Zoon
ilraat.
uit vanaf f 119
rt -1.20
sf -135
r
le warme
n Schoor!.
L
3,OÜS BLJkB"
Byreau: HOF 8S ALKMAAR. - Telefoon:
BUITENLAND.
FEUILLETON
Onder Valsche Vlag
Alkmaar.
ALKMAAR
AGBLAD.
Een ramp voor velen.
tingen.
SSWaSS<55»- "G5JS
No. iii
DINSDAG 28 JUNI 1921
IVetensehap-
land.
eett getornd
ik is hem
sft natuurlijk
n den opzet
n Bond van
is soliede.
5 33 kans
mïilioen,
i®
en Bankier
ze Agenten
Langestr.
S f !©.-«
«LLANDSCH
14e JAARGANG
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar I 2.—
Voor buiten AlkmaarI 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 ^0 f hooger. j
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 633
Advertentieprijs:
Van 1 5 regels f .25; elkeregel meur f 0 25; Reclames
per regel f 0 75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-
uilbetaling per plaatsing f U.60
Aan aiie abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot eer? bedrag van f 500,—, f 400—, f 200,—, f 100,—, f 60,—f 35,—, f 15,
WEGENS DEN FEESTDAG VAN
DE H. H. APOSTELEN PETRUS
EN PAULUS ZAL DfT BLAD
MORGEN NIET VERSCHIJ
NEN.
De malaise in zekere kringen van
het verzekeringsbedrijf, dreigt te wor
den en is reeds ten deele een ramp
•voor velen.
Doordat de „Algemeene" de groote
levensverzekeringsmaatschappij van
ons land in zeer slechten toestand is
geraakt, en doordat de (eveneens zeer
groote) „Kosmos" in een toestand is
komen te verkeeren welke (om den
wettelijken term te gebruiken) bijzon
dere voorziening behoeft, wordt een
groot deel van ons Nederlandsche volk
ernstig gedupeerd, terwijl een nog veel
grooter deel van ons volk gedupeerd
staat te worden, indien nog meerdere
verzekeringsmaatschappijen de voor
beelden van „Algemeene" en „Kos
mos" zullen moeten gaan volgen.
Kan men zich een fatalere desillusie
denken, dan dat men na jaren en jaren
van goed vertrouwen en van geregeld
premie-betalen tot de ontdekking komt,
dat de (dank zij ontbering en zorgzaam
heid) moeizaam gespaarde gelden ge
heel of voor een groot deel verloren zijn,
of dat men van een eerlijk gekochte
lijfrente slechts een gering periodiek
percentage ofniets om van te leven
in, handen krijgt
Kan voorzeker gevaarlijk en lastig
zijn, wanneer andere takken van ver
zekering b.v. brandassurantie's
haar betalingen staken, doch zulks
hoeft voor de groote massa niet zulke
fatale gevolgen als het faillissement van
levensverzekering- en lijfrente-maat
schappijen. Ieder oogenblik van den
dag toch kan men zich bij een andere
maatschappij tegen brand enz. verzeke
ren de voor brandverzekering betaalde
premie beteekent niet méér dan de ver
goeding voor brandrisico over een be
paalden termijn is die termijn ver-
loopen, dan zijn maatschappij en vér-
vekerde in zekeren zin quitte was men
door brand benadeeld, dan had de
maatschappij het verzekerde bedrag
voor zoover toegewezen uitge
keerd is men van brand gevrijwaard
gebleven, dan zijn de betaalde premiën
weg, doch dan heeft men over den af
jeloopen termijn daarvoor, de gerust
heid gekocht, dat men in geval van
orand schadeloos gesteld zou worden.
Geheel anders is het gesteld met de
maatschappijen van levensverzekering
en lijfrente. De levensverzekering en
liifrenis-Tt— -en overeen-
f to- -- -ar
"^IVmsB^teeu ievensveiuan
retcenr Wen er op, dat bij den-dood van
de(n) verzekerde of (en) reeds op een
vroeger tijdstip in ruil voor de perio
diek stiptelijk betaalde premiën een
overeengekomen bedrag zal worden
uitgekeerd de premiën zijn in dit
geval dus zooveel als moeizaam Pijeen
gehouden spaarpenningen, op welker
leskundig en accuraat en gewetensvol
beheer een ieder het volste recht heeft
en rèker.t.
