BUITENLAND.
feuilleton
BINNENLAND.
DINSDAG 31 MEI 1921
14e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: êloAcfiE
Parlementaire kroniek
Een onnozel genoegen.
Onder Valsche Vlag.
No. 193
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad
7~! I L
f 2 85
0.50 f hooger.
ADMINISTRATIE No. 433
No. @33
Advertentieprijs:
Van 1 5 regels f 1.25 elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f Ö.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot eert bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,—;
De Djambi-interpeUaties.
De stormloop door de interpelIaties-Al-
barda en v. Ravesteyn, gevolgd door de
moties dezer heeren, georganiseerd en op
Joop van zegen beproefd, teneinde de Re
geering ten val te brengen, is mislukt. Ook
de meer zakelijke motie, door den heer
Dresselhuys ingediend, waarin werd te ver
slaan gegeven, dat de mededeelingen, die
,n het Oranjeboek zijn vervat vóór of tij
dens de behandeling van het Djambi-onl-
werp hadden moeien zijn overgebracht aan
de Kamer, „scheiterte", al verwierf zij 40
van de 83 stemmen. Met de onverdeelde
linkerzijde, gingen de heeren A. P. Staal
man, Van de Laar en Van Groencndaai
mede.
Al direcl liet liet zich hij den aanvang
der vergadering van Vrijdag j.l. aanzien,
dat de rechterzijde onverdeeld aan de zijde
van den Minister stond. De Katholieke heer
van Rijckevorsel verklaarde, dat hij in geen
geval zijn stem aan de molie-Albarda kon
geven, omdat deze een exorbitante pressie
op de Regeering wilde oefenen. Naar zijn
aieening hadden de Amerikaansche belan
gen tijd genoeg gehad om te vragen aan
deel te krijgen in de ontginning.
Uit twee citaten van het Oranjeboek
blijkt, dat dienaangaande een misverstand
schijnt te bestaan.
In den bewusten brief van 19 April
1921, schrijft de Amerikaansohe gezant:
„In de maand Januari 1921 had ik we
derom de gelegenheid met Uwe Excellen
tie te spreken en bij dat gesprek deelde ik
u mede, dat ik in mijn gesprekken met
het departement van Koloniën den indruk
had gekregen, dat dit op zijn minst ge
neigd was Amerikaansch kapitaal te doen
deelnemen in de ontginning van de Djam-
bi-velden."
In zijn brief van 10 Mei 1921, schreef
Minister van Karnebeek het volgende:
„Intusschen toen Uwe Excellentie mij
gesproken heeft over de terreinen van
Djaimbi, heb ik slechts kunnen bevestigen,
hetgeen u reeds de heer Minister van
Koloniën had medegedeeld, t.w. dat ten I
aanzien van deze terreinen Hr. MS. regee-
fing reeds een definitieve beslissing had
genomen en aan de goedkeuring der Staten-
Generaal het wetsontwerp had onderwor
pen, strekkende tot stichting van de Ne-
derlandsoh-Indische Aardolie Maatschap
pij, waaraan de exploitatie der Djambi-
terreinen zou worden toevertrouwd. Uit
hetgeen voorafgaat volgt, dat de ontgin
ning dezer terreinen op het oogenblik,
•waarop Uwe Excellentie mij daarover heeft
■willen spreken in Januari j.l. en des te
meer nog op den datum van de zending
van Uwe even-voormelde nota geen kwestie
was, welke in beginsel was vastgesteld,
behoudens medewerking der Staten-Ge-
neraal, en liet is klaarblijkelijk dat er on
der deze omstandigheden voor de regeering
geen sprake van kon zijn rekening te hou
den met nieuwe oplossingen, welke op het
laatste oogenblik door de belanghebbende
partijen werden voorgesteld."
Wei heeft het den schijn, alsof deze twee
brieven met elkaar in strijd zijn, maar ver
moedelijk heeft de uitdrukking „Ameri
kaansch kapitaal te doen deelnemen" bij
den Minister de veronderstelling gewekt,
dat dit doelde op overdracht van kapi
taal B.
