R's
onade
HUT,
aling
ERK
f— -1
IS1G,
-Rijgbottines
„ONS BLAD"
BUITENLAND
E KROCW».
H, DE BOEB.
elan
Alkmaar
isvereenigsng.
SCHAGEN
oer Zolen
I vaart, den
sten.
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 4M
JAC. MET, Alkmaar
"FEUILLETON
Onder Valsche Vlag
No. 256
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1921
i4e JAARGANG
ïheelen dag.
vanaf 6 uur n.m
Bvelend,
t. WECK
de verkoop van de
-artikelen
gedragen,
ad kunnen
bereid J|
asappe-
de
opgeruimd.
f 17 50
S f 17.50.
leeren zool, van
voor den zomer.
i en zooien, f2—,
itoffels.
rkrijgbaar.
n zolen
RKOCHT.
Aan
Oe vrouw ia het openbare
leven.
De stichting „Moederheii" en hare
beieekenis.
in.
Luxe Verhuurënrëehling.
Eerste klas ©pea ©a
- gf@sS©Seo auto's. -
TELEFOON! 572
De Opperste Raad.
De toestand in leriand.
Aan Guthbridge rii niet.
aar
ipppn
IVI VJLX
d. 1810.
Vlotbrug, N.H. Kanaa
lema
B
^KPOPEN.
10LLANDSCH
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.—
Vnnr bui'en Alkmaar tzoa
npïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs:
Van 15 regels f .25; elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per piaatsing f 0.60.
Tlis^bonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 2O0,—f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,-
In verschillende landen is men den laat-
slen tijd bezig le overwegen of ook vrou
wen lot het ambt van rechter, burgemees
ter, wethouder, parlementslid moeten en
mogen worden toegelaten. Ten opzichte
van besturende colleges van stad en land
is de vraag in zeer veel landen reeds be
vestigend beantwoord en is zich ten deze
een p ra el ijk aan het vormen. Ten aanzien
van andere functies als die van Minister,
rechter, burgemeester en dergelijke aarzelt
men nog meerendeels.
In Duitschland is de laatste vraag in een
stadium van eindonderzoek gekomen.
Aan den Rijksdag is een ontwerp betref
fende de toelating van de vrouw als
schepen en jurylid voorgelegd. Gelijk reeds
is medegedeeld, heelt de Rijksraad zich
tegen deze toelating verklaard. Dit besluit
wordt aldus gemotiveerd:
le. Krachtens haar psychische gesteld
heid is de vrouw in veel grootere mate dan
de- man aan gevoelsinvloeden onderwor
pen en daardoor in de objectieve vaststel
ling en bc oordeeling der feiten bemoeilijkt.
2 e. Krach lens haar physïekc gesteld
heid is de vrouw dikwijls in een toestand
dal zij physiêk minder kan presleercn en
prikkelbaarder is; dan is zij in het bijzon
der aan gevoelsinvloeden onderworpen.
Deze bezwaren worden, door aan een
vrouwelijke schepen of jurylid de bevoegd
heid te geven om een benoeming le weige
ren, slechts gedeeltelijk ondervangen, om-
da' de vrouw, die dikwijls uit schaamtege
voel en trots hiervoor niet uit zal komen,
huiverig zal zijn om van het recht lot wei
geren gebruik te maken. Daarbij komt nog
dat de vrouw zich meermalen haar toe
stand niet bewust zal zijn. Maar afgezien
van deze bijzondere toestanden, is de
vrouw dikwijls lichaTireiijV niet tegen de
eischen van langdurige rechtzittingen,
waarmede dikwijls dagen en weken heen
gaan, opgewassen.
3o. De vrouw staat bij den man dik
wijls ten achter in vermogen om een be
sluit le nemen en in kracht om energiek
<1ooj te tasten. Dit houdt het gevaar in,
da* de strafrechtspraak verweekelijkt, wat
juist in deze tijden, waar de criminaliteit
zoo geslegen is, en aan de wetten weer haar
verloren eerbied moet worden teruggege
ven, zeer bedenkelijk is.
Dé man heeft overwegend er een afkeer
van om door vrouwelijke rechters gevon
nist te worden, en zich aan haar oordeel
le onderwerpen. Hieruit dreigt een gevaar,
<Jat in geval de vrouw toegelaten wordt,
dc eerbied en het aanzien voor het gerecht
zullen dalen.
