gf „ONS BI.AD BUITENLAND. DEI mmmm BifiUiun Brieven uit Frankrijk. Parlementaire kroniek No. 180 r VRIJDAG 13 MH 1921 14e JAARGAf iwii S3 Abonnementsprijs iPer kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad f 2.— f 2 85 0 50 f hooger. Bureau: HOF 6. ALKMAAR. elefoon rIdACT1ERNo.EE633' 433 JL Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25 Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor- uitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle abonné's wordt op aanyrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100—, f 60,—, f 35,—, f 15,— Hoe men ook over Napoleon moge denken, en of men zich wil scharen onder zijn warme vereerders of onder degenen die minder vurig ten zijnen opzichte gestemd zijn, hij behoort tot die groote mannen, die elk land tot roem verstrekken. De tijdsomstandig heden brengen er toe bij hem vooral te zien als den bekwamen veldheer, den overwinnaar in talrijke veldslagen, maar niet minder groot was hij als de maker van de „Code Civil," die nog steeds geldt en zijn weerga nog niet heeft gevonden. Hij heeft zelf eens ge zegd „mijn code heeft door eenvoudig heid voor Frankrijk meer goed gedaan dan alle wetten die er aan zijn vooraf gegaan." Een van zijn grootste eigen schappen was zeer zeker zijn talent tot organiseeren en alweer constateert hij dat zelf, als hij ergens zegt„ik heb zulk een orde geschapen in mijn paleis dat mij bijna niets kan ontstolen wor den." Het ligt niet in mijne bedoeling al de bijzondere gaven van Napoleon hier verder te ontvouwen, genoeg zij het vast te leggen, hoe begrijpelijk het is, dat het Fransche volk zijn keizer heeft willen huldigen op zijn eeuwfeest. Niemand minder dan Napoleon zelf zal dit verwacht hebben, toen hij den 5den Mei 1821 op 52-jarigen leeftijd op St. Helena overleed. Burgerlijk en kerkelijk is zijn feest op grootsche, maar toch sobere wijze gevierd. Een plechtige dienst werd in de Notre Dame gehouden, waar tal- looze genoodigden aanwezig waren om hun hulde te betuigen. Generaals en maarschalken hadden in het koor plaats genomen en kardinaal Dubois, de Aarts bisschop van Parijs troonde in volle glorie op zijn zetel. De Notre Dame behoort tot die kerkgebouwen van intense schoonheid, dat iedere aangebrachte versiering gevaar oplevert haar waardigheid aan te tasten. Het deed dan ook weldoend aan te zien hoe sober de versiering was gehouden. Hier en daar eenige banieren in blauw en wit, de kleuren van de Heili ge Jeanne d'Arc, wier feest a.s. Zondag met plechtigen luister zal worden ge vierd. De bekende componist Char^n- tier leidde het muzikale gedeelte van de plechtigheid en Berlioz heerlijke symphonie golfde majestueus door het kerkgebouw. Niet minder dan vier orchesten en een groot koor van hon derden personen, stonden ter zijner beschikking. Het was overweldigend. Een lofrede mocht niet ontbreken en het was zeker geen gemakkelijke taak voor Abbé Henseque, Napoleon, in Gods huis op passende wijze te geden ken. Hij heeft het rrr'aan in vurige taal met eer- 'Vor ,si ;e, den Franschen redSenaai i ,ar oleon, zoo zeide hij, is gestorven in het Katholieke geloof, hiervan getuigenis afleggende door de woorden, tot zijn geneesheer gespro ken „Hoe kunt u xriet in God geloo- ven, waar het heelal zijn bestaan, bewijst."En zonder vrrder op het gods-J dienstige^karakter van Napoleon in te gaan, heeft de gewijde redenaar gewe zen op het hoog-menschelijke in Napo leon als soldaat. Op den vooravond van Jena, schreef hij aan den koning van Pruisen „Morgen zult gij overwonnen zijn. Maar waarom te strijden Gaarne zou ik afzien van eene overwinning die het bloed moet kosten vaji mijn dierbare kinderen." Het was een rede in groote stijl, die de zoo bekende aal moezenier over Napoleon hield. De 'ourgelijke herdenking! viel één dag later en vond plaats bij den Are de Triomphe, des morgens, waar een dichte massa zich had opgesteld om getuige van de huldiging te zijn. Een rede van