gf „ONS BI.AD
BUITENLAND.
DEI mmmm BifiUiun
Brieven uit Frankrijk.
Parlementaire kroniek
No. 180
r
VRIJDAG 13 MH 1921
14e JAARGAf
iwii
S3
Abonnementsprijs
iPer kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad
f 2.—
f 2 85
0 50 f hooger.
Bureau: HOF 6. ALKMAAR. elefoon rIdACT1ERNo.EE633' 433
JL
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25 Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aan alle abonné's wordt op aanyrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100—, f 60,—, f 35,—, f 15,—
Hoe men ook over Napoleon moge
denken, en of men zich wil scharen
onder zijn warme vereerders of onder
degenen die minder vurig ten zijnen
opzichte gestemd zijn, hij behoort tot
die groote mannen, die elk land tot
roem verstrekken. De tijdsomstandig
heden brengen er toe bij hem vooral
te zien als den bekwamen veldheer, den
overwinnaar in talrijke veldslagen,
maar niet minder groot was hij als de
maker van de „Code Civil," die nog
steeds geldt en zijn weerga nog niet
heeft gevonden. Hij heeft zelf eens ge
zegd „mijn code heeft door eenvoudig
heid voor Frankrijk meer goed gedaan
dan alle wetten die er aan zijn vooraf
gegaan." Een van zijn grootste eigen
schappen was zeer zeker zijn talent tot
organiseeren en alweer constateert hij
dat zelf, als hij ergens zegt„ik heb
zulk een orde geschapen in mijn paleis
dat mij bijna niets kan ontstolen wor
den." Het ligt niet in mijne bedoeling
al de bijzondere gaven van Napoleon
hier verder te ontvouwen, genoeg zij
het vast te leggen, hoe begrijpelijk het
is, dat het Fransche volk zijn keizer
heeft willen huldigen op zijn eeuwfeest.
Niemand minder dan Napoleon zelf
zal dit verwacht hebben, toen hij den
5den Mei 1821 op 52-jarigen leeftijd op
St. Helena overleed.
Burgerlijk en kerkelijk is zijn feest
op grootsche, maar toch sobere wijze
gevierd. Een plechtige dienst werd in
de Notre Dame gehouden, waar tal-
looze genoodigden aanwezig waren om
hun hulde te betuigen. Generaals en
maarschalken hadden in het koor plaats
genomen en kardinaal Dubois, de Aarts
bisschop van Parijs troonde in volle
glorie op zijn zetel.
De Notre Dame behoort tot die
kerkgebouwen van intense schoonheid,
dat iedere aangebrachte versiering
gevaar oplevert haar waardigheid aan
te tasten. Het deed dan ook weldoend
aan te zien hoe sober de versiering was
gehouden. Hier en daar eenige banieren
in blauw en wit, de kleuren van de Heili
ge Jeanne d'Arc, wier feest a.s. Zondag
met plechtigen luister zal worden ge
vierd. De bekende componist Char^n-
tier leidde het muzikale gedeelte van
de plechtigheid en Berlioz heerlijke
symphonie golfde majestueus door het
kerkgebouw. Niet minder dan vier
orchesten en een groot koor van hon
derden personen, stonden ter zijner
beschikking. Het was overweldigend.
Een lofrede mocht niet ontbreken en
het was zeker geen gemakkelijke taak
voor Abbé Henseque, Napoleon, in
Gods huis op passende wijze te geden
ken. Hij heeft het rrr'aan in vurige taal
met eer- 'Vor ,si ;e, den Franschen
redSenaai i ,ar oleon, zoo zeide hij,
is gestorven in het Katholieke geloof,
hiervan getuigenis afleggende door de
woorden, tot zijn geneesheer gespro
ken „Hoe kunt u xriet in God geloo-
ven, waar het heelal zijn bestaan,
bewijst."En zonder vrrder op het gods-J
dienstige^karakter van Napoleon in te
gaan, heeft de gewijde redenaar gewe
zen op het hoog-menschelijke in Napo
leon als soldaat. Op den vooravond van
Jena, schreef hij aan den koning van
Pruisen „Morgen zult gij overwonnen
zijn. Maar waarom te strijden Gaarne
zou ik afzien van eene overwinning
die het bloed moet kosten vaji mijn
dierbare kinderen." Het was een rede
in groote stijl, die de zoo bekende aal
moezenier over Napoleon hield. De
'ourgelijke herdenking! viel één dag
later en vond plaats bij den Are de
Triomphe, des morgens, waar een
dichte massa zich had opgesteld om
getuige van de huldiging te zijn. Een
rede van den minister vrre oorlog werd
s.Aigeho-.r president
van de Republiek en vele grootwaar-
digheidsbekleeders. Een défilé van de
troepen besloot deze plechtigheid.