Vorder vreest de Rijksraad, dat dc keuze
de. vrouwen op groole moeilijkheden zal
stuiten, omdat juist de goede huisvrouw en
moeder en zij, die een beroep uitoefenen,
be' meest van haar recht om te weigeren
zullen gebruik maken en nu dus de minder
geschiklen deze rechterlijke functie zullen
bekleeden.
Ook verklaarde de Rijksraad zich tegen
een gedeeltelijke toelating n.l. waar het
betreft het vonnissen van vrouwen en kin
deren wegens praktische moeilijkheden.
Ziedaar overwegingen, die het onthouden
wel waard zijn.
Wij hebben in ons land nog slechts korte
ervaring van het optreden der vrouwen in
publiekrechtelijke lichamen. Het aantal
vrouwen in de Staten Generaal is zeer ge
ring; in de Provinciale Staten en de Ge
meenteraden is het wat grooter; ook daar
evenwel behoort haar verschijning nog tot
de uitzonderingen. Het zou daarom onjuist
zijn te willen trachten nu reeds een oordeel
uit te spreken over den invloed der vrouw
in $e wetgevende lichamen.
Toch kan dit ééne al wel reeds worden
geconstateerd, dat in die twee jaren prac
tijk de invloed der vrouw nergens voelbaar
is geweest. Al ontbreekt wegens den korten
tijdsduur en het nog geringe aantal vrouwe
lijke Kamer-. Staten- en Raadsleden de ge
legenheid voer een billijk oordeel over het
optreden van de vrouw in openbare licha
men, dit kan toch wel worden gezegd, dat
zekere hoog gestemde verwachtingen tot
nu toe zijn beschaamd.
Kr is beweerd, dat bij het bestudeeren
van moeilijke problemen de man langs den
weg van zuivere rodeneering vaak moei
zaam en soms in bet geheel niet de op
lossing kan vinden. De vrouw zou in zulke
gevallen dikwijls vee! beter en veel vlugger
stagen langs den weg vwl intuïtie; haar ge-
vo-1 zou op 't onverwachtst het juiste woord
laten spreken.
Daarvan nu heeft de practijk ons geen
bewijzen gegeven. Wel van het tegendeel,
n.m. het telkens afdwalen in - onderdeden,
het gewicht hechten aan kleinigheden,
waarbij de hoofdlijnen uit liet oog worden
vertoren. Voor deze echt vrouwelijke, maar
in easti ongewenschte eigenschappen, heeft
menig raadsclebat ons gewaarschuwd.
Nogmaals, de practijk is tc kort voor een
juist en billijk oordeel. Maar het optreden
van de vrouw in besturende colleges en
verantwoordelijke openbare betrekkingen is
van te groot algemeen belang, dan dat aan
het verschijnsèl zelf niet de volle aandacht
zou worden gewijd.
Daarom lijken bovenstaande opmerkin
gen van den Duitschen Rijksraad de over
weging waard, althans in zooverre zij tegen
een uitbreiding van openbare functies,
door de vrouw te bezetten, waarschuwen,
zoolang van haar optreden op het pu
blieke terrein, dat zij reed* betreden heeft,
geen betere resultaten zijn verkregen.
Naast de overwinning van de gemoeds
bezwaren, welke nog vaak gekoesterd wor
den tegen doorgangshuizen voor onge
huwde moeders en welke meerderen weer
houden steun le Verleen en aan deze
sociaal-charitatieve instellingen, hadden
wij bij de beschrijving van deri om erbar
ming smeekenden toestand van buiten
echtelijke kinderen nog eene diepere meer
a 1 g e me en e bed o e !ir-g,
Treffend juist vinden wij deze omschre
ven door Paul Bureau (LTndisciplme des
Moeurs p. 115): ..On peut c-tré assuré, que
tonic conduite, dès qu'elle est généralisée
et communémcnt adoptee, est toujours
l'expression et la traduction d'une théorie,
cru'elte tend a élaborer et qui. par éclioc
en retour, eoncourt a lui recruter des
imitateurs, Rientót Ia.theorie est en pleine
possession de ses arguments et de ses
ressources et un vaste service social de
diffusion et de propagande s-élablit. A
^Parli: de ce moment, om clirail qii'une
grande vogue de foncl est venue reeouvrir
la sociétc ct qu'il i'aut pour un temps
a ce ele r i'inon d a li on
God beware Nederland voor den lijd,
dat men het verschaoberen van kinderen
ah iets doodgewoons gaat beschouwen!
