ONS BLAD BUITENLAND. BINNENLAND'; J2-- Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SS433 wetfergevonden dochter DONDERDAG 21 APRIL 1921 33 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5Q0,—f ^00,—, f 200,—, f 1QO,—f 60,—, f 35,—, f 15,—. Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elke rege' meer f 0.25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. De groote aarzeling FEUILLETON No. 166 14e JAARüATVet NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD 39 Abonnementsprijs; Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad J.OU I f 0.50 hooger. "^iuuiiuoucciu r"f ai De oorlog 1914—1918 besloot een tijdperk, Er is eigenlijk niemand die dit durft weerspreken. Doch de uitleg van den inhoud verschilt. Er zijn er die meenen dat de constitutioneele monarchie heeft afgedaan, indien dit zoo ware, dan rijst de vraagwat belang heeft dit De Republiek kan autocratischer ijn dan het grond wettelijk beperkte koningschap en het dopt er ten slotte weinig toe of de wettelijke sanctie ons gewordt uit handen van den president of den koning Ook over onderdeden zullen wij niet twisten, of b.v. de geheime diplomatie tot het verleden behoort (het ziet er nog niet naar uit), of dat een éénhoofdige oorlogsverklaring niet meer denkbaar is, of dat de geheime verdragen (geweldig volksgevaar) voor goed voorbij zijn, of eindelijk de ge wapende vrede geen altijd dreigend gevaar meer zal wezen. Dit alles, al ware de corlog van 1914 hiervan de vader, is van onderge schikte beteekenis. Al deze zaken zijn zuiver staatkundig en vormen m.i. slechts toevallige verschijnselen, niet noodwendig voortvloeiende uit den loop der gebeurtenissen waarvan de wereldoorlog de noodlottige ont knooping vormde. Niet uit het feit van 1 Augustus 1914 kunnen wij de ruïne der oude wereld vatt n maar uit het tijdperk celf dat tot dien oorlog voeren moest. <Vi nadacht voelde jaren terug den wereldoorlog komen, onvermijdelijk. Bij de mobilisatie der Balkanstaten mocht ik op 2 October 1912 in de Maasbode een artikel plaatsen met het duidelijk opschrift: „Een voor spel eindigend aldus „Maar het belang is groot. Groot genoeg voor een Europeesche cata strophe 1913 bloedjaar Dat het Nederland bespaard blijve I Sed vi- deant consules En tijdens den oorlog (in 1916) mocht ik voor de Kath. Sociale Actie een rede houden getiteld „De oorzaken van den oorlog van katho liek standpunt beschouwd" waarin nevens de nationaliteitsgedachte het materialisme en de koloniale politiek als uitloopster in den breede'behan deld werden, want inderdaad de wereldcatastrophe is gekomen daar de Staat zich in dienst stelde van han del en industrie, van speurders naar debouch és en koloniaal afzetgebied, doordat de Staat den strijd mede- stre d der teugellooze vrije concur rentie n alle hoogere spheren vergat, stikkend onder den last van het meest brute materialisme, de stofvergoding en in een „los van God" den gulden op de troon zette en aan de volkeren in een vuige „welvaartspolitiek" het 'ijk der aarde toonde met een „zie daar uw God en Koning Inderdaad, de groote oorlog was de oorlog van den gulden, de climax en tevens ondergang der welvaarts politiek zonder hooger gebod, een economische oorlog, een kapitalis tische ais men wil. Maar in deze er kenning ligt de wetenschap van het machtig fiasco besloten dat tijdperk is afgesloten of loopt snel ten einde. Verwonderlijk alleen doet de groote aarzeling aan de Staatkundige ver houdingen naar dit feit te richten. Indien ik iets uit den treure her haald heb, dan dit :.Ook onze staats inrichting dient aangepast te worden aan de nieuwe maatschappelijke ver houdingen, wilt gij alsnog de geweld dadige revolutie keeren. En met een zucht van teleurstelling aanvaardde ik het lapwerk der grond wetsherziening