BUNK - ASSOCIATIE VEITKW H iöMFERTZ 1834 H EKSEIIEIEERISBR 1853 BINNENLAND Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: redactierno.,E633 433 x; Blusienfaiitefs Mleows» FEUILLETON Onder Valscbe Vlag ZATERDAG 23 JULI 1921 Abonnementsprijs !n de cel en daarbuiten. Ho. 2 Zandblad 10 Gis VAN DEE PÜTT DE Vtfek EINDHOVEN. DE RIJKSMIDDELEN. Kapitaal en Reserven f 19.500.000.— Direct.: K. VAN NiENES Jr. Cs-edieton, Deposito's, Aesi- en Verkoop van Effecten. ALLE BANKZAKEN. De Grondwetsherziening. 7 Wo. 238 14e JAARGANG Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar - Met Oeïllustreerd Zondagsblad f 2.— f 285 0 60 f hooger. Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-; uitbetaling per plaatsing f 0.60 Mpf Geïllustreerd ^onangsoiau uuu i - - ^rTnTTbTnné's wordt op aanvrage gratis een polis~verstr^kt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,-, f 4Q0,-, f 200,-, f 100,-, 60,-, 35,-, 15.- ii. Het woord reclasseering zegt, wat dit maatschappelijk liefdewerk beoogt Zij maakt het den gestrafte mogelijk in de samenleving weer de plaats in te nemen die de zijne is zij heft hem op na zijn val, niet om hem persoonlijk te „bevoordeelen", maar om hem weer tot een geacht, arbeidzaam, godsdien stig mensch te maken. Zij zet hem, zoo eenigszins mogelijk, in het milieu, waar zijn goede eigenschappen tot ui ting kunnen komen en de verleiding zoo gering mogelijk is. Zij reclasseert hem. Die taak is een zeer moeilijke, er behoort veel menschenkennis, toe wijding, invloed en een wijdvertakte, secuur werkende organisatie toe om ze te doen slagen. Hoe veel-omvattend die arbeid is, valt hier niet te schetsen dat vereischt een boekwerk. Voor den ontslagen gevangene zijn twee, straks, genoemde, factoren va het allergrootste belang een goede omgeving, liefst in den kr ng zijnei familie, en geregelde arbeid. Aan het eerr-te van deze beide kan ook de reclasseering hem - iet al+d helpen.Gebeurt soms niei be .erschrix kelijke, dat zoo'n man verwijderd moeten houden van zijn vrouw, omdat juist bij hdar de grootste verleiding tot hervallen in de misdaad is Of dat wij een zoon niet meer mogen laten terug- keeren in het huis zijner ouders, om dat dezen niet in staat zijn hun eerste plichten jegens hun kind te ver/uilen en hem weer de ellende in de armen zou den drijven Wat de reclasseering wel bevorderen kan, en dan ook do-t ditde komst van den ontslagen gevangene in zijn familie voorbereiden, als hij hier op zijn plaats is Want heei dikv jls moe ten de gemoederen bewerkt worden nm een verzoening tot stand te brenge /aak moet de vertrapte en daardoo verdoofde liefde jegens den gevallene worden opgewekt- Heeft hij geen gezin, waarin h kan terugkeeren, dan wordt voor hem een „kosthuis' gezocht, waarvan men weet dat het geen gevaarlijke gele genheden voor hem oplevert. En waa hij ook is, steec i b'ijft de rec.asseerings- instelling het oog op hem houden, leidt zij hem voort op den goeden weg. Wat wij m vele gevallen den ontslage ne wèl kunnen bezorgen en wat nood zakelijk is, om voorwaardelijke invrv heidsteliing te verkrijgen en hem wee tot een goed lid der maatschappij tt maken, is: geregelde ar je cl Er zijn altoos menschen, werkgevers, met v/arm kloppende harten, die voe k-n voor een hulpbehoevenden even mensch, niet om pover eigenbelang, maar uit een oprechten drang om toe eer van C-od en tot welzijn der maat scoappij, een gebroken leven te helpen herstelen. Zij bestaan, Goddank maar zij zijn nog tegering in getal tegen over de velen, die hulp. werkgelegen heid noodig hebben. Wij verwonderen ons daarover niet. Er is een goed begrip van en een innige sympathie met het reclasseer ngswerk noodig, om zijn werkplaats of Kantoor te openen voor den gewez-n gevangene. Zeker, 't is