Des namiddags werd voor het graf
van Napoleon in de döme des Invalides
een rede uitgesproken door maarschalk
Foch en bewezen militaire troepen den
grooten keizer hun eerbetoon.
Zoo behooren deze feestelijkheden
wederom tot het verleden en mag men
tevreden zijn over de wijze waarop zij
hebben plaats gevonden. In talrijke
tijdschriftenwordt deze groote figuur
door persoonlijkheden van meest uit-
eenloopende richting nog herdacht.
De Mercure de France vooral wijdde
in het nummer van 1 Mei belangrijke
artikelen aan zijn nagedachtenis. Onder
die velen neemt zeer zeker het gedicht
van Anna de Noxilles een bijzondere
plaats in, en zullen velen vooral in
stemmen met de laatste strofe, waar
zij zegt
Je songe vous ce soir sous l'arc par
vous bati
Oü mieux que le soleil, vous donne la
replique
Pareil a vous, sans borne, et comme
vous petit,
Un soldat de la République.
Parijs, 7 Juni 1921.
Mr. P. v. S.
De herziening der grondbelasting.
Een splinternieuw onderwerp mag de
herziening der grondbelasting niet ge
noemd worden. Van 1915 af maakte die
herziening het onderwerp uit van veel ge
schrijf en gewrijf en bij de verkiezingen in
1918 was zij een der belangrijkste punten
van meer dan één partijprogram.
Voor Minister de Vries, voor den man
die zorgen moet dat het geld er is, werd
de eerste dag der debatten over de grond
belasting niet fortuinlijk ingezet. Het wa
ren niets dan bezwaren en klachten, die hij
te hooren kreeg.
Gelijk men weet, worden door den Mi
nister een tweetal belangrijke wijzigingen
in de Grondbelasting voorgesteld, voor
eerst het stellen van de belastbare waarde
van den eigendom op de verkoopwaarde
en vervolgens het vaststellen der belast
bare waarde naar aangifte door den eige
naar zelf, met bedreiging van boete
bij geen of te lage aangifte. Beide punten
werden aan een scherpe critiek onderwor
pen, vooral bet eerste; belasting naar ver
koopwaarde. De daaruit voortvloeiende be
zwaren, dat dit stelsel geen rekening houdt
met de draagkracht en dat in bet land
bouwbedrijf geëxploiteerde gronden als
bouwterreinnen zullen worden belast, wer
den reeds door de eerste twee sprekers,
de heeren van Rappard en Oud, scherp
in het licht gesteld.
De lieer de Wyckerslooth legde speciaal
den nadruk op den z.i. onbillijker! druk van
dit ontwerp. Uitvoerig betoogde de Katho
lieke afgevaardigde, dat de voorgestelde
verhooging schromelijk onbillijk zal wer
ken. Zij spot z.i. met alle draagkracht en
belast de armen zwaarder dan de rijken.
