buitenland'
w
mm
mmm
„QMS BLAD59
BINNENLAND^
FEUILLETON
Onder Yalsche Vlag
...f2.—
Brieven uit frankrijk
een„nouveau r iche"aan het
woord.
No. 265
DONDERDAG 25 AUGUSTUS
1921
14c5e JAARGANG
HOLLANDSCH
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad
f 2 85
0 60 f hooger.
ADMÜM5STRATIE No. 433
REDACTIE No. «333
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen onge illen tot een bedrag van f 500,—, f 4QO,—f 2O0,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,—
Di ht in mijn buurt heeft een Fran-
sche O.-W.-er zijn kostbare villa ge
bouwd, gelukkig smaakvol, dank
zij een kundigen en artistieken archi
tect. Hij behoort tot het type „nou-
veau-riche" dat niet onsympathiek is,
zich zelf is gebleven ondanks de enor
me toename van zijn vermogen en
liever in het huisje van zijn tuinman
de uren slij dan in zijn „petit chatian
dat zijn middelen hem toestonden te
bouwen. Zijn vrouw tracht zich even
min tot een dame op te wérken, dirkt
zich niet op met Parijsche snufjes die
'raar zouden staan als een vlag op liet
oekende schip. Rijk, ontzaglijk rijk zijn
ze, en ze komen er graag voor uit,
maar erkennen .tegelijk dat hun leven
door die rijkdom niets mooier is ge
worden. Zij geven grif toe dat geld
niet alles is en hebben ook niet die
„struggle for high life" die zoovelen van
hun lotgenooten onsympathiek ma
ken. Ofschoon reeds achter in de vijf
tig heeft hij het bijltje er niet bij neer
gelegd, nu zijn financieele positie hem
dat zou veroorloven. Geregeld gaat hij
naar Parijs waar hij zaken heeft en
de „week ends" die hij buitc-n door
brengt, besteedt hij aan het timmeren
ran kippenhokken en het werken in
rijn tuin. Hij heeft mij een stukje van
zijn teven verteld, dat interessant is
door de groote schommelingen die het
ondervonden heeft. Als smidsjongen
begonnen, voor enkele francs in de
week, werkte hij zich al spoedig op
tot baasje in een Fransche provincie-
had. Hij maakte de opkomst van de
fietsen mee, was zelf een tijdje'wiel
renner op de groote baan en deze laat
ste liefhebberij was het die hem van
ren welgesteld baasje weer tot een
armen kerel maakte. Hij liet echter
len kop niet hangen, begon opnieuw,
nu in het machinevak, trok naar Pa
rijs, waar hij bij een uitstekenden vak
man terecht kwam, van wien hij niet
alleen de vakkennis maar ook de
dochter als levensgezellin overnam.
Jarenlang bleef hij daar als meester
knecht bij 'zijn schoonvader en toen
deze, kort voor den oorlog stierf,
volgde hij hem op. Hij meende er nu
te zijn, maar al eek de zaak uiterlijk
nogal heel wat, financieel zag het er
treurig uithoe bekwaamin zijn
oedrijf ook, zijn schoonvader was een
zakenman van niets geweest. Onze
vriend echter bleef niet bij de pakken
neer ziften. Flet geluk kwam hem hier
bij te hulp. De oorlog, het is wel tra
gisch in dat verband van geluk te
moeten spreken, brak uit en een van
de eerste vereischten was aantnaa"
van munitie op groote schaal. Eenigs-
zlns beleend met dit werk, aarzelde hij
niet in. die richting zijn zfsak te leiden
en financieel van" overheidswege ge
steund, werd hij fabrikant, van „Obus"
granaten en andere projectielen.
Steeds meer breidde zijn oorspronke
lijke werkplaats, zich uit en zoo werd
hij binnen'enkele jaren van een klein
baasje in financieele moeilijkheden
tot een schatrijken O.W.-er van thans.
Zeker, de omstandigheden hebben.-
lem gediend, maar toch moeten wij niet
vergeten dat ten ontzaglijke werk
kracht en eveneens bekwaamheid is
noodig geweest om dit te bewerken.
