BUITENLAND.
BINNENLAND.'
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SS^433
FKUILLBTl HM
Onder Valsche Vlag
DINSDAG 5 JULI 1921
14e JAARGANG*
Advertentieprijs;
Parlementaire Kroniek
GEMENGDE BUITENL. BE-
RICHTEN.
22?
NOORD-HOLLANDSCH
aadaamfiaBj Q g glL/%0§S
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar 2.—
Voor buiten Alkmaar - 1 105
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 i hooger.
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
fIet Djambi-onlwerp in dc Eerste Kamer.
Niet minder groot ja zeis nog grooter
dan bij de behandeling in de Tweede
Kamer, was de belangsieHing in het veel
besproken wetsontwerp, toen bet Donder
dag en Vrijdag j.l. in den Senaat bediscus
sieerd werd. Zulks bleek uit de eeer druk
bezette gereserveerde en publieke tri
bunes.
Het geval deed zich met dit ontwerp
voor, dat, terwijl eenersijds de katholieke
heer Blomjous en de vrijiieidsbonder de
lieer Gremer, het (de eerste geheel zonder
voorbehoud) prezen en toejuichten, ander
zijds de vrijzinnig-democraat prof. van
fimixten en de socialistische lieeren Van
Kol en Mendels geen woorden genoeg
tonden vinden, om het ontwerp aan een
afbrekende critiek te onderwerpen.
Prof. Van Emibden verklaarde ten aan
zien van „het Amerikaansohe gevaar'' liet
Uandpnnt te willen innemen, dat men er
enerzijds zeker geenszins voor moet buk
ken, docli dat het anderzijds evenmin juist
's, om er opzettelijk koppig legen in te
gaan. De nota-Wisseling met de Ameri
kaansohe regeering was z. i. onvrucht
baar en moest tot misverstanden leiden,
omdat de wederzijdsche correspondenties
langs elkaar heengingen. Hierbij ging, naar
het oordeel van den spreker, onze Regee-
ring niet vrij uit, omdat de indruk wordt
gewekt, dat men zich onzerzijds „vau tien
Jomme 'houdt," in het bijzonder ten aan
zien van Ameri'ka's kennelijk doelen op de
Djamibi-vekien, al werd de naam „Djambi"
ai de Amerikaansohe correspondentie dan
pok niet genoemd. Opmerkelijk was de
jnhoofsclie, ruwe wijze waarop de profes
sor in zijn rede vooral tegen den Minis
ter van Koloniën te keer ging. Zijn wijze
van argumenteeren deed denken aan die
van Mr. .Marchant in de Tweede Kamer.
Had de rede van den heer van lhnhden
ten minste nog dit verdienstelijke, dat er
nog wat nieuws viel uit op te diepen, deze
verdienste ontbrak goheel aan de phi-lli-
pica des 'heeren Van Kol. Diens rede was
.weinig meer dan een aaneenschakeling
van herhalingen, van argumenten die door
zijn partijgenooten reeds in de Tweede
Kamer tc berde waren gebracht.
De heer Mendels spon in een veel te
lange, vrij vervelende rode, allerlei bezwa
ren ellenlang uit.
Belangrijk om haar degelijkheid en van
bezadigd oordeel blijk gevende, was de
redevoering van den oud-minister van
Koloniën, tevens oud-gozant te Washing
Ion, den lieer Cremer. Deze deskundig!
stolde voorop, dat bij in zake Djambi be
slist legen slaals-expioitatie was, zonder
in beginsel tegen elke exploitatie door den
Maat te zijn.
De lieer Cremer achtte, zooais gezegd,
staatsexploitatie in de tegenwoordige om
standigheden juist hoogst ongcvvenscht.