van 1917, maar met een kreet van teleurstelling en ver bazing nam ik kennis van de ontwor pen Grondwetsherziening dezer dagen, nu schier alles bij het oude blijft als ware er niets oin ons veranderd, niets vernield, niets in wording. Als hadden wij niets geleerd. Wij gaan door 1ste en Ilde kamertje spelen „a la 1848." een geringe wijzi ging hier, een kleine verandering daar, doch nog steeds leeft de itidividueele gedachte van het lgemeen mannen- en vrouwenkiesrecht en kennen wij een volksvertegenwoordiging voortgeko men ui een vierjarige geheimzinnige handeling, los van alle bedrijfsleven, los van den maatschappelijken h rteklop. En terz if de tijd demon treert het trot che Albion voor den zooveelsten keer den Titanenstrijd met de „big three', den driebond der machtige vakorganisaties, een strijd, uiterlijk om meer loon, innerlijk om de poli tieke macht, om de aloude Britsche staatsinstellingen, matrijs van alle Europeesche parlementaire stelsels. Moet dan eerst de omwenteling ko men alvorens de politieke en sociale gedachte zich aan elkander vermogen aan te passen Waarin zit dan toch die charme van het oude, ten onder gegaan in een krakenden oorlog, waarin ligt dan tocii de reden der groote aarzeling voor de aanvatting van het nieuwe, waarom de maatschappelijke verhou dingen snieeken, smeeken om door voering en erkenning, ja tot vernieu wing en versterking der vermolmde staatsinrichtingen Zelfs de man van recht en orde wordt straks razend. De grondgedachten en de grondoor zaken mogen in grauwetheorie het volk ontgaan, dat volk, oorlog en crisis doorleefd hebbend, voelt hij intuïtie het geneesmiddel en vraagt er om. Wat reden toch de remedie te weige ren in 1918 was het de „Belangenver tegenwoordiging" of de „Standen representatie" (Ons Politiek Recht) dat ons bedreigde, nu voor 1922 davert de kreet om „Publiekrechtelijke Be- drijfsraden" over de lage landen., evenwel sukkelt men door met de Grondwet 1815—19171 Toen en nu waarschuwden wij voor de beweging terwille van de éénheid der R. K. Staatspartij. Ook nu weer hoezeer de „nieuwelingen" in mij een warm voorstander veronderstelden. Ik ben een warm voorstander en de nieu- -we zaken zullen en moeten komen. Alleen is mij de eenheid der R. K. staatspartij zoo boven alles dierbaar en daarvoor bracht en breng ik massale offers, niet voor personen maar voor de zaak. Want slechts één geestes richting kan m. i. ook op stoffelijk en staatkundig gebied de redding bren gen de Katholieke, felle tegenstand ster van het „los van van God" en alle stofvergoding. Ik wil de zaak en heb daarvoor altijd getuigd doch ben bovenal bevreesd het eenig middel te schendende katholieke partij, on wrikbaar één, in streven en tempo, blijvend één. Mr. BOMANS. Het conflict in de mijnindustrie. Er komt uit Londen een belangrijk be richt: De mijneigenaars hebben toegestemd in de oprichting -van een Nationalen Loon- raad, belgeen één van de twee eischen der mijnwerkers is. De -voorstellen der mijneigenaars, waarbij zij toestemmen in <le instelling. van een nationalen loonraad, luiden als volgt 1. Er wordt een nationale loonraad ge vormd ter behandeling van beginselen van algemeene toepassing voor liet gehcele land. 2. Deze nationale beginselen zullen wor den toegepast op de bepaling der loonen in ieder district, gegrond op de financi- eele resultaten van dat district. 3. De termijnen voor bet nagaan van de resultaten der districten moeten natio naal geregeld worden. 