Het was de Vrijhonder, de heer Treub,
die op deze tegenstrijdigheid wees en die
meende, dat daaruit bleek, hoe hier een
misverstand had bestaan, terwijl er geen
sprake van 'as, dat de Minister van Bui-
lenlandsclie Zaken dc Kamer had willen
misleiden.
Volgens den oud-minister ging dus de
heer Van Karnebeek vrij uit. Anders stond
het echter z.i. met diens ambtgenoot van
Koloniën. De houding van dezen was fou
tief. De lieer De Graaff had moeien be
grijpen, dat de Kamer op de hoogte had
de Minister dus naar een middel had
moeten zoeken om haar op de hoogte te
brengen. Dat hij dit niet had gedaan, was
een grove fout. Wanneer het mogelijk was,
de Kamer een zoodanige uitspraak te laten
doen dat alleen deze Minister er door
werd g.elroffen, dan zou de heer Treub zijn
stem aan zoo'n uitspraak geven. De motie-
Albarda trof echter de Regeering en dat
liad de heer Treub er niet voor over. De
molie-Dresselhuys was hem feitelijk te
zoetsappig, maar hij zou zich daartoe be
perken. Toen later de heer Albarda zijn
motie wijzigde en de Regeering verving
door den Minister van Koloniën, bleef de
heer Treub er toch tegen.
De anti-revolutionnaire heer Rulgers keer
de zich scherp tegen den heer Albarda, die
zijn fractie had aangevallen.
Onze conclusie luidt, dat uit de Djambi-
debatten is gebleken, dat de internationale
zijde van het vraagstuk der aardolie-ont-
t ning van zeer bijzondere beteekenis moet
seaeht worden, en dat, al strekte de publi
catie van het Oranjeboek de Tweede Ka
mer nog niet tot aanleiding, om op haar
eens genomen beslissing ierug le komen,
het gehecle geval den Minister van Kolo
niën tot leering moge gestrekt hebben.
Hij moge er uit hebben geleerd, dat hij
er niet geheel vreemd aan is, wanneer de
Djambi-bistorie niet tot de fraaiste epi
sodes in onze parlementaire geschiedenis
behoort.
„Het Volk" maakt met verbeten erger
nis melding van het voorgelezen schrijven
op de vergadering van den Algean. Bond
van R.-K. Kieskring-organisaties, waarin
het Doorluchtig Episcopaat van Nederland
de bestendiging verlangt van de politieke
samenwerking met de christelijke partijen
en het samengaan met de sociaal-democra
tische Partij verbiedt.
Het blad twijfelt er aan, of een dergelijke
„ukase" in staat is de „oplevende demo
cratie onder de rpomsche arbeiders tegen
le houden."
Wij gunnen het dagblad voor de arbei
derspartij het oimoozel genoegen daaraan
te twijfelen.
Het blad houde liet ziah voor gezegd,
dat de „democratie" der Roomsche arbei
ders principieel-verschilt van de „demago
gie" der socialisten en dat het nu door het
hoogste kerkelijk gezag verboden samen
gaan met de S. D. A. P. die zich in haar
zelfoverschatting de arbeiderspartij noemt,
door den Roomschen arbeider stipt zal na
gekomen worden.
De redactie van „Het Volk" zij er aan
herinnerd en knoope het zich goed in de
ooren, dat de Voorzitter van het zoo schit
terend geslaagde Congres der R.-K. Vak
beweging, aan Z. D. H. den Aartsbisschop
van Utrecht, die liet Congres met zijn te
genwoordigheid vereerde, namens de
160.000 leden van het Vakbureau de ver
zekering gaf van hun kinderlijke onderda
nigheid en gehoorzaamheid jegens het
Doorluchtig Episcopaat.
Dat is voor die Redactie wel heel on
aangenaam om te liooren en moeilijk te
verkroppen, maar zij zal zicli daarin die
nen te schikken.
