BUITENLAND. feuilleton BINNENLAND. DINSDAG 31 MEI 1921 14e JAARGANG Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: êloAcfiE Parlementaire kroniek Een onnozel genoegen. Onder Valsche Vlag. No. 193 Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad 7~! I L f 2 85 0.50 f hooger. ADMINISTRATIE No. 433 No. @33 Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25 elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f Ö.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot eert bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,—; De Djambi-interpeUaties. De stormloop door de interpelIaties-Al- barda en v. Ravesteyn, gevolgd door de moties dezer heeren, georganiseerd en op Joop van zegen beproefd, teneinde de Re geering ten val te brengen, is mislukt. Ook de meer zakelijke motie, door den heer Dresselhuys ingediend, waarin werd te ver slaan gegeven, dat de mededeelingen, die ,n het Oranjeboek zijn vervat vóór of tij dens de behandeling van het Djambi-onl- werp hadden moeien zijn overgebracht aan de Kamer, „scheiterte", al verwierf zij 40 van de 83 stemmen. Met de onverdeelde linkerzijde, gingen de heeren A. P. Staal man, Van de Laar en Van Groencndaai mede. Al direcl liet liet zich hij den aanvang der vergadering van Vrijdag j.l. aanzien, dat de rechterzijde onverdeeld aan de zijde van den Minister stond. De Katholieke heer van Rijckevorsel verklaarde, dat hij in geen geval zijn stem aan de molie-Albarda kon geven, omdat deze een exorbitante pressie op de Regeering wilde oefenen. Naar zijn aieening hadden de Amerikaansche belan gen tijd genoeg gehad om te vragen aan deel te krijgen in de ontginning. Uit twee citaten van het Oranjeboek blijkt, dat dienaangaande een misverstand schijnt te bestaan. In den bewusten brief van 19 April 1921, schrijft de Amerikaansohe gezant: „In de maand Januari 1921 had ik we derom de gelegenheid met Uwe Excellen tie te spreken en bij dat gesprek deelde ik u mede, dat ik in mijn gesprekken met het departement van Koloniën den indruk had gekregen, dat dit op zijn minst ge neigd was Amerikaansch kapitaal te doen deelnemen in de ontginning van de Djam- bi-velden." In zijn brief van 10 Mei 1921, schreef Minister van Karnebeek het volgende: „Intusschen toen Uwe Excellentie mij gesproken heeft over de terreinen van Djaimbi, heb ik slechts kunnen bevestigen, hetgeen u reeds de heer Minister van Koloniën had medegedeeld, t.w. dat ten I aanzien van deze terreinen Hr. MS. regee- fing reeds een definitieve beslissing had genomen en aan de goedkeuring der Staten- Generaal het wetsontwerp had onderwor pen, strekkende tot stichting van de Ne- derlandsoh-Indische Aardolie Maatschap pij, waaraan de exploitatie der Djambi- terreinen zou worden toevertrouwd. Uit hetgeen voorafgaat volgt, dat de ontgin ning dezer terreinen op het oogenblik, •waarop Uwe Excellentie mij daarover heeft ■willen spreken in Januari j.l. en des te meer nog op den datum van de zending van Uwe even-voormelde nota geen kwestie was, welke in beginsel was vastgesteld, behoudens medewerking der Staten-Ge- neraal, en liet is klaarblijkelijk dat er on der deze omstandigheden voor de regeering geen sprake van kon zijn rekening te hou den met nieuwe oplossingen, welke op het laatste oogenblik door de belanghebbende partijen werden voorgesteld." Wei heeft het den schijn, alsof deze twee brieven met elkaar in strijd zijn, maar ver moedelijk heeft de uitdrukking „Ameri kaansch kapitaal te doen deelnemen" bij den Minister de veronderstelling gewekt, dat dit doelde op overdracht van kapi taal B. Het was de Vrijhonder, de heer Treub, die op deze tegenstrijdigheid wees en die meende, dat daaruit bleek, hoe hier een misverstand had bestaan, terwijl er geen sprake van 'as, dat de Minister van Bui- lenlandsclie Zaken dc Kamer had willen misleiden. Volgens den oud-minister