buitenland' w mm mmm „QMS BLAD59 BINNENLAND^ FEUILLETON Onder Yalsche Vlag ...f2.— Brieven uit frankrijk een„nouveau r iche"aan het woord. No. 265 DONDERDAG 25 AUGUSTUS 1921 14c5e JAARGANG HOLLANDSCH Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad f 2 85 0 60 f hooger. ADMÜM5STRATIE No. 433 REDACTIE No. «333 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen onge illen tot een bedrag van f 500,—, f 4QO,—f 2O0,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,— Di ht in mijn buurt heeft een Fran- sche O.-W.-er zijn kostbare villa ge bouwd, gelukkig smaakvol, dank zij een kundigen en artistieken archi tect. Hij behoort tot het type „nou- veau-riche" dat niet onsympathiek is, zich zelf is gebleven ondanks de enor me toename van zijn vermogen en liever in het huisje van zijn tuinman de uren slij dan in zijn „petit chatian dat zijn middelen hem toestonden te bouwen. Zijn vrouw tracht zich even min tot een dame op te wérken, dirkt zich niet op met Parijsche snufjes die 'raar zouden staan als een vlag op liet oekende schip. Rijk, ontzaglijk rijk zijn ze, en ze komen er graag voor uit, maar erkennen .tegelijk dat hun leven door die rijkdom niets mooier is ge worden. Zij geven grif toe dat geld niet alles is en hebben ook niet die „struggle for high life" die zoovelen van hun lotgenooten onsympathiek ma ken. Ofschoon reeds achter in de vijf tig heeft hij het bijltje er niet bij neer gelegd, nu zijn financieele positie hem dat zou veroorloven. Geregeld gaat hij naar Parijs waar hij zaken heeft en de „week ends" die hij buitc-n door brengt, besteedt hij aan het timmeren ran kippenhokken en het werken in rijn tuin. Hij heeft mij een stukje van zijn teven verteld, dat interessant is door de groote schommelingen die het ondervonden heeft. Als smidsjongen begonnen, voor enkele francs in de week, werkte hij zich al spoedig op tot baasje in een Fransche provincie- had. Hij maakte de opkomst van de fietsen mee, was zelf een tijdje'wiel renner op de groote baan en deze laat ste liefhebberij was het die hem van ren welgesteld baasje weer tot een armen kerel maakte. Hij liet echter len kop niet hangen, begon opnieuw, nu in het machinevak, trok naar Pa rijs, waar hij bij een uitstekenden vak man terecht kwam, van wien hij niet alleen de vakkennis maar ook de dochter als levensgezellin overnam. Jarenlang bleef hij daar als meester knecht bij 'zijn schoonvader en toen deze, kort voor den oorlog stierf, volgde hij hem op. Hij meende er nu te zijn, maar al eek de zaak uiterlijk nogal heel wat, financieel zag het er treurig uithoe bekwaamin zijn oedrijf ook, zijn schoonvader was een zakenman van niets geweest. Onze vriend echter bleef niet bij de pakken neer ziften. Flet geluk kwam hem hier bij te hulp. De oorlog, het is wel tra gisch in dat verband van geluk te moeten spreken, brak uit en een van de eerste vereischten was aantnaa" van munitie op groote schaal. Eenigs- zlns beleend met dit werk, aarzelde hij niet in. die richting zijn zfsak te leiden en financieel van" overheidswege ge steund, werd hij fabrikant, van „Obus" granaten en andere projectielen. Steeds meer breidde zijn oorspronke lijke werkplaats, zich uit en zoo werd hij binnen'enkele jaren van een klein baasje in financieele moeilijkheden tot een schatrijken O.W.-er van thans. Zeker, de omstandigheden hebben.