den minister vrre oorlog werd s.Aigeho-.r president van de Republiek en vele grootwaar- digheidsbekleeders. Een défilé van de troepen besloot deze plechtigheid. Des namiddags werd voor het graf van Napoleon in de döme des Invalides een rede uitgesproken door maarschalk Foch en bewezen militaire troepen den grooten keizer hun eerbetoon. Zoo behooren deze feestelijkheden wederom tot het verleden en mag men tevreden zijn over de wijze waarop zij hebben plaats gevonden. In talrijke tijdschriftenwordt deze groote figuur door persoonlijkheden van meest uit- eenloopende richting nog herdacht. De Mercure de France vooral wijdde in het nummer van 1 Mei belangrijke artikelen aan zijn nagedachtenis. Onder die velen neemt zeer zeker het gedicht van Anna de Noxilles een bijzondere plaats in, en zullen velen vooral in stemmen met de laatste strofe, waar zij zegt Je songe vous ce soir sous l'arc par vous bati Oü mieux que le soleil, vous donne la replique Pareil a vous, sans borne, et comme vous petit, Un soldat de la République. Parijs, 7 Juni 1921. Mr. P. v. S. De herziening der grondbelasting. Een splinternieuw onderwerp mag de herziening der grondbelasting niet ge noemd worden. Van 1915 af maakte die herziening het onderwerp uit van veel ge schrijf en gewrijf en bij de verkiezingen in 1918 was zij een der belangrijkste punten van meer dan één partijprogram. Voor Minister de Vries, voor den man die zorgen moet dat het geld er is, werd de eerste dag der debatten over de grond belasting niet fortuinlijk ingezet. Het wa ren niets dan bezwaren en klachten, die hij te hooren kreeg. Gelijk men weet, worden door den Mi nister een tweetal belangrijke wijzigingen in de Grondbelasting voorgesteld, voor eerst het stellen van de belastbare waarde van den eigendom op de verkoopwaarde en vervolgens het vaststellen der belast bare waarde naar aangifte door den eige naar zelf, met bedreiging van boete bij geen of te lage aangifte. Beide punten werden aan een scherpe critiek onderwor pen, vooral bet eerste; belasting naar ver koopwaarde. De daaruit voortvloeiende be zwaren, dat dit stelsel geen rekening houdt met de draagkracht en dat in bet land bouwbedrijf geëxploiteerde gronden als bouwterreinnen zullen worden belast, wer den reeds door de eerste twee sprekers, de heeren van Rappard en Oud, scherp in het licht gesteld. De lieer de Wyckerslooth legde speciaal den nadruk op den z.i. onbillijker! druk van dit ontwerp. Uitvoerig betoogde de Katho lieke afgevaardigde, dat de voorgestelde verhooging schromelijk onbillijk zal wer ken. Zij spot z.i. met alle draagkracht en belast de armen zwaarder dan de rijken. Zoowel de heer v. Rappard als de heer de VVyckersloot voerden als bezwaar tegen het ministerieele ontwerp aan, dat de bui tengewoon hooge prijzen welke onroerende goederen nog steeds opbrengen, (prijzen, waarvan de eigenaar van een goed echter alleen voordeel trekt, indien hij realiseert, waartoe de landbouwer uitteraard niet kan overgaan, zonder zijn bedrijf te ver liezen) als grondslag voor een termijn van 13 jaar worden genomen. In het ont werp wordt n.l. voorgesteld, dat voor het tijdvak van 1 Jan. 1923 tot 31 Dec. 1935 de belastbare waarde gesteld wordt op de verkoopwaarde op 1 Jan. 1922, welke naar eigen aangifte, nader herzien door den con troleur, zal worden bepaald. Teneinde ten minste deze onbillijkheid weg te nemen, stelde de heer Van Rappard een motie voor, om jaarlijksche, althans periodieke aangiften van den belastingplichtige, onder behoorlijke waarborgen, mogelijk te ma ken. Een der ernstigste bezwaren, welke deze spr. tenslotte tegen bet ontwerp had, was, dat er geen vrijdommen voor ont ginningen, droogleggingen e.d. worden toe gestaan; hierdoor werden, zoo meende hij, oude, verworven rechlen klakkeloos ge schonden. Nog verdient vermelding de bemerking van deze afgevaardigde, dat de waarde van den grond in streken van groot grondbe zit, bijv. in Groningen, geringer