Koopt men een lijfrente, d. W. z.
stort men zijn geld, of een deel daarvan
in een levensverzekering, om daarvan
tot levensonderhoud periodie; een vaste
rnnte uitgekeerd te krijgen, dan heeft
men de uitkeering van dat rentebedrag
dank zij duur geld eerlijk gekocht voor
overeengekomen termijn, dan heeft
men een kapitaal in de maatschappij
gestoken, dat zoolang de lijfrente
termijn niet verloopen is voor een
bepaald deel het eigendom in moreelen
zin van den storter blijft. Raakt nu een
levensverzekering en lijfrente maat
schappij in gebreke, dan zijn in het
eerste geval de spaarpenningen gehee
of ten deele reddeloos verloren, dan
is in het tweede geval het in de
maatschappij gestoken kapitaal, en
daarmee de daarop verzekerde lijf
rente, al dan niet geheel weg.
Het verschil tusschen het faillisse
ment (of iets wat daarop gelijkt) van
een levensverzekeringen lijfrente-maat
schappij en van iedere andere ver
zekeringsmaatschappij is hiermede dui
delijk aangetoond.
Al onderschatten wij ook geenszins
de jongste gebeurtenissen in het brand
en ander-verzekeringsbedrijf (vooral
omdat wij kenschetsend zijn voor het
verzekeringsbedrijf in het algemeen),
de jongste gebeurtenissen en.... ge-
beurtelij kheden in het bedrijf de levens
verzekering- en lijfrente-maatschap
pijen lijken ons toch oneindig veel
ernstiger, in werkelijkheid een ramp
voor velen
Hoe 't zoo gekomen is
Wij willen ons er van onthouden,
de lotgevallen en situatie's van be
paalde maatschappijen te bespreken
liever geven wij in dit artikel in 't
algemeen de oorzaken aan, welke ge
leid hebber en nog leiden tot een voor
vele verzekerden dupeerende malaise
in het verzekeringsbedrijf.
Onderscheiden wij crisis en niet-
crisisfactoren
Als niet-crisisfactoren, welke tot de
malaise bijdroegen, beschouwen wij
le. in sommige gevallen onverant
woordelijk beheer't is naar ons
een man van 't vak mededeelde ge
beurd, dat de directeur van een be
paalde maatschappij niet minder dan
f 90.000.salaris (of tantième, enz.)
opstreek 1
2e. de scherpe concurrentie, welke
de verschillende maatschappijen el
kander meenden te moeten aandoen
de een ging al lager dan de andere,
lager niet zelden dan een wiskunstige
verzefeeringsbecijfering eigenlijk ge
doogde
3e. voor wat betreft de groote
maatschappijen de vaak zeer dure
buitenlandsche exploitatie men wilde
in 't groot in het buitenland werken,
ontzag geen kosten tot stichting van
bijkantoren in het buitenland en tot
aanstelling van het daarbij noodige
personeelhad men gehoopt op
winst in deze ondernemingen, de bui
tenlandsche exploitatie bleek vaak te
duur, terwijl ze door de crisis
daarbij nog noodlottig werd voor de
ondernemers.
Voegen wij hier 4e nog aan toe
de griep-epidemie, welke in de jaren
1918/1919 ons volk teisterde, talloos
velen ten grave sleepte en de levensver
zekeringsmaatschappijen dwong tot ab
normale uitkeerine-p
(Wordt vervolgd).
STAND VAN HET FRUIT EN
DER WARMOEZERÏJGEWAS
SEN.
Het hieronder volgende overzicht, be
treffende den stand van het fruit en der
wannoezcrijgewassen onder glas en in de
open lucht op 21 dezer, is, onder medewer
king van de Rijkstuinbouwconsulenten, sa
mengesteld naar gegevens, verstrekt door
de correspondenten van de directie van den
landbouw.
Fruit.
Na het slechte ooftjaar 1920 werd ge
hoopt op een goede opbrengst in 1922. De
rijke bloei van alle ooltsoorten gaf voedsel
aan deze hoop. De sterke nachtvorsten in
de tweede hellt van April vooral op 16
en 17 April vernietigden echter van de
vroeg bloeiende fruitsoorten de voortplan
tingsorganen, zoodat de pruimen als groo-
tendcels mislukt beschouwd moeten wor
den, de kersen ten hoogste een matig tot
vrij slecht gewas leveren en de vroege en
fijnere peersoorten, evenals de vroege ap
pelen, een slechten stand vertoonen.