- lem gediend, maar toch moeten wij niet vergeten dat ten ontzaglijke werk kracht en eveneens bekwaamheid is noodig geweest om dit te bewerken. Hij is dan ook een ander soort „nou- ■eau riclie" dan die doo? speculatie- handel en misbruik van de tijdsom standigheden, financieel er bovenop zijn gekomen. Hij heeft het vaderland groote diensten bewezen en zichzelf op rechtmatige wij"ze verrijkt. Het ver haal is vrij gewoon en zou het vertellen niet waard zijn als deze arbeidzame en eenvoudi eDleven man, niet een van de velen wis, die zoo rijk zijn gewor den en ten onrechte over een kam worden geschoren met al die andere O.-W.-nrannen van verdacht allooi. Veel heeft hij mij verteld over de moei lijkheden waarmede hij te kampen heeft gehad in die oorlogsjaren, de oneerlijke voorstellen, die hem gedaan zijn van verschillende kantendc grootste dienst, zeide hij, d en ik het vaderland heb bewezen, is het offer van mijn twee zoons die op het slag veld zijn gebleven, getroffen wellicht door vijandelijke granaten, gelijk ik ze maakte voor onze „poilus." Rijk, voegde hij er aan toe, ben ik geworden, maar hoe graag zou ik weer van voren af aan beginnen, zonder iets, als ik daarvoor mijn kinderen in het leven kon terug' roepen. Wat is uw tegen woordige zaak, waagde ik hem te vra gen. Automobielen en motoren, zeide hij, dat is steeds mijn illusie geweest, n et de handel zoozeer, als het mecha nische deel trekt mij aan. Het is an ders moeiiijk tegenwoordig zeide hij. met dien acht-urigen werkclag. Eenigs- zins verbaasd keek ik hem aan, zeg gende Heel veel merk je daar anders in Frankrijk niet van. ledereen schijnt te werken wanneer en hoe lang hij lust heeft.' Gedeeltelijk heeft u gelijk, antwoordde hijbuiten en n de pro vinciesteden wordt er niet zoo sterk op gelet, maar in Parijs wordt de contrölc streng uitgeoefend. Een treu rige wet, die belemmerend werkt op de productie en juist in een tijd dat er meer dan ooit gewerkt moet wor den. Niets bovendien voor ons, Fran- schen, die de vrijheid zoo liefhebben en niet graag ons de wet laten voor schrijven. Wij kunnen als het mo'et beter werken dan wie ook, maar men moet ons vrijlaten en niet binden aan bepaalde uren. Is dat de algemeenc opvatting? vroeg ik hem. Vrijwel, maar niet een ieder durft er voor uit te komen, bang voor on-democratisch te worden aangezien. „Tout comme chcz nous," zeide ik, hem tevens ver tellend, hoe thans in Holland er aan gedacht wordt den 8-urigen werkdag in zekeren zin te wijzigen. Holland, zeide hij gracieus, gaat op sociaal gebied dikwijls vooraan en heeft ai heel wat be reikt dat nog door andere landen moet worden veroverd, en hij wees daarbij op dc sociale wetgeving d e hier nog in wording is. Meer en meer bleek mij dat deze door den oorlog groot gewori den man goed op de hoogte was van wat op sociaal terrein voorvalt. Hij had zich niet tevreden gesteld, schatten te vergaren, maar wilde ook kennis zich eigen maken. Waar tegenwoordig de grootste minachting voor iederen nouveau riche aan den dag wordt gelegd, ineen ik dat het ook billijk is deze uitzonderingen (die m'sschien juist den regel bevestigen.) recht te doen wedervaren. Eere wien eere toe komt. Parijs, 17 Aug. 1921. Mr. P. v. S, B0 toestand ïsi Ierland. Do.il Eiveonn en dc Engelsche vredesvoorstellen LONDEN, 21 Aug. Dc correspondent van de Times te Dublin schrijft, dat daar ter 1 lede de meening blijft heerschen dat Lloyd Ceorge s voorstellen verworpen zullen wor den, doch dat tegenvoorstellen zullen wor den aangeboden, die een grondslag vormen