Zoowel de heer v. Rappard als de heer de
VVyckersloot voerden als bezwaar tegen
het ministerieele ontwerp aan, dat de bui
tengewoon hooge prijzen welke onroerende
goederen nog steeds opbrengen, (prijzen,
waarvan de eigenaar van een goed echter
alleen voordeel trekt, indien hij realiseert,
waartoe de landbouwer uitteraard niet
kan overgaan, zonder zijn bedrijf te ver
liezen) als grondslag voor een termijn van
13 jaar worden genomen. In het ont
werp wordt n.l. voorgesteld, dat voor het
tijdvak van 1 Jan. 1923 tot 31 Dec. 1935
de belastbare waarde gesteld wordt op de
verkoopwaarde op 1 Jan. 1922, welke naar
eigen aangifte, nader herzien door den con
troleur, zal worden bepaald. Teneinde ten
minste deze onbillijkheid weg te nemen,
stelde de heer Van Rappard een motie
voor, om jaarlijksche, althans periodieke
aangiften van den belastingplichtige, onder
behoorlijke waarborgen, mogelijk te ma
ken. Een der ernstigste bezwaren, welke
deze spr. tenslotte tegen bet ontwerp had,
was, dat er geen vrijdommen voor ont
ginningen, droogleggingen e.d. worden toe
gestaan; hierdoor werden, zoo meende hij,
oude, verworven rechlen klakkeloos ge
schonden.
Nog verdient vermelding de bemerking
van deze afgevaardigde, dat de waarde van
den grond in streken van groot grondbe
zit, bijv. in Groningen, geringer is dan die,
waar de grond in kleine stukken verdeeld
is, bijv. in Noord-Holland. Waaruit hij
het besluit trok, dat de kleine boer, d.w.z.
de minder draagkrachtige, betrekkelijk
meer belasting zal moeten betalen, dan de
groot-grondbezitter.
Donderdag j.l. kreeg de Minister ook
een aangenaam geluid te hooren over zijn
ontwerp.
Dr. Deckers namelijk zegde zijn stem
er aan toe. Echter, hij betreurde het, dat
de minister doof was gebleven voor de
door de organisaties van belanghebbenden
geuite weusehen. Een zeer belangrijke or
ganisatie in den lande ofschoon de beer
Deckers ze niet noemde, was tooh voor
ieder duidelijk, dat hij den Boerenbond
bedoelde had een drietal verlangens ge
uit, doch de Minister bleek niet tot over
leg bereid. Met de opvatting van den heer
De Wyckerslooth, dat dit ontwerp in
strijd zou zijn met een artikel uit het Ka
tholiek Staalsprogram, hetwelk een be
hoorlijke verhouding voorschrijft tusschen
de belastingen op roerend en onroerend
goed, was de heer Deckers het niet eens.
De heer Trcnb, die zich zelf de „groot
vader" van het ontwerp noemde, trad in
een uitvoerige theoretische verdediging er
van, waarin bij den heer Oud bestreed.
Deze had namelijk bet beginsel der grond
belasting bestreden, omdat daarben z.i.
geen rekening kan gehouden worden met
de draagkracht van den belastingschuldi
ge. Maar „grootvader" voerde hem tege
moet, dat dit standpunt, consequent moet
leiden tot de verwerping van alle zakelijke
belastingen, welker kenmerk het innr.ers
dat de maatstaf voor de heffing in de zaak
zelve en niet in de subjectieve positie van
den eigenaar der zaak gevonden wordt.
Met name zon mr. Oud zich dan ook moe
ten verzetten tegen de dividend- en tan
tième-belasting, de invoerrechten en accijn
zen en zelfs, tot op zekere hoogte, tegen
elke successiebelasting, waarbij de rijke
en de arme algemeen vaak hetzelfde suc
cessierecht betalen. Daar wel niemand, ook
mr. Oud niet, van oordeel is, dat deze be
lastingen gemist kunnen worden, en zeker
niet onder de huidige financieele omstan
digheden, zal men, zoo was spr.'s conclu
sie ten aanzien van dit punt, ook de grond
belasting moeten accepteeren.
De oud-minister bleek bij de bespreking
van het wetsontwerp in zijn element te
zijn. Hij hield nog niet-onbelangrijke be
schouwingen over de amortisatie der
grondbelasting.