Hij is dan ook een ander soort „nou-
■eau riclie" dan die doo? speculatie-
handel en misbruik van de tijdsom
standigheden, financieel er bovenop
zijn gekomen. Hij heeft het vaderland
groote diensten bewezen en zichzelf
op rechtmatige wij"ze verrijkt. Het ver
haal is vrij gewoon en zou het vertellen
niet waard zijn als deze arbeidzame en
eenvoudi eDleven man, niet een van
de velen wis, die zoo rijk zijn gewor
den en ten onrechte over een kam
worden geschoren met al die andere
O.-W.-nrannen van verdacht allooi.
Veel heeft hij mij verteld over de moei
lijkheden waarmede hij te kampen
heeft gehad in die oorlogsjaren, de
oneerlijke voorstellen, die hem gedaan
zijn van verschillende kantendc
grootste dienst, zeide hij, d en ik het
vaderland heb bewezen, is het offer
van mijn twee zoons die op het slag
veld zijn gebleven, getroffen wellicht
door vijandelijke granaten, gelijk ik
ze maakte voor onze „poilus." Rijk,
voegde hij er aan toe, ben ik geworden,
maar hoe graag zou ik weer van voren
af aan beginnen, zonder iets, als ik
daarvoor mijn kinderen in het leven
kon terug' roepen. Wat is uw tegen
woordige zaak, waagde ik hem te vra
gen. Automobielen en motoren, zeide
hij, dat is steeds mijn illusie geweest,
n et de handel zoozeer, als het mecha
nische deel trekt mij aan. Het is an
ders moeiiijk tegenwoordig zeide hij.
met dien acht-urigen werkclag. Eenigs-
zins verbaasd keek ik hem aan, zeg
gende Heel veel merk je daar anders
in Frankrijk niet van. ledereen schijnt
te werken wanneer en hoe lang hij
lust heeft.' Gedeeltelijk heeft u gelijk,
antwoordde hijbuiten en n de pro
vinciesteden wordt er niet zoo sterk
op gelet, maar in Parijs wordt de
contrölc streng uitgeoefend. Een treu
rige wet, die belemmerend werkt op
de productie en juist in een tijd dat
er meer dan ooit gewerkt moet wor
den. Niets bovendien voor ons, Fran-
schen, die de vrijheid zoo liefhebben
en niet graag ons de wet laten voor
schrijven. Wij kunnen als het mo'et
beter werken dan wie ook, maar men
moet ons vrijlaten en niet binden aan
bepaalde uren. Is dat de algemeenc
opvatting? vroeg ik hem. Vrijwel,
maar niet een ieder durft er voor uit
te komen, bang voor on-democratisch
te worden aangezien. „Tout comme
chcz nous," zeide ik, hem tevens ver
tellend, hoe thans in Holland er aan
gedacht wordt den 8-urigen werkdag in
zekeren zin te wijzigen. Holland, zeide
hij gracieus, gaat op sociaal gebied
dikwijls vooraan en heeft ai heel wat be
reikt dat nog door andere landen moet
worden veroverd, en hij wees daarbij
op dc sociale wetgeving d e hier nog
in wording is. Meer en meer bleek mij
dat deze door den oorlog groot gewori
den man goed op de hoogte was van
wat op sociaal terrein voorvalt. Hij
had zich niet tevreden gesteld, schatten
te vergaren, maar wilde ook kennis
zich eigen maken. Waar tegenwoordig
de grootste minachting voor iederen
nouveau riche aan den dag wordt
gelegd, ineen ik dat het ook billijk is
deze uitzonderingen (die m'sschien
juist den regel bevestigen.) recht te
doen wedervaren. Eere wien eere toe
komt.
Parijs, 17 Aug. 1921.
Mr. P. v. S,
B0 toestand ïsi Ierland.
Do.il Eiveonn en dc Engelsche
vredesvoorstellen
LONDEN, 21 Aug. Dc correspondent van
de Times te Dublin schrijft, dat daar ter
1 lede de meening blijft heerschen dat Lloyd
Ceorge s voorstellen verworpen zullen wor
den, doch dat tegenvoorstellen zullen wor
den aangeboden, die een grondslag vormen
voor nieuwe onderhandelingen. Niemand
verwacht absolute verwerping. Iedereen
schijnt ervan overtuigd, dat indien het be
stand gehandhaafd kan worden, vroeg of
laat een schikking getroffen zal worden.
