BINNENLANÖ
feuilleton
BUITENLAND
Btuler Valsche Vlag
Virkeerd geziöu eigenbelang.
|)ONTVFPn\n SFPTFMBER 1921
NOORD-HOLLANDSCH
74e TAAPH4NG
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaarf2.—
MefoeSr^óndagsbhd' 60 f' hooger.
Aai alle
Advertentieprijs:
Van 1 5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bjj voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Ibonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100—, f 60,—, f 35,—, f 15,-
De vorige week maakten wij melding
♦YLeti het antwoord, dat het bestuur van
den (neutralen) Middenstandsbond gege
ven heeft op een rapport van den Midden-
siandsraad, betreffende de wcnschelijkheid
van invoering van overheidsmaatregelen
ten aanzien van iemand's geschiktheid om
als winkelier op te treden.
„De Standaard" vestigde er de aandacht
op, dat het eigenaardige antwoord van
dea Middenslandsbond zeker geen alge-
moene instemming zal vinden en door an
dere middenstandsorganisaties wel weer
sproken mocht worden.
De kwestie is inderdaad belangrijk ge
noeg om er wat dieper op in te gaan.
Eekigen tijd geleden heeft de Midden
standszaad het gevoelen van den Midden
standsbond gevraagd inzake het vastsellen
van bepalingen, waaraan in het vervolg
ieder zou moeten voldoen, die zich als
winkelier of als (ambachts)patroon -wil
vestigen, zulks mot de bèdocling, beper
king te verkrijgen van bet aantal vakgé-
nooten, dat naar het inzicht van den .Mfd-
denstandaraad thans te groot is. Dit ge
schiedde naar aanleiding van een rapport
van een commissie uil den Middenstands-
raad, die had te rapporteeren over de
vraag of het wsPAchelijk is, van overheids
wege vast te stellen, dsJ iemand, alvorens
zich als winkelier te mogen vestigen, aan
een door de overheid ingestelde commissie
de bewijzen moet overleggen, voldoende
warenkennis tc bezitten en op de hoogte le
zijn van eenvoudig duidelijk boekhouden.
Nu stellen wij voorop, dat het uitgangs
punt voor deze actie van den Midriea-
standsraad lite! gelukkig gekozen was. Men
kan van mee rang zijn, dat het "bedrijf van
winkelier in toekomst eenige reglemen-
téering en controle r.oodig heeft, zonder
dat het aantal winkeliers behoeft beperkt
te worden. En ook al is men de meerling
toegedaan, dat het aantal winkeliers te
groot is geworden (men denke aan de
„vliegende winkels" en allerlei oorlogsuit-
wasseoV, dan kan men nog over betere
vakopleiding en dergelijke pralen, zonder
daarvoor een al of niet noodzakelijke be
perking van het aantal winkeliers als uit
gangspunt te nemen.
Wat doet nu echter de neutrale Midden-
sfcndsbond? Inplaats van ter loops op liet
In zijn oog foutieve verband tusschen re
geringsmaatregelen en het aantal vakge-
noolen in den handeldrijvenden midden
stand te wijzen, wordt in het adres heftig
gefulmineerd tegen wat genoemd wordt de
pogingen van den Middenstandsraad om
door wettelijke maatregelen het aantal
winkeliers te beperken. Ja, zelfs wordt in
het adres gezegd, dat er over die maatre
gelen zelf nog wel te praten zou zijn,
maar om het gelegde verband wil men er
niets van weten 1
Moeten wij het aan het zich blind sla-
ren op dat vermeende verband toeschrij
ven, dat het adres van den Middenstands
bond lot een conclusie komt, welke ge
dachten wekt aan den allerslechtsen lijd
van dc voorafgaande eeuw, aan het hoog
tij van de liberale idee op economisch
terrein?
