is SssSsrp si ss©ÜS 11 LA O3 3 feuilleton BUITENLAND sues, VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1921 Ar QEÜTU blind varen. OUWERS. en garen arettesi imagazlgra COURANT Abonnementsprijs: Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 433 Het Parlementaire gevaar Brieven uit Parijs. Onder Valscbe Vlap !ï3sr-appg; E&Efi, fabrlsk Jrieaia". No. 249 noodig heeit. 9 Augustus. aanbevelend, e CJR«ÖT, b Vriertdscha p.' van het veld af fe )r concurreerende imaolsioe ïolor en met twee de Zelloinder. mbevelend, IL, Castricom. in het bSSTRAAT 7, tevreden. sering. Lage prijzen fd aanbevelend, /I wordt uitsluitend litelt geslacht en st mogelijken prijs VLEitSCH. Per 5 ons, tin 1 1 05 1.10 1.15 O.tO O.t-O 0.80 U.75 0.70 0 65 1 00 O 90 0,80 0 60 envel bij 5 pond ïn Reuzel bij 5 pond Vet spek bij 5 pond Mager spek bij 5 pond k. lappen pp en 1 1 00 i 0 75 i O.oO HOLLANDSEN He JAARGANG g—1 ■BSBgaaaj^gj Per kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaarf 2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs; Van 1 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" tij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 Er is esn tijd geweest, dat „parlemen tair" beteekende „in den juislen vorm", „fatsoenlijk" of „beschaafd". Het zal niet ltmg meer duren of wij kunnen spreken Tan het parlementaire gevaar in dien zin, dat de openbare bestuurscollege's moeten gesignaleerd worden als gevaarlijke instel lingen vanwaar een verderfelijken invloed op het volk uitgaat. Nu bedoelen wij ditmaal niet de leer stellingen, welke daar verkondigd worden door personen van een andere geestesrich ting dan de onze; maar wij bedoelen de wijze, waarop tegenstanders' in die be stuurscollege's elkander Ic lijf gaan, den toon, welke daar heerscht en die alleszins geschikt is om ons van nature toch al wat losbandig en ruw volk, af te stompen tot de meest ondragelijke en onbeschaafde om gangszeden. Deze uitspraak moge wat kras lijken, de voorbeelden tot waar-making ervan zijn helaas met tientallen voor het grijpen. Zelfs in dezen komkommertijd van po litieke malaise, bij een tropische hitte, die ieder verstandig mensch de vergaderzalen doet schuwen, ziin nog de vorige week eenige ergerlijke staaltjes van parlemen taire verwildering voorgekomen. In de Amsterdamsche raadszaal schold een der heeren raadsleden een collega uil voor schoft en noemde diens handel wijze „schofterig". Door den voorzitter tol dé orde geroepen, wenschte deze „lieer" di' woord niet herroepen, maar herhaal de het sarrend opzettelijk. Er was geen andere mogelijkheid om aan de daarna ontstane ruzie een eind te maken dan de vergadering eenigen tijd te schorsen. Maar bij heropening begon dezelfde „heer" weer opnieuw van „schoft" en „schofterig". In Rotterdam voerden in de laatste raads zitting de socialisten op de meest ergerlijke manier oppositie. Een hunner Wethouders kon bij de meerderheid geen genade vin der bij de benoeming voor een curator voor het Gymnasium. En uit wraak daar over trachtten de roode heeren het verga deren onmogelijk te maken. Een der bla den gaf er het volgende beeld van: „Er kwam steeds meer deining in de ge moederen, tot de stemming in kookhitte geiaakte. Wethouder Heijkoop raasde en huilde bijkans van woede tegen den heer Richters. Zijn politieke vrienden, de socia listische edelachtbaren, raasden en rumoer den mede. Dc. voorzitter hamert onophoudelijk en pro testeert. Hij meent gezien te hebben, dat