R's onade HUT, aling ERK f— -1 IS1G, -Rijgbottines „ONS BLAD" BUITENLAND E KROCW». H, DE BOEB. elan Alkmaar isvereenigsng. SCHAGEN oer Zolen I vaart, den sten. Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 4M JAC. MET, Alkmaar "FEUILLETON Onder Valsche Vlag No. 256 DINSDAG 16 AUGUSTUS 1921 i4e JAARGANG ïheelen dag. vanaf 6 uur n.m Bvelend, t. WECK de verkoop van de -artikelen gedragen, ad kunnen bereid J| asappe- de opgeruimd. f 17 50 S f 17.50. leeren zool, van voor den zomer. i en zooien, f2—, itoffels. rkrijgbaar. n zolen RKOCHT. Aan Oe vrouw ia het openbare leven. De stichting „Moederheii" en hare beieekenis. in. Luxe Verhuurënrëehling. Eerste klas ©pea ©a - gf@sS©Seo auto's. - TELEFOON! 572 De Opperste Raad. De toestand in leriand. Aan Guthbridge rii niet. aar ipppn IVI VJLX d. 1810. Vlotbrug, N.H. Kanaa lema B ^KPOPEN. 10LLANDSCH Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarf 2.— Vnnr bui'en Alkmaar tzoa npïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs: Van 15 regels f .25; elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per piaatsing f 0.60. Tlis^bonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 2O0,—f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,- In verschillende landen is men den laat- slen tijd bezig le overwegen of ook vrou wen lot het ambt van rechter, burgemees ter, wethouder, parlementslid moeten en mogen worden toegelaten. Ten opzichte van besturende colleges van stad en land is de vraag in zeer veel landen reeds be vestigend beantwoord en is zich ten deze een p ra el ijk aan het vormen. Ten aanzien van andere functies als die van Minister, rechter, burgemeester en dergelijke aarzelt men nog meerendeels. In Duitschland is de laatste vraag in een stadium van eindonderzoek gekomen. Aan den Rijksdag is een ontwerp betref fende de toelating van de vrouw als schepen en jurylid voorgelegd. Gelijk reeds is medegedeeld, heelt de Rijksraad zich tegen deze toelating verklaard. Dit besluit wordt aldus gemotiveerd: le. Krachtens haar psychische gesteld heid is de vrouw in veel grootere mate dan de- man aan gevoelsinvloeden onderwor pen en daardoor in de objectieve vaststel ling en bc oordeeling der feiten bemoeilijkt. 2 e. Krach lens haar physïekc gesteld heid is de vrouw dikwijls in een toestand dal zij physiêk minder kan presleercn en prikkelbaarder is; dan is zij in het bijzon der aan gevoelsinvloeden onderworpen. Deze bezwaren worden, door aan een vrouwelijke schepen of jurylid de bevoegd heid te geven om een benoeming le weige ren, slechts gedeeltelijk ondervangen, om- da' de vrouw, die dikwijls uit schaamtege voel en trots hiervoor niet uit zal komen, huiverig zal zijn om van het recht lot wei geren gebruik te maken. Daarbij komt nog dat de vrouw zich meermalen haar toe stand niet bewust zal zijn. Maar afgezien van deze bijzondere toestanden, is de vrouw dikwijls lichaTireiijV niet tegen de eischen van langdurige rechtzittingen, waarmede dikwijls dagen en weken heen gaan, opgewassen. 3o. De vrouw staat bij den man dik wijls ten achter in vermogen om een be sluit le nemen en in kracht om energiek <1ooj te tasten. Dit houdt het gevaar in, da* de strafrechtspraak verweekelijkt, wat juist in deze tijden, waar de criminaliteit zoo geslegen is, en aan de wetten weer haar verloren eerbied moet worden teruggege ven, zeer bedenkelijk is. Dé man heeft overwegend er een afkeer van om door vrouwelijke rechters gevon nist te worden, en zich aan haar oordeel le onderwerpen. Hieruit dreigt een gevaar, <Jat in geval de vrouw toegelaten wordt, dc eerbied