In dat adres toch lezen wij:
„De Middenstandsbond wijst af de so-
crallsatie-idecën, maar hij wijst ook af
het streven van degenen, die èn door
bescherming van de tegenwoordige vak-
genooten, èn door wering van lien, aan
wie na ons de toekomst is, het
particulier initiatief schaden. De midden
stand vindt zijn kracht in een vrije en
onbeperkte wijize van uitoefening van de
bedrijven. Alleen daardoor kan hij vol
doen aan de sociale waarde zijner taak:
hel' dienen van de gemeenschap. Het is
waar, dat er goede vaklui zijn en min
der goede. Maar zal men nu door be
perking van het aantal vakgenooteu het
peil kunnen verheffen? Ten hoogste zou
daarvan eenige sprake kunnen zijn voor
de toekomst, doch dat is ook nog twijfel
achtig. Welke is nl. de eerste eisch oin
zich staande te kunnen houden? Het be
schikken over voldoende energie. Kan
door het afnemen van een examen daar
over geoordeeld worden? Immers neen.
Wanneer er met redenen gezegd kan
worden: er is een „te veel", dan mag ook
gevraagd worden: wie is er te veel? Wel-,
nu, wie er te veel is, wordt doodgedrukt
in den maalstroom der onderlinge vrije
concurrentie. En het kan niet anders, of
degenen, die dit lot ondergaan, zijn de
slechtsten. de oncordeelkundigen, de on-
betrouwbaren, de zwakken en de slap
pen, want wie een goed vakman is, met
oordeel en kennis toegrust, met lust en
energie gewapend, die zal zich wel weten
Je handhaven."
Wat zegt men van dat „vrije en onbe
perkte uitoefenen van het bedrijf", van
dat „dooddrukken in den maalstroom
der onderlinge vrije concurrentie?" Meer
gehoord niet waar, maar lang, heel lang
geleden Wij mochten veronderstellen,
dat zulke theorieën uit den tijd waren.
Wie kan er tegenwoordig „vrij en onbe
perkt" doen wat hij wil? En nu kan men
legen al te groote staatsinmenging, tegen
socialisatie en ambtenarij zijn, vergen,
dat in onze gecompliceerde maatschap
pij iedereen maar doet wat hij wil, is de
door de geschiedenis als valsche en ver
derfelijke leei van het economische libe
ralisme opnieuw binnen balen.
't Is juist de ware taak^van de Over
heid om te leiden, om het persoonlijk
initial ef binnen de grenzen -van het al
gemeen belang ontwikkelingsmogelijkheid
Je gever, en zijn groeikracht te bevorderen
Dit geschiedt echter door leiding en niet
door onthouding. En nu is just het ken
merkende in een juiste, dus een chris
telijke opvatting van regeeaungsbeleid
dat zij de vrije krachten in den staat niet
onderdrukt, door zelf alles ter hand le
nemen, maar ook niet ieder aan zijn lot
over laat en naar eigen inzicht laat han
delen.
Maar behalve, dat de Middenstands
bond liberale, dus onchristelijke theo-
rrieën verkondigt, gaat hij kortzichtig ook
tegen zijn Ctgen belang en dat der gemeen
schap in.
Het kan niet anders dan tot bloei van
een goeden middenstand strekken dat de
onkundigen, de scharrelaars uit het win
kelbedrijf verdwijnen, of althans in de
toekomst belet worden er in te komen. En
dan is het toch heel wat redelijker en
verheffender om te zeggen: laat iedere
winkelier proeven afleggen van minimum-
kennis omtrent waren, die hij verkoopt
cn waarborgen geven van de eenvoudigste
begrippen omtrent het beheer van zijn
eigen zaak, dan te zeggen, laat maar gaan:
..de on bekwamen zullen wij wel dooddruk
ken dat is niet alleen onsociaal, dat is
heidensch. Het is bovendien tegen het be
lang der gemeenschap. Het winkelbedrijf
toch neemt in het ruilverkeer een belang
rijke plaats in. En het behoort wel dege
lijk lot de laak der overheid ernstig toe te
zien, dat maar niet iedereen, vakman of
ondeskundige, zich opwerpt als tusschen-
persoon tusschen producent en consument,
zoolang de organisatie van den handeldrij
venden middenstand nog niet zóó ver ge
vorderd is, dat aan de vakgenooten zelf
het toezicht op de deugdelijke uitoefening
van het beroep kan worden overgelaten.
