„ONS BLAD"
BUITENLAND.
FEUILLETON
Onder Valsche Vlag
MAANDAG 4 JULI 1921
14de JAARGANG
-
Labiel evenwicht.
No. 221
NOORD-HOLLANDSCK
Abonnementsprijs: j
Per kwartaal voor AlkmaarBureaU". HOF 0, ALKMAAR. - T©I@fOOii:
Voor buiten Alkmaar 105 g
Met Oeïilustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. g
ADMSNISTRATfE No. 433
REDACTIE No. 633
Advertentieprijs:
Van 15 regels f 1.25; eikeregel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-
uilbetaling per plaatsing f 0.60
Aan alls abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500, f 4Q0, f 2Q0, f 10Q, f 60, f 35, f 15,
De politieke verhoudingen vinden thans
haar zwaartepunt boven het steunpunt. Een
iehte stoot kan deze pyramide op haar top
-loon omstorten. Het evenwicht is labiel.
£r is uiterste voorzichtigheid te betrach
ten. Deze toestand dringt zelfs de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties op den
•ehtergrond. Een ieder voelt, dat dit vraag
stuk terecht met tecre vingeren beroerd
noest worden. Grooier belangen vragen
le aanhoudende aandacht.
Niet steeds heeft een partij zelfs haar
eigen zaken in de hand. Ook zonder bis
schoppelijk schrijven immers waren wij zoo
goed als allen van r,reening, dat de Coalitie
moest gehandhaafd blijven. En toch is er
reden, althans aanleiding, voor de hier en
daar uilgesproken meening, dat deze poli
tieke bond zijn beste dagen gehad heeft.
Wij, Katholieken, wilden het niet, maar de
omstandigheden en mogelijk zij wilden an
ders. Wij willen nog niet soheiden. De
vraag is nu wat zij willen.
De overzijde heft juichtonen aan. Doch,
als waren zij politiek ongeschoold, doen
zij daad op daad van antithetisch voelen,
die ons tot Christelijk samengaan zou
dwingen, zelfs al zouden wij niet willen.
Ik herinner mij den tijd der Provinciale
Statenverkiezingen van N.-Holland.
Een kleine meerderheidlinks. Zui
ver negatief: niet rechts. Wat al kleuren
vormden dit tapijt! Iloe sober daarnaast de
voetveeg: rechts.
Economische Bond, Vrij- en Unie-libe
raal, Vrijzinnig-Democraat, Sociaal-Demo
craat en een tweeledige revolutionaire
uiterste Vleugel, dit alles moest het College
van Gedep. Staten kiezen, mitsgaders de
Eerste Kamerleden afvaardigen. Had rechts
bij onthouding der Communisten
nog een schijntje hoop in stemmental dien
warwinkel te overrompelen? Neen. Al na
derden de cijfers elkander. Dit vertrouwen
bewaren wij voor 1922. Maar had rechts
hier en daar ecnige verwachting van een
•>ud-li'beraal of een Econ. Bonder om niet
„als inaar" roode mannen en vrouwen af le
vaardigen? Welliéfat hier en daar. Persoon
lijk twijfelde ik niet of ten slotte zou het
bloed kruipen waar het niet gaan kon, 't
zou schoorvoetend zijn: rechts tegen iiniks,
o! veeleer: links tegen rechts. En zoo bleek
bel.
Deze les had drie jaar later de reohtsehc
mannen van Amsterdam tot leering kunnen
strekken. Zij hebben er overheen gezien of
legen alles in gehoopt, maar dan moge het
resultaat voor hen beschamend, doch te
vens opvoedend zijn: Alle beletselen
vielen in één slag bij blauw en rood, toen
bet er om ging links le handhaven: links
tegen rechts le Amsterdam.
Waar zóó de antithetische daden hun
nentwege gesteld worden, nemen wij de
vrijheid vooralsnog om hunne woorden te
glimlachen, die de Coalitie als antithetisch
monsterverbond politiek uit den booze
krijten.
Het moge èn voor Vrijheidsbond èn voor
S. D. A. P. waar zijn, dat het allerminst
aangenaam is over alle geschillen Boisse-
vain-Miranda, mr. ter Hall-Wïbaut te moe
ten heenstappen.... (er wille van het cle
ricale „gevaar", wij hebben geen taak hen
uit die mizère te helpen zoowaar wij Ka
th olieken „clericaal" willen en zullen blij
ven, begrijpen wij hun lokstem niet, zoo
tang zij ons qua talis nog als „gevaar"
stgnaleeren.