meestal een vooroordeel, dat hier de helper de hand /er.amt. Dat iemand e;nmaal binnen de mure- der gevangenis heeft geboet, bewijst nog niet, dat hij minder vertrouwen waard is, dan een ander ,die misschien vee. zwarter zijn geweten bezoedelde, maai zoo fortuinlijk was uit de handen va,- den strafrechter te kunnen blijven. Dat .lij eenmaal voor de verleiding bezweek, zegt niet dat hij zwakker siaat dan een ander, die vandaag of morgen óók kan vallen, als voor hem net groote oogenblik der verleiding komt. Gij kunt de zwakheid van dezen man kennen, want zijn verleden ligt voor u open,maar die der anderen kent ge niet. Als hij daarbij iemand is, die oprecht berouw toont over de slechte daad in het verleden, zal juist de herinnering daaraan en aan den harden tijd van straf en boete, hem sterker doen staan tegenover de verlokkingen der zonde. En ge begrijpt hethet bestuur der reclasseering, bestaande uit ernstige menschen, die ten volle de verantwoor delijkheid van hun taak beseffen, dringt u geen man op, van wien he. niet verwacht, dat hij bij U in de juiste omgeving za» zijn. En ik zei het reeds het laat den zwakke niet los. maar houdt hem onde zijn patronage, gewoonlijk twee drie laren lang, blijft toezicht op hem uitoefenen err waarschuwt hem voor de gevolgen van er herval in wetsovertreding... die,voor den voorwaardelijk veroordeelde of in vr:,'neid gestelde wezenlijk afschrik wekkend zijn. Daarbij komt het groote gebod der ieide steunt de zwa-Kken Het moet voor u een heerujke voldoening zijn, als gij het den gevallene hebt mogelijk -emaakt weer 'n goed mensch, 'n' geacht burger te worden. Gij doet .daarmee de samenleving, de Kerk en naast de ziel van den geholpene ook uw eigen ziel groot voordeel. Menig werkgever zou niet zoo scep tisch of afwijzend tegenover het liefde werk der reciasseeriog staan, als hij di, beter had ieeren begrijpen. Deze regels trachten in alle beschei den heid dat werk iets meer bekend te maken, doch er is een betere gelegen-, heid om de groote beteekenis der reclas seering te ieeren kennen. Voor de katholieke werkgevers, maar ook and en, die door hun.positie of in tellect invloed kunnen uitoefenen, ver wijs ik naar de vergaderingen van de afdeejingen oer R. K. Reclassee- ringsvereenig-igen Wanneer men daar de verschil lende gevallen hoort behandelen, dan zal men zeer gauw tót de overtuiging kome, dat de reclasseering een sociale en godsdienstig-zedeiijke actie van groote beteekenis is, die aller mede werking benoeft, op de eerste plaats dit der „betere standen." Wie mcenen mocht, dat het bespre ken en afhandelen van zulke,vaak tragi sche onderwerpen,niet in een gezelligen toon kan geschieden, behoeft maar een maal 'n vergadering mee te maken om zijn voorstelling grondig gewijzigd te zien Er moet nog vee! meer medewerking komen om den reclasseeringsarbeid naar wensch te doen slagen. Thans rust die arbeid op de schouders van al te weinig personen en we mogen toch niet vergeten, dat wij allen tot op zeke re hoogte verplicht zijn deze actie ta steunen Als de gevallen broeder onze hulp vraagt, om zich weer te kunnen opheffen uit zijn inzinking, dan móéten wij hem de reddende hand toesteken. Door deze hulp kan menig misdrijf voorkomen, veel ellende opgeheven, veel oogst voor God gewonnen worden. H B. VAN DER SANDE. Diil halfjaar is, bij 1920 vergeleken, voor de schatkist heel mager geweest. Het 1ste halfjaar van 1920 gaf een accres van G7 millioen, het lsle halfjaar 1921 slechts van 9.9. milHoen, De gcheele opbrengst beliep 215 millioen tegen 205.1 millioen over de eerste zes maanden van het vorig jaar. Twaalf middelen leverden minder op, waaronder registratierechten een teruggang van 7,2, invoerrechten van 4,1, zegelrech ten van 2,1, grondbelasting