Alles bijeen genomen is dus het rapport
van den neutralen Middenstandsbond kort
zichtig en druischt bet in tegen den geest
van maatschappelijk herstel, welke alle or-
deli even den moeten voor staan.
Wij hopen daarom, dat van den kant
van andere middenstand'sgr-oepen een ver
standiger advies komt.
De toestand in Duitschland.
De verordeningen van de Rijks-
regeering.
Ook -de „Verein Deulscher Zeitungsver-
leger" (uitgevers der. Duitsche dagbladen),
die het grootste deel der Duitsche politie
ke dagbladen van rechts lot ver links om
vat en derhalve volkomen onpolitiek is,
heeft bij den rijk spre si dent en den: rijks
kanselier bezwaar gemaakt tegen de veror
deningen van den laatsten tijd, omdat zij
een onbillijke en te vermijden bemoeilijking
vormen van den reeds zwaren beroepsar
beid der uitgevers en hunner redactionee-
le medewerkers. Gewezen wordt op het
vage der verbodsbepalingen, op het gevaar
van een ongelijke handhaving der verorde
ning, daar de beslissing in handen der
plaatselijke pod/itie-autoriteilen wordt ge
legd en omdat' volgens verklaring van be
voegde zijde de verordening inzake het
krantenverbod terugwerkende kracht heeft.
Hierdoor wordt, naar de meening der uit-
gers, een rechtsonzekerheid geschapen,
die aan de pers de vervulling van haar taak
in dienst van rijk en volk onmogelijk moet
maken.
Het Centrum en de monarchie.
Op een Zondag le Stuttgart gehouden
vergadering van ihet centrum, ter herden
king van Erzberger, gaf de Wurtemberg-
sche minister van justitie, Bolz, een uiteen
zetting van den politicked toestand, die in
vele plinten van de opvattingen van Ber
lijn afwijkt. Bolz stelde zich op bet stand
punt, dat de persvrijheid niet mocht ont
aarden in een scheld- en leugenvrijheid.
Hij verklaarde echter uitdrukkelijk, het te
veroordeelen, dat op grond der rijksveror
dening de strijd eenzijdig tegen rechts
werd gevoerd. Hij meende, dat de staat
zoo sterk was geworden, dat hij niet bang
meer behoeft te zijn voor de bolsjewiek -
sche golf, al zouden er dan nog tal van
beroeringen komen. Thans was de strijd
tegen rechts op den voorgrond getreden en
er was geroepen, dat de republiek in ge
vaar was. Van centrums-standpunt zou
Bolz willen zeggen, dat de grondwet in ge
vaar was. De kwestie der republiek speelde
volgens hem een ondergeschikte rol. De
centrum-partij heeft zich over de kwestie
„republiek of monarchie" nog niet uit
gesproken. Maar wij, aldus spr., hebben
meegewerkt tot de grondwet en daarin de
republiek erkend. Wij staan tegenover iede
re poging, de grondwet uit den weg'te rui
men. Daarbij staat het onzen vrienden vrij
te wenschen, dat eens de monarchie zal
terugkeeren. Belangrijker is de vraag: „Hoe
komen wij uit onzen ellendigen toestand?"
Persoonlijk achtte spr. de poging om de
eisclien van het ultimatum na te komen,
ijo'el en liij geloofde niet meer aan de mo
gelijkheid, de Duitsche financiën met de
huidige middelen gezond te maken. Het
centrum heeft de taak, den wagen ia het
midden te houden op gevaar af van een
onpopulaire politiek. Deze taak is te
grooter, daar de andere groote burgerlij
ke partijen gefaald hebben en de democra
tie in alle groote" kwesties uit elkaar ge
scheurd is.
Ten slotte sprak de minister de hoop uit,
dat de Duitsche volkspartij weer tot de
regeering zou toetreden. De toenadering
tusschen onafhankelijker! en sociaal-demo
craten achtte hij voor de burgerlijke par
iyen geen heugelijke gebeurtenis.