is dan die, waar de grond in kleine stukken verdeeld is, bijv. in Noord-Holland. Waaruit hij het besluit trok, dat de kleine boer, d.w.z. de minder draagkrachtige, betrekkelijk meer belasting zal moeten betalen, dan de groot-grondbezitter. Donderdag j.l. kreeg de Minister ook een aangenaam geluid te hooren over zijn ontwerp. Dr. Deckers namelijk zegde zijn stem er aan toe. Echter, hij betreurde het, dat de minister doof was gebleven voor de door de organisaties van belanghebbenden geuite weusehen. Een zeer belangrijke or ganisatie in den lande ofschoon de beer Deckers ze niet noemde, was tooh voor ieder duidelijk, dat hij den Boerenbond bedoelde had een drietal verlangens ge uit, doch de Minister bleek niet tot over leg bereid. Met de opvatting van den heer De Wyckerslooth, dat dit ontwerp in strijd zou zijn met een artikel uit het Ka tholiek Staalsprogram, hetwelk een be hoorlijke verhouding voorschrijft tusschen de belastingen op roerend en onroerend goed, was de heer Deckers het niet eens. De heer Trcnb, die zich zelf de „groot vader" van het ontwerp noemde, trad in een uitvoerige theoretische verdediging er van, waarin bij den heer Oud bestreed. Deze had namelijk bet beginsel der grond belasting bestreden, omdat daarben z.i. geen rekening kan gehouden worden met de draagkracht van den belastingschuldi ge. Maar „grootvader" voerde hem tege moet, dat dit standpunt, consequent moet leiden tot de verwerping van alle zakelijke belastingen, welker kenmerk het innr.ers dat de maatstaf voor de heffing in de zaak zelve en niet in de subjectieve positie van den eigenaar der zaak gevonden wordt. Met name zon mr. Oud zich dan ook moe ten verzetten tegen de dividend- en tan tième-belasting, de invoerrechten en accijn zen en zelfs, tot op zekere hoogte, tegen elke successiebelasting, waarbij de rijke en de arme algemeen vaak hetzelfde suc cessierecht betalen. Daar wel niemand, ook mr. Oud niet, van oordeel is, dat deze be lastingen gemist kunnen worden, en zeker niet onder de huidige financieele omstan digheden, zal men, zoo was spr.'s conclu sie ten aanzien van dit punt, ook de grond belasting moeten accepteeren. De oud-minister bleek bij de bespreking van het wetsontwerp in zijn element te zijn. Hij hield nog niet-onbelangrijke be schouwingen over de amortisatie der grondbelasting. De stelling, dat de grondbelasting alleen den èigenaar treft op het oogenblik, dat ze wordt ingevoerd, noemde spr. slechts ten deele juist. Ze geldt n.l. slechts in zoover re, als de grond zwaarder belast is dan ge middeld bet roerend vermogen en daarvan is thans, naar bet oordeel van mr. Treub, geen sprake meer. In verband hiermede bestreed spr. ook de berekening van den heer de Wyckerslooth, dat dc zakelijke be lastingen op het onroerend vermogen die op het roerend vermogen met 14 millioen zullen overtreffen; terwijl n.l. bet onroe rend vermogen van ons volk sterk is ge stegen, al is deze stijging niet meer zoo boog als enkele jaren geleden, is het roe rend vermogen enorm gedaald, tengevolge van verliezen in Russische en Oostenrijk- sche fondsen met wel 1 milliard. De lieer Treub meende op deze gronden te kunnen aannemen, dat roerend en onroerend ver mogen thans even zwaar gedrukt zullen worden. Noemen wij onder de verdedigers van liet ontwerp nog de heeren Colijn en van Vuuren, die de goede eigenschappen er van in het licht stelden en aldus liet pad effc tden voor den Minister, die zijn ver dediging nog even kon aanvangen. Uit de rede van den heer van Vuuren willen we nog één punt onderstreepen, n.l. de opmerking, die hij maakte ten op zichte van de boete bij te lage aangifte. De heer van Vuuren vreesde dat de boete ook zal worden toegepast, wanneer te goe der trouw een onjuiste aangifte zou worden gedaan, lietgen bij taxa lie naar verkoop waarde heel gemakkelijk kan gebeuren. Hij drong er daarom bij den Minister op aan, maatregelen te nemen, dat alleen dan boete zal worden