De latere peren en appelen slondeu nog
niet in bloed en gaven daarom nog hoop
op goede uilkomsten; op 4 en 6 Mei trad
echter de nachtvorst opnieuw sterk op, ter
wijl op 21, 29 en 30 Mei de temperatuur
nogmaals tot beneden het vriespunt daal
de. Hierdoor werd ook aan de bloesems der
latere peren en appelen schade aangericht,
zoodat ook daarvan gemiddeld niet meer
dan een vrij goed gewas kan worden ver
wacht.
Ten slotte was de aanhoudende droogte
oorzaak, dat vele jonge vruchten van de
boomen vielen en werd door de bladluizen
nadeel aan de pruimebooinen aangericht,
zóó zelfs, dat in Zeeland de boomen bijna
bladerloos worden.
Den stand der verschillende fruitsoorten
nagaande, kan daarvan het volgende wor
den medegedeeld:
Appelen. Behoudens enkele uitzonde
ringen, is in Gelderland, Utrecht, Noord-
Holland, het land van Heusden en Altena,
noordelijk Limburg, Overijsel en Groningen
de stand vrij goed. Een goede stand wordt
aangetroffen in oostelijk en zuidelijk Fries
land, het Rijk van Nijmegen, zuidelijk
Utrecht, te Nieuwe Niedorp en Winkel, te
Veur-Wasseraaar, in de Langstraat en in
Zuid-Limburg. Daarentegen is de stand ma
tig in de omgeving van de stad Utrecht,
het Westlamd, op Walcheren, in west
Noord-Brabant en in de omgeving van
's-Hertogenbosch en Breda. Op Tholen,
Schouwen en Duiveland en den Maaskant
van Noord-Brabant is de stand slecht of
vrij slecht.
Peren. De stand van de peren is min
der dan die der appelen; over het alge
meen wordt een matig gewas verwacht. Een
uitzondering kan daarop worden gemaakt
voor Gaasterland, Zeeuwscli-Vlaanderen en
Schouwen en Duiveland, vanwaar een goe
de stand wordt gemeld; Zuid-Limburg,
Nieuwe Niedorp en Winkel en een deel van
Groningen, waar de stand vrij goed is;
noord-westelijk Groningen, Friesland,
Overijsel, noordelijk Gelderland, de Over-
Betuwe, de Tielerwaard, het Rijk van Nij
gen, zuid-westelijk en westelijk Utrecht, de
Beemster, de omgeving van Veur en bijna
geheel Noord-Brabant met oen vrij slechten
en Frederïksoord en zuiid-ooslelijk Utrecht
met een slechten stand.
Vroege korren. - D-o r.Uvnd - t
de Tielerwaard, Maas cn Waal, West-
Noord-Brabant, Limburg, de Meijerij en te
Assen e.o.; vrij slecht in de Betuwe en de
Bommelerwaard; overal elders is de stand
matig, behalve te Bengen op Zoom, van
waar een goede stand wordt gemeld. -
Late kersen. Deze komen vrijwel met
de vroege overeen.
Engelscbe krozen. Deze zijn in Gel
derland', Utrecht en Noord-Brabant mis
lukt; in Zeeland en de Baronie van Breda
staan ze vrij goed.
Andere pruimen zijn mislukt in Gronin
gen, Friesland, Geldreland, te Leiden e.o.
en in Zuid-Limburg; overal elders is de
stand slecht.
Druiven ónder glas. In het Westland
is de stand zeer goed; te Vcur e.o. matig
en overal elders vrij goed tot goed.
Perziken onder glas. In het Rijk van
Nijmegen cn zuidelijk en westelijk Utrecht
is de stand zeer goed; te Veur vrij goed;
in Noord-Brabant matig en in het West-
land en elders goed.
Perziken in den vollen grond. Uit
Frederïksoord, Groningen e.o., het Rijk
van Nijmegen, zuidelijk en midden Utrecht,
Leiden e.o. en de Langstraat, wordt een
mislukking gemeld; verder is de stand
slecht, met uilzondering voor de Over-Be-
luwe met een matigen, het Westland en de
Baronie van Breda met een vrij goeden en
zuidoostelijk Utrecht met een goeden
stand.
W'a r m o e z e r ij gewassen.
Ooik aan de warmoezerij,gewassen hebben
de nachtvorsten schade aangericht; dit
geldt in het bijzonder voor de erwten. De
droge voorzomer heeft op de ontwikkeling
der meeste warmoezerijgewassen belemme
rend gewerkt. De schade der koolvlieg trad
in hevige mate op in Friesland, Overijsel,
te Vdnkeveen e.o., op Walcheren en de lich
te gronden in Limburg.