De groote risico, welke aan mijnonderne
mingen eigen is eenerzijds, de enorme be
dragen, welke voor de exploitatie lienco-
«ffigd zullen zijn anderzijds, mak-en het
s. 1. onverantwoordelijk, indien de Staal
niettegenstaande den bcnacden financiee-
ien toestand tot een dergelijke onderne
ming zou besluiten. Bovendien w ces
spreker er in dit verband op, dat het
geld, hetwelk de Staat door leenin-gc-n
moet bijeengaren altijd duurder is, dan
bet particulier geld; de koersen van In
dische spoorwegen bijv. staan oenige pro
centen lager genoteerd dan die van ge
lijkwaardige particuliere Indische onder
nemingen. De heer Cremer- knoopte aan
deze opmerkingen over den wensch naar
•Staatsexploitatie voor Indië, cenige meer
algemeene beschouwingen vast over de
waarde van den particulieren onderne
mingslust in Indië, welke zich, ondanks
herhaalden, natuurlijke en kunstinutigen
tegenspoed, onverdroten in talrijke on
dernemingen op elk gebied beeft geuit
fn Indië gemaakt heeft tot wat het thans
lis. Evenals het Amerikaansclie volk in
korten tijd een bijna onovertroffen wel
vaart heeft bereikt, dien het te danken
beeft, niet aan Staatsonderneming en
Staatszorg, doch aan de individueele in
spanning van den Amerikaanschen bur
ger, die zijn spaarpenningen in de groote
nationale ondernemingen stak. zoo ligt
nok liet economisch lot van Indië niet
.VRiJ NAAR HET DUITSCff,
TWEEDE DEEIi.
32.
„Hebben al die menschen zich ver
bonden, iedere betrekking met hun
familieleden af te breken
E yNeen, maarmaar met mij is
dai: niet zoo^ geheel en al hetzelfde."
„Hoe zoo?" vroeg Helena.
„Ik kan reeds sedert jaren niet meer
werken, en desniettegenstaande krijg
ik alles, wat ik noodig heb." Tia kwam
zichtbaar in verlegenheid.
„En is dat een reden, u elk verkeer
met uw familie te verbieden, u van
alle menschen af te zonderen, gelijk
mijnheer Guthbridge schijnt te doen?"
"ep Max uit. „Is die man krankzinnig
01 welk doel heeft hij daarbij
„Het doel kan ik u noemen," her
nam Helena, terwijl" zij de oude vrouw
scherp in 't oog hield.
nr^ii3 'bekend met dingen, die hij
m eiken prijs verbergen wil en moet.
Zli niemand ziet en met niemand
in handen van den Staat, doch van de
werkkracht en de ondernemingslust van
den Nederlander én -den inlander. „Indië",
zoo zeide de beer Cremer, „zal zich nooit
ten voile kunnen ontwikkelen, indien men
het perst in-het keurslijf van Staatsexploi
tatie en Staatsinmenging.''
In de Vrijdag gehouden vergadering was
het de oud-minister van Koloniën, de heer
de Waal Malefijt, die op de hem eigen
zachtmoedige wijze den heer Colijn verde
digde tegen de persoonlijke aanvallen die
de heer Van Kol zich -tegenover den heer
Colijn in verband met de Djaanbi-kwestie
had veroorloofd.
Zeer krachtig was van de zijne ccr B.e-
gcering de verdediging van het ontwerp.
Minister Ruys gaf een nadere, logische
toelichting op zijn besluit, om de behan
deling van de aanhangige wetsontwerpen,
niettegenstaande de demissionaire positie
van hel kabinet, met de Eerste Kamer
voort te zetten. Hij deelde mede, dat dc
voorzitter van de Eerste Kamer hem den
25en Juni gevraagd had, van welke, reeds
door de Tweede Kamer aangenomen wets
ontwerpen, de behandeling noodzakelijk
dan wel gcweuscht was. In antwoord op
deze vraag heeft de minister geantwoord,
dat de behandeling van het Djamlri-ont-
werp noodzakelijk was, en wel vooreerst
om financieele redenen en bovendien om
tot de ontginning van de rijkdommen van
Indië ten spoedigste te kunnen overgaan.
Tegenover de bestrijders van dit standpunt
merkte Z.Exc. op, dat men, indien de be
handeling van bet Djaanbi-ontwerp parle
mentair cn constitutioneel ontoelaatbaar
wordt geacht, deze zienswijze dan ook
voor alle ontwerpen, ook de onbelangrijke
moet laten gelden .Overigens legde de
minister er den nadruk op, dat alle mi
nisters ten volle verantwoordelijk blijven,
zoolang sommige hunner niet definitief
hun ambt hebben neergelegd.
Uiteraard ging Minister van Karnebeek
in zijn rede op ds zaak zelve in. Welk
belang ,zoo vroeg hij, zou het departement
van Bui-tenlandsohe Zaken er hij gehad
hebben om zich, zooals prof. Van TSmhden
iiet genoemd had, „van den domme" tc
houden, r.u de minister dien zelfden dag
den Amerikaansohe gezant aan zijn ambt
genoot van Koloniën geïntroduceerd had,
opdat deze de Djamhi-aar.gelegenheid den
gezant volledig zou kunnen uiteenzetten.