opgelegd, wanneer bij te lage aangifte kwade irouw vaststaat. De stand van zaken ten opzichte van het ontwerp kan nu ais volgt worden vastge steld: Mr. v. d. Laar, dc christelijk-sociale man is er legen; de communist van Ravc- steyn ook; Dr. Deckers is er na amendee ring vermoedelijk voor; de lieer Treub eveneens; de stem van den socialist J. ter Laan is nog onzeker; de heeren Colijn en Van Vuuren zullen vóór stemmen, ter wijl de vrijzinnig-democratische landbouw- specialiteit Teenslra, zijn stem aan het ontwerp niet zai geven. De Pooische opstand in Opper- SMezië. Een wapenstilstand. Korfaniy's „Obcrsohleisisehe Grens zci- tung" bevat een bericht omtrent, een wa penstilstand, die op grond vail een over eenkomst van het „opperbevel van liet leger" met de geallieerde autoriteiten ge sloten zou zijn. De „Oberschll Gxensztg." dieelt mede, dat een demarcatielijn is vast gesteld die met de z.g. „Kerfanty-linie" volkomen overeenstemt, en dat voorbij deze demarcatielijn geen aanvallen door de Toieu mogen worden gedaan. De op sta-:-'"' „en hebben zich verplicht, niet in de sletten binnen te dringen, maar de neutraliteit daarvan le bewaren. Heli spoorwegverkeer is door de insurgenfen over kleine afstanden hersteld, doch ten gevolge van de onkunde van het door hen aangestelde personeel zijn reeds ern stige ongelukken voorgekomen. Van het station Morgenrolh reden beambten, van de insiurgenlen met twee locomotieven de spoorlijn naar Bismarckhiitte af. Ze raak ten met de locomotieven op een dood spoor, reden een sloolblok omver en stortten met beide locomotieven in een afgrond. De levensmiddelcnvoorziening wordt in het door de Polen bezette gebied eiken dag moeilijker In den kreils Katlowitz heeft een gemeente zich lot de Polen ge wend, mes verzoek levensmiddelen uit Polen le zeraolen. Van Pooische zijde kan aan dezen wenscli sleohis voor een klein gedeelte worden voldaan. Gisteravond werd uit .Katlowitz, en eveneens uit Beu- tlien een schietpartij aan de grens van de stad gemeld. Dc „Oberscbl. Grensztg," publiceert een dagorder van hel opperbevel van de groep Oost, waarin o.a. gezegd wordt: „Soldaten, ontsluieringeneen bevel ver biedt ons den strijd voort te zetten en dwingt ons de aangegeven linie niet te overschrijden. Maar wij mogen niet ver geten, diat dc strijd nog niet geëindigd is. De verraderlijke vijand bereidt zicli voor op wraak. Op uw daden wachten met on geduld uw broeders in die nog niet be vrijde districten, wien het Pruisische juk dreigt. Wij mogen niet rusten, wij moeien sterk zijn en gereed om eiken aanval van den vijand af te slaan. Als de tijd en het bevel komt, zullen wij verder tegen den vijand optrekken lot bevrijding van de rest van uw land". Naar uit Praag wordt gemeld, lieeft iu Krakau een vergadering, waaraan ver scheidene duizenden personen deelnamen, een motie aangenomen waarin aan hel hoofd van den s'.aat, Pilsoedski, wordt medegedeeld, dal de bevolking van de stad Krakau en geheel Polen met onge duld op het binnenrukken van het Pooi sche leger in Opper-Silezië wachten; zich bereid verklaart aan den strijd ter be vrijding van dc broeders in Opper-Siieziü deel le nemen. Tot de leden van de Pooi sche zelfvea-dedigings-organisatdes werd bet verzoek gerioh zich voor hel intreden in de geiederen der strijdenden gereed le houden en dc bevolking werd aange spoord, den opstandelingen zooveel mo gelijk hulp te verieenen en zich ook op het brengen van bloedige offers voor ie bereiden. Volgens een bericht van het Pooische Tclegraafagent'schap zou de inlergeal'lieer- de commissie een algenieene amnestie hebben afgekondigd voor allen, dlie aan den opstand hebben deelgenomen, onver schillig aan welken kant zij hebben ge- slaan. De gevangen genomen Duilschers worden aan de mtergeallieerde commissie uitgeleverd, de gevangen genomen: Polen worden naar Polen teruggezonden. De Duitsche pers wijst er op dat deze amnestie moet werken als het stellen van een premie op