van 2,6, gc- slachfaccijns van 1 millioen aanwijzen, to taal 19,5 millioen minder. Meer gaven vooral de inkomstenbelasting 15,1, dividend- en tanidèmc belasting 4,4, gedistilleerd 4.23, personeel 2,6, vermogens belasting 1,8, totaal 29,4 millioen meer. De inkomstenbelasting die met 60 mil lioen op den staat verschijnt (v. j, 45 millioen)draagt dus meer en meer het geheel: ver boven het dubbele van den je- nevcr-uecijns (27.5 millioen) kwam zij. Ook in de maand Juni is de opbrengst van dat middel weder zeer hoog: 13.3 mil lioen. Ongunstig was de afgeloopen maand niet-, tégenover het degres van 3,1 in Mei komen we er met een accres van 1,8 millioen ta melijk goed af. De suikeraccijns die toen zulk een gewel dige daling vertoonde, haalde het mooi op: 2.6 tegen 1,9 millioen. De wijnaccijns die in Mei sterk terugliep, kwam op 384.000 legen 349.000 in Juni 1920. Gedistilleerd was eveneens beter en bracht bijna 1 millioen meer in het laatje. Zout en geslacht blijven achteruitgaan; de invoer van bevroren vleesch is er niet vreemd aan. Zegel- en registratierechten zetten hun dalende beweging voort. De beursbelasting tuimelde van f 566.000 in Juni 1920 tot f 284.000 in de afgeloopen maand. Ten on rechte schreven wij dezen geweldigen te ruggang de vorige maal geheel aan een ver minderden omzet toe. Hoeveel op rekening daarvan moet worden gesteld kan eerst worden uitgemaakt, wanneer men de op brengst van den zegelverkoop aan de post kantoren kent. - Ook het stalistiekrecht heeft, blijkbaar in verband met een beperking van de he- drijvigheid slechts iets meer dan half zoo veel opgeleverd als in Juni 1920. Tegenover een sterke toeneming van de belasting op gouden en zilveren werken, die blijkbaar aan de dreigende verhooging van het recht moet worden toegeschreven, staat een verder terugloopen van de in voerrechten van 5.3 op 3.1 millioen. Het vorig jaar was wel heel mooi met een ac cres van 1.9 millioen. De vergelijking met Juni 1919 (2,0 millioen) valt ten gunste van 1921 uit en men is geneigd, ook in ver band mei de prijzen der handelsartikelen, voor 't oogenblik tot een geleidelijke stij ging le concludeeren. De sprong van 1920 was een uitzondering tengevolge van bui tengewone economische omstandigheden. De loodsgelden houden zich goed: 191.000 tegen 160.000 in 1929, ongeveer 151.000 in Juni 1919 en 12.000 in Jimi 1918. De O. W .-belasting liep van 12.4 lot 5.4 millioen lerug, de geheele opbrengst der crisisbelastingen van 85.4 lot 55,4 millioen, waarbij evenwel in aanmerking moet ge nomen worden, dat de Verdedigingsihelas- tingen niet meer tot deze categorie bijdra gen, maar als inkomsten ten bate van het Leeningfonds worden verantwoord. CONGRES VOOR SOCIALE VERZE KERING. Door de Vereeniging van Raden van Arbeid, zal in het be gin van October 1921 le Utrecht voor alle belangstellenden een tweedaagsch congres voor Sociale Verzekering worden gehou den. Het eere-voorzitterschap voor dit con gres is door Zijne Excellentie Prof. Mr. P. J. M. Aalberse, Minister van Arbeid, aan vaard. De Vereeniging van Raden van Arbeid, voldoet hiermede aan de bepaling harer statuien, waarin als doel der Vereeniging onder meer is opgenomen: bet beleggen van congressen inzake de Sociale Verzeke ring, doch cr waren ditmaal ook bijzon dere redenen om een congres te beleggen. Immers, het kan niet worden ontkend, dat het jaar 1921 voor de Sociale Verzekering wc! van bijzondere beteekenis schijnt te werden. De oude strijd over de uitvoering der ver zes iringswctten is nimmer, ook niet bij de behandeling der verzekeringswelgeving, be kend onder den naam van Talma-wetten, in zulc een scherpen vorm en zoo breed van omvang ontbrand, als thans. Voor- en tegenstanders van geheel geen of uitsluitende Overheidsbemoeiing