ging dus de heer Van Karnebeek vrij uit. Anders stond het echter z.i. met diens ambtgenoot van Koloniën. De houding van dezen was fou tief. De lieer De Graaff had moeien be grijpen, dat de Kamer op de hoogte had de Minister dus naar een middel had moeten zoeken om haar op de hoogte te brengen. Dat hij dit niet had gedaan, was een grove fout. Wanneer het mogelijk was, de Kamer een zoodanige uitspraak te laten doen dat alleen deze Minister er door werd g.elroffen, dan zou de heer Treub zijn stem aan zoo'n uitspraak geven. De motie- Albarda trof echter de Regeering en dat liad de heer Treub er niet voor over. De molie-Dresselhuys was hem feitelijk te zoetsappig, maar hij zou zich daartoe be perken. Toen later de heer Albarda zijn motie wijzigde en de Regeering verving door den Minister van Koloniën, bleef de heer Treub er toch tegen. De anti-revolutionnaire heer Rulgers keer de zich scherp tegen den heer Albarda, die zijn fractie had aangevallen. Onze conclusie luidt, dat uit de Djambi- debatten is gebleken, dat de internationale zijde van het vraagstuk der aardolie-ont- t ning van zeer bijzondere beteekenis moet seaeht worden, en dat, al strekte de publi catie van het Oranjeboek de Tweede Ka mer nog niet tot aanleiding, om op haar eens genomen beslissing ierug le komen, het gehecle geval den Minister van Kolo niën tot leering moge gestrekt hebben. Hij moge er uit hebben geleerd, dat hij er niet geheel vreemd aan is, wanneer de Djambi-bistorie niet tot de fraaiste epi sodes in onze parlementaire geschiedenis behoort. „Het Volk" maakt met verbeten erger nis melding van het voorgelezen schrijven op de vergadering van den Algean. Bond van R.-K. Kieskring-organisaties, waarin het Doorluchtig Episcopaat van Nederland de bestendiging verlangt van de politieke samenwerking met de christelijke partijen en het samengaan met de sociaal-democra tische Partij verbiedt. Het blad twijfelt er aan, of een dergelijke „ukase" in staat is de „oplevende demo cratie onder de rpomsche arbeiders tegen le houden." Wij gunnen het dagblad voor de arbei derspartij het oimoozel genoegen daaraan te twijfelen. Het blad houde liet ziah voor gezegd, dat de „democratie" der Roomsche arbei ders principieel-verschilt van de „demago gie" der socialisten en dat het nu door het hoogste kerkelijk gezag verboden samen gaan met de S. D. A. P. die zich in haar zelfoverschatting de arbeiderspartij noemt, door den Roomschen arbeider stipt zal na gekomen worden. De redactie van „Het Volk" zij er aan herinnerd en knoope het zich goed in de ooren, dat de Voorzitter van het zoo schit terend geslaagde Congres der R.-K. Vak beweging, aan Z. D. H. den Aartsbisschop van Utrecht, die liet Congres met zijn te genwoordigheid vereerde, namens de 160.000 leden van het Vakbureau de ver zekering gaf van hun kinderlijke onderda nigheid en gehoorzaamheid jegens het Doorluchtig Episcopaat. Dat is voor die Redactie wel heel on aangenaam om te liooren en moeilijk te verkroppen, maar zij zal zicli daarin die nen te schikken. Voorshands heeft zij zich al belachelijk gemaakt, door haar kantteekening, waarin zij twijfelt aan de volgzaamheid der geor ganiseerde Katholieke arbeiders aan het verlangen van het Doorluchtig Episcopaat: geen samengaan met de Sociaal-Democra ten. Door dien twijfel bewijst „Het Volk", dat -het geen kijk heeft op de mentaliteit der Roomsche arbeiders. Dc Poolsche opstand in Opper- Siiezië. Weer kolentransporien. In de districten, door de opstandelin- normaal te worden. Gisteren kon men acht treinen met 5500 Ion steenkolen zen den naar Polen en Tsjecho-S 1 owakije. De opstandelingen hebben betrekkingen aan geknoopt met de groothandelaren in kolen en organiseeren een regelmaligen uitvoer van kolen naar 'het buitenland. Duitsche betooging. Wolff seint dat de vereenigde ver bonden van „hehnallTeuen" Opper-Sile- ziërs