Dé tijdelijke wrijving met de Amerikaan
sclie Begeering wordt ten onrechte aan
liet Djamiu-vraagstuk geweten; ook zon
der deze kwestie had dit verschil van
meaning niet kunnen uitblijven, daar het
voortvloeit uit de weöerzijdsbhe pelro-
lemnpoiitiek, welke elke der beide naties,
zoowel de Nederlandsche, als de Ameri
kaansohe haar e'gen meening zelfstandig
vaststelt. Z.Ex .meende dan ook, dat deze
notawisseling niet behoeft te worden be
treurd, omdat ze er toe heeft bijgedragen
om de misstanden omtrent de koloniale
politiek aan beide zijden op te helderen
en aan bet buitenland op de duidelijkste
wijze kenbaar tc maken, dat onze inter
nationale koloniale politiek met liet vol
ste recht een brcedc politiek genoemd
mag worden.
Tegenover de voorstanders van staats
exploitatie meende de lieer Van Karne
beek opnieuw op de moeilijkheden te
moeten wijzen, die de verkoop van do pe
troleum dan met zich mee zou brengen.
Het stellig Nederlandsche karakter van
de Koninklijke meende de minister nog
eens te kunnen aantoonen door te wijzen
op haar vestiging in Nederland, op de
Nederlandsche meerderheid in het he
s-tuur en op de Nederiandscihe handen,
waarin <I« preferente aandcelen zich be
vinden. Op de door prof. Van Em-bdeu
gestelde vraag, of het gerucht, dat de Ko
ninklijke een verzoek tot de afdeeling
Mijnwezen in Indië gericht, beeft, om ge
heel Indic te mogen exploiteeren, juist Is,
antwoordde de minister, dat de directie
der Koninklijke verklaard heeft, dat haar
van een dergelijk veTzoek niets bekend is
en dat zij liet denkbeeld onzinnig acht.
De regeeringscommissaris, de heer Mid-
delherg, belastte zich met de behandeling
van enkele detailpunten.
Minister de Graaff maakte het Vrijdag
nog al kort. Het geTucht, dat de Bataaf-
sche al exploitatie-veTgunningen had
aangevraagd, verklaarde hij ongegrond.
Het einde der discussies was zooals te
verwachten viel. Het ontwerp werd met
27 tegen. 8 stemmen aangenomen. De acht
tegenstanders werden gevormd door de
sociaal-democraten, de heeren van Emb-
den en van Slingerberg, beiden vrijzinnig
democraat, de vrijheidsbouders Dojes, de
Boer en Bergsma.
Van de linkerzijde stemde o.a. de heer
Kraus voor. Het ging hem niet van liane
zulks te moeten doen en zijn Tedcnen
daarvoor waren van negatieven aard; af
stemming leidt onmiddellijk tot langdurig
uitstel en in de tweede plaats beslaat er
behalve het stelsel der regeering alleen
nog staatsexploitatie, welke de heer Krau»
evenals de heer Cremer op dit oogenblik
onuitvoerbaar achtte.
spreekt, kan zij hem niet verraden.
Is het niet zoo, Tita
„Vraag mij niet, ik kan u niet ant
woorden," riep deze angstig uit.
„Wat zou ik kunnen weten en ver
raden voegde zij, met een schuwen
blik op Helena er bij. „Mijnheer Guth
bridge is een rijk heer en ik ben slechts
een arme dienstmaagd."
„Is mijnheer Guthbridge u dan nader
dan wij, de kinderen van uw vroegeren
pleegzoon, dat gij ons om zijnentwil
de waarheid verbergt vroeg He
lena met een hart kloppende van hoop
en verwachting.
„Niet om zijnentwilO neen, niet
om zijnentwil!"
„Maar gij weet iets van hemgij
v/eet, dat hij door een misdaad de
erfenis verworven had
„Een misdaad? Ik weet niet zeker,
of het wel een misdaad geweest is,"
stamelde Tita, terwijl zij in haar wa
gentje achterover zonk.
Elfriede legde nu haar arm be
schermend om de oude vrouw, ter
wijl Max bleek en opgewonden zijne
zuster aanstaarde. Had zij gelijk ge
had Stonden zij op het punt een
ontdekking te doen. diemaar
Frankrijk en Diiitschland,
Opliejfihg der sandiest
De besprekingen tüsschen -die Fra-nsclie
en Duitsche deskundigen te Parijs zijn ge
schorst to-t 10 Juli en de heeren Bergman
en Gugenheim zijn naar Berlijn terugge
keerd om nieuwe instructies te verkrijgen.