De stelling, dat de grondbelasting alleen
den èigenaar treft op het oogenblik, dat ze
wordt ingevoerd, noemde spr. slechts ten
deele juist. Ze geldt n.l. slechts in zoover
re, als de grond zwaarder belast is dan ge
middeld bet roerend vermogen en daarvan
is thans, naar bet oordeel van mr. Treub,
geen sprake meer. In verband hiermede
bestreed spr. ook de berekening van den
heer de Wyckerslooth, dat dc zakelijke be
lastingen op het onroerend vermogen die
op het roerend vermogen met 14 millioen
zullen overtreffen; terwijl n.l. bet onroe
rend vermogen van ons volk sterk is ge
stegen, al is deze stijging niet meer zoo
boog als enkele jaren geleden, is het roe
rend vermogen enorm gedaald, tengevolge
van verliezen in Russische en Oostenrijk-
sche fondsen met wel 1 milliard. De lieer
Treub meende op deze gronden te kunnen
aannemen, dat roerend en onroerend ver
mogen thans even zwaar gedrukt zullen
worden.
Noemen wij onder de verdedigers van
liet ontwerp nog de heeren Colijn en van
Vuuren, die de goede eigenschappen er
van in het licht stelden en aldus liet pad
effc tden voor den Minister, die zijn ver
dediging nog even kon aanvangen.
Uit de rede van den heer van Vuuren
willen we nog één punt onderstreepen,
n.l. de opmerking, die hij maakte ten op
zichte van de boete bij te lage aangifte.
De heer van Vuuren vreesde dat de boete
ook zal worden toegepast, wanneer te goe
der trouw een onjuiste aangifte zou worden
gedaan, lietgen bij taxa lie naar verkoop
waarde heel gemakkelijk kan gebeuren. Hij
drong er daarom bij den Minister
op aan, maatregelen te nemen, dat
alleen dan boete zal worden opgelegd,
wanneer bij te lage aangifte kwade irouw
vaststaat.
De stand van zaken ten opzichte van het
ontwerp kan nu ais volgt worden vastge
steld: Mr. v. d. Laar, dc christelijk-sociale
man is er legen; de communist van Ravc-
steyn ook; Dr. Deckers is er na amendee
ring vermoedelijk voor; de lieer Treub
eveneens; de stem van den socialist J. ter
Laan is nog onzeker; de heeren Colijn en
Van Vuuren zullen vóór stemmen, ter
wijl de vrijzinnig-democratische landbouw-
specialiteit Teenslra, zijn stem aan het
ontwerp niet zai geven.
De Pooische opstand in Opper-
SMezië.
Een wapenstilstand.
Korfaniy's „Obcrsohleisisehe Grens zci-
tung" bevat een bericht omtrent, een wa
penstilstand, die op grond vail een over
eenkomst van het „opperbevel van liet
leger" met de geallieerde autoriteiten ge
sloten zou zijn. De „Oberschll Gxensztg."
dieelt mede, dat een demarcatielijn is vast
gesteld die met de z.g. „Kerfanty-linie"
volkomen overeenstemt, en dat voorbij
deze demarcatielijn geen aanvallen door
de Toieu mogen worden gedaan. De op
sta-:-'"' „en hebben zich verplicht, niet
in de sletten binnen te dringen, maar de
neutraliteit daarvan le bewaren. Heli
spoorwegverkeer is door de insurgenfen
over kleine afstanden hersteld, doch ten
gevolge van de onkunde van het door
hen aangestelde personeel zijn reeds ern
stige ongelukken voorgekomen. Van het
station Morgenrolh reden beambten, van
de insiurgenlen met twee locomotieven de
spoorlijn naar Bismarckhiitte af. Ze raak
ten met de locomotieven op een dood
spoor, reden een sloolblok omver en
stortten met beide locomotieven in een
afgrond.
De levensmiddelcnvoorziening wordt in
het door de Polen bezette gebied eiken
dag moeilijker In den kreils Katlowitz
heeft een gemeente zich lot de Polen ge
wend, mes verzoek levensmiddelen uit
Polen le zeraolen. Van Pooische zijde kan
aan dezen wenscli sleohis voor een klein
gedeelte worden voldaan. Gisteravond
werd uit .Katlowitz, en eveneens uit Beu-
tlien een schietpartij aan de grens van de
stad gemeld.