en het aanzien voor het gerecht zullen dalen. Vorder vreest de Rijksraad, dat dc keuze de. vrouwen op groole moeilijkheden zal stuiten, omdat juist de goede huisvrouw en moeder en zij, die een beroep uitoefenen, be' meest van haar recht om te weigeren zullen gebruik maken en nu dus de minder geschiklen deze rechterlijke functie zullen bekleeden. Ook verklaarde de Rijksraad zich tegen een gedeeltelijke toelating n.l. waar het betreft het vonnissen van vrouwen en kin deren wegens praktische moeilijkheden. Ziedaar overwegingen, die het onthouden wel waard zijn. Wij hebben in ons land nog slechts korte ervaring van het optreden der vrouwen in publiekrechtelijke lichamen. Het aantal vrouwen in de Staten Generaal is zeer ge ring; in de Provinciale Staten en de Ge meenteraden is het wat grooter; ook daar evenwel behoort haar verschijning nog tot de uitzonderingen. Het zou daarom onjuist zijn te willen trachten nu reeds een oordeel uit te spreken over den invloed der vrouw in $e wetgevende lichamen. Toch kan dit ééne al wel reeds worden geconstateerd, dat in die twee jaren prac tijk de invloed der vrouw nergens voelbaar is geweest. Al ontbreekt wegens den korten tijdsduur en het nog geringe aantal vrouwe lijke Kamer-. Staten- en Raadsleden de ge legenheid voer een billijk oordeel over het optreden van de vrouw in openbare licha men, dit kan toch wel worden gezegd, dat zekere hoog gestemde verwachtingen tot nu toe zijn beschaamd. Kr is beweerd, dat bij het bestudeeren van moeilijke problemen de man langs den weg van zuivere rodeneering vaak moei zaam en soms in bet geheel niet de op lossing kan vinden. De vrouw zou in zulke gevallen dikwijls vee! beter en veel vlugger stagen langs den weg vwl intuïtie; haar ge- vo-1 zou op 't onverwachtst het juiste woord laten spreken. Daarvan nu heeft de practijk ons geen bewijzen gegeven. Wel van het tegendeel, n.m. het telkens afdwalen in - onderdeden, het gewicht hechten aan kleinigheden, waarbij de hoofdlijnen uit liet oog worden vertoren. Voor deze echt vrouwelijke, maar in easti ongewenschte eigenschappen, heeft menig raadsclebat ons gewaarschuwd. Nogmaals, de practijk is tc kort voor een juist en billijk oordeel. Maar het optreden van de vrouw in besturende colleges en verantwoordelijke openbare betrekkingen is van te groot algemeen belang, dan dat aan het verschijnsèl zelf niet de volle aandacht zou worden gewijd. Daarom lijken bovenstaande opmerkin gen van den Duitschen Rijksraad de over weging waard, althans in zooverre zij tegen een uitbreiding van openbare functies, door de vrouw te bezetten, waarschuwen, zoolang van haar optreden op het pu blieke terrein, dat zij reed* betreden heeft, geen betere resultaten zijn verkregen. Naast de overwinning van de gemoeds bezwaren, welke nog vaak gekoesterd wor den tegen doorgangshuizen voor onge huwde moeders en welke meerderen weer houden steun le Verleen en aan deze sociaal-charitatieve instellingen, hadden wij bij de beschrijving van deri om erbar ming smeekenden toestand van buiten echtelijke kinderen nog eene diepere meer a 1 g e me en e bed o e !ir-g, Treffend juist vinden wij deze omschre ven door Paul Bureau (LTndisciplme des Moeurs p. 115): ..On peut c-tré assuré, que tonic conduite, dès qu'elle est généralisée et communémcnt adoptee, est toujours l'expression et la traduction d'une théorie, cru'elte tend a élaborer et qui. par éclioc en retour, eoncourt a lui recruter des imitateurs, Rientót Ia.theorie est en pleine possession de ses arguments et de ses ressources et un vaste service social de diffusion et de