den opstand, en dat het toch zeker wel reeds van te voren uitge sloten zat zijn, dint men Duitschers, die er aan hebben deelgenomen, nog zou straf fen ool'j Meeningsvcrschil tussclien Frankrijk en Engeland. De toestand in Opper-Silezië blijft te Parijs groots ongerustheid wekken. Men vreest hier vooral dat! het verschil van opvatting omtrent de 1e trekken grens nieuwe moeilijkhedien mei Engeland zal veroorzaken. Wij willen, schrijft Per- ■tinas niet gelooven aan het verhaal, dat het nieude Duitsche ministerie, als beloo- ning voor zijn aanneming van het ulti matum, zekere beloften zou hebben ge kregen betreffende de interpretatie van het plebisciet. Maar toch is het gewensoht onzen vrieniden goed te doen hegrijpen, dat de Fransche publieke opinie de toe wijzing van het Opper-SRezische indus triegebied aan een ander land dan Polen niet zou toelaten. Frankrijk heeft 'n mid del in handen om Poten gerechtigheid te doen geschieden in het plebiscielijgcbied. Als het noodïg is, zal hel niet aarzelen zich van dat middel Ie bedienen. De „Peldt Journal" deelt moe, dal vol gens officieuze inlichtingen, de inlergeal- liecrde commissie de conclusies van de Amerikaanschc deskundigen, die gunstig zijn voor het Fransche standpunt, heeft aanvaard en aan Polen 't industriegebied zou hebben toegewezen tot aan een grenslijn, die de lijn-Korfaniy zeer nabij komt. Deze oplossing, voegt het blad er bij. die genomen is in overleg mei de opsiaiHtelingen-nulorileilienwordt nog niet officieel bevestigd, maar lijkt zeer waarschijnlijk. In een rede te Londen heeft Robcri Cecil over de aanvallen van „slroopcnde" f De Duilsche pers over de over eenkomst. Eensgezind kenmerken de bladen de overeenkomst door de interaealheerde commissie in Opper-Siiezië gesloten mei het hoofd der opstandelingen Korfanly betreffende een demarcatielijn, als eenin breuk op 't vredesverdrag. Volgens de „Voss. Ztg." maken de geallieerden zich door deze handelwijze schuldig aan een actieve of passieve hulp aan den opstand, waarvan de onmiddellijke slaking zoo dringend is verlangd' te Warschau door de conferentie van ambassadeurs. Dc „Genmania" schrijft: Deze wapen stilstand en demarcatielijn is liet werk van Lerond. De gdheele houding van Le rend tijdens zijn öpper-SileziscHien regee- riiigstijd en ook de houding der Fran sche dislriciscontroleurs en der Fiwn- sclie troepen in het plebisciet-gebied wet tigt de overtuiging, dat men hier le doen heeft met een afspraak tusschen Parijs en Warschau. De „Verwants" Iegl er den nadruk op, dat de intergeaRieerde commissie door het sluiten van deze overeenkomst be wust gehandeld heeft in strijd met de officieele politiek der Entenic. „Wij heb ben vertrouwen in Lloyd George's belofte, dat de Pooische boomen niet lot in den hemel groeten zullen, indien wij, '1 ultima tum zouden aanvaardai. Wat denkt Lloyd George nu te doen?" Een „nationaal leest". Dinsdag is in het geheeüe door de op standelingen bezette gebied van Oppcr- Silczië een groot nationaal feest gevierd Ier gelegenheid van den wapenstilstand en de overeenkomst, met de inlergeafli- eerdc commissie gesloten. De opstande lingen verheugen zich over het verkregen resultaat. Overal heerscht thans kalmte. Het opperbevel vnn de opstandelingen heeft een proclamatie uitgegeven, waarin liet zegt: De geallieerde autoritei!,en heb ben een vocrloopige demarcatielijn vast gesteld. Laat ons gedurende de bespre kingen alle offensieve daden achterwege laten en blijven o.p de bezette posities tot het defensief. Een officieel communiqué tier opstan deling,en maakt melding van de samen stelling van een uitvoerend comité, waar in zitting hebben Rynier, voor de natio nale arbeiderspartij, Joseph Biniszlriowicz voor de Pooische socialistische parlij, en Gorczyk, voor de Volkspartij. De crisis lit dc Engelsche mijn industrie. De houding van spoorweg- cn transportarbeiders. D.e belangstelling in hel conflict in de mijnindustrie concenireert