Zondagmiddag in dein Luslgarten le Berlijn een indrukwekkende belooging hebben gehouden, waaraan meer dan honderdduizend mannen en vrouwen hebben deelgenomen.. De sprekers van al le partijen, zelfs van de Opper-Silezischc communisten, waren het eens in de ver oordeeling van de bloedige Poolsche gru welen en de houding der entente. Opmerke lijk was liet betoog van den vertegen woordiger der communistische partij te Kattowitz dr. Weinberg, die o.a. zei: „In Opper-Süezië heerscht moord, onteering, doodslag. In ons allen leeft de hoQp, dat 't niet zoo zal blijven, dat eens de dag zal komen, waarop wij de heerschappij van vreemden van ons zullen wentelen. Al heb ben wij nu geen wapens, wij, Duitsche ar beiders, zullen toooen nog genoeg merg in onze beenderen te hebben om ons te verzetten tegen de dwingelandij van onze vijanden. Wij, Oppar-Sileziërs, zonder onder scheid van partij, zeggen: Wij zijn Duit- scbers, willen bij Duitschland blijven. De gebruikelijke lange motie, met de bekende lira-de tegen Korfanly en Lerond, werd met de gebruikelijke algemeene stemmen aangenomen* Na afloop van deze belooging werd de motie ter kennis gebracht van den rijks kanselier, die in tegenwoordigheid van minister Rosen en andere leden van de regeering, de deputatie zijn dank en vreugde uitsprak over deze geweldige ma nifestatie. De Geallieerden en Opper-Silezië. Het Franscbe voorstel. Volgens inlichtingen door Havas ont vangen, behelst de nota, door de Franscbe regeering aan de Engelsche overhandigd,".?' de mededeeling, dat het eerste wat ge daan moet worden is het herstel van de ■orde en het gezag der commissie in Op per-Silezië. De Polen zijn thans genegen zich te onderwerpen. Hét is te hopen, dat ook de Duitsebers de wapenen zullen neerleggen. De regeering is van oordeel, dat de arbeid van den Oppersten Raad moet worden voorbereid door een com missie van deskundigen, die een rapport zal opstellen over de verschillende ele menten van het probleem. De conferentie van den Oppersten Raad zal kunnen plaats vinden zoo dra de orde zal zijn hersteld in Opper-Silezië en de deskundigen hun rapport zullen hebben beëindigd. Dit is de procedure, welke de Franscbe regeering voorstelt, GEEN SIERADEN VOOR BETALING DER SCHADELOOSSTELLING. Rijkskanselier Wirth heeft een verte genwoordiger van de Kamer van Koop handel te Pforzheim desgevraagd mede" gedeeld, dat te bevoegder plaatse in liet rijk geen plannen bestaan omtrent het af staan van sieraden voor de betaling van de schadeloosstelling. Het conflict in de mijnindustrie. Wettelijke arbitrage. De premier heeft volgens de bladen den mijnwerkers Zaterdag duidelijk te ver staan gegeven, dat dc kwestie van een na- tionalen wmstpot definitief was uitge schakeld. Met nadruk verzekerde hij gelijk reeds werd gemeld dat als men het niet eens werd, beide partijen door wettelijke maatregelen tot arbitrage zou den worden verplicht. Volgens „Central News" zeide Herbert Smith, waarnemend voorzitter van de mijnwerkersfederatie. willen ziin nn ,i„ - J T- "-"O"» upsianuemi- voorzitter van de mijnwerkers pondenties en dat gen bezet, begint het spoorwegverkeer toen hij deze verklaring hoorde send, dat de mijnwerkers in de gevange nis moesten gezet worden. „Niet alleen de mijnwerkers, maar ook de mijneigenaars", was het antwoord van den premier, die erbij voegde, dat niet kon toegelaten worden, dat het geschil voortduurde. Een der leden van het bestuur van de 7 ynwcrkersfederaiie zeide, dat de verkla ring van Llóyd George het karakter van t u ultimatum had. Volgens de „Eveninig Standard" zou een .der leden van het mijnWerkersbesluur verklaard hebben, dat de mijnwerkers peen arbitrage zouden aanvaarden en dat ook de mijneigenaars er tegen waren. De voorstellen van Lloyd George zullen uoor de mijneigenaars evenals door de mijnwerkers, aan vergaderingen