Volgens het „Journal" is men het eens
geword-en over de prijzen, waarvoor even
tueel de door Duilschlaiid aangeboden
grondstoffen zouden kunnen worden gele
verd. Dit was -echter niet het voornaamste
punt van het debat, zegt het blad. In de
drie komende jaren zal Frankrijk aan
,D ui I s c-h land voor de verwoeste gebieden,
belangrijke hoeveelheden goederen vragen.
De totale waarde daarvan is aanzienlijk
grooter dan hot deel dat Frankrijk dn spe
cie van -de schadevergoeding zal kunnen
krijgen. Vo-'-gens artikel 10 van den beta-
lingsslaat zal die waarde elke drie maan
den worden afgetrokken van de Duitsche
stortingen. In die drie jaar zou Frankrijk
aldus voortdurend do debiteur van
Duitschïa.nd geweest zijn.-De Fransche ge
delegeerden hebben aan Duilschlan-d ge
vraagd de betalingen over ©en grooter
aantal jaren tc verdoelen. Zij hebben een
verlenging lot vijf jaar verkregen, dóch
w 'nschen dien termijn nog langer.
Volgens liet „Journal" zouden de Diiit-
schcrs verband willen leggen tussc-hen
den wederopbouw en dc uitvoering van
het vredesverdrag. Zij zouden bereid zijn,
hun goeden wil op groote schaal te too-
nen, als Frankrijk hot initiatief nam tot
het doen ophouden -der' sancties of zich
daartegen niet zou verzetten. Het blad
acht het vanzelfsprekend, dat men den
lOdeu Juli, bij de hervatting der bespre
kingen op het ministerie der bevrijde ge
bieden, diit onderwerp ni-et zal laten aan-
roerem Dit kan toch alleen een kwestie
zijn voor c,eu bijeenkomst der geallieerde
staatshoofden.
Wat de ontwapening belref-t, die 30 Ju
ni moest voltrokken zijn en waaromirent
Duitschland een aantal cijfers heeft gege
ven, meent hot blad le weten, dat generaal
Noliet, die dezer dagen le Parijs was, van
oordeel is, dat d:ie cijfers vertrouwen ver
dienen. Hij heeft verzekerd, dat 'hij overal
bij -do Duitsche autoriteiten het verlan
gen heeft waargenomen, de aangegane
verbintenissen na te komen.
Er op wijzend, dat Engeland, Italië en
ook België wel voor opheffing d'er sanc
ties te vinden zouden zijn, zegt liet
„Journal", dat de Fransche openbare
mecning niet zonder groote ontroering en
ongerustheid de opheffing der sancties
zou zien.
HET E NGELS GHJAPANS CHË
VERDRAG.
Shidehara, de Japanseihe gezant te
Washington, verklaarde formeel, dat het
Engelsch-Japansehe verdrag nimmer be
doeld was als een instrument van vijande
lijkheid, of zelfs van verdediging, tegen
Amerika. Hij verklaarde voorts, dat Japan
begeerig was, de vriendschapsbanden en
loyale samenwerking met Bri'ttann-ië te
versterken, heigeen -hij voor het even
wicht in hot Verre Oosten van het hoog
ste belang achtte. N-ochthans was het Ja
pans vaste voornemen, ales ite vermijden,
dat de traditioneele betrekkingen van goe
den wil en goede verstandhouding met
Amerika zou kunnen schaden.
De „Westminster Gazette" critiseert de
Etigel-sche regeering als volgt:
„Nadat de Staatslied-en de-s rijks hun
gedachten gedurende langen tijd over de
brandende kwestie van de hernieuwing
van het Engeisch-Japansch verdrag had-
niemand had ooit getwijfeld aan de
echtheid van het testament zijns ooms,
integendeel, het stond vast, dat de
heer Braunsberg het uit eigen, vrije
beweging den notaris gedicteerd had,
in een tijd, dat hij gezond en in 't
volle bezit zijner geestvermogens was.
„Mijnheer Guthbridge heeft u la
ten beloven, dat gij zoudt zwijgen,
niet waar vroeg Helena dringend.
Tita knikte.
