BANK - ASSOCIATIE ONS BLAD NOQRDERBANK, ÜEIT1I h ISNKKIZ1314 n MÊiMEffSB BINNENLAND. Ntf. 170 ZATERDAG 30 APRIL 1921 He JAARGANG 93 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: Fa. W. APPEL Jr. No. 2 Zandblad 10 Cts. tsinneniasidsch Nieuws. ALKMAAR - HOORN. Vertrekt credief in Rekening-courant en tegen accept. VAN DER PUIT DE VLAM EINDHOVEN. Kapitaal en Reservers f 19.500.000.— Direct.K VAN NIENES. Jr. Gemengd Nieuws. FKIJILLKTON De weoergevooden docliter HOORD-HOLLANDSCH Abonnementsprijs; Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad t 2.-™ f 2.50 f 0.50 hooger. REDAcflERNo.E633 433 Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer 10.25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f SOO,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 60,—, f 35—, f 15,—. Seroamöe „§£ÜIOIM&3s> f Fornuizen Hol!. Iiz6rmagazijn v/h. M. DE WILD, Alkmaar, Laat over de Boterstraat. HET GEVAL FIETH. Ettelijke dagen geleden, maakte „Het Volk" een leven als 'n oordeel over dc interneering van den mijnwerker Fieth, een Oostenrijker. Alsof het heil van heel Nederland met het geval gemoeid was, werd er een artikel met hoofden over 2 kolommen en vclte letters over geschreven. Het was ongehoord, een schandaal enz. Om kort te gaan, de hcelc bombastische woordenkraam, die het dagblad voor de arbeiderspartij gewoon is, bij zoo'n ge legenheid uit te stallen, kwam er hij le pas. De roode Kamerfractie zou er om hijeen komen, men zou z.ich lot de Regeering wenden, „Het Volk" maakte een ophef van de zaak die in '1 belachelijke liep. We schreven, dat eerlang wel zou blij ken, waarom die vreemdeling Fieth, geïn terneerd en onschadelijk gemaakt was. Dat is nu inderdaad gebleken. Het socialistisch kamerlid, en jonkheer de Jonge, heeft in de avondvergadering der Tweede Kamer van Dinsdag j.l. de Regeering over het geval Fieth gc-iuler- peleerd. En wat bleek? Dat de vreemdeling Fieth propaganda voor omverwerping der Regeering maakte op deze wijze: hij verklaarde, dat de ar beiders er voor moeslen zorgen, dat de Regeering, indien mogelijk omgeworpen werd. Hij, Fieth, meende, dat de tijd niet ver was en dat dit alleen was le bereiken langs den weg der revolutie. Aldus de Minister van Justitie, in zijn antwoord op do interpellatie van den roodenjouk-Hger. Nu ïfiöge déze' .lieer in zijn naieviteit al beweren, dat die man (Fieth), voortdurend bezig was met het organiseeren zijner medearbeiders op den grondslag der S. D. A. P., uit het antwoord van den Minister maakt een goed verstaander op, dat deze vreemdeling, Fielb, een heel gevaarlijke sinjeur is. Terecht verklaarde dc bewindsman dan ook, dat hem nog niet gebleken is, dat de interneering van Fieth ongegrond is ge weest. Menschen die, als Fieth, zich op de ge bleken manier „voortdurend bezig houden met het organiseeren hunner mede-arbei ders op den grondslag der S. D. A. P.", zijj het best opgeborgen in een internee- ringskamp of soortgelijke inrichting, wanneer ze niet over de grenzen worden gezet. De Katholieken in den Amster- daniscben Raad. De „Maasbode" verklaart zich over den uitslag der Amsterdainsehe Raadsverkie zing, voor zoover het de Katholieken be treft, die him aantal leden van 7 op 8 brachten, dankbaar maar niet voldaan. „De eerlijkheid gebiedt er aan toe te voegen, dat we over Roomsch Amsterdam niet zoo spoedig voldaan zullen zijn. Thans kunnen wij wel verklappen, dat het cijfer, thans aan de stembus behaald, overeen