De „Daily Express" gelooft, dat de te
genvoorstellen Ulsters positie zullen raken
en deswege de toekomstige besprokingen
zeer delicaat zullen maken.
Verlof op eerewoord verboden.
De oorrespondent van de „Manchester
Guardian" te Dublin meldt, dat na de ont
vluchting van James Staines uit het intcr-
neeringskamp te Hare Ilill Vrijdagnacht,
generaal Macready een order heeft uitge
vaardigd, waarin hij het verleenen van ver
lof op eerewoord aan alle gevangenen ver
biedt, zoolang Staines niet in het kamp is
teruggekeerd. Dit verlof werd tot nog toe
toegestaan aan gevangenen, die konden be
wijzen, dat dringende huiselijke aangele
genheden hen riepen.
Staines ontsnapte uit hel; kamp door
zich te verschuilen op een van twee mili
taire wagens met timmerhout, die het
kamp, dat zij per vergissing waren bin
nengereden, weer verlieten.
Staines is een broer van de alderman
Michael £l< os, een lid van het Dail
Eireann.
Het standpunt van Sinn Fein.
Een Iersche correspondent, die in nau
we aanraking is met de Sinn Fein-be we
ging, doch zelf geen Sinn Feiner is, zendt
aan de „Manchester Guardian" de volgen
de verklaring van het standpunt van Sinn
Fein tegenover de Britsche vredesvoorstel
len
I. Sinn Fein is van preening, dal Ier
land, ter verzekering van zijn veiligheid, in
werkelijkheid meer zou behoeven dan den
status van Dominion; niet minder, zooals'
volgens het regeeringsvoorslel. De Domi
nions zijn veilig, liggen ver wég, zijn daar
door stérk. Doch Ierland leeft gelijk hel
laan naast den leeuw.
Volgens Sinji Fein dreigt Ierland altijd
gevaar van den kant van Engeland. Wat
Engeland vandaag geeft, kan het in 1030
terugnemen. Wal het in 1783 gaf, nam het
in 1800 terug.
De Sinn Fciners wenschen daarom eenfe
gen waarborg van buitenaf, zooals Bel
gië liad. En zij beweren, dat geen enkele
kleine natie ooit veilig is zonder waarborg
van buitenaf. Elke kleine natie dreigt ge
vaar van haar grootere naburen.
II. De Sinn Feiners beweren, dat het
regeeringsvoorslel niet den Dominion-sta
tus vervat' houdt. Zij zeggen, dat de vól
gende kenlee kenen van den Domini on sta
tus niet len aanzien van Ierland zijn opge
nomen: a. het recht van afscheiding; b. een
onafhankelijke stem in biiiknlandsc'lic aan
gelegenheden; c. strategische onafhanke
lijkheid; d. vrijheid van handel, finan
ciën .etcx; e. het recht om neutraal te blij
ven in een ooi'ïog. Wat het laatste punt
betreft zeggen zij, dat zij niet wenschen te
worden nnedegesleept in de naijverige
agressie over de geheele wereld van Enge
land.
III. Wat de kwestie-Ulster aangaat, zeg
gen zij, dat door het instellen van twee
Dominions, het voorstel de scheiding (tus-
schen deze. Dominions) duurzaam maakt.
De correspondent voegt hieraan toe, dat
het heele vraagstuk zou kunnen worden
geregeld, indien Ulster Sinn Fcm ook maar
hi de geringste mate wilde tegemoet ko
men.
De Sinn Feiners beklagen zich, dat het
in hel voorstel noch Dominion Home Rule
krijgt, noch concessies ten aanzien van Ul
ster. Eén van beide zou hun wenschen
reeds zeer ver tegemoet komen. De cor
respondent gelooft echter niet, dat Sinn
Fein ooit zijn eisoh tot onafhankelijkheid
zal prijsgeven, tenzij Ulster een correspon-
dcerende concessie doet in de richting van
de eenheid.
de diefstallen op de fransche
spoorwegen.
■De onder-miiHsler van justitie Ignace zal
bij het weder bijeenkomen der Kamer een
wetsontwerp indienen len doel hebbend
een -kraoh tiger bestrijding van de diefstal
len op de spoorwegen.