„En gij hebt voor een onbezorgd,
gemakkelijk leven de rechten van uw
vroegeren pleegzoon verkocht
„Helena, nu gaat gij te ver," riep
Max op verwijtenden toon. „Tita
zou geen ongelijk geduld hebben, dat
zij had kunnen beletten."
„Neen, neen dat zou ik zeker niet,
maar wat kon ik er aan doen riep
deze uit. „En waartoe zou het ook ge
diend hebben, als ik later de zaak aan
den dag had gebracht Niets, vol
strekt niets. Men zou mij misschien
niet eens hebben geloofd, want ik
had geene getuigenis en bewijzen kon
ik niets."
„Maar gij kunt ons nu zeggen, wat
gij weet. Tita," herparo Max bp zach-
den laten gaan, im de mecning, dat - het
deze maand expireerde en dat een wei-
overwogen beslissing daarom gebiedend
noodzakelijk was, blijkt het dat de
rechtsgeteerde raadslieden der regeering
thans plotseling hebben ontdekt, dat het
verdrag geen hernieuwing behoeft, zal
voortduren totdat het wordt opgezegd en
niet onmiddellijk 'kan worden opgezegd.
Voor zooveel betreft de politiek van bet
rijk in de naaste toekomst, maakt dit
niet veel verschil .uit, doch het is duide
lijk dat het het rechtstreek-sche onderwerp
van bespreking der Rijksconferenlie zeer
sterk wijzigt. Lang voordat de conferentie
■De zameii kwam, had de regeering het
niet zichzeSf eens moeten zijn omtrent den
reehlstóealand met betrekking 'lot het ver
drag".
De toestand in Ierland.
Generaal Smuts.
Er wordt gro-ote betcekenis gehecht aan
een bezoek dat door generaal Smuts aan
Dublin zou worden gebracht.
De persberichten als zou generaal Smuts
een bezoek aan Dublin br-engien, zijn ech
ter voorbarig. Hij bevindt zich daar ter
stede op liet oogenblik nog niet, doch
wordt er binnenkort wel verwacht.
Politiemannen gedood.
Niettegenstaande de hoop op vrede in
Ierland zijn Zondag weder v-erscbillende
politiemannen in botsingen met de opstan
delingen gedood.
■Een trocrpenafdeéfing verraste Zaterdag
oen aantal rebellen, die bezig waren met
het leggen van landmijnen op den" spoor
weg -bij ubSdn met het doel, den trein, die
verwacht werd, in de lucht te doen vlie
gen. In het gevecht dat ontstond, werden
de rebellen inet zes gewonden op de vlucht
gejaagd. De 'troepen leden geen verliezen.
De Pooische opstand in Opper-
Sisezië.
Een collectedag.
Voor Opper-Silezië i-.s Zondag ie Ber
lijn een collectedag gehouden. Overal is
dit lot een grootsche demonstratie ge
worden. Reeds 'smoigens vroeg -begon de
inzameling. Duizenden jongens cn meis
jes, van busje-s en kunslbloetliipjcs voor
zien, waren overal aan het werk. Een
nieuwigheid vormden de zoogenaamde
coitecte-t» nttes. 'sMiddags was op ver-
s.rb!lende''plaatsen"' tffiSzick. In het stadi
on werd gedurende de internationale
wedstrijden een groote demonstratie voor
O/pper-Silezië gehouden. Door de ingan
gen stroomden duizenden O-pper-Si-le-ziërs
met muziek voorop, om van den nood
in Opper-Silezië te getuigen.
Na een rede van den vice-kan-sel-ier
Bauer cn den Prursisclien minister-pre
sident Stegerwald, die in naam van het
rijk en van d-e Pruisische R-egeering lot
hulp voor Opper-Silezië opwekten, zong
die geweldige mensohenmemgte „Deutseh-
lan-d. Deutschland iiber a-lles". Een Op-
per-Sil-eziër sprak in warme bewoordin
gen over liet vreesetijk lot van zijn va
derland.
De dag werd besloten' met een bijeen
komst in de Philharmonic, waaraan ook
de rijks-president, de rijkskanselier en de
Pruisische minister-president Stegerwald
deeJnaimen.