in de dis tricten worden voorgelegd. Men verwacht, dat het centraal comité der „Mining As- ocation" (de vereeniging der eigenaars) Woensdag zal kunnen vergaderen om de 4neeninigen der districten le overwegen. De „Eveninig Standard" herinnert er aan, dat arbitrage niets nieuws is voor iiet mijnbedrijf. In gevolge de wet betref- lende de minimum-Ioonen bij de kolen mijnen, van 1912, werden er in 22 mijn- districten gemengde districtraden geslicht, bestaande uit vertegenwoordigers van mijneigenaars en mijnwerkers, met een mafhnnkelijken voorzitter aangewezen door beide partijen of, bij gebrek aan overeenstemming, door den Board of Tra mde. De voorzitter had een beslissende ,siem. De toestand in Ierland. Uitbreiding van den staat van beleg. Volgens de „Daily Chronicle" heeft cle regeering bestolen den staal van beleg in Zuid-Ierland uit le breiden. Het haven- •voezteht le Cork en andere havens wordt 'versterkt. Een nieuwe bespreking tusschen Craig en Dc Valera1 Ia het Noorden wordt spoedig een nieuwe bespreking verwacht tusschen Craig en De Valera. De brand in het douanekan- foof te Lfublin Een bericht van „Central News" uit Du blin meldt, dat uit een onderzoek geble ken is, dat alle brandkasten in het doua nekantoor onbeschadigd zijn gebleven en dat tenminste één kluis intact is, terwijl de groote steenen gewelven, welke belang rijke documenten bevatten, in het geheel niet door den brand geleden hebben De Witte Kruis-bond. Een Reu ter-telegram uit New-York meldt, dat O'Neill, burgemeester van Du blin, die Amerika bezocht ten behoeve van den Ierschen Witten Kruisbond, Za terdag per Rijndam naar Ierland is te ruggekeerd. Voor zijn vertrek deelde O'Neill mede, dat de Witte Kruisbond heschikle over vijf millioen dollar, uit sluitend bestemd voor hulp aan behoef tige Ieren. Officieele represailles. Blijkens een officieele mededeeliug uit Cork hebben er in dat graafschap in de laatste dagen in zeven'ien gevallen offi cieele represailles plaats gehad in den vorm van het verbranden van huizen of van den drank, die zich er in bevond, wegens aanvallen op ongewapende troe pen, het verbranden van een huis van een loyalist, en aanvallen op de poli.ie. DIE VOLKSSTEMMING IN SALZBURG. Naar uit Salzburg wordt gemeld, heb ben volgens de tot nu toe bekende resul taten, tan de 126.000 stemgerechtigden tenminste 102.000 gestemd. Daarvan heb ben er 95.000, dus ongeveer 93 pet. voor de aansluiting bij Duitschland gestemd. Van de overblijvende 7000 stemmen was een groot aantal ongeldig, doordat zeer vele geestdriftige voorstanders van de aansluiting zi<9i er niet toe hadden be te schrijven, doeih er eenige krachttermen aan toevoegden, die echter het biljet on geldig maakten. Het aantal legens'em- mers is zeer gering. Ten einde te doen uitkomen, wat hel aantal van 102.000 uitgebrachte stemmen be'eekent, zij opgemerkt, dat hij de laat ste verkiezingen voor den Duitsch-Oos- lenrijkschcn Nationalen Raad in Salzburg slechts 91.000 stemmen zijn uitgebracht. BE BEIERSCHE BURGERWACHTEN. Naar de „Z. a. M." mededeelt, heeft gisteren ook het Beicrsche kabinet zich met de kwestie der ontwapening der Beiersche burgerwachten bezig gehouden. Het blad verneemt, dat de meerder.heidi der gouw-leiders heeft verklaard, dat zij een beslissing der regeering, waarbij de ontbinding der burgerwachten wordt be volen, niet zullen erkennen en niet uit voeren. Men mag met spanning de verklaring in de begrotingscommissie verwachten, die minister-president von Kahr voor he den hoeft aangekondigd. HONGARIJE ZAL TOELATING TOT DEN VOLKENBOND VERZOEKEN. Hongarije heeft aan het secretariaat van den Volkenbond' doen welen, dat het bij de vergadering in September een ver zoek zal. indienen, om toegelaten te wor den tot den Volkenbond. GEMENGDE BUITENL. BE RICHTEN. DE LOONSViERLAGING IN DE ENGEL- SCHE KATOENNIJVERHEID. De