bij de uitvoering ten deze en zij, die in meerdere of mindere mate uitvoering door de Over heid bepleiten, zijn mét eikander, blijkens de vele artikelen in dagbladen en periodie ken, verwikkelt in een erüstigen strijd over de vraag, op welke wijze de ziekteverzeke ring tot uitvoering dient te komen Bierbjj komt, dat de ontwikkeling op het terrein der Sociale Verzekering al die jarer. niet heeft stilgestaan, ccnerzijds wijl in list sociale bedrijfsleven nieuwe richtin gen naar voren komen, die ook voor de arbeidersverzekering gevolgen kunnen heb ben, anderszijds omdat uit hel huidige so ciale leven nieuwe objecten van verzeke ring zijn voortgekomen en op voorziening wachten. Dit dwingt alle belanghebbenden en be langstellenden 'zioh opnieuw in de vraag stukken le oriënteeren, waar-voor het noo dig is het geheele terrein der Sociale Ver zekering, breed en rustig te overzien. Daartoe mede te werken door middel van een congres voor Sociale Verzekering is liet doel, dat de Vereeniging van Raden van Arbeid hoopt te bereiken. Een con gres, dat open moet slaan niet alleen voor de ambtelijke elementen, die hij de uitvoe ring dezer wetten betrokken zijn, doch in het bijzonder ook voor de werknemers- en werkgevers-organisaties. Waar deze drie elementen van nauw bij de arbeidersverze- kerin" betrokkenen juist in de Vereeniging van Tarlen van Arbeid tot uiting komen imme s de leden der Vereeniging besiaan uit de bestuursleden der Raden van Arbeid (39 voorzitters, 39 werkgevers- en 39 werk nemer-sleden) meende het Bestuur, dat he jétuiroepen van zulk een congres wel in hei bijzonder lag in dc lijn dezer Ver eeniging. De Vercenigdng heeft medewerking ver kregen van verschillende personen, die ge acht mogen worden op het terrein der So ciale Verzekering deskundig te zijn. De te behandelen onderwerpen zijn: 1. Moet de Overheidsbemoeiing met de Sociale Verzekering de organen al dan niet omvattende de samenwerking der be langhebbenden met de uilvoering belast, scheppen, of moet de Wet slechts de waar borgen regelen, waaraan hebben te voldoen, de door vrij initiatief te scheppen samen- werkingen van belanghebbenden, die de uitvoering ter hand zullen nemen? Inleiders: Pro-Overheidsorganen: J. E. W. Duys. Contra-Overheidsorganen: Mr. Kortenhorst en dr. F. E. Posthuma. 2. Is eenheid der met de uilvoering der Wet belaste organen al dan niet omvat tend de samenwerking der belanghebbende groepen -noodzakelijk voor goede wer king der Sociale Verzekering, óf is ver scheidenheid van organen noodzakelijk of gewenscht of althans aisch der praktijk? Inleiders: Pro-Eenheid: Mr. V. H. Rut gers. Conlra-Ecnlheid: Mr. H. W. Groene- veld. 3. a. Moederscliapszorg. b. Bijzondere Kinderzorg (iRijkskindertoesilagfonds). c. Medische hulp (inclusief Prophylaxis). a. Inleidsters: Mej. Mr. Fr. Calz en Me vrouw Pothuis-Smit; b. Inleider: Prof. Aen- genent; c. Inleiders: Dr. P. H. Van Eden en E. Kupers. Het voorzitterschap wordt door mr. W. H. M. Werker te Amsterdam en het se cretariaat door Jhr, Mr. E. B. F. F. Wittert van Hoogland te 's-Gravenhage vervuld. HET SFEKBOLLENLAND EN DE ARM.E HONGAARTJES. of 7 i 7- Dc Entente-vrijmetselaars, aanstichters van den wereld-oorlog, hebben in hond mot dé verraderlijke centrale loges de Christelijke middelwacftten vernietigd. (Lees 't niet weerlegde boek van Dr. WicbtlWeltfreimauereiWcHrepu- Kantoor ALKMAAR. BREEDST!? A AT 11 Correspondentschap HOORN. GROOTE NOORD 140 Mik). De Jood-vrijmetselaar zwemt daar in geld en maoljt, en ze arme geloofageinoo- ten worden afgeslacht Van dc Europeeische regeermaen is geen heil 4c verwachten; bijna alle zitten in den gneep der oppermachtige internationale loge. Slechts vanuit den boezem van het volk kaïn nog wat goeds komen; ook de