stemt met de verwachtingen der leiders, al moet er bij worden verleid, dat dc zonnige verwachtingen 'n duizend of twee hooger lagen. Wanneer wij echter het thans bereikte resultaat vergelijken met de vroegere, dan is er een reden voor dank baarheid en vertrouwen. Moeilijk kan wor den ontkend, dat het verloop onder de onzen thans kleiner is geweest dan vroeger, det behaalde resultaat is een goed resul taat om op voort le bouwen. Er is Alle drukwerken zonder uitzondering. VRAAGT PRIJS. voor ons in Amsterdam nog iets groots te doen, en wij moeten het doen. Wij moeten dat op de eerste plaats doen, door meer burgerzin aan te kweeken, door meer mede te leven ook met de stedelijke politiek. En onze nicuwgekozen Raads fractie zal achter zich moeten weten heel den kraclitigen steun en warme belangstel ling der Roomselie burgerij. Zij zal steun en belangstelling behoeven. Want wel komen in den nieuwen Raad de breede lijnen der politiek beter tot haar recht, doeti om ook een breede politiek te kunnen voeren, zal veel beleid noodig zijn." EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag 28 April. Ingekomen is de ontslagbrief van het Kamerlid Jurgens. Do VOORZITTER wijdt eenige woor den van waardeei'ing aan de werkzaam heden van den hoer Jurgens. Bij do LEVENSVERZEKERINGSNOODWET betoogt de heer VAN KOL, S.D.A.P.., dat wanbeheer oorzaak is van den deso- laton toestand van de „Algomesne." Hij hoopt dat een gerechtelijk onderzoek zal worden ingesteld. Hij is van meening dat in het wetsontwerp niet voldoende voor de verzekerden is gezorgd. Do heer SLINGENBERG, V. D, be treurt, dat do definitieve wet nog niet tot stand is gekomen. Hij vraagt of do regeling ook van toepassing is op bui- tenlandscho maatschappijen in ons land. Spr. verzoekt den minister do definitieve regeling te bespoedigen. Do heer HENDELS, S.D.A.P., betoogt dat de schuld van dit débacle mede ligt bij regeering en Kamers, die nalieten, wette lijke regelingen te treffen. Spr. criti- ceert de houding van de directie enponi- missarissen van deAlgeineeneï" W atTiet wetsontwerp betreft acht hij het een groo ts leem,te dat geen beroep openstaat op de rechtbank wanneer door den officier van justitie de afdoening van een verzoek om de wet op een maatschappij toe te passen, wordt vertraagd. Een andere leemte is dat de officier van justitie geen inquisitoire bevoegdheid heeft. Voorts wil spr. alle spaarkassen onder de wet laten vallen. Hij is ook van meening dat een oplossing had moeten worden gevon den in den zin der faillissemenlswet. De heer VAN BASTEN BATENBURG, R. K., dringt aan op een spoedige defini tieve regeling, waarbij voor alles de be langen der verzekerden moeten worden behartigd. MINISTER HEEMSKERK zegt dat de onderstelling als zou het wetsontwerp niet in 't belang van de verzekerden zijn, absoluut onjuist on onbillijk is. Een fail lissement acht spr. niet in het belang van een goede regeling. Do vraag of buiten- landsche maatschappijen onder deze wet vallen wil do minister laten beslissen door de rechtbank.. De MINISTER blijft van meening dat niet alle spaarkassen onder de wet zul len vallen. De MINISTER kon niet toezeggen, dat een onderzoek naar den toestand van alle maatschappijen zal worden ingesteld. Het wetsontwerp is aangenomen met 32 tegen 1 stem (die van den heer Van Kol). Het wetsontwerp ter aanvulling van do bepalingen omtrent den in echtschei dingszaken bevoegden rechter, wordt zon der