De gewassen onder glas geteeld, zijn in
het algemeen goed. Betreffende den stand
het volgende:
Komkommers geven een zeer goeden
stand te zien te Leeuwarden e.o., in de
Graafschap, de Bommelerwaard, liet Rijk
vai. Nijmegen, westelijk Noord-Brabant en
te Venlo e.o. Te Yinkeveen e.o. is de stand
zeer goed tot goed. In het Westland en het
overige deel van Zuid-Holland, in Zeeland,
de Betuwe, Groningen en Friesland is de
stand goed; een vrij goede stand wordt
gevonden te Vleuten e.o., te Sloterpolder
en Bóeren-wetering en te Veur. Te Maas
tricht e.o. is de stand matig.
omaten vertoonen een goeden stand,
behalve ie Groningen e.o., te St. Annapa-
ro' hie e.o., in het Rijk van Nijmegen en
de: Zuid-Hoilandsche eilanden, waar de
stand zeer goed is, te Boskoop e.o. en in
Limburg, waar zij goed tot zeer goed staan
en ie Vleuten, waar de stand vrij goed is.
Meloenen staan overal goed, met uitzon
dering voor Friesland, het Rijk van Nij
megen en Vinlkeveen e.o., waar de stand
zeer goed en voor Vleuten, waar deze ma-
lig is.
bi de open lucht is de stand als volgt:
hl uit kool. De stand is zeer goed te
Boskoop e.o.; goed tot zeer goed te Vin-
kcv.'én e.o., goed te Leeuwarden en HaT-
lingen e.o.. in de Graafschap, Maas en
Wa d, West-Friesland, zuid-oostelijk Noord
Holland en te Venlo en Roermond e.o.
Aar den Lnngendifk, in Rijnland, de Bom
melerwaard, Overijsel, Gaasterland en Gro
ningen is de stand vrij goed en overal el
ders matig.
Bloemkool. -Een goede sland wordt
aangetroffen in Maas en Waal, het groot
ste deel van Utrecht, liet Westland, te
Delft en Rotterdam e.o. en op de Zuid-
Holl vudsche eilanden. In Noord-Holland, te
Boskoop e.o., in Zeeland en Noord-Brabant
is d.i stand vrij goed. Te Vinkcveen e.o.,
in Rijnland, te Sloterpolder en Boerenwete
ring, te Frederïksoord e.o., in Limburg,
Overijsel en zuidelijk Friesland is de stand
matig; te Veur, in Gaasterland en oostelijk
en zuidelijk Groningen vrij slecht.
Vroeger aardappelen. Te Venlo e.o.,
in het land van Altena, te Breda e.o. te
Boskoop e.o., te Vinkeveen e.o. en in Gaas
terland is de stand zeer goed lot goed.
Een goede stand wordt o.a. aangetroffen
te Roermond e.o., het grootste deel van
Noo "d-Brabant en Zeeland, hij Rotterdam
en Dordrecht, in Rijnland en de Bollen-
De rcgecring zal natuurlijk een vrijge
leide verstrekken aan allen, die aangewezen
worden om aan do conferentie deel te ne
men. Wij' doen deze uitnoodiging met het
brandende verlangen, een einde te maken
aan liet noodlottig conflict, hetwelk eeuwen
lang Ierland verdeeld houdt en de betrek
kingen van de volken dezer twee eilanden
verbitterd heeft, die als naburen in harmo
nie met elkaar moesten leven en wier sa
menwerking van zoo groote beteekenis
zou zijn niet alleen voor het Rijk, maar
voor de geheele menschheid. Wij koesteren
den wensch, dat van onzen kant geen po
ging achterwege blijft, om het verzoek van
den 'koning te verwezenlijken en wij vragen
u, met ons samen te komen, zooals wij met
u zullen samenkomen, in den geest van ver
zoening, waarop Zijne Majesteit een beroep
gedaan heeft."
De bladen spreken eenstemmig hun vol
daanheid uit over de-volstrekt onverwachte
uitnoodiging, die Lloyd George aan De Va
lera heeft gericht om te Londen met Sir
James Craig in conferentie siamen te ko
men. Zij geven uiting aan de meening, dat
De Valera de uitiioodiiging moet aannemen,
doch het is aan twijfel onderhevig, lot hoe
ver de Sinn Feinijrs hem zuilen steunen
bij vredesonderhandelingen, in het hijzon
der de extremisten, die de uitnoodiging be
schouwen als een onoprechte poging van
Lloyd George om de regeering populair te
maken.
De „Times" zegt, dat in plaats van de
uitnoodiging louter af te slaan of te aan
vaarden, De Valera om een wapenstilstand
zal (kunnen vragen hangende de onderhall
delingen.
De „Daily Telegraph" meent, dal de
grootste waarde van de uitnoodiging ligt
in het bewijs, dat zij geeft van de oprecht
heid van de Britsclie belijdenissen, die ten
onrechte verdacht zijn gemaakt.
De „Daily Chronicle" zegt:
De rogeeringspolitiek was tweeledig, n.l.
het treffen van strenge maatregelen tegen
de Sinn Fednsche extremisten en de uit
noodiging van De Valera tot een conferen
tie in de hoop op een schikking.
Dc „Morning Post" alleen bestrijdt de
mogelijkheid van vrede, verklarend, dat
streek, in Utrecht, Gelderland en de om-. Do Valera uit zich zelf niets ós, doch zijn
den uit te voeren, waaraan dc Turken zich
wi.ïen onttrékke*;. Elke schorsing van de
militaire operaitie zou den toestand ten na-
decle van Griekenland wijzigen, daar ze
de tegenstanders zou aanmoedigen in hun
vervel. De Grieksche rcgecring zai altijd
•ebreid zijn naar haar groote geallieerden
te luisteren, in welke phase der operaties
ook, als zij van Turkije concrete voorstel
len zullen kunnen verkrijgen ten aanzien
van de voldoening aan de uit de verdragen
voortvloeiende rechten en waarin rekening
wordt gehouden met de offers van Grie
kenland en met zijn belangen, gelijk die
krachtens den loop der militaire en poli
tieke gebeurtenissen zouden zijn te reali-
seeren.
Met de ontevredenheid' tengevolge van
de weigering van Griekenland om in te
gaan op den voorsiag der geallieerden tot
bemiddeling,' nemen te Parijs in politieke
kringen de Turkschgezinde gevoelens toe.
In tegenstelling met de waardeerendc
houding der Enge3sche pers, die de belof
te van dc Grieksche regeering om te luiste
ren naar den raad der mogendheden na
het offensief, goedkeurt, verklaart men al
daar, dat inen nu verder met de Turken
alléén moet onderhandelen, ongeacht den
uitslag van dat offensief. Konstaintijn heeft
ongelijk le gclooven, dat hij Smyrna zal
kunnen behouden, indien het offensief
slaagt en dat hij door de mogendheden zai
worden beschermd, indien het mislukt.
Zijn interpretatie van 'hel verdrag van Sè
vres is onjuist, want sinds hij op den
troon terugkwam legen den wil der mo
gendheden, zijn dezen niet meer gebon
den ten opzichte van Griekenland. Frank
rijk zal er daarom in elk geval op aan
dringen, dat den Turken recht geschiedt,
terwijl de Grieken niets er bij zulten win
nen, indien zij zegevieren, en alles zullen
verliezen, indien zij verslagen moohten
worden.
VERKLARINGEN VAN MINISTER
SFORZA IN DE ITALIAANSCHE KAMER.
geviag van Leeuwarden. Elders is de sland
vrij goed tot matig.
'nboouen staan in het algemeen vrij
goc.Uïot goed. In Rijnland en Je Boskoop
e.o. is dc stand Zeer goed; in de bollen
streek goed en in Noord-Holland vrij goed.
Wortelen. In de voornaamste centra
is de stand goed; elders loopt de sland
uiteen tusschen matig en goed.
Stoksnijboonen en stamslaboonen ver
toornen algemeen een vrij goeden of goeden
stand; in de Zuid-Hollandsche eentra is de
stand vrij goed.
Erwten staan in het algemeen goed. Be
houdens in Limburg, waar de stand vrij
goed is, wordt in de oentra van cultuur
een goede stand gevonden.
Asperges. Te Beverwijk e.ó., het West
land en te Bergen op Zoom is de stand
goed; in de Langstraat vrij goed, in Lim
burg goed tot zeer goed.
Sla. Met uitzondering voor Friesland
met een slechten en Rijnland mei een ma
tigen sland, staat de sla over het algemeen
goed.
Aardbeien. De stand der aardbeien
loopt vrij sterk uiteen; in Maas en Waal en
te Boskoop staan zij zeer goed; te Bever
wijk, in Rijnland, te Breda e.o. en in Lim
burg is de stand goed; in de Bommeler
waard vrij goed; in het Westland, de bloem
bollenstreek, Roelofsarendsveen en Aals
meer, matig.
IERLAND.
De uitnoodiging aan De Valera.
De brief, dien Lloyd George aan De Va
lera heeft gericht, luidt als volgt:
„Ik richt tot u, den gekozen leider van
de groote meerderheid in Zuid-Ieriand, en
tot Sir James Graig, den Premier van
Noord-Ierland, de volgende uitnoodiging:
Ten eerste, dat gij te zamen met Sir
James Craig hier te Londen aan eene con
ferentie deelneemt, om de mogelijkheid van
een regeling tot het uiterste te onderzoeken.
Ten tweede, dat gij de collega's tot dit
doel, te uwer keuze, zult medebrengen.
macht ontleent aan geheime organisaties,
waarvan hij de agent of het werktuig is,
In antwoord op de uitnoodiging van
Lloyd Georgé tot een conferentie met De
Valera le Londen, deelt Sir James Crai"
aan Lloyd George mede, dat hij tegen
Dinsdag zijn kabinet bijeenroept en geen
tijd zal laten voorbijgaan met de bekend
making van het resultaat der beraadsla
gingen.
Een wapenstilstand9
Te Dublin wordt gemeend, dat De Va
lera met verschillenden zijner collega's de
conferentie te Londen zal bijwonen en
het kabinet zal vragen, het maximum zijner
concessies hekend te maken en dat. wan
neer het Kabinet daaraan voldoet, De Va
lera deze voorstellen aan Dail Eireann zal
voorleggen. Indien alles naar wensch gaat,
zou een militair bestand worden geregeld
en de voorwaarden van een schikking op
den grondslag van de regeeringsvoorsleUen
worden besproken in een gemeenschappe
lijke zitting van het Noordelijk parlement
en van de gekozen vertegenwoordigers van
Zuid-Ieriand.
Nieuwe moorden
Vier gewapende mannen kwamen dc
eetzaal binnen van hot Mayfair hotel te
Dublin. Zij schoten twee officieren van de
Constabulary neer, die daar met hun vrou
wen dineerden. Een werd gedood, de an
dere zwaar gewond. De aanvallers konden
niet worden gearresteerd.
GRIEKENLAND WEIGERT.
De Grieksche bladen pubiiceeren den
tekst van het antwoord der Grieksche re
geering op het bemiddeiingsaanbod der
geallieerden. De Grieksche regeering ver
klaart, dat ze zeer erkentelijk is voor het
vriendschappelijk aanbod, maar dat de
toestand aldus is, dat alleen militaire be
langen haar houding mogen bepalen. Die
toestand is slechts een gevolg van het we
reldconflict en in het naburige oosten is
hij gevolg van de toepassing der door liet
Vredesverdrag voorgeschreven sancties.
Griekenland bevindt zich in Klein-Azië uit
verplichting jogens zichzelf, cn om de ge
meenschappelijke besluiten der geallieer-
,Een B. T. A.-bericht meldt het een en
ander uit een verklaring van graaf Sforza,
minister van buitenlandsche zaken, in de
Kamer, waarbij hij zich voldaan toonde
over de regeling van het vraagstuk van hel
hersttel. 'Het besluit van de Duitsohe re
geering om te betalen en over te gaan tot
ontwapening en berechting der schuldigen
is de beste slap in dé richting van dc pa
cificatie van Europa sinds de onderleeke-
ning van hel vredesverdrag.Het huidige
Duitsehe kabinet gaf blijk van het flinke
en loyatc voornemen om de verplichtingen
van Duitsdhland na te komen, in de mea
ning, dat deze wijze van handelen het bes
te iniddel is om een einde lè maken aan
verdenking en wrok en om le arbeiden
'aan het economisch en moreel herstel van
het land. Dit herstel zal Italië met welwil
lend oog gadeslaan. Onze plicht is geen
intrigues van buiten in Italië toe te daten.
Sprekende over Opper-SiCezië gaf Sforza
uiting aan zijn overtuiging, dat men voor
dat vraagstuk een bevredigende regeling
zal vinden. Hij herinnerde er aan, dat
Itaiiaansclie soldaten dc eerste slachtoffers
waren van hun plicht. De Poolsche regee
ring, voegde Sforza hieraan toe, maakte
zioh los van de opstandelingen, maar in
haar eigen belang ware het gewenscht ge-
weési, dat zij onmiddellijk zoodanig stel
ling had genomen, dat elke twijfel ware
opgeheven. Italië kan thans ronduit aan
Polen zeggen, dat, indien het vooruit wil,
liet vooral den vrede moet willen. Hel ple
bisciet is gegrond in 'het verdrag van Ver
sailles en moet worden geregeld binnen
de grenzen van het verdrag, men moet
zich niet laten lekten door daden van ge
wekt, welke van de een of andere zijde
kunnen komen.
De minister wees er vervolgens op, dat
dc huidige toestand in het nabije Oosten
zich niet zoodanig zou hebben ontwik
keld, indien mien dadelijk aandacht had
gewijd aan de denkbeelden, weïke hij. in
1920 te Boulogne en Spa uiteengezet had.
Toen reeds had hij voorzien, dal de voort"
jetting van den strijd Angora zou drijven
tot aansluiting bij Moskou en zou leiden
loi een anti-Europeesche houding en on
verdraagzaamheid tegenover elke 'Euro-
peesche penetratie. Dientengevo'ge heefr
Italië dan ook zijn klein garnizoen uit
Adalia teruggetrokken, al had hél ook
door zn demarkatie te Adalia liet Turk-
sche gezag intact gelalen, omdat het in
het algemeen belang oen vruchtbare eco-
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
TWEEDE DEEL.
29.
Wan da, die
zulk langzaam
naar paard, dat aan
i. r. staPpen niet gewoon
was, slfcwits met moeite kon inhouden
gadf met V6el °Plettendheid
Ofschoon mevrouw Von Brenner
haar aardig nichtje tot nu toe nog nooit
de minste aanduiding over haar plan
nen en haar hoop gemaakt had, zoo
waren deze laatstgenoemde toch re°ds
lang duidelijk geworden, en in 't bin
nenste van haar hart gevoelde, zij zich
daardoor beleedigd en verontwaardigd
Een huwelijk met haar, de rijke erfl
gename, zou Leo de middelen verschaf
fen, de hypotheken, waarmede de
goederen belast waren, af te lossen en
den ouden glans der familie te herstel-
Jen. Haar fortuin was de hoofdzaak, zij
ïeive toegift nee, minder dar. dat.
osn lastig aanhangsel dat men, men
mocht het willen of niet, op dsï koop
toe moest nemen. Haar voogd wist
van deze toekomstdroomen zijner moe
der niets, daarvan was zij zeker, en
daarom had ook de ontdekking daarvan
geen afbreek gedaan aan haar vriend-
schappelijken omgang met hem. Zij
behandelde hem altijd met dezelfde
hartelijkheid. Maar in haar gedrag
tegenover mevrouw Von Brenner was
een wezenlijke verandering gekomen.
Zooveel het slechts kon geschieden
zonder opzien te baren, ging zij haar
uit den weg, en ofschoon zij haar ver
bittering trachtte te verbergen, ver
oorloofde zij zich toch dikwijls genoeg
spotachtige aanmerkingen, en zocht
v o durend op allerlei wijze zich zelf
en naar aangelegenheden aan den in
vloed der tante te onttrekken.
Een allerliefst meisje voor Leo, dacht
zij daarom nu, terwijl zij die twee
gadesloeg met half goedhartige, half
ondeugende tevredenheid.
„Maar Helena U zit zoo krom, alsof
u uw eigen grootmoeder was," riep
Wanda, terwijl zij haar paard een
lichten slag gaf. „Uw nieuwe onder
wijzer is natuurlijk te beleefd; om u op
uw houding oplettend te maken, en.."
De rest werd niet gehoord, want Diana
was met een sprong voorbijgevlogen,
en Puk, daardoor aangespoord, wierp
den kop achteruit en nam een aanloop
om vooruit te schieten. Helena gaf
een gil.
„Wees niet bang, mejuffrouw, ik heb
het dier geheel in mijn macht. Leg de
hand maar op mijn schouder; mocht
Puk dan nog eens een sprong doen,
dan kan u zich aan mij vasthouden."
„Ik vrees, dat u mij voor buiten
gewoon kinderachtig houdt," zeide
Helena beschaamd. „Maar die sprong
kwam zoo onverwacht."
„Het was heel natuurlijk, dat u
schrikte. Wat zegt u van een ietwat
snelleren gang Gelooft u het te durven
wagen
„Misschien wel," zeide Helena twij
felachtig „maar dan moet u de teugels
loslaten. U kan toch onmogelijk zoo
gauw er naast loopen."
„O, ik ben een hardlooper."
„U maakt bewonderenswaardige vor
deringen I" riep Wanda, die aan den
ingang van 't park teruggekeerd was
en hun nu in vollen galop te gemoet
kwam. „Ik zou niet langer aan den
leiband willen loopen, als ik in uw plaats
was. Laat de teugels los, L eo zij kan
wel alleen klaar komen."
Maar deze schudde het hoofd. Op
en af, twee-, driemaal door de heele
klengte der laan, ging het in lichten
draf. Wanda was verdwenen.
„Zij heeft het park verlaten," meende
de baron, „maar ver kan zij zich niet
verwijderd hebbenzullen wij haar
volgen
Helena aarzelde. „U zal vermoeid
zijn, mijnheer 1"
Deze glimlachte. „Indien dat uw
eenig bezwaar is, kan u gerust zijn,
mejufffrouw."
„Ik heb ook nog een tweede bezwaar,"
hernam Helena opgeruimd.'„Ik wilde
liever niet uit het park gaan, alvorens
ik den leiband niet meer noodig heb,
en ik weet niet, of dat nu al het geval
is."
„Dat hangt daarvan af, of u den
moed er toe heeft. Gevaar is er niet
bij, en ik blijf in uw nabijheid, om, zoo
het noodig is, u te kunnen helpen."
„Dan wil ik het wagen."
Eerst langzaam, dan in draf, ging
het vooruit, en Helena kreeg zooveel
zelfvertrouwen, dat zij moedig genoeg
was om te verklaren dat zij zich in den
zadel al te huis gevoelde.
„Wilt u ook niet een paard vooru
laten zadelen, mijnheer Von Brenner,"
vroeg zij, toen zij weer bij hem aankwam
„Mijn succes heeft mij trotsch gemaakt,
en ik zou gaarne Wanda te gemoet
rijden, om ma te laten bewonderen."
De baron was gaarne bereid, en
spoedig draafden beiden zij aan zij
uit het park. Wanda was nergens te
zien. Zij vernamen echter van eenige
kinderen, die zij ontmoetten, naar
welken kant zij gereden wasten volgden
baar. Hun conversatie was in 't begin
van weinig beteekenis en bepaalde
zich hoofdzakelijk tot de wenken, die
de heer Von Brenner aan zijn leerlinge
gaf in betrekking tot het houden en het
gebruiken der teugels. Maar van liever
lede kwam men ook op andere onder
werpen. Hij maakte haar opmerkzaam
op eenige interessante punten in den
omtrek, en vertelde haar ten slotte
van eenige uitstapjes, die hij als jongen
gedaan had, en waarvan de herinnering
nog zeer levendig in hem was.
„Ik heb in mijn jeugd veel rondge
zworven," ging hij peinzend voort.
„Mijn vader was officier, enmama en
ik maakten iedere verandering van
garnizoen trouw mee. Zoo kwam het
dat wij eerst in Berlijn, later in Spandau
woonden later brachten wij eenigs
jaren hier door en eindelijk kwamon
wij naar de Rijnprovincie, naar Ke-
blenz. Toen ik veertien jaar oud was,
stierf mijn vader, en mijn moeder trok
zich hier naar ons stamhuis terug,
terwijl zij mij naar Feldkirch zorid
Weet u, waarover ik mij in de laatste
dagen tevergeefs het hoofd heb ge
broken ging hij na een korte pauze
voort. „Maar dat kan *a onmogelijk
raden ik zal het u maar zeggen over
uw naam of beter gezegd, wanneer en
waar ik dien al vroeger heb geboord.
Ik moest vroeger al eens iemar.T van
dien naam hebben ontmoetmaar
niettegenstaande alle moeite, kan ik
mij niet herinneren onder welke om
standigheden die ontmoeting plaats
had."
„Ik geloof dat ik dat raadsel wel
kan oplossen," hrnam Helena na een
oogenblik van besluiteloosheid. „Mijn
vader was de neef van den vroegeren
eigenaar van Guruguh. Waarschijnlijk
heeft u, bij de eene of andere gelegen
heid van hem hooren- -spreken."
■- v, - t ii '(Wordt vervolgd