Tq „ONS BLAD BUITENLAND. Bureau: MOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: REDACTIERNo!E633' 433 Een onderscheiding. Indische Kroniek. Fa» J. ASJES Eu» FEUÏLLETON Onder Yalsche Vlag WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1921 14e JAARGANG NOORD-HOLLAND Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarj y^^SreiKondagsblad 6 60 f' hooger A^n alle abonné's wordt op aanvrage Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25 elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-j uitbetaling per plaatsing f 0.60 gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200, f 100, f 60, f 35, f 15. Een verrassend (bericht bracht Maandag avond het nieuwsagentschap te Genève: De Nederlandsche Minister van builen- landsche Zaken is gekozen tot voorzitter van de tweede verg ^ring van den Vol- nenbond. Dit bericht is om verschillende redenen verheugend. Een der groote grieven tegen ten Volkenbond is in den beginne geweest, dat de organisatie te veel onder invloed zou staan van één partij, de overwinnaars n.m. :n den laatst en, grooten wereldoorlog. Alles wat dus gedaan wordt om die ver denking weg te nemen, moet worden toe gejuicht. In het groote geschil tusschen Engeland en Frankrijk over de verdeeling van Opper-Silezië, besloten de twistenden de beslissing te laten aan den Raad van den Volkenbond en deze verwees op zijn beurt het leidende onderzoek in deze nete lige kwestie wederom naar een commissie-, bestaande uit de neutrale leden uit zijn midden. Nu weer kiest de vergadering van den Volkenbond den vertegenwoordiger van een der landen, die in den oorlog strikt neu traal bleven, tot voorzitter. Wat men ook tegen den Volkenbond moge hebben, zulke dingen zijn zeker in slaat om ons vertrou wen te versterken. Maar de verkiering van Jhr. Van Kar- neheek is ook voor ons land een groote onderscheiding, Ie meer, waar openlijk werd uitgesproken, dat men in onzen Mi nister van Buitenlandsche Zaken Neder land wilde huldigen. De voorzitter van het dagelijksch bestuur, die de vergadering opende, liet dit ondubbelzinnig in zijn ope ningsrede uitkomen. In die keuze wilde de vergadering hulde brengen aan een emi nent rechtsgeleerde en tevens aan het land, waar het eerste groote werk van den Vol kenbond, n.m. het Internationale Hof van Justitie, zal zijn gevestigd. De eandidat\nir-Yan Karnebeek was voorgelegd aan den Belgischen afgevaar digde, minister Hymans, en deze had er zich mee verPenigd. Ook dit moge nog als verheugend verschijnsel voor de veldwin nende toenadering tusschen Nederland en België, met blijdschap worden opgemerkt. Op deze vergadering van den Volken bond komt het ontwapeningsvraagstuk we der ernstig ter sprake. Het zal zeker niet aan den voorzitter liggen, wanneer dit en andere belangrijke onderwerpen niet met den noodigen ernst behandeld worden. Geen land ter wereld, waar zóó veel oprechte liefde voor den wereldvrede en werkelijke afschuw voor den oorlog be slaat als in het onze. Moge de Nederlandsche voorzitter deze hooge vergadering zoo mogelijk nog meer doordringen van het nut en de noodzake lijkheid, om geschillen tusschen de vol keren niet door wapengeweld, maar door midd-el van het Recht, van scheidsrechter lijke uitspraak, te beslechten. Moge op de ze bijeenkomst onder zijn leiding de vre- desidee nieuwe vorderingen maken, opdat e.r langzamerhand in de wereld een meer derheid van beschaafde naties groeie, die de cultuur, de vrijheid en al wat de maat schappij aan geestelijke goederen hoeft, met op een onberaden oogenblik wil prijs geven aan de verwoestende macht van hel brute geweld 1 XIII. Ami kaïni loka scerga; pati kiia ata saweli iaoe sanlo nalji kaoe; paii oekoekaoe ai Ie'-a kami; pati dei RUTUÏGFABRÏEK ALKMAAR GROOTE VOORRAAD RBJTUIGEN en W&&ENS Levering onder garantie Prijzen uiterst laag kao© bale leka tana sawa ngere leka