Kort gezegd immers nu 'begrepen: Van de
iverzijde grijnst het gevaar dus niet. Indien
?r gevaar is voor de Coalitie moet dit in
wendig zijn.
En nu weigeren wij èn Grondbelasting-
affaire èn Dienstplidh-twethistorïe aan te
merken als feiten hoe ernstig ook die
een einde zou-cen moeten maken aan een
samengaan, heilzaam in 's lauds belang.
Bij de Zondagswetgeving hebben wij,
Boomschen, ons offer reeds gebracht. De
wet kan geslikt, wijl de praktijk ons milder
oordeel zal bevestigen. Het geven en nemen
ter wille der éénheid kweekt uiteraard geen
jubelstemming.
Doch erger is als een deel der Coalilie
den grondslag van samengaan wil onder
mijnen. Indien wij allen, welke godsdienst
ook beleden worde, grondwettelijk gelijk
berechtigd zijn en indien de uitoefening
van den godsdienst Yoor een ieder en een
tegelijk vrij is, dan begrijpen wij niet, dat
jenige grondwettelijke, bedoelde of onbe
doelde, ongelijkheid kan blijven bestaan,
zelfs al zouden de gegadigden of gedupeer
den geen prijs stellen op beëindiging van
hel onrecht. Ergo: al zouden de Katholie
ken over opheffing van het Processieverbod
niet kikken (en zij spraken er publiekelijk
wonderlijk sobertjes over tot dusver) dan
aiog moesten de andere partijen en wel
allereerst onze Coalitiegenooten als
wapenbroeders in dienst van het recht er
prijs op stellen dezen feitelijken uitzonde
ringsmaatregel weg te vagen.
Wij zien de omgekeerde wereld! Een
Coalitïeregeermg bestaande uit Irie Katho
lieken en zeven Protestantantsche, althans
niet Roomsche mannen, stelt voor het
Processieverbod op te heffen. Eindelijk. En
zulks in navolging van een voorbereidende
Commissie van geleerde heeren, allerminst
in meerderheid katholiek.
Eindelijk wordt recht gedaan. En het
verblijdende is, dat wij om dat recht ui-1
-behoefden le smc-aken (dat gaat de R.-K.
Staatspartij slecht af) maar dat van alle
zijden de onverdraagzaamheid van het
G. W. artikel werd erkend.
Tot Krop en Quast heibel gaan maken.
Een dezer heeren zou er zelfs op 70 jaar
met een knuppel op uit gaan. Was het Krop
of was het Quast?
En wat doen nu omv broederen in Coali
tieverband? In plaats van deze anti-paap-
sche fanatici als de laa-tsten der inheem-
sche A-zleken te brandmerken laten zij,
met stil genoegen, deze lied-en hun knuppel
in het hoenderhok werpen. Er is eenige
Schadenfreude daar ginds.
De Christelijk Historische gedaehten-
ga-ng gaat naar de eerste bronnen terug.
Waarachtig: de geheele(?) historie wijst
naar het Protestantisme. Zonder dit is
Nederland sociaal, politiek, economisch
enreligieus lam geslagenl De oude
Cathedralen en nieuwe torenspitsen zeggen
niels over het oude Roomsche geloof en
de nieuwe katholieke herleving, neen,
apres tout is Nederland toch een Protcs-
tantsdh land, van binnen en van builen
doorzuurd van reformalie.
Iïoe hebben we 't nu? Indien Nederland
nog den naam van prolestautsCh waardig
wil wordenen vooral de Coalitie, .dan
teekene het als uit één mond protest aan
tegen 't benepen ge-doe van Kroppen en
Quaslen. Maar voor zulk klein gerei in
zulk een groote zaak van recht op zijde
gaan? De biezen pakken. De matten op
rollen en verdwijnen met dc reeds inge
diende voorsteilen eener Coaiitieregeering?
Men zal moeite hebbest, alle katholieke
Kamerleden hiervan te overtuigen. Dan
houd ïk mij aan Vermeuler.'s woord: De
Katholieke Partij is eene persoonlijkheid,
die vrijheid vordert.
Mr. ROMANS.
De processen te Leipzig.
De roerde dag van het proces begon met
hel getuigenverhoor van den achteraf nog
verschenen Elzassischen dokter Wenger
uit Dornacb.
Hij verklaart, dat op 26 Augustus een
moorddadig gevecht geleverd werd. De ge
tuige kreeg behalve 20 Duitsehe gewonden
twee gewonde Fransche Alpenjagers, die
hem vroegen, of zij doodgeschoten zouden
worden, wat getuige verbaasd ontkende.