Dc „Oberscbl. Grensztg," publiceert een
dagorder van hel opperbevel van de
groep Oost, waarin o.a. gezegd wordt:
„Soldaten, ontsluieringeneen bevel ver
biedt ons den strijd voort te zetten en
dwingt ons de aangegeven linie niet te
overschrijden. Maar wij mogen niet ver
geten, diat dc strijd nog niet geëindigd is.
De verraderlijke vijand bereidt zicli voor
op wraak. Op uw daden wachten met on
geduld uw broeders in die nog niet be
vrijde districten, wien het Pruisische juk
dreigt. Wij mogen niet rusten, wij moeien
sterk zijn en gereed om eiken aanval van
den vijand af te slaan. Als de tijd en het
bevel komt, zullen wij verder tegen den
vijand optrekken lot bevrijding van de
rest van uw land".
Naar uit Praag wordt gemeld, lieeft iu
Krakau een vergadering, waaraan ver
scheidene duizenden personen deelnamen,
een motie aangenomen waarin aan hel
hoofd van den s'.aat, Pilsoedski, wordt
medegedeeld, dal de bevolking van de
stad Krakau en geheel Polen met onge
duld op het binnenrukken van het Pooi
sche leger in Opper-Silezië wachten; zich
bereid verklaart aan den strijd ter be
vrijding van dc broeders in Opper-Siieziü
deel le nemen. Tot de leden van de Pooi
sche zelfvea-dedigings-organisatdes werd
bet verzoek gerioh zich voor hel intreden
in de geiederen der strijdenden gereed le
houden en dc bevolking werd aange
spoord, den opstandelingen zooveel mo
gelijk hulp te verieenen en zich ook op
het brengen van bloedige offers voor ie
bereiden.
Volgens een bericht van het Pooische
Tclegraafagent'schap zou de inlergeal'lieer-
de commissie een algenieene amnestie
hebben afgekondigd voor allen, dlie aan
den opstand hebben deelgenomen, onver
schillig aan welken kant zij hebben ge-
slaan. De gevangen genomen Duilschers
worden aan de mtergeallieerde commissie
uitgeleverd, de gevangen genomen: Polen
worden naar Polen teruggezonden.
De Duitsche pers wijst er op dat deze
amnestie moet werken als het stellen van
een premie op den opstand, en dat het
toch zeker wel reeds van te voren uitge
sloten zat zijn, dint men Duitschers, die er
aan hebben deelgenomen, nog zou straf
fen ool'j
Meeningsvcrschil tussclien Frankrijk
en Engeland.
De toestand in Opper-Silezië blijft
te Parijs groots ongerustheid wekken.
Men vreest hier vooral dat! het verschil
van opvatting omtrent de 1e trekken
grens nieuwe moeilijkhedien mei Engeland
zal veroorzaken. Wij willen, schrijft Per-
■tinas niet gelooven aan het verhaal, dat
het nieude Duitsche ministerie, als beloo-
ning voor zijn aanneming van het ulti
matum, zekere beloften zou hebben ge
kregen betreffende de interpretatie van
het plebisciet. Maar toch is het gewensoht
onzen vrieniden goed te doen hegrijpen,
dat de Fransche publieke opinie de toe
wijzing van het Opper-SRezische indus
triegebied aan een ander land dan Polen
niet zou toelaten. Frankrijk heeft 'n mid
del in handen om Poten gerechtigheid te
doen geschieden in het plebiscielijgcbied.
Als het noodïg is, zal hel niet aarzelen
zich van dat middel Ie bedienen.
De „Peldt Journal" deelt moe, dal vol
gens officieuze inlichtingen, de inlergeal-
liecrde commissie de conclusies van de
Amerikaanschc deskundigen, die gunstig
zijn voor het Fransche standpunt, heeft
aanvaard en aan Polen 't industriegebied
zou hebben toegewezen tot aan een
grenslijn, die de lijn-Korfaniy zeer nabij
komt. Deze oplossing, voegt het blad er
bij. die genomen is in overleg mei de
opsiaiHtelingen-nulorileilienwordt nog
niet officieel bevestigd, maar lijkt zeer
waarschijnlijk.