ware Volkenbond ca Maar waarom gaat het zoo slecht met <le arme Hongaar Ij en vinid'en zij geen 'herberg in ons spek bollenland? t M.i. is de groote schuldige onze pers, die dag én dag uit maar roemt over onze buitengewone nationale weldadigheid, of schoon ook de naakte waarheid is, dat vele tienidhizendtaKen op I of i dagreizen van hier stierven van ellende, 'terwijl hier in ons iand er geen kruimdl broods minder om werd gegeten. Dat is het verschrikke lijke feit: hier bolle, ginder holle wangen, hier kook-, daar vriespunt.en wij zou den.slaken mot ons Kefrdeweiki Er is veel gedaan. Maar die zelfroem riekt kwalijk, de goe de menschen, die '4 verdienen, vragen er nic om, en de onverschilligen, wei, zij be roepen er zich op om niets te doen; cr is al zooveel gedaan. Wriéelijk, er is gevaar, dat in ons ka tholiek Nederland de eigengerechigbeid een nationale ondeugd wordt, nu door hij- zonder gunstige, onverdiende omstandig heden ons katholiek levien bloeit. Laait ons oppassen. De Franschen spraken van „5e Dieu de la France" en dc Duitsdhens dachten zioh „Uebermenscheri" en .beiden zitten nu met den haak in die keel. Feit blijft: ontelbare scharen geloofs broeders sterven van ellende, terwijl nog bijna niemand onzer zijn maaitijd er om beperkte. Hef eerste tijdperk van liefdadigheid (tij dens onze economischen Moei) is voorfbij. Vedl goeds werd geid'aan met doorgaans edele inzichten. Nu vangt het tweede tijd- pdk aan (dat valt tijdens afgemeene zak,en- slapte). Zal ook dit nog zijn springvloed van barmhartigheid beleven? Zeker is het, dat de lof aan de wed'uwe met haar offerpeniiimgske door Christus gebracht (omdat zij het moest uitwinnen op hare nooddruft), er ons op wijst, dat nu eigenlijk pas voorgoed het verdienstelijk werk begint, nu de eb is ingelrod'en. Welk heerlijk terrein van aclie ligt hier voor onze DeTde Orde gereedEigenlijk zou, zoolang onze gemartelde broeders lij den., drie kwart der Nederiandsche Terti arissen voortdurend een hongerige moeten herbergen en dat uitwinnen op hun eigen maaltijd, want 7 i 7. Wat beduidt d'at? Er kwam eens een Weensch meisje in ons dorpnergens plaatsde rijken Heten het passeeren, een landarbeiders- vrouw met s kinderen nam het tot zich. zij kooke evenveel als van te voren, de Weeoische kreeg volop en werd spekvet de andere kregen minder en bleven ge zond. De buren bracht wat Meeren, een tertiaris-naaister maakte het gratis welvoorzien ging het Weensehe kind naa, huiis en de eigen kinderen hadden heertijk'i daden van zelfverloochening beoefend.... lid waren. Behalve dat vrij nog niet ten bloe de hebben -weersiaan, hebben we zelfs nog weinig ons zelf ontzegden zoolang we dat niet veel gedaan heb ben, zal het uitgehongerd sterven van zoovele onschuldige slachtoffers ons aangerekend kunnen worden. Als er weer mobilisatie kwam en de opper bevelhebber stuurde ons 2 of 3 van dat lieve roede goedje thuis, we zon den zuchten, enduiden. Maar nu de Heer der heerscharen „de eenig Obers te Kriegsherr" ons dreigt; „wat gij den minste der mijnen weigert nu is het te lang of te kort. en te vergeefs wachten die arme schaapjes... En toch 7 -f- 1 7. O Tertiarissen van Nederland... wat heerlijke gele genheid om te bewijzen, dat uw orde nog iets anders vraagt dan maande lijks wat Francascaansche liederen te zangen. St. Frandscus smeet zelfs zijn onderkleed weg en konden wij niet in stilte ons bekrimpen en daarmee een lieveling Gods redden 7 1 blijft 7. En er zou nog even veel geld overschieten voo-r de overige goede werken. Bet 1ste tijdperk van economischen bloei heeft een springvloed van goede werken gekend. Het 2e tijdperk liebbe ook zijn springvloed, die wonderbaar* der zal zijn dan de eerste en ver dienstelijker voor God. Laten de Tertiarissen