Hierop werd getuige bij generaal Stenger
ontboden, die hem zeide: „Zorg u voor een
wagen, zoodat wij de gewonden terug kun
nen brengen en de weg vrij wordt. Wij kun
nen het legen de overmacht niet houden.
Zorgt u dat do gewonden eerst terugge
bracht worden?"
Toen de getuige terugkwam, trijste hij de
Fransche Alpenjagers. De onderofficier
van den geneeskundigen dienst zeide hem,
dat kapitein Crusius hen had laten dood
schieten.
Den anderen ochtend kwam Crusius hij
den getuige, die hem daarover verwijten
deed, waarop Crusius zeide: „Dokter, ik
kon niet anders! Mijn zenuwen waren over
stuur. Ik -heb mijn heele compagnie ver
loren en was daardoor heelemaal mijn
hoofd kwijt". Later bleek, dat de compag
nie van Crusius alleen maar zware verlie
zen geleden had.
Hier valt Crusius den getuige in de rede
met de verklaring dat hij hem niet kent,
waarop Wenger opgewonden antwoordt
dat hij zich hem heel goed herinnert.
De voorzitter vraagt Wenger, of de ze-
nuwstoorms van Crusius van dien aard
was, dat een strafrechtelijke verantwoor
ding niet meer bestond, waarop de getuige
antwoordde, dat Crusius een volkomen in
elkaar gezakt-en indruk maakte en aan een
zwanen zenuwschok geleden heeft.
Hierna brengt de deskundige Geheimrat
Anton Halle. een uitvoerig rapport uit ever
den geestestoestand van Crusius. Hij zegt,
dat Crusius leed aan een verregaand zieke
lijke nerveuze constitutie, die bij hevige
indrukken en alcoholgebruik een toestand
van geestelijke stoornis heeft te weeg ge
bracht. Ook op 26 Augustus heeft Crusius
zidh bevonden in een toestand van geeste
lijke verwardheid in den zin van par. 51
van het rijkswetbook van strafrecht. Vol
gens dc meening der doktoren is het waar
schijnlijk, dat hij in dezen toestand beve
len verkeerd heeft opgevat. De fouten in de
herinnering, waaraan Crusius leed, zijn
ook bij vele deelnemers aan den oorlog op
te merken.
Hierna wordt het getuigenverhoor voort
gezet. Ha-upp, rijwielhandelaar te Rbeim-
feld-en dn Ba-den heeft opgemerkt, dat een
gewonde Franschman, die door de Duit-
schers niet werd lastig gevallen, van ach
teren op de Duïtschers schoot. Eerste lui
tenant Wintermantel bevestigt de grenze-
looze verbittering van zijn manschappen
over de handelwijze der gewonde Fran
schen. die, ofschoon de Duitsphers hen
niets deden, dezen in den rug schoten.
Getuige bevestigt, dat eenige gewonde
Franschen, diie gescholen hadden, in te
genwoordigheid van majoor Muller zijn
doodgeschoten. Getuige beschouwt dit als
een maatregel ter beveiliging van de eigen
troepen. Een brigade-bevel om de gevange
nen dood te schieten, kent getuige niet.
Getuige Rothacker, een arbeider, laat
zich in denzelfden geest uit.
De op verzoek der Frans-c'hen gedagvaar
de getuige arts de Lunge uit Altkirch (El-
zas) vertelt, hoe op 21 Augustus een
Duitsch onderofficier een revolverschot op
gewonde Franschen loste. Op de vraag,
waarom hij dat deed, verklaarde de onder
officier, dat dit een brigade-hevel was.
Een dergelijke getuigenis wordt ook afge
legd door den op Fransch verzoek gedag-
vaarden getuige arts Miiller uit Mulhansen
(Elzas.)
Getuige dr. Simonssohn (Leipzig) ver
klaart, dat hij op 25 October in Fransche
gevangenschap is geraakt, en dat daar alle
Duitsehe gevangenen door de zwarte troe-
pen zijn - afgemaakt. Getuige, die- gewond
was, kreeg nog van een zwarte een
levensgevaarlijk sdhot in het hoofd.
Getuige Liidwifz, leeraar te Griskau, zegt
dat hij bij Saarborg door de Fransohen ge
vangen werd genomen, en dat Duitsehe ge
vangenen door de Franschen in 'n moeras
werden gedreven. Daarna werd op de
Duitsehe gevangenen geschoten. Een der
gelijk getuigenis werd afgelegd door den
metselaar Brüse.