In een rede te Londen heeft Robcri
Cecil over de aanvallen van „slroopcnde"
f De Duilsche pers over de over
eenkomst.
Eensgezind kenmerken de bladen de
overeenkomst door de interaealheerde
commissie in Opper-Siiezië gesloten mei
het hoofd der opstandelingen Korfanly
betreffende een demarcatielijn, als eenin
breuk op 't vredesverdrag. Volgens de
„Voss. Ztg." maken de geallieerden zich
door deze handelwijze schuldig aan een
actieve of passieve hulp aan den opstand,
waarvan de onmiddellijke slaking zoo
dringend is verlangd' te Warschau door
de conferentie van ambassadeurs.
Dc „Genmania" schrijft: Deze wapen
stilstand en demarcatielijn is liet werk
van Lerond. De gdheele houding van Le
rend tijdens zijn öpper-SileziscHien regee-
riiigstijd en ook de houding der Fran
sche dislriciscontroleurs en der Fiwn-
sclie troepen in het plebisciet-gebied wet
tigt de overtuiging, dat men hier le doen
heeft met een afspraak tusschen Parijs
en Warschau.
De „Verwants" Iegl er den nadruk op,
dat de intergeaRieerde commissie door
het sluiten van deze overeenkomst be
wust gehandeld heeft in strijd met de
officieele politiek der Entenic. „Wij heb
ben vertrouwen in Lloyd George's belofte,
dat de Pooische boomen niet lot in den
hemel groeten zullen, indien wij, '1 ultima
tum zouden aanvaardai. Wat denkt Lloyd
George nu te doen?"
Een „nationaal leest".
Dinsdag is in het geheeüe door de op
standelingen bezette gebied van Oppcr-
Silczië een groot nationaal feest gevierd
Ier gelegenheid van den wapenstilstand
en de overeenkomst, met de inlergeafli-
eerdc commissie gesloten. De opstande
lingen verheugen zich over het verkregen
resultaat. Overal heerscht thans kalmte.
Het opperbevel vnn de opstandelingen
heeft een proclamatie uitgegeven, waarin
liet zegt: De geallieerde autoritei!,en heb
ben een vocrloopige demarcatielijn vast
gesteld. Laat ons gedurende de bespre
kingen alle offensieve daden achterwege
laten en blijven o.p de bezette posities tot
het defensief.
Een officieel communiqué tier opstan
deling,en maakt melding van de samen
stelling van een uitvoerend comité, waar
in zitting hebben Rynier, voor de natio
nale arbeiderspartij, Joseph Biniszlriowicz
voor de Pooische socialistische parlij, en
Gorczyk, voor de Volkspartij.
De crisis lit dc Engelsche mijn
industrie.
De houding van spoorweg- cn
transportarbeiders.
D.e belangstelling in hel conflict in de
mijnindustrie concenireert zich op de be
slissende vergadering le Londen op lie
den, Vrijdag, yan dc besturen van bet
spoorwegpersoneel en de transDorlari>ei-
ders ter bespreking van 't veibod van de
behandeling van uit hel buitenland aan
gevoerde steenkool. De wijze, waarop de
ze kool thans wordt behandeld docr vrij
willige arbeiders, wordt n.l. een factor
van groo'e beleokenis.
Dc meeiiing in politieke kringen, zegl
dc „Daily Chronicle", is dal een regeling
„Grodzisk," riep de stem van den con
ducteur. De hand van Oriloff zonk om
laag; zij werd op zijn onstuimig kloppend
hart gedrukt. Eene smart, alsof hem een
doodelijke steek werd toegebracht, door
schoot zijn lichaam.
Zij eene bedriegster, eene dievegge! Zij
die .-.ati hem baast als een engei versche
nen was; aan wier oogori, aan wier lip -
pen hl. gehangen had; die zijn hart ver
uier.' had door hare lieftalligheid en
lioni zonder wapenen e«a wond geslagen
had. zoo diep, dal zij ongeneeslijk zou
zij", geheel het leven langl De gedachte
aan hare onwaardigheid trof hem bijna
ineer dan het verlies van zijn geld, hoe
wel hij ook dit bitier genoeg gevoelde,
v ant zijn vermogen vormde voor hem
hel middel der vrijheid, het recht om
ongehinderd als kunstenaar le kunnen
werken. Opgewonden duwde hij het por
tier open nog voordal de conducteur het
opende.