mejuffrouw Groeneweg geraas maakte ender de tafel Deze is verontwaardigd en vindt daarin een persoonlijk feit. De voorzitter zegt zijn woorden eerst te zul- leD intrekken als mejuffrouw Groenweg verzekert zich aan het haar ten laste ge legde niet te hebben schuldig gemaakt. De heer Lührs, somber maar ridderlijk, beweert, dat niet zijn partijgenoote, maar hij het met zijn vloeier heeft .gedaan. De ieer Schouten heeft hetzelfde waargeno men als de voorzitter. En mejuffrouw Groeneweg legt de gevraagde ontkenning liet af." Dat is de veredelende invloed van de vrouw in de openbare lichamen! In een ander blad ving de raadsover- richtschrijver zijn beschouwingen over de zelfde zitting aldus aan: „De vacantie had een groot aantal jeug dige vaderlanders naar de publieke tribu nc gebracht, die aldus de raadszaal eens op hun gemak konden aanschouwen en allicht, naar het oordeel hunner ouders en verzorgers, meteen een les zouden kun nen opdoen in parlementaire welsprekend heid en parlementaire vormen, welke na tuurlijk het kenmerk zijn van de verte genwoordiging van de eerste havenstad des Rijks. Wij vreezen inlussclien dat gis teren die les al zeer averechtsch is geweest. Immers, terwijl tot dusver onze Raa^ zich te dien aanzien nog gunstig onderscheidde van andere lichamen van dezen aard, bleek hij gisteren ook in staat te zijn af te dalen nog tot beneden Amsterdamsch peil." Inderdaad, op de publieke tribune van vele openbare lichamen is niet veel goeds te leeren. Maar 't is helaas niet enkel de toon in de vergaderzalen van onze bestuursli chamen, die het tegendeel van de taal van opvoeders les volks doet hooren, de geest, welke in de debatten vaak heerscht, is, mogelijk nog verderfelijker. Een ervarene als de Kameroverzicht- schrijver van het „Handelsblad" deed daarover dezer dagen een boekje open en toonde aan de hand van de jongste Eerste en Tweede Kamerdebatten aan, hoe diep het parlement aan het zinken is. „Hoe ver achter ons ligt de tijd, schreef hij. waarin het onbehoorlijk werd gevon- dei. om te snuffelen in personalia en om deze in de publieke behandeling van een publieke zaak te mengen! Wij herinneren ons, van een kwart eeuw geleden (maar 't lijkt al veel langer her!) menige socia listische vergadering waarin een spreker, zoodra hij maar even een argument ad ho minem bezigde, zich hoorde toeroepen: „Niet persoonlijk worden!" Zoozeer zat he Hollandsche begrip van fatsoen zelfs bn de zeer eenvoudige bezoekers van die vergaderingen er toen nog inl Men verge-, lijko met zulke volksvergaderingen van weleer eens onzecParlementsvergaderingen van thans, vooral die van de Tweede Ka- nier. Er gaat van deze laatste haast geene meer voorbij zonder persoonlijke hate lijkheden en opzettelijke kwetsingen. Maar veel erger dan deze grofheden zijn de persoonlijke verdachtmakingen, het snuf felen en snorren naar een element van mo gelijk persoonlijk belang bij den politieken tegenstander. Wanneer men den omvang waarneemt, dien deze volksvergiftiging door middel van Kamer-speeches en van persartikelen heeft genomen, dan moet mei wel mismoedig vragen: Waar is, in de twintigste eeuw, in het openbare leven van Nederland, het Hollandsche fatsoen gebleven? Want er is weinig meer van over." En aan de hand van de Djambi-debatten met de schandelijke uitvallen tegen den heer Colijn, met herinneringen van tal van ernstige beschuldigingen aan het adres van oud-ministers en Kamerleden-voorzitters van Regeeringscommissies