or.e soe ga; keljoeka kami led- ja, pari kami ledja ina; soli pati kami amroen ca'a kami; ngere kami r.g ni pati ampoin ata ta'a dowa noo kami; ro'i mae noo kami le' a pert jo baan, eo nggengge kami leka lo soesanAmin. Lezer, wil geen moeite doen om dit te ont.ij"eren. Ik zd u onmiddellijk ver tellen wat het is. Ik repro lu eer hier volgens de verta ling en phonetische weergave van Pas toor de Lange het „Onze Vader" in het Endehneeseb. Ende.li is een onderafdeeling van het eiland Mores, dén der vele eilanden, die oostwaaits ran Ja a z'ch rijen'e, lekend staan onder den naam van Kleine Soen- da-eilanden. Pen >an die gebio.len waar de katholieke Missie de laatste jaren zoo vruchtbaar w rkzaam is. In deze a£- deeling l'gt de statie Kdonah, zetel van den Aposloliseken Pie"e t. Deze Prefec tuur werd in 1914 van het Apostolisch Vicariaat van Balavia afgescheiden, en in de plaats van de pa'ers Jèzuïten kwa men de pa'e s van het Goddelijk Woord, die zich in 19' 3 op Timor hadden geves tigd. De geheele Prefectuur telt nu ren 59.000 katholieke inboo I'm en, waarvan in genoerHe onderafdeeling Enden een Heine 4000. Bovenstaan te ve taling van het „On ze Vader" ontleende ik aan een der pu- bli- alias o er de Bu'tengewesten van het Encyclopedisch Bureau te Ba'aria, waar van die over Enden dit jaar uitkwam. Daarin wordt hij het hoofdstuk „Gods dienst" van de Paters van Steyl o.m. gezegd „Be groo'e energie, waarmede zij het werk aanva- ten, doet verwachten dat er thans wel vooruitgang zat zijn." „Aardig is het, de belangstelling te zien van g'oot en klein, voor hetgeen do pastoor en zyn jeugdige helpers zro 's avonds in de kampong fe zien en te kooren. geven aan de hand van Bijbel- sche prenten met een stormlantram be licht." En 't hoofdstuk wordt heslo'en met 'n beschrijving van de wijze waarop „een klein poedelnaakt zwart kereltje, dat daar met zijn ernstig gezichtje tusschen al dis mannen stond, die hem met be wondering aanstaarden": het Gebed des Heeren in het Endehneeseh uitsprak. Leze", nu kunt ge dit nogmaals lezen: hoewel niet woordelijk te verstaan, is ér geen bezwaar het te gebruiken als een speciale hele voor den blcei der Miscie op de K'eine Soonda-e landen. =-;■ e a lie ben genoodzaakt het weer eens te bobben over de Inlandsche beweging op Java. Het is bedroevend om te z'en, hoe de leiding dezer beweging steels minder in staat blijkt do gezonde ontwikkeling van het Inlandsche volk tot stand te brengen. Waren r e's meerde e vo-rmannen successievelijk in handen van den straf rechter gekomen, nu is de beurt ge komen aan den Voo.ziiter der Centraal Sarekat Islam, den Javaan Tjokreami- noto. Naar aanleiding van zijn langdurig- nog-op-vrije-vcefen-blijvend, ondrnks de vele bezwarende getuigenissen in de vo rige s'rif pro e sen te„en hem in'e'rath', zijn er rondom zijn persoon enkele le genden gevormd, doch ten slotte is ook aan zijn onaania tbaarheid 'n einde ge komen. De aangekondigde st:af-procedure was in den aanvang vertraagd door een kwes tie van jurisdictie. Als lid van den Volksraad zou voor hem het „forum pri- viligiatum" gegolden hebben, d.w.z. dat hij niet voor den gewonen rechter, doch vóór het Hooggerechtshof zou moeten terechtstaan. Wel is hij nu geen volks- raadslid meer, doch de vraag was gerezen, of de tereehtiging niet zou moeten ge schieden als was hij nog lid van dit college, daar de ten laste gelegde fei ten gepleegd zijn tijdens dat Volksraals- lidmaatschap. Duidden eerst de berichten, dat inder daad in dezen zin was beslist; een la ter Aneta-telegram heeft gemeld, dat 't Hooggerechtshof zich toch onbevoegd heeft verklaard deze zaak te behande len, en dat zij verwezen is naar -den landraad te Tjiamis, die de zaak ver wijzen zon naar den Baad van Justitie te Batavia. Het zal dus niet lang meer duren of we zullen booren hoe de strafvervolging van Tjokroaminoto