voor nieuwe onderhandelingen. Niemand verwacht absolute verwerping. Iedereen schijnt ervan overtuigd, dat indien het be stand gehandhaafd kan worden, vroeg of laat een schikking getroffen zal worden. De „Daily Express" gelooft, dat de te genvoorstellen Ulsters positie zullen raken en deswege de toekomstige besprokingen zeer delicaat zullen maken. Verlof op eerewoord verboden. De oorrespondent van de „Manchester Guardian" te Dublin meldt, dat na de ont vluchting van James Staines uit het intcr- neeringskamp te Hare Ilill Vrijdagnacht, generaal Macready een order heeft uitge vaardigd, waarin hij het verleenen van ver lof op eerewoord aan alle gevangenen ver biedt, zoolang Staines niet in het kamp is teruggekeerd. Dit verlof werd tot nog toe toegestaan aan gevangenen, die konden be wijzen, dat dringende huiselijke aangele genheden hen riepen. Staines ontsnapte uit hel; kamp door zich te verschuilen op een van twee mili taire wagens met timmerhout, die het kamp, dat zij per vergissing waren bin nengereden, weer verlieten. Staines is een broer van de alderman Michael £l< os, een lid van het Dail Eireann. Het standpunt van Sinn Fein. Een Iersche correspondent, die in nau we aanraking is met de Sinn Fein-be we ging, doch zelf geen Sinn Feiner is, zendt aan de „Manchester Guardian" de volgen de verklaring van het standpunt van Sinn Fein tegenover de Britsche vredesvoorstel len I. Sinn Fein is van preening, dal Ier land, ter verzekering van zijn veiligheid, in werkelijkheid meer zou behoeven dan den status van Dominion; niet minder, zooals' volgens het regeeringsvoorslel. De Domi nions zijn veilig, liggen ver wég, zijn daar door stérk. Doch Ierland leeft gelijk hel laan naast den leeuw. Volgens Sinji Fein dreigt Ierland altijd gevaar van den kant van Engeland. Wat Engeland vandaag geeft, kan het in 1030 terugnemen. Wal het in 1783 gaf, nam het in 1800 terug. De Sinn Fciners wenschen daarom eenfe gen waarborg van buitenaf, zooals Bel gië liad. En zij beweren, dat geen enkele kleine natie ooit veilig is zonder waarborg van buitenaf. Elke kleine natie dreigt ge vaar van haar grootere naburen. II. De Sinn Feiners beweren, dat het regeeringsvoorslel niet den Dominion-sta tus vervat' houdt. Zij zeggen, dat de vól gende kenlee kenen van den Domini on sta tus niet len aanzien van Ierland zijn opge nomen: a. het recht van afscheiding; b. een onafhankelijke stem in biiiknlandsc'lic aan gelegenheden; c. strategische onafhanke lijkheid; d. vrijheid van handel, finan ciën .etcx; e. het recht om neutraal te blij ven in een ooi'ïog. Wat het laatste punt betreft zeggen zij, dat zij niet wenschen te worden nnedegesleept in de naijverige agressie over de geheele wereld van Enge land. III. Wat de kwestie-Ulster aangaat, zeg gen zij, dat door het instellen van twee Dominions, het voorstel de scheiding (tus- schen deze. Dominions) duurzaam maakt. De correspondent voegt hieraan toe, dat het heele vraagstuk zou kunnen worden geregeld, indien Ulster Sinn Fcm ook maar hi de geringste mate wilde tegemoet ko men. De Sinn Feiners beklagen zich, dat het in hel voorstel noch Dominion Home Rule krijgt, noch concessies ten aanzien van Ul ster. Eén van beide zou hun wenschen reeds zeer ver tegemoet komen. De cor respondent gelooft echter niet, dat Sinn Fein ooit zijn eisoh tot onafhankelijkheid zal prijsgeven, tenzij Ulster een correspon- dcerende concessie doet in de richting van de eenheid. de diefstallen op de fransche spoorwegen. ■De onder-miiHsler van justitie Ignace zal bij het weder bijeenkomen der Kamer een wetsontwerp indienen len doel hebbend een -kraoh tiger bestrijding van de diefstal len op de spoorwegen. In de -toelichting wordt er op gewezen, dat diefstallen op de spoorwegen als zij niet vergezeld gaan, of vooraf worden ge gaan of gevolgd door aanslagen tegen per sonen, zich niet onderscheiden van andere diefstallen, bij het ontbreken van ver zwarende omstandigheden. Er is slechts een straf vain 1 tot 5 jaar op van toe passing en een boete van 1G tot 500 fres., met bevoegdheid voor de rechtbanken oan er een verbod van verblijf aan toe te voegen. Om hierin verandering te brengen wordt in plaats van art. 383 van liet Code pénal een nieuw artikel voorgesteld, waarbij de diefstal op de spoorwegen gelijkgesteld Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f O 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 met diefstal op den openbaren w-eig 1 Code pénal) terwijl- tegelijkertijd [voond huis. in den zin-der strafwet aangemerkt iedere spoorwagon, ld voor het vervoer va-n reizigers, de postrijtuigen en de goederen- daar de beambten dezer diensten lebben op dezelfde bescherming als i&agilers. Aft&iis zal op diefstal op de spoorwegen steeds* het mmitmum staan van lij del ijken dwangarbeid (van 5 tot 20 jaar). Wordt de ddéfstal gepleegd bij nacht, of door •tiweegpf meer personen of zijn een of meer!|der schuldigen gewapend (hetzij dat zij daé wapens openlijk dlragen of ver borgde houden) dan zal steedis levenslange dwanjgaitb-eid worden opgelegd. Venzadh- lende ^omstandigheden zullen nimmer gel den. In geval van moord zal, ingevolge dit nieuwe ontwerp, de doodstraf moeten worden uilgesproken. „iDe he eren misdadigers hebben het eerste gescholen," aictus ten slo-tte de toe lichting. „Het wordt tijd de eerlijke men- schen te beschermen." DE REIS VAiN JOFFRE NAAR JAPAN UITGESTELD. Maarschalk Joffre zou een bezoek aan Japan brengen en 2 September vertrek ken. Deze officaeele reds van Joffre as uit gesteld tot liet eind van het jaar. Dit uit stel wordt toegeschreven aan den w-ensdh om politieke manifestaties in Japan te voorkomen vóór de conferentie van Was- hiiRigOöêj dié een slechten indruk zouiden kunnen maken in de V. S. Dit bezwaar zal na de conferentie van Washington minder- groot zijn. DE SPOORWEGSTAKING IN POLEN. Volgens te Berlijn ontvangen berichten schijnt de staking der spoorwegbeambten dm PoammereMen en Posen een groot-en om- vang aangenomen te hebben. De Poolsohe minister v-an Arbeid heeft zich naar Posen begeven oan inlichtingen aangaande de staking im te winnen en onderhandelin gen met de spoorwegmannen te openen. DE STRIJD IN MAROKKO. Hét officieeile communiqué uit MéMRa van Bh: dagavond 11 uur meldt, dat er 's merg .s een militaire operatie werd verricht oan posten te plaatsen ter ver zekering der verbindingen met Soukélihad én om vijandelijke concentraties te ver spreiden, d/ie sedert eenige dagen, druk uitoefenden. De operatie, waarmee een sterke ■colonne van alle wapens, gesteund door vüegtuigen was belast, slaagde volkomen. De vijand leed zware verliezen en liet een vrij groot aantal do oden en gevangenen achter. Quinon.es de Leon heeft naar Madrid inlichtingen medegebracht over de moge lijkheid eener Fraansch-Spaansche samen werking 'iin Marokko. De Spaansche re- geering schijnt over 'deze inlichtingen niet tevreden te zijn. DE