in den distri- butietijd, wordt dan aangetoond, boe een deel van ons parlement langzamerhand ge worden is een legertje politieke drijvers, belust op sensatie en schandaal. Wie zijn medeinenschen goed bekijkt en beluistert, kan den verderfelijken invloed, welke van deze hooge stoelen geregeld over ons volks uitgaat, ontwijfelbaar zeker aanwijzen. Belustheid op sensatie en ver dachtmaking, verruiming van omgangsvor men is duidelijk merkbaar in een groot deel van de dagblad- en vakpers, op verga deringen, in het ver een i ging s le ven, in den dagelijkschen omgang. Aan dien invloed dachten wij, toen wij dezer dagen lazen, hoe een ambtenaarsver- eeniging tegen een hoofdambtenaar optrad. De Centrale Ambtenaarsbond richlle tot B en W. van Amsterdam een adres waarin o.a. wordt gezegd, dat de leidende hoofd ambtenaar van het Bevolkingsregister sinds Januari 1921 niet ziekte-verlof af wezig is, waaraan wordt toegevoegd ,,dat algemeen wordt aangenomen, dat van werkelijke ziekte geen sprake is." Naar aanleiding daarvan deelde deze bet'chlte hoofdambtenaar, de heer Van Wagtendonk, in het publiek mede, dat hij niet sinds 1 Januari, doch sedert 7 Maart afwezig is, en dat bij een schrijven had ontvangen van zijn dokter, den heer E. van Dieren, waarin deze de bovengenoem de toevoeging een schandelijke insinuatie noemt. Dr. Van Dieren besluit het schrij ven met de volgende verklaring: 1. „Als behandelend geneesheer van den heer Van Wagtendonk voel ik mij vre- plichi. te verklaren le, dat Z.Ed. ruim een jaar geleden onder mijn behandeling kwam: 2e. dat ik hem reeds toen, den raad gaf ziekteverlof aan le vragen, waartoe hij niet te bewegen was; 3. dat hij ten slotte zeer ernstig ziek geworden is, en geruimen tijd (bijna 2 maanden) bédlegerrng is geweest; 4. dat hij vervolgens tot herstel van ge zondheid eenigen tijd naar buiten is ge gaan; 5. dat hij thans zeer veel verbeterd is, maar dat ik hem nog heb moeien afra den zijn werk te hervatten." Waar zullen wij belanden, wanneer het systeem van verdachtmaking, hetwelk blijkbaar in onze publiek-rechtelijke licha men ingang heeft gevonden, gaat door dringen tot alle lagen onzer bevolking? Het wordt hoog tijd, dat tegen dit ge vaar van bet parlementarisme, hetwelk over de grenzen al zoo onnoemelijk veel kwaad heeft gedaan, ook hier te lande ste vig front wordt gemaakt. DE ST.V1NCENTIUSVEREENIGING TE PARIJS. De feestdag van den H. Vincentius a" Paulo, die de katholieke kerk den 19en Juli viert is een aanleiding het een en ander te vertellen over de ver- eeniging te Parijs, die zijn naam aan dien grooten apostel der weldadigheid ontleent en die over geheel de wereld vertakkingen heeft. Holland mag er trots op gaan een van die landen te zijn, waar de stichting van den voor- treffelijken Frederic Ozanam, de al- gemeene belangstelling ondervindt en waar tot zelfs in de kleinste plaatsen de St. Vincentiusvereeniging haar ze genrijken arbeid verricht geheel in den geest van den grooten stichter. Nie mand beter dan de president general, de Vicomte d' Hendicourt, kon mij daaromtrent inlichten en aan het be zoek aan hem gebracht, bewaar ik dan ook de aangenaamste herinnering. Hij heeft mij verteld van de Parijsche con ferentie, die op zoovelerlei gebied werk zaam is, en een voorbeeld van goede organisatie mag genoemd worden. Zij beperkt haar taak niet tot het verleenen van steun aan behoeftigen maar heeft ook instellingen in hét leven geroepen die socialen