hoofdelijke stemming aangenomen. BEGROOTING VAN SURINAME. De heer VAN DEN BERG, A. R, ver zoekt maatregelen tegen uitsterven van Indianen. De heer VAN KOL dringt aan op ver- zyn-Tfekeöüig wor met -jB tegen 17 sieiiühen; ae betering der verkeersmiddelen en op goe de irrigatiewerken. MINISTER DE GRAAEE zal verschil lende opmerkingen aan het oordeel van den gouverneur onderwerpen. De bogrooting wordt zonder hoofdelijke stemming aangenoemn.. BEGROOTING VAN OURAQAO. De heer VAN DEN BERG wijst op den achteruitgang der Kolonie. De heer VAN KOL dringt aan op be strijding der geslachtsziekten en bepleit verschillende verbeteringen en verbete ring van het kiesrecht. De MINISTER zegt overweging der verschillende punten toe. De begrooting wordt zonder hoofdo- lijko stemmen aangenomen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag 28 April. De wijziging der leerplichtwet wordt aangenomen met 60 tegen 16 stemmen. De motie-Duys, betreffende het toelaten van optochten op Zondag, wordt aangenomen met 46 legen 20 stemmen; de motie-Duys inzake de op richting van commissies voor steun aan werkloozen in iedere gemeente, wordt ver worpen met 50 tegen 25 stemmen; de mo tie-Duys, vragende dat het rijk 90 pet. van de uitkeering aan de werkloozen voor wordt 7#rwor:{i-, JSD de motie-Kruyt, betreffende het niet onderzoeken naar po litieke oyertuiging bij de aanvrage om bni- tenlandsche paspoorten, wordt ingetrokken. Verschillende kleine wetsontwerpen wor den z. li. st. aangenomen. Ontwerp tot instelling eener bezuinigingsinspcctne. De lieer DE KANTER, V. B„ beveelt de instelling aan van een vaste Kamer commissie die de rapporten van dc bezui- nigingsinspectie onderzoekt. De heer OUD, V. D., acht het noodig, dat de Minister van financiën meer in vloed krijgt op voorstellen van andere Mi nisters. Spreker wenscht voor de inspec tie de bevoegdheid om de Kamer zelfstan dig inlichtingen te verschaffen en dat zij voorloopig zal worden toegevoegd aan de Staatscommissie-Rink. MINISTER DE VRIES meent, dat die toevoeging niet wel mogelijk is, omdat het arbeidsveld der inspectie ruimer is dan dat van de commissie. Het ontwerp wordt zonder hoofd, stem ming aangenomen, evenals enkele kleine onderwerpen en een aantal conclusies. Interpellatie- W eitkam p. aangaande vervoer van vleesch naar En geland. De interpellant acht in het belang van kleine varkensfokkers snel en doel matig vervoer van vleesch noodig. Hij vraagt of de Minister zijn invloed wil aan wenden om snel en doelmatig vervoer te bevorderen. MINISTER KöNIG deelt mede, reeds een betere spoorwegverbinding op de nachtbooten te hebben verkregen, doch dat hij een dagboot voor vleeschvervoer en goedkooper tarieven nog niet kon beko men. De heer VAN STAPELE, S. D. A. P. vraagt of het voornemen bestaat tot ver slechtering van de arbeidsvoorwaarden van het P. T. T.-personeel, of Georganiseerd Overleg daarover niet moest worden ge raadpleegd, waarom de Commissie van Advies niet is geboord en wat het doel is van een verslechtering. MINISTER KöNIG heeft zijn standpunt nog niet bepaald ten aanzien van de voor genomen veranderingen, die noodig zijn ter verbetering van fouten in de regeling van de arbeidsvoorwaarden. Hij wacht eerst de adviezen van Georganiseerd Overleg en de Commissie van Advies. De interpellant dient een motie in met de uitspraak, dat verslechtering van de ar beidsvoorwaarden niet gewenscht is. De lieeren SMEENK, A.-R., KUIPER, R.-K. en OUD, V.