„De politici Roep de politie," riep hij
den treinbcainble toe. „Men heeft mij bc-
r- V f
Polen in Opper-Silezië gesproken, en be- niet dichterbij is gekomen, v.'aarom het
toogd dat niets noodlottiger kan zijn voor
de Europecsche vraag,stukken dan het feit
indien hel waar is, dat de Franschen een
aanval van bui'ten uit op Duilscfoland ver
gemakkelijken. Men staat voor oen nieu
we poging der Polen om Europa voor
«en voldongen feit le stelten. De houding
van bepaalde Pooische elementen sedert
den wapenstilstand aangemoedigd
door hooge gezaghebbers, naar Cecil
vreesde was zeer ontmoedigend. Hij
meende dat indien de Europeesclie au
toriteiten geslrenger tegen vroegere inci
denten van dezen aard zouden zijn op-
gelreden, men thans niet zou zijn opge
schrikt door hetgeen zoo juist is geschied1.
verlangen beslaat, dat de e'genaars nieu
we voorstellen doen. Het Mad waar
schuwt de stakers ecüiteT legen het voe
ren van verderen tegenstand in verband
met de stemming van het publiek.
Het heet dat de houding der transport
arbeiders verdeeld zal zijn, indien het be
stuur een sympalhieslaking doordrijft..
Men verwacht, dat de helft hunner niet
aan de opdracht lot het neerleggen van
den arbeid gehoor zal geven.
Een massameeting van matrozen en
stokers te Huil besloot niet 'drie stemmen
tegen, voort Ie gaan niet dienstdoen op
schepen, geladen met builenlandselhe
steenkool.
stolen, beroofd! Mijn brievenlasch met
twintigduizend roebel is mij ontfutseld I
III.
In een oogwenk verzamelde zich on
danks het vergevorderd uur het kon
omstreeks elf uur zijn een talrijke me
nigte rondom den jongen man. Dekreel:
„Er heeft een diefstal plaats gehad." ging
van mond tot mond. De conducteurs, de
waardigen boevenstreek? En er is sprake
neet kwamen toegesneld; de reizigers ver
lieten de wagons; de aan het station
wacht hebbende politieagenten drongen
door de menigte. Een vain dezen, die de
hoogste in rang scheen le zijn, nam den
bestolene in het verhoor
„U beweert bestolen le zijn geworden?
Moe is uw naam?"
„Feodor Oriloff."
„Uw past"
„Gelukkig bevindI bij zich in mijn no
titieboek
De politiebeambte onderwierp het pa
pier aan een nauwkeurig onderzoek. Ver
volgens salueerde liij, hoffelijker dan liet
anders de gewoonte van Russische orde
bewaarders is, en ging o.p een toon van
hoogachting voort: „U is Feodor Oriloff,
de beroemde schilder? U is hel. van
1 wiens hand hel nieuwe altaarstuk in den
kathedraal van Sint Johannes te War
schau afkomstig is?"
„Dezelfde."
„Ik heb uw doek gezien en bewonde
renswaardig gevonden, mijnheer. U is dus
het slachtoffer geworden yan een niets
waardig en boevenstreek? En is er sprake
van zulk een groote som? Hoe heeft zich
liet geval toegedragen?"
De jonge man gaf een korte uiteenzet
ting der gebeurtenissen.
De politiebeambte knikte.
„Altijd de oude historie. Men heeft u
met het een of andere slaapmiddel ver
doofd; dat vrouwmensch is waarschijn
lijk een gevaarlijke zwendelaarster. Zij
heeft te Grodno gezien, daf u het geld
in ontvangst naan en heeft tevens verno
men, waarheen u zich met hel geld wilde
begeven."