In de -toelichting wordt er op gewezen,
dat diefstallen op de spoorwegen als zij
niet vergezeld gaan, of vooraf worden ge
gaan of gevolgd door aanslagen tegen per
sonen, zich niet onderscheiden van andere
diefstallen, bij het ontbreken van ver
zwarende omstandigheden. Er is slechts
een straf vain 1 tot 5 jaar op van toe
passing en een boete van 1G tot 500 fres.,
met bevoegdheid voor de rechtbanken oan
er een verbod van verblijf aan toe te
voegen.
Om hierin verandering te brengen wordt
in plaats van art. 383 van liet Code pénal
een nieuw artikel voorgesteld, waarbij de
diefstal op de spoorwegen gelijkgesteld
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f O 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
met diefstal op den openbaren w-eig
1 Code pénal) terwijl- tegelijkertijd
[voond huis. in den zin-der strafwet
aangemerkt iedere spoorwagon,
ld voor het vervoer va-n reizigers,
de postrijtuigen en de goederen-
daar de beambten dezer diensten
lebben op dezelfde bescherming als
i&agilers.
Aft&iis zal op diefstal op de spoorwegen
steeds* het mmitmum staan van lij del ijken
dwangarbeid (van 5 tot 20 jaar). Wordt
de ddéfstal gepleegd bij nacht, of door
•tiweegpf meer personen of zijn een of
meer!|der schuldigen gewapend (hetzij dat
zij daé wapens openlijk dlragen of ver
borgde houden) dan zal steedis levenslange
dwanjgaitb-eid worden opgelegd. Venzadh-
lende ^omstandigheden zullen nimmer gel
den.
In geval van moord zal, ingevolge dit
nieuwe ontwerp, de doodstraf moeten
worden uilgesproken.
„iDe he eren misdadigers hebben het
eerste gescholen," aictus ten slo-tte de toe
lichting. „Het wordt tijd de eerlijke men-
schen te beschermen."
DE REIS VAiN JOFFRE NAAR JAPAN
UITGESTELD.
Maarschalk Joffre zou een bezoek aan
Japan brengen en 2 September vertrek
ken. Deze officaeele reds van Joffre as uit
gesteld tot liet eind van het jaar. Dit uit
stel wordt toegeschreven aan den w-ensdh
om politieke manifestaties in Japan te
voorkomen vóór de conferentie van Was-
hiiRigOöêj dié een slechten indruk zouiden
kunnen maken in de V. S. Dit bezwaar
zal na de conferentie van Washington
minder- groot zijn.
DE SPOORWEGSTAKING IN POLEN.
Volgens te Berlijn ontvangen berichten
schijnt de staking der spoorwegbeambten
dm PoammereMen en Posen een groot-en om-
vang aangenomen te hebben. De Poolsohe
minister v-an Arbeid heeft zich naar Posen
begeven oan inlichtingen aangaande de
staking im te winnen en onderhandelin
gen met de spoorwegmannen te openen.
DE STRIJD IN MAROKKO.
Hét officieeile communiqué uit MéMRa
van Bh: dagavond 11 uur meldt, dat er
's merg .s een militaire operatie werd
verricht oan posten te plaatsen ter ver
zekering der verbindingen met Soukélihad
én om vijandelijke concentraties te ver
spreiden, d/ie sedert eenige dagen, druk
uitoefenden.
De operatie, waarmee een sterke
■colonne van alle wapens, gesteund door
vüegtuigen was belast, slaagde volkomen.
De vijand leed zware verliezen en liet een
vrij groot aantal do oden en gevangenen
achter.
Quinon.es de Leon heeft naar Madrid
inlichtingen medegebracht over de moge
lijkheid eener Fraansch-Spaansche samen
werking 'iin Marokko. De Spaansche re-
geering schijnt over 'deze inlichtingen niet
tevreden te zijn.
DE GRIEKSCH-T URKSCHE OORLOG.
Volgens het officieede Grieksche Jeger-
beiicht rukten de Griekséhe troepen op
tot aan de rivier Sak aria, op liet midden
van den weg van Eski-sjehir naar Angora.