De rijkskanselier hield één' rede,
waarin hij o.a. zeide: Het lichaam van
het Duitsche volk heeft twee bloedende
wouden: de sancties in het Westen en
Opper-Silezië in het Oosten. De sancties
die men heter „pressies" zou kunnen
noemen, hadden onmiddellijk moeten
worden opgeheven na het aannemen van
het ultimatum. Indien niet alles wat men
in de jaren na den oorlog over hel de
mocratische recht der zelfbeschikking
heeft gehoord, slechts holle klanken zijn
geweest, don mag het recht van Opper-
Silezië, op grond van d-e volksste-mmi-ng
Duitsch te blijven, niet alleen op papier
blijven staan.
ONGEZONDE WONINGEN EN OVER
BEVOLKING IN ENGELAND.
De Commissie, door den Engelschen
Minister van Gezondheid ingesteld om
advies uit te brengen over de beginselen,
te volgen ten aanzien van ongezonde wij
ken, heeft dezer dagen rapport uitge-
I)nicht De commissie is van oordeel, dat
afbraak en wederopbouw op grooten
schaal te nauwernood kan worden on- -
dernomen zoolang de heerschende duurte
van het bouwen van woningen niet aan
merkelijk is verminderd. In afwachting
hiervan stelt de commissie voor dat on
gezonde wijken aanzienlijk kunnen wor
den verbeterd, zoo de gemeentelijke
overheden ze onteigenden en de huizen
herstellen en zo beheerden volgens het
z.g. Oclavia Hill-sleJsel. Waar groote
overbevolking bestaat, zooals in het ge
bied van Londen, wordt aanbevolen, de
afbraak van huizen om plaais ie maken
voor fabrieken, i-n de naaste toekomst
tegen te gaan en den aanleg van tuin
steden, met Staatshulp aan te moedigen.
Verder wordt voorgesteld, dat een be
voegd persoön of personen, onverwijld
worden gemachtigd, een plan le ontwer
pen voor de re-constructie van Londen
en de omringende districten en dat on
verwijld ©en onderzoek w-ordt ingesteld
naar het karakter, de werkingsfeer en de
f unclies van - een nieuwe aiulüorifiei£of
combinatie van autoriteiten, om wettelij
ke kracht te verleenem aan een dergelijk
plan.
Het rapport wijst in het bijzonder op
den toestan,d le Birmingham, Leeds, Li
verpool en Zu-id-Wales.
GEVAARLIJKE LEERINGEN.
De departementale raad van de Seine
heeft de zaak van een onderwijzeres en
twee onderwijzers behandeld, die zich
zouden hebben schuldig gemaakt aan
„comimamistisehe actie". Ten aanzien van
één hunner, Loriot, die zich thans in
Rusland bevindt, werd de zaak gesplitst.
De onderwijzeres Marthe Bigot werd vrij
gesproken, doch de raad spra-k ziéh uit
ten gunste van het ontslag van den on
derwijzer Treint.
Als de minister van onderwijs deze uit
spraak bevestigt en volgens „l'Oeuvre"
valt hieraan niet te twijfelen, daar -hij
haar zeif heeft uitgelokt dan zal dus,
naar het blad meent, worden toegelaten,
dat een ambtenaar kan worden ontslagen
wegens zijn meening. Het bia-d meent, dat
men zich er ten onrechte op zal beroepen-,
-dat deze onderwijzer niet zal worden ont
slagen wegens communistische nieening,
maar wegens communistische actie. Het
reclit, een meenrng te hebben, aldus het
-Mad, brengt noodzakelijkerwijs het recht
mee, aan die meening uiting te geven en
dienovereenkomstig te handelen. Als de
betrokken onderwijzer zijn wevk^ goed
doet, kan men niet meer van hem eischen
Wanneer een ernstig bladi als „1 Oeuvre
meen-t zóó te m-oeten schrijven1, dan blijkt
weer eens opnieuw tot welke inconse
quenties de palstaanders voor openbaar
onderwijs door bun beginselen gedreven
worden.
PEST EN HONGERSNOOD IN RUS
LAND.
Aan de „Daily Tel." wordt uit Kopen
hagen geseind, dat volgens berichten uit
Moskou, te Riga ontvangen, .de misluk
king van den oogst algemeen is; zelfs in
de -distrieten van Koeba cn in het gouver
nement Ekaterinos-law is de toestand
hoogst bedenkelijk. Een bevolking van 25
millioen zielen in Oost-Rusland wordt
imet hongersnood! bedreigd. Cholera
heersclht algemeen in Zuid-R-u-sland, voor
al in de Rostoff-aan-de-Don districten en
i-n Moskou heeft men allerlei epidemische
ziekten. De overheid heeft inentingen met
serums bevolen, maar het baat niet veel,
want de menschen eten alles, zelfs liet
meest onverteerbare voedsel. In Oost-
Rusland is de pest uitgebroken.