Voorshands heeft zij zich al belachelijk
gemaakt, door haar kantteekening, waarin
zij twijfelt aan de volgzaamheid der geor
ganiseerde Katholieke arbeiders aan het
verlangen van het Doorluchtig Episcopaat:
geen samengaan met de Sociaal-Democra
ten.
Door dien twijfel bewijst „Het Volk",
dat -het geen kijk heeft op de mentaliteit
der Roomsche arbeiders.
Dc Poolsche opstand in Opper-
Siiezië.
Weer kolentransporien.
In de districten, door de opstandelin-
normaal te worden. Gisteren kon men
acht treinen met 5500 Ion steenkolen zen
den naar Polen en Tsjecho-S 1 owakije. De
opstandelingen hebben betrekkingen aan
geknoopt met de groothandelaren in kolen
en organiseeren een regelmaligen uitvoer
van kolen naar 'het buitenland.
Duitsche betooging.
Wolff seint dat de vereenigde ver
bonden van „hehnallTeuen" Opper-Sile-
ziërs Zondagmiddag in dein Luslgarten le
Berlijn een indrukwekkende belooging
hebben gehouden, waaraan meer dan
honderdduizend mannen en vrouwen
hebben deelgenomen.. De sprekers van al
le partijen, zelfs van de Opper-Silezischc
communisten, waren het eens in de ver
oordeeling van de bloedige Poolsche gru
welen en de houding der entente. Opmerke
lijk was liet betoog van den vertegen
woordiger der communistische partij te
Kattowitz dr. Weinberg, die o.a. zei: „In
Opper-Süezië heerscht moord, onteering,
doodslag. In ons allen leeft de hoQp, dat
't niet zoo zal blijven, dat eens de dag zal
komen, waarop wij de heerschappij van
vreemden van ons zullen wentelen. Al heb
ben wij nu geen wapens, wij, Duitsche ar
beiders, zullen toooen nog genoeg merg
in onze beenderen te hebben om ons te
verzetten tegen de dwingelandij van onze
vijanden.
Wij, Oppar-Sileziërs, zonder onder
scheid van partij, zeggen: Wij zijn Duit-
scbers, willen bij Duitschland blijven.
De gebruikelijke lange motie, met de
bekende lira-de tegen Korfanly en Lerond,
werd met de gebruikelijke algemeene
stemmen aangenomen*
Na afloop van deze belooging werd de
motie ter kennis gebracht van den rijks
kanselier, die in tegenwoordigheid van
minister Rosen en andere leden van de
regeering, de deputatie zijn dank en
vreugde uitsprak over deze geweldige ma
nifestatie.
De Geallieerden en Opper-Silezië.
Het Franscbe voorstel.
Volgens inlichtingen door Havas ont
vangen, behelst de nota, door de Franscbe
regeering aan de Engelsche overhandigd,".?'
de mededeeling, dat het eerste wat ge
daan moet worden is het herstel van de
■orde en het gezag der commissie in Op
per-Silezië. De Polen zijn thans genegen
zich te onderwerpen. Hét is te hopen, dat
ook de Duitsebers de wapenen zullen
neerleggen. De regeering is van oordeel,
dat de arbeid van den Oppersten Raad
moet worden voorbereid door een com
missie van deskundigen, die een rapport
zal opstellen over de verschillende ele
menten van het probleem.
De conferentie van den Oppersten Raad
zal kunnen plaats vinden zoo dra de orde
zal zijn hersteld in Opper-Silezië en de
deskundigen hun rapport zullen hebben
beëindigd. Dit is de procedure, welke de
Franscbe regeering voorstelt,
GEEN SIERADEN VOOR BETALING
DER SCHADELOOSSTELLING.
Rijkskanselier Wirth heeft een verte
genwoordiger van de Kamer van Koop
handel te Pforzheim desgevraagd mede"
gedeeld, dat te bevoegder plaatse in liet
rijk geen plannen bestaan omtrent het af
staan van sieraden voor de betaling van
de schadeloosstelling.
Het conflict in de mijnindustrie.
Wettelijke arbitrage.