GRIEKSCH-T URKSCHE OORLOG. Volgens het officieede Grieksche Jeger- beiicht rukten de Griekséhe troepen op tot aan de rivier Sak aria, op liet midden van den weg van Eski-sjehir naar Angora. Het kwam slechts tot onbeduidende ge vechten met vijandelijke cavalerie. Volgens een telegram van R. B. D. meldt dé „Times'' ook dat de Sak aria door de Grieken, is bereikt, maar dat de berichten omtrent de overschrijding dier rivier gisteren vermeld voorbarig zijn. GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN. DE TREINBANDIETEN. Do, treinddeven gaan rustig met. liun werk voort. Er "worden veer verschei dene gevallen gemeld. In den sneltrein Parijs.Havre verloor een name haar tasch, iiih r.ulen le 501)0 francs aan obligation en een groote som gelds. Zij had even in den corridor ge staan en toen zij naar haar comparti ment terugkeerde, was haar tascli ver dwenen. Nog onaangenamer was het avontuur van een daamanthatn-dielaar uit Regent Street in Londen, die tweemaal van zijn eigendom beroofd werd. Hij begaf zieli met den nachttrein naar Dundee en had zich behaigelijk in een siaanwagen geïn stalleerd. Zijn taseh, waarin paarlen en (Hainanten tal een waarde van 150.0(>0 francs, gebruikte hij als hoofdkussen. Toen hij 's morgens wakker werd, was zijn tasch verdwenen. Toen de koopman des middags thuis kwam, constateerde hij, dat inbrekers •hem een bezoek hadden gebracht en ver dwenen waren met juweelen en sigaren. Uit Lyoin wordt aan die „Malin" een nieuwe spoorwegroof gemeld1. Een zekere movrouw Gaihonan nit Angers was te Montliico-n in den trein, naar Mo;u- lins gestapt. Toen d!e trein door een tun nel reed, dkxok plotseling in bet compar timent, waar alleen de genoemde daime zat, ,een rndlividiu op. De man wierp zieh op mevfrouw Cohonan, noodlat zij zich niet kom verroeren en beval haar op ge- dempten toom: „Uw geldl Schreeuw niet, anders dood rk ut" De arme vrouw overhandigde doode- lifk verschrikt haar geld en juweelen. Daarna opende dc bandiet een portier, liet zich op dc treeplank zakien en spTong ülit dien in gang zijnden trein, juist toen deze den tunnel verliet. De roover kon gemakkelijk en zon-der eenig gevaar uit den trein sprangen, dite in den tunnel zijn, gaing aanizSeniMjik had verminderd. Aam het eerstvolgend station gad me vrouw Cahonan, die nog ehoel ontsteld was, den aanslag aan. Het sfatiorisporso- neel steldé oiYmididcllijk oen onderzoek in, terwijl men de gendtermeTête van het gebeurde in kennis stelde. Men vond echter geen spoor van dien. bandiet, die dwars over landerijen is gevlucht; óók bezit men vam hem geen enkel signale ment. HET GENOOTSCHAP DER LUIPAARD MANNEN. Te Brussel rijn bench ten uit Stanley ville ontvangen, volgens welke twae „lui- paardmnniruert", die ter dood waren ver oordeel di. op 20 Juni 1.1. aldaar voor die gevargieriiis in hlet openbaar zijn opge hangen. De „luipaardmiaMnerb" vormen een zeer wijd vertakt geheim genootschap fa Gen- traal-AMka. Zij dragen een Weed van liiip,iii rd vc], dat t-ot over de knieën reikt, en een masker eveneens ran luipaardvel, met gaten voor de oog-en. Voorts dragen zij ijzeren hamdisohoenen,. waarvan de vimgörs uitloop-en in (nagebootste luipaard- klauwen, zoo dat zij hun slachtoffers wornden toebrengenwélke er uitzien als die van een luipaard, waardoor die in boorling eraop een dwaalspoor worden1 ge bracht. Het geheime genootschap, waar toe zij behooren, oefent een schrikbewind onder die inboorlingen