4. Het punt, waar beneden de loonen niet automatisch zullen verminderd wor den, zal voor het geheele land worden vastgesteld, rekening houdend met de grondloonen, welke thans in elke mijn bestaan, met de percentages (of liet equi valent daarvan in die districten, waar dit percentage is opgenomen in een nieuw standaardloon), die in Juli 1914 werden betaald, met inbegrip van alle verhoogin gen, welke de grondloonen van Juli 1914 hebben ondergaan, en de percentages, die aan de loonen voor stukwerk zijn toege voegd bij de vermindering van den werk tijd van acht tot zeven uur. 5. Den arbeiders zal als loon boven deze tarieven worden betaald het totaal van het overschot aan inkomsten, dat in ieder district beschikbaar is gedurende de huidige abnormale periode. 6. De vertegenwoordigers der arbei ders in ieder district zullen zich ervan kannen overtuigen, dat het district al het loon, dat het dragen kan, wil betalen. 7. Met de vertegenwoordigers der ar beiders zal worden geconfereerd over de loonen der mannen, die minder loon ont vangen, 8. Voor het geheele land zal met de arbeiders de verhouding voor de toekomst worden vastgesteld tusschen loonen en winsten. 9. De boeken der eigenaren zullen ge meenschappelijk wordien nagegaan door accountants, die de mijneigenaren en de arbeiders vertegenwoordigen, teneinde alle feiten en cijfers vast te stellen, noodig voor de regeling der loonen. na zijn standpunt le hebben uiteengezet, ondervraagd kaïn worden door de leden ten einde aldus een oplossing van het Ier- sche vraagstuk te vinden. DE PRUISISCHE REGEERINGSCRISIS. De „Lokalanzeiger" meldt, dat het mi nisterie van bimnenlaaidische zaken is aan geboden aan den aanvoerder der demo cratische fractie, den opperburgemeester Dominicus. De beer Fdchbeck (dein.) zal minister van handel blijven. Als minister van financiën wordt genoom tl de „Minis- trial-direetor" Nebis en een gewezen de mocratische minister, die als vakman be kend is. Als minister van landbouw wordt genoemd staatssecretaris Warmbold, als minister van onderwijs en eerediensl staatssecretaris prof. Becker. (Uit dit lijstje zou blijken, dat de lieer Stegerwald zijn heil heeft gezocht in een coalitie van uitsluitend democraten en ccn- Iru mummiën). DE AANSLAG OP DE SIEGESSaULE. - Uit het verhoor van de beklaagden in dit proces krijgt men slechts één indruk: dat men le doen beeft met zielige man nen, verdwaalden en verdwaasden, die "bsoluut niet wislen, waarom het eigen lijk ging. Alles draaide om den geheim- zinnigeii „Ferry", dien men algemeen met Holz identificeert. Volgens de medische deskundigen waren drie der beklaagden zenuwlijders ia hooge mate. Zoodra allen aan den tand gevoeld werden over hun coiumn- lislische overtuiging, bekenden zij van communisme of bolsjewisme eigenlijk e ets tc weten. De zonderling Wolf, een togïjfs'childer, in wiens kelder het plan vrd gesmeed tot het doen in de lucht s;, ringen van de Sicgessaule, op instiga- til van Ferry", zei, dat hij, zonder iels V'een program le weten, „communist u neiging" was. Een ander beweerde, d*ihet denkbeeld van „alle mcnschen fk" hem zoo toelach te. Geweldenaren v. v a ze geen van allen, maar- „Ferry" ï- lit gelast en dat bevolen. En wie SAFJV.: «vilde meedoen, kreeg onmiddellijk De nood en de werkloosheid nemen iederen dag toe. Overal staan lange queues om de gerantsoeneerde steenkool in ont vangst te nemen. De „Daily Mail" meldt, dat broodkarren en winkels gisteravond te Blantyre in Schotland door mijnwerkers geplunderd zijn, waarbij de vrouwen hen aanmoe digden. Bij aankomst van de politie ver dwenen de plunderaars. NATIONALISTISCHE BETOOGINGEN TE POTSDAM. De correspondent van het „Htdb." meldt nog uit Potsidam: Terwijl in de namiddagoren duizenden naar Berlijn terugkeerden, die de rouw- pleohtigheid hadden bijgewoond, zette zich tegen dcnzelfden tijd een nieuwe geweldi ge stroom van mcnschen zich van Berlijn naar de Havelstad in beweging. Dinsdag avond werden te Potsdam voor de wonin gen der le Potsdam vertoevende legeraan voerders betoogingen gehouden. Groote optochten met vlaggen bewogen zich in