De premier heeft volgens de bladen den
mijnwerkers Zaterdag duidelijk te ver
staan gegeven, dat dc kwestie van een na-
tionalen wmstpot definitief was uitge
schakeld. Met nadruk verzekerde hij
gelijk reeds werd gemeld dat als men
het niet eens werd, beide partijen door
wettelijke maatregelen tot arbitrage zou
den worden verplicht. Volgens „Central
News" zeide Herbert Smith, waarnemend
voorzitter van de mijnwerkersfederatie.
willen ziin nn ,i„ - J T- "-"O"» upsianuemi- voorzitter van de mijnwerkers
pondenties en dat gen bezet, begint het spoorwegverkeer toen hij deze verklaring hoorde
send, dat de mijnwerkers in de gevange
nis moesten gezet worden.
„Niet alleen de mijnwerkers, maar ook
de mijneigenaars", was het antwoord van
den premier, die erbij voegde, dat niet
kon toegelaten worden, dat het geschil
voortduurde.
Een der leden van het bestuur van de
7 ynwcrkersfederaiie zeide, dat de verkla
ring van Llóyd George het karakter van
t u ultimatum had.
Volgens de „Eveninig Standard" zou
een .der leden van het mijnWerkersbesluur
verklaard hebben, dat de mijnwerkers
peen arbitrage zouden aanvaarden en dat
ook de mijneigenaars er tegen waren.
De voorstellen van Lloyd George zullen
uoor de mijneigenaars evenals door de
mijnwerkers, aan vergaderingen in de dis
tricten worden voorgelegd. Men verwacht,
dat het centraal comité der „Mining As-
ocation" (de vereeniging der eigenaars)
Woensdag zal kunnen vergaderen om de
4neeninigen der districten le overwegen.
De „Eveninig Standard" herinnert er
aan, dat arbitrage niets nieuws is voor
iiet mijnbedrijf. In gevolge de wet betref-
lende de minimum-Ioonen bij de kolen
mijnen, van 1912, werden er in 22 mijn-
districten gemengde districtraden geslicht,
bestaande uit vertegenwoordigers van
mijneigenaars en mijnwerkers, met een
mafhnnkelijken voorzitter aangewezen
door beide partijen of, bij gebrek aan
overeenstemming, door den Board of Tra
mde. De voorzitter had een beslissende
,siem.
De toestand in Ierland.
Uitbreiding van den staat van beleg.
Volgens de „Daily Chronicle" heeft cle
regeering bestolen den staal van beleg in
Zuid-Ierland uit le breiden. Het haven-
•voezteht le Cork en andere havens wordt
'versterkt.
Een nieuwe bespreking tusschen
Craig en Dc Valera1
Ia het Noorden wordt spoedig een
nieuwe bespreking verwacht tusschen
Craig en De Valera.
De brand in het douanekan-
foof te Lfublin
Een bericht van „Central News" uit Du
blin meldt, dat uit een onderzoek geble
ken is, dat alle brandkasten in het doua
nekantoor onbeschadigd zijn gebleven en
dat tenminste één kluis intact is, terwijl
de groote steenen gewelven, welke belang
rijke documenten bevatten, in het geheel
niet door den brand geleden hebben
De Witte Kruis-bond.
Een Reu ter-telegram uit New-York
meldt, dat O'Neill, burgemeester van Du
blin, die Amerika bezocht ten behoeve
van den Ierschen Witten Kruisbond, Za
terdag per Rijndam naar Ierland is te
ruggekeerd. Voor zijn vertrek deelde
O'Neill mede, dat de Witte Kruisbond
heschikle over vijf millioen dollar, uit
sluitend bestemd voor hulp aan behoef
tige Ieren.
Officieele represailles.
Blijkens een officieele mededeeliug uit
Cork hebben er in dat graafschap in de
laatste dagen in zeven'ien gevallen offi
cieele represailles plaats gehad in den
vorm van het verbranden van huizen of
van den drank, die zich er in bevond,
wegens aanvallen op ongewapende troe
pen, het verbranden van een huis van
een loyalist, en aanvallen op de poli.ie.
DIE VOLKSSTEMMING IN SALZBURG.
Naar uit Salzburg wordt gemeld, heb
ben volgens de tot nu toe bekende resul
taten, tan de 126.000 stemgerechtigden
tenminste 102.000 gestemd. Daarvan heb
ben er 95.000, dus ongeveer 93 pet. voor
de aansluiting bij Duitschland gestemd.
Van de overblijvende 7000 stemmen was
een groot aantal ongeldig, doordat zeer
vele geestdriftige voorstanders van de
aansluiting zi<9i er niet toe hadden be
te schrijven, doeih er eenige krachttermen
aan toevoegden, die echter het biljet on
geldig maakten. Het aantal legens'em-
mers is zeer gering.
Ten einde te doen uitkomen, wat hel
aantal van 102.000 uitgebrachte stemmen
be'eekent, zij opgemerkt, dat hij de laat
ste verkiezingen voor den Duitsch-Oos-
lenrijkschcn Nationalen Raad in Salzburg
slechts 91.000 stemmen zijn uitgebracht.
BE BEIERSCHE BURGERWACHTEN.
Naar de „Z. a. M." mededeelt, heeft
gisteren ook het Beicrsche kabinet zich
met de kwestie der ontwapening der
Beiersche burgerwachten bezig gehouden.
Het blad verneemt, dat de meerder.heidi
der gouw-leiders heeft verklaard, dat zij
een beslissing der regeering, waarbij de
ontbinding der burgerwachten wordt be
volen, niet zullen erkennen en niet uit
voeren.
Men mag met spanning de verklaring
in de begrotingscommissie verwachten,
die minister-president von Kahr voor he
den hoeft aangekondigd.
HONGARIJE ZAL TOELATING TOT
DEN VOLKENBOND VERZOEKEN.
Hongarije heeft aan het secretariaat
van den Volkenbond' doen welen, dat het
bij de vergadering in September een ver
zoek zal. indienen, om toegelaten te wor
den tot den Volkenbond.
GEMENGDE BUITENL. BE
RICHTEN.
DE LOONSViERLAGING IN DE ENGEL-
SCHE KATOENNIJVERHEID.
De stemming onder de leden, van den
bond van arbeiders in katoenspinnerijen
in Engeland over de Ioonen toont, dat
meer dan 95 pet. tegen het voorstel der
werkgevers is om het loon mei 30 pel. le
verlagen. Dinsdag komit een commissie
van overleg, bes'aande uit acht vertegen
woordigers van elke partij hijeen. Komt
men niet tot overeenstemming, dan slui
ten de fabrieken o,p 4 Juni. waarbij een
half milt:oen arbeiders betrokken zijn.
BRIAND DOCTOR IN DE RECHTS
WETENSCHAP HONOEtlS CAUSA,
De prins van. Wales, -heeft ter gelegen
heid zijner installatie als kanselier der
universiteit van Wales een brief gericht
tot Briand, waarbij hem uit naam van
het bestuur der universiteit de titel van
doctor in de rech'swelensohaippen hono
ris causa verleend wordt uit erkentelijk
heid voor de groote diensten aan de ge
allieerden bewezen gedurende den oorlog
en als blijk van de hartelijke betrekkin
gen tusschen Frankrijk en Groot-Briilon-
nië bestaande. Briand dankle voor deze
onderscheiding en verontschuldigde zich,
dat hij niet naar Cardiff kon komen om
den titel in ontvangst te nemen, daar zijn
ambtsplichten hem verplichten te Parijs
te blijven.
Door het AnaloMsche Agentschap
wordt meegedeeld, dat vrij ernstige on
lusten te Syrië zijn uitgebroken tusschen
inboorlingen en Franscbe troepen, die
daarheen gezonden waren om opstande
lingen te bevechten.
Dc Belgische minister van justitie
zal een wetsontwerp indienen, betreffen
de de rechtelijke amfo'enaren, waarin
vastgelegd wordt, dat ook vrouwen be
noemd kunnen worden lot rechters.
De Berlijnsche politie heeft het
smokkelen van 12 milil'oen mark kunnen
verhinderen. Het geld, dat in een bank
aldaar hg, werd in beslag genomen. Hel
behoorde aan twee molen eigenaren, die
deze som, door een z,g. Oekrajiensehen
groot-grondhczittcr, Keilmaan, die de op-
lich'er Karl Reich bleek te zijn, en den
Ho'landscthen jiuwcefenhandelaar Toens-
drager'f?) naar Holland wilde laten bren
gen. Deze beiden zijn in hechtenis ge
nomen.
Hot douane-entrepot in de haven
van Buer.os-Ayres is door brand ver-
Aan het einde van de conunnmsti-
sche demonstratie op het kerkhof van
Père Lachaise te Parijs is het tot een
botsing met de politie gekomen. Eer
twintigtal menschen werd gewond, o. w.
de afgevaardigde Lafont.
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
6.
Max antwoordde niet. Zijn moeder keek
hem met angstig vragende blikken aan;
het was haar plotseling duidelijk gewor
den, da haar zoon iets voor haar ver
borgen hield.
„Max", zeide zij zacht, met een half ver
wijtende, half smeékende stem.
Deze sprong op, wierp zich naast de
canape z.jner moeder op de knieën en sloeg
zijn arm liefdevol om haar hals.
„Mama, ik heb u iets mede te deelen. Ik
had mij voorgenomen tot morgen te wach-
len' omd1fomdat men een onaan
gename tijding vroeg genoeg verneemt"
„Wat is er?" fluisterde moeder, Ier-
Wijl zij haar bevende hand op het gebo
gen hoofd van haar zoon legde. „Is het
Iets, wat Augusta aangaat?"
„Neen, o neen."
„Spreek Max. Laat ons niet langer In
«"gerustheid."
Max gehoorzaamde. Hij vertelde zoo
ïoorzichtig mogelijk van zjjn geschil met
schcrt- paald, eenvoudig „ja" op hun stembiljet nield. Men vermoedt brandstichting.
Rapport Spoorwegdiensten.
(Slot.)
Esn factor welke voor oen goede gang
van zaken niet kan worden gemijt, is
het onderling contact van het personeel
van een zelfden dienst; ook dit laat
bij het spoorwegbedrijf in Nederland ta
wencc'ien over.
Niet alleen het dienstbelang wordt hier
door ge ohaad, maar ook de daarmedio
zoo nauw samenhangende belangen var
het personeel en van het publiek onder
vinden daarvan de nadeelen.
Over wijziging der organisatie wordt
o.a. het volgende medegedeeld:
De commissie ïs van oordeel, dat vele
moeilijkheden, welke zich in het laatst
van 1920 in 't Nederlandsche spoorweg
bedrijf hebben voorgedaan, een gevolg
zijn van of verergerd zijn door
uit eene te ver doorgevoerde centrali
satie voortspruitende, ongunstige facto
ren. x
Ten einde daarin verbetering te bren
gen ware het Nederlandsche Spoorweg
net te splitsen in twee of drie exploi-
tatiekringen met aan het hoofd van elke
kring een directeur, die bestuurder daar
van is in den zin van art. 9 der spoor
wegwet en in het beheer wordt ter zijdo
gestaan door chefs van den dienst Tan
Algemeens Zaken, Weg en Werken, Trac
tie en Vervoer.
Zoowel aan die chefs van dienst al3
aan hunne e.a. ambtenaren en daardoor
dienende stationschefs „depotchefs, enz.
zonden ruime bevoegdheden moeten wor
den verleend, waardoor de schrijverij tot
oen minimum zou worden beperkt en
velen de gelegenheid zouden krijgen, om
door het maken van, vele dienstreizen
op do hoogte van den gang van zaken te
blijven en voeling met het personeel te
houden.
Aan het lagere personeel zou daardoor
meer dan thans gelegenheid Worden ge
geven om mondeling met hunne chefs
betreffende wenschen of verbeteringen
van gedachten te wisselen, hetgeen ook
voor den dienst, b.v. hij het opmaken
van (rein- en locomotief-dienstregelingen,
van veel nut zoude zijn.
Voor een goeden en vlotten gang van
zaken zoude het verder noodig zijn, dat
de vervoersinspecties, de secties van Weg
en Werken, alsmede de Tractiegrcepen-
onderling zooveel mogelijk met elkander
overeenstemden, ook wat de standplaatsen
der e.a. ambtenaren betreft, waardoor
deze in de gelegenheid zouden zijn voort
durend mondeling overleg met elkander
te kunnen plegen.
Ook de indeeling der districten van de
inspecteurs van het Rijkstoezieht zoude
met de vorenbedoelde af Jeelingen. metsten
overeenstemmen.
ALG. BOND VAN R. K. RIJKSKIES
KRING-ORGANISATIES IN NEDER
LAND.
Zaterdag j 1 had in het gebouw van
K en W. te Utrecht, de algemeene
vergadering plaats van den Algem Bond
van R K Kieskring organisaties in
ons land
In zijn openings ede, memoreerde de
Voorzitter Baron v.n Wijnbergen, de
totstandkoming der wet van 9 Oct 1920
waarmede een zóó lange en zware schooi
strijd beëindigd, het gelijk recht voer
allen werd erkend
Na voorlezing van het schrijven van
het Doorluchtig Episcopaat zie el
ders in dit nummer deelde de secre
den fabrikant en van zijn plotseling ont
slag, van de plannen, die hij reeds ge
maakt had, en van de stappen, die hij
doen wilde, om zoo spoedig mogelijk een
nieuwe betrekking te vinden.
„Ik zeide, mama," zeide hij ten slotte,
„ik moet mijn weg opnieuw beginnen.
Voor het oogenblik is dat wel hard, maar
wie weet of het op den duur niet het
beste voor ons isl Ik zal gemakkelijk weer
een anderen mij passenden werkkring vin
den. Maak u derhalve daarover maar geen
onnoodige zorgen, moedertje."
Zwijgend had mevrouw Wallhagen zijn
mededeelingen aangehoord. Wanneer zij,
gelijk hel in de laatste jaren zoo dikwijls
het geval was, dagen, ja weken en maan
den lang de canapé niet kon verlaten en
onbekwaam was voor ieder lichamelijk
werk, dan was hare eenige verstrooiing
het bouwen van luehtkasteelen voor haar
kinderen. Het punt, waarvan hare teede-
re eerzuchtige droomen uitgingen, was de
intrede van haar zoon als deelgenoot in
de firma Bertling. En nu zouden al haar
schitterende verwachtingen met één slag
vernietigd zijn? Zij kon 't niet begrijpen.
„Maar Max, ik ben overtuigd, dat gij den
heer Berling niet goed hebt verstaan; in
zijn eersten ijver heeft hji waarschijnlijk
veel meer gezegd, dan hij werkelijk meen
de. Gij vergeet, dat hij uw vader her
haaldelijk uitdrukkelijk heeft beloofd, u
als deelgenoot in de zaak op te nemen,
zoodra gij den leeftijd van acht en twin
tig jaren zoudt hebben bereikt. Er ont
breken nog maar weinig maanden aan
den bepaalden tijd. Hoe kon hij nu, op
het laatste oogenblik, zijn woord terugne
men? Hij is, weliswaar, in menig opzicht
geen beminnelijk karakter, maar desniet
tegenstaande is hij een man van eer."
„Een man van eer?" herhaalde Hele
na. ,.Zal ik u zeggen wat hij is, mama;
een hardvochtig, zelfzuchtig mensch, zon
der hart, zonder gewetenl Zijn arbeiders,
en over 't algemeen allen, die afhankelijk
zijn, haten hem, en niemand, wie het ook
zijn moge, weet een enkele edele daad van
hem te vertellen. Neen, hef is goed, dat
het zoo is gegaan. Als jongste firmant in
de zaak zou Max de verantwoordelijkheid
voor iedere tirannieke daad met hem ge
deeld hebben, zonder dat hij in staat ge
weest ware, ze te beletten."
„Gij hebt altijd een vooroordeel tegen
mijnheer Berling gehad, Helena" zeide nu
mevrouw Wallhagen. „Tegenover ons heeft
hij zich steeds edelmoedig geloond. Hij
heeft uw vader een betrekking bezorgd, die
ons wel geen schitterend, maar toch een
voldoend inkomen verschafte; hij heeft
voor uw broer gezorgd en wilde nog meer
voor hem doen. Wij hebben dus het aller
minst reden ons over hem te beklagen."
„Het eerste kostte hem een paar woor
den, een goedkoope manier om den redder
van zijn leven zijn dankbaarheid te bewij
zen en Max was een bruikbare en boven
al een goedkoope werkkracht."
„Wij willen daarover niet verder twis
ten, kind," zeide mevrouw Wallhagen
zuchtend. „Maar, lieve Max, er moet toch
een middel zijn om alles weer in orde te
brengen. Zoudt gij niet den eersten stap
kunnen doen?"
„Zal ik hem misschien verklaren, dat
het mij spijt een armen man verlof te
hebben gegeven, zijn stervende vrouw een
laatst vaarwel te zeggen?" vroeg Max bit
ter. „Zal ik hem beloven, in 't vervolg zijn
bevelen blindelings le volgen, hoe onrecht
vaardig ze ook mochten zijn? Dat kan ik
niet, mama."
„Neen, neen, het zij verre van mij, dat
van u te verlangen," hernam deze snik
kende. „Maar tot heden is er nog nooit
sprake geweest, dat uw chef niet tevreden
over u zou zijn, of dat het houden zijner
belofte nog twijfelachtig was"
„Max heeft u de eigenlijke oorzaak ver
zwegen, mama, om u niet te verontrusten,"
begon nu Helena, toen haar broer niet ant
woordde. „Mijnheer Berling had met zijn
belofte een ander doel. Hij rekende er op,
dat Max bereid zou zijn, zijn dochter tot
echtgenoote te nc-men. Ik ben overtuigd,
dat wij niets meer van hem te vervochten
hebben."
„Zijn dochterl Dat naar ziel en lichaam
kreupele schepseltje!" riep mevrouw Watt-
hagen verbaasd en verontwaardigd uit.
- „Heeft hij wezenlijk met u daarover ge
sproken, Max?"
„Nietr met duidelijke woorden," ant
woordde deze dralend.
„Maar waarom hebt gij mij daarvan
niets gezegd, maar wel aan Helena uw
vertrouwen geschonken?"
„Max heeft er ook met mij niet over
gesproken, mama," zeide Helena. „Ik
begreep het uit eenige aanduidingen van
den heer Berling zelf en ook uit een aan
val van woede, dien zijn dochter had, toen
ik eens toevallig in haar tegenwoordigheid
over Augusta sprak."
„Mijn God, daaraan zou ik 't allerminst
gedacht hebben," riep mevrouw Wallhagen
uit, „Ja, dan is de breuk onherstelbaar.
Arme Max! Wat zal er nu van ons wonjen!
Een uur geleden waren wij nog zoo ver
genoegd, Hedwig cn Greta droomen zeker
al van de aanstaande reis. En Augusta!
Hoe zal zij dien slag dragen?"
„August is belangeloos en trouw, mamal"
riep Max met warmte uit. „U zou haar on
recht doen, indien u aan haar twijfelde."
De moeder zuchtte. „Mijn lieve zoon,
wat kunt gij haar nu aanbieden? En dan
haar moeder? Die trotsche dame gaf, gelijk
gij weel, slechts ongaarne hare toestem
ming. Het eenige, wat haar met de keure
barer dochter verzoende, was het"vooruit
zicht, dat gij deelhebber, en later misschien
alleen hoofd der firma zoudt worden. Ik
wil uw leed niet nog zwaarder maken....
maar indien Augusta u getrouw blijft,
staat u en haar een harden strijd te wach
ten."
„Wij heiden zullen dien strijd doorstaan,
mama."
„God geve het en heschikkc alles ten
goede," hernam deze zucht"- 'c.