BUNK - ASSOCIATIE
VEITKW H iöMFERTZ 1834 H EKSEIIEIEERISBR 1853
BINNENLAND
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: redactierno.,E633 433
x;
Blusienfaiitefs Mleows»
FEUILLETON
Onder Valscbe Vlag
ZATERDAG 23 JULI 1921
Abonnementsprijs
!n de cel en daarbuiten.
Ho. 2 Zandblad 10 Gis
VAN DEE PÜTT DE Vtfek
EINDHOVEN.
DE RIJKSMIDDELEN.
Kapitaal en Reserven f 19.500.000.—
Direct.: K. VAN NiENES Jr.
Cs-edieton, Deposito's, Aesi- en Verkoop van Effecten.
ALLE BANKZAKEN.
De Grondwetsherziening. 7
Wo. 238
14e JAARGANG
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar -
Met Oeïllustreerd Zondagsblad
f 2.—
f 285
0 60 f hooger.
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-;
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Mpf Geïllustreerd ^onangsoiau uuu i - -
^rTnTTbTnné's wordt op aanvrage gratis een polis~verstr^kt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,-, f 4Q0,-, f 200,-, f 100,-, 60,-, 35,-, 15.-
ii.
Het woord reclasseering zegt, wat
dit maatschappelijk liefdewerk beoogt
Zij maakt het den gestrafte mogelijk
in de samenleving weer de plaats in te
nemen die de zijne is zij heft hem op
na zijn val, niet om hem persoonlijk
te „bevoordeelen", maar om hem weer
tot een geacht, arbeidzaam, godsdien
stig mensch te maken. Zij zet hem, zoo
eenigszins mogelijk, in het milieu,
waar zijn goede eigenschappen tot ui
ting kunnen komen en de verleiding
zoo gering mogelijk is. Zij reclasseert
hem.
Die taak is een zeer moeilijke, er
behoort veel menschenkennis, toe
wijding, invloed en een wijdvertakte,
secuur werkende organisatie toe om
ze te doen slagen. Hoe veel-omvattend
die arbeid is, valt hier niet te schetsen
dat vereischt een boekwerk.
Voor den ontslagen gevangene zijn
twee, straks, genoemde, factoren va
het allergrootste belang een goede
omgeving, liefst in den kr ng zijnei
familie, en geregelde arbeid.
Aan het eerr-te van deze beide kan
ook de reclasseering hem - iet al+d
helpen.Gebeurt soms niei be .erschrix
kelijke, dat zoo'n man verwijderd
moeten houden van zijn vrouw, omdat
juist bij hdar de grootste verleiding tot
hervallen in de misdaad is Of dat wij
een zoon niet meer mogen laten terug-
keeren in het huis zijner ouders, om
dat dezen niet in staat zijn hun eerste
plichten jegens hun kind te ver/uilen
en hem weer de ellende in de armen zou
den drijven
Wat de reclasseering wel bevorderen
kan, en dan ook do-t ditde komst
van den ontslagen gevangene in zijn
familie voorbereiden, als hij hier op
zijn plaats is Want heei dikv jls moe
ten de gemoederen bewerkt worden
nm een verzoening tot stand te brenge
/aak moet de vertrapte en daardoo
verdoofde liefde jegens den gevallene
worden opgewekt-
Heeft hij geen gezin, waarin h
kan terugkeeren, dan wordt voor hem
een „kosthuis' gezocht, waarvan
men weet dat het geen gevaarlijke gele
genheden voor hem oplevert. En waa
hij ook is, steec i b'ijft de rec.asseerings-
instelling het oog op hem houden, leidt
zij hem voort op den goeden weg.
Wat wij m vele gevallen den ontslage
ne wèl kunnen bezorgen en wat nood
zakelijk is, om voorwaardelijke invrv
heidsteliing te verkrijgen en hem wee
tot een goed lid der maatschappij tt
maken, is: geregelde ar je cl
Er zijn altoos menschen, werkgevers,
met v/arm kloppende harten, die voe
k-n voor een hulpbehoevenden even
mensch, niet om pover eigenbelang,
maar uit een oprechten drang om toe
eer van C-od en tot welzijn der maat
scoappij, een gebroken leven te helpen
herstelen. Zij bestaan, Goddank
maar zij zijn nog tegering in getal tegen
over de velen, die hulp. werkgelegen
heid noodig hebben.