arbeid verrichten. Vrijuit kon de heer d'Hendicourt hierover spreken, zonder zich zelf in het minste een pluimpje te geven, wat trouwens geheel in strijd zou zijn met de bescheidenheid die hem ken- vrij naar het duitsch tweede deel De dreunende slagen der klok van ien toren der naastbij zijnde kerk, die bet middernachtuur aankondigde, de den haar plotseling uit hare mijmering ontwaken. Voorzichtig om Sophie, die naast o.aar sliep, niet te wekken, opende zij de deur en sloop op de teenen de-trap af, naar het salon. De straatlantaarn, die tegenover het huis stond, ver spreidde hier een flauw schemerlicht en maakte het haar mogelijk de kran ten te vinden, die op een zijtafeltje lagen. Een oogenbiik later had zij zich van haren buit meester gemaakt en even zoo zacht, als zij gekomen was, dei; terugtocht aanvaard. Een bang voorgevoel omzweefde naar als een donkere, onbepaalde scha duw, toen zij onhoorbaar door de lange Bang sloop, maar zij schudde vast be dden het bijgeloovjgegevoel van angst van zich afde werkelijkheid eischte te veel. Zij sloot de deur van haar zol derkamertje en begon nu, terwijl zij het laag neergebrande kaarsje zoo dicht mogelijk tot zich trok, de advertentie te bestudeeren. „Gevraagd een huishoudster," las Augusta half luid. Zou zij het durven wagen zich voor die betrekking aan te melden Een weinig nadenken over tuigde haar maar al te zeer, hoe onge- schlikt zij voor zulk een betrekking was. Moedeloos legde zij de krant wag en nam een andere ter hand. Haastig doorliep haar oog de velerhande ad vertenties, Plotseling uitte zij een zacht „God zij dank" terwijl het papier uit hare bevende handen gleed. In de volgende seconde had zij het wee--; opgenomia en las met en kloppen-1 hart' tel weer de weinige regens, die haar hoop gaven op ver ossing uit haar tegen woordige, ondraaglijke positie. In een dusdanige betrekk ng kon zij voldoen. „Maar ik zal mij oogenblikkelijk moeten aanbieden, dat niemand an ders mij voorkomt," fluisterde zij. „Ik schrijf morgenochtend dadelijk. Maar., wat moet ik beginnen als die dame ver van Breslau woont Zoo lang ik in de nabijheid van Max ben, schijnt nog niet alles verloren." De vlam der nu geheel verbrande kaars werd plotseling zeer hoog en zonk dan sissend in elkaar. Niet zonder moeilijkheid slaagde Augusta den volgende dag er in, eenige minuten tot het schrijven van den brief te vinden, Vijf, zes dagen waren verloopen Augusta stond, in gedachten verdiept, aan het raam der kinderkamer, zonder te merken, dat Casimir de schaar van de tafel namen daarmede begon den boezelaar zijner zuster in lange, onregel matige reepen te knippen. Een uitroep van verontwaardigde verbazing werd eindelijk achter haar geuit, en toen zij, daardoor ruw tot de werkelijkheid teruggeroepen, zich verschrikt omkeer de, sto.id zij plotseling tegenover haar tante. „Een onbruikbaarder schepsel, dan gij zal wel nauwelijks zijn te vinden 1 Waarvoor zijt gij anders hier, dan om op de kinderen te passen Augusta had zich gehaast het ge vaarlijke werktuig uit de kinderhand weg te nemen. Een luide schreeuw was daarvan het natnurliik pevole. en Mar- merkt, daar niet hij, maar de heer Tliche, met wien ik later kennis maakte, president van de Parijsche afdeeling is. Hij heeft het echter bij deze monde linge inlichtingen niet gelaten maar mij eene introductie gegeven voor zijn se cretaris den heer Deutsch, die mij op de meest vriendelijke wijze in het ge bouw van de vincentiusvereeniging