De „Kölnische Zeitung" zegt naar aan
leiding dezer "uitingen, dat de hoop van
den minister, dat de D. V. P. weder tot
de regeering zou toetreden, slechts natuur
lijk is na de kenschetsing, die hij van zijn
eigen partij gegeven heeft, want volgens
deze is er tusschen liet centrum en de D.
V. P. geen verschil over de kwestie, die
door de socialisten steeds tegen de D. V.
P. wordt aangevoerd; ook de D. V. P. wil
de grondwet beschermen en laat den
„wensch" vrij, „dat eens de monarchie zal
terugkeeren." Ook het verwijt van den mi
nister, dal bij het voeren eener politiek van
liet midden de andere groote politieke par
tijen gefaald hebben, kan de D. V. P. niet
treffen. Al te optimistisch acht het blad de
opmerking van den minister, dat er geen
bolsjewieksch gevaar meer beslaat, een op
vatting, die ook niet door Berlijn wordt
gedeeld, gezien het verbod van communis
tische bladen. Of, vraagt de Kölnische, is
dat verbod slechts een schijn-concessie, die
den regel zou bevestigen?
Een voordracht van admiraal
Scheer verboden.
Volgens de „Konstanzer Zeiitung" heeft
de rijksminister van biinnenlandisdhe zaken
oen voordracht van admiraal Scheer over
den zeeslag bij het SfcagerraJk ■verboden.
Het verbod werd uitgevaardigd, nadat de
arbekle rso rganji'Sa ties van Konstanz hadden
aangekondigd, dat zij de voordracht met
ale middelen zouden verhinderen.
Een geheimzinnige brief
De ,3 Z. a. M." deelt mede, gistaren-
ochtend den volgenden brief te hebben
ontvangen: „Zeer geachte redactie. Het is
niet iioodig, mijn naam te publioeeren; ik
vertrek heden nog naar het buitenland.
Ik bin geen monarchist, maar een oud
soldaat, die, wat hij met zijn bloed heeft
betaald, niet door kapiitaalsmokkeiaars en
deserteurs wil laten opmaken. De lust der
schuldigen is nog zeer groot." Geteekend:
Frank Riese uit het schoone DusseJdorf.
Naar de ,3- Z." mededeelt, is deze brief
op het eerste gezicht geschreven met de
'hand van den man, die in het vreemde-
lingenboek van het hotel „Zum Hirsclh"
an On pen au teekende: Fr. Riese, jur.-slud.
uit «si op wien de verdenking
is gevaiïten, dat hij een van de beide moor-
deniaars van Erzberger is geweest. Ia de
brief echt, dan zou daainuit blijken, dat de
moordenaars, of tenminste één van hen,
zich gisteren te Berlijn beeft opgehouden.
De politie heeft onmiddellijk uitgebreide
maatregelen genomen om dat spoor fce
volgen.
De toestand in Ierland.
De vakvereenigingen en de
vrede.
De parlementaire commissie van liet
vakvereenigingisoongres en liet uil-voerend
comité der arbeiderspartij hebben ge
meenschappelijk een telegram aan den
premier gericht, waarin zij de meening
uitspreken dat het een ramp zooi zijn
indien zou worden toegestaan dat het
bestaande spontane gevoel ten gunste van
oen Ierschen vrede zou verdwijnen, ter
wijl de Icrsohe en Engel sche vertegen
woordigers tegenstrijdige nota's wisselen.
Het t-eflegram dringt krachtig aan op toe
passing van het meest gunstige alternatief
door zonder uitstel de I-ersche leiders lot
oen conferentie uit te nooddgen.
Het telegram protesteert tegen het
denkbeeld eener hervatting der vijandelijk
heden op grootere schaal.
Lord Curzon.
Gurzom. die ongesteld is, bevindt zich
niei onder de ministers die gisteravond
Londen hebben verlaten oni heden den
kabinetsraad to Inverness over den Ier
schen toestand bij te wonen.
Het lersche leger.