stemming onder de leden, van den bond van arbeiders in katoenspinnerijen in Engeland over de Ioonen toont, dat meer dan 95 pet. tegen het voorstel der werkgevers is om het loon mei 30 pel. le verlagen. Dinsdag komit een commissie van overleg, bes'aande uit acht vertegen woordigers van elke partij hijeen. Komt men niet tot overeenstemming, dan slui ten de fabrieken o,p 4 Juni. waarbij een half milt:oen arbeiders betrokken zijn. BRIAND DOCTOR IN DE RECHTS WETENSCHAP HONOEtlS CAUSA, De prins van. Wales, -heeft ter gelegen heid zijner installatie als kanselier der universiteit van Wales een brief gericht tot Briand, waarbij hem uit naam van het bestuur der universiteit de titel van doctor in de rech'swelensohaippen hono ris causa verleend wordt uit erkentelijk heid voor de groote diensten aan de ge allieerden bewezen gedurende den oorlog en als blijk van de hartelijke betrekkin gen tusschen Frankrijk en Groot-Briilon- nië bestaande. Briand dankle voor deze onderscheiding en verontschuldigde zich, dat hij niet naar Cardiff kon komen om den titel in ontvangst te nemen, daar zijn ambtsplichten hem verplichten te Parijs te blijven. Door het AnaloMsche Agentschap wordt meegedeeld, dat vrij ernstige on lusten te Syrië zijn uitgebroken tusschen inboorlingen en Franscbe troepen, die daarheen gezonden waren om opstande lingen te bevechten. Dc Belgische minister van justitie zal een wetsontwerp indienen, betreffen de de rechtelijke amfo'enaren, waarin vastgelegd wordt, dat ook vrouwen be noemd kunnen worden lot rechters. De Berlijnsche politie heeft het smokkelen van 12 milil'oen mark kunnen verhinderen. Het geld, dat in een bank aldaar hg, werd in beslag genomen. Hel behoorde aan twee molen eigenaren, die deze som, door een z,g. Oekrajiensehen groot-grondhczittcr, Keilmaan, die de op- lich'er Karl Reich bleek te zijn, en den Ho'landscthen jiuwcefenhandelaar Toens- drager'f?) naar Holland wilde laten bren gen. Deze beiden zijn in hechtenis ge nomen. Hot douane-entrepot in de haven van Buer.os-Ayres is door brand ver- Aan het einde van de conunnmsti- sche demonstratie op het kerkhof van Père Lachaise te Parijs is het tot een botsing met de politie gekomen. Eer twintigtal menschen werd gewond, o. w. de afgevaardigde Lafont. VRIJ NAAR HET DUITSCH. 6. Max antwoordde niet. Zijn moeder keek hem met angstig vragende blikken aan; het was haar plotseling duidelijk gewor den, da haar zoon iets voor haar ver borgen hield. „Max", zeide zij zacht, met een half ver wijtende, half smeékende stem. Deze sprong op, wierp zich naast de canape z.jner moeder op de knieën en sloeg zijn arm liefdevol om haar hals. „Mama, ik heb u iets mede te deelen. Ik had mij voorgenomen tot morgen te wach- len' omd1fomdat men een onaan gename tijding vroeg genoeg verneemt" „Wat is er?" fluisterde moeder, Ier- Wijl zij haar bevende hand op het gebo gen hoofd van haar zoon legde. „Is het Iets, wat Augusta aangaat?" „Neen, o neen." „Spreek Max. Laat ons niet langer In «"gerustheid." Max gehoorzaamde. Hij vertelde zoo ïoorzichtig mogelijk van zjjn geschil met schcrt- paald, eenvoudig „ja" op hun stembiljet nield. Men vermoedt brandstichting. Rapport Spoorwegdiensten. (Slot.) Esn factor welke voor oen goede gang van zaken niet kan worden gemijt, is het onderling contact van het personeel van een zelfden dienst; ook dit laat bij het spoorwegbedrijf in Nederland ta wencc'ien over. Niet alleen het dienstbelang wordt hier door ge ohaad, maar ook de daarmedio zoo nauw samenhangende belangen var het personeel en van het publiek onder vinden daarvan de nadeelen. Over wijziging der organisatie wordt o.a. het volgende medegedeeld: De commissie ïs van oordeel, dat vele moeilijkheden, welke zich in het laatst van 1920 in 't Nederlandsche spoorweg bedrijf hebben voorgedaan, een gevolg zijn van of verergerd zijn door