uit. De leden ple gen hun misdaden dikwijls miet kanmiba- ii dis-eb e oogmerken. Het is uitemst moei lijk, die diadlens op fe sporen, daar dézen op rreeselijke wijze wraak nemen op een verrader, en wanneer een inboorling dloor een toeval hun geheimen te wielen komt, wordt hij voor de keus gestelds zich bij hen te voegen of op slag te sterven. BEGRAFENIS-INBREKERS. Het iniiieuwsle inbrekers-type te Parijs is de begrafeniis-inibrekier. Hij bewerkt huizen, waarvan die bewoners naar een begrafenis zijn. Meestal is er niemand thuis gebleven, zoodlat dB inbreker op zijn gerna'k alle kamers kan dloorsmuffe- len. Dezer dagen had de begrafenis plaats van een antiquair Y-ver Mirande. Ommid- deliijik nadat d!e begrafenisstoet was ver trokken, belde er iemand aan. Tot dén concierge, die openmaakte, zeidie hij, door dier» gezondheidsdienst to zijn gestuurd, o,m er voor te zorgen-, dat dé vertrekken werden gedesinfecteerd. „Geat u maar miet naar boven," zeide de concierge, „ze zijn allemaal maar de begrafenis." „Dan m-oet ik een kaart achterlaten, waarop staat, dfeit ik later terug zal ko men, gaf de mam ten antwoord, en hij ging naar boven. Op dat oogenblik kwam er een tweede bezoeker. Het wa-s een geheel in het zwart gekleed jongmensoh dat 'n groolen krans dlroeg. De concierge vertelde hem, dat hij te laat was en dat de begrafenisstoet reeds was vertrokken. Hij bleef met dort concierge piraten en wist dezen zoo te boeien, dat eT mi.ct op werd gelet, d-at de eerste bezoeker wel erg veel tijd noodig had, om zijn kaart achter te laten. Toen de famfilie terug-kwam, bleek, dat al 'het zilver vercllwenien wais, alsmedé een' bedrag van vijfduizend francs aan hastk- papier. GROOT MABTA-CONGRES IN 1 ZUID-AMERIKA. 1 Volgens de „Oxtholic Times" worden op het oogenblic todexidselen ge'rot'fen voor een groot Amerikaansch Mariacon- gi-es dat op 8 September a.s. in San tiago (Cliili) zal worden gehouden. Maria-congregaties in Argentinië, Bra- zillië Ecuador, Mexico, Cuba, Columbia, Venezuela, Salvador en San Domingo bobben reeds haar deelneming toe- De plannen voor het congres zijn twee jaar in bewerking geweest en in dien tijd ziji er honderden Maria-congre- gaties voor mannen en jongelingen op gericht in Chili en andera Zuid-Ameri- kaansche landen. NAN SEN DOET EEN BEROEP OP. DEN PAUS. Dr. Eridtjof Nansen, die namens den volkenhond, de actie tot hxdpverleening aan Rusland leidt, heeft het volgende telegram aan don* Pausgezonden De actie, door Uwe Heiligheid onder nomen ten gunste der van honger ster vende millioenen in Rusland, geeft mij den moed om niet aUeen voortzetting van deu morealen steun te vragen, maar om tevens een direct beroep van Uwe Heiligheid óp de liefdadigheid van do Christenheid te verzoeken. Het oogenblik is wanhopig. Het leven van een groot volk staat op het speL Ik vertrouw, dat ik, heiast als ik ben met de zware taak der hulp-organisatie, niet tevergeefs zal vragen om een di recte actie van Uwe Heiligheid." (w.g.) Eridtjof Nansen. J De toekomstige Kamer. f Do Haagsche briefschrijver van „De Tijd" vestigt er de aandacht op, dat van de tegenwoordige Kamerlelen er al een dozijn als .plaatsvervanger zjjn ge kozen. 