heeft rondgeleid en mij uitvoeriger over haar nuttigen arbeid heeft ge sproken. Het gebouw zelf is heel oud en ligt op een binnenplaats, onttrokken aan het drukke gewoel van de werelddtad. Sedert 1854 reeds is de vereeniging daar gevestigd in de Rue Turstenberg en zoodra de tijdsomstandigheden en vooral de financiën het toelaten zal naar een ruimere en meer moderne in richting worden uitgezien. Deze ouder dom en primitieve inrichting be letten echter niet dat er veel en nuttig werk wordt verricht en dat de Parijsche conferentie in alle opzichten met haar tijd meegaat. Het aantal leden is wel niet zoo groot als men dat zou mogen verwachten maar de moeilijkheid leden te krijgen is in een stad als Parijs groo- ter dan waar ook. De kracht zit hem echter niet steeds in de quantiteitde qualiteit is zeker bij dit werk van lief dadigheid en persoonlijke belangstelling van veel grootere beteekenis. En deze is boven allen lof verheven en komt het best tot uiting in de verschillende wer ken, die worden beoefend. Aan de vrucht kent men den boom. Daarop staat het armenbezoek en het lenigen van geestelijke en materi- eele zorgen. Bonnen voor levensmidde len en brandstoffen worden verstrekt, vacantiekolonies zijn opgericht en bibliotheken voorzien in een behoefte aan lectuur die in groote steden met haar verderfelijke openbare leesbiblio theken, meer dan elders controle noodig heeft. Van de vele werken waar over de heer Deutsch mij sprak, troffen wij vooral twee instellingen, die ik dan" ool< wat uitvoeriger wil behandelen. Missebejn kunnen zij in Holland na volging vinden en evenals hier mede werken de vincentiusvereeniging nog populairder te maken. Het eerste is de „Caisses de loyers", waardoor huur ders in staat worden gesteld bij kleine beetjes te gelijk b. v. wekelijks, iets van hun verdiende loon af te zonderen en in de kas der vereeniging te depo neeren. Zij kunnen dan wanneer zij willen, b. v. driemaandelijksche huur betaling, het gestorte bedrag, waarvoor zij een behoorlijke rente ontvangen, op vorderen. Het groote voordeel hiervan is dat de werkman op een zeker oogen biik niet al te diep in zijn zakken be hoeft te tasten, het noodige geleidelijk aan heeft bespaard en door de rente als het ware een deel van het jaar voor niets woont. Deze instelling werkt al sedert 1846 en heeft steeds gunstige resultaten opgeleverd. De oorlog heeft als op zoovelerlei gebied, hierin een tijdelijke storing gebracht maar sedert 1919 verrichten deze „huurderskassen" weer opnieuw hun zegenrijken arbeid. Het tweede sociale werk dat bijzon der ingang vindt, is dat der „arbeiders tuintjes. De Franschman hecht zeer aan een eigen stukje grond, waar hij werken kan, uitrusten na den arbeid en genieten van de zon en de blauwe lucht, die hij temidden van de hooge Parijsche muren maar al te weinig ziet. Deze tuintjes nu voldoen aan zijn ver langen. en reeds meer dan 350 families genieten thans van dat eigen plekje grond, hen door de Vincentiusvereeni ging in huur gegeven tegen billijken prijs. Zij ademen er de frissche lucht in, teelen eenige producten, waartoe een achturige arbeidsdag en een Engelsche Zaterdag hun tijd genoeg laten, en vinden er Zondags vooral de gezellig- sa, öf uit spijt over .het lot van haar boezelaar, öf uit medelijden met haar broertje, schreeuwde al even hard mee. Mevrouw Lehmann hield zich, nadat zij tevergeefs had getracht de rust te herstellen, met beide handen de ooren dicht en liep