Eenzelfde overtuiging ook deed ons bij
herhaling neerkomen op de waarheid, dat
ongehuwde moeders moeten aangetrokken
on geholpen worden uit het oogpunt van
zedelijke verbetering en niet alleen niet
onder het opzicht van tijdelijken nood,
maar ook zelfs niet op de eerste plaats om
en in haar kind. ,,In een R.-K. Doorgangs
huis dienst vóór alles gewaarborgd te zijn
de geest vap boetedoening en van streven
naar zelfverbetering.
Wanneer deze geest niet van het begin
tot het einde voorzit, dan doet men met
een doorgangshuis slechts half wérk en
wc] de kleinste helft, ja wat meer is, men
doet gevaarlijk, bedenkelijk werk, want
wie ziet niet in, dat menigen zoo'n jaartje
vUlégialure nog zoo kwaad niet zal vin
den?"
Aldus schreven wij vóór drie jaren en
na aanhaling van nog meerdere redenen
kwamen wij toen tot de finalethese: „het
oprichten en drijven van R.-K. Door
gangshuizen is de taak van de R.-K.
Meisjesbescherming en niet van vereeni-
gingen lot bestrijding der zuigelingen
sterfte."
Het is hier de plaats niet om mede te
deelen, of na te gaan, in hoeverre dc feiten
der laatste jaren met gemelden grond-
eiseh in overeenstemming zijn, maar des
te meer ligt liet binnen hel kader dezer
artikelen even uiteen le zeilen, hoe „Moe
derheii" met bovengenoemd axioma in
harmonie moet worden geacht.
Voor den juisten blik geeft allereerst
blijk de wordingsgeschiedenis. Toen in
verband met de hooge kindersterfte en het
gebrek aan verloskundige hulp in deze
slreken het idee opkwam van een R.-K.
Vroedvrouwenschool, is onmiddellijk con
tact gezooht met het bestaande St. Magda-
lenahuis te Breda en het bestuur dezer
inrichting had voldoende inzicht in de
zaak en genoeg liefde voor het ware wel
zijn van de ongehuwde moeder, om zich
aanstonds bereid le verklaren voor samen
werking en voor het zoeken naar den bes-
len vorm van accoord. Het initiatief gaat
uit van het Wit-Gele Kruis, de bekende
vereeniging voor Volksgezondheid en
Ziekenverpleging (een rechtstreeks stoffe
lijk doel); het Doorgangshuis wordt ge
dreven door de Diocesane Meisjesbescher-
ming (waar liet zedelijk welzijn der be
schermelingen primeert) een formeel ac
coord, d. w. z. een bijkomstige overeen
komst tusschen deze twee rechtspersonen
wordt, na breedvoerige besprekingen min
stens 0]i den duur onuitvoerbaar geacht;
er wordt geboren eeu d-erek. jf-zojièefRjk-
en op zichzelf slaande .rechtspersoon, een
„stichting" tussclicn beide juist genoemde
veroenigingen in, met 't boven aangegeven
dubbele doel en met het -zedelijke tot
grondslag en leiddraad liaïer eventueele
werkzaamheid.
Dc statuten van „Moederheii" toonèn
dan ook overduidelijk, dat de stichting zich
welbewust wcnselit te baseeren op. den
waren grondslag: Art. 2 vermeldt het doel,
zooals wijdat in ons eerste artikel aan
gaven: „het opleiden van R.-K. meisjes en
vrouwen tot vroedvrouw en de zedelijke
en maatschappelijke opheffing van geval
len meisjes."
Bij de middelen, aangegeven in art. 3:
„liet oprichten en exploiteercn van een
R.-K. Vroedvrouwenschool e. a. en van een
Doorgangshuis voor ongehuwde moeders"
wordt nadrukkelijk vermeld: „zij (de
stichting) zal daarbij vooral open oog
hebben voor het moreele welzijn der
gevallen meisjes." En als om aan alle af-
zakking naar een eenigszins naturalistische
uitwerking van deze grondwet den pas
af te snijden, luidt het bij artikel 4 over
hel bestuur: „De geneesheer-directeur mag
geen lid van het bestuur zijn."
Geheel in de lijn van deze geestelijke
opvatting wordt in artikel 3 zelfs de na
druk gelegd op de moreele vorming der
leerling-vroedvrouwen; heeft men zich
aansluitend aan de speciaal-behoefte van
doorgangshuizen reeds verzekerd van
religieuzen-bediening en spreken zoowaar
de reeds uitgestippelde vouwplannen on
miskenbaar van dezelfde overtuiging.
Het wordt 'n R.-K. Vroedvrouwenschool
(men vergeve ons de anticipatie) naast
een R.-K. Doorgangshuis, met één perso
neel, met écn economievleugel, onder één
beheer, kortom, allerinnigst substantieel
vereenigd, levend nit en door één en wel
de hooge essentie. „Maar" zoo werpt wel
licht de een of andere op, „nu zal het toch
niet de Meisjesbescherming zijn, die het
doorgangshuis exploileert."
Hierop zouden wij misschien met sommi
gen eenvoudig kunnen spreken van eene
uitzondering
nen vanwege het noódige materiaal de ge
vallen vrouwen niet missen. Doch zoover
willen wij niet-gaan, ja mag zelfs o.i.
niet gegaan worden.
De eeerste fundamenleelc eisch is en
blijft, dat de ongehuwde moeder moet be
handeld worden uit het oogpunt van zede
lijke verbetering. Deze eisch is het, die
immer gehonoreerd, deze opvatting die
tot haar recht komen moet overal', waar
ongehuwde moeders in haam der1 R.-K.
Charitas of onder de vlag der R.-K. be
ginselen worden aangetrokken. Hieruit
volgt, dat wijl van de in aanmerking ko
mende R.-K. soeiaal-oharilatieve véreeni-
gingen alleen de MeisjcsbeseheTming
wezensecht op dit standpunt slaat, de
Bescherming het aangewezen lichaam in
deze is en zij zich heeft te weren tegen alle
andere, die op dit haar terrein trachten in
te dringen. Maar dit wil niet zeggen, dat
de R.-K. Meisjesbescherming niet liet recht
zou hebben, om goede redenen vrijwillig
deze werkzaamheid op te dragen of af te
staan aan een of andere bestaande of in
het leven te roepen instelling van welke
zij zich kan vergewissen omtrent de on
gereptheid van het beginsel van uitgang
en omtrent de onvervalschte uilwerking
daarvan.
Ter aduinbratie van het onderscheid
tushchcn eerstgenoemde handelwijze en
dezen weloverwogen zelfverkozen afstand
zou wellicht verwezen kunnen worden
naar de concordalen van de lalere lijden
tegenover de privileges aan den Roomsch
Keizer van de Middeleeuwen. De eersle
bedekken een stuk onrecht, de laatsie
werkten mede tot prestige en bloei van de
Kerk Gods; de eerste worden geslikt, maar
zi:n en blijven een minus-maluni; de laatsie
worden gesavoureerd en wekken latenle
krachten en gansch bijzondere dienstvaar
digheid.
En dat de gepriviligieerde hier, de
stichting „Moederheii", zich niel legen de
geefster zelve keeren zal, vall af le leiden:
le. uit het feit, dat dezelfde dames
welke voorheen als coniimisie uil de Be
scherming liet doorgangshuis beheerden,
the us mede het bestuur van de nieuwe
st«c'B,ting vormen;
uit het idee, bij vervanging of uit
breiding van het damesbesluur allereersl
ili! te zien naar dames, die levens in
M> ;sjesbescherming werkzaam zijn en
- «r - uit_de uit<l~ikkclijke woorden van
art lï ~<!er" siiclilingsacte, waaromrreiu
eventueele likwidalie bepaald wordtr" „de
baten en eigendommen van de stichting na
aftrek der sollulden en met inachtneming
van art. 1702 B.W. zullen worden besteed
ten bate'van de R.-K. Vereeniging lot Be
sóhefmittg van Meisjes in liet Bisdom
Breda."
Op den dag barer geboorte maakte de
frissche dochter haar testament len gunste
van de moeder, met welke zij naar dezelfde
opvatting met dezelfde middelen in volle
harmonie wil samen arbeiden aan een
zelfde ideaal.
Waar een wil is daar is een weg!
En laat nn, om niet al tc onvolledig te
zijn geweest, hier nog toegevoegd worden,
dat het adres der penningmeesteresse is:
Mej. J. P. C. Kcsslcr, Willielminastraat,
Ginniken, dat der secretaresse: Mej. C. J.
Willèmse, Baronielaan 14, Breda.
Onze beste wensclien vergezellen overi
gens de nieuwe stichting cn hare onderne
mingen.
A. A. DAMEN, R.-K. Pr.
Seminarie, Hoeven.
Zaterdag heeft de Opperste Raad zijn
laatste zitting gehouden. Men heeft dien
dag nog heel wat afgedaan.
De Opper-Silezisch kwestie.
Wat betreft de kwestie van Opper-
Silezië, heeft de Raad den tekst opge
steld van het schrijven, dat door den
voorzitter aan de gezanten van Duitscüi-
land en Polen zal worden gericht, en
waarin dezen het besluit van den raad
ten opzichte van Opper-Sflezië wórdt
medegedeeld en aan hun regcering ge
vraagd wordt, om de noodzakelijke
maatregelen tier handhaving van de rust
m Opper-Silezië te nemen, terwijl ten
slotte hun aandacht gevestigd wordt op
Vroedvrouwenscholen kim- het feit, dat zij ervoor verantwoordelijk
I n, wanneer troepen of wapens over de
grenzen gaan.
Dc Daitsche oorlogsmisdadigers.
Wat betreft do berechting der Duit-
sche oorlogsschuldigen, zat een commis
sie de vonnissen, welke door het gerechts
hof te Leipzig zijn geveld, onderzoeken
en na een nauwgezet juridisch onder
zoek, voorstellen aan den raad doen, be
treffende een revisie der vonnissen, het
zij door deze te vernietigen, hetzij door
de schuldigen bij verstek te veroordee-
len. In deze commissie zullen iwee ver
tegenwoordigers van elk land, dat bij
de processen te Leipzig betrokken is, zit
ting nemen.
Dc hulp aan Rusland.
De Raad besloot verder ten opzichte
van de steunverleening aan Rusland over
■te gaan tot oprichting van een internatio
nale en niet-geallieerde commissie, waar
van de Entente-mogcndheden de kern
zullen vormen, terwijl door elke mogend
heid, die in den Oppersten Raad verte
genwoordigd is, drie leden zullen wor
den benoemd. Zij zulten de andere mo
gendheden en de philantropische vereeni-
girigen nilnoodigen, met hen samen te
werken. De Raad heeft eveneens den toe
stand op diplomatiek gebied nagegaan,
welke- door de uildeeling van levensmid
delen kan worden geschapen, en de wij
ze, waarop men met de Sovjct-regeering
'besprekingen zal kunnen voeren, welke
strikt op humanitair gebied blijven.
De slotzitting. Voor-
woordelijke opheffing
der sancties.
's-Middags kwam de Raad weer bij
een en beëindigde de werkzaamheden om
8.15. Betreffende de kwestie der bezet-
tingskosten was het college van oordeel,
dat 'het hier niet ging om de sterkte van
hel bezettingsleger, maar om dc te hoo
ge 'kosten der verschillende eenheden op
zich zelf en die der burgerlijke commis
sies; deze zullen thans worden nagegaan
door een commissie, die bepaalde voor
stellen zal dóen voor 1 Nov
Loucheur somde verder dn zake het her-
stel zekere bezwaren op, door Duilsch-
land opgeworpen om zich te verzetten le
gen dé volledige naleving van het ver-
drag.
Be Fransche minister erkende, dat de
Wiittthe-' regeeririg: -lie- P-r.v: eerlij!' *>aar
verplichtingen schijnt te willen naleven,
een begin van uitvoering daaraan heeft
gegeven. Daarom stelde hij voor, de eco
nomische sancties op te haffen, op voor
waarde, dat Duitschland op 21 Augus
tus het verschuldigde milliard goudmarken
ten volk' 'heeft afbetaald en dat Duitschland
maatregelen zal troffen, waarover reeds
met.de Fransdie regeering gesproken is,
om een einde te maken aan de stelselma
tige weigering van invoervergunningen
voor geallieerde producten in de bezette
gebieden.
Loucheur verzocht tenslotte de hand
having der militaire sancties.
Gurzon antwoordde hierop en wees er
op, dat de sancties veel geld koslen en
prikkelend werken op het Duilsche natio-
naio gevoel, zoodal hij den O. R. voor
stelde een geleidelijke afschaffing van de
militaire sancties.
Briand nam vervolgens hel woord en
zelte uiteen, dat de Fransche regeering
allerminst lot in het oneindige de militai
re bezetting van dc drie Rijnsteden
wensehte voort te zetten; zijhoopt zoo
spoedig mogelijk de troepen te. kunnen
terugnemen en zou daartoe reeds, bot ini
tiatief hebben genomen, indien de omstan
digheden dit hadden mogelijk gemaakt.
De Fransche premier leverde een recht
vaardiging van de tegenwoordige, positie
van dè Fransche regeering" én herinnerde
aan de omstandigheden, waaronder tot de
sancties besloten was, toen de geallieerden
van oordeel waren, dat het verdrag van
Versailles nooit door Duitschland zou
worden nageleefd zonder dwang.
Binnen weinig lijds kan Duitschland,
naar gebleken is, een leger van 40 000
man op de been brengen.
Briand zette dit punt verder uitvoerig
uiteen.
Daar de Duitscbe regeering zich moei
te geeft de beloften van Mei te houden,
stelt de Fransche regecring zelf voor de
economische sancties op te heffen, onder,
de voorwaarden, door Loucheur aange
geven. Briand besloot met de verklaring,
dat voor de-opkeffi;ig der militaire sanc
ties bet uur nog niet gekomen is; dit zal
spoedig slaan, indien Duilscbland zijne
verplichtingen belreffende het 'herstel na
komt en den arbeid van de ontwapenings
commissie vergemakkelijkt. De kwestie der
militaire sancties zou in een volgende zit
ting van den O R. weer besproken kun
nen worden.
Na -de redevoering van den Franselien
premier besloot de O. R., instemmende
met het advies van Briand, de economi
sche sancties te handhaven en tevens, dal
zij zuilen worden opgeheven op 15 Sep
tember, indien het verschuldigde bedrag
op 31 Augustus gehee! is 'betaald en een
geinterallieerd lichaam wordt ingesteld
voor de controle op de uitgifte van invoer
vergunningen. De commissie te Coblenz
zal het stelsel van overgang regelen ter
voorbereiding van de afwikkeling der bo
vengenoemde maatregelen.
Daarna nam de O. R. een resolutie aan
betreffende de controlecommissies, die in
DuTtschland werkzaam zijn, welke in
functie zullen blijven, terwijl men in
overeenstemming met het voorstel van
Foch hun geleidelijke inkrimping zal over
wegen.
De O. R. nam len slotte op voorstel
van Briand met hartelijke instemming van
alle leden, een motie aan, dat het colle
ge bij het einde van zijn werkzaamheden
prijs erop stelt, nogmaals zijn wil te doen
kennen een nauwe overeenstemming tus
schen de geallieerden ie handhaven, wel
ke men meer dan ooit beschouwt als on
misbaar voor den wereldvrede.
Vervolgens werd de zitting gesloten.
Polen ontevreden.
De voornaamste Poolsche bladen zijn
unaniem van meening, dat de beslissing
van den Oppersten Raad ongunstig voor
Polen is.
De ierhandelingen met De Valera.
Zondagavond is de tekst gepubliceerd
van de Iersche onderhandelingen. Fr blijlct
uit, dal dc regeeringaam Ierland de pc-die
aanbiedt van een Britsche overzeesche do
minion met volledige autonomic ten aan'-
zien van belastingheffing, financiën en
landsverdediging, doch dit aabod is afhan
kelijk gemaakt van een aantal voorwaar
den, o.a. dat de B. -ische marine de zeeën
.„tl ,C. ,.ual OTitif 1 iit-i-i C—i c,
hebben en dat Ierland naar evenredigheid
moet bijdragen in de kosten van het Brit
sche leger, de Britsche vloot, dc oorlogs-
schulden en de pensioenen.