1 l D „Er zijn onder dezen thans nog al eenige oud-Kamerleden, dus mannen, vroeger' rechtstreeks door de kiezers ge kozen, die zijn uitgevallen omdat hun partij in getalsterkte achteruitging on die ais zittend Kamerlid niet de reden' hadden, om geen candidatuur te aan vaarden, welke hun geen voldoende ze kerheid verschafte. Maar dit is spoe-' dig voorbij. Vermoedelijk reeds bij de volgende verkiezing. En dan krijgt men dus langzimevkaad een Kamer, nagenoeg uitsluitend uit aanvankelijke plaatsver vangers bestaande. Wat wordt er op, die wijze van de Kamer, indien niet met wortel en al de verkeerde opvatting wordt uitgeroeid, dat het een man van be- teekenis niet waardig is plaatsvervanger, te zijn en het plaatsvervangerschap dient, om mannen of vrouwen zoet te honden, die men als lid van de Kamer niet ge schikt zou vinden? De Kamer wordt don op deu duur noodwendig een co.lege van tweede klassers, zoo niet erger, van as piranten of sollicitanten nau' hetgeen zij beschouwen als een gemakkelijker of voordeeliger baantje dan zij bekleeien. Indien men daarentegen a's plaatsver vanger „de beste" weet te krijgen, kan het instituut een zegen worden voor liet .gehalte der Kamer. Een der-elijke plax.s- vervanger kan zich door z.jn studie in het algemeen en door zijn studie van de werkzaamheden der Kamer in het bij zonder tot het ambt min of meer voor- X .VRIJ NAAR HET DU1TSCH, TWEEDE DEEL. Met een genadig hoofdknikken, en een hart, dat ten gevolge van bevre digden hoogmoed wilde barsten, schreed Augusta aan de zijde van haar echtgenoot door de rijen der bedienden, die zich in de vestibule bevonden. In het salon was voor verfrissching ge zorgd, maar Guthbridge wees het ver zoek daar binnen te gaan met eene beweging der hand af, ging de trap op om eerst zijn dochter te bezoeken. Zijne vrouw volgde hem. Marion lag met gesloten oogen en gevouwen handen zoo stil als een lijk, zoodat Augusta een zachten uitroep van schrik niet kon weerhouden. Dit geluid scheen de zieke te storen zij steunde zacht, sloeg dan langzaam de blauwachtige 'oogleden op en keek naa vader aan. Tita, die naast het bed zat, schoof ihet moeite haren rolstoel eenige stap pen achteruit en bedekte haar gelaat met de handen. De lang onderdrukte tranen kwamen plotseling onophoude lijk te voorschijn en een dof gesnik deed de in elkanaer gezonken gedaante beven. Guthbridge wierp een toornigen blik op haar. „Wat doet gij hier Gij windt mijn dochter nog meer op." „Neen papa, laat Tita, als het u belieft, bij mij*»blijven," fluisterde Ma rion. „Het zal niet lang meer duren. Mijne uren zijn geteld." - „Spreek niet, kind, het vermoeit u te zeer," hernam Guthbridge, wiens binnenste vervuld was van een vreemd soortig gevoel van vaderliefde, toorn en hevig berouw. „Mij kan hier op aarde niets meer hinderen," hernam Marion, wier stem langzamerhand luider en duidelijker werd. „1 k ga naar Onzen Lieven Heer maar eerst moet ik nog met u spreken, ik moet u vragen ofZij hield op en ademde diep en zwaar. „Later, lief kind, als gij sterker zijt," verzocht Guthbridge. Augusta was nader getreden, maar Marion nam geen. notitie van haar. Het brekende oog keek slechts haar „Neen," lispte de zieke, „voor mij is geen later meer. Vader," ging zij voort, met een stem, die een diepe zielsangst verried, „dit kasteel en de andere goederen zijn die uw rechtmatig eigendom Een poos heerschte diep stilzwijgen. Doodsbleek was Guthbridge eenige passen achteruitgetreden en Augusta keek verwonderd van den een op de anderen. Tita had hare handen in den schoot gelegd en verroerde zich niet. „Kind," zeide Guthbridge eindelijk met heesche stem, „gij ijlt." „Papa, wil u mij geen antwoord ge ven op mijn vraag, opdat