de richtóng van het Palastholel, waar veld maarschalk vou Mockensen logeerde en naar de villa Lieguitz, waar generaal-veld- maarsohalk ven Hindenburg en generaal Ludendorff nogmaals gehuldigd werden. Er werden vadertandsehe liederen gezon gen en toespraken gehouden. De betoogin gen hadden een rustig verloop. DE OPLOSSING VAN HET IERSCHE VRAAGSTUK. Het parlementslid Stainley Holmes heefl, onder den indruk van het optreden der parlementsleden, waardoor de slaking van de Triple Alliantie de vorige week werd voorkomen, besloten heden den premier te vragen of hij een vrijgeleide naar Londen wil geven aan een geacoredi teerden verte genwoordiger van Sinn Fein, opdat deze, ét/aden revolver onder don neus go- sell oven door „Ferry DE UITLEVERING VAN DEN DUIT- SGHEN GOUDVOORRAAD. Naar aanleiding van den cisch der En tente, dat Duitschland den goudvoorraad van de rijksbank moet uilleveren, ver- kïaarde de president.van de Rijksbank, Havenstein, een medewerker van het „Berl. TagehJ.", dat hij persoonlijk dien cdsch volkomen onmogelijk acht en het inwilligen er van geheel buitengesloten. Het zou de vernietiging van de Duilsabe valuta en het Duitsche economische leven ten gevolge hebben en door het dalen van de valuta tegelijkertijd het omhoog vliegen van de prijzen tot een onbereik bare hoogte. Havenstein kent de stem ming van het kabinet niet, doch hij zei- de, dat men met vrij groote zekerheid kan aannemen, dat de rijksregeering de zen eisch onvoorwaardelijk van de hand zal wijzen. Naar aanleiding van den eisdh tot het uitleveren of in bewaring geven vau den goudvoorraad merken de bladen op, dal de Rijksbank een zuiver particuliere on dernaming is. De goudvoorraad is dus zuiver particulier eigendom. De „Deut sche Allg. Zlg." herinnert er aan, dat de Fransche bevelhebber bij de bezetting van Miihlhausen in den herfst van 1914 bet privaatrechterlijke karakter van de Rijksbank erkende en den voorraad goud in de filialen onaangeroerd heeft gelaten. Het „Berl. Tagcbl." herinnert er aan, dat de eisch tot uitlevering van den goudvoorraad der Duitsche Rijksbank thans voor de tweede maal wordt ge- ëisdht door de commissie van herstel. Eind Maart reeds vroeg deze commissie de regecring het goud te geven op afbe taling van de 20 milliard. Thans is al leen nieuw, dal het goud gebracht en bewaard zat worden in het bezette ge bied. „Blijkbaar wil de entcnic hierdoor de krasse inbreuk op het recht verzach ten", Doch ook dit optreden kan onmo gelijk goed gepraat worden. Omdat de rijksbank een particuliere onderneming is al staal ze onder rijkscontrole en volgens het internationale privaatrecht mag particulier eigendom noch geno men, noch „bewaard" worden. GEMENGDE BUITENL. BE- RICHTEN. EEN VAL VOOR INBREKERS. Tot tweemaal toe was bij een firma te New-Yonk, die een groote garage erplo-i- iteert, de brandkast geplunderd. Er was nu een „val" opgesteld waardoor, indien in de safe de geldlade werd opengetrokken, oen lading Iiogel werd getost langs den voor kant vaat die safe uit een verborgen geweer. Op een morgen hoorde men een knol en vond men bloedsporen bij de brandkast, docih vorder geen spoor van den dader. Een uur later werd er in een der zieken huizen een man opgenomen, die in golaat en borst wonden door hagelkogels had ge kregen. Daar de reglementen van dit zie kenhuis voorschreven, dat als er een ge wonde zich kwaini laten behandelen, de politie moest worden gewaarschuwd, ver schenen detectives, aan wie de gewonde vertelde, dat hij gekwetst was, doordat een pakje, dat hij op straat had opgeraapt, ont ploft was. Doch toen de directeur der garage onitlboden werd, herkende hij in den gewondeeen der leden wam zijn eigen iïrma, die daarop gearresteerd werd. ROBINSON CRUSOE'S EILAND. Uit New-York seint men aan de „Daily