MME. CURIE.
Madame Curie is uit Amerika terug
gekeerd, na er uit banden van .president
Harding het gram radium ontvangen le
-hebben dat door middel van een natio
nale inschrijving is gekocht -om aan
Frankrijk aangeboden le worden. Het
gram radium, dat 160.000 dollar gekost
heeft, bevond zich in een mahoniehouten
kistje. Het kostbare pakje werd le Cher
bourg voorzichtig aan land gébracht; een
politic-beambte is speciaal aangewezen
om et over te waken. Mevrouw Curie
had alleen het gouden sleuteltje bij ziéh,
dat door den president der V. S. werd
aangeboden en waarmede het kistje te
Parijs plechtig zal worden geopend.
Bij haar aankomst te Cherbourg werd
zij door de autoriteiten ontvangen. Qp
het sieutelje staat te lezen: „De vrouwen
van Amerika aan Marie Curie" cn „Wife
te Huis 20 Mei 1021."
Te Parijs aangekomen, verklaarde me-
vrouw Curie, dat zij, na eenige rust ge-'
nonnen te hebben, weer aan bet werk
zou gaan. j
DiE ONTVOLKING VAN FRANKRIJK.
De resultaten der jongste Fransche
volks-leUing zijn gepubliceerd in liet
„Journal Official". De totale bevolking
(zonder Eizas-Lolharingen), die in 1911'
39.601.509 zielen bedroeg, is thans
37 499.394. Deze vermindering zal een!
aanzienlijken terugslag hebben op heï
aantal Kamerleden, Di.t zal n.l. met 96
worden verminderd en dientengevolge vatt
626 tot 530 worden teruggebracht.
De commissie voor de burgerlijke
cn strafwetgeving in de Fransche Kamer
heeft haar onderzoek van het wetsont
werp inzake de bestrijding van het nnfi-
mi-lïtairisme voltooid. Besioten werd, dö
ingediende amendementen niet te onder
zoeken, wegens het buitensporige aantal
ervan niet minder dan drie honderd
tachtig!
De rechter van instructie heeft ec-iï
Taadslid' en een inwoner van Reuilly-San-
vigny, die vervolgd werden wegens het
dooden van een zouaaf in het begin van
den oorlog, buiten vervolging gesield.
De familie van den vermoorden zouaaf
moet voornemens zijn tegen bet buiten
vervolging stellen op te komen en aan de
kamer van in-hesehuil diging stelling van
Amiens een aanvullend onderzoek te!
vragen.
De koning en koningin van Dene
marken, die, zooals men weel, een be
zoek aan IJsland hébben gebracht, zullen!
zich volgens een draadloos N. T. A.-
bericht heden te Havuefjord op de „Ice
land" inschepen en naar Groenland ver
trekken.
De leugen der neutraliteit.
Gedeputeerde Staten van Noord-Bra
bant stellen voor zooals het „Dagbi. vs
Noordbr." herinnert afwijzend te be
schikken op de aanvraag van de vereeni-
ging „Openbare Leeszaal en Bibliotheek"
te Breda.
Deze afwijzende beschikking werd als
volgt door Ged. Staten geredigeerd:
„Wij geven de Prov. Staten ju overwe
ging van een gunstige beschikking uit té.
zonderen de aanvraag van de vereeniging
..Openbare Leeszaal en Bibliotheek" te.
Breda, welke de opsomming van de ter le
zing te leggen couranten en tijdschriften i-n'
haar brief van October 1920 doet aanvan
gen met „De Tribune". Onze meening is,
dat eene vereeniging, die de raadpleging
van dergelijke lectuur bij het publiek wil
bevorderen, niet voor provincialen steun in'
aanmerking kan komen; daargelaten nog
het feit, dat het bestuur op ons schrijven
van 10 November 1920 om nadere inlich
tingen niet geantwoord beeft."
Het karakter van de „neutrale" Openbare'
Leeszaal wordt hiermee weer eens duide
lijk gekenschetst.
Het „neutrale" wordt gezocht in rijp en
on-rijp.
Dat on-rijp is in alle opzichten gevaar
lijk en een instelling van zoogenaamd open
baar „nut" bevordert dat!