Overste Hilfritz uit Lübeck ze'gt, dat de
brigade op 26 Augustus een zeer hevig ge
vecht in een bosch heeft gehad. Hij zou
het bevel om geen gevangenen te maken op
dien dag voor gerechtvaardigd hebben ge
houden, aangezien de gevangenen de troe
pen in gevaar zouden hebben kunnen bren
gen, het onderspit te delven. Het brigade-
bevel is hem onbekend. Getuige houdt het
ook niet voor gerechtvaardigd.
Getuige Greiz uit Weingastin, die vroe
ger oppasser bij Crusius is geweest, zegt,
dat de bataljonsstaf op 21 Augustus door
gewonde Franschen is beschoten. Andere
getuigenverhooren luiden hetzelfde.
De verdediger I-eest daarna nog een
Fransch bevel voor, waarin wordt gezegd,
niets levends achter te laten in de loop
graven.
's-Avond-s om 7 uur liet d-e president alle
getuigen gaan, behalve generaal Neubauer
en aversie Hilfritz.
Heden, Maandag, wordt het proces voort
gezet.
Opper-Siiezië.
De ontruiming.
Het terugtrekken door de Polen wordt
in goede orde uitgevoerd. In de ontruimde
plaatsen wordt de orde gehandhaafd door
plaatselijke politie. Het bestuur blijft in
handen van de autoriteiten die door de
Poolsche opstandelingen zijn aangesteld.
In sommige plaatsen habben de vrijwil
ligers van Hoefer wandaden bedreven.
Ook uit O-ppeün wordt gemold:
De uitvoering van hot pacificatieplan
blijft goeden voortgang hébben. De Duit
schers trekken in goede orde terug tus-
sdhoti Rosenberg, Kreuzburg, Itosel en
Krip pi'tz.
Amnestie.
In heel Opper-Silezië is een affiche aaiv
geplakt, waarin de entente-commissie voor
Opp-er-SBterië ztich tot de bevolking van
dat gebied richt. Hot stuk, dat door gene
raal Lerond, de Marinis, van Harold en
Staart is onderteek-end, begint met d-e me-
■dedeeding, dat op 5 Juli zoowel de Pool
sche opstandelingen als de onregelmatige
Duiltsche formaties het gebied zullen heb
ben verlaten. Van dat 'oogenifcïi'k zal het
gezag w<tar uitsluitend in handen der en-
terite-conimiissie berusten.
Naar aanleiding van dit herstel der
autoriteit heeft dc commissie besloten een
algemeen-e amnestie te verieenen aan per
sonen, die zich -in Opper-Silezië aan po
litieke misdrijven hebben - schuldig ge
maakt. Van deze amnestie blijven ecbl-er
uitgesloten a25e personen bij wie winstbe
jag aanleiding tolt de misdaden heeft ge
geven. Elkeen, die na een nog le bepalen
tijdstip i-n het bezit van wapens en ont
plofbare Slóffen mocht worden bevonden,
zal worden vervolgd.
De Entente-commissie hoopt, dat de be
volking thans vastberaden, élike nieitwri
poging toit storing van de openbare vei
ligheid zal helpen onderdrukken. De com
missie hoopt tenslotte ook, dat de bevol
king rustig en vol voltrouwen de beslis
sing zal afwachten, die -die Entente betref
fende Opp-er-Sd'lezië zal nemen. Deze zal
hierbij rechtvaardig en onpartijdig te werk
gaan en zich aan de bepalingen van liet
verdrag van Versailles houden.
De Duitsehe pers protesteert er tegen,
dat d-e Erttente-comissie ook aa-n de Pool
sche rooverhenldcn amnestie heeft ver
leend. Zij herinnert wat deze aan moord
en .plundering op hun geweten hebben en
zegt, dait het toegeven aan den amnestie-
eisch van Korfanty een zw-cepslag is in het
gezicht van de DuJtsch-e bevolking van
O.-S., die thans het laatste restje vertrou
wen in de onpartijdigheid d-ezcr commissie
verloren heeft.
DE OOSTENRIJKSCHE .FINANCIëN.
De Ooslenrijksche nationale raad hoeft
aan de regeerimg mediedeeling gedaan van
i;.! maehliigïpg tot de aangevraagde ere-
dietoperaties tot een maximum van twee
milliard tot het aanileggen van een één-
maan-delijksche graanreserve. Daarna
werd in Iweedie lezing een vicr-maandc-
Jijksdhe vooiioopige 'begrooting aangeno
men, bij welke de regeering gedurende
dien termijn gemachtigd wordt tot cre-
dteloperaties tot een maximum van
twintig milliard.