Mail", dat de Clhileensdhe regeering voor nemens is liet eihvnd Juan Fcrnajmdez, be kend ais Robinson Crusoe's eiland, tc maken tolt een nationaal parit en liet le voorzien van holen, papegaaien, geiltien en een man, Vrijdag, juist zooals het was toen Robinson Crusoe- er twee honderd jaar ge leden schipbreuk leed. Dit verhaal doet weer de vraag rijzen wéér Robinsotn Cru soe's eiland eigenlijik was. Volgens de „New York Tribune" wiis Tobago, een eilandje in de Caraibisohe zee, het eiland vain Ro- fahison Crusoe. Anderen zeggen, dait Alexander Selkirk Robinson Crusoe vau 1704 tot 1709 op Juan Fernandez ge leefd heeft en Daniel Defoe diens aivotn- turen heeft geschreven. Evenwel is er groot verschil tusschen Selkirk's verbaal en „Ro binson Crusoe", al zijn do hoofdlijnen de zelfde. De werkgevers en de vaJkvereenigin- gen in den Engelsehen scheepsbouw heb ben een overeenstemming bereiikt, waar bij de loonen van 1 Miei af met drie shil ling per week zullen worden verminderd en na 31 Mei nog met drie shilling. Te Berlijn zijn vier communisten ge vangen genomen, dde er van verdacht wor den den mislukten dynomiet-aanslag ge pleegd le hebben op de spoorwegbrug te Ghariolleraburg. Ook de redacteur van de „Rote Fahme", Thalheimer, is gearresteerd Iu de mijn „Caesar" bij Kocksted in Saksen heeft gisternacht een ernstige mijn- gasomllpktffing plaats gehad, die door een mijnbramid veroorzaakt was. Een groot deel der mijnwerkers is nog in de mijn opgeslo ten. Tot nu toe zijn vier doodicn gevonden. De Rijksdrukkerij te Berlijn heeft het erg druk met hel drukken van bankbiljet ten. Er zijm thans bijna tien duizend mcn schen aan verbonden, legen ruim twee duizend in 1910. Van deze 10.000 vanden er alleen 4000 werk in do bankbiljet ten-a f- dieeling. Uit Toulon wordt aan de Parijsche bladen gemeld, dat in geheel Boven Pro vence, in het Gard gebied enz. kou en storm heersohon, terwijl 't voortdurend sneeuwit. Hagel en onweersvlagen hebben groote schade aan den te velde sHaanden oogst gedaan. Vooral liet gebied van Lyon heeft zeer' geleden. Naar het Franse!» van RAOUL DE NAVERY, bewerkt door Bovendien, al had hij het bestaan van mevrouw de Flessigny lichtzin nig geloochend, was hij tooh inwendig overtuigd, dat Paul Avène in dit punt niet gelogen had. Mevrouw de Flessigny bestond, maar niets bewees hem, dat zij de passagier van de Terrible was. Misschien behoorde zij tot een anderen tal* van de familie. Humbert kon een gehuwden broeder hebben, de gelijk heid van naam kon de dwaling van Paul Avene verklaren, die de echtge- noote vau den graaf nooit gezien had. Maar al trachtte Canélos ook zijn on rust door schijnredenen te bedaren, h(j kon zich toch niet overtuigen, dat hü niets te vreezen had. De gedachte aan de gestalte, die hij ten halve bij de La Conda miste en daarna in het klooster der nieuwo bekeerlingen gezien had, vervolgde hem voortdurend. „Zjj is het niet, dacht hij, zij kan het niet zijn! de passagier van de Terrible was n vrouw van wonderbare schoon heid, en deze vrouw is reeds oud, hare haren zijn wit, haar gelaat gerimpeld. Ja maar Avène zeide dat zij tengevol ge van de schipbreuk krankzinnig was geworden. Ik moet het weten! Van af dat oogenblik zocht hij iemand in zijn omgeving in staat om die moeilijkheid op te lossen. Een klei ne barones, die voor 'n levend nieuws blad kon doorgaan scheen hem daar toe geschikt. Hij sprak haar aan, en onderhield haar over de wijze waarop zij hare dagen inrichtte. „Morgenochtend, zeide zij, ga ik eerst een jaargetijde bijwonen van een mij ner ooms, die in Bourgondië gestorven is en mij 30.000 pond rente heeft na gelaten. In den loop vau den dag heb ik een twintigtal bezoeken bij vrien dinnen af te leggen. Om twee uur bij eenkomst met mijne naaister over lichte rouw-costumes