-D., dringen er op aan, dat de arbeidsvoorwaarden niet minder gunstig zullen worden gemaakt. Dc motie koml Vrijdag in stemming. DE PERS-INCIDENTEN TE DOORN. Op de schriftelijke vragen van het Ka merlid van Ravesteyn in zake de klach ten van journalisten over de regeling, voor hen getroffen bij de uitvaart van liet stoffelijk overschot der ex-keizerin van Duitschland, hebben de Ministers van Binnenlaii'dsche Zaken en van Justitie ge antwoord. Bij de beoordeeiing dier klachten, zoo zeggen zij, daarvan dient ai aanstonds in het oog te worden gehouden, dat het hier gold een intieme plechtigheid, met weike het publiek niets uitslaande had. Niettegenstaande is aan de vertegenwoor digers der pers gelegenheid geschonken a up h .1 afgesloten terrein van eenigen afstand de overbrenging van de lijkkist in den gereedistaanden trein gade te slaan. Van ie voren was aan eiken journalist meegedeeld, dat hem süeoliilis een toe gangskaart werd verstrekt onder voor waarde, dat niet gefotografeerd zou wor den, omdat diit met het karakter der plechtigheid amvereemgbaax werd geacht. Toen een der oip het terrein toegdlatenen zich aan dezen afspraak niet hield, heeft de kapitein der marechaussee Boellaard hem krachtdadig belet zijn afspraak te schenden. Indien daaihij dc grenzen der wellevendheid mochten zijn overschreden wordt dit door de ministers betreurd, maar vergeten mag niet worden, dat hij, die het gegeven woord geschonden heeft, zich zelf het gebeurde heeft te wijten. Het in beslag genomen toestel is denzelfden avond van de plechtigheid weder aan den rechthebbende teruggegeven. Zooals uit het voorafgaande blijkt, is dien vertegenwoordigers der pers bij deze gelegenheid schier nog meer toegestaan dam streng genomen vereenigbaar mag heeten met het ernstig streven, oim, alles wat het optreden in het openbaar van de ex-keizerlijke familie aangaat tot het al lernoodzakelijkste te beperken. HET RAPVERBOD EN DE EX-KiEIZER. Het Kamerlid De Groot heeft tot den Minister van Landbouw de volgende vra gen gericht: fa er den Minister iets van bekend, dat de tijdelijk in ons land verblijf houdende ex-Keizer het voornemen koestert een deel van zijn bezitting, loopend e langs den Rijksweg, die van Driebergen toegang geeft tot het dorp Doorn, in Mei als bouwgrond te verkoopen? Zoo neen, is de Minister dan bereid te onderzoeken of dat voornemen inderdaad Kantoor ALKMAAR.BREEBSTRAAT 33 Correspondentschap HOORNGROOVE NOORD 140 Credëeten, deposito's, Han- eri Verkoop vara gf}e«£@n. ALLE BANKZAKEN. bestaat, en, zoo de geruchten juist blij ken te zijn, door het leggen van een 'kapverbód dit stuk schitterend natuur schoon, dat zeer zeker tot het schoonste van ons land behoort, voor ondergang Ie behoeden? DE BUREAUCRATIE VAN ONS PASSEN BUREAU. Hue onze passenambtenarij ons land benadeelt, onze grenzen voor de g-e- wenschte gasten sluit, terwijl boevenpak, dat trucjes gebruiken wil, zonder eenige moeite doorkomt, blijkt aldus het H'bld. weer uit het volgende uittreksel uit een brief aan een zakenman van een vriend -u Libau. Zoo leidt dc passenbu- reaucratie hel internationaal verkeer over „Aanvankelijk was ik voornemens over Holland te reizen cn vroeg daarom aan het consulaat der Nederlanden te Ber lijn een visum, of ten minste een d-oor- reïsvfsum eerst een aanvang moest inzen den, die hij dan naar Nederland moest doorsturen. Antwoord daarop koii ik niet binnen acht acht 5 "tien dagen ver wachten. Het was