Het kwam slechts tot onbeduidende ge
vechten met vijandelijke cavalerie.
Volgens een telegram van R. B. D.
meldt dé „Times'' ook dat de Sak aria
door de Grieken, is bereikt, maar dat de
berichten omtrent de overschrijding dier
rivier gisteren vermeld voorbarig
zijn.
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN.
DE TREINBANDIETEN.
Do, treinddeven gaan rustig met. liun
werk voort. Er "worden veer verschei
dene gevallen gemeld.
In den sneltrein Parijs.Havre verloor
een name haar tasch, iiih r.ulen le 501)0
francs aan obligation en een groote som
gelds. Zij had even in den corridor ge
staan en toen zij naar haar comparti
ment terugkeerde, was haar tascli ver
dwenen.
Nog onaangenamer was het avontuur
van een daamanthatn-dielaar uit Regent
Street in Londen, die tweemaal van zijn
eigendom beroofd werd. Hij begaf zieli
met den nachttrein naar Dundee en had
zich behaigelijk in een siaanwagen geïn
stalleerd. Zijn taseh, waarin paarlen en
(Hainanten tal een waarde van 150.0(>0
francs, gebruikte hij als hoofdkussen.
Toen hij 's morgens wakker werd, was
zijn tasch verdwenen.
Toen de koopman des middags thuis
kwam, constateerde hij, dat inbrekers
•hem een bezoek hadden gebracht en ver
dwenen waren met juweelen en sigaren.
Uit Lyoin wordt aan die „Malin" een
nieuwe spoorwegroof gemeld1. Een zekere
movrouw Gaihonan nit Angers was te
Montliico-n in den trein, naar Mo;u-
lins gestapt. Toen d!e trein door een tun
nel reed, dkxok plotseling in bet compar
timent, waar alleen de genoemde daime
zat, ,een rndlividiu op. De man wierp zieh
op mevfrouw Cohonan, noodlat zij zich
niet kom verroeren en beval haar op ge-
dempten toom: „Uw geldl Schreeuw niet,
anders dood rk ut"
De arme vrouw overhandigde doode-
lifk verschrikt haar geld en juweelen.
Daarna opende dc bandiet een portier,
liet zich op dc treeplank zakien en
spTong ülit dien in gang zijnden trein, juist
toen deze den tunnel verliet. De roover
kon gemakkelijk en zon-der eenig gevaar
uit den trein sprangen, dite in den tunnel
zijn, gaing aanizSeniMjik had verminderd.
Aam het eerstvolgend station gad me
vrouw Cahonan, die nog ehoel ontsteld
was, den aanslag aan. Het sfatiorisporso-
neel steldé oiYmididcllijk oen onderzoek
in, terwijl men de gendtermeTête van het
gebeurde in kennis stelde. Men vond
echter geen spoor van dien. bandiet, die
dwars over landerijen is gevlucht; óók
bezit men vam hem geen enkel signale
ment.
HET GENOOTSCHAP DER LUIPAARD
MANNEN.
Te Brussel rijn bench ten uit Stanley
ville ontvangen, volgens welke twae „lui-
paardmnniruert", die ter dood waren ver
oordeel di. op 20 Juni 1.1. aldaar voor die
gevargieriiis in hlet openbaar zijn opge
hangen.
De „luipaardmiaMnerb" vormen een zeer
wijd vertakt geheim genootschap fa Gen-
traal-AMka. Zij dragen een Weed van
liiip,iii rd vc], dat t-ot over de knieën reikt,
en een masker eveneens ran luipaardvel,
met gaten voor de oog-en. Voorts dragen
zij ijzeren hamdisohoenen,. waarvan de
vimgörs uitloop-en in (nagebootste luipaard-
klauwen, zoo dat zij hun slachtoffers
wornden toebrengenwélke er uitzien als
die van een luipaard, waardoor die in
boorling eraop een dwaalspoor worden1 ge
bracht. Het geheime genootschap, waar
toe zij behooren, oefent een schrikbewind
onder die inboorlingen uit. De leden ple
gen hun misdaden dikwijls miet kanmiba-
ii dis-eb e oogmerken. Het is uitemst moei
lijk, die diadlens op fe sporen, daar dézen
op rreeselijke wijze wraak nemen op een
verrader, en wanneer een inboorling dloor
een toeval hun geheimen te wielen komt,
wordt hij voor de keus gestelds zich bij
hen te voegen of op slag te sterven.