De Valera heeft, den roden Augustus
antwoordendgezegd, dat het Sinn Fein-
parlement de Britsche voorstellen, die te
genstrijdig waren, niet kon aannemen en
dat het Iersche volk ze niet zon aannemen.
De voorstellen, zoo werd in het ant
woord gezegd, erkennen Ierland's recht
van zelfbeschikking, maar maken dit be
ginsel van onwaarde door de bepalingen,
welke men er op laat volgen èn die een
ontoelaatbare inmenging vormen in de.za
ken van Ierland. Het antwoord herhaalt
dat het recht van Ierland om zijn eigen
keuze te doen, aanvaard moet worden als
onaantastbaar. Er wordt in gezegd, dat
Ierland bereid is, evenals de kleine staten
van Europa, liet erop te wagen onafhan
kelijk te zijn op grond van zedelijke rech
ten.
Den I3en Augustus antwoordend, heeft
Lloyd George -verklaard, dat de Britsche
regeering niet het recht van Ierland kan
erkennen om zich van het Britsche rijk' af
te scheiden. Hij legt er den nadruk op, dat
Noor-d-Ierland miet -mag gedwongen wor
den en betoogt, dat de aardrijkskundige
posilie van Ierland dit tot een onafschei
delijk .deel van de Britsche eilanden
maakt.
De Valera wordt ullgenoodigd de regee-
ringsvoorstcllen nogmaals te overwegen.
Een Reuter-bericht meldt nog, dat de
sterkte der Iersche strijdkrachten even
redig zal moeten zijn aan die van Britan-
nië. Ierland moet aan Britannië alle noo-
dige faciliteiten verleenen voor de verder
diging der communicatie-middelen door
de lucht. De Britsche en dc Iersche r.e-
geering-en zullen geen beschermende^ rech
ten of andere handelsbeperkingen invoe-
n.
Elke regeling tusschen Ierland en Enge
land zal den vorm aannemen vau c-en ver
drag, hetwelk door beide parlementen zal
iVRIJ NAAR HET DUITSCH,
TWEEDE DEEL.
Augusta draalde en het wantrouwen
tn den op haar gerichten blik werd groo
ter.
„Zooals ik u reeds zeide, gaf ik hem
zijn afscheid en liet mij noch door smee-
ken noch door verwijtingen overhalen,"
zeide zij na een kleine pauze, zacht.
Toen ik hem dezen avond zoo onver
wacht weerzag, ben ik hem eerst uit den
weg gegaan, maar toen kwam de ge
dacht e bij mij op, hoe onmogelijk dit
op den duur zou zijn en en daarom
beloofde ik hem den dans, waar hij mij
om vroeg. Hij stelde mij toen voor met
hem in de koele gang te gaan, en ik
stemde er in toe ik was te warm en te
vermoeid om te dansen, en ik hoopte,
dat hij mijn poging, op den toon eener
bedaarde vriendschap met elkander te
'preken, zou ondersteunen, maar,
tttaar
L-»Hij iade niets. vm> j&m
roeg Guthbridge met een onaanjgena-
men glimlach.
Augusta keek verlegen naar den
grond.
..Hij deed u een nieuwe verklaring,
ha, ha, ha Geen wonder, dat u beiden
bij uwe terugkomst in de zaal zoo opge
wonden scheen I Wat heeft u hem geant
woord. juffrouw Wilhelmi? Dat uhem
van ganscher harte bemint
„Hem beminnen Ik haat hem
riep Augusta hartstochtelijk uit.
Guthbridge keek haar een oogenblik
onderzoekend aan.
"Het is anders niet de gewoonte der
jonge dames zulke trouwe vereerders
te haten, maar ik zie, dat u in dit geval
een uitzondering maakt, en dat is mij
voldoende," zeide hij bevredigd. „Goe-
den nacht, Marion Goeden nacht, lieve
juffrouw 1 Ik hoop, dat u mijne drift van
voorheen met ten kwade zal duiden u
moet maar denken, dat ik den heelen
langen avond niets kon doen dan kij
ken, terwijl u een vriendelijken glim
lach voor iederen lafbek had. Mijn booze
luim was dus enkel uw schuld. Goeden
nacht."