uit eene te ver doorgevoerde centrali satie voortspruitende, ongunstige facto ren. x Ten einde daarin verbetering te bren gen ware het Nederlandsche Spoorweg net te splitsen in twee of drie exploi- tatiekringen met aan het hoofd van elke kring een directeur, die bestuurder daar van is in den zin van art. 9 der spoor wegwet en in het beheer wordt ter zijdo gestaan door chefs van den dienst Tan Algemeens Zaken, Weg en Werken, Trac tie en Vervoer. Zoowel aan die chefs van dienst al3 aan hunne e.a. ambtenaren en daardoor dienende stationschefs „depotchefs, enz. zonden ruime bevoegdheden moeten wor den verleend, waardoor de schrijverij tot oen minimum zou worden beperkt en velen de gelegenheid zouden krijgen, om door het maken van, vele dienstreizen op do hoogte van den gang van zaken te blijven en voeling met het personeel te houden. Aan het lagere personeel zou daardoor meer dan thans gelegenheid Worden ge geven om mondeling met hunne chefs betreffende wenschen of verbeteringen van gedachten te wisselen, hetgeen ook voor den dienst, b.v. hij het opmaken van (rein- en locomotief-dienstregelingen, van veel nut zoude zijn. Voor een goeden en vlotten gang van zaken zoude het verder noodig zijn, dat de vervoersinspecties, de secties van Weg en Werken, alsmede de Tractiegrcepen- onderling zooveel mogelijk met elkander overeenstemden, ook wat de standplaatsen der e.a. ambtenaren betreft, waardoor deze in de gelegenheid zouden zijn voort durend mondeling overleg met elkander te kunnen plegen. Ook de indeeling der districten van de inspecteurs van het Rijkstoezieht zoude met de vorenbedoelde af Jeelingen. metsten overeenstemmen. ALG. BOND VAN R. K. RIJKSKIES KRING-ORGANISATIES IN NEDER LAND. Zaterdag j 1 had in het gebouw van K en W. te Utrecht, de algemeene vergadering plaats van den Algem Bond van R K Kieskring organisaties in ons land In zijn openings ede, memoreerde de Voorzitter Baron v.n Wijnbergen, de totstandkoming der wet van 9 Oct 1920 waarmede een zóó lange en zware schooi strijd beëindigd, het gelijk recht voer allen werd erkend Na voorlezing van het schrijven van het Doorluchtig Episcopaat zie el ders in dit nummer deelde de secre den fabrikant en van zijn plotseling ont slag, van de plannen, die hij reeds ge maakt had, en van de stappen, die hij doen wilde, om zoo spoedig mogelijk een nieuwe betrekking te vinden. „Ik zeide, mama," zeide hij ten slotte, „ik moet mijn weg opnieuw beginnen. Voor het oogenblik is dat wel hard, maar wie weet of het op den duur niet het beste voor ons isl Ik zal gemakkelijk weer een anderen mij passenden werkkring vin den. Maak u derhalve daarover maar geen onnoodige zorgen, moedertje." Zwijgend had mevrouw Wallhagen zijn mededeelingen aangehoord. Wanneer zij, gelijk hel in de laatste jaren zoo dikwijls het geval was, dagen, ja weken en maan den lang de canapé niet kon verlaten en onbekwaam was voor ieder lichamelijk werk, dan was hare eenige verstrooiing het bouwen van luehtkasteelen voor haar kinderen. Het punt, waarvan hare teede- re eerzuchtige droomen uitgingen, was de intrede van haar zoon als deelgenoot in de firma Bertling. En nu zouden al haar schitterende verwachtingen met één slag vernietigd zijn? Zij kon 't niet begrijpen. „Maar Max, ik ben overtuigd, dat gij den heer Berling niet goed hebt verstaan; in zijn eersten ijver heeft hji waarschijnlijk veel meer gezegd, dan hij werkelijk meen de. Gij vergeet, dat hij uw vader her haaldelijk uitdrukkelijk heeft beloofd, u als deelgenoot in de zaak op te nemen, zoodra gij den leeftijd van acht en twin tig jaren zoudt hebben bereikt. Er ont breken nog maar weinig maanden aan den bepaalden tijd. Hoe kon hij nu, op het laatste oogenblik, zijn woord terugne men? Hij is, weliswaar, in menig opzicht geen beminnelijk karakter, maar desniet tegenstaande is hij een man van eer." „Een