BEGRAFENIS-INBREKERS.
Het iniiieuwsle inbrekers-type te Parijs
is de begrafeniis-inibrekier. Hij bewerkt
huizen, waarvan die bewoners naar een
begrafenis zijn. Meestal is er niemand
thuis gebleven, zoodlat dB inbreker op
zijn gerna'k alle kamers kan dloorsmuffe-
len.
Dezer dagen had de begrafenis plaats
van een antiquair Y-ver Mirande. Ommid-
deliijik nadat d!e begrafenisstoet was ver
trokken, belde er iemand aan. Tot dén
concierge, die openmaakte, zeidie hij, door
dier» gezondheidsdienst to zijn gestuurd,
o,m er voor te zorgen-, dat dé vertrekken
werden gedesinfecteerd.
„Geat u maar miet naar boven," zeide
de concierge, „ze zijn allemaal maar de
begrafenis."
„Dan m-oet ik een kaart achterlaten,
waarop staat, dfeit ik later terug zal ko
men, gaf de mam ten antwoord, en hij
ging naar boven.
Op dat oogenblik kwam er een tweede
bezoeker. Het wa-s een geheel in het zwart
gekleed jongmensoh dat 'n groolen krans
dlroeg. De concierge vertelde hem, dat
hij te laat was en dat de begrafenisstoet
reeds was vertrokken. Hij bleef met dort
concierge piraten en wist dezen zoo te
boeien, dat eT mi.ct op werd gelet, d-at de
eerste bezoeker wel erg veel tijd noodig
had, om zijn kaart achter te laten.
Toen de famfilie terug-kwam, bleek, dat
al 'het zilver vercllwenien wais, alsmedé een'
bedrag van vijfduizend francs aan hastk-
papier.
GROOT MABTA-CONGRES IN 1
ZUID-AMERIKA. 1
Volgens de „Oxtholic Times" worden
op het oogenblic todexidselen ge'rot'fen
voor een groot Amerikaansch Mariacon-
gi-es dat op 8 September a.s. in San
tiago (Cliili) zal worden gehouden.
Maria-congregaties in Argentinië, Bra-
zillië Ecuador, Mexico, Cuba, Columbia,
Venezuela, Salvador en San Domingo
bobben reeds haar deelneming toe-
De plannen voor het congres zijn twee
jaar in bewerking geweest en in dien
tijd ziji er honderden Maria-congre-
gaties voor mannen en jongelingen op
gericht in Chili en andera Zuid-Ameri-
kaansche landen.
NAN SEN DOET EEN BEROEP OP.
DEN PAUS.
Dr. Eridtjof Nansen, die namens den
volkenhond, de actie tot hxdpverleening
aan Rusland leidt, heeft het volgende
telegram aan don* Pausgezonden
De actie, door Uwe Heiligheid onder
nomen ten gunste der van honger ster
vende millioenen in Rusland, geeft mij
den moed om niet aUeen voortzetting
van deu morealen steun te vragen, maar
om tevens een direct beroep van Uwe
Heiligheid óp de liefdadigheid van do
Christenheid te verzoeken.
Het oogenblik is wanhopig. Het leven
van een groot volk staat op het speL
Ik vertrouw, dat ik, heiast als ik ben
met de zware taak der hulp-organisatie,
niet tevergeefs zal vragen om een di
recte actie van Uwe Heiligheid."
(w.g.) Eridtjof Nansen.
J
De toekomstige Kamer. f
Do Haagsche briefschrijver van „De
Tijd" vestigt er de aandacht op, dat
van de tegenwoordige Kamerlelen er al
een dozijn als .plaatsvervanger zjjn ge
kozen.