Wij verwonderen ons daarover niet.
Er is een goed begrip van en een innige
sympathie met het reclasseer ngswerk
noodig, om zijn werkplaats of Kantoor
te openen voor den gewez-n gevangene.
Zeker, 't is meestal een vooroordeel,
dat hier de helper de hand /er.amt.
Dat iemand e;nmaal binnen de mure-
der gevangenis heeft geboet, bewijst nog
niet, dat hij minder vertrouwen waard
is, dan een ander ,die misschien vee.
zwarter zijn geweten bezoedelde, maai
zoo fortuinlijk was uit de handen va,-
den strafrechter te kunnen blijven.
Dat .lij eenmaal voor de verleiding
bezweek, zegt niet dat hij zwakker
siaat dan een ander, die vandaag of
morgen óók kan vallen, als voor hem
net groote oogenblik der verleiding
komt.
Gij kunt de zwakheid van dezen man
kennen, want zijn verleden ligt voor u
open,maar die der anderen kent ge niet.
Als hij daarbij iemand is, die oprecht
berouw toont over de slechte daad in
het verleden, zal juist de herinnering
daaraan en aan den harden tijd van
straf en boete, hem sterker doen staan
tegenover de verlokkingen der zonde.
En ge begrijpt hethet bestuur der
reclasseering, bestaande uit ernstige
menschen, die ten volle de verantwoor
delijkheid van hun taak beseffen,
dringt u geen man op, van wien he.
niet verwacht, dat hij bij U in de juiste
omgeving za» zijn. En ik zei het reeds
het laat den zwakke niet los. maar
houdt hem onde zijn patronage,
gewoonlijk twee drie laren lang,
blijft toezicht op hem uitoefenen err
waarschuwt hem voor de gevolgen van
er herval in wetsovertreding... die,voor
den voorwaardelijk veroordeelde of
in vr:,'neid gestelde wezenlijk afschrik
wekkend zijn.
Daarbij komt het groote gebod der
ieide steunt de zwa-Kken Het moet
voor u een heerujke voldoening zijn,
als gij het den gevallene hebt mogelijk
-emaakt weer 'n goed mensch, 'n' geacht
burger te worden. Gij doet .daarmee
de samenleving, de Kerk en naast de
ziel van den geholpene ook uw eigen
ziel groot voordeel.
Menig werkgever zou niet zoo scep
tisch of afwijzend tegenover het liefde
werk der reciasseeriog staan, als hij di,
beter had ieeren begrijpen.
Deze regels trachten in alle beschei
den heid dat werk iets meer bekend te
maken, doch er is een betere gelegen-,
heid om de groote beteekenis der reclas
seering te ieeren kennen.
Voor de katholieke werkgevers, maar
ook and en, die door hun.positie of in
tellect invloed kunnen uitoefenen, ver
wijs ik naar de vergaderingen van de
afdeejingen oer R. K. Reclassee-
ringsvereenig-igen
Wanneer men daar de verschil
lende gevallen hoort behandelen, dan
zal men zeer gauw tót de overtuiging
kome, dat de reclasseering een sociale
en godsdienstig-zedeiijke actie van
groote beteekenis is, die aller mede
werking benoeft, op de eerste plaats dit
der „betere standen."
Wie mcenen mocht, dat het bespre
ken en afhandelen van zulke,vaak tragi
sche onderwerpen,niet in een gezelligen
toon kan geschieden, behoeft maar een
maal 'n vergadering mee te maken om
zijn voorstelling grondig gewijzigd te
zien
Er moet nog vee! meer medewerking
komen om den reclasseeringsarbeid
naar wensch te doen slagen. Thans
rust die arbeid op de schouders van al
te weinig personen en we mogen toch
niet vergeten, dat wij allen tot op zeke
re hoogte verplicht zijn deze actie ta
steunen Als de gevallen broeder onze
hulp vraagt, om zich weer te kunnen
opheffen uit zijn inzinking, dan móéten
wij hem de reddende hand toesteken.