propagande s-élablit. A ^Parli: de ce moment, om clirail qii'une grande vogue de foncl est venue reeouvrir la sociétc ct qu'il i'aut pour un temps a ce ele r i'inon d a li on God beware Nederland voor den lijd, dat men het verschaoberen van kinderen ah iets doodgewoons gaat beschouwen! Eenzelfde overtuiging ook deed ons bij herhaling neerkomen op de waarheid, dat ongehuwde moeders moeten aangetrokken on geholpen worden uit het oogpunt van zedelijke verbetering en niet alleen niet onder het opzicht van tijdelijken nood, maar ook zelfs niet op de eerste plaats om en in haar kind. ,,In een R.-K. Doorgangs huis dienst vóór alles gewaarborgd te zijn de geest vap boetedoening en van streven naar zelfverbetering. Wanneer deze geest niet van het begin tot het einde voorzit, dan doet men met een doorgangshuis slechts half wérk en wc] de kleinste helft, ja wat meer is, men doet gevaarlijk, bedenkelijk werk, want wie ziet niet in, dat menigen zoo'n jaartje vUlégialure nog zoo kwaad niet zal vin den?" Aldus schreven wij vóór drie jaren en na aanhaling van nog meerdere redenen kwamen wij toen tot de finalethese: „het oprichten en drijven van R.-K. Door gangshuizen is de taak van de R.-K. Meisjesbescherming en niet van vereeni- gingen lot bestrijding der zuigelingen sterfte." Het is hier de plaats niet om mede te deelen, of na te gaan, in hoeverre dc feiten der laatste jaren met gemelden grond- eiseh in overeenstemming zijn, maar des te meer ligt liet binnen hel kader dezer artikelen even uiteen le zeilen, hoe „Moe derheii" met bovengenoemd axioma in harmonie moet worden geacht. Voor den juisten blik geeft allereerst blijk de wordingsgeschiedenis. Toen in verband met de hooge kindersterfte en het gebrek aan verloskundige hulp in deze slreken het idee opkwam van een R.-K. Vroedvrouwenschool, is onmiddellijk con tact gezooht met het bestaande St. Magda- lenahuis te Breda en het bestuur dezer inrichting had voldoende inzicht in de zaak en genoeg liefde voor het ware wel zijn van de ongehuwde moeder, om zich aanstonds bereid le verklaren voor samen werking en voor het zoeken naar den bes- len vorm van accoord. Het initiatief gaat uit van het Wit-Gele Kruis, de bekende vereeniging voor Volksgezondheid en Ziekenverpleging (een rechtstreeks stoffe lijk doel); het Doorgangshuis wordt ge dreven door de Diocesane Meisjesbescher- ming (waar liet zedelijk welzijn der be schermelingen primeert) een formeel ac coord, d. w. z. een bijkomstige overeen komst tusschen deze twee rechtspersonen wordt, na breedvoerige besprekingen min stens 0]i den duur onuitvoerbaar geacht; er wordt geboren eeu d-erek. jf-zojièefRjk- en op zichzelf slaande .rechtspersoon, een „stichting" tussclicn beide juist genoemde veroenigingen in, met 't boven aangegeven dubbele doel en met het -zedelijke tot grondslag en leiddraad liaïer eventueele werkzaamheid. Dc statuten van „Moederheii" toonèn dan ook overduidelijk, dat de stichting zich welbewust wcnselit te baseeren op. den waren grondslag: Art. 2 vermeldt het doel, zooals wijdat in ons eerste artikel aan gaven: „het opleiden van R.-K. meisjes en vrouwen tot vroedvrouw en de zedelijke en maatschappelijke opheffing van geval len meisjes." Bij de middelen, aangegeven in art. 3: „liet oprichten en exploiteercn van een R.