wegens meineed gaat afloopen. Deze meineeds-zaak zit zoo: voor den landrechter te Tjiamis had hij destijds verklaard absoluut onkundig te zijn ge- woest van het bestaan van de beruchte afdeeling B, die een geheim complot had gesmeed om zich van de Nederlandsche overheerscherg te ontdoen. Daarmee zijn enkele getuigenverklaringen en ook de inhoud van een brief, gevonden in 't archief der O.S.I. geheel in strijd be vonden. Ons oordeel over deze kwestie dienen we op te schorten tot na den afloop van het strafproces. Dat met de leiders, ook de geheele S.I, in verval is geraakt, blijkt uit de po gingen tot reconstructie, die door de overgebleven leiders wordt ge laan. Yoor- loopig bepalen deze zich e hter tot een voudige verwisseling van personen van oude „renommóe" en schijnen nog geen elementen aanwez:g te zijn, die de ver wachting kunnen wekken, dat eindelijk het zoo hoognoodige prees van zelf zui vering aangevangen zal worden. Wel zien we bij de zoogenaamde revo- lutieenairp vakbeweging bet uitcenral'en in twee duidelijk onderscheiden richtin gen, welke leiders elkaar allesbehalve vriendelijk gezind zijn. Nadat hij het Maart-congres der S.I. de scheuren waren dichtgepleisterd, die begonnen wa:en de zuiver bolsjewistische groep-Semaoen en de Islamitische-half- socialistische partij van Tjohro-aminoto en de zijnen van elkaar te scheiden, kwam het spoedig daarna toch tot een befinitieve scheiding in de „Bevolution- naire Vakcentrale", waar na heftige woor denwisseling de commun-'st Semaoen werd genoodzaakt als voorzitter af te treden. Deze Semaoen heeft nu in samenwer king met Pergsma het is droevig om te zien dat Nederlanders ook hierin een -vu speen een „echt" revolutionnaire Vakcentrale opgericht. De heeren gooien elkaar nu allerlei liefelijkheden naar 't hoofd, en beschul digen elkaar wederzijds van „Kapitalis tische" aspiraties; een bewijs dat ze de Europeesche manieren inderdaad goed hebben afgekeken. Er zal nu een felle strijd ontbranden om de „bezittingen" van de oorspronkelijke Vakcentrale wat voor de leiders, die uit de „organisatie" oen ruim, soms zeer ruim middel van bestaan trekken, van zeer groot belang is. De vakbeweging zelve geraakt met dat al steeds erger in verkeerde sporen! Arm Javaanseh volk! In bet „Scerabaja-iclie Handelsblad" vonden wij eenige artikelen over de hier boven besproken „Scheuring in de In landsche Vakbeweging". De schrijver, blijkbaar ijverig lid van den Politiek- Econamischen Bond, besluit zijn commen- VRIJ NAAR HET DUITSCH, TWEEDE DEEL. „Barmhartige hemel. Augusta '.teunde zacht. „Was ik alleen geweest, dan zou het mij vermoedelijk siecht zijn gegaan maar wij waren met ons drieën, en buitendien had de schrik over ons plot: seling verschijnen den moordenaar zoo ontsteld dat hij zijn last liet vallen en zich niet eens verweerde, toen een mjner makkers op hern toesprong en hem pakte. De zak was in 't vallen open gegaan, en wij allen staarden nu met afgrijzen op het bloedige gezicht met de wijd openstaande, gebroken oogen, °p de gapende wonde van Bill, die..'' Be spreker huiverde en zweeg een oogenblik. „Mijn kameraad herstelde zich spoe dig van zijn schrik. „Ellendige schurk," schreeuwde hij, „daarvoor zult gij han gen Kameraden, komt, pakt aan 1" mep hij ons toe. Wij wilden gehoorza men, maar plotseling kwam er weer leven in zwarten John,die ons tot nu toe met zijn valsche oogen had aange staard, alsof wij spoken waren." „Halt! Hoort mij aan!" riep hij met een manhaftige beslistheid, zoo dat wij onwdlekeurig draa'den. „Nu, ik wil hetgeen toen gebeurde niet uitvoerig beschrijven genoe hij bood ons aan, niet alleen den goudvoorraad van den armen Bill, maar ook zijn eigen schatten met on: te deelen, indien wij hem wilden la'.en leven. „Wat hebt ge er aan, dat ge mij verraadt herhaal de hij maar. Wij overlegden, terwijl wij hem in ons midden hielden. Mijn makker had hem nog altijd als in een schroefstok vast, zoodat hij zich nauwelijk kon bewegen. Hij wilde ons wijs maken, dat hij Bill niet verraderlijk, maar in een ppen, eerlijk gevecht had ge dood maar dat geloofde natuurlijk niemand. Reeds de aard der wonde bewees het tegendeel. Wij wilden den moordenaar aan de volksjustitie over leveren de eenige, die men destijds in Californië kende. Onze kameraad, Arrowsmith heette hij of liever zoo heet hij nog, c*amde ogen BiH, meende hij, zou door den dood van den schurk toch niet meer levend worden, en wij kónden het beloofde goud goed gebruiken. Ten laatste lieten wij ons bepraten wij beloofden, zijn vlucht niet te be letten, onder voorwaarde, dat hij dade lijk vertrok en zich in acht nam, ons nooit meer in den weg te komen. Na tuurlijk nam hij deze voorwaarde met blijdschap aan. Vluchten moest hij toch want ik vorderde voor Bill een fatsoenlijke begrafenis, waardoor na tuurlijk de moord aan den dag moest komen. Het goud van John lag niet ver; hij deelde het eerlijk met ons, wat hem echter niet als verdienste kan to egere- kend worden, daar wij hem nauw keurig op de vingers keken. Daarna ging hij heen maar vooraf begaf hij zich nog eens naar het lijk van Bill, en nam uit diens kleeren een klein pakje, dat hij in zijnzak stopte.ik wist, dat Bill eenige oude brieven en andere papieren had, die hij altijd bij zich droeg en vroeg zwarten John derhalve, wat hij daarmede wilde doen. „Niets," zeide hij, „de papieren Van Bill zal ik 'ater verbranden, maar taar op de a geloopen gebeurfenissea met deze bloederige' ti rade "De Islamitische Vakcentrae zal dus voorloopig, wegens gebrek aan financiën, niets kunnen uitrichten; aan den P.E.B. is do taak om de Inlandsche bevolking ver te houden van het lijk, dat voor vampier zal gaan speen om den leven den het bloed af te zuigen." SJoo afschuwelijk stel ik me het be drijf van deze Vakbeweging niet voor. Maar toch voor de toekomst van Indië verwacht ik meer dan van de ze communistische of half-sociaistischa leiders op Java goede dingen van man nen, zooals er een groeien gaat uit dat „kleine zwart© kereltje" daar ergens op Endeh. fi De toestand in Ierland. De a.s. kabinetsraad te Inverness. Negen ministers verheien gisteren Lon den, om zich naar Inverness ie begeven, waar hel kabinet heden bijeenkomt. Lloyd George zal hedenochtend een °onderhoud met den koning (die in Balmoral vertoeft) hebben. De onderkoning van Ierland is eveneens te Inverness aangekomen. De correspondent van de „Times" le Dahlia stelt vast, dat het republikeinsclie antwoord een groote teleurstelling voor de meerderheid der Ieren is, die een defi nitief antwoord op Lloyd George's drin genden brief hadden verwachl. De vredes- vrienden in Ierland worden ongerusl en zien met spanning uit naar hel resultaat van de bijeenkomst te Inverness. De Valera's antivoord. De correspondent van de „Daily Ei- press" te Dublin merkt op, dat Sircu Fein- kringen verklaren, dat De Valera's brief niet bedoeld was om den dramalischen in druk te maken, welken hij blijkbaar in En- gelsche kringen heeft gemaakt. Het blad schj ut voorts, dat de Britsche regeering de onderhandelingen niet zal afbreken, doch Sinn Fein duidelijk zal maken, dat de 9, .WK- niet kan worden bereikt op den grondslag van afscheiding. De „Daily News" verneemt, dat De Valera's diplomatie ernstige critiek onder vindt, zelfs bij de meest overtuigde Sinn Feiners, die vinden, dat hij te veel waagt. Een raadgevend lichaam. De „Westm. Gaz." verneemt uit Dublin, dat De Valera niet een der onderhande laars zal zijn wanneer de Britsche regee ring mocht besluiten tot een samenspre- king, doch dat hij deel zal uitmaken van een adviseerend lichaam, vertegenwoordi gende de Iersche belangen, tot welk li chaam de gedelegeerden ter conferentie vragen zouden kunnen richten. Dit lichaam zou