naar de deur om Sophie te roepen. Deze verscheen, en haar bespraaktheid, ondersteund door een flink stuk taart, sldagde er in zich ge hoor te verschaffen. „Ik begrijp niet, waarom gij niet evengoed als Sophie de kinderen stil kunt houden," merkte mevrouw Leh mann op, die nu meer tijd had, zich met Augusta bezig te houden. „Wie weet, welk ongeluk er gebeurd was, indien ik niet toevallig hier was gekomen." Augusta gevoelde, dat de ontevre denheid harer tante dezen keer niet geheel ongegrond was, maar haar trots verzVte er zich tegen, ha.L fout te bekennen. Mevrouw Lehmann liet gaar geen tijd om tot bezinning te komen. „Ik kwam hier om u te spreken, maar het zal beter zijn, dat wij de zaak in 't salon afdoen. Sophie, blijf gij zoo lang bij de kinderen." „Ja, ja, tap+e laat Sophie bij ons heid die zij anders op de boulevards of in warme en verderfelijke gelegen heden gaan zoeken. Hoogst nuttig werkt deze instelling die steeds voor verdere uitbreiding vatbaar is. Bijzonder graag zou ik nog meer over de werking van de Parijsche con ferentie vertellen maar de ruimte van een courant is beperkt. Wellicht kom ik er later nog eens op terug, waar de heer Deutsch mij vriendelijk uitnoo- digde zoo dikwijls ik wenschte mijn bezoek te herhalen en de deuren van de bibliotheek voor mij open zette. Laat ik dezen brief besluiten met het noemen van een boekje dat ver schenen is en de levensbeschrijving bevat van den H. Vincentius Paulo door Mgr. Henri Debont. Den talrijken leden van de St. Vincentiusvereeniging ook in Holland zal het zonder twijfel aangenaam zijn, iets meer van hun patroonheilige af te weten. Parijs 26 Juli 1921. Mr. P. v. S. De toestand in Ierland. Een gunstig verloop". Vermoedelijk is de reden, dat noch de regecring, noch het Dear Eireann-kabinet zich nog uitlaten, volgens den correspon dent der „Westrn. Gaz." te Dublin te zoe ken in het feit, dat de onderhandelingen tusschcn De Valera en Ulster steeds wor den voortgezet. Sedert eenige dagen is de Sinn Fein- leider bezig na te gaan welke voorwaar den de Ulster-mannen zonden wenschen in een zich zelf regeeiend Ierland. De uit komst dier onderhandelingen is nog niet publiek gemaakt, doch in goed ingelichte kringen gelooft men dat zij een goede wending hebben genomen en een oplossing der Iersche kwestie niet langer zal worden vertraagd. De Valera en de Iersche taal. De Valera heeft te Dublin het congres van den „Gaelic League" bijgewoond. Hij hiold een rede in de Keltische taal en zei- de dat de taal nog van meer beteekenis was dan de -politieke vrijheid, .want zoo lang het Iersche v-o-Ik zich hechtte aan zijn eigen taal zou het nooit overwonnen kun nen worden. Lieten zij die los, dan zou van de nationale vrijheid niets overblij ven. Persstemmen De „Daily News" noemt den toestand in Ierland zeer ernstig, omdat; volgens zijn inlichtingen Noord-Ieriand niets met de reg-eeringsvoorstellen te doen wil heb ben en den dominion status niet aanvaardt. Het weigert volstrekt met het Zuiden te onderliandelen op de basis der regee- ringsvoorstelüen. Ben weg tot vrede is nog open, indien het Zuiden een volledige vrijheid voor zichzelf wil aanvaarden, het aan den tijd en den onvermijdelijken druk der economische noodzaak overla tend, het Noorden tenslotte binnen het Iersche gemeentefeest te brengen. De re geering oefende den uitersten druk op Ulster uit, doch dit blijft even onverzette lijk als in 1914. De „Daily Telegraph" daarentegen zegt, dat de