Door deze hulp kan menig misdrijf
voorkomen, veel ellende opgeheven,
veel oogst voor God gewonnen worden.
H B. VAN DER SANDE.
Diil halfjaar is, bij 1920 vergeleken, voor
de schatkist heel mager geweest. Het 1ste
halfjaar van 1920 gaf een accres van G7
millioen, het lsle halfjaar 1921 slechts van
9.9. milHoen, De gcheele opbrengst beliep
215 millioen tegen 205.1 millioen over de
eerste zes maanden van het vorig jaar.
Twaalf middelen leverden minder op,
waaronder registratierechten een teruggang
van 7,2, invoerrechten van 4,1, zegelrech
ten van 2,1, grondbelasting van 2,6, gc-
slachfaccijns van 1 millioen aanwijzen, to
taal 19,5 millioen minder.
Meer gaven vooral de inkomstenbelasting
15,1, dividend- en tanidèmc belasting 4,4,
gedistilleerd 4.23, personeel 2,6, vermogens
belasting 1,8, totaal 29,4 millioen meer.
De inkomstenbelasting die met 60 mil
lioen op den staat verschijnt (v. j, 45
millioen)draagt dus meer en meer het
geheel: ver boven het dubbele van den je-
nevcr-uecijns (27.5 millioen) kwam zij.
Ook in de maand Juni is de opbrengst
van dat middel weder zeer hoog: 13.3 mil
lioen.
Ongunstig was de afgeloopen maand niet-,
tégenover het degres van 3,1 in Mei komen
we er met een accres van 1,8 millioen ta
melijk goed af.
De suikeraccijns die toen zulk een gewel
dige daling vertoonde, haalde het mooi op:
2.6 tegen 1,9 millioen.
De wijnaccijns die in Mei sterk terugliep,
kwam op 384.000 legen 349.000 in Juni
1920.
Gedistilleerd was eveneens beter en
bracht bijna 1 millioen meer in het laatje.
Zout en geslacht blijven achteruitgaan;
de invoer van bevroren vleesch is er niet
vreemd aan.
Zegel- en registratierechten zetten hun
dalende beweging voort. De beursbelasting
tuimelde van f 566.000 in Juni 1920 tot
f 284.000 in de afgeloopen maand. Ten on
rechte schreven wij dezen geweldigen te
ruggang de vorige maal geheel aan een ver
minderden omzet toe. Hoeveel op rekening
daarvan moet worden gesteld kan eerst
worden uitgemaakt, wanneer men de op
brengst van den zegelverkoop aan de post
kantoren kent. -
Ook het stalistiekrecht heeft, blijkbaar
in verband met een beperking van de he-
drijvigheid slechts iets meer dan half zoo
veel opgeleverd als in Juni 1920.
Tegenover een sterke toeneming van de
belasting op gouden en zilveren werken,
die blijkbaar aan de dreigende verhooging
van het recht moet worden toegeschreven,
staat een verder terugloopen van de in
voerrechten van 5.3 op 3.1 millioen. Het
vorig jaar was wel heel mooi met een ac
cres van 1.9 millioen. De vergelijking met
Juni 1919 (2,0 millioen) valt ten gunste van
1921 uit en men is geneigd, ook in ver
band mei de prijzen der handelsartikelen,
voor 't oogenblik tot een geleidelijke stij
ging le concludeeren. De sprong van 1920
was een uitzondering tengevolge van bui
tengewone economische omstandigheden.
De loodsgelden houden zich goed: 191.000
tegen 160.000 in 1929, ongeveer 151.000 in
Juni 1919 en 12.000 in Jimi 1918.