zich op de be slissende vergadering le Londen op lie den, Vrijdag, yan dc besturen van bet spoorwegpersoneel en de transDorlari>ei- ders ter bespreking van 't veibod van de behandeling van uit hel buitenland aan gevoerde steenkool. De wijze, waarop de ze kool thans wordt behandeld docr vrij willige arbeiders, wordt n.l. een factor van groo'e beleokenis. Dc meeiiing in politieke kringen, zegl dc „Daily Chronicle", is dal een regeling „Grodzisk," riep de stem van den con ducteur. De hand van Oriloff zonk om laag; zij werd op zijn onstuimig kloppend hart gedrukt. Eene smart, alsof hem een doodelijke steek werd toegebracht, door schoot zijn lichaam. Zij eene bedriegster, eene dievegge! Zij die .-.ati hem baast als een engei versche nen was; aan wier oogori, aan wier lip - pen hl. gehangen had; die zijn hart ver uier.' had door hare lieftalligheid en lioni zonder wapenen e«a wond geslagen had. zoo diep, dal zij ongeneeslijk zou zij", geheel het leven langl De gedachte aan hare onwaardigheid trof hem bijna ineer dan het verlies van zijn geld, hoe wel hij ook dit bitier genoeg gevoelde, v ant zijn vermogen vormde voor hem hel middel der vrijheid, het recht om ongehinderd als kunstenaar le kunnen werken. Opgewonden duwde hij het por tier open nog voordal de conducteur het opende. „De politici Roep de politie," riep hij den treinbcainble toe. „Men heeft mij bc- r- V f Polen in Opper-Silezië gesproken, en be- niet dichterbij is gekomen, v.'aarom het toogd dat niets noodlottiger kan zijn voor de Europecsche vraag,stukken dan het feit indien hel waar is, dat de Franschen een aanval van bui'ten uit op Duilscfoland ver gemakkelijken. Men staat voor oen nieu we poging der Polen om Europa voor «en voldongen feit le stelten. De houding van bepaalde Pooische elementen sedert den wapenstilstand aangemoedigd door hooge gezaghebbers, naar Cecil vreesde was zeer ontmoedigend. Hij meende dat indien de Europeesclie au toriteiten geslrenger tegen vroegere inci denten van dezen aard zouden zijn op- gelreden, men thans niet zou zijn opge schrikt door hetgeen zoo juist is geschied1. verlangen beslaat, dat de e'genaars nieu we voorstellen doen. Het Mad waar schuwt de stakers ecüiteT legen het voe ren van verderen tegenstand in verband met de stemming van het publiek. Het heet dat de houding der transport arbeiders verdeeld zal zijn, indien het be stuur een sympalhieslaking doordrijft.. Men verwacht, dat de helft hunner niet aan de opdracht lot het neerleggen van den arbeid gehoor zal geven. Een massameeting van matrozen en stokers te Huil besloot niet 'drie stemmen tegen, voort Ie gaan niet dienstdoen op schepen, geladen met builenlandselhe steenkool. stolen, beroofd! Mijn brievenlasch met twintigduizend roebel is mij ontfutseld I III. In een oogwenk verzamelde zich on danks het vergevorderd uur het kon omstreeks elf uur zijn een talrijke me nigte rondom den jongen man. Dekreel: „Er heeft een diefstal plaats gehad." ging van mond tot mond. De conducteurs, de waardigen boevenstreek? En er is sprake neet kwamen toegesneld; de reizigers ver lieten de wagons; de aan het station wacht hebbende politieagenten drongen door de menigte. Een vain dezen, die de hoogste in rang scheen le zijn, nam den bestolene in het verhoor „U beweert bestolen le zijn geworden? Moe is uw naam?" „Feodor Oriloff." „Uw past" „Gelukkig bevindI bij zich in mijn no titieboek De politiebeambte onderwierp het pa pier aan een nauwkeurig onderzoek. Ver volgens salueerde liij, hoffelijker dan liet anders de gewoonte van Russische orde bewaarders is, en ging o.p een toon van hoogachting voort: „U is Feodor Oriloff, de beroemde schilder? U is hel. van 1 wiens hand hel nieuwe altaarstuk in den kathedraal van Sint Johannes te War schau afkomstig is?" „Dezelfde." „Ik heb uw doek gezien en bewonde renswaardig gevonden, mijnheer. U is dus het slachtoffer geworden yan een niets waardig en boevenstreek? En is er sprake van zulk