snij evenwel niet mogelijk, tien dag enin Berlijn op een visum te wach ten, zoodat ik de reis over België ge maakt heb; van den Belgischen consul in Berlijn had ik in vijf minuten een visum gekregen. Of mijn. doorreis, voor Nederland ge vaarlijker was dan voor België - dat is mij niet heeleniaal duidelijk, maar ik vind het in ieder geval een hinderpaal en voor den handel niet bepaald bevor derlijk." Tegeit verkiesbaarheid van on waardige personen. De Regeering heeft er geen gras over laten groeien en reeds gisteren, Donder dag bij de Tweede Kamer een wetsont werp ingediend tot aanvulling van de Provinciale Wet en van de Gemeentewet, waarvan de considerans luidt: „dat het wenschelijk is, de edsclien voor de ver kiesbaarheid lot lid van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad aan te „vullen." Voorgesteld wordt om artikel 17, eer ste lid der Provinciale Wet te lezen als volgt: „Leden der Staten kunnen alleen zijn ingezetenen der provincie, die Neder lander of door de wet als Nederlandseh onderdaan erkend zijn, den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebben en niet krachtens art. 3 der kieswet van de uitoefening van het -kiesrecht zijn uitge sloten. Tijdelijke uitsluiting brengt mee, dat de uitgestotene geen lid kan zijn van de Staten gedurende den loopenden zit- -tingsdiuur." Tevens wordt voorgesteld om art. 19 eerste lid, dei- gemeentewet te lezen als volgt: „Leden van den Raad kunnen al leen zijn de ingezetenen der gemeente, die Nederlander of door de wet als Neder landseh onderdaan erkend zijn, den ou derdom van die-en-twintig jaar vervuld hebben en niet krachtens art. 3 der Kies wet, van de uitoefening van bet kiesrecht eajm uitgesloten. Tijdelijke uitsJluilHing brengt mee dat de uitgestotene geen lid kan zijn van den raad gedurende dei: ■loopenden zittingsduur." Aan de Memorie van Toelichting out- leen en wij, dat tot dusver de welgcvei is uitgegaan van de gedachte dat zij die door de wet onwaardig zijn verklaard liet kiesrecht uit tc oefenen, ook niet in aan merking zouden kunnen komen om ver kozen te worden. Nu de jongste opgedane ondervinding deze op zich zelf alleszins gezonde onder stelling logenstraft, dient de wetgever le verhoeden, dat in vertegenwoordigende lichamen personen zitting nemen, die uit hoofde van liun gedrag van het actieve kiesrecht zijn uitgesloten. Aanvulling van art. 17 der Provinciale Wet en van art. 19 der Gemeentewet is daartoe noodig, terwijl do aanhangige grondwetsherziening te zijner lijd gelegen heid zal bieden ook voor de Staten-Gcne- raal gelijksoortige bepalingen te treffen. Leerplichtwet. Door de Tweede Kamer is Donderdag met 60 tegen 16 stemmen aangenomen het wetsontwerp tot gedeel telijke herziening der Leerplichtwet. OPTOCHTEN EN MEETINGS OP ZONDAG. In de Donderdag gehouden zitting dèi Tweede Kamer, is de motie-Duys over het houden van optochten en meetings op Zon dag, luidende: „de Kamer, van oordeel, dat als regel het houden van optochten en meetings, eventueel niet muziek eu banieren, ook op Zondag geoorloofd moet zijn, verzoekt den Minister van Binnenland- sclie Zaken aan de burgemeesters een aan schrijven te richten, waarin aan lien van dit gevoelen wordt kennis gegeven, raet verzoek daarnaar te willen handelen" aangenomen met 46 tegen 29 stennnen. EEN BLOEDIG DRAMA. Donderdagmorgen omstreeks 10 A uur is in de Rappardstraat bij de Catlliarijne- straat te Arnhem een Moedig drama af gespeeld. Zekere