vooruitzichten op een regeling tus- sc'nen Noord en Zuid gestadig beier wor den, 'J- RUSLAND. De hulp-actie. Naar de Londenscfee correspondent van de „Manchester Guardian" verneemt, heeft de heer Lyman Brown, directeur in Eu ropa van de Amerikaansche „Relief Ad ministration", uit Londen aan de Sovjet- autoriteiten geseind, dat hij terstond voor het ondersteuningswerk naar Riga wil ver trekken, mits de Amerikaansche gevange nen oogenblikkelijk in vrijheid worden ge steld. Is dit geschied, dan kan de heer Brown a.s. Dinsdag te Riga zijn. Deze vertelde den correspondent, dat hij aller eerst voedsel wil zenden naar Pctrograd, dat het meest nabij is gelegen. Koe ver in het binnenland geholpen kan worden, hangt van <!e transportmiddelen af. Voor West-Rusland zal het voedsel voor namelijk uit de depots le Danzig en Ham burg worden gezonden; het honger-gc!- bied in het Zuid-Oosten zal alleen te be reiken zijn uit een Zwarte Zee-haven en wel vandaar per spoor naar de Wolga en verder per boot, Dit zou een lang en kostbaar proces zijn, en het slaat nog niet vast in hoeverre de Amerikaansche! autoriteiten het zullen ondernemen. Overigens zal men, volgens Amerikaan sche gewoonte distribueeren door plaatse lijke commissies. Hoovers plan was, een millioen kinderen te voeden volwasse nen kunnen althans nog beter dan kinde ren iets bij elkaar schrapen onder de erg ste omstandigheden. De heer Brown gaat niet naar Moskou, maar keert naar Londen terug, wanneer, hij het werk op gang heeft gebracht. Fransche persstemmen. De Fransche bladen zijn het eens met het voorstel van Briand, om het vraagstuk van de hulpverleening aan Rusland, die een zuiver-philanthropisch karakter zal hebben, op de agenda van den Oppersten Raad te plaatsen. Zij dringen er op aan, dat den volkscommissarissen zal worden belet, de gezonden levensmidddlen alleen voor do communisten aan te wenden. De „Petit Parisien" schrijft, dat Frank rijk er weinig voor voelt, de ondervinding ■met de Russische coöperaties le hernieu wen; de „Echo de Paris" hoopt, dat de geallieerden in ruil voor hun hulp kunnen eischcn, dat de Sovjet-regeering ten min ste zekere waarborgen geeft voor de vrij heid van personen en veiligheid der na burige lamdcn. Het zou te kras zijn, zegt het blad, dat de steunverleenende staten na hun hulp door het roode leger worden aangevallen. Aan de „Daily Mail" wordt uit Bjor-ne- borg in Finland, geseind dat de omgeving van Pelrograd niet zoo erg onder den hon gersnood lijdt. De noordelijke ligging der, stad heeft haar voor algeiheele mislukking der oogsten behoed. Bovendien komen da gelijks schepen met voedingsmiddelen, in de havens en komt er ook voedsel per, spoor via Reval. Als de schepen aanko men, komen velen aan boord-, die van dei bemanning hun rantsoenen trachten tei koopen; onlangs ruilde een kapitein twea zaliken meel voor een piano. DE OPPOSITIE IN T ENGELSCHE: HOOGERHUIS. Lord Crewe heeft Dinsdagavond zijn. motie om een najaars-zitting van het par lement te houden en geen wetsontwerpen voor i November a.s. te behandelen, dia thans nog niet 'het Hoogerliuis hebben be reikt, aan -de orde gesteld. Hij meende dat men thans de belangrijkste wetten eenvou dig wil „afroffelen" om aart een tiaj aars zitting te ontkomen. Hel voorstel werd hef tig door Lord Curzon aangevallen, die: meende dat het niet aanging dat het Huis aau de regeering zou gaan voorschrijven hoe het den gang van zaken in 's lands be lang zou regelen. De