenken.
Welnu, besloot hij, alles is nog niet uit,
de krankzinnige staat mij in den weg,
zij moet verdwijnen. Orgeltonen werden
gehoord in de kapel, de godsdienstige
plechtigheid ging beginnen, en Cané
los nam den schijn aan van diepe" in
getogenheid.
(Wordt vervolgd.)