„Dit laatste schijnt mij nauwelijks mo
gelijk.... voor zoover ik weet...." Ori
loff zweeg en dacht na. „En toch zij zou
het kunnen gehoord hebben, want bij hel
heengaan sprak ik er nog over met den
bankier. En inderdaad, juist toen ik mijn
reisplannen mededeelde, keek zij o,p
duidelijk ving ik haar blik op. Vóór hot
overige scheen zij locli geen opmerk
zaamheid le schenken aan de oorzaak
van mijn afwezigheid in het kantoor van
den bankier."
„Schijnbaar, mijnheer, schijnbaar.
o, die spitsboeven nemen eene houding
aan en trekken een geziüh/t, alsof zij niet
in slaat zijn een vlieg kwaad te doen.
Heeft zij u tij dene dc reis een naam ge
noemd?"
„Neen."
„Nu, het zou toch een valsclie naam
geweest zijn. U bevond zich ten laatste
met haar alleen in de coupé?"
Alleen de mijnheer was er nog, die le
Grodno eveneens was ingestopt!"
„In haar gezelschap?"
„Onmiddellijk achter baar."... evenwel
geloof ik niet, dat de twee bij elkander
behoorden Slechts eenmaal scheen het
mij toe, alsof zij een blik wisselden.
„Slechts eenmaal?"
„Anders spraken zij tijdens dc gelieele
achturige reis geen woord mei elkander."
„Hm dar zo» de man evengoed
als het meisje de misdadiger kunnen zijn.
Hel komt er voorat op aan, of niet een
van beiden het eerst uitgestapt is. U sliep
"vast; u weet dus niet, waar de overval
heeft plaats gehad?"
„Ik heb geen vermoeden.''
„U kan den tijd' uwer bewusteloosheid
niet bij benadering opgeven?"
„In het geheel niet. Zij kan eenige mi
nuten, zij kan een uur geduurd hebben."
„Het is toch nog altijd best mogelijk,
dait die twee niet elkander in betrekking
slaan," mompelde de politiebeambte.
„Wat het oogenblik van den aanslag be-
IreJtl, hij - is ongetwijfeld gepleegd kort
voor de aankomst te Warschau. Daar
hebben de spitsboeven den trein verla
ten, hetzij om zich in een aanzienlijke
stad te verbergen of hunne vlucht in een
andere richting voort te zetten. Geef mij
een nauwkeurige beschrijving der beide
verdachten; wij zullen onmiddellijk naar
Warschau en de andere slaiions telegra
feer en."
Oriloff schilderde, hoewel ook met een
zwaar hart, de sehoone jongedame: om
trent den anderen reiziger wist lui n et
veel mede to deelen; liij had hem nau
welijks aangezien. Natuurlijk bracht de
schilder dezen nacht te Grodzisk door.
van plan zijnde daar den loop dar ge
beurtenissen af te wachten.
Nog sluimerde liii den volgenden mor-
|^r v -i
i= s-r-i-r-H "sr->
gen in het lied 'van het balei, [oen reeds
een politieagent met een bericht bij hem
binnentrad.
Zooeven was een telegram aangekomen
waarvan de inhoud mededeelde, dat
men de jongedame zoowel als den heer
bij het verlaten van het station te Pra-
ga, een voorstad van Warschau, gezien
waren. Zij waren naar het schoen, met
verder gereisd; men had hun spoor ten
minste niet gevonden. De bestolene werd
echter verzocht, met den eerst volgenden
trein naar Warschau te vertrekken, om
bij mogelijke herkenning bij de hand ic
zijn.
De schilder stond op, ontbeet haastig
en begaf zich nog in den voormiddag
naar Warschau terug. Hier snelde hij on
middellijk naar bel hoofdbureau van
■politie, om ie vragen of in zijne aangc-
'lef riieid eenlg Iiciii was ontstoken.
„Niets anders dan dat de vermoedelijke
dievegge zeker Warschau niet verlaten
heeft. Haar spoor is gevolgd van liet Pe-
iersburgerslation [e Praga tot aan de
Alexanderbrug. Dc conducteur die hun
de plaalskaarlen afgenomen heeft, zag
lien den wagon verlaten en de richling
naar de brug inslaan."
CW.ordt vervolgd