terzelfder tijd als de conferentie zit ting houden, ter plaatse waar die confe rentie plaats heeft. Het oproepen der lerselie-ras-couventie in Januari e.k. geeft hoop, dat de wapen stilstand gedurende den geheelen winter zal duren, want zonder dien wapenstil stand zou de conventie onmogelijk zijn, althans te Dublin en de Fransche regee- riug zou die conventie zeker niet te Parijs toelaten, bijaldien de vijandelijkheden tus schen Engeland en Ierland zouden zijn hernieuwd. De Dal Eireann heeft aan den graaf- schapsraad van Wexford een crediet van 8000 pond sterling gegeven, nu de Brit sche regeering aan dat graafschap geen subsidie meer geeft, omdat de graafsehaps- raad den Ierschen „Government Board" niet meer erkent. De toestand in Duitschiand. De verordening van den Rijkspresident. De „Frankfurter Zeitung" vestigt er de aandacht op, dat ofschoon ieder Duitscher die eens het genoegen heeft gehad, een reclits-radicaal Had in handen te krijgen, weten kan, waarom het bij de nieuwe rijksverordeningen gaat, de pers der rech terzijde er nog steeds op uit is, de zaak zoo voor te stellen, alsof opgetreden werd te gen een wettige en verstandige oppositie. Als voorbeeld van den zinneloozen haat der radicale pers van rechts tegen de eens ook door haar als eenige redster begroete democratie citeert de „Frankfurter" een uitlating van Freiherr Fr. W. von Bissing in de „München-Augsburger Abendzei- zeitung". „Deze had op 5 Nov. 1918 moeten wor den uitgevaardigd, toen muitend matrozen- gespuis, deserteurs en menschen, die hun eed geschonden hadden, de huidige orde inleidden, toen misdadigers en souteneurs, dagdieven en krankzinnigen aan de over wegende meerderheid van het Duitsche volk, aan de slrijders voor Duitschlands eer, geweld aandeden en aan millioenen zonder tal tegen recht en wet in met ge weid een grondwet opdrongen, die een eeuwige schande in onze geschiedenis zal blijven, een grondwet, tot welker erkenning geen macht in den hemel en op aarde een Duitscher dwingen kan, omdat zij het re sultaat is van geweld en lafheid, omdat er geen grooter leugen is dan die, dat het Duitsche volk zich uit vrijen wil deze grond wet gegeven heeft. Destijds kwam in ons openbare leven de geest van de geweldda digheid, die nieuwe verkeerdheden moet veroorzaken." Iedereen weet, aldus teekent de „Frank- furter-Zeitung" hierbij aan, dat de No- vemher-revolutie eerst arbeiders- en sol daten-raden aan het roer bracht, dat daar na in den strijd tegen dezelfde linkssocia- lïstische kringen, die de revolutie lot een dictatuur van het proletariaat wilden ma ken, op verlangen der overgroote meerder heid van het Duitsche volk een nationale vergadering werd gekozen, die aan Duitsch iand de thans geldende grondwet gaf. Be stond de Nationale Vergadering uit misda digers en souteneurs? Heef.t de door het vo(Lk juist met het doel om een grondwet te scheppen geko zen Nationale Vergadering aan de over- wegenidie meerderheid de grondwet „ge welddadig opgedrongen?" 't Is 'n weerzin wekkende onzin, en gewetenloos, dien le verspreiden, maar helaas typeerend. De toestand in Opper-Silezië. Eén Havas-bericht uit Beu then meldt, dat de rapporten der politie in de distric ten IBciulhen, Kattowihz en Pless melden, dat de Poolsch-Silezische grens volkomen gesloten is en dat de Poolsche leden van de poh/tie der imiergeaMieerde commissie de grens met groote nauwlettendheid be waken. Fransche en Engelsche militairen bewaken de punten, waar men over de grens kan komen. Havas beweert verder, dat Duitsche benden een ware terreur verspreiden met name op den linkeroever van den Oder, waar zij 15.000 man zoudien tellen, georga niseerd en bewapend. Het heet, dat ver scheiden invloedrijke Poolsche patriotten gedwongen werden het land le verlaten oandait zij met den dood worden bedreigd. Een Oriemt-bericht uit Beuthen (uit Poolsche bron dus) meldt, dat de int er- geallieerde commissie ter handhaving der orde gelast heeft <101 ®en detachement Fransche Alpenjagers op oorlogsvoet zal worden gehouden, om samen met plaat selijke politie (het „banditisme" te bestrij den, dat door „Duitsche militaire organi saties" tegen de Poolsche (bevolking wordt uitgeoefend. DE GRIEKSCH-TUBKiSCHE OORLOG. De slag bij Songarios schijnt ten gunste van het Grieksche leger te zullen uitvallen, maar de Kemalaslen trekken in goede orde terug op hun groole verdedigingslinies, gevormd door de hoogten van Chardaihar- dideag. De overwinning is dus niet beslis send. Een nieuwe slag zal vermoedelijk worden geleverd bij de stellingen ten Zui den van Angora. Bedde partijen hebben zware verliezen geleden. Het is dan ook waarschijnlijk dat Papoelas zijn troepen rust zal gunnen en zijn strijdkrachten zal hergrocpeeren alvo rens zijn marsch naar Angora voort te zet ten. Het Grieksche stafbericht van 2 Septem-i ber luidt: Onze troepen heisben al vech tende Yaban Hanion en den berg Ardla bezet. Zij hebben een bataljon met com- mandamt en artillerie vermoesterd. Een; sterke vijandelijke cavalerie-madht met ar tillerie, die onze verbindingslijnen herhaal delijk aangevallen had, werd na een kracih- tigen aanvalop de vlucht gedreven ea' leed groote verliezen. DE VOLKENBOND. Uit Genève wordt aan de N. Rt. Gt. ge meld: Onmiddellijk na de vergadering ont ving de nieuwgekozeu voorzitter, minister van Kanneheek, alle aanwezige journalis ten, tot wie hij een gemoedelijke causerie ■hield, die algemeen een sympathieken in druk maakte.. Jhr. van Karnebeek wees op de groote betcekenis dezer tweede Voikeu- bond'svergadering. De eerste had de grondslagen gelegd, tihans moest blijken of deee grondslagen voor den verderen op bouw van de juridische organisatie der menscïiheid deugdelijk zijn. Voorts wees de nieuwe president de p* s op haar plicht de volkeren van de groote beteebe- nis der Volkenhondsvergadering te door dringen. Kritiek is goed en noodig, maar de pers mag den eerlijken ernst van ons streven niet in de oogen der volkeren ver kleinen. Spr. verzekerde dat geen volk met oprechter wensdhen voor het welsla gen dezer Volk mtwvn dis vergadering bezield is dan het Nodenlawdische. Uit de geheele rede klonk, evenals uit de rede in de Vergadering, een diep besef van verantwoordelijkheid, vooral ook om dat hij de "hem gebrachte onderscheidin gen tevens als hulde aan Nederland be-: schouwt. EEN ULTIMATUM VAN DE ENTENTE- Naar de „Nette Friee Prasse" verneemt hebben de geallieerde mtoglenldhedien aan! de Hong, regeering een ultimatum op korten termijn doen toekomen, waarin de! onmiddellijke ontruiming van 't geheele aan Duitsch-Oostenrijik ovot te dragen ge bied van West-Hongarijie (Burgenlandj wordt geëischt. Het ultimatum liep gis terennacht om 12 uur af, DE JAPANSCHK KROONPRINS TERUG' Prins Hirohito is Zaterdag na zijn Eu ropeesche reis te Tokio teruggekeerd. Een geestdriftige menigte wachtte hem le Yokohama op. In een Boodschap tot dtenl eersten minister Hana, geeft hij uiting vani zijn p-vnolens van dankbaarheid jegens de laniden, die hij heeft bezocht. Hij meent, dat Japan van deze landen veel kan leeren. DE OPSTAND IN BRITSGH-lNDIë. - De correspondent van de „Tinnes" té Madras, die de belegering van de Mos kee beschrijft, welke tot de arrestatie vajï verseheMiene Moplah's en lmn leddei leidde, zegt dat ee belegerden na drie dagen een witte doek uithingen, en bui ten kwamen met de handen óp. Geduren de het beleg hadden de Moplah's fana tiek gevochten en uitvallen ged-aam. Tij dens de beschieting werden de doodenl der Moplah's van de moskee-muren in de rivieT geworpen, zoodat hun aantal niet met juistheid is vast ie stellen. ein BUITENL raraim DE BANQU'E DE FRANCE BESTOLEN- Te Parijs wordt oen buitengewone 'stoutmoedige oplichter gezocht, die dl B'ancpue de France oplichtte. Diupom t, bestuurder van een fabriek vat scheikundige producten, te Argenteuil, ontmoette Vrijdag, bij toeval, een bedien de van het bijkantoor der Société Géné rale te Argenteuil. Tot zijn groote ver wondering vernam de industrieel van den bediende, dat de bank, op zijn or der, een overschrijving van 200.000 fr. ged'aan had op de Banque de France, te Parijs, en zulks voor rekening van Henri Lévasseur te Parijs. Dupont had dtaartoe geen order gegeven. Hij begaf zich naar de bank, waar men hem een brief voor legde, door hem ondcateekend en ge schreven op papier van zijn firma. Het bleek, dat een oplihter zijn sehrift en hanjdlcekening vexvalscht had. Levasseur inde den 29en Augustus hot bedrag en is sedert dien spoorloos ver dwenen. er zijn er een paar van mij bij, en ik heb nu geen tijd om ze uit te zoeken." Te laat, dacht ik er aan, dat hij mis schien van de geboor eacte van Bill misbruik kon maken; maar de schurk was weg en liet niets meer van zich hooren. Ziet u nu, lieve juffrouw Holt, dat mijn zwijgen of spreken voor u niet zoo onverschillig is, als u meende Augusta gaf geen antwoord. ,,U kan denken, hoe verbaasd ik was, in dien ijken mijnheer Guthbrid- ge mijn vroegeren vriend Holt te her kennen," ging Muller na een kleine pau ze voort. „De naam van dit kasteel was mij wel dadelijk den eersten keer, toen ik hem hoorde, bekend voorge komen maar ik heb er destijds niet verder over nagedacht. Er waren zoo veel jaren verloopen sedert die gebeur tenissen, die ik u zooeven vertelde, dat ik nog- maar zelden aan Bill en zijn ongelukkig einde dacht. Hoe had ik ook kunnen denken, dat het juist Holt was, die in mijn onmiddellijke nabij heid,den deftigen mijnheer speelde! Ik leed gebrek, letterlijk gebrek, en had Hecht? hanH b<=hoev"n iri+ te steken, om mij overvloed te verschaf fen Augusta hief langzaam het hoofd op, dat gedurend de laatste minuten diep op hare borst was gezonken haar ge laat was ontsteld en in hare oogen flik kerde een huiveringwekkend licht. „Het is niet waar, he is een leugen Hoe du ft gij het wagen me: zulke waanzinnige praatjes bij mij te ko men schreeuwde zij, plotseling uit dien t estand van v/ezenloosheid in die eener zinnelooze woede over gaande. „Gij zijt een bedrieger, ik zal de politie op uw onbeschaamde handel wijze opmerkzaam maken, indien gij het nog een enkelen keer waagt, over den drempel van mijn huis te komen." „Van uw huis?" zei hij, terwijl hij bedaard in de vurige oogen der jonge weduwe kee „Ik denk, dat u en ik juist hetzelfde recht op dit huis hebben, namelijk volstrekt geen recht. Nu ja, geheel eerlijk handel ik niet indien ik, in plaats van de geheele zaak aan de familie Wallhagen bekend te maken, den heler speel en den buit met u deel. Ik denk, op het punt van eerlijkheid hebben wij elkander niets te verwijten." „Wallhagen Wat beeft de fam'lfe Wallhagen daarmede te maken riep Augusta op schrillen toon. „U vergeet dat gedeelte van het tes tament, waarin Robert Wallhagen tot erfgenaam wordt benoemd, ingeval de heer Braunsberg zijn neef Guthbrid- ge zou overleven." „Robert Wallhagen herhaa de Augusta, terwijl zij de hand aan haar brandend voorhoofd drukte. Zij scheen plotsei. eel ouder te zijn geworden. „Ik li.:- eerst niet begrepen. Maar deze er ge aam is niet.Neen, het kan niet wezen, het zou ontzettend zijn 1" „Wat meent u Wat.is ontzettend „Niets, nets. Kent gij deze., deze familie Wallhagen „Mijnheer zelf is dood, maar hij heeft erfgenamen nagelaten. Deze w nen immers hier in de- buurt, in het zooge naamde witte huis. Ik dacht, dat u ze wel zou kennen." „Dus is het toch waar Augusta verhief met een hartstochtelijke bewe ging hare beide armen. „Ja, ik ken ze, ik ken ze," preveld t zij en ronk als ver nietigd achterover 'n haar stoel. „O ia. ik ken ze.' Wordt vervrJed

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1