Hagen, die een winkel in galanterieën heeft, voet een echtschei dingsprocedure. In verband daarmede was hij dien morgen naar de civiele zit ting der rechtbank geweest, waar ook zijn. vrouw, die te Heemstede woont, zijn schoonmoeder en zijn zwager versdhénen. Na afloop van de zitting ging de vrouw met haar moeder en broer naar de ouderlijke woning aan de Rappardstraat 143. Hagen lieeft hen gevolgd en, gewa pend met een mes en een hamer, is hij de woning binnengegaan en vlak voor de deur vim de woning beeft hij zijn schoonmoeder met den hamer de hersens ingeslagen en baar met het mes aan den bals verwond-,zoodat zij terstond dood was.Bovendien heeft hij zijn vrouw en zijn zwager met den hamer verwond. Daarna is hij de Rappardstraat ingeloo- pen en in de Caiharijnestraat heeft hij zich met een scheermes den hals afge sneden. De toestand van de vrouw en den zwa ger, die in het kinderziekenhuis werden verbonden, is redelijk Het drama, dat ge heel op de openbare straat werd afge speeld, had de gelheele buurt in opschud ding gebracht Naar het Franscli van RAOUL DE NAVERY, bewerkt door 53 bij het gerucht der opengaande deur, veil.et Grand-Hunier het bed van Paul m" 'i11 Sing tot dan officier. „Mijnheer de burggraaf," zeide hij, „de man, uien gij op dat bed ziet Uit gestrekt, is gevallen onder den dolk Jan LauretU Cabarou.GratalCanéloszal van de tweede misdaad rekenschap geven.' 'n ccnigo korte woorden werd de jonge man onderricht van wat er ge beurd was. „De ellendeling, de ellen deling, zeide hij, „en toch is dat nog niet al)es, Grand-Hunier, Cabarou heeft zich niet tevreden gesteld dien ohgeïuk- kige gisteren te vermoorden, dezen avond heeft hij het wilde meisje op gelicht „ILaarl Mjjn God, met welk doel?" Sreejj d# matroos. i „m het kind. dat tn het ravijn der vogelen gevonden is, heeft Canélos de dochter van gravin de Flessigny her kend." Een slem werd uit de diepte der alkoof gehoord. „Hare dochter? Do lores?" fluisterde de gewonde. „Ja," hernam de burggraaf, naderbij tredend. „De Voorzienigheid liet toe, dat het jonge meisje een gebed op- zeide, dat mevrouw de Flessigny vroe ger aan haar kind geleerd had." „O," zeide Grand-Hunier, „die mis daad is nog hatelijker dan alle an ders.... Hoe! de Heer redt die on gelukkige uil verlatenheid en dood en Ganélos op baar weg geplaatst, aoet haar opnieuw omkomen. Hij heeft dat onschuldig wezen, dat wij allen bemin den om bfire overgroots rampen, opge licht! Maar de vreeselijkste straffen zouden nog niet voldoende zijn om zijn schuld aan de gerechtigheid te betalen." „Mijnheer de burggraaf," riep een zwakke stem. Antonin naderde de alkoof. „Ik ben een ellendeling," zeide Paul Avène met moeite, „en gij kunt mij ongetwijfeld niet zonder af schuw aanzien. Maar mevrouw de Fles signy zou u_ kunnen zeggen^ dat ik tien jaar lang mijn misdaad heb uit geboet c,n dat ik doodelijk getroffen ben, omdat ik getracht heb ze goed te maken... Hoor mij met toegevend heid aanEen deel van wat gij mij zooeven hebt doen kennen, verlost mijn hart van een grooten last. De dochter van mevrouw de Flessigny is terug gevonden." „Teruggevonden en weer verloren." „Ik zal u aanstonds zeggen wat ik denk van de nieuwe misdaad van Lau rent Cabarou... Voor het oogenblik is het voornaamste te weten, waar hij haar heengebracht heeft" „Denkt gij dus niet, dat hij haar ver moord heeft? Zeker, Avène, gij waart wel schuldig, maar ik zou instaan voor de vergiffenis van God eri de menschen, als gij mjj dat kind zoudt kunnen teruggeven." „Ach, mijnheer," zeide de gewonde, zich op zijn kussens opheffend, „sinds mevrouw de Flessigny mij een aalmoes schonk, heb ik geen ander doel gekend, dan bet lieve schepseltje, dat in het bosch is achtergelaten, te zoeken. Ge durende drie weken heb ik het land in alle richingten doorkruist... Ik kwam terug, wanhopig, dat Ik niets ontdekt tad, toen ik besloot, dat, als ik haar dan hare dochter niet kon teruggeven, ik ten minste zou trachten haar fortuin te doen teruggeven. De eisch, dien ik aan Canélos deed van het kistje, dat aan de gravin ontstolen was, koslte mij den dolksteek, waaraan ik ga ster ven. Maar mijn misdaad was te groot, dan dat tien jaren van gevangenschap ze konden uitboeten. God wil mijn leven en ik geef het Hem zonder spijt, als het kind maar wordt teruggevon den „Wat doet u hopen, dat Cabarou het niet gedood heeft?" „Ik reken niet op het medelijden van Laurent," antwoordde Avène, „maar meer op zijne Voorzichtigheid Een lijk is dikwijls lastig en alles bewijst mij, dat Canélos begint te be grijpen, dat de Voorzienigheid zich met zijn zaken gaat bemoeien." De gewonde richtte zich op, steu nend op zijn ellebogen. „Grand-Hu nier," zeide hij, „help mij. Ik moet op staan en uitgaan." „Opstaan," antwoordde de matroos. „Vergeet gij de voorschriften van dok ter Truföères. De minste beweging kan U noodlottig worden..^ Als jiwe-.wond weder opengaat, dan zijt gij verloren." „Ik heb slechts recht om te leven als ik uitboet," hernam Avène. En met een snelle beweging wierp de gewonde de dekens weg en zette zijne voeten op den grond. Maar zijne kracht beantwoordde niet aan zijn wil, het ver hand om zijne wonden werd door twee roode vlekken gekleurd en de oude ge vangene, door een plotselinge onmacht overvallen, viel op zijn kussen terug en fluisterde met onduidelijke stem „De weenende put." „Duizend bommen," riep de matroos. „Die man sterft," zeide de officier. „Hé, leelijkerd, morsebel, oud syook, kom dan toch f' Een verschrikte dienstbode veschcen aan de deur. „Wat wilt gij, mijnheer de matroos?" „Blijf bij het bed van den gewonde, lalat de knaap dokter Truffières op zoeken en verlaat de kamer ouder geen voorwendsel." „Het zal geschieden, mijnheer de m'a- troos, hoewel uw uitdrukkingen..." „Ja, het is goed," antwoordde de matroos. „Ik héb u leelijkerd genoemd, een gulden... morsebel, een tweede gul den oud spook, dat maakt drie gul dens Gij zoudt u looverkol laten noemen voor nog een gulden." „Tot uw dienst, mijnheer de ma troos," .antwoordde zij met een neiging. Maar bij het H. Doopsel heeft de pries ter mij Jacotte genoemd." „Hebt gij mij begrepen? Geef dan mijn bevel aan uw broeder." Een minuut daarna was Colas, die mei zooveel rumoer bij mijnheer de Launoy was binnengevallen, op zoek naar den dokter. „Is liet wel menschclijk," vroeg de burggraaf, „die man te verlaten?" „Wij kunnen niets voor hem doen," antwoordde de matroos, „en het wilde meisje heeft ons noodig." „Waar haar te zoeken?" hernam mijnheer de Launoy. „De gewonde heeft het ons gezegd, luitenant. In den weenenden put... Ilij die noch over z'Jn misdaad, noch over het vinden van een lijk heeft hooren spreken, moet die plaats gunsLig vin den „O," zeide Antonin, „als hij Dolores gedood hndP' „Een man als hij stort niet noodetoos bloed,... Kom, mijnheer de burggraaf." (AVonlt vervolgd.) 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1