-K. Vroedvrouwenschool e. a. en van een Doorgangshuis voor ongehuwde moeders" wordt nadrukkelijk vermeld: „zij (de stichting) zal daarbij vooral open oog hebben voor het moreele welzijn der gevallen meisjes." En als om aan alle af- zakking naar een eenigszins naturalistische uitwerking van deze grondwet den pas af te snijden, luidt het bij artikel 4 over hel bestuur: „De geneesheer-directeur mag geen lid van het bestuur zijn." Geheel in de lijn van deze geestelijke opvatting wordt in artikel 3 zelfs de na druk gelegd op de moreele vorming der leerling-vroedvrouwen; heeft men zich aansluitend aan de speciaal-behoefte van doorgangshuizen reeds verzekerd van religieuzen-bediening en spreken zoowaar de reeds uitgestippelde vouwplannen on miskenbaar van dezelfde overtuiging. Het wordt 'n R.-K. Vroedvrouwenschool (men vergeve ons de anticipatie) naast een R.-K. Doorgangshuis, met één perso neel, met écn economievleugel, onder één beheer, kortom, allerinnigst substantieel vereenigd, levend nit en door één en wel de hooge essentie. „Maar" zoo werpt wel licht de een of andere op, „nu zal het toch niet de Meisjesbescherming zijn, die het doorgangshuis exploileert." Hierop zouden wij misschien met sommi gen eenvoudig kunnen spreken van eene uitzondering nen vanwege het noódige materiaal de ge vallen vrouwen niet missen. Doch zoover willen wij niet-gaan, ja mag zelfs o.i. niet gegaan worden. De eeerste fundamenleelc eisch is en blijft, dat de ongehuwde moeder moet be handeld worden uit het oogpunt van zede lijke verbetering. Deze eisch is het, die immer gehonoreerd, deze opvatting die tot haar recht komen moet overal', waar ongehuwde moeders in haam der1 R.-K. Charitas of onder de vlag der R.-K. be ginselen worden aangetrokken. Hieruit volgt, dat wijl van de in aanmerking ko mende R.-K. soeiaal-oharilatieve véreeni- gingen alleen de MeisjcsbeseheTming wezensecht op dit standpunt slaat, de Bescherming het aangewezen lichaam in deze is en zij zich heeft te weren tegen alle andere, die op dit haar terrein trachten in te dringen. Maar dit wil niet zeggen, dat de R.-K. Meisjesbescherming niet liet recht zou hebben, om goede redenen vrijwillig deze werkzaamheid op te dragen of af te staan aan een of andere bestaande of in het leven te roepen instelling van welke zij zich kan vergewissen omtrent de on gereptheid van het beginsel van uitgang en omtrent de onvervalschte uilwerking daarvan. Ter aduinbratie van het onderscheid tushchcn eerstgenoemde handelwijze en dezen weloverwogen zelfverkozen afstand zou wellicht verwezen kunnen worden naar de concordalen van de lalere lijden tegenover de privileges aan den Roomsch Keizer van de Middeleeuwen. De eersle bedekken een stuk onrecht, de laatsie werkten mede tot prestige en bloei van de Kerk Gods; de eerste worden geslikt, maar zi:n en blijven een minus-maluni; de laatsie worden gesavoureerd en wekken latenle krachten en gansch bijzondere dienstvaar digheid. En dat de gepriviligieerde hier, de stichting „Moederheii", zich niel legen de geefster zelve keeren zal, vall af le leiden: le. uit het feit, dat dezelfde dames welke voorheen als coniimisie uil de Be scherming liet doorgangshuis beheerden, the us mede het bestuur van de nieuwe st«c'B,ting vormen; uit het idee, bij vervanging of uit breiding van het damesbesluur allereersl ili! te zien naar dames, die levens in M> ;sjesbescherming werkzaam zijn en - «r - uit_de uit<l~ikkclijke woorden van art lï ~<!er" siiclilingsacte, waaromrreiu eventueele likwidalie bepaald wordtr" „de baten en eigendommen van de stichting na aftrek der sollulden en met inachtneming van art. 1702 B.W. zullen worden besteed ten bate'van de R.-K. Vereeniging lot Be sóhefmittg van Meisjes in liet Bisdom Breda." Op den dag barer geboorte maakte de frissche dochter haar testament len gunste van de moeder, met welke zij naar dezelfde opvatting met dezelfde middelen in volle harmonie wil samen arbeiden aan een zelfde ideaal. Waar een wil is daar is een weg! En laat nn, om niet al tc onvolledig te zijn geweest, hier nog toegevoegd worden, dat het adres der penningmeesteresse is: Mej. J. P. C. Kcsslcr, Willielminastraat, Ginniken, dat der secretaresse: Mej. C. J. Willèmse, Baronielaan 14, Breda. Onze beste wensclien vergezellen overi gens de nieuwe stichting cn hare onderne mingen. A. A. DAMEN, R.-K. Pr. Seminarie, Hoeven. Zaterdag heeft de Opperste Raad zijn laatste zitting gehouden. Men heeft dien dag nog heel wat afgedaan. De Opper-Silezisch kwestie. Wat betreft de kwestie van Opper- Silezië, heeft de Raad den tekst opge steld van het schrijven, dat door den voorzitter aan de gezanten van Duitscüi- land en Polen zal worden gericht, en waarin dezen het besluit van den raad ten opzichte van Opper-Sflezië wórdt medegedeeld en aan hun regcering ge vraagd wordt, om de noodzakelijke maatregelen tier handhaving van de rust m Opper-Silezië te nemen, terwijl ten slotte hun aandacht gevestigd wordt op Vroedvrouwenscholen kim- het feit, dat zij ervoor verantwoordelijk I n, wanneer troepen of wapens over de grenzen gaan. Dc Daitsche oorlogsmisdadigers. Wat betreft do berechting der Duit- sche oorlogsschuldigen, zat een commis sie de vonnissen, welke door het gerechts hof te Leipzig zijn geveld, onderzoeken en na een nauwgezet juridisch onder zoek, voorstellen aan den raad doen, be treffende een revisie der vonnissen, het zij door deze te vernietigen, hetzij door de schuldigen bij verstek te veroordee- len. In deze commissie zullen iwee ver tegenwoordigers van elk land, dat bij de processen te Leipzig betrokken is, zit ting nemen. Dc hulp aan Rusland. De Raad besloot verder ten opzichte van de steunverleening aan Rusland over ■te gaan tot oprichting van een internatio nale en niet-geallieerde commissie, waar van de Entente-mogcndheden de kern zullen vormen, terwijl door elke mogend heid, die in den Oppersten Raad verte genwoordigd is, drie leden zullen wor den benoemd. Zij zulten de andere mo gendheden en de philantropische vereeni- girigen nilnoodigen, met hen samen te werken. De Raad heeft eveneens den toe stand op diplomatiek gebied nagegaan, welke- door de uildeeling van levensmid delen kan worden geschapen, en de wij ze, waarop men met de Sovjct-regeering 'besprekingen zal kunnen voeren, welke strikt op humanitair gebied blijven. De slotzitting. Voor- woordelijke opheffing der sancties. 's-Middags kwam de Raad weer bij een en beëindigde de werkzaamheden om 8.15. Betreffende de kwestie der bezet- tingskosten was het college van oordeel, dat 'het hier niet ging om de sterkte van hel bezettingsleger, maar om dc te hoo ge 'kosten der verschillende eenheden op zich zelf en die der burgerlijke commis sies; deze zullen thans worden nagegaan door een commissie, die bepaalde voor stellen zal dóen voor 1 Nov Loucheur somde verder dn zake het her- stel zekere bezwaren op, door Duilsch- land opgeworpen om zich te verzetten le gen dé volledige naleving van het ver- drag. Be Fransche minister erkende, dat de Wiittthe-' regeeririg: -lie- P-r.v: eerlij!' *>aar verplichtingen schijnt te willen naleven, een begin van uitvoering daaraan heeft gegeven. Daarom stelde hij voor, de eco nomische sancties op te haffen, op voor waarde, dat Duitschland op 21 Augus tus het verschuldigde milliard goudmarken ten volk' 'heeft afbetaald en dat Duitschland maatregelen zal troffen, waarover reeds met.de Fransdie regeering gesproken is, om een einde te maken aan de stelselma tige weigering van invoervergunningen voor geallieerde producten in de bezette gebieden. Loucheur verzocht tenslotte de hand having der militaire sancties. Gurzon antwoordde hierop en wees er op, dat de sancties veel geld koslen en prikkelend werken op het Duilsche natio- naio gevoel, zoodal hij den O. R. voor stelde een geleidelijke afschaffing van de militaire sancties. Briand nam vervolgens hel woord en zelte uiteen, dat de Fransche regeering allerminst lot in het oneindige de militai re bezetting van dc drie Rijnsteden wensehte voort te zetten; zijhoopt zoo spoedig mogelijk de troepen te. kunnen terugnemen en zou daartoe reeds, bot ini tiatief hebben genomen, indien de omstan digheden dit hadden mogelijk gemaakt. De Fransche premier leverde een recht vaardiging van de tegenwoordige, positie van dè Fransche regeering" én herinnerde aan de omstandigheden, waaronder tot de sancties besloten was, toen de geallieerden van oordeel waren, dat het verdrag van Versailles nooit door Duitschland zou worden nageleefd zonder dwang. Binnen weinig lijds kan Duitschland, naar gebleken is, een leger van 40 000 man op de been brengen. Briand zette dit punt verder uitvoerig uiteen. Daar de Duitscbe regeering zich moei te geeft de beloften van Mei te houden, stelt de Fransche regecring zelf voor de economische sancties op te heffen, onder, de voorwaarden, door Loucheur aange geven. Briand besloot met de verklaring, dat voor de-opkeffi;ig der militaire sanc ties bet uur nog niet gekomen is; dit zal spoedig slaan, indien Duilscbland zijne verplichtingen belreffende het 'herstel na komt en den arbeid van de ontwapenings commissie vergemakkelijkt. De kwestie der militaire sancties zou in een volgende zit ting van den O R. weer besproken kun nen worden. Na -de redevoering van den Franselien premier besloot de O. R., instemmende met het advies van Briand, de economi sche sancties te handhaven en tevens, dal zij zuilen worden opgeheven op 15 Sep tember, indien het verschuldigde bedrag op 31 Augustus gehee! is 'betaald en een geinterallieerd lichaam wordt ingesteld voor de controle op de uitgifte van invoer vergunningen. De commissie te Coblenz zal het stelsel van overgang regelen ter voorbereiding van de afwikkeling der bo vengenoemde maatregelen. Daarna nam de O. R. een resolutie aan betreffende de controlecommissies, die in DuTtschland werkzaam zijn, welke in functie zullen blijven, terwijl men in overeenstemming met het voorstel van Foch hun geleidelijke inkrimping zal over wegen. De O. R. nam len slotte op voorstel van Briand met hartelijke instemming van alle leden, een motie aan, dat het colle ge bij het einde van zijn werkzaamheden prijs erop stelt, nogmaals zijn wil te doen kennen een nauwe overeenstemming tus schen de geallieerden ie handhaven, wel ke men meer dan ooit beschouwt als on misbaar voor den wereldvrede. Vervolgens werd de zitting gesloten. Polen ontevreden. De voornaamste Poolsche bladen zijn unaniem van meening, dat de beslissing van den Oppersten Raad ongunstig voor Polen is. De ierhandelingen met De Valera. Zondagavond is de tekst gepubliceerd van de Iersche onderhandelingen. Fr blijlct uit, dal dc regeeringaam Ierland de pc-die aanbiedt van een Britsche overzeesche do minion met volledige autonomic ten aan'- zien van belastingheffing, financiën en landsverdediging, doch dit aabod is afhan kelijk gemaakt van een aantal voorwaar den, o.a. dat de B. -ische marine de zeeën .