De O. W .-belasting liep van 12.4 lot 5.4
millioen lerug, de geheele opbrengst der
crisisbelastingen van 85.4 lot 55,4 millioen,
waarbij evenwel in aanmerking moet ge
nomen worden, dat de Verdedigingsihelas-
tingen niet meer tot deze categorie bijdra
gen, maar als inkomsten ten bate van het
Leeningfonds worden verantwoord.
CONGRES VOOR SOCIALE VERZE
KERING.
Door de Vereeniging van Raden
van Arbeid, zal in het be
gin van October 1921 le Utrecht voor alle
belangstellenden een tweedaagsch congres
voor Sociale Verzekering worden gehou
den. Het eere-voorzitterschap voor dit con
gres is door Zijne Excellentie Prof. Mr.
P. J. M. Aalberse, Minister van Arbeid, aan
vaard.
De Vereeniging van Raden van Arbeid,
voldoet hiermede aan de bepaling harer
statuien, waarin als doel der Vereeniging
onder meer is opgenomen: bet beleggen
van congressen inzake de Sociale Verzeke
ring, doch cr waren ditmaal ook bijzon
dere redenen om een congres te beleggen.
Immers, het kan niet worden ontkend, dat
het jaar 1921 voor de Sociale Verzekering
wc! van bijzondere beteekenis schijnt te
werden.
De oude strijd over de uitvoering der ver
zes iringswctten is nimmer, ook niet bij de
behandeling der verzekeringswelgeving, be
kend onder den naam van Talma-wetten, in
zulc een scherpen vorm en zoo breed van
omvang ontbrand, als thans.
Voor- en tegenstanders van geheel geen
of uitsluitende Overheidsbemoeiing bij de
uitvoering ten deze en zij, die in meerdere
of mindere mate uitvoering door de Over
heid bepleiten, zijn mét eikander, blijkens
de vele artikelen in dagbladen en periodie
ken, verwikkelt in een erüstigen strijd over
de vraag, op welke wijze de ziekteverzeke
ring tot uitvoering dient te komen
Bierbjj komt, dat de ontwikkeling op
het terrein der Sociale Verzekering al die
jarer. niet heeft stilgestaan, ccnerzijds wijl
in list sociale bedrijfsleven nieuwe richtin
gen naar voren komen, die ook voor de
arbeidersverzekering gevolgen kunnen heb
ben, anderszijds omdat uit hel huidige so
ciale leven nieuwe objecten van verzeke
ring zijn voortgekomen en op voorziening
wachten.
Dit dwingt alle belanghebbenden en be
langstellenden 'zioh opnieuw in de vraag
stukken le oriënteeren, waar-voor het noo
dig is het geheele terrein der Sociale Ver
zekering, breed en rustig te overzien.
Daartoe mede te werken door middel
van een congres voor Sociale Verzekering
is liet doel, dat de Vereeniging van Raden
van Arbeid hoopt te bereiken. Een con
gres, dat open moet slaan niet alleen voor
de ambtelijke elementen, die hij de uitvoe
ring dezer wetten betrokken zijn, doch in
het bijzonder ook voor de werknemers- en
werkgevers-organisaties. Waar deze drie
elementen van nauw bij de arbeidersverze-
kerin" betrokkenen juist in de Vereeniging
van Tarlen van Arbeid tot uiting komen
imme s de leden der Vereeniging besiaan
uit de bestuursleden der Raden van Arbeid
(39 voorzitters, 39 werkgevers- en 39 werk
nemer-sleden) meende het Bestuur, dat
he jétuiroepen van zulk een congres wel
in hei bijzonder lag in dc lijn dezer Ver
eeniging.
De Vercenigdng heeft medewerking ver
kregen van verschillende personen, die ge
acht mogen worden op het terrein der So
ciale Verzekering deskundig te zijn.
De te behandelen onderwerpen zijn:
1. Moet de Overheidsbemoeiing met de
Sociale Verzekering de organen al dan
niet omvattende de samenwerking der be
langhebbenden met de uilvoering belast,
scheppen, of moet de Wet slechts de waar
borgen regelen, waaraan hebben te voldoen,
de door vrij initiatief te scheppen samen-
werkingen van belanghebbenden, die de
uitvoering ter hand zullen nemen?
Inleiders: Pro-Overheidsorganen: J. E.
W. Duys. Contra-Overheidsorganen: Mr.
Kortenhorst en dr. F. E. Posthuma.
2. Is eenheid der met de uilvoering der
Wet belaste organen al dan niet omvat
tend de samenwerking der belanghebbende
groepen -noodzakelijk voor goede wer
king der Sociale Verzekering, óf is ver
scheidenheid van organen noodzakelijk of
gewenscht of althans aisch der praktijk?
Inleiders: Pro-Eenheid: Mr. V. H. Rut
gers. Conlra-Ecnlheid: Mr. H. W. Groene-
veld.
3. a. Moederscliapszorg. b. Bijzondere
Kinderzorg (iRijkskindertoesilagfonds). c.
Medische hulp (inclusief Prophylaxis).
a. Inleidsters: Mej. Mr. Fr. Calz en Me
vrouw Pothuis-Smit; b. Inleider: Prof. Aen-
genent; c. Inleiders: Dr. P. H. Van Eden en
E. Kupers.
Het voorzitterschap wordt door mr. W.
H. M. Werker te Amsterdam en het se
cretariaat door Jhr, Mr. E. B. F. F. Wittert
van Hoogland te 's-Gravenhage vervuld.
HET SFEKBOLLENLAND EN DE
ARM.E HONGAARTJES.
of 7 i 7-
Dc Entente-vrijmetselaars, aanstichters
van den wereld-oorlog, hebben in hond
mot dé verraderlijke centrale loges
de Christelijke middelwacftten vernietigd.
(Lees 't niet weerlegde boek van Dr.
WicbtlWeltfreimauereiWcHrepu-
Kantoor ALKMAAR. BREEDST!? A AT 11
Correspondentschap HOORN. GROOTE NOORD 140
Mik). De Jood-vrijmetselaar zwemt daar
in geld en maoljt, en ze arme geloofageinoo-
ten worden afgeslacht
Van dc Europeeische regeermaen is geen
heil 4c verwachten; bijna alle zitten in
den gneep der oppermachtige internationale
loge. Slechts vanuit den boezem van het
volk kaïn nog wat goeds komen; ook de
ware Volkenbond ca
Maar waarom gaat het zoo slecht met
<le arme Hongaar Ij en vinid'en zij geen
'herberg in ons spek bollenland?
t M.i. is de groote schuldige onze pers,
die dag én dag uit maar roemt over onze
buitengewone nationale weldadigheid, of
schoon ook de naakte waarheid is, dat vele
tienidhizendtaKen op I of i dagreizen van
hier stierven van ellende, 'terwijl hier in
ons iand er geen kruimdl broods minder
om werd gegeten. Dat is het verschrikke
lijke feit: hier bolle, ginder holle wangen,
hier kook-, daar vriespunt.en wij zou
den.slaken mot ons Kefrdeweiki
Er is veel gedaan.
Maar die zelfroem riekt kwalijk, de goe
de menschen, die '4 verdienen, vragen er
nic om, en de onverschilligen, wei, zij be
roepen er zich op om niets te doen; cr is
al zooveel gedaan.
Wriéelijk, er is gevaar, dat in ons ka
tholiek Nederland de eigengerechigbeid
een nationale ondeugd wordt, nu door hij-
zonder gunstige, onverdiende omstandig
heden ons katholiek levien bloeit.
Laait ons oppassen.
De Franschen spraken van „5e Dieu de
la France" en dc Duitsdhens dachten zioh
„Uebermenscheri" en .beiden zitten nu met
den haak in die keel.
Feit blijft: ontelbare scharen geloofs
broeders sterven van ellende, terwijl nog
bijna niemand onzer zijn maaitijd er om
beperkte.
Hef eerste tijdperk van liefdadigheid (tij
dens onze economischen Moei) is voorfbij.
Vedl goeds werd geid'aan met doorgaans
edele inzichten. Nu vangt het tweede tijd-
pdk aan (dat valt tijdens afgemeene zak,en-
slapte). Zal ook dit nog zijn springvloed
van barmhartigheid beleven?
Zeker is het, dat de lof aan de wed'uwe
met haar offerpeniiimgske door Christus
gebracht (omdat zij het moest uitwinnen
op hare nooddruft), er ons op wijst, dat nu
eigenlijk pas voorgoed het verdienstelijk
werk begint, nu de eb is ingelrod'en.
Welk heerlijk terrein van aclie ligt hier
voor onze DeTde Orde gereedEigenlijk
zou, zoolang onze gemartelde broeders lij
den., drie kwart der Nederiandsche Terti
arissen voortdurend een hongerige moeten
herbergen en dat uitwinnen op hun eigen
maaltijd, want 7 i 7.
Wat beduidt d'at?
Er kwam eens een Weensch meisje in
ons dorpnergens plaatsde rijken
Heten het passeeren, een landarbeiders-
vrouw met s kinderen nam het tot zich.
zij kooke evenveel als van te voren, de
Weeoische kreeg volop en werd spekvet
de andere kregen minder en bleven ge
zond. De buren bracht wat Meeren, een
tertiaris-naaister maakte het gratis
welvoorzien ging het Weensehe kind naa,
huiis en de eigen kinderen hadden heertijk'i
daden van zelfverloochening beoefend....
lid waren.
Behalve dat vrij nog niet ten bloe
de hebben -weersiaan, hebben we zelfs
nog weinig ons zelf ontzegden
zoolang we dat niet veel gedaan heb
ben, zal het uitgehongerd sterven van
zoovele onschuldige slachtoffers ons
aangerekend kunnen worden. Als er
weer mobilisatie kwam en de opper
bevelhebber stuurde ons 2 of 3 van
dat lieve roede goedje thuis, we zon
den zuchten, enduiden. Maar nu
de Heer der heerscharen „de eenig
Obers te Kriegsherr" ons dreigt; „wat
gij den minste der mijnen weigert
nu is het te lang of te kort. en te
vergeefs wachten die arme schaapjes...
En toch 7 -f- 1 7. O Tertiarissen
van Nederland... wat heerlijke gele
genheid om te bewijzen, dat uw orde
nog iets anders vraagt dan maande
lijks wat Francascaansche liederen te
zangen. St. Frandscus smeet zelfs zijn
onderkleed weg en konden wij niet
in stilte ons bekrimpen en daarmee
een lieveling Gods redden 7 1
blijft 7. En er zou nog even veel geld
overschieten voo-r de overige goede
werken.
Bet 1ste tijdperk van economischen
bloei heeft een springvloed van goede
werken gekend. Het 2e tijdperk liebbe
ook zijn springvloed, die wonderbaar*
der zal zijn dan de eerste en ver
dienstelijker voor God.
Laten de Tertiarissen eens flink ijve
ren, vooral dooi' hun voorbeeld, op
dat dit echt Franciscaansch liefdewerk1
algemeen en blijvend worde. Laten de
andere bladen en ook vakbladen dit
artikel overnemen. Dan zal de erger
nis uit Boedapest verdwijnen. Want
al zijn de centrale menschen dankbaar
(een koortslijder dankt voor elk drup
peltje water, dat men op zijn tong
laat vallen), het weigeren eener her
berg in ons spekbollenland zou hun
in hun christelijk ook toch onbegrij
pelijk voorkomen. j
EEN TERTIARIS.
Bovenstaand schrijven werd ons toe
gezonden door een persoon, die bij
zijne opwekking ook de daad voegde,
en een Hongaarsch kind bestelde.
Ja, intochten, in navolging van St,
Franciscus, de duizenden Tertiarissen
e.a. het eens pröbeeren met 7 1
7. Ik denk zelfs: 4 1 4, zou
ook nog gaan. Wat heerlijke opvoeding
tot edelheid, als de moeders hun kin
deren die zelfbeperking ter wille van
een ongelukkig vreemd kind leerden
en hoe zouden zij later er zelf de
vruchten van plukken.Toe, spreek eens
af met uwe kinderen en ze zullen
zeggen: laat komen, we zullen zelf
wat minder doen. Zoo opgevat doet
het anderen goeden werken geen.
schade en krijgt ge hel in uw eigen
kinderen veredeld terug. I
voorloopig verslag.
(Vervolg.) 4
Tweede Kamer,
Vlij algemeen juichte men toe, dat het
algemen vrouwenkiesrecht in de Grond
wet zal worden neergelegd. Enkele leden,
die in beginsel tegenstanders waren van
het vrouwenkiesrecht, hadden daartegen
echter bezwaar.
Eenige leden wenschten de evenredige
vertegenwoordiging facultatief te zien ge
steld. j
Door sommige leden werd aangedron
gen op verlaging van den kiesgerechtigden
leeftijd tot 21 jaar.
VRIJ NAAR HET DUITSCiL
tweede deel.
47.
Augusta had niet noodig 0ver het
aanbod harer tante na te denken. In
koortsachtige gejaagdheid haalde zij
papier en pen om den brief oogen-
blikkelijk te beantwoorden. „Volgens
de beschrijving mijner arme marna te
ooTdeelen, zeide zij bij zich zelf," is
taste Victoria niet zeer beminnelijk
maar duizendmaal liever wil ik hare
luimen verdragen, dan tot de klasse
der dienstboden af te dalen. En dan
zij woont in Breslau I Wie weet, of ik
niet gelegenheid vind hem te zien, te
spreken? O Max ik geloofde, dat ik u
kon vergeten, maar het was eene dwa
ling
XI.
Een zeer schoone, warme Septem-
Mravond. Aan den witachtig blauwen
seniel kwam de eene sSer na de andere
te voorschijn, terwijl aan den gezicht
einder de maan langzaam verrees en
hare bleeke stralen over het half ver
lichte landschap verspreidde, dat juist
door een sneltrein doorploegd werd.
In den hoek van een coupé tweede klas
leunde een jong meisje en keek na
denkend door het raampje, ofschoon
bij het schemerdonker weinig meer
was te onderscheiden.
De in den maneschijn sluimerende
velden verdwenen, rechts en links werd
men huizen en tuinen gev/aar, en op
eenigen afstand kondigden tallooze
lichtpuntjes aan, dat men een aanzien
lijke stad naderde. Nog eenige minuten
en het doel der reis was bereikt.
De jonge dame stapte uit, ging lang
zaam met haar handkoffertje een eindje
over het perron en bleef dan, met ang
stige blikken naar alle zijden rondziende
staan. Zou er niemand zijn om haar
af te halen Zij had toch het uur harer
aankomst nauwkeurig opgegeven.
plotseling schrikte zij en stiet een
half onderdrukte gil uit. Een heer,
die daar juist voorbij ging, keek op.
Was hij wezenlijk bleek geworden
en voor haar uit den weg gegaan
Neen, zij moest zich vergist hebben
in zijne trekken was niets van die
hartstochtelijke opgewondenheid te be
merken, die op dit oogenblik haar hart
zoo onstuimig deed kloppen en zijn
stem klonk bedaard en ernstig.
„Juffrouw Wilhelmi, u hier Kan
ik U wellicht in het een of ander be
hulpzaam zijn
De aangesprokene beefdetoorn,
verwijtingen, al het andere zou zij
beter hebben verdragen, dan deze
koude beleefdheid.
„Max," stamelde zij, zonder zijn
vraag te beantwoorden, „hoe blijde
ben ik, dat ik u hier aantref. Mijn
tante.."
„Excuseer, juffrouw Wilhelmi
maar ik vrees, dat u haast moet maken,
als u nog een rijtuig wil hebben. Heeft
u misschien nog andere bagage
Zwijgend gaf Augusta hem haar re 5+
en ging naast hem naar den uitgang.
De laatste omnibus reeds juist weg.
„Daar staat nog een rijtuig, juffrouw
Wilhelmi, als het u belieft."
Eene minuut later zat Augusta in
het rijtuig. Max reikte haar handkoffer
en paraplu en bleef beleefd aan het
open portier staan, terwijl een kruier
de koffers bracht en ze met behulp
van den koetsier in het rijtuig plaatste.
„U is dus van plan hier in Breslau
bij een tante te gaan logeeren" vroeg
Max, het straks zoo plotseling afge
broken gesprek weer hervattend.
Augusta wierp een half schuwen, half
verwijtenden oogopslag op hem. Was
hij inderdaad zoo onverschillig, zoo
bedaard, of hield hij zich slechts zoo
Zij trachtte zich zelve diets te maken,
dat het laatste het geval was, ofschoon
een stem in haar hart haar het tegen
deel toefluisterde,
„Het is niet enkel om bij tante te
logeeren, ik zal, voorloopig ten minsts
bij haar blijven," zeide zij met half
gesmoorde stem, „omdat ik mijn moe
der heb verloren."
„Uw moederherhaalde Max ge
troffen.
„Zij stierf in 't begin van de vorige
maand."
Max antwoordde niet dadelijk. Hij
had nooit veel van mevrouw Wilhelmi
gehoudenhaar zelfzuchtig karakter
was niet geschikt geweest, zijn vriend
schap te verwerven, maar desniettegen-
stande was hij hevig aangedaan door de
tijding van haar dood.
„Ik neem oprecht deel in uw verlies,
juffrouw Wilhelmi," sprak hij eindélijk.
„Het was mij eerst reeds vreemd, u in
den rouw te zien, maar aan uwe moeder
dacht ik het allerminst. Zij scheen
zoo door en door gezond te zijn."
Augusta was zeer bleek geworden.
Een wilde smart maakte zich van haar
meester, een hartstochtelijk verlangen
den scheidsmuur af te breken, dien zij
met eigen hand tusschen hen beiden
opgetrokken had. Eenige oogenblikken
nog poogde zij het woord terug te
houden, dat op haar tong zweefde,
tevergeefs.
„Max," riep zij, terwijl zij alle zelf-
beheersching verloor„Max, waarom
zijt gij zoo hard Ik heb nu niemand
meer op de wereld. Kunt gij dan vol
strekt niet vergeven en vergeten
Max was verrast een stap achteruit
getreden met de deelneming, die hij
voor haar gevoelde, mengde zich op dit
oogenblik een gevoel, dat aan veracb-
t'ng grens le. Zou Elfriede, indien :ij
in hetzelfde geval vekeerde, hare vrou
welijke waardigheid zoo zeer vergeten,
als dit meisje, dat aan zijn verblinde
oogen eens als een hooger wezen was
verschenen Maar hoe kon hij ook die
beide in gedachten naast elkander
plaatsen he-t bescheiden viooltje naast
de veeleischende, schitterende tulp 1
„Zeker, de slag, die u heeft getroffen,
was zeer hard,' zeide hij na een korte
pauze op koelen toon. „Maar uwi
tante zal zonder twijfel trachten bij u
de verloren moeder zooveel mogelijk
te vervangen."
Augusta vond geen tijd meer om te
antwoorden. De kruier kwam om zijn
fooi in ontvangst te nemen, de koetsier
wierp het portier dicht, en sprong op
den bok, terwijl hij door hoofdknikken
te kennen gaf, dat hij verstaan had
waar Augusta moest wezen, en voort
rolde het rijtuig. Max nam beleefd
zijn hoed af en verwijderde zich in een
tegenovergestelde richting.
Augusta leunde in den hoek van het
rijtuig achterover en tranen rolden
langzaam over hare wangen..Hoe koud
had hij haar afgewezen Maar het was
slechts een -ol, die hij speelde zijn hart
behoorde haar nog altijd. „Max, Max,"
fluisterde zij, „waarom wilt gij mij niet
gelooven, y.-iarom twiifelt gii aan mijn
berouw
"Wordt vervolgd.