De minister van financiën Grimm ont-
wiklcéide vervo'gens een uitvoerige uiteen
zetting van den financieeïen toesland,
waailbij bij ook de crediet-adtie vau den
Volkenbond en de daarmede in verband
staande binnenlandsche maatregelen tol
opheffing van liet deficit besprak. De mi
nister kondigde ook een verhooging aan
van de belastingen op verbruik,snrlikeien,
alcoholische dranken en vooral op suiker,
benevens oen mogelijke monopoliseering
van de mineraatoUieproduotie en de invoe
ring van een verkoopsbolasting. Ook had
de regeering de tegenwoordige vennogen-s-
belasling in haar financieel programma
overgenomen. De minister wees er tenslot
te op, dat de regeering in overeenstem
ming met de gedelegeerden van den Vol
kenbond de grondslagen voor de oprich
ting van een nieuwe emisisieJbaiik heeft
vaslgestél, doch over de voorwaarden,
welke aan een toekomstige verandering
vain betaalmiddelen den gron d slag zou den
moeten liggen, was nog niet onderhan
deld. De afgevaardigden van de Volken-
hond beoogen niet slechte het op poolen
zeiten van het staafehuishouden, doch ook
willen zij dit zelf inleiden, waarom zij de
valuta-hervorming aan helt hoofd van hun
programma hebben geplaatst.
Wanneer den Volkenbond het groote
werk der stabdliseerimg van de betaalmid
delen zou gelukken, dan zou hij het land
hebben gered en het een gelukkige toe
komst hebben verzekerd. Zijnerzijds zou
Oostenrijk allies in hel werk stelten, om
dit weak te bevorderen
De uiteenzetting van den minister werd
met veel instemming aangehoord.
FRANKRIJK EN DUITSCHLAND.
De Fransch-Duilache economische on
derhandelingen zijn tot 10 Juli geschorst
Te Parijs is men voldaad over den voor-
loopigen uitslag. De prijs van de koop
waar-, door Duitscliland te leveren, zal
bepaald worden door een Franisclisnan en
een Duitsdher, terwijl de commissie tot
herstek den derde za)l aanwijzen. Wat de
levering in natura aangaat, stelt men
voor de betaling door Frankrijk over 5
jaar uit te strekken. Dit acht men in
Fransche kringen nog te kort. Raüienau
zal niet te Parijs komen. WeJIUdht zal er
een nieuwe Fnamséh-Duilsche conferentie
met Rathenau te Wiesbaden plaats heb
ben. Eenige bladen zouden dé intrekking
der sancties wenscheJijik achten, nu
Duit veil land de bepalingen omtrent ver
goeding en ontwapening ernstig traclht na
le komen; niet edliter de sancties aan
gaande de bestraffing der oorlogsurisdla-
digers. Daarvoor alleen moeten de bezet
ting der drie Roersteden en de douane-
grens echter niet gehandhaafd blijven.
Het Journal meent, da,t Dusseldorp in
elk geval bezet moet gehouden worden'.
De Petit Parisien betoogt, da.t de Duit
sehe regeering de banken aan beide Rijn
oevers conlroiceren moet, wil ze aan de
bepalingen nopens het herstel voldoen en
■dat de douane-grens dit onmogelijk maakt
DE VER. STATEN EN DE CENTRALE
RIJKEN.
Naar uit Washington wordt gemeld,
heeft de Senaat te Washing tan met 38
tegen 19 stemmen de resolutie aangeno
men (waaromtrent gunstig was gerappor
teerd door eeni genneenschappeüijike com
missie Uit Huis en Senaat) waarbij een
eind wordt gemaakt aan den oorlogsloe-
.stand tus'Sclhen de Ver. Staten aan den
eenen kant en Duitschland en Oostenrijk
■aan den andeTen kant.
Volgens een bericht uit New-York zal
Harding na gevolg gegeven te hebben aan
de vredesresolutle, dadelijk onderhande
lingen me! Duitscliland beginnen over een
■handels (ractaat.
NA DE MIJNWERKERS,STAKING
Het departement van mijnwezen deelt
mede, dat de regelingen nopens de kolen-
staking zijn afgéloopen. Alle beperking op
vervoer, distributie en verbruik van En-
gelsche of ingevoerde kolen Lo open af op
4 Juli. 'Er is thans geen vergunning meer
ooodig voor het verschepen van kolen
voot ibunkers of -export, voor zoover van
het departement van mijnwezen betreft.