De ,J)aidy Mail" verneemt uit Dublin,
dat achter den eisch der Sinn Feiners, Ier
land ais een onafihankelijken staat te er
kennen,, het verlangen voorzit, de eer te
redden van het Iersdh Republikein sdhe
leger, dat alsdan een nationaal leger zou
worden.
Een telegram aan De Valera.
De leden der „Roger Gaseanenit Sinn
Fein Glub" te Londen hebben aan De
Valera een telegram gezonden, waarin zij,
in liun eerste meeting gehouden sedert
liet begin van den wapenstilstand, bun
bewondering uitdrukken over zijn patrioti-
sche houding en het standpunt, dat hij en
zijn medeleden van den Dail Eireann
blijven innemen en waarin zij hem alien
verderen steun toezeggen.
DE ONTWAPENING 1
Het doet eigenaardig aan, terwijl de
volkenboiiudsverga dering over ontwape
ning spreekt, het volgende te lezen:
De Fran sche militaire luchtvaart zal
het volgende jaar over 40.000 vliegtuigen
beschikken, watnmeer de begrooting van
oorlog aangenomen wordt. Het vliegers-
corps zou dan bestaan uit 286 regimen
ten elk 12 eskaidieirs tellende.
De Fransche vliegtuigfabrieken hebben
op het oogenblik volop werk. De reigee-
i ring heeft de fabrikanten in die gelegen-
i heid gesteld het grootste aantal bestelliin-
gien na te komen. Framfkrijik heeft op het
oogenbijk ook veel bestellingen voor Ja
pan en Amerika.
De Temps" deeit bijzonderheden mee
omtrent drie nieuwe typen van metalen
vliegtuigen, die gebouwd zdjm in de Petit
Greusot-fabri-eiken, te GhaJon aan de Sa-
ome. Het zijn militaire machines, twee
dekkers, bestemd voor nachtelijke toch
ten; het geraamte bestaat geheel uit me
taal, staal en aduinimum. De bewape
ning bestaat uit twee madiine-geweren.
Deze vliegtuigen! kummen 1800 K.G. dira-
gen en benriine voor een vlucht van vijf
uur. Zij hebben vier m-otoren vtan 350
P.K. en het totale gewicht van 9000 K.G.
Het kan een hoogte bereiken vam 5500 M.
HET ULTIMATUM DER ENTENTE
AAN HONGARIJE.
Naar uit Weenien wordt gemeld, is het
ultimatum der Entente, dat te Boedapest
is overhandigd, m zeer scherpen toon ge
steld. Een minder scherpe redactie werd
door Italië afgekeurd-. In de inleiding van
het ultimatum wordt er op gewezen, dat
Hongarije voor die overschrijding van de
grens en de bloedige botsingen ten volle
verantwoordelijk wordt gesteld, dat niet
tegenstaande allle waarschuwingen dier
Entente Stephan Friedlrióh en andere ele
menten in het aan Oostenrijk behoorende
gebied van het B urgent and rijm binmen-
gekotmen. Ten slotte ci'scht de no-ta, in
bet bijzonder die aandacht vestigend op
dien ernst van den toestand, dat Honga
rije die verplichtingen, in het vredesver
drag opgelegd, onmiddellijk zal nakomen,
d'aar de getrouwe nakoming dter bepalin
gen van het verdrag het politiek bestaan
van den Hongaarschen staat beteekent.
Die bladen te Belgrado melden, dat er
op het oogenblik onderhandelingen gaan
de rijn te Praag over een ultimatum, dat
door de kleine Entente te Boedapest over
handigd zou worden. De ministerraad1 is
tegen morgen bijeengeroepen om over
den toestand te beraadslagen.
Verder wordt uit Weenen gemeld, dat
de Honigaarsche regeering gisteren een
nieuw diplomatiek aanbod inzake West-
Hongarijc ter kennis van de Dudtsch-
0-o-stenrijkscbe regeering heeft gebracht.
Hongarije ziet daarin van al rijn tevoren
gestelde eiischeix in zake Oedenbuug af,
stmt zon/der voorