is SssSsrp
si
ss©ÜS 11 LA O3 3
feuilleton
BUITENLAND
sues,
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1921
Ar QEÜTU
blind varen.
OUWERS.
en
garen
arettesi
imagazlgra
COURANT
Abonnementsprijs:
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 433
Het Parlementaire
gevaar
Brieven uit Parijs.
Onder Valscbe Vlap
!ï3sr-appg;
E&Efi,
fabrlsk Jrieaia".
No. 249
noodig heeit.
9 Augustus.
aanbevelend,
e CJR«ÖT,
b Vriertdscha p.'
van het veld af fe
)r concurreerende
imaolsioe
ïolor en met twee
de Zelloinder.
mbevelend,
IL, Castricom.
in het
bSSTRAAT 7,
tevreden.
sering.
Lage prijzen
fd aanbevelend,
/I
wordt uitsluitend
litelt geslacht en
st mogelijken prijs
VLEitSCH.
Per 5 ons,
tin 1 1 05
1.10
1.15
O.tO
O.t-O
0.80
U.75
0.70
0 65
1 00
O 90
0,80
0 60
envel
bij 5 pond
ïn Reuzel
bij 5 pond
Vet spek
bij 5 pond
Mager spek
bij 5 pond
k. lappen
pp en
1 1 00
i 0 75
i O.oO
HOLLANDSEN
He JAARGANG
g—1 ■BSBgaaaj^gj
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaarf 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs;
Van 1 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" tij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Er is esn tijd geweest, dat „parlemen
tair" beteekende „in den juislen vorm",
„fatsoenlijk" of „beschaafd". Het zal niet
ltmg meer duren of wij kunnen spreken
Tan het parlementaire gevaar in dien zin,
dat de openbare bestuurscollege's moeten
gesignaleerd worden als gevaarlijke instel
lingen vanwaar een verderfelijken invloed
op het volk uitgaat.
Nu bedoelen wij ditmaal niet de leer
stellingen, welke daar verkondigd worden
door personen van een andere geestesrich
ting dan de onze; maar wij bedoelen de
wijze, waarop tegenstanders' in die be
stuurscollege's elkander Ic lijf gaan, den
toon, welke daar heerscht en die alleszins
geschikt is om ons van nature toch al wat
losbandig en ruw volk, af te stompen tot
de meest ondragelijke en onbeschaafde om
gangszeden.
Deze uitspraak moge wat kras lijken, de
voorbeelden tot waar-making ervan zijn
helaas met tientallen voor het grijpen.
Zelfs in dezen komkommertijd van po
litieke malaise, bij een tropische hitte, die
ieder verstandig mensch de vergaderzalen
doet schuwen, ziin nog de vorige week
eenige ergerlijke staaltjes van parlemen
taire verwildering voorgekomen.
In de Amsterdamsche raadszaal schold
een der heeren raadsleden een collega
uil voor schoft en noemde diens handel
wijze „schofterig". Door den voorzitter tol
dé orde geroepen, wenschte deze „lieer"
di' woord niet herroepen, maar herhaal
de het sarrend opzettelijk. Er was geen
andere mogelijkheid om aan de daarna
ontstane ruzie een eind te maken dan de
vergadering eenigen tijd te schorsen. Maar
bij heropening begon dezelfde „heer" weer
opnieuw van „schoft" en „schofterig".
In Rotterdam voerden in de laatste raads
zitting de socialisten op de meest ergerlijke
manier oppositie. Een hunner Wethouders
kon bij de meerderheid geen genade vin
der bij de benoeming voor een curator
voor het Gymnasium. En uit wraak daar
over trachtten de roode heeren het verga
deren onmogelijk te maken. Een der bla
den gaf er het volgende beeld van:
„Er kwam steeds meer deining in de ge
moederen, tot de stemming in kookhitte
geiaakte. Wethouder Heijkoop raasde en
huilde bijkans van woede tegen den heer
Richters. Zijn politieke vrienden, de socia
listische edelachtbaren, raasden en rumoer
den mede.
Dc. voorzitter hamert onophoudelijk en
pro testeert. Hij meent gezien te hebben,
dat mejuffrouw Groeneweg geraas maakte
ender de tafel Deze is verontwaardigd
en vindt daarin een persoonlijk feit. De
voorzitter zegt zijn woorden eerst te zul-
leD intrekken als mejuffrouw Groenweg
verzekert zich aan het haar ten laste ge
legde niet te hebben schuldig gemaakt.
De heer Lührs, somber maar ridderlijk,
beweert, dat niet zijn partijgenoote, maar
hij het met zijn vloeier heeft .gedaan. De
ieer Schouten heeft hetzelfde waargeno
men als de voorzitter. En mejuffrouw
Groeneweg legt de gevraagde ontkenning
liet af."
Dat is de veredelende invloed van de
vrouw in de openbare lichamen!
In een ander blad ving de raadsover-
richtschrijver zijn beschouwingen over de
zelfde zitting aldus aan:
„De vacantie had een groot aantal jeug
dige vaderlanders naar de publieke tribu
nc gebracht, die aldus de raadszaal eens
op hun gemak konden aanschouwen en
allicht, naar het oordeel hunner ouders
en verzorgers, meteen een les zouden kun
nen opdoen in parlementaire welsprekend
heid en parlementaire vormen, welke na
tuurlijk het kenmerk zijn van de verte
genwoordiging van de eerste havenstad
des Rijks. Wij vreezen inlussclien dat gis
teren die les al zeer averechtsch is geweest.
Immers, terwijl tot dusver onze Raa^ zich
te dien aanzien nog gunstig onderscheidde
van andere lichamen van dezen aard,
bleek hij gisteren ook in staat te zijn af
te dalen nog tot beneden Amsterdamsch
peil."
Inderdaad, op de publieke tribune van
vele openbare lichamen is niet veel goeds
te leeren.
Maar 't is helaas niet enkel de toon
in de vergaderzalen van onze bestuursli
chamen, die het tegendeel van de taal
van opvoeders les volks doet hooren, de
geest, welke in de debatten vaak heerscht,
is, mogelijk nog verderfelijker.
Een ervarene als de Kameroverzicht-
schrijver van het „Handelsblad" deed
daarover dezer dagen een boekje open
en toonde aan de hand van de jongste
Eerste en Tweede Kamerdebatten aan, hoe
diep het parlement aan het zinken is.
„Hoe ver achter ons ligt de tijd, schreef
hij. waarin het onbehoorlijk werd gevon-
dei. om te snuffelen in personalia en om
deze in de publieke behandeling van een
publieke zaak te mengen! Wij herinneren
ons, van een kwart eeuw geleden (maar
't lijkt al veel langer her!) menige socia
listische vergadering waarin een spreker,
zoodra hij maar even een argument ad ho
minem bezigde, zich hoorde toeroepen:
„Niet persoonlijk worden!" Zoozeer zat
he Hollandsche begrip van fatsoen zelfs
bn de zeer eenvoudige bezoekers van die
vergaderingen er toen nog inl Men verge-,
lijko met zulke volksvergaderingen van
weleer eens onzecParlementsvergaderingen
van thans, vooral die van de Tweede Ka-
nier. Er gaat van deze laatste haast geene
meer voorbij zonder persoonlijke hate
lijkheden en opzettelijke kwetsingen. Maar
veel erger dan deze grofheden zijn de
persoonlijke verdachtmakingen, het snuf
felen en snorren naar een element van mo
gelijk persoonlijk belang bij den politieken
tegenstander. Wanneer men den omvang
waarneemt, dien deze volksvergiftiging
door middel van Kamer-speeches en van
persartikelen heeft genomen, dan moet
mei wel mismoedig vragen: Waar is, in
de twintigste eeuw, in het openbare leven
van Nederland, het Hollandsche fatsoen
gebleven?
Want er is weinig meer van over."
En aan de hand van de Djambi-debatten
met de schandelijke uitvallen tegen den
heer Colijn, met herinneringen van tal van
ernstige beschuldigingen aan het adres van
oud-ministers en Kamerleden-voorzitters
van Regeeringscommissies in den distri-
butietijd, wordt dan aangetoond, boe een
deel van ons parlement langzamerhand ge
worden is een legertje politieke drijvers,
belust op sensatie en schandaal.
Wie zijn medeinenschen goed bekijkt en
beluistert, kan den verderfelijken invloed,
welke van deze hooge stoelen geregeld
over ons volks uitgaat, ontwijfelbaar zeker
aanwijzen. Belustheid op sensatie en ver
dachtmaking, verruiming van omgangsvor
men is duidelijk merkbaar in een groot
deel van de dagblad- en vakpers, op verga
deringen, in het ver een i ging s le ven, in den
dagelijkschen omgang.
Aan dien invloed dachten wij, toen wij
dezer dagen lazen, hoe een ambtenaarsver-
eeniging tegen een hoofdambtenaar optrad.
De Centrale Ambtenaarsbond richlle tot
B en W. van Amsterdam een adres waarin
o.a. wordt gezegd, dat de leidende hoofd
ambtenaar van het Bevolkingsregister
sinds Januari 1921 niet ziekte-verlof af
wezig is, waaraan wordt toegevoegd
,,dat algemeen wordt aangenomen, dat van
werkelijke ziekte geen sprake is."
Naar aanleiding daarvan deelde deze
bet'chlte hoofdambtenaar, de heer Van
Wagtendonk, in het publiek mede, dat hij
niet sinds 1 Januari, doch sedert 7 Maart
afwezig is, en dat bij een schrijven had
ontvangen van zijn dokter, den heer E.
van Dieren, waarin deze de bovengenoem
de toevoeging een schandelijke insinuatie
noemt. Dr. Van Dieren besluit het schrij
ven met de volgende verklaring:
1. „Als behandelend geneesheer van
den heer Van Wagtendonk voel ik mij vre-
plichi. te verklaren le, dat Z.Ed. ruim een
jaar geleden onder mijn behandeling
kwam:
2e. dat ik hem reeds toen, den raad gaf
ziekteverlof aan le vragen, waartoe hij niet
te bewegen was;
3. dat hij ten slotte zeer ernstig ziek
geworden is, en geruimen tijd (bijna 2
maanden) bédlegerrng is geweest;
4. dat hij vervolgens tot herstel van ge
zondheid eenigen tijd naar buiten is ge
gaan;
5. dat hij thans zeer veel verbeterd is,
maar dat ik hem nog heb moeien afra
den zijn werk te hervatten."
Waar zullen wij belanden, wanneer het
systeem van verdachtmaking, hetwelk
blijkbaar in onze publiek-rechtelijke licha
men ingang heeft gevonden, gaat door
dringen tot alle lagen onzer bevolking?
Het wordt hoog tijd, dat tegen dit ge
vaar van bet parlementarisme, hetwelk
over de grenzen al zoo onnoemelijk veel
kwaad heeft gedaan, ook hier te lande ste
vig front wordt gemaakt.
DE ST.V1NCENTIUSVEREENIGING
TE PARIJS.
De feestdag van den H. Vincentius
a" Paulo, die de katholieke kerk den
19en Juli viert is een aanleiding het
een en ander te vertellen over de ver-
eeniging te Parijs, die zijn naam aan
dien grooten apostel der weldadigheid
ontleent en die over geheel de wereld
vertakkingen heeft. Holland mag er
trots op gaan een van die landen te
zijn, waar de stichting van den voor-
treffelijken Frederic Ozanam, de al-
gemeene belangstelling ondervindt en
waar tot zelfs in de kleinste plaatsen
de St. Vincentiusvereeniging haar ze
genrijken arbeid verricht geheel in den
geest van den grooten stichter. Nie
mand beter dan de president general,
de Vicomte d' Hendicourt, kon mij
daaromtrent inlichten en aan het be
zoek aan hem gebracht, bewaar ik dan
ook de aangenaamste herinnering. Hij
heeft mij verteld van de Parijsche con
ferentie, die op zoovelerlei gebied werk
zaam is, en een voorbeeld van goede
organisatie mag genoemd worden. Zij
beperkt haar taak niet tot het verleenen
van steun aan behoeftigen maar heeft
ook instellingen in hét leven geroepen
die socialen arbeid verrichten.
Vrijuit kon de heer d'Hendicourt
hierover spreken, zonder zich zelf
in het minste een pluimpje te geven,
wat trouwens geheel in strijd zou zijn
met de bescheidenheid die hem ken-
vrij naar het duitsch
tweede deel
De dreunende slagen der klok van
ien toren der naastbij zijnde kerk, die
bet middernachtuur aankondigde, de
den haar plotseling uit hare mijmering
ontwaken.
Voorzichtig om Sophie, die naast
o.aar sliep, niet te wekken, opende zij
de deur en sloop op de teenen de-trap
af, naar het salon. De straatlantaarn,
die tegenover het huis stond, ver
spreidde hier een flauw schemerlicht
en maakte het haar mogelijk de kran
ten te vinden, die op een zijtafeltje
lagen. Een oogenbiik later had zij zich
van haren buit meester gemaakt en
even zoo zacht, als zij gekomen was,
dei; terugtocht aanvaard.
Een bang voorgevoel omzweefde
naar als een donkere, onbepaalde scha
duw, toen zij onhoorbaar door de lange
Bang sloop, maar zij schudde vast be
dden het bijgeloovjgegevoel van angst
van zich afde werkelijkheid eischte
te veel. Zij sloot de deur van haar zol
derkamertje en begon nu, terwijl zij
het laag neergebrande kaarsje zoo dicht
mogelijk tot zich trok, de advertentie
te bestudeeren.
„Gevraagd een huishoudster," las
Augusta half luid. Zou zij het durven
wagen zich voor die betrekking aan te
melden Een weinig nadenken over
tuigde haar maar al te zeer, hoe onge-
schlikt zij voor zulk een betrekking
was. Moedeloos legde zij de krant wag
en nam een andere ter hand. Haastig
doorliep haar oog de velerhande ad
vertenties,
Plotseling uitte zij een zacht „God
zij dank" terwijl het papier uit hare
bevende handen gleed. In de volgende
seconde had zij het wee--; opgenomia
en las met en kloppen-1 hart' tel
weer de weinige regens, die haar hoop
gaven op ver ossing uit haar tegen
woordige, ondraaglijke positie. In een
dusdanige betrekk ng kon zij voldoen.
„Maar ik zal mij oogenblikkelijk
moeten aanbieden, dat niemand an
ders mij voorkomt," fluisterde zij.
„Ik schrijf morgenochtend dadelijk.
Maar., wat moet ik beginnen als die
dame ver van Breslau woont Zoo
lang ik in de nabijheid van Max ben,
schijnt nog niet alles verloren."
De vlam der nu geheel verbrande
kaars werd plotseling zeer hoog en
zonk dan sissend in elkaar.
Niet zonder moeilijkheid slaagde
Augusta den volgende dag er in, eenige
minuten tot het schrijven van den brief
te vinden,
Vijf, zes dagen waren verloopen
Augusta stond, in gedachten verdiept,
aan het raam der kinderkamer, zonder
te merken, dat Casimir de schaar van
de tafel namen daarmede begon den
boezelaar zijner zuster in lange, onregel
matige reepen te knippen. Een uitroep
van verontwaardigde verbazing werd
eindelijk achter haar geuit, en toen zij,
daardoor ruw tot de werkelijkheid
teruggeroepen, zich verschrikt omkeer
de, sto.id zij plotseling tegenover haar
tante.
„Een onbruikbaarder schepsel, dan
gij zal wel nauwelijks zijn te vinden 1
Waarvoor zijt gij anders hier, dan om
op de kinderen te passen
Augusta had zich gehaast het ge
vaarlijke werktuig uit de kinderhand
weg te nemen. Een luide schreeuw was
daarvan het natnurliik pevole. en Mar-
merkt, daar niet hij, maar de heer
Tliche, met wien ik later kennis maakte,
president van de Parijsche afdeeling is.
Hij heeft het echter bij deze monde
linge inlichtingen niet gelaten maar mij
eene introductie gegeven voor zijn se
cretaris den heer Deutsch, die mij op
de meest vriendelijke wijze in het ge
bouw van de vincentiusvereeniging
heeft rondgeleid en mij uitvoeriger
over haar nuttigen arbeid heeft ge
sproken.
Het gebouw zelf is heel oud en ligt
op een binnenplaats, onttrokken aan
het drukke gewoel van de werelddtad.
Sedert 1854 reeds is de vereeniging
daar gevestigd in de Rue Turstenberg
en zoodra de tijdsomstandigheden en
vooral de financiën het toelaten zal
naar een ruimere en meer moderne in
richting worden uitgezien. Deze ouder
dom en primitieve inrichting be
letten echter niet dat er veel en nuttig
werk wordt verricht en dat de Parijsche
conferentie in alle opzichten met haar
tijd meegaat. Het aantal leden is wel
niet zoo groot als men dat zou mogen
verwachten maar de moeilijkheid leden
te krijgen is in een stad als Parijs groo-
ter dan waar ook. De kracht zit hem
echter niet steeds in de quantiteitde
qualiteit is zeker bij dit werk van lief
dadigheid en persoonlijke belangstelling
van veel grootere beteekenis. En deze
is boven allen lof verheven en komt het
best tot uiting in de verschillende wer
ken, die worden beoefend. Aan de
vrucht kent men den boom.
Daarop staat het armenbezoek en
het lenigen van geestelijke en materi-
eele zorgen. Bonnen voor levensmidde
len en brandstoffen worden verstrekt,
vacantiekolonies zijn opgericht en
bibliotheken voorzien in een behoefte
aan lectuur die in groote steden met
haar verderfelijke openbare leesbiblio
theken, meer dan elders controle
noodig heeft. Van de vele werken waar
over de heer Deutsch mij sprak, troffen
wij vooral twee instellingen, die ik
dan" ool< wat uitvoeriger wil behandelen.
Missebejn kunnen zij in Holland na
volging vinden en evenals hier mede
werken de vincentiusvereeniging nog
populairder te maken. Het eerste is
de „Caisses de loyers", waardoor huur
ders in staat worden gesteld bij kleine
beetjes te gelijk b. v. wekelijks, iets
van hun verdiende loon af te zonderen
en in de kas der vereeniging te depo
neeren. Zij kunnen dan wanneer zij
willen, b. v. driemaandelijksche huur
betaling, het gestorte bedrag, waarvoor
zij een behoorlijke rente ontvangen, op
vorderen. Het groote voordeel hiervan
is dat de werkman op een zeker oogen
biik niet al te diep in zijn zakken be
hoeft te tasten, het noodige geleidelijk
aan heeft bespaard en door de rente
als het ware een deel van het jaar
voor niets woont. Deze instelling werkt
al sedert 1846 en heeft steeds gunstige
resultaten opgeleverd. De oorlog heeft
als op zoovelerlei gebied, hierin een
tijdelijke storing gebracht maar sedert
1919 verrichten deze „huurderskassen"
weer opnieuw hun zegenrijken arbeid.
Het tweede sociale werk dat bijzon
der ingang vindt, is dat der „arbeiders
tuintjes. De Franschman hecht zeer
aan een eigen stukje grond, waar hij
werken kan, uitrusten na den arbeid
en genieten van de zon en de blauwe
lucht, die hij temidden van de hooge
Parijsche muren maar al te weinig ziet.
Deze tuintjes nu voldoen aan zijn ver
langen. en reeds meer dan 350 families
genieten thans van dat eigen plekje
grond, hen door de Vincentiusvereeni
ging in huur gegeven tegen billijken
prijs. Zij ademen er de frissche lucht in,
teelen eenige producten, waartoe een
achturige arbeidsdag en een Engelsche
Zaterdag hun tijd genoeg laten, en
vinden er Zondags vooral de gezellig-
sa, öf uit spijt over .het lot van haar
boezelaar, öf uit medelijden met haar
broertje, schreeuwde al even hard mee.
Mevrouw Lehmann hield zich, nadat
zij tevergeefs had getracht de rust te
herstellen, met beide handen de ooren
dicht en liep naar de deur om Sophie
te roepen. Deze verscheen, en haar
bespraaktheid, ondersteund door een
flink stuk taart, sldagde er in zich ge
hoor te verschaffen.
„Ik begrijp niet, waarom gij niet
evengoed als Sophie de kinderen stil
kunt houden," merkte mevrouw Leh
mann op, die nu meer tijd had, zich
met Augusta bezig te houden.
„Wie weet, welk ongeluk er gebeurd
was, indien ik niet toevallig hier was
gekomen."
Augusta gevoelde, dat de ontevre
denheid harer tante dezen keer niet
geheel ongegrond was, maar haar trots
verzVte er zich tegen, ha.L fout te
bekennen.
Mevrouw Lehmann liet gaar geen
tijd om tot bezinning te komen.
„Ik kwam hier om u te spreken,
maar het zal beter zijn, dat wij de zaak
in 't salon afdoen. Sophie, blijf gij zoo
lang bij de kinderen."
„Ja, ja, tap+e laat Sophie bij ons
heid die zij anders op de boulevards
of in warme en verderfelijke gelegen
heden gaan zoeken. Hoogst nuttig
werkt deze instelling die steeds voor
verdere uitbreiding vatbaar is.
Bijzonder graag zou ik nog meer
over de werking van de Parijsche con
ferentie vertellen maar de ruimte van
een courant is beperkt. Wellicht kom
ik er later nog eens op terug, waar de
heer Deutsch mij vriendelijk uitnoo-
digde zoo dikwijls ik wenschte mijn
bezoek te herhalen en de deuren van
de bibliotheek voor mij open zette.
Laat ik dezen brief besluiten met
het noemen van een boekje dat ver
schenen is en de levensbeschrijving
bevat van den H. Vincentius Paulo
door Mgr. Henri Debont. Den talrijken
leden van de St. Vincentiusvereeniging
ook in Holland zal het zonder twijfel
aangenaam zijn, iets meer van hun
patroonheilige af te weten.
Parijs 26 Juli 1921.
Mr. P. v. S.
De toestand in Ierland.
Een gunstig verloop".
Vermoedelijk is de reden, dat noch de
regecring, noch het Dear Eireann-kabinet
zich nog uitlaten, volgens den correspon
dent der „Westrn. Gaz." te Dublin te zoe
ken in het feit, dat de onderhandelingen
tusschcn De Valera en Ulster steeds wor
den voortgezet.
Sedert eenige dagen is de Sinn Fein-
leider bezig na te gaan welke voorwaar
den de Ulster-mannen zonden wenschen in
een zich zelf regeeiend Ierland. De uit
komst dier onderhandelingen is nog niet
publiek gemaakt, doch in goed ingelichte
kringen gelooft men dat zij een goede
wending hebben genomen en een oplossing
der Iersche kwestie niet langer zal worden
vertraagd.
De Valera en de Iersche taal.
De Valera heeft te Dublin het congres
van den „Gaelic League" bijgewoond. Hij
hiold een rede in de Keltische taal en zei-
de dat de taal nog van meer beteekenis
was dan de -politieke vrijheid, .want zoo
lang het Iersche v-o-Ik zich hechtte aan zijn
eigen taal zou het nooit overwonnen kun
nen worden. Lieten zij die los, dan zou
van de nationale vrijheid niets overblij
ven.
Persstemmen
De „Daily News" noemt den toestand
in Ierland zeer ernstig, omdat; volgens
zijn inlichtingen Noord-Ieriand niets met
de reg-eeringsvoorstellen te doen wil heb
ben en den dominion status niet aanvaardt.
Het weigert volstrekt met het Zuiden te
onderliandelen op de basis der regee-
ringsvoorstelüen. Ben weg tot vrede is
nog open, indien het Zuiden een volledige
vrijheid voor zichzelf wil aanvaarden,
het aan den tijd en den onvermijdelijken
druk der economische noodzaak overla
tend, het Noorden tenslotte binnen het
Iersche gemeentefeest te brengen. De re
geering oefende den uitersten druk op
Ulster uit, doch dit blijft even onverzette
lijk als in 1914.
De „Daily Telegraph" daarentegen zegt,
dat de vooruitzichten op een regeling tus-
sc'nen Noord en Zuid gestadig beier wor
den,
'J- RUSLAND.
De hulp-actie.
Naar de Londenscfee correspondent van
de „Manchester Guardian" verneemt, heeft
de heer Lyman Brown, directeur in Eu
ropa van de Amerikaansche „Relief Ad
ministration", uit Londen aan de Sovjet-
autoriteiten geseind, dat hij terstond voor
het ondersteuningswerk naar Riga wil ver
trekken, mits de Amerikaansche gevange
nen oogenblikkelijk in vrijheid worden ge
steld. Is dit geschied, dan kan de heer
Brown a.s. Dinsdag te Riga zijn. Deze
vertelde den correspondent, dat hij aller
eerst voedsel wil zenden naar Pctrograd,
dat het meest nabij is gelegen. Koe ver in
het binnenland geholpen kan worden,
hangt van <!e transportmiddelen af.
Voor West-Rusland zal het voedsel voor
namelijk uit de depots le Danzig en Ham
burg worden gezonden; het honger-gc!-
bied in het Zuid-Oosten zal alleen te be
reiken zijn uit een Zwarte Zee-haven en
wel vandaar per spoor naar de Wolga en
verder per boot, Dit zou een lang en
kostbaar proces zijn, en het slaat nog
niet vast in hoeverre de Amerikaansche!
autoriteiten het zullen ondernemen.
Overigens zal men, volgens Amerikaan
sche gewoonte distribueeren door plaatse
lijke commissies. Hoovers plan was, een
millioen kinderen te voeden volwasse
nen kunnen althans nog beter dan kinde
ren iets bij elkaar schrapen onder de erg
ste omstandigheden.
De heer Brown gaat niet naar Moskou,
maar keert naar Londen terug, wanneer,
hij het werk op gang heeft gebracht.
Fransche persstemmen.
De Fransche bladen zijn het eens met
het voorstel van Briand, om het vraagstuk
van de hulpverleening aan Rusland, die
een zuiver-philanthropisch karakter zal
hebben, op de agenda van den Oppersten
Raad te plaatsen. Zij dringen er op aan,
dat den volkscommissarissen zal worden
belet, de gezonden levensmidddlen alleen
voor do communisten aan te wenden.
De „Petit Parisien" schrijft, dat Frank
rijk er weinig voor voelt, de ondervinding
■met de Russische coöperaties le hernieu
wen; de „Echo de Paris" hoopt, dat de
geallieerden in ruil voor hun hulp kunnen
eischcn, dat de Sovjet-regeering ten min
ste zekere waarborgen geeft voor de vrij
heid van personen en veiligheid der na
burige lamdcn. Het zou te kras zijn, zegt
het blad, dat de steunverleenende staten
na hun hulp door het roode leger worden
aangevallen.
Aan de „Daily Mail" wordt uit Bjor-ne-
borg in Finland, geseind dat de omgeving
van Pelrograd niet zoo erg onder den hon
gersnood lijdt. De noordelijke ligging der,
stad heeft haar voor algeiheele mislukking
der oogsten behoed. Bovendien komen da
gelijks schepen met voedingsmiddelen, in
de havens en komt er ook voedsel per,
spoor via Reval. Als de schepen aanko
men, komen velen aan boord-, die van dei
bemanning hun rantsoenen trachten tei
koopen; onlangs ruilde een kapitein twea
zaliken meel voor een piano.
DE OPPOSITIE IN T ENGELSCHE:
HOOGERHUIS.
Lord Crewe heeft Dinsdagavond zijn.
motie om een najaars-zitting van het par
lement te houden en geen wetsontwerpen
voor i November a.s. te behandelen, dia
thans nog niet 'het Hoogerliuis hebben be
reikt, aan -de orde gesteld. Hij meende dat
men thans de belangrijkste wetten eenvou
dig wil „afroffelen" om aart een tiaj aars
zitting te ontkomen. Hel voorstel werd hef
tig door Lord Curzon aangevallen, die:
meende dat het niet aanging dat het Huis
aau de regeering zou gaan voorschrijven
hoe het den gang van zaken in 's lands be
lang zou regelen.
De motie werd ten slotte verworpen met
104 tegen 79 stemmen.
De „Daily Tel." schrijft hierover dat dé-
regeering over den afloop der debatten
niet erg gerust is geweest, want dat zij al
les had gedaan om zich bij de stemming
van een goede meerderheid le verzekeren,
In langen tijd was dan ook dc opkomst in
liet Hoogerhuis niet zoo groot geweest.
Tal van medestanders der regeering had
den hun verblijf te Cowes (eiland Wight),
waar nu de groote zeilwedstrijden gehou
den worden, onderbroken om le Londen
de zitting van het Huis te gaan bijwonen.
TEXTIEL-GOEDEREN VOOR INDIë.
Dc parlementaire medewerker der „Dai
ly Tel." meldt dat aan de Engelsche regee
ring is medegedeeld, dat zoowel werkge
vers als werklieden in de 'katoenindustrie
in Lancashire gaania zouden zien dat een
deputatie uit de textiel-industrie naar In
die zou worden gezond-en om daar da
vvensehelijkheid aan le loonen van verla
ging der invoerrechten op katoenen goede
ren. Gedurende de laatste jaren zijn dé
rechten van s'/i op 11% verhoogd, tot
groot nadeel der Lancashire-nijvcrheid,
Indien men in Indië flink optrad zou ver
mindering' dier rechten zoowel In'hét be
lang van Lancashire' als Indië mogeiijk!
blijken. Eerlang zal men tot de regeering
officieel een verzoek in bover.genoemden
geest richten.
blijven," zeide Marsa. „Zij speelt zoo
mooi met ons. De juffrouw doet niets
dan huilen en ons beknorren."
Casimir had juist een reusachtig stuk
taart in zijn mond gestopt, en daarom
vergenoegde hij er zich mede door een
krachtig hoofdknikken zijn instemming
met de woorden zijner zuster te kennen
te geven.
Mevrouw Lehmann narn afscheid
van de kinderen en wenkte Augusta
haar te volgen.
In 't salon trof Augusta haar beide
nichten aan. Clementine groette haar
met een nauwelijks zichtbare bewe
ging van het hoofd en verdiepte zich
dan weer in haar lectuur. Olga, die
in een schommelstoel lag en zich aan
het zoete nietsdoen overgaf, wierp
haar een minachtenden blik toe.
„Nu mama?"
„In de kinderkamer was,gelijk altijd,
een helsch leven," zeide mevrouw
Lehmann, terv/ijl zij plaats nam op
de canapé. „Het is tijd, dat er een
einde komt aan dat getob ga zitten,"
zei ze tot Augusta.
Deze drukte haar lippen samen en
nam zwijgend op den aangewezen
stoel plaats.
Eenige dagen geleden had men haar
- -- -- r y- V -r -f SS' r
uit Erzenbach de kleine som gezon
den, die haar, na betaling van alle
schulden, nog was overgebleven was
het dus niet beter te bedanken voor
de haar met weerzin verleende gast
vrijheid harer tante, in plaats van te
wachten totdat men haar de deur wees?
Maar ofschoon haar hoogmoed niet
was gebroken, had Augusta toch in de
school des ongeluks groote vorderingen
in de moeilijke kunst van zelfbedwang
gemaakt. Vastbesloten hield zij de
scherpe woorden terug, die haar op de
lippen zweefden. Het vinden eener pas
sende betrekking scheen dan ook on
eindig moeilijk te zijn. O, waarom toch
kreeg zij nog geen antwoord op haar
schrijven.
„Augusta," begon mevrouw Leh
mann na een weinig nadenken, „toen
ik onlangs, op de getuigenis der kinde
ren afgaande,u beschuldigde, achten
mijn rug een kennismaking te hebben
aangegaan met een heer, die daaren
boven zoo goed als met Olga is ver
loofd, hebt gij gewaagd, het te ont
kennen, ofschoon gij niet kondet loo
chenen, met hem een samenkomst
te hebben gehad.S
[Wordt vervolgd.
ren Is
AsïEN. /J
M. KA7L
Aanbevelend,
Tel. 101.
end,
narkt 72-74
ALKMAAR
■ÉÜM