„tl ,C. ,.ual OTitif 1 iit-i-i C—i c, hebben en dat Ierland naar evenredigheid moet bijdragen in de kosten van het Brit sche leger, de Britsche vloot, dc oorlogs- schulden en de pensioenen. De Valera heeft, den roden Augustus antwoordendgezegd, dat het Sinn Fein- parlement de Britsche voorstellen, die te genstrijdig waren, niet kon aannemen en dat het Iersche volk ze niet zon aannemen. De voorstellen, zoo werd in het ant woord gezegd, erkennen Ierland's recht van zelfbeschikking, maar maken dit be ginsel van onwaarde door de bepalingen, welke men er op laat volgen èn die een ontoelaatbare inmenging vormen in de.za ken van Ierland. Het antwoord herhaalt dat het recht van Ierland om zijn eigen keuze te doen, aanvaard moet worden als onaantastbaar. Er wordt in gezegd, dat Ierland bereid is, evenals de kleine staten van Europa, liet erop te wagen onafhan kelijk te zijn op grond van zedelijke rech ten. Den I3en Augustus antwoordend, heeft Lloyd George -verklaard, dat de Britsche regeering niet het recht van Ierland kan erkennen om zich van het Britsche rijk' af te scheiden. Hij legt er den nadruk op, dat Noor-d-Ierland miet -mag gedwongen wor den en betoogt, dat de aardrijkskundige posilie van Ierland dit tot een onafschei delijk .deel van de Britsche eilanden maakt. De Valera wordt ullgenoodigd de regee- ringsvoorstcllen nogmaals te overwegen. Een Reuter-bericht meldt nog, dat de sterkte der Iersche strijdkrachten even redig zal moeten zijn aan die van Britan- nië. Ierland moet aan Britannië alle noo- dige faciliteiten verleenen voor de verder diging der communicatie-middelen door de lucht. De Britsche en dc Iersche r.e- geering-en zullen geen beschermende^ rech ten of andere handelsbeperkingen invoe- n. Elke regeling tusschen Ierland en Enge land zal den vorm aannemen vau c-en ver drag, hetwelk door beide parlementen zal iVRIJ NAAR HET DUITSCH, TWEEDE DEEL. Augusta draalde en het wantrouwen tn den op haar gerichten blik werd groo ter. „Zooals ik u reeds zeide, gaf ik hem zijn afscheid en liet mij noch door smee- ken noch door verwijtingen overhalen," zeide zij na een kleine pauze, zacht. Toen ik hem dezen avond zoo onver wacht weerzag, ben ik hem eerst uit den weg gegaan, maar toen kwam de ge dacht e bij mij op, hoe onmogelijk dit op den duur zou zijn en en daarom beloofde ik hem den dans, waar hij mij om vroeg. Hij stelde mij toen voor met hem in de koele gang te gaan, en ik stemde er in toe ik was te warm en te vermoeid om te dansen, en ik hoopte, dat hij mijn poging, op den toon eener bedaarde vriendschap met elkander te 'preken, zou ondersteunen, maar, tttaar L-»Hij iade niets. vm> j&m roeg Guthbridge met een onaanjgena- men glimlach. Augusta keek verlegen naar den grond. ..Hij deed u een nieuwe verklaring, ha, ha, ha Geen wonder, dat u beiden bij uwe terugkomst in de zaal zoo opge wonden scheen I Wat heeft u hem geant woord. juffrouw Wilhelmi? Dat uhem van ganscher harte bemint „Hem beminnen Ik haat hem riep Augusta hartstochtelijk uit. Guthbridge keek haar een oogenblik onderzoekend aan. "Het is anders niet de gewoonte der jonge dames zulke trouwe vereerders te haten, maar ik zie, dat u in dit geval een uitzondering maakt, en dat is mij voldoende," zeide hij bevredigd. „Goe- den nacht, Marion Goeden nacht, lieve juffrouw 1 Ik hoop, dat u mijne drift van voorheen met ten kwade zal duiden u moet maar denken, dat ik den heelen langen avond niets kon doen dan kij ken, terwijl u een vriendelijken glim lach voor iederen lafbek had. Mijn booze luim was dus enkel uw schuld. Goeden nacht." Terwijl Marion een half uur later hi den slaap rust en vrede vond. zat Augu sta nog lang met het hoofd in de hand voor haar toilettafel te overleggen. Over eenige weken dagen misschien zou Max, zonder twijfel, zijn verloving met Elfriede bekend maken, te gelijker tijd, zoo mogelijk nog eerder, zou hij een sierlijke kaart ontvangen, die hem haar verloving aankondigde. Zij wilde hem toonen, dat zij hem volstrekt niet noodig had. Kostbare kleeren, diamanten, alles, en nog meer dan zij ooit had gewenscht, zou zij in overvloed bezitten. Maar ofschoon haar oog bij deze voorstelling schit terde, was het toch minder de kans op het verkrijgen dezer schatten, wel ke haar hart sneller deed kloppen, dan wel de gedachte, daarmede te kunnen pronken voor de oogen der familie Wallhagen. En dan zeker, het geld was almachtig, het zou haar de moge lijkheid bieden, zich ook nog op ande re, meer onmiddellijke wijze te wre ken, Max, zijne moeder, Helena, al len hadden haar met minachting be handeld zij wilde niet rusten, al vorens rij deze hoogmoedige kliek in 't stof had getreden. Op rijn persoon was slechts de ver vulling harer hoop gebouwd, en daar om moest zij trachten hem te winnen of liever, zoo spoedig mogelijk, een verklaring van zijnen kant uit te lok ken. Moeilijk kon dat natuurlijk niet zijn. En Marion o, die was eepe nul in de oogen des vader, die zou nim mer in staat zijn, haar plannen te dwarsboomen. Misschien zou de zekerheid van Augusta niet zoo groot geweest zijn, indien zij de gedachten en overwegin gen had kunnen volgen, die intusschen elkander in het hoofd van den heer des huizes verdrongen. Terwijl hij op rijn slaapkamer heen en weer liep, overdacht hij nog eens de gebeurte nissen van den avond, vergeleek het geen hij op het bal had gezien, met hetgeen Augusta hem had verteld, en kwam tot het besluit, dat zijn ver denking letterlijk dwaas was geweest. Wat had hij ook, op 't ergst genomen, kunnen uitspionneeren Tita kon niets meer voegen bij 't geen zij had verteld Marion was nog een kind geweest toen haar moeder stierf, alle spion nen der geheele wereld saamgeno men zouden in zijn huis niets kunnen ontdekken, dat voor de familie Wall hagen de minste waarde had. Guthbridge was nu bij de tafel gaan zitten en legde met een pijnlijk sa mentrekken der lippen zijn hand op het onnatuurlijk luid en onstuimig kloppend hart. De dokter had ge lijk hij moest zich beter in acht ne men, opgewondenheid en verdriet was vergif voor hem. Wat had hij een hevi ge hoofdpijn Eensklaps sprong hij opeen gedachte, die hem in den laatsten tijd dikwijls had verontrust, was in eens, duidelijker dan ooit, voor zijn ziel getreden„Indien ik eens stierf Zonder God en zonder geloof op gegroeid en oud geworden, was het niet zoozeer, hetgeen hem aan den anderen kant van het graf wachtte, wat hem verschrikte, maar zijn for tuin, zijn goederen, zijn milüoenen, wat zou daarvan worden Alles kwam op Marion en deze stond onder den invloed der oude Tita. Hij moest maatregelen nemen, dat zijne, met moeite verworven bezitting niet in de handen der vijanden viel. Zijn gezondheid had ontzaglijk geleden, vooral sedert de nabijheid dier gehate familie telkens weer de herinnering in hem deed ontwaken van hetgeen hij wilde vergeten, en wat hij toch niet vergeten kon. En zijne nachten, deze lange verschrikkelijke- nachten, waarin zijn verbeeldingskracht hem allerlei hersenschimmen voor den geest bracht. „Maar waarvoor roep ik, zonder doel, de spoken van hef verleden op Ik ben een dwaas niets van hetgeen is geschied kan ik onge daan maken, en indien ik het kon, zoj ik het niet willen. Neen, ik zbu.h.et niet willen fWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1