1
l D
„Er zijn onder dezen thans nog al
eenige oud-Kamerleden, dus mannen,
vroeger' rechtstreeks door de kiezers ge
kozen, die zijn uitgevallen omdat hun
partij in getalsterkte achteruitging on
die ais zittend Kamerlid niet de reden'
hadden, om geen candidatuur te aan
vaarden, welke hun geen voldoende ze
kerheid verschafte. Maar dit is spoe-'
dig voorbij. Vermoedelijk reeds bij de
volgende verkiezing. En dan krijgt men
dus langzimevkaad een Kamer, nagenoeg
uitsluitend uit aanvankelijke plaatsver
vangers bestaande. Wat wordt er op, die
wijze van de Kamer, indien niet met
wortel en al de verkeerde opvatting wordt
uitgeroeid, dat het een man van be-
teekenis niet waardig is plaatsvervanger,
te zijn en het plaatsvervangerschap dient,
om mannen of vrouwen zoet te honden,
die men als lid van de Kamer niet ge
schikt zou vinden? De Kamer wordt don
op deu duur noodwendig een co.lege van
tweede klassers, zoo niet erger, van as
piranten of sollicitanten nau' hetgeen zij
beschouwen als een gemakkelijker of
voordeeliger baantje dan zij bekleeien.
Indien men daarentegen a's plaatsver
vanger „de beste" weet te krijgen, kan
het instituut een zegen worden voor liet
.gehalte der Kamer. Een der-elijke plax.s-
vervanger kan zich door z.jn studie in
het algemeen en door zijn studie van de
werkzaamheden der Kamer in het bij
zonder tot het ambt min of meer voor-
X .VRIJ NAAR HET DU1TSCH,
TWEEDE DEEL.
Met een genadig hoofdknikken, en
een hart, dat ten gevolge van bevre
digden hoogmoed wilde barsten,
schreed Augusta aan de zijde van haar
echtgenoot door de rijen der bedienden,
die zich in de vestibule bevonden. In
het salon was voor verfrissching ge
zorgd, maar Guthbridge wees het ver
zoek daar binnen te gaan met eene
beweging der hand af, ging de trap
op om eerst zijn dochter te bezoeken.
Zijne vrouw volgde hem.
Marion lag met gesloten oogen en
gevouwen handen zoo stil als een lijk,
zoodat Augusta een zachten uitroep
van schrik niet kon weerhouden. Dit
geluid scheen de zieke te storen zij
steunde zacht, sloeg dan langzaam de
blauwachtige 'oogleden op en keek
naa vader aan.
Tita, die naast het bed zat, schoof
ihet moeite haren rolstoel eenige stap
pen achteruit en bedekte haar gelaat
met de handen. De lang onderdrukte
tranen kwamen plotseling onophoude
lijk te voorschijn en een dof gesnik
deed de in elkanaer gezonken gedaante
beven.
Guthbridge wierp een toornigen blik
op haar. „Wat doet gij hier Gij windt
mijn dochter nog meer op."
„Neen papa, laat Tita, als het u
belieft, bij mij*»blijven," fluisterde Ma
rion. „Het zal niet lang meer duren.
Mijne uren zijn geteld." -
„Spreek niet, kind, het vermoeit
u te zeer," hernam Guthbridge, wiens
binnenste vervuld was van een vreemd
soortig gevoel van vaderliefde, toorn
en hevig berouw.
„Mij kan hier op aarde niets meer
hinderen," hernam Marion, wier stem
langzamerhand luider en duidelijker
werd. „1 k ga naar Onzen Lieven Heer
maar eerst moet ik nog met u spreken,
ik moet u vragen ofZij hield op
en ademde diep en zwaar.
„Later, lief kind, als gij sterker zijt,"
verzocht Guthbridge.
Augusta was nader getreden, maar
Marion nam geen. notitie van haar.
Het brekende oog keek slechts haar
„Neen," lispte de zieke, „voor mij is
geen later meer. Vader," ging zij voort,
met een stem, die een diepe zielsangst
verried, „dit kasteel en de andere
goederen zijn die uw rechtmatig
eigendom
Een poos heerschte diep stilzwijgen.
Doodsbleek was Guthbridge eenige
passen achteruitgetreden en Augusta
keek verwonderd van den een op de
anderen. Tita had hare handen in den
schoot gelegd en verroerde zich niet.
„Kind," zeide Guthbridge eindelijk
met heesche stem, „gij ijlt."
„Papa, wil u mij geen antwoord ge
ven op mijn vraag, opdat ik gerust
de eeuwigheid kan intreden Altijd
heeft die last op mijn hart gelegen
laat mij tenminste in vrede sterven."