en om vier uur bijeen komst in de kapel der nieuw bekeer den." „Is er een preek te hooren?" „Wat, weet gij het niet, mijnheer? Het wilde meisje wordt gedoopt. Gra vin Olympia zal er toch zeker ook wel zijn." „Weet gjj den naam van de familie, die het eerst het arme kind tot zich nam?" „De familie d'Epinoy.. zeer goede adel... de broeder van de gravin is een zeer lieve man... Maar Etiennette heeft zich alleen met het wilde meisje be moeid, mevrouw de Flessigny, e&ne ba rer vriendinnen, heeft het kind sinds meer dan een jaar niet meer verlaten." „En kent gij die familie de Flessig ny?" „Of ik ze ken? Ik geloof zelfs dat markies Jacques de neef was mijner gp-ootmoeder. Een ruw man was hij. Er is iets in de familie gebeurd, ik weet niet wat, maar de zoon van den mar kies ging naar Amerika." „Zoo, riep Canélos, ging hij naar Amerika?" 1 „Verwondert u dat? Gij komt er toch zelf ook van daan?" „En wie zou dan die beschermster van het wilde meisje zijn?" „Ditmaal vraagt gij mjj te veel, ik weet alleen zeker, dat zij tot den ouden tak der Flessigny's behoort, waarvan markies Jacques hot hoofd was. Ik zeg was, want hij is bijna 10 jaren dood. Zult gij ook bij het doopsel van het wilde meisje tegenwoordig zijn?" „Ik zal zorgen er niet te ontbreken, antwoordde Canélos." Van dat oogenblik maakte de angst zich van den avonturier meester. De barones scheen goed ingelicht, de grond waarop hij stond leek hem niet veilig meer. Hij vroeg zich af, of onver wachte wrekers zich zouden voordoen en of de misdaad van het bosch van Méziéres zijn straf toch nog zou vinden. Maar op den schrik van het eerste oogenblik volgde een betrekkelijke kalmte. „Welaan, dacht hij bij zich zei ven, als de gravin de Flessigny, tegenover mij geplaatst, eens beweert mij te er kennen, als een brief of onderhoud met dien ellendigen Avéne haar bekend heeft gemaakt, dat de schitterende graaf Canélos Laurent Cabarou ver bergt; als zjj mij eens mijn naam al3 een schandvlek in het aangezicht werpt en mij vraagt naar hare dochter, dan zal ik antwoorden; die vrouw is krank zinnigen daar zij dat geweest is zal men niij geloovéh. Ik heb wijs gedaan mij vkn Paul Avérie te ontslaan....' En hef zul verstandig zijn gen ontmoeting met mevrouw de Flessigny niet te ont vluchten... Zij moet bij liet doopsel van het wilde meisje tegenwoordig zijn welnu, zij zal er mij ook vinden. Laurent Cabarou wapende zich met de macht, die liij steeds over zich zei ven kon idtoefenen, en voegde zich bij den kring der spelers. Den volgenden morgen begaf hij zich om te hooren of de moord op Paul Avé ne reeds bekend was, naar den luite nant van de politie, dien hij onder zijne zeer goede kennissen mocht tellen. Het gesprek liep over allerlei onderwerpen en Canélos kreeg daardoor zekerheid, dat er nog geen bericht was ingeko men, over den moord op den ontsnap te uit de Bastille. Van het hotel van den luitenant van' politie liet hij zich naar het klooster der nieuw bekeerden rijden. Hij was daar een van de eersten, om des te gemakkelijker de genoodig- den te kunnen opmerken. Hij bemerk te, dat de eereplaatsen bewaard werden voor de familie d'Epinoy, cn besloot zoo dicht mogelijk in hun nabijheid to komen. Weldra zag hij Etiennette, An- tonin en mevrouw de Flessigny hun plaalseni nnemen. Hij erkende nu, m weerwil van de verwoestingen, die de De onthullingen van Tardieu. Te Parijs is een boel» ran André Tar dieu verschenen over de vredesonderhan delingen. Het boek bevat zeer belangrijke bijzonderheden over de Belgische actie op de conferentie, in zake herziening der verdragen van 1839. Veel daarvan is hoogst belangrijk, ook voor ons land. Niet het minst het volgende citaat: „De (Belgische) socialisten aldus Tardieu «ei-den: geen annexatie, cn de burgerlijke partijen helden er