54 INSCHRIJVINGEN
Bedoekt de Motorrennen Zondag 3 Juli 130 uur
het Gemeentel. Speelterrein te Alkmaar.
b
1 „ONS BLAD" P*1
BUITENLAND.
FEUILLETON
Onder Valsche ¥iag
No. 219
VRIJDAG 1 JULI 1921
14e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 433
Indische kroniek.
EL -VRIJ KAAR HET DUITSCH,
TWEEDE DEEL,
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaar f 2.—
Voor buiten Alkmaar f 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs;
Van 1 —5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0 75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
1
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 4O0,—f 200,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,—.
- A
if -
Ir. Th. Vreede, tot voor kort lid
van den Jndischen Volksraad, heeft de
vorige maand te Batavia eene lezing
gehouden over „de Indische spoor
wegen". De cijfers, die hij als uitgangs
punt nam voor zijne beschouwingen,
zijn interressant genoeg, om ze hier
eens af te drukken.
Vooreerst enkele cijfers omtrent de
betrekkelijke lengte Van het spoorwegnet
Op 1 millioen inwoners heeft
Noord-Amerika (Ver.
Staten) 4000 K.M. Spoor
Europa 800
Japan 220
Br. Indië 170
Nederl. Indië 120
De prijzen voor het reizigersvervoer
per „reizigers-kilometer" zijn voor
Noord-Amerika onbekend
West-Europa 1 2% cent
Japan 1,1
Britsch-Indië 0,6
Nederl. Indië 1,2
Het reizen in ons Indië is dus goed-
kooper dan in Europa, doch duurder
dan in Britsch-Indië.
De prijzen Voor het goederen-vervoer
zijn per ton K.M. in'
Noord-Amerika 1,1 cent
West-Europa 2
Japan 1,3
Britsch-Indië 1,1
Nederl. Indië 4,5
.Wat de duurte van het goederen
vervoer betreft steken dus de Ned.
Indische spoorwegen inderdaad
gunstig af.
Het is dan ook op dit punt dat Dl'.
Vreede zijn critiek richt. De conclusie
die hij uit bovenstaande cijfers trekt, is
dat het economisch vervoer niet deugt.
Hij wijt dit aan de te groote snelheden,
waarmede gereden wordt. Van' alles
zins bevoegde zijde is daar tegen aan
gevoerd, dat juist de groote snelheid
beterheid geeft aan het spoorweg
vervoer.
Ik voel me allerminst bevoegd om
uitspraak te doen in deze kwestie, doch
moet uitdrukkelijk verzet aanteeke-
nen tegen het advies van Ir. Vreede,
aan het slot van zijne lezing gegeven,
mi een studie-reis te doen maken in
Japan.
In hemelsnaam, geen studiereis
Sinds we in Indië het systeem heb
ben geadopteerd, om, zoodra we er
gens mee verlegen zaten, een deskun
dige ambtenaar of ook wel een des
kundige commissie naar 't buitenland
te sturen om daar de zaak af te kijken,
schijnt het alsof 't Nederlandsche intel
lect niet meer tot zelfstandig denken in
staat is.
Wanneer we moeten aannemen, dat
al deze studiereizen noodzakelijk wa
ren, en niet werden verzonnen ten
gerieve van den een of anderen amb
tenaar, die lust had om gratis een
rnooie buitenlandsche reis te maken,
dan zou, afgemeten naar het aantal
keeren, dat we op geestelijk gebied
leentje-buur hebben moeten spelen,
de achteruitgang van ons voortbren
gend vermogen schrikbarend zijn.
Het is gebeurd, dat het Departe
ment van Binnenlandsch Bestuur
voor den aankoop van drie bioscoop-
toestellen een harer ambtenaren op
„studiereis" zond naar Amerika en
Zweden Vrage, hoe duur komt nu
zoo'n simpel toestel te staan 1
En om nu terug te komen op de
duurte van ons spoorweg-vervoer, het
zou te vreezen zijn, dat de studie-reis
naar Japan de prijzen nog hooger ging
maken
Bovendien heb ik vertrouwen ge
noeg in de kundigheiden van onze
ingenieurs om het aan hunne eigen
ingenieusiteit over te laten te dien
aanzien verbetering te brengen.
Hetgeen de Nederlandsche onder
nemingsgeest op spoorweggebied tot
stand heeft gebracht, mag inderdaad
geprezen worden. Aangelegd langs de
flanken der bergreuzen, hier met diepe
ingravingen brekend door de uitloo-
pers der bergrnassieven, daar klim
mend over hooge dijken door uitge
strekte valeien, elders zwevend op
rank gebouwde bruggen over angst-
wekkend-diepe ravijnen, en enkele
malen borend door de steil omhoog
rijzende bergruggen heen, biedt de
spoorlijn door Java's bergland den
reiziger een tafereel, dat eene verruk
king is voor het oog en voor het vader-'
landlievend hart.
Dat is Delftsche ingenieurskennis
op z'n best
Evenzoo geven de goed ingerichte
treinen met hunne keurige compar
timenten en nette restauratie-wagens
veel te loven.
Des te meer is te betreuren, dat de
leiding van de S.S., welke het aller
grootste deel van het Indische spoor
wegnet aangelegd heeft, in toenemende
mate aanleiding gaat geven tot klachten
omtrent*- minder deugdelijke organi
satie.
Verschillende dagbladen geven ook
uiting aan andere bedenkingen tegen
het beleid der betrokken directie. De
Nederlandsche lezer zal wellicht vreemd
opzien, wanneer hij verneemt dat de
S. ook hotels exploiteert. In Indië,
waar de hotel-prijzen een fabelachtige
hoogte hebben bereikt, zag men aan
vankelijk met voldoening dat de Over
heid op dit gebied werkzaam ging wor
den.
Zoo werd op het groote Konings
plein te Batavia een hotel gebouwd
teneinde te voorzien in het gebrek aan
logeer-gelegenheid, dat vooral bij het
greote Indische Ingenieurs-congres in
1920 dreigde te nijpend te worden. Naar
men zegt, gehoor gevende aan den uit-
drukkelijken wensch van Z. Exc. de
Graaf v. Limburg Stirum, stampte
toen de S. S. in vier maanden tijds van
„tijdelijk" materiaal een ruim hotel
uit den grond.
De voortvarendheid, waarmede hier
gehandeld werd, verdient zeker een
woord van lof. Doch de verwachting
van velen, dat nu prijsregelend zou
worden opgetreden ten aanzien van de
hotel-kosten, werd niet vervuld. H< t
„Nieuws van den Dag v. Ned. Indië"
schreef daaromtrent nog kort geleden
„Nu de gebouwen er evenwel een
maal staan, zijn de logeerkosten er al
even hoog als elders, en streeft de ad
ministratie naar eene luxe, volkomen
in strijd met den opzet en met het doel,
waarvoor de terreinen zijn afgestaan".
Wij zijn dus al heel weinig vooruit
gekomen.
De nieuw-komer uit Nederland, die
bij aankomst in Indië geruïmen tijd
voor zijn logies 15.- tot 20.per
persoon en per dag moet betalen, en
dan heeft hij bij lange na nog geen dure
kamer krijgt het gevoel, „gevild" te
zijn, vóór dat hij goed en wel aan 't
werk is. Zóó krijgt de Indische regeering
heel vaak een mopperend ambtenaar
te meer
De regeering kan een goed werk
doen, door te zorgen dat het S. S. hotel
ingericht wordt orn te bieden wat het
behoort te bieden een nette en vooral
billijke logeergelegenheid.
Alls grootheidsbevliegingsn zijn bii.
dergelijk overheidsbedrijf uit den boozè.
En nu de S. S. naar van uit Indië over
gebriefd is, ook in Buitenzorg de twee
grootste hotels heeft aangekocht, is
het te hopen, dat de zuinigheid van den
nieuwen landvoogd ook daar wonderen
zal kunnen verrichten. S.
NASCHRIFT.
Na het schrijven van deze kroniek
lees ik in „het Nieuws v. d. Dag van
Ned. Indië"
„Naar wij vernemen, is van de Alge-
meene Secretarie een schrijven uit
gegaan naar den Directeur van Gou-
vernements-bedrijven, waarin dezen
Departementschef wordt aangezegd,
dat de tarieven van het S. S. hotel
„Koningsplein" hier ter stede moeten
worden verlaagd, en dat een einde dient
te worden gemaakt aan de bals, con
certen en andere feesten, welke in
eene inrichting als deze minder op hun
plaats zijn."
Mooi zoo
En of dat ingrij pen van hoogerhand
ook noodig was
Ds processen te Leipzig.
Voor hot hoofdgcrechtshof te Leipzig,
waar -de „oorlogsmisdadigers"' worden be
recht, zijn nu de processen aan den gang,
door de Fransche regeeiing aanhangig ge
maakt.
Belangwekkend is het verloop der zaak
van generaal Strenger en majoor Crusius,
beschuldigd va*n moord op Franscihe ge
vangenen.
Beklaagde Strenger, 62 jaar oud, sinds
October 1915 oorlogsinvalide, vertelaarde
in Augustus 1914 zijn manschappen, die
30.
Helena wist niet recht, of zij die
viaag naar waarheid beantwoorden
of tot een uitvlucht haar toevlucht
nemen zou, en plukte om tijd te winnen,
een rozeknop, alvorens een besluit
te nemen.
„Ik ben op weg naar Guruguh," ging,
Constance, die het dralen begreep,
voort„mijnheer Gutbridge is op reis
gelijk u misschien zal weten, en daarvan
maak ik gebruik om Marion te bezoe
ken. Hij heeft wel is waar geen onaan
genaamheden met papa gehad, maar
jr ontbreekt toch niet veel aan, en
daarom vermijd ik het liever, hem te
ontmoeten."
Het gelaat van Helena nam een
irnstige uitdrukking aan. „Hoe zeer
jnoet die man ons haten zeide zij
deinzend.
Constance knikte. „Dat schijnt wel,
jn ik moet bekennen, da+ deze om'
Sioofdzakelijk uit inwoners uit Baden be
stonden. van Mühlhausen naar Saarburg
overgebracht te hebben.
Bij het vervolgen van den vijand op 21
Augustus werden zijn troepen plotseling
door de vijandelijke gewonden, die op het
exeriiitjeplein te Saarburg lagen, bescho
ten. Volgens Strenger's stafofficieren had
den deze gewonden ziöh bij het voorbij
trokken der Duitschers schijndood gehou
den. Hierop had Strenger gezegd, dat der
gelijke mepisöhen op de plaats doodge-
sdhv'.on moesten worden. Dit gebeurde
eelite, toen niet.
Bij den doortocht door het dorp Hessen
gebeurde hetzelfde. Generaal Strenger er
kende toen dezelfde opmerking te hebben
gemerkt, maar hij ontkende ten sterkste
bevc: gegeven ie hebben om weerlooze
geva; genen af te maken.
Voortdurend kreeg hij berichten, dat de
vijac-; zich dood of gewond hield, van
achteren uit school of de handen opstak,
maa; bij het nader komen der Duilscliers
plot:- ling schoot.
Op- een vraag van den president ver
klaar.*: Strenger gezegd te hebben: „Men
wil in uit de boonien op u schieten;
daar* u moot men geen gevangenen
make: Schiet hen als mussehen uit de
boom-ui". Een direct bevel ontkende hij
gegev i to hebben; dit zou dan gegeven
moet: zijn door hom aan zijn regiments-
corn:: LfcSiniten, en geen van hen heeft
een «slijk bevel gekregen.
litr-engci ver telde daarna welke ellen
den zijn manschappen moesten doorstaan
en dat hij een enorm aantal gewonden
had, en verklaart nadrukkelijk dat de
gevangenen niet zoo zijn behandeld als in
de beschuldighigsacle staat; hij bestreed
voorts met Idem de bewering van den
president, dat hij een onderofficier, die
gevangenen wegbracht, toegevoegd zou
hebben: „H-eh iik niet bevolen dat er geen
gevangenen zouden worden gemaakt?"
Hierop volgde het verhoor van majoor
Crusius. De president stelde vast, dat de
geestestoestand van dezen beklaagde o*p
26 Augustus deed vermoeden, dat hij niet
toerekenbaar was. Crusius stemde toe ver
schillende keeren zenuwoverspannen ge
weest te zijn.
In den strijd om het dorp Hessen op
21 Aug. was het brigadebev-al gegeven, om
gevangenen dood te schieten.
Crusius verklaarde dat hij in dien tijd
met een zekeren majoor Maller over het
slagveld liep. Daar zagen zij een oogen-
söhijnlijk dooden Fransehen onderofficier
liggen. Majoor Muller gaf, toen bleek dat
de man gewond was, aan twee Duitsohe
soldaten bevel den onderofficier dood te
schieten. Toen de soldaten aarzelden dit
bevel op te volgen, zeide Müller dat zij
waarschijnlijk niet bekend waren met het
brigadebevel. Ook een tweede gewonde
werd op bevel van majoor Müller dood
geschoten, hoewel hij kapitein Crusius op
zijn knieën simeekte om zijn leven.
Crusius heeft het bevel echter laten uit
voeren.
Op het beweren van den president dat
men toch geen slaaf is van de discipline
tot aan het misdadige toe, beriep Crusius
zich op het brigadebevél. Bovendien droeg
majoor Müller de verantwoordelijkheid,
omdat hij toen nog kapitein was. Crusius
verklaarde pertinent dal om 3 uur 's mid
dags, den 26 Augustus, alle officieren zijn
bijeenroepen en door generaal Strenger
bevel is gegeven, geen enkel gewonde le
sparen.
Strenger viel Crusius in de rede en ont
kende een dergelijk bevel ooit gegeven te
hebben. Hij beriep zich op het feit dat
geen enkel der andere getuigen iels der
gelijks beweerd heeft. Majoor Müller is
dood; deze stond als een katoi officier
bekend.
Majoor Crusius bleef bij zijn bewerin
gen, ofschoon ook de generaals Neu-
bauer cn Eckermann als getuigen gehoord,
verklaarden nooit van een dergelijk briga
devel gehoord te hebben.
Hoofdzaak van de bespreking werd de
toerekeningsvatbaarheid van Crusius. Ver
schillende getuigen vertelden van gebeurte
nissen waaruit bleek, dat Crusius zeer over
spannen was. Generaal Neubauer vertelde
dat Crusius op 2 Augustus na het invetten
van zijn bataljon bij la Ghapelle, het hoofd
volkomen kwijt was en geroepen had: „Al
les is verloren". Neubauer hield hem voor
krankzinnig en heeft hem het bevel ont
nomen.
Getuige, arts Doehner, heeft op het exer
citieveld majoor Crusius hooren roepen:
„Willen jelui het brigadebevel niet uitvoe
ren?" waarop een soldaat geantwoord had:
„wij willen geen gewonden doodschieten".
Crusius was toen zeer opgewonden. Of een
loopende jaar nieuwe geldleeningen voor
te stellen.
De toestand In Ierland.
De Labour Partij over Lloyd
George's uitnoodiging.
De parlementaire Labour Party heeft
een motie aangenomen, luidende: „De
partij, hoewel betreurende, dat deze stap
niet reeds maanden geleden gedaan is,
verheugt er zich over, dat de regeering
eindelijk, zonder eenige voorwaarde, de
afgevaardigden uit Ierland genoodigd
heeft tot een samenkomst om de Iersdhe
kwestie te hespreken en spreekt de hoop
uit, dat de door het Iersche volk gekozen
gedelegeerden, die uitnoodiging zullen
aannemen en de regeering thans met be
slistheid het pad der verzoening zal vol
gen, toldat een oplossing der Iersche
moeilijkheden zal zijn gevonden en vrede
en geluk voor het volk hersteld zullen
zijn."
Een Ierscli batalion verrast.
Maandagnacht hebben Kroontroepen
Oen inval gedaan in een café te Waterfall,
in het graafschap Cork, waar een batal
jon van het Iersch-ropublikeausch leger
Fransch soldaat is doodgeschoten, weet ge- een samenkomht hield en 45 personen
tuige niet. gearresteerd. Leo Murphy, een békend of
ficier in het graafschap, die de bijeen
komst leidde, werd. toen hij een poging
deed om te ontvluchten, doodgeschoten.
Leo Murphy was betrokken bij de ont
voering. enkele maanden geleden, van as
kapiteins Green en Crtui jL„a,v is L.s 1L-'
Watts, van wie sedert niets meer werd
vernomen.
tuige niet.
Getuige CruTienberger, landbouwer, die
indertijd onder Crusius gediend heeft, zeide
dat Crusius op 21 Augustus het z.g. bri
gadebevel heeft hekend gemaakt, om alle
gevangenen dood te schieten. De geiuige-
zag, hoe een kameraad een gewonde dood
schoot. Op 26 Augustus is liet bevel door
Crusius herhaald.
Gisteren werd het proces voortgezet.
Het conflict in de mijnindustrie,
Hervatting van den arbeid.
Drieduizend mijnwerkers hebben het
werk te Caranock Chase hervat zonder de
instructies van hun leiders af te wech
ten. Ook de mijnwerkers van Yorkshire
hébben besloten, het werk onverwijld te
hervatten. Een vergadering van vijfduizend
mijnwerkers te Wigan daarentegen heeft
met algemeene stemmen de getroffen voor
waard-en verworpen, terwijl de uitvoerende
raad van de federatie van mijnwerkers
van Zuid-Waies een resolutie heeft aan
genomen, waarin hij zegt ckt hij, ofschoon
ten sterkste de houding van de meerder
heid van het nationaal uitvoerend comité
afkeurend, daar zij den uitslag Van het
jongste referendum negeert, meent, ter
redding van de Federatie, geen andere keu
ze te hebben dan de voorstellen der mijn
eigenaars te aanvaarden.
fWat de staking gekost heeft.
De politieke medewerker der „Daily
Mail" schrijft, dat liet conflict, hetwelk nu
ongeveer 94 dagen heeft geduurd, aan de
schatkist zeker ni.et minder dan twee
miilioen pon-d per dag heeft gekost. De be
lastingbetalers zullen, ruw berekend, moe
ten betalen voor een verhoogd subsidie aan
de spoorwegen 40 millioen pond; subsidie
voor de mijnwerkers 10 millioen; leenin
gen voor het wcrkloozenfonds 30 millioen:
kosten der „Defence Force" 30 millioen;
verlies aan invoerrechten, inkomstenbelas
ting, schade aan de industrie in het alge
meen, 120 millioen po* De belasting
betalers zullen dus 230 n pond meer
njpeten opbrengen dan de begrooting
berekend was. De kansei. r der schatkist
zal vermoedelijk gedwongen zijn voor het
MOBILISATIE IN RUSLAND?
De „Times" meldt uit Helsingfors, 8at
in de noordelijke gouvernementen, en
misschien in geheel Rusland, een mobéli-
satieorder is uitgevaardigd in verband-
mei de opstanden in Siberië, waar de toe
stand zeer ernstig wordt geacht. Er zou
veel verzet ziin tegen de mobilisatie en er
zouden ernstige onlusten in verschillende
districten zijn voorgekomen.
De Peolsche opstand in Opper-
Silezië.
Aanvat op Beutheri.
Volgens mededeelingen in de Duitsche
bladen, werd in den naéht van den 29en
Juni door de insurgenten een aanval ge
daan op Beuthen Zij drongen onder dek
king van machinegeweren tot aan hel
hoofdslation. Winkels werden geplunderd
in de huizen werden handgranaten ge
worpen. De Franschen hielden ziah vol
k-omen passief.
De ontruiming.
De „Vorwarts" deelt mee, dat de ont
ruiming van de Selbstschuiz in het bezet
te gebied ordelijk geschiedt. In de d-oor
de Polen ontruimde gebieden werden tot
op heden sleclhts de steden door Enten
te-troepen bezet Derhalve is er groot ge
vaar dat op het platteland weer aan
slagen op het lev enen de goederen der
Duitschers zul] enworden gepleegd.
AUSTRALlë EN JAPAN.
Minister Miller, in den AuslraliscJien
Senaat het woord voerend, zeide, dat
Australië's ideaal was een overeenkomst
tusschen Groot-Brittannië, Japan en de
Vereenigde Slalen. Hij zou wenschen dat
de vriendschap tusschen Auslralië en
Amerika uitdrukking vond in een taslba-
standigheid reeds allerlei gedachten
jn mij heeft gewekt. O, daar komt uw
broer aan."
„Mejuffrouw Weber", riep Max, nader
Komende, „uw visite is, naar ik hoop,
toch niet alleen voor Helena. Er zijn
nog meer menschen in 't „witte huis",
die blij zijn u te zien".
Constance keek verlegen naar den
grond. ,,U is zeer vriendelijk, mijnheer
Wall.hagen; voor heden echter moet ik
mij het genoegen ontzeggen uw mama
te begroeten."
„Omdat
„Omdat ik naar Guruguh moest
gaan en mij toch reeds te lang heb
opgehouden. Dus adieu
,,Het afscheidnemen willen wij nog
een kwartier of ook nog een half uur
uitstellen, indien u er niets tegen heeft",
hernam Max, terwijl hij de hand, die
zij hem toestak, aannam en eenige
seconden vasthield. „Helena en ik
wilden juist een wandeling doen. In 't
voorbijgaan wilden wij even bij de
dames Rankhorst binnengaan, die He
lena nog een visite schuldig is. Indien
u het dus veroorlooft, gaan wij zoover
met u mee."
.Het was bijna alsof er een lichte
schaduw over het juist nog zoo ge
lukkig glimlachende gelaat van Con
stance gleed toch gaf zij haar toestem
ming.
In de laatste weken had juffrouw
Weber met een onbepaald, maar daar
om niet minder zeer beslist misnoegen
het drukke verkeer der familie Wall-
hagen met de weduwe Rankhorst en
haar dochter opgemerkt. De twee jong-
sten gingen, gehjk haar bekend was,
bijna iederen dag naar de pachthoeve
om zich van Elfriede in allerlei hand
werken te laten onderwijzen mevrouw
Wallhagen en Helena waren vol lof
over haar bekwaamheid en nu scheen
Max ook nog door de algemeene geest
drift besmet te zijn. Hij, voor wien
visites maken een last en een plaag was,
gelijk hij dikwijls verklaard had, ver
gezelde nu Helena. Een plotseling ver
langen om bij dit bezoek ook tegen
woordig te zijn, maakte zich nu van
haar meester.
Een vragende blik van Helena riep
Constance eensklaps tot haar zelve
terug. Was zij niet dwaas, zich over
dingen té bekommeren, die haar vol
strekt niet aangingen De ingang van
het park van Guruguh was bereikt en
Constance nam afscheid, terwijl broe
der en zuster hun weg voortzetten.
De pachthoeve van den ouden Ost-
lander lag dicht aan de straat in Zon
dagsrust. De forsche gestalte van den
ouden boer leunde gemakkelijk naast
de openstaande deur, op wier drempel
een groote kat zat, die met half geslo
ten oogen begeerig op de voorbijwag-
gelende jonge eenden loerde.
„Groeizaam weer, mijnheer de direc
teur," riep hij, terwijl hij een oogenblik
zijn geheel zwart doorgerookt pijpje uit
den mond nam. „De regen van dezen
nacht is met geen geld te betalen."
„Zeker," stemde Max toe, „alles zou
verdord zijn, indien deze droogte nog
langen tijd had aangehouden."
„Ja, het zag er erg uit," zei de boer,
met een bedenkelijk gezicht. „Nu, God
zij dank, voorloopig zijn wij geholpen.
Wil u naar mevrouw Rankhorst gaan
Die loopt al veertien dagen met een
doek om 't hoofd en schijnt veel pijn
te hebben."
„Met een doek om 't hoofd her
haalde Helena verschrikt. „Wat scheelt
haar dan 'i
i t i i r
„Kiespijn hernam Ostlander kort.
,,'t Zal nu echter wei beter zijn, ander
was de juffrouw niet gaan wandelen
denk ik."
„Is juffrouw Elfriede niet thuis?"
vroeg Max ras. „Indien mevrouw Rank
horst ziek en haar dochter uitgegaan is,
was het misschien beter dat wij ons
bezoek uitstelden, totdat het beter
gelegen komt, Helena."
„Wij moeten ten minste even vragen,
hoe het gaat."
Mevrouw Rankhorst ontving haat-
bezoekers met verbonden hoofd en
een gezwollen wang. Het spreken viel
haar moeielijk en haar geheel uiterlijk
verried, hoezeer zij behoefte had aan
rust. Hare beleefde uitnoodiging, lan
ger te blijven, werd met vriendelijken
dank beantwoord en Max en zijn zuster
begaven zich op den terugweg.
„Zullen wij rechtstreeks naar huis
gaan," vroeg Max, toen zij te zamen
weder op den grooten weg stonden.
„Waar is hier die romantische ruïne,
waarvan onlangs sprake was Zoudt
gij ze mij niet kunnen wijzen
„Gij meent dien ouden molen Eene
ruïne "is hij nu eigenlijk niet, maar toch
een schilderachtig oud ding."
„Is 't ver van hier?"
M,en, als wij dat smalle pad door
't volgen, zijn wij er binnen een
hau -.ar. Dit pad ioopt langs den muur
van 't park van Guruguh en dan in een
bocht om 't boschje, waar ik den eersten
dag, toen wij hier waren, oorzaak was,
dat onzen lieven neef Guthbridge de
schrik om-U hart sloeg".
„Noem dien man toch niet onzen
neef."
Max antwoordde niet en beiden
gingen een poosje zwijgende naast
elkander verder.
„Ik zou willen weten of hij zijn plan
nen ten opzichte van ons opgegeven
heeft of niét," begon Helena eindelijk.
,,'n Tweede poging bij den heer Weber
zal hij wel niet doen maar wie geld
en een ruim geweten heeft, vindt ge
makkelijk middelen en wegen om an
deren moeielijkheden te bergiaen."
„Zeer zeker, maar men kan zich niet
verdedigen, alvorens men aangevallen
wordtwij moeten dus met gedulc'
afwachten, vrat hij verder zal boen.1'
„Weet gij, waar hij is
„Guthbridge Neen ik weet er niets
van/J
ÏWorcÜ vervolgd