eens flink ijve ren, vooral dooi' hun voorbeeld, op dat dit echt Franciscaansch liefdewerk1 algemeen en blijvend worde. Laten de andere bladen en ook vakbladen dit artikel overnemen. Dan zal de erger nis uit Boedapest verdwijnen. Want al zijn de centrale menschen dankbaar (een koortslijder dankt voor elk drup peltje water, dat men op zijn tong laat vallen), het weigeren eener her berg in ons spekbollenland zou hun in hun christelijk ook toch onbegrij pelijk voorkomen. j EEN TERTIARIS. Bovenstaand schrijven werd ons toe gezonden door een persoon, die bij zijne opwekking ook de daad voegde, en een Hongaarsch kind bestelde. Ja, intochten, in navolging van St, Franciscus, de duizenden Tertiarissen e.a. het eens pröbeeren met 7 1 7. Ik denk zelfs: 4 1 4, zou ook nog gaan. Wat heerlijke opvoeding tot edelheid, als de moeders hun kin deren die zelfbeperking ter wille van een ongelukkig vreemd kind leerden en hoe zouden zij later er zelf de vruchten van plukken.Toe, spreek eens af met uwe kinderen en ze zullen zeggen: laat komen, we zullen zelf wat minder doen. Zoo opgevat doet het anderen goeden werken geen. schade en krijgt ge hel in uw eigen kinderen veredeld terug. I voorloopig verslag. (Vervolg.) 4 Tweede Kamer, Vlij algemeen juichte men toe, dat het algemen vrouwenkiesrecht in de Grond wet zal worden neergelegd. Enkele leden, die in beginsel tegenstanders waren van het vrouwenkiesrecht, hadden daartegen echter bezwaar. Eenige leden wenschten de evenredige vertegenwoordiging facultatief te zien ge steld. j Door sommige leden werd aangedron gen op verlaging van den kiesgerechtigden leeftijd tot 21 jaar. VRIJ NAAR HET DUITSCiL tweede deel. 47. Augusta had niet noodig 0ver het aanbod harer tante na te denken. In koortsachtige gejaagdheid haalde zij papier en pen om den brief oogen- blikkelijk te beantwoorden. „Volgens de beschrijving mijner arme marna te ooTdeelen, zeide zij bij zich zelf," is taste Victoria niet zeer beminnelijk maar duizendmaal liever wil ik hare luimen verdragen, dan tot de klasse der dienstboden af te dalen. En dan zij woont in Breslau I Wie weet, of ik niet gelegenheid vind hem te zien, te spreken? O Max ik geloofde, dat ik u kon vergeten, maar het was eene dwa ling XI. Een zeer schoone, warme Septem- Mravond. Aan den witachtig blauwen seniel kwam de eene sSer na de andere te voorschijn, terwijl aan den gezicht einder de maan langzaam verrees en hare bleeke stralen over het half ver lichte landschap verspreidde, dat juist door een sneltrein doorploegd werd. In den hoek van een coupé tweede klas leunde een jong meisje en keek na denkend door het raampje, ofschoon bij het schemerdonker weinig meer was te onderscheiden. De in den maneschijn sluimerende velden verdwenen, rechts en links werd men huizen en tuinen gev/aar, en op eenigen afstand kondigden tallooze lichtpuntjes aan, dat men een aanzien lijke stad naderde. Nog eenige minuten en het doel der reis was bereikt. De jonge dame stapte uit, ging lang zaam met haar handkoffertje een eindje over het perron en bleef dan, met ang stige blikken naar alle zijden rondziende staan. Zou er niemand zijn om haar af te halen Zij had toch het uur harer aankomst nauwkeurig opgegeven. plotseling schrikte zij en stiet een half onderdrukte gil uit. Een heer, die daar juist voorbij ging, keek op. Was hij wezenlijk bleek geworden en voor haar uit den weg gegaan Neen, zij moest zich vergist hebben in zijne trekken was niets van die hartstochtelijke opgewondenheid te be merken, die op dit oogenblik haar hart zoo onstuimig deed kloppen en zijn stem klonk bedaard en ernstig. „Juffrouw Wilhelmi, u hier Kan ik U wellicht in het een of ander be hulpzaam zijn De aangesprokene beefdetoorn, verwijtingen, al het andere zou zij beter hebben verdragen, dan deze koude beleefdheid. „Max," stamelde zij, zonder zijn vraag te beantwoorden, „hoe blijde ben ik, dat ik u hier aantref. Mijn tante.." „Excuseer, juffrouw Wilhelmi maar ik vrees, dat u haast moet maken, als u nog een rijtuig wil hebben. Heeft u misschien nog andere bagage Zwijgend gaf Augusta hem haar re 5+ en ging naast hem naar den uitgang. De laatste omnibus reeds juist weg. „Daar staat nog een rijtuig, juffrouw Wilhelmi, als het u belieft." Eene minuut later zat Augusta in het rijtuig. Max reikte haar handkoffer en paraplu en bleef beleefd aan het open portier staan, terwijl een kruier de koffers bracht en ze met behulp van den koetsier in het rijtuig plaatste. „U is dus van plan hier in Breslau bij een tante te gaan logeeren" vroeg Max, het straks zoo plotseling afge broken gesprek weer hervattend. Augusta wierp een half schuwen, half verwijtenden oogopslag op hem. Was hij inderdaad zoo onverschillig, zoo bedaard, of hield hij zich slechts zoo Zij trachtte zich zelve diets te maken, dat het laatste het geval was, ofschoon een stem in haar hart haar het tegen deel toefluisterde, „Het is niet enkel om bij tante te logeeren, ik zal, voorloopig ten minsts bij haar blijven," zeide zij met half gesmoorde stem, „omdat ik mijn moe der heb verloren." „Uw moederherhaalde Max ge troffen. „Zij stierf in 't begin van de vorige maand." Max antwoordde niet dadelijk. Hij had nooit veel van mevrouw Wilhelmi gehoudenhaar zelfzuchtig karakter was niet geschikt geweest, zijn vriend schap te verwerven, maar desniettegen- stande was hij hevig aangedaan door de tijding van haar dood. „Ik neem oprecht deel in uw verlies, juffrouw Wilhelmi," sprak hij eindélijk. „Het was mij eerst reeds vreemd, u in den rouw te zien, maar aan uwe moeder dacht ik het allerminst. Zij scheen zoo door en door gezond te zijn." Augusta was zeer bleek geworden. Een wilde smart maakte zich van haar meester, een hartstochtelijk verlangen den scheidsmuur af te breken, dien zij met eigen hand tusschen hen beiden opgetrokken had. Eenige oogenblikken nog poogde zij het woord terug te houden, dat op haar tong zweefde, tevergeefs. „Max," riep zij, terwijl zij alle zelf- beheersching verloor„Max, waarom zijt gij zoo hard Ik heb nu niemand meer op de wereld. Kunt gij dan vol strekt niet vergeven en vergeten Max was verrast een stap achteruit getreden met de deelneming, die hij voor haar gevoelde, mengde zich op dit oogenblik een gevoel, dat aan veracb- t'ng grens le. Zou Elfriede, indien :ij in hetzelfde geval vekeerde, hare vrou welijke waardigheid zoo zeer vergeten, als dit meisje, dat aan zijn verblinde oogen eens als een hooger wezen was verschenen Maar hoe kon hij ook die beide in gedachten naast elkander plaatsen he-t bescheiden viooltje naast de veeleischende, schitterende tulp 1 „Zeker, de slag, die u heeft getroffen, was zeer hard,' zeide hij na een korte pauze op koelen toon. „Maar uwi tante zal zonder twijfel trachten bij u de verloren moeder zooveel mogelijk te vervangen." Augusta vond geen tijd meer om te antwoorden. De kruier kwam om zijn fooi in ontvangst te nemen, de koetsier wierp het portier dicht, en sprong op den bok, terwijl hij door hoofdknikken te kennen gaf, dat hij verstaan had waar Augusta moest wezen, en voort rolde het rijtuig. Max nam beleefd zijn hoed af en verwijderde zich in een tegenovergestelde richting. Augusta leunde in den hoek van het rijtuig achterover en tranen rolden langzaam over hare wangen..Hoe koud had hij haar afgewezen Maar het was slechts een -ol, die hij speelde zijn hart behoorde haar nog altijd. „Max, Max," fluisterde zij, „waarom wilt gij mij niet gelooven, y.-iarom twiifelt gii aan mijn berouw "Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1