De gewone bepalingen staan hier nalunr-
lij.lt buiten.
IERLAND.
Uit Dublin wiordt geméld, dat de Vale
ra Zaterdag een proclamatie heeft uitge
vaardigd, waarbij hij verklaard, dat ober
heel Ierland op 4 Juli aan, die Amerikaan-
sche vlag eer zal worden beloond, ais
dankbetuiging voor de Aanerikaanscllte
vriendschap en hulpen als een erkend
symbool van het principe, dat de regee
ring haar gezag ontleent aan d'e toestem
ming van dc geregeerden.
Dublin Castle méldt, dat er Zaterdag
zeven poiiitie-mannen zijn gevallen ineen
hinderlaag van twee troepen opstandelin
gen le Gollerohin bij Dromore. Een' werd
gewond en twee werdén gevangen geno
men. De vier overblijvtenden vochten tot
dat er versterkingen kwamen, die de re
bellen vervolgden.
Een officieel rapport beweert, dat «e
■twee gevangen genomen poKtiemawnee
vermoord zijn d'oor de rebellen. Het ge
vecht duurde verscheiden, uren'. Men ge
looft, dat er een aantal opstandelingen
zijn gedood.
GEMENGDE F5U1TENL. BE
RICHTEN.
DE AANSLAG OP DEN ZUID-
SIJAVÏS'CH'EN REGENT.
Stejitsj, dc man, die eenige dagen gele
den oen bom naar den j ongen Servisch en
prinsaregemt hoeft geworpen, heeft thans
verklaard, dat de voornaamste leider van
dc samenzwering de communistische loden
der constituante 'Fiilipoviljs, Kovatjeseviisj
en Esvoritsj waren. Het is dit drietal ge
weest dat hem heeft bewogen naar Bel
grado te koeien om de daad ten uilvoe»
te brengen. Naar aanleiding van deze ver
klaring heeft de Servische minister van
justitie het parlement machtiging verzocht
om de drie loden te vervolgen, hetgeen
wend toegestaan.
Engele dagen1 geleden stierf te Dde-
desheim in de Paltz het gewezen lid van
den Beaerschen rijksraad Frans von SBukn,
de rijkste snaaai uit de Paltz. Von Ruhn had
van talrijke familieleden, o.a. van zijn
vader, die nattonaaJ-Kiberaal was, een
groot aantal wijnbergen en eveneens een
groot vermogen geërfd. Von Bulin heeft
geen nodhtslneeksclhe bloedverwanten na
gelaten, en nu zal 70 pet. van zijn enorm
vermogen aan het rijk overgaan, dat daar
van op zijn beurt weer 10 pet. aan Beieren
za'l moeien afslaan; dit alles volgens de
jongste wet op dc erfenissen.
De Weensehc politie heeft een bende
valséhe munters aangehouden, die er in
was geslaagd ongeveer 600,000 kronen in
valsche Tsjeoho-Slowaakséhe honderd-
kromenbiljel ten onder te brengen. Onder
de gearresteerden bevindt zich dr. Julius
von Sheezaras, universiteitsprofessor te
Boedapest.
Volgens d'e Memeler Dampilboot
liee ft Zaterdagnacht een inbraak in
het postkantoor te Memel plaats gehad.
Er is 5 millioen mark in nieuwe duizend
miarkbiljetten gestolen, voor 30,000 mark
postzegels en een aantal postpakketten.
Voor de terugvinding van de gestoten
goederen is een premie van 100,000 mark
uitgeloofd.
In een openslaand venster v-afi de
woning van een der leiders der gewezen
burgerwachten te Mundben is Zaterdag
avond met oen inch [geweer een schot ge
lost op het oogcmblik, dat zich iemand
aan het venster vertoonde. 'Er werd nie
mand gewonidL De conservatieve bladen
sproken van „moordaanslag", terwijl da
radicale pers het geval niet zoo tragisch
vindt, maar er op wijst, dat de bewuste
'leider o:p het oogeriblik, dat het schot weid
gelost, niet eens thuis was.
De Vorwarls verneemt uit LSegnatz,
dat in den nacht van 6 op 7 Juni op het
exercitieveld te Kuestrin 18 kanonnen, die
vernietigd moesten wonden, gestolen zijn.
Alhoewel voor het transport van deze
stukken een groot aantal manschappen
en paarden noodig zijn, schijnt niemand
er iets van te hébben gemerkt.