Terwijl Marion een half uur later hi
den slaap rust en vrede vond. zat Augu
sta nog lang met het hoofd in de hand
voor haar toilettafel te overleggen. Over
eenige weken dagen misschien
zou Max, zonder twijfel, zijn verloving
met Elfriede bekend maken, te gelijker
tijd, zoo mogelijk nog eerder, zou hij
een sierlijke kaart ontvangen, die hem
haar verloving aankondigde.
Zij wilde hem toonen, dat zij hem
volstrekt niet noodig had. Kostbare
kleeren, diamanten, alles, en nog meer
dan zij ooit had gewenscht, zou zij
in overvloed bezitten. Maar ofschoon
haar oog bij deze voorstelling schit
terde, was het toch minder de kans
op het verkrijgen dezer schatten, wel
ke haar hart sneller deed kloppen, dan
wel de gedachte, daarmede te kunnen
pronken voor de oogen der familie
Wallhagen. En dan zeker, het geld
was almachtig, het zou haar de moge
lijkheid bieden, zich ook nog op ande
re, meer onmiddellijke wijze te wre
ken, Max, zijne moeder, Helena, al
len hadden haar met minachting be
handeld zij wilde niet rusten, al
vorens rij deze hoogmoedige kliek in
't stof had getreden.
Op rijn persoon was slechts de ver
vulling harer hoop gebouwd, en daar
om moest zij trachten hem te winnen
of liever, zoo spoedig mogelijk, een
verklaring van zijnen kant uit te lok
ken. Moeilijk kon dat natuurlijk niet
zijn. En Marion o, die was eepe
nul in de oogen des vader, die zou nim
mer in staat zijn, haar plannen te
dwarsboomen.
Misschien zou de zekerheid van
Augusta niet zoo groot geweest zijn,
indien zij de gedachten en overwegin
gen had kunnen volgen, die intusschen
elkander in het hoofd van den heer
des huizes verdrongen. Terwijl hij
op rijn slaapkamer heen en weer liep,
overdacht hij nog eens de gebeurte
nissen van den avond, vergeleek het
geen hij op het bal had gezien, met
hetgeen Augusta hem had verteld,
en kwam tot het besluit, dat zijn ver
denking letterlijk dwaas was geweest.
Wat had hij ook, op 't ergst genomen,
kunnen uitspionneeren Tita kon niets
meer voegen bij 't geen zij had verteld
Marion was nog een kind geweest
toen haar moeder stierf, alle spion
nen der geheele wereld saamgeno
men zouden in zijn huis niets kunnen
ontdekken, dat voor de familie Wall
hagen de minste waarde had.
Guthbridge was nu bij de tafel gaan
zitten en legde met een pijnlijk sa
mentrekken der lippen zijn hand op
het onnatuurlijk luid en onstuimig
kloppend hart. De dokter had ge
lijk hij moest zich beter in acht ne
men, opgewondenheid en verdriet was
vergif voor hem. Wat had hij een hevi
ge hoofdpijn Eensklaps sprong hij
opeen gedachte, die hem in den
laatsten tijd dikwijls had verontrust,
was in eens, duidelijker dan ooit, voor
zijn ziel getreden„Indien ik eens
stierf
Zonder God en zonder geloof op
gegroeid en oud geworden, was het
niet zoozeer, hetgeen hem aan den
anderen kant van het graf wachtte,
wat hem verschrikte, maar zijn for
tuin, zijn goederen, zijn milüoenen,
wat zou daarvan worden
Alles kwam op Marion en deze stond
onder den invloed der oude Tita. Hij
moest maatregelen nemen, dat zijne,
met moeite verworven bezitting niet
in de handen der vijanden viel. Zijn
gezondheid had ontzaglijk geleden,
vooral sedert de nabijheid dier gehate
familie telkens weer de herinnering
in hem deed ontwaken van hetgeen
hij wilde vergeten, en wat hij toch
niet vergeten kon. En zijne nachten,
deze lange verschrikkelijke- nachten,
waarin zijn verbeeldingskracht hem
allerlei hersenschimmen voor den
geest bracht. „Maar waarvoor roep
ik, zonder doel, de spoken van hef
verleden op Ik ben een dwaas niets
van hetgeen is geschied kan ik onge
daan maken, en indien ik het kon, zoj
ik het niet willen. Neen, ik zbu.h.et
niet willen
fWordt vervolgd.)