man van eer?" herhaalde Hele na. ,.Zal ik u zeggen wat hij is, mama; een hardvochtig, zelfzuchtig mensch, zon der hart, zonder gewetenl Zijn arbeiders, en over 't algemeen allen, die afhankelijk zijn, haten hem, en niemand, wie het ook zijn moge, weet een enkele edele daad van hem te vertellen. Neen, hef is goed, dat het zoo is gegaan. Als jongste firmant in de zaak zou Max de verantwoordelijkheid voor iedere tirannieke daad met hem ge deeld hebben, zonder dat hij in staat ge weest ware, ze te beletten." „Gij hebt altijd een vooroordeel tegen mijnheer Berling gehad, Helena" zeide nu mevrouw Wallhagen. „Tegenover ons heeft hij zich steeds edelmoedig geloond. Hij heeft uw vader een betrekking bezorgd, die ons wel geen schitterend, maar toch een voldoend inkomen verschafte; hij heeft voor uw broer gezorgd en wilde nog meer voor hem doen. Wij hebben dus het aller minst reden ons over hem te beklagen." „Het eerste kostte hem een paar woor den, een goedkoope manier om den redder van zijn leven zijn dankbaarheid te bewij zen en Max was een bruikbare en boven al een goedkoope werkkracht." „Wij willen daarover niet verder twis ten, kind," zeide mevrouw Wallhagen zuchtend. „Maar, lieve Max, er moet toch een middel zijn om alles weer in orde te brengen. Zoudt gij niet den eersten stap kunnen doen?" „Zal ik hem misschien verklaren, dat het mij spijt een armen man verlof te hebben gegeven, zijn stervende vrouw een laatst vaarwel te zeggen?" vroeg Max bit ter. „Zal ik hem beloven, in 't vervolg zijn bevelen blindelings le volgen, hoe onrecht vaardig ze ook mochten zijn? Dat kan ik niet, mama." „Neen, neen, het zij verre van mij, dat van u te verlangen," hernam deze snik kende. „Maar tot heden is er nog nooit sprake geweest, dat uw chef niet tevreden over u zou zijn, of dat het houden zijner belofte nog twijfelachtig was" „Max heeft u de eigenlijke oorzaak ver zwegen, mama, om u niet te verontrusten," begon nu Helena, toen haar broer niet ant woordde. „Mijnheer Berling had met zijn belofte een ander doel. Hij rekende er op, dat Max bereid zou zijn, zijn dochter tot echtgenoote te nc-men. Ik ben overtuigd, dat wij niets meer van hem te vervochten hebben." „Zijn dochterl Dat naar ziel en lichaam kreupele schepseltje!" riep mevrouw Watt- hagen verbaasd en verontwaardigd uit. - „Heeft hij wezenlijk met u daarover ge sproken, Max?" „Nietr met duidelijke woorden," ant woordde deze dralend. „Maar waarom hebt gij mij daarvan niets gezegd, maar wel aan Helena uw vertrouwen geschonken?" „Max heeft er ook met mij niet over gesproken, mama," zeide Helena. „Ik begreep het uit eenige aanduidingen van den heer Berling zelf en ook uit een aan val van woede, dien zijn dochter had, toen ik eens toevallig in haar tegenwoordigheid over Augusta sprak." „Mijn God, daaraan zou ik 't allerminst gedacht hebben," riep mevrouw Wallhagen uit, „Ja, dan is de breuk onherstelbaar. Arme Max! Wat zal er nu van ons wonjen! Een uur geleden waren wij nog zoo ver genoegd, Hedwig cn Greta droomen zeker al van de aanstaande reis. En Augusta! Hoe zal zij dien slag dragen?" „August is belangeloos en trouw, mamal" riep Max met warmte uit. „U zou haar on recht doen, indien u aan haar twijfelde." De moeder zuchtte. „Mijn lieve zoon, wat kunt gij haar nu aanbieden? En dan haar moeder? Die trotsche dame gaf, gelijk gij weel, slechts ongaarne hare toestem ming. Het eenige, wat haar met de keure barer dochter verzoende, was het"vooruit zicht, dat gij deelhebber, en later misschien alleen hoofd der firma zoudt worden. Ik wil uw leed niet nog zwaarder maken.... maar indien Augusta u getrouw blijft, staat u en haar een harden strijd te wach ten." „Wij heiden zullen dien strijd doorstaan, mama." „God geve het en heschikkc alles ten goede," hernam deze zucht"- 'c.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1