Hei bestuur van den Dualschen
transportarbeidersbond! heaft, volgens de
Vorwarts, eenstemmig besloten den zee-
iiedenleider Paul Miilier uit Hamburg, die
de Hwart-wit-roode vlag lreeft verdedigd,
ten scherpste te berispen. Miilier ver
klaarde dientengevolge, dal hij uit den
bond trad.
Het bestuurbare luchtschip D. 2,
van bet AmerikaanscJie leger, dat aan de
Auierifcaansdhe kust, in samenwerking met
oorlogsschepen aan oefeningen deelnam,
is aan d-en wal verongelukt. Toen gepoogd'
werd gas uit te laten, scheurde een der
zakken en bet luchtschip viel. De beman
ning is er goedl afgekomen.
Dc maand1, die Donderdag geëindigd
is, is in Engeland dc droogste Juni-maarnd
sedert 1813 geweest Da heele regenval, te
Kew opgeteekend, was maar 0,21 Eng.
duinn. Uit het heele land komen berichten
over het verpieteren .van graan- en knolge
wassen. Op de hoogten van Devon be
zwijken schapen van dor-st, hoewel deze,
zooals bekend is, het met Bieel weinig
water kunnen stellen
In de vliegliaven van Bourget bij
Parijs zijn gedurende d'e maand Juni 501
vliegtuigen binnen gekomen en vertrok
ken. Zij hébben 2000 passagiers vervoerd,
15,000 kilo goederen en 335 kilo post.
I.n Italië zijn thans 300.000 werkioo-
zen. 400.000 arbeiders werken maar drié
dagen in de week.
■vrij NAAR HET duitsch,
tweede deel,
81 I
„De goede God weet het best, wat
goed voor ons is," zei Max troostende.
„Gij..u gelijkt zeer op uw vader!
Hetzelfde haar, dezelfde oogen, del
zelfde vriendelijke glimlach. Hij was
dog maar een kleine jongen, toen mijn
heer Braunsberg hem aan mijne zorg
toevertrouwdehij kon mijn naam
Josephine niet uitspreken en noemde
mij daarom Jita. O, kinderen, hoe blijde
ben ik, dat onze Lieve Heer u hierheen
geleid heeft. Sedert ik wist, dat gij in
mijne nabijheid woondet, heb ik iederen
dag aan u gedacht en gewenscht u ten
■toinste eens te mogen zien."
„Wij zouden reeds lang bij u geko
men zijn, indien u ons maar een paar
lettertjes geschreven of anders door
iemand bericht gegeven had," zei
Helena vriendelijk. „Hoe ongaarne
Tu ook het buis van den heer Guth-
bridge zouden betreden, onder deze
omstandigheden zouden noch Max,
noch ik geaarzeld hebben."
„U bericht geven riep de oude
vrouw verschrikt„hoe zou ik dat
kunnen Mijnheer Guthbridge zou dat
nooit geduld hebben. Indien hij ver
moedde, datMaar God zij dank,
hij is ver genoeg van hier, in Parijs,
en komt voor het einde der week niet
terug."
„Maar u is toch geen gevangene
hernam Max ernstig en verdrietig te
gelijk.
„Gij kent...., vergeef mij, ik ben
een oude vrouw, en vergeetachtig..
u kent hem niet, en wanneer ik u aan
zie, dan.... danZij zweeg en
wendde haar gelaat af.
„Waarom zou de pleegmoeder van
onzen vader nog complimenten met
ons maken, Tita zeide Helena terwijl
zij de hand der oude vrouw vatte. „Max
en ik, wij zijn veel te blijde, dat wij hier
zulk een lief grootmoedertje gevonden
hebben, niet waar Max Het spijt mij
nu dubbel dat ik zoo weinig op mijn
vader gelijk maar ik hoop, dat gij mij
desniettegenstaande wel als uw klein-
kind zult willen erkennen."
„God zegene u, lief kind, God zegene
u," prevelde de oude vrouw aangedaan.
„Indien gij ook de trekken van Robert
niet geërfd hebt, zoo bezit gij toch zijn
trouw hartElfriede, wees zoo goed
mij nu naar de bank terug re rijden,
dan kunt gij ten minste gaan zitten,
terwijl wij over oude tijden praten.
Gij moet mij van uw vader vertellen
en hoe het met hem in al die jaren is
gegaan."