een groote som? Hoe heeft zich liet geval toegedragen?" De jonge man gaf een korte uiteenzet ting der gebeurtenissen. De politiebeambte knikte. „Altijd de oude historie. Men heeft u met het een of andere slaapmiddel ver doofd; dat vrouwmensch is waarschijn lijk een gevaarlijke zwendelaarster. Zij heeft te Grodno gezien, daf u het geld in ontvangst naan en heeft tevens verno men, waarheen u zich met hel geld wilde begeven." „Dit laatste schijnt mij nauwelijks mo gelijk.... voor zoover ik weet...." Ori loff zweeg en dacht na. „En toch zij zou het kunnen gehoord hebben, want bij hel heengaan sprak ik er nog over met den bankier. En inderdaad, juist toen ik mijn reisplannen mededeelde, keek zij o,p duidelijk ving ik haar blik op. Vóór hot overige scheen zij locli geen opmerk zaamheid le schenken aan de oorzaak van mijn afwezigheid in het kantoor van den bankier." „Schijnbaar, mijnheer, schijnbaar. o, die spitsboeven nemen eene houding aan en trekken een geziüh/t, alsof zij niet in slaat zijn een vlieg kwaad te doen. Heeft zij u tij dene dc reis een naam ge noemd?" „Neen." „Nu, het zou toch een valsclie naam geweest zijn. U bevond zich ten laatste met haar alleen in de coupé?" Alleen de mijnheer was er nog, die le Grodno eveneens was ingestopt!" „In haar gezelschap?" „Onmiddellijk achter baar."... evenwel geloof ik niet, dat de twee bij elkander behoorden Slechts eenmaal scheen het mij toe, alsof zij een blik wisselden. „Slechts eenmaal?" „Anders spraken zij tijdens dc gelieele achturige reis geen woord mei elkander." „Hm dar zo» de man evengoed als het meisje de misdadiger kunnen zijn. Hel komt er voorat op aan, of niet een van beiden het eerst uitgestapt is. U sliep "vast; u weet dus niet, waar de overval heeft plaats gehad?" „Ik heb geen vermoeden.'' „U kan den tijd' uwer bewusteloosheid niet bij benadering opgeven?" „In het geheel niet. Zij kan eenige mi nuten, zij kan een uur geduurd hebben." „Het is toch nog altijd best mogelijk, dait die twee niet elkander in betrekking slaan," mompelde de politiebeambte. „Wat het oogenblik van den aanslag be- IreJtl, hij - is ongetwijfeld gepleegd kort voor de aankomst te Warschau. Daar hebben de spitsboeven den trein verla ten, hetzij om zich in een aanzienlijke stad te verbergen of hunne vlucht in een andere richting voort te zetten. Geef mij een nauwkeurige beschrijving der beide verdachten; wij zullen onmiddellijk naar Warschau en de andere slaiions telegra feer en." Oriloff schilderde, hoewel ook met een zwaar hart, de sehoone jongedame: om trent den anderen reiziger wist lui n et veel mede to deelen; liij had hem nau welijks aangezien. Natuurlijk bracht de schilder dezen nacht te Grodzisk door. van plan zijnde daar den loop dar ge beurtenissen af te wachten. Nog sluimerde liii den volgenden mor- |^r v -i i= s-r-i-r-H "sr-> gen in het lied 'van het balei, [oen reeds een politieagent met een bericht bij hem binnentrad. Zooeven was een telegram aangekomen waarvan de inhoud mededeelde, dat men de jongedame zoowel als den heer bij het verlaten van het station te Pra- ga, een voorstad van Warschau, gezien waren. Zij waren naar het schoen, met verder gereisd; men had hun spoor ten minste niet gevonden. De bestolene werd echter verzocht, met den eerst volgenden trein naar Warschau te vertrekken, om bij mogelijke herkenning bij de hand ic zijn. De schilder stond op, ontbeet haastig en begaf zich nog in den voormiddag naar Warschau terug. Hier snelde hij on middellijk naar bel hoofdbureau van ■politie, om ie vragen of in zijne aangc- 'lef riieid eenlg Iiciii was ontstoken. „Niets anders dan dat de vermoedelijke dievegge zeker Warschau niet verlaten heeft. Haar spoor is gevolgd van liet Pe- iersburgerslation [e Praga tot aan de Alexanderbrug. Dc conducteur die hun de plaalskaarlen afgenomen heeft, zag lien den wagon verlaten en de richling naar de brug inslaan." CW.ordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1