motie werd ten slotte verworpen met 104 tegen 79 stemmen. De „Daily Tel." schrijft hierover dat dé- regeering over den afloop der debatten niet erg gerust is geweest, want dat zij al les had gedaan om zich bij de stemming van een goede meerderheid le verzekeren, In langen tijd was dan ook dc opkomst in liet Hoogerhuis niet zoo groot geweest. Tal van medestanders der regeering had den hun verblijf te Cowes (eiland Wight), waar nu de groote zeilwedstrijden gehou den worden, onderbroken om le Londen de zitting van het Huis te gaan bijwonen. TEXTIEL-GOEDEREN VOOR INDIë. Dc parlementaire medewerker der „Dai ly Tel." meldt dat aan de Engelsche regee ring is medegedeeld, dat zoowel werkge vers als werklieden in de 'katoenindustrie in Lancashire gaania zouden zien dat een deputatie uit de textiel-industrie naar In die zou worden gezond-en om daar da vvensehelijkheid aan le loonen van verla ging der invoerrechten op katoenen goede ren. Gedurende de laatste jaren zijn dé rechten van s'/i op 11% verhoogd, tot groot nadeel der Lancashire-nijvcrheid, Indien men in Indië flink optrad zou ver mindering' dier rechten zoowel In'hét be lang van Lancashire' als Indië mogeiijk! blijken. Eerlang zal men tot de regeering officieel een verzoek in bover.genoemden geest richten. blijven," zeide Marsa. „Zij speelt zoo mooi met ons. De juffrouw doet niets dan huilen en ons beknorren." Casimir had juist een reusachtig stuk taart in zijn mond gestopt, en daarom vergenoegde hij er zich mede door een krachtig hoofdknikken zijn instemming met de woorden zijner zuster te kennen te geven. Mevrouw Lehmann narn afscheid van de kinderen en wenkte Augusta haar te volgen. In 't salon trof Augusta haar beide nichten aan. Clementine groette haar met een nauwelijks zichtbare bewe ging van het hoofd en verdiepte zich dan weer in haar lectuur. Olga, die in een schommelstoel lag en zich aan het zoete nietsdoen overgaf, wierp haar een minachtenden blik toe. „Nu mama?" „In de kinderkamer was,gelijk altijd, een helsch leven," zeide mevrouw Lehmann, terv/ijl zij plaats nam op de canapé. „Het is tijd, dat er een einde komt aan dat getob ga zitten," zei ze tot Augusta. Deze drukte haar lippen samen en nam zwijgend op den aangewezen stoel plaats. Eenige dagen geleden had men haar - -- -- r y- V -r -f SS' r uit Erzenbach de kleine som gezon den, die haar, na betaling van alle schulden, nog was overgebleven was het dus niet beter te bedanken voor de haar met weerzin verleende gast vrijheid harer tante, in plaats van te wachten totdat men haar de deur wees? Maar ofschoon haar hoogmoed niet was gebroken, had Augusta toch in de school des ongeluks groote vorderingen in de moeilijke kunst van zelfbedwang gemaakt. Vastbesloten hield zij de scherpe woorden terug, die haar op de lippen zweefden. Het vinden eener pas sende betrekking scheen dan ook on eindig moeilijk te zijn. O, waarom toch kreeg zij nog geen antwoord op haar schrijven. „Augusta," begon mevrouw Leh mann na een weinig nadenken, „toen ik onlangs, op de getuigenis der kinde ren afgaande,u beschuldigde, achten mijn rug een kennismaking te hebben aangegaan met een heer, die daaren boven zoo goed als met Olga is ver loofd, hebt gij gewaagd, het te ont kennen, ofschoon gij niet kondet loo chenen, met hem een samenkomst te hebben gehad.S [Wordt vervolgd. ren Is AsïEN. /J M. KA7L Aanbevelend, Tel. 101. end, narkt 72-74 ALKMAAR ■ÉÜM

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1