BUITENLAND.
Bureau; HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
Brieven uit Frankrijk
FEUILLETON
No. 195
DONDERDAG 2 JUNI 1921
14e JAARGANG
1
VOORWAARTS!
Onder Valsclic Vlag
DAGBLAD
g- - "«H „ONS BLAÜ"
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar .-*;••'ri 2.—
Voor buiten Alkmaar
Met Oeïllustreerd Zondagsblad 0.50 f hooger.
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 633
i..„4 enn f A
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
nn f 9fin.- f mo— f fiO f 35.—. f 15.—.
Aan alls abonné's
-,W oude vall; de lijden veranderen en
nieuw leven bloeit op de puinen. Dat oude
"°r-
™j"ui'iJk UJd van ™n
schen twee toppen, die periode na den
val van oen lioógtultuur en het opstijgen
naar een nieuw tijdperk van beschavmD,
is vol gevaren en moeilijkheden.
Ook dc gemeenschap, welke zich i e-
derlandschc Slaat noemt en in deze de
groote, machtige, onmisbare groep, weke
bet openbaar Katholieke leven vormt, on
dervindt de bezwaren aan dezen ovci^an,,
P*. cï 0X1
°Na den groolen wereldoorlog zijn wil
al tastend aan 't zoeken naar den juisten
weg. Over de alles en allen bezielende ge
dachte. de solidariteit der verschillende
klassen, was geen meeningsversclnl. Maar
de wijze, waarop cn liet tempo waarin ze
zou worden verwezenlijk!, openbaarde
zich aldra een vrij scherpe gedachlen-
slrijd.
Lentestormen noemden wij onlangs de
ze oneenigheden in onze partij. „Strijd,
korte, krachtige strijd kan, als alle ande
re middelen zijn uitgeput, noodzakelijk
z£ om het recht te doen zegevieren en
den va-Mie in liefde te herstellen"; aldus
drukte Y»*ter van Ginneken j.l. Zaterdag
dezelfde gedachte op Roomsche wijze uit.
En inderdaad, Utrecht heeft dezer da
gen getoond, dat het Katholieke openbare
leven gezond en krachtig is. De stormen
der tijden kunnen er vrijelijk over heen
gaan; zij beroeren slechts de oppervlakte.
Altijd weer blijkt, dat schijnbaar ernstige
nroeningsverschillen slechts bijkomsiighe-
raken; op het stuk van beginselen is
s meerderheid altijd eensge-
Nog nooit misschien is in ons land zoo
radicaal een omzetting van heel de maat
schappelijke ordpnnig uiteengezet als pa-
teT Raaymakers het deed op het congres
der R.K. Vakorganisatie. Hij vertolkte in
scherp omlijnde vormen, wal vaag leeft
in de hoofden en harten van de vurigste
hervormers onder ons. En toch was zijn
conclusie, dat de medezeggingschap der
werknemers, dat de publiek-rechielijke be
drijfsorganisatie op 't oogenblik nog maar
idealen misschien wel nooit ie verwe
zenlijken idealen zijn; dat in ieder ge
val hei afdwingen van dezen idealen toe
stand door middel van stembusstrijd een
dwaasheid zou zijn, welke de zaak zelf
maar zou schaden, 't Zou zijn: de natuur
forceeren met kunstmiddelen. Slechts
langs den weg van natuurlijken groei valt
hier iets te bereiken.
Ziedaar de merkwaardige eenheid van
de Utrechtsche bijeenkomsten op Zater
dag en Zondag; van de politieke en de so
ciale wapenschouw, welke zoo zeldzaam
goed samen vielen en zoo geheel onafhan
kelijk van elkaar een zelfde lijn volgden.
De groote vergadering der afgevaardig
den van alle Katholieke kiesvereenigingen,
onze politieke vertegenwoordiging, nam
immers het voorzichtige besluit om het
brandende vraagstuk der publiek-rechle
lijke bedrijfsorganisatie niet te negceren,
maar ook niet overhaast lot een stembus-
leus te maken. Er wordt een half jaar tijd
genomen voor overleg en studie; dan
komt er een nieuw concept-program van
actie. Daarin zal ook worden vastgelegd,
wat het Roomsche volk op het stuk van
publiek-rechielijke bedrijfsorganisatie van
een eventueel volgende rechtsclie regeering
verwacht en wat het nog meer verwacht.