Guthbridge zonk voor het bed op
een stoel. „Wa: wilt gij van mij weten
riep hij. „Hoe komt gij daartoe? Die
bezittingen, ja, zeker, zij behooren mij.
Wien zouden zij anders behooren
„Hoe ik daartoe kom Marion
scheen, slechts di:n eenen zin te heb
ben gehoord. „Ik wil het u zeggen.
Toen moeder stierf, was ik in de kamer.
Gij zondt de anderen weg, omdat moe
der het wenschte, maar mij niet, want
ik stond achter het bedgordijn, waar
u mij niet kon zien."
Guthbridge wilde spreken, toen zij
een oogenblik zweegmaar hij kon
geen woord uiten.
„Ik hoorde haar laatste woorden.
Zal ik ze herhalen
„Neen, neen riep Guthbridge op
gewonden. „Nu niet, latergij moet
nu rusten."
„William, uw zonde heeft mij ver
moord. Sedert ik vernam, dat voor
God geen steen van dit huis, geen pen
ning van ons geld u toebehoort, was
het leven mij een kwelling, en ik ver
laat het, o God hoe gaarne William,
gij meent, dat na mijn dood dit geheim
u alleen bekend zal zijn, maar gij ver
gist u zeer. Geef terug, wat gij door een
misdaad hebt verworven, of de wraak
zal u treffen, Gods molen maalt^ lang
zaam, maar verschrikkelijk fijn." Dan
steunde ze luide en stierf. Was het niet
zoo
Groote stilte heerschte. Augusta had
bevend de leuning van een naast haar
staan den stoel gegrepen, haar knieën
kniktenbleek, ademloos wachtte ci;
op het antwoord van haar man. Ein
delijk kwam het.
„Kind, gij hebt gedroomd."
„Het was geen droom," zeide Marion
met altijd zachter stem. „O, doe geen
moeite mij te misleiden Dag en nacht
hoorde ik de woorden mijner stervende
moederzij hebben mij het hart ge
broken. Vader, zeg mij de waarheid."
„Mijn lief kind, gij plaagt u zelf,"
zeide Guthbridge, terwijl hij met beven
de hand zijn voorhoofd afdroogde,
waarop zware druppels te zien waren.
„Als gij dan volstrekt wilt vreten, wat
uw moeder meende, dan zal ik It-» u
zeggen. Zij had zich het dwaze denk
beeld in het hoofd gezet, dat ik mijn
oom, den vroegeren bezitter van Gu-
ruguh, tegen zijn anderen neef had
opgehitst en daardoor schuld was ge
weest, dat deze werd onterfd. Het
was natuurlijk dwaasheid."
„En deze neef? Waar is hij Was
het;. Haar stem stokte, Laar oogen
sloten zich en zij scheen langzamer
hand weer in de verdooving terug te
zinken, waaruit de aankomst van haar
vader haar had gewekt.
Guthbridge bleef, nog een poos voor
het bed zitten en verliet dan op de her
haalde vraag zijner jonge vrouw, met
haar de ziekekamer, zijn plaats over
latende aan de juist binnengekomen
huishoudster.
„Dat is voor u een treurige ont
vangst in uw nieuw tehuis, Augusta,"
merkte Guthbridge, aan, toen zij samen
in 't salon waren aangekomen.
Zijn vrouw antwoordde nietzwij
gend nam zij haar plaats aan tafel in
en bleef eenige oogenblikken peinzend
zitten. Plotseling wendde zij zich tot
haar echtgbnoot.
.v)Vas dat de geheele waarheid, die gij
Marion hebt verteld vroeg zij op
scherpen toon.
Guthbridge, die tegenover haar had
plaats genomen, sprong verbaasd van
zijn stoel op en staarde haar aan.
„Was dat de geheele waarheid
herhaalde zij.
„Maar Augusta wat zal dat betee-
kenen fluisterde hij toornig. „Ge
looft gij, dat de scène van daareven
mij nog niet genoeg heeft geschokt,
dat gij het voor nood g houdt, nog eei^
daarop terug te komen Mijn eerste
vrouw wist allesallo zeg ik u
Wordt vervolgd.