Elfriede wilde gehoorzamen, maar
Max duwde haar zachtjes op zijde.
l,Voor dezen keer moet u mij dat voor
recht afstaan, juffrouw Rankhorst,
Ik ken den weg. lek bn hier al eens ge
weest."
Langzaam bewoog zich het wagentje
vooruit, Helena en Elfriede volgden.
„Waarom heeft u ons nooit van uw
visites op Guruguh verteld
Elfriede keek verrast op. Haar scherp
gehoor, of liever haar fijn gevoel had
bemerkt, dat Helena op ietwat ver
ontwaardigden toon gesproken had.
„Het kasteel zelf betreed ik nooit
als het weer mooi is brengt mijn tante
eenige uren des namiddags in 't boschje
door, en mama en ik maken van die
gelegenheid gebruik haar op te zoe-
ke„".
„O, zoo," hernam Helena op koelen
toon.
Elfride zweegzij was beleedigd.
„Het gaat mij natuurlijk niet aan in
welke familiebetrekking u met Tita
staat, „en u heeft zonder twijfel het
recht, daarover het stilzwijgen te be
waren, indien...."
Een gloeiend rood kleurde plotseling
de wangen van Elfriede en hare oogen
fonkelden. „Pardon, dat ik u in de
rede val, maar het schijnt, dat ik u zoo
even niet goed heb verstaan. Houdt u
mij wezenlijk'voor zoo laag, dat ik uit
mijn verwantschap met mijne goede
tante een geheim zou maken, omdat
ik mij voor haar schaam Indien u dat
gelooft, verkeert u jn een zeer groote
dwaling".
„Het lag volstrekt niet in mijn be
doeling u te willen beschuldigen," zeide
Helena niet zonder eenige verlegenheid.
„u kan niet ontkennen, dat u mij,
ja ook mijne moeder tot zulk een laag
heid in staat hield sprak Elfriede
eenigszins driftig. „Voor zoo ver ik
v/eet, hebben wij u daartoe geene aan
leiding gegeven." Zij zweeg en hare
groote blauwe oogen vulden zich met
tranen.
„Vergeef mij," smeekte Helena be
schaamd. „Uw onverklaarbaar zwijgen
bevreemdde mij zoo zeer, dat ik op 't
eerste oogenblik niet wist, wat ik van
u moest denken. Maar is Tita wezenlijk
uwe tante?"
„Mijne oud-tante, de tante mijner
moeder," hernam de gevraagde. „Dat
ik nooit over haar sprak, geschiedde
alleen, omdat zij wenscht, dat hare
verwantschap met ons geheim gehou
den worde. Mejuffrouw Guthbridge is
natuurlijk met het geheim bekend,
maar buiten haar weet er ook niemand
iets van."
„Maar waarom dan vroeg He
lena.
„Zoo kinderen, daar zijn wij," on
derbrak Tita's stem nu het gesprek.
„Wees zoo goed mij een beetje naar
rechts te plaatsen, dat ik u allen goed
kan zien. Maar Elfriede, wat zie ik
daar Hebt gij geweend
Elfriede schudde glimlachend het
hoofd. „Waarom zou ik weenen, tan
te," hernam zij ontwijkend.
„Mijn voeten willen wel niet, maar
mijne oogen zijn nog zeer goed," zeide
de oude vrouw schertsende. „Nu
kind
Elfriede wendde zich verlegen op
zijde.
„Aan de roode oogen ben ik schuld,
Tita," zeide Helena nu, „en Elfriede
wil mij maar niet dadelijk den eersten
dag bij u aanklagen. Ik was verdrietig,
dat zij nooit van u gesproken heeft.
Zij verklaarde mij echter, dat dit stil
zwijgen uw uitdrukkelijke wensch en
wil was. Waarom mag toch niemand
weten, dat zij uw nichtje is?"
Tita's voorhoofd werd betrokken.
„Mijnheer Guthbridge ziet het niet
gaarne, dat zijn lieden bezoek ont
vangen. Indien hij nu wist, dat mijn
familieleden in de nabijheid woonden,
zou hij het mij misschien onmogelijk
maken, Elfriede en hare moeder van
tijd tot tijd te zien en te spreken."
„Maar waarom, dan riep Max.
„Dat is immers een ongehoorde en
tegelijk geheel doellooze dwingelandij?"
„Van de bedienden in 't kasteel
zullen velen toch nog ouders en zusters
of broers hebben," hernam Helena,
terwijl zij, naar het scheen, heel toe
vallig, een weinig op zij ging, zoodat
zij juist tegenover de oude vrouw zat,
'(Wordt vervolgd),