Ziedaar de leugen en de voosheid des
neutraliteit. s
100 PGT. WAARBORG? 'I
De „Tijd" schreef onlangs, dat wij be
reid moeien zijn offers te brengen vool
onze landsverdediging.
Zijn wij tot het brengen dier offers be
reid, dan zal dat, volgens bedeeld blad,
aan vechtlustige buren den lust benemen!
om aan le vallen en tevens zullen daar
door, ais ooit het ergste mocht gebeuren,
de kans-en op de handhaving onzer onaf
hankelijkheid tol 100 procent stijgen.
De „Voorhoede" reageert op deze be
weging.
Het Katholieke weekblad onderschrijft
natuurlijk volkomen, dat we bereid moe
ten, maar ernstigen toon, waartoe
dient het te zwijgen
Maar Tita schudde het grijze hoofd.
„Indien ik u, de kinderen van mijn
goeden Robert, daardoor helpen kon,
te verkrijgen, wat u rechtmatig toe
komt, zou ik geen oogenblik aarzelen,
maar het is te laat."
„Dat kunt gij niet met zekerheid
zeggen, Tita," riep Helena. „Vertel
ons alles, en laat ons oordeelen."
„Ik durf niet, kind. Het zijn niet
de bedreigingen van mijnheer Guth
bridge die mij terughouden, want
Elfriede en hare moeder zouden mij
niet in ,den steek laten, dat weet ik."
„U zou ons van harte welkom zijn,
tantehoe dikwijls hebben wij u niet
verzocht, bij ons te komen inwonen
én uw oude dagen in uw eigen familie
te slijten
„Zeker, gij zijt beiden altijd goed
voor mij geweest, veel beter dan ik
kon verwachten. Maar ik zou de ge
dachte niet kunnen verdragen, dat
gij u om mijnentwil ontberingen zoudt
moeten opleggen. En danik kan
Marion niet verlaten."
„Maar Tita, als de vrees voor de
wraak van den heer Guthbridge u niet
terughoudt, waarom wilt gij ons dan
het geheim niet mededeelen vroeg
Max na een kleine pauze.
„Omdat ik heb beloofd, nooit ie
mand een woord daarvan te verraden."
„Geen belofte heeft bindende kracht,
die ons tot helers en medeschuldigen
van een misdaad maaktmerkte
Helena nu aan.
„Neen, dat weet ik," hernam Tita,
terwijl zij bedroefd naar het jonge
meisje keek. „Maar ik mag voorzeker
mijn gegeven woord niet op lichtzin
nige wijze breken, wanneer ik er geen
nut, maar slechts schade mee doe.
En dat zou, daarvan ben ik vast over
tuigd, hier het geval zijn. En dan moet
ik ook om Marion denken. Indien ik
haar vader in het ongeluk stortte,
zou dat op haar terugvallen. Ik heb
haar op mijn armen gedragen en haar...
De oude vrouw begon luide te snik
ken. Een geruimen tijd werd er niet
meer gesproken.
„Wij willen u niet langer plagen,
Tita," zeide Max eindelijk, terwijl hij
zijn hand op die der oude vrouw legde,
en haar vriendelijk in de roodgeweende
oogen keek. „Rijkdom maakt niet ge
lukkig. Wij zijn tot ru toe in onze
bekrompen omstandigheden tevreden
geweest, en zullen het met Gods hulp
ook verder blijven."
„Ik v/eet niet.. ik v/eet niet,
wat ik rnoet doen 1 Ais het waar was,
dat ik door mijn zwijgen...." Zij
zeide niets meer, en staarde eenige
seconden voor zich heen. „Max, uw
zuster meende, dat het mij slechts
te doen was om een goed en gemak
kelijk leven te hebben. Het is hard
zoo iets te moeten hooren."
„Ik zeide dat in een oogenblik van
opgewondenheid," hernam Helena zich
verontschuldigend.
„Dat kan zijn, kind, dat kan zijn,"
prevelde de oude vrouw. „Maar gij
gelooft toch, dat ik onrecht doe, wan
neer ik mijn weldoener, ja, hij is niet
tegenstaande alles mijn weldoener,
niet verraad. En Max Zij keek hem
vragend aan.
„Gij moet in deze zaak geheel vol
gens üw eigen geweten handelen, Tita,
Ik ken de omstandigheden te weinig
om te kumen beoordeeien, wat hiei
plicht voor u is.",
l f (Wordt vervolgd.)