Bij de voorbereiding van een zoo gewich
tig stuk als een politiek partijprogram
zullen de vertegenwoordigers van alle be
langhebbende groepen worden gehoord.
Zoodat daar zijn wij zeker van dat 1
nieuwe concept-program de instemming
van de overgroote meerderheid zal weg
dragen. Juist het trekken van de bélan-
stelling op dat ééne punt, de publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie en nog wel door
organisaties, welker arbeidsveld op de
eerste en voornaamste plaats niet op po
litiek, maar op sociaal-economisch ter
rein ligt, verwekte een oogenblik vertroe
beling en verwarring. Reeds bij de voor
bereiding van dit vraagpunt vóór de
groote Bondsvergadering, bleek in verschil
lende kieskringen, dat onze politieke een
heid geen schipbreuk zou lijden op één
punt van meeningsverschil. En te Utrecht
kwam men aldra eenstemmig lot een ge
lukkig, tactvol en verstandig accoord.
Maar ook en nog veel meer op dat
andere overweldigende congres van de
mannen der Roomsche vakorganisatie
dat golijklijdig in de grijze bisschopsstad
bijeen kwam en dat de aandacht van heel
het land op zich trok ook daar
daar op nog veel sprekender wijze werd
getuigd van het gezonde leven in Roomsch
Nederland.
Wellicht heeft men in het vijandelijk
roode kamp men zou het althans uit
de zuur-zoete nabetrachtingen opmaken
gehoopt, dat „de Roomsche arbeiders" nu
eens flink tegen bun politieke leiding zou
den uitpakken en een nieuwen koers zou
den eischenl Dan heeft men nogmaals en
voor de zooveelste maal blijk gegeven de
wordingsgeschiedenis en den groei van
onze Katholieke Werkliedenbeweging niet
te verstaan.
Bij heel die geweldige manifestatie van
■drie dagen werd geen wanklank gehoord;
de Roomsche geest, zoo wars van alle
drijverij, sprak daar in Waarheid van taal
en vol we tensch a pp el ijken zin. Met welk
een geestdrift en dankbaarheid ontvingen
de vertegenwoordigers van 160.000 Room
sche werklieden in Nederland een bis
schop in hun midden, in wien zij liet
Kerkelijk gezag eerbiedigen. Welk een
kostelijk antwoord was de keuze der
sprekers op het verwijt, als zouden cr de
magogische invloeden sluipen in onze Ka
tholieke Vakbeweging. Of zijn mannen als
pastoor van Schaik, mr. dr. Raaymakers,
pater vas Ginnekendemagogen? En
zij voerden toch het hoogste woordl!
Pater Raaymakers verlo'lke in een hel
der, wetenschappelijk betoog de eischen
van den nieuwen lijd; bij vond onverdeel-
den en luiden bijval in dezen kring. Men
moge in onderdeelen straks over zijn be
toog in debat treden, zijn grondstellingen
zal men moeilijk kunnen aantasten. Ne
men de voormannen onzer vakbeweging
deze voorlichting tot leiddraad voor hun
verdere actie wat men met rede mag
onderstellen welnu, dan aanvaarden
zij ook de conclusie, dat de publiek-rech
ielijke bedrijfsorganisatie moet groeien
in de maatschappij en niet met de kunst
mest der polilick als een wonderplant uit
den bodem moet worden gestampt.
En daarmee is ook dit urgente vraagstuk
in de kalme sfeer der rustige beschou
wing gekomen.
Hoe cordaat is ten slotte op het con
gres der R.K. Vakbeweging alle personen
strijd geweerd, ondanks daarvoor toch
zooveel gevaar was. Alle debat over de
befaamde rede van mr. van Wijnbergen
werd afgesneden. De woorden, waarmede
de voorzitter dat deed, mogen weinig
vriendelijk lijken aan het adres van
iemand, die op velerlei gebied zeer groote
verdiensten heeft voor de Katholieke zaak,
men is nu eenmaal in werkliedcnkringen
niet gewoon diplomatische taal te gebrui
ken. Wij willen er niet anders uit lezen,
dan dat de Katholieke vakorganisatie op
haar terrein mr. van Wijnbergen niet als
leider wenscht. En dat is haar recht.
Dat de onverkwikkelijke strijd over de
vrijgestelden zoo kort en krachtig is be
ëindigd valt in ieder geval te loven.
Zoo heeft Utrecht ons groote winst ge
bracht in menig opzicht; alle kleine on
eenigheden zijn weggevaagd; en mee-
ningsverschillen en twijfel omtrent be
langrijke zaken als samenwerking tus-
sclren Katholieken en sociaal-democraten
op politiek terrein en het betrekken van
de leuze der pub li ek -r e.eh lel ij k e bedrijfsor
ganisatie in de politieke actie zijn in be
slissende taal opgelost.
Katholiek Nederland vervolgt weer zijn
weg met vasten tred!
„DE WEER'DER KATHOLIEKE
SCHRIJVERS."
Ons kleine HolLand mag er trotsch
op gaan, in vele opzichten de groote
landen vooruit te zijn. Op het ge
bied der katholieke sociale actie cn
dat der sociale wetgeving, neemt liet
een vooraanstaande plaats in. Over
het algemeen mag men zeggen, dat in
Holland het katholieke leven zich
meer naar builen loont, een groolere
rol speelt in het openbaar maatschap
pelijke leven, dan zelfs in katholieke
landen. De zeer verklaarbare reden
hiervoor is, het scherper afgeleekencle
meeningsverschil op godsdienstig ge
bied in de Prolestantsche landen. „Du
choc des opinions jaillit la verité",
uit de botsing van meeningen treedt
de waarheid naar voren, en dit geldt
meer voor die landen, waar op gods
dienstig terrein zooveel verschillen
de opvattingen lieerschen, dan bijv.
in een land als Frankrijk, waar van
huis uit bijna ieder katholiek is. Dit
neemt echter niet weg, dat ook het
streven moet zijn in katholieke landen
le komen tot een krachtiger actie op
sociaal gebied, tot een grootere saam-
hoorigheid van de katholieken van de
daad, tegenover diegenen, die slechts
dien naam voeren, als een toevallig bij
de geboorte verworven erfstuk. De
katholieke, schrijvers van Frankrijk-eu
vooral de jongeren, hebben dat in
gezien en reeds sedert ecnige jaren
zijn zij werkzaam om in dien geest
hun ideecn le verwezenlijken. In het
maandblad „les Leitres" vond men ge
regeld him uitingen en de „semaine
des écrivains Catholiques" onlangs
gehouden, heeft bewezen hoe nultig
deze samenwerking der katholieke
schrijvers werkt. Onderwerpen van
zeer uileenloopcnd karakter zijn in
die week behandeld en de meest
bekende persoonlijkheden op katho
liek litterair gebried hebben daarover
hun rapport uitgebracht en aan de
discussies deelgenomen. Het vraagstuk
van de katholieke school is er uit
voerig bekeken, en het mag ons tot
vreijgde strekken dat Holland in deze,
Frankrijk lol voorbeeld kan zijn. De
bij ons geëindigde schoolstrijd staat
hier nog iu het begin.
De „katholieke internationale" was
ook een punt, dat groote belangstel
ling vroeg. Het lag niet zoozeer in
de bedoeling, om hier tot een dcfinsV
tieve beslissing le komen, dan wel
om het voor en tegen van de ver
schillende schrijvers te vernemen. De
buitengewoon begaafde René Johan-
net, redacteur van talrijke katholieke
bladen en tijdschriften, trad als rap
porteur op. Hij noemde de katho
lieke internationale een organisajie die
moest dienen om de zedelijke hoe
danigheden van de Christenwereld te
herstellen. Hij ontveinsde zich de
moeilijkheden niet, vooral waar de
oorlog een tweespalt heeft doen ont
staan en er gevaar zou zijn, dat deze
beweging dool- sommigen voor ver
keerde doeleinden zou worden benul.
Zoovel bij dezen spreker als ook bij
de anderen, die dit onderwerp behan
delde;kwam vooral de vrees voor
Dui' rilland voor den dag en de moei
lijkheid om met dat land samen te
wei" sin. Hoe begrijpelijk het ook is,
dat bet verlangen niet groet is, ban
den an le knoopen met een volk,
waar-foor men geestelijk en materieel
zaov.yl heeft geleden, loch had ik
in deze gaarne gezien, dat een breeder
stan-."s«unt. was ingenomen. De oorlog
is voorbij en het streven moet zijn,
de eenheid over geheel de wereld le
heirs aden. De katholieke eenheid
vooi waai- een internationale zal
toe 'Loeten meewerken, staat ver bo
ven Hen strijd en onderlinge mee
nings ia-schillen. René Johannet heeft
daar^ eer zeker op gewezen en stond
lijm-! 1 if tegenover Mgr. Deploige, die
afker ig was van een katholieke in-
tern;,!jdale. Dc conclusie, waartoe de
raPRileur kwam, was deze: liet stich
ten -*n esn internationaal tijdschrift
door:éntholieke schrijvers van geheel
de w eld. Alle sprekers waren het er
over kens, dat er feitelijk maar één
kathfijeke internationale is, en wel
de I.jjrk zelf, maar dat deze, waar
over -,;ans gesproken wordt, zal moe
ten d .riien, om de kerk te steunen, een
werf; v ijken vrede te bewerken en de
band jsschen de katholieken der ver-
schi'l ,L-ide landen nauwer toe le halen.
G; iie zou ik nog uitvoeriger in
gaan 'p deze belangrijke week, die
achk'-'ons ligt, maar ruimte belet het
mij. i' uo.eg zij het le constatceren, dat
deze-oprek getoond heeft welk een
verl en er bestaat de katholieke!
begi:-'r/en niet tot het inwendjige te
hepdV; - n, maar ze ook in het open
bare ;.'!i£én te doen doordringen. De
•pfienfÉï van de katholieke schrijvers
in dit opzicht, maken een belangrijk
deel van de gehouden besprekingen
uit. De beminnelijke kerkvorst, Mgr.
Kardinaal Dubois, prees dan ook in
zijn slotwoord het streven van hen,
die het initiatief tot deze week had
den genomen, wenschte ze geluk, met
het behaalde resultaat. Gij rijt en
thousiast en gij zijt jong, zeide hij,
gaat voort op den ingeslagen weg.
Wellicht zou ook voor Holland een
katholie.ke week van schrijvers en
journalisten van beteekenis kunnen
zijn. In ieder geval geldt voor ons
Katholieken over geheel de wereld
het woord, dat de ijverige secretaris
van deze week, Gaetan Bernoville,
sprak: „Waar liet betreft onze begin
selen le verdedigen en le werken voor
de groole katholieke zaak, kennen wij
geen achturigen werkdag, onze rust
zal pas komen in het leven hier
namaals".
Mr. P. v. S.
Parijs, 23 Mei 1921.
De toestand in Ierland.
De boycot van Engeland.
Een groote firana in de City heeft vol
gens de „Times" van den zich noemenden
handelsvertegenwoordiger der Iersche re
publiek le Parijs bericht ontvangen, dat
het Dail Eireann den minister van handel
der republiek gemachtigd heeft den invoer
in Ierland te verbieden van alle goederen,
die via Grool-Britlannië worden gezonden,
onverschillig wat het land van herkomst
is. Fransohe exporteurs moeien derhalve
hun goederen reohtsireeks zen-den en zoo
spoedig mogelijk een vertegenwoordiger in
Ierkmd vestigen.
Hel nieuwe parlement voor Ulster.
Volgens de bladen zal het eerste ministe
rie voor Ulster vermoedelijk als volgt zijn
samengesteld: Premier Sir James Craig,
minister van financiën H. M. Pollock, mi
nister van onderwijs Lord Londonderry,
bïnnenlandsche zaken Sir Dawson Bates,
arbeid J. M. Andrews, landbouw E. M.
Archdale. Speaker zal worden majoor
Hugh O'Nei'll. De opneming van den mar
kies van Londonderry in het ministerie
werd tot het laatste toe niet verwacht. Hij
zal lid van den Senaat worden evenals
J.ord Pirrie, hoofd der scheepsbouwers-
firma Ilarland and Wolff te Belfast, die
voorzitter van den Senaat worden zal.
Het Lagc-riiuis voor Ulster, dat op 7
Juni bijeenkomt, doch waarvan de offi-
cieele opening op 21 Juni is bepaald, telt
40 unionisten, 6 nationalisten en 6 S-inii
Feiners. Devlin (nationalist) is op twee
plaatsen gekozen. In een van heide zal cr
dus een herstemming moeten plaats heb
ben en daar in beide dislriclen, waar hij
gekozen is, een sterke unionistische meer
derheid is, zal er wel een unionist wor
den gekozen, waardoor dezen 41 zelels
zullen krijgen of een meerderheid van 30.
Dood gewaand.
Een bewoonster van Dublin zoo ver
haalt de correspondent van de „Times" al
daar had vernomen, dal haar man bij
de brandstichting van het douanekantoor
door een bajonetsteek was gedood. Zij
ging naar het ziekenhuis, identificeerde een
der lijken, daar aanwezig, als haar 'man,
maakle toebereidselen voor de Begrafenis
en kocht rouwkleeren. Een dezer dagen
cchlcr kreeg zij een brief van haar man
uit de gevangenis, waarin hij om een pijp
-tabak vroeg.
Zij ging naar de gevangenis, doch kon
geen loegang krijgen. Zij gaf den cipier een
vel schrijfpapier met hel verzoek aan den
gevangene te vragen daarop de namen van
haar kinderen te schrijven. De cipier kwam
met de juiste namen terug en toen wist zij,
dal haar man leefde. Later kreeg zij ver
gunning haar man in de gevangenis le be
zoeken.
Het conflict in de mijnindustrie.
Nieuwe bevoegdheden voor
de Regeering.
Dinsdagavond is een proclamatie uitge
vaardigd waarbij de bevoegdheden, welke
de regeering reeds had verkregen inge
volge de wet tijdens de dreigende staking
der Triple Alliantie, worden uilgehreid. De
nieuwe proclamatie machtigt de regeering
lot bezitneming van gas- en eiectriciteits-
fabri-eken, waterleidingen en andere fa
brieken, lot hel opvorderen van voedsel,
veevoeder en andere voorraden, van sche
pen, van vracht- en passagiersruimte in
schepen, lot inbezitneming van kolenmij
nen, kolenvcorraden, machinerieën, spoor
wagens en andere voertuigen voor het
vervoer van kolen en tot het vaststellen
van prijzen van steenkool, gas en eleclri-
citeit en het opeischen of controleeren van
den verkoop van benzine.
De verklaring van Lloyd George.
De tegenspraak lusschen de verzeke
ring van Lloyd George, dat hij over ver
plichte arbitrage zelfs niet gerept heeft in
de conferentie van Zaterdag en de opvat
ting, welke de mijnwerkersleiders daarom
trent hebben, wordt volgens den mede
werker voor arbeidszaken van de „Times"
verklaard uit liet ook door ons vermelde
grapje, dat Herbert Smith, de waarnemen
de voorzitter der mijnwerkersfederalie,
zich Ier conferentie veroorloofde. Schert
send werd èn door hem èn door Lloyd
George, die er op inging, gezegd, dat ais
de voorwaarden verworpen werden, de
mijnwerkers en de mijneigenaars in de ge
vangenis zouden komen. Daaruit zon men
dan (en onrechte hebben afgeleid, dat de
regeering dwang wilde opleggen.
De „Pall Mall and Globe" verneemt, dat,
hoewel de premier Zaterdag niet lieeft ge
dreigd liet parlement te vragen een stelsel
van verplichte arbitrage in le voeren als
mijneigenaars en mijnwerkers het niel eens
worden, het in de bedoeling der regeering
ligt zich lot het lagerhuis le wenden ten
einde de noodige bevoegdheden le ver
krijgen om een eind te maken aan de hui
dige noodlottige stopzetting.
De regeeringsvoorstellen.
Hodges, de secretaris der mijnwerkers-
federaiie, heeft gelijk reeds werd ge
meld het denkbeeld aan de hand ge
daan, ,dat er standaardloouen zouden
worden gegeven ongeveer 80 pel. hooger
dan de loonen van Juni 1914.
Een vertegenwoordiger van de „Mining
Association", de veTeeniging der eigenaars
heeft tegenover de „Westminster Gazet-
te" dit voorstel onmogelijk genoemd. D«
loonen zouden volgens hem dan hooger
worden dan de industrie kon betalen.
Hij zeide voorts nog, dat het van de
mijnwerkers zelf afhing of hel bedrijf
beter zou worden en daarmede de kos
ten zouden verminderen. Als zij de pro
ductie dermate opvoerden, dat de indus
trie weer economisch gezond werd, dan
zou automatisch het bedrijf zich verbete
ren.
Ook over de loonen in de tijdelijke pe
riode en de kwestie van den nationalen
winstpo't heeft Iiodges zich gisteren nog
uitgelaten.
Wat de eerste betrof, die moesten na
tuurlijk afhangen van den S!cun der re
geering. Iiodges geloofde niel, dat het
land er legen zou zijn om, gezien dc bij
zondere positie waarin de mijnindustrie
geplaatst was door de controle cn de
ontijdige opheffing der conlrole, de noo
dige uitgaven door de regeering goed' le
-keuren om de Iconen op een peil le hou
den, overeenkomende met dc kosten van
levensonderhoud, in die districten waar
het economisch onmogelijk is zulk een
loon te handhaven uit het bedrijf zelf, tot
c-r een verlevendiging van het bedrijf is en
dientengevolge een vermindering der kos-
len. Die som zou lien mi-llioen kunnen
zijn, of meer.
Over den nationakn winstpot zeide
Hodges, dat de regeering en de eigenaars
dienaangaande blijkbaar onvermurwbaar
zijn. Goed, zeide Hodges, laten dan de
regeering cf de eigenaars, of beiden,
voorstellen indienen, die, naar hun oor
deel, hij een permanent stelsel de groot
ste productiviteit zullen verzekeren, een
minimum aan kosten, betrekkelijk goed-
koope steenkool en waardoor c-r levens
tegen gewaakt wordt, dat de loonen der
arbeiders dalen beneden een bedrag, dat
in overeenstemming is met de vaardigheid
en de verantwoordelijkheid vereisclit voor
den arbeid in de mijnen en dat hun en
hun gezin een goed en fatsoenlijk be
slaan verzekert.
De Poolsche opstand in Opper-
SiSezië.
Nog steeds gevechten.
Van verschillende zijden wordt gemeld,
dat de Polen het door hen ontruimde
gebied systematisch verwoesten. In Gros-
stein en Stubendorff hebben ze een groot
aanlal huizen in de luclit laten vliegen.
O.a. weid door tien ontploffingen de rest
van het door hen in brand gesloken kas
teel Stubendorf en de lol liet landgoed
beboerende spirilusstokerij met den grond
gelijk ge-maakt 'In Grosslein werden de
kalk fabrieken verwoest.
Volgens betrouwbare .berichten is de
door de Polen bezette belangrijkste Oder-
haven van Opper-Silezië, Kosel, volkomen
ondermijnd en gereed om an de lucht te
vliegen. De Polen schijnen liet voornemen
te hebben de haveninrichtingen bij liun
terug-'och l .te verwoesten.
Ernstige gevechten zijn Dinsdag slechts
bij Kalinow geieverd, waar Duit scha
Se-Lbslseluitz-afdeeliEgen door sterke
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
„Een betrekking, waarin hij jaarlijks
een paar honderd gulden verdientl Gij lijdl
er nu al onder, dat wij niet rijk zijn; hoe
zoudt gij van zulk een klein inkomen
kunnen leven? En dan heeft hij ook nog
zijn familie, die hij moet ondersteunen."
„Wij zijn beiden nog jong en kunnen'
wachten, tot betere tijden komen," fluis
terde Augusta met gesmoorde stem.
„Totdat gij beiden oud en grijs zijt, niet
es aar? En als ik intusschen kom te ster
ven? Ons inkomen sterft met mij, gelijk gij
zeer goed weel. Een brillant vooruitzicht
voor mijn dochter, om als winkeljuffrouw
ol huishoudster, of in een andere onderge
schikte belrckking haar brood le moeten
verdienen. Wat zoudt gij anders willen be
ginnen?"
„O mama, ik kan niet tegenover hem
staan en heip in gericht zeggen,.dat ik
au, juist nu het ongeluk hem getroffen
heeft, hem hardvochtig den rug loekger! Ik
san het nictl" "L.,
„Schrijf hem dan, gelijk ik u reeds ge- voor u is," ging haar moeder op bemoedi- maar wie weet! En Augusta is ontogen- het kleine plekje grond keek, dal mei den
zegd heb, of Iaat mij met hem spreken en
hem in uw naam uw besluit mededeelen."
„Geef mij ten minste tijd om na te den
ken."
„Er is volstrekt geen bedenken noodig.
Het zou dwaast, het zou letleriijk krankzin
nig zijn, een verloving zonder vooruit
zichten te laten bestaan.'
Augusla antwoordde niet; in haar bin
nenste woedde een hevige strijd. Doch haar
moeder hield niet op. Met de levendigste
kleuren schilderde zij haar de ontberingen
en vernederingen, die haar zouden wach
ten, indfên zij der rede geen gehoor gaf.
Om uwe toekomst, kind, ja, om zijnent
wille moet gij alle gevoeligheid op zijde
zetten en verstandig zijn," zeide zij.
-In Gods naam dan, als het zoo moet
zijn," fluisterde Augusta eindelijk. „Spreek
met hem en zeg.... neen, neen, ik laat '1
al aan u over."
„Zoo is het goed, kind. Mei uwe schoon
heid en uwe talenten kunt gij op iets ge
heel anders aanspraak maken. Gij zijt ge
schapen om te schitteren en een rol te
spelen, en zoudt een leven in armoede niet
kunnen verdragen."
Augusta knikte slechts. Zij was tot ver
deren tegenstand niet meer in staat.
„Ik begrijp heel goed, dat het zeer hard
genden toon voort, „maar ecri levenslange
ellende is nog oneindig veel harder. Geloof
ra'j> rij ZUÏÏ deze eerste smart spoedig over-
winnen en later in cene omgeving, die be
ier bij uwe opvoeding en neiging past, ge
lukkig worden. Aproposl ik heb ook nog
een aangename tijding voor u. Gisteren
middag was de oude zonderling, mijnheer
West weer hier, om liet schilderij nog eens
nauwkeurig te bekijken en denk eens wij
zijn het eens geworden over den prijs. Hij
wil er ons vierhonderd gulden vooi geven.
Nu kan dc wensch, dien gij zoo lang ge
koesterd hebt, worden vervuld, Augusta.
Wij gaan naar de baden, zoodra het sei
zoen geopend is."
Augusta hoorde deze tijding veel onver
schilliger aan dan zij onder andere om
standigheden zou gedaan hebben, maar zij
toonde er toch genoeg belang in, om haar
moeder le bevredigen.
De wonde haars harten is gelukkig min
der diep, dan ik vreesde, dacht deze, toen
zij de kamer verliet om in de keuken eens
naar de voorbereidingen voor het middag
maal te zien. Zij zal vergeten en dan
De jonge graaf Platzheim bewees haar
onlangs buitengewoon veel oplettendheid.
Men zegt, weliswaar, dat hij met een Vlas
harige nmht zon voed -als vgrloofd is,
zeggelijk een schoonheid!
Terwijl de moeder met een critisch oog
in de keuken den toestand van het gebraad
onderzocht en te gelijk in den geest het
plan tot een voorloopige veldtocht over:
woog en ontwierp, waarvan het doel en
de strekking de verovering van den graaf
of beter gezegd, van zijn titiels en zijn for
tuin voor hare dochter was, liep deze rus
teloos in haar kamer op en neer.
Had zij goed gehandeld, door aan het
verlanger hater moeder toe te geven? Neen,
neen, verweet haar hart. Neen, want wat
men ook van Max moge zeggen, hij is goed
en een man van eer, en ik bemin hem.
Maar armoede en ontberingen, versleten
kleederen, dagelijks lerugkeerende zorgen,
zou -'e liefde haar de kracht verleenen tot
.n zoovol offers? Neen, zij zou on
der dien zwaren last bezwijken, zij zou on
gelukkig zijn cn verteerd worden door
haar onbevredigende wenschen. Naar rijk
dom en weelde had zij gehaakt, zoolang
zij kon denken. Waarom kon Max haar dal
alles niet geven? Waarom bozat hij niet het
vermogen van dien dwazen kunstliefhebber
West! En dan die jonge graaf Piatzhciml
Die bezat verscheidene millioenen!
Een millioen," fluisterde zij halfluid,
terwijl zij aan het raam stond en strak op
grootschen naam van tuin bestempeld werd.
Duizend schitterende luchtkasteelen doken
op voor de oogen harer verbeeldingeen
irolsch rijtuig, een rijpaard (den geheim-
sten wensch haars harten), sehillerende
diamanten, glans en grootheid allijd en
overal. Anderen bezaten dat ai, anderen,
die zich met haar op geenerlei wijze kon
den melen. Een trolsche glimlach om
speelde hare lippen. Haar moeder had ge
lijk, het was zoo heler, veel beier.... En
Max? Onwillekeurig sloot zij haar oogen;
zij wilde het beeld niet zien, dat tegen haar
wil voor haar oprees. IJdelheid en hoog
moed hadden de zege behaald en liet dwa
ze hart tot zwijgen gebracht. Voor altijd?..
Het middagmaal werd bijna zwijgend ge
bruikt. Mevrouw Wilhelmi trachtte her
haaldelijk een gesprek over hel een of an
der onverschillig onderwerp le beginnen,
maar Augusia gaf slechts korle of niets
zeggende antwoorden. Ook haar eigene ge
dachten keerden steeds terug lot het be
sluit, dat een uur geleden genomen was.
Niet dat zij er ook maar een enkel oogen
blik berouw over gevoelde, inlegendeel,
zij verheugde zich over haar zegepraal,
maar deze vreugde was niet geheel onver
mengd. De volgende dagen zouden wei
voor haar en voas Augusta vele onaange
naamheden, veel verdriet brengen. Men
kon vrienden en bekenden niet beletten te
pralen, Augusta te beklagen of te veroor-
deelen en haar met misplaatste betuigingen
van deelneming le vervolgen. En indien
Max Wallhagen verlangde Augusta zelf te
zien of le spreken? Zou zijn invloed haar
dochter misschien niet tot wankelen bren
gen in haar besluit?
Plotseling sprong Augusla verschrikt op.
De huisdeur ging open en vanuit de gang
klonk en welbekende mannenstem naar ho
ven.
„Ga naar uw kamer, kind, ik zal later
daar hij u komen."
Augusia verdween en haast op hetzelfde
oogenblik Irad Wallhagen binnen. De eer
ste blik reeds toonde hem. dat zijn aan
staande schoonmoeder reeds met de ge-
heele verandering zijner omstandigheden
hekend was. In plaats van de gemaakte
vriendelijkheid, waarmede zij hem anders
behandelde, droeg haar uiterlijk nu den
stempel eener koude terughouding.
„Neem, als het u belieft plaats, mijnheer
W at'1 --en."
H vrdi vervolgd.