loc over, aan België volledige militaire en econo mische waarborgen te geven, nJ. op liet gebruik der Schelde, het kanaal Gent- Terneuzen en liet kanaal Anlwerpen- Maas; de beste oplossing was, den linker oever van de Schelde en Ncderlnndsch- Limburg onder Belgische souverednileit te plaatsen. Deze overdracht van souveredni- teit werd niet alleen gerechtvaardigd door historische redenen, maar ook door de uitstekende argumenten van veiligheid, in meer dan 4 jaren oorlog aan den dag gelreden. Als de Belgisdie stelling ware aanvaard, had Nederland vergoeding kunnen krijgen aan de oevers van de Eems of in de Geldersch-Pruisisdhe lan den, bewoond door een ras van Neder-: landsohe afkomst en tradities. Oip 11 Fe bruari had Wilson echter gezegd: Ik zie niet hoe men Nederland kan nopen, die souvereiiutoils-kwestie te bespreken. Op 31 Maart voegde hij daarbij: Men vraagt dat Duitsehland Duilsdh gebied aan een neutrale afslaal; dat is misschien billijk, maar moeilijk te motiiveeren. Op 1 April drong de koning der Belgen aan, zich verbazend over -de bezwaren omtrent den linker Schcldc-oever, door de Britsche' admiraliteit geopperd. Lloyd George ant woordde: als u het regime der Schelde wilt wijzigen, zijn we gereed als het ter ritoriale kwesties betreft is het echte? wat anders. Op 16 April vroegen minis ter Hijsnans en ik, ais president der com missie voor de Belgische zaken, een deur open tc houden en behielden we de rech ten der bevolking (van Slaats-Vlaandc- ren en Ned. Limburg?) op 'n plebisciet nadrukkelijk voor. Dat was te vcrgeefsch'. De Raad schoof eiken afstand van Ne derlandse!) gebied aan België en Duitsdh' gebied aan Nederland ter zijde." 'I En d'ie brave minister Hijmans beweer de nog wel bij hoog en laag, dat België ons „officieel", nooit kwaad zou willen berokkenenI - Politiek zonder geweten. Men heeft zich verbaasd over de Soci- aal-domocraiten, die, onder aanvoering nog wel van Troelstra Novembrianus, dezer da gen in de Kamer stemden vóór de politie, welke in de Drent-ene venen hot gezag tegen communistische reRctjes beschermt. Is er echter reden voor die verwondering?. Criticaster in de „Rsb." meent van niet. De houding der S. D. A. P. ligt geheel in de lijn der socialistische politiek, hetzij die onder Troelstra's signatuur staat, hetzij ze door Wijnkoop gedicteerd wordt, 't Is in dit opzicht kodkodk één zang bij beide partijen en toohstemd e de één voor, de andere tegen. Het Socialisme is er voor en het is er tegen, d.w.z. naar gelang de wind waait. Hier 1c lande zijn de het ren der S. D, A. P., net als Wijnkoop, voor de leus: Geen man en geen cent. In landen, waar «le revolutie de baas is, zijn ze beiden vóór hel militairsme. In landen als het onze, moeten ze de mcnschen paaien met mooie voorspiegelingen:: geen belastingen en geen menselien meer voor 'iet leger! Dat pallet, brengt kiezers en macht aan den di/Jt Stralks volgt dan de socialistische meerder heid. En dan worden de bordjes verlhan- tïjd en de ontberingen bij haar hadden aangericht, in de vrouw met witte ha ren, die door den zeeofficier werd bin nengeleid, de seboone en jonge passa gier van het schip van Gaspoord Ta- vanec. De blikken van Canélos en van Flavienne ontmoetten elkander, en uit beiden schoot een straal vuurs, alsoE twee degens elkander kruisten. De avonturier begreep zoo goed de be teekenis van dien blik, dat hij tot zich zeiven zeide: „Paul Avène heeft ge sproken. Deze vrouw weet alles." Hij bleef een oogenblik nadenken. Welnu, besloot hij, alles is nog niet uit, de krankzinnige staat mij in den weg, zij moet verdwijnen. Orgeltonen werden gehoord in de kapel, de godsdienstige plechtigheid ging beginnen, en Cané los nam den schijn aan van diepe" in getogenheid. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1