ik gerust de eeuwigheid kan intreden Altijd heeft die last op mijn hart gelegen laat mij tenminste in vrede sterven." Guthbridge zonk voor het bed op een stoel. „Wa: wilt gij van mij weten riep hij. „Hoe komt gij daartoe? Die bezittingen, ja, zeker, zij behooren mij. Wien zouden zij anders behooren „Hoe ik daartoe kom Marion scheen, slechts di:n eenen zin te heb ben gehoord. „Ik wil het u zeggen. Toen moeder stierf, was ik in de kamer. Gij zondt de anderen weg, omdat moe der het wenschte, maar mij niet, want ik stond achter het bedgordijn, waar u mij niet kon zien." Guthbridge wilde spreken, toen zij een oogenblik zweegmaar hij kon geen woord uiten. „Ik hoorde haar laatste woorden. Zal ik ze herhalen „Neen, neen riep Guthbridge op gewonden. „Nu niet, latergij moet nu rusten." „William, uw zonde heeft mij ver moord. Sedert ik vernam, dat voor God geen steen van dit huis, geen pen ning van ons geld u toebehoort, was het leven mij een kwelling, en ik ver laat het, o God hoe gaarne William, gij meent, dat na mijn dood dit geheim u alleen bekend zal zijn, maar gij ver gist u zeer. Geef terug, wat gij door een misdaad hebt verworven, of de wraak zal u treffen, Gods molen maalt^ lang zaam, maar verschrikkelijk fijn." Dan steunde ze luide en stierf. Was het niet zoo Groote stilte heerschte. Augusta had bevend de leuning van een naast haar staan den stoel gegrepen, haar knieën kniktenbleek, ademloos wachtte ci; op het antwoord van haar man. Ein delijk kwam het. „Kind, gij hebt gedroomd." „Het was geen droom," zeide Marion met altijd zachter stem. „O, doe geen moeite mij te misleiden Dag en nacht hoorde ik de woorden mijner stervende moederzij hebben mij het hart ge broken. Vader, zeg mij de waarheid." „Mijn lief kind, gij plaagt u zelf," zeide Guthbridge, terwijl hij met beven de hand zijn voorhoofd afdroogde, waarop zware druppels te zien waren. „Als gij dan volstrekt wilt vreten, wat uw moeder meende, dan zal ik It-» u zeggen. Zij had zich het dwaze denk beeld in het hoofd gezet, dat ik mijn oom, den vroegeren bezitter van Gu- ruguh, tegen zijn anderen neef had opgehitst en daardoor schuld was ge weest, dat deze werd onterfd. Het was natuurlijk dwaasheid." „En deze neef? Waar is hij Was het;. Haar stem stokte, Laar oogen sloten zich en zij scheen langzamer hand weer in de verdooving terug te zinken, waaruit de aankomst van haar vader haar had gewekt. Guthbridge bleef, nog een poos voor het bed zitten en verliet dan op de her haalde vraag zijner jonge vrouw, met haar de ziekekamer, zijn plaats over latende aan de juist binnengekomen huishoudster. „Dat is voor u een treurige ont vangst in uw nieuw tehuis, Augusta," merkte Guthbridge, aan, toen zij samen in 't salon waren aangekomen. Zijn vrouw antwoordde nietzwij gend nam zij haar plaats aan tafel in en bleef eenige oogenblikken peinzend zitten. Plotseling wendde zij zich tot haar echtgbnoot. .v)Vas dat de geheele waarheid, die gij Marion hebt verteld vroeg zij op scherpen toon. Guthbridge, die tegenover haar had plaats genomen, sprong verbaasd van zijn stoel op en staarde haar aan. „Was dat de geheele waarheid herhaalde zij. „Maar Augusta wat zal dat betee- kenen fluisterde hij toornig. „Ge looft gij, dat de scène van daareven mij nog niet genoeg heeft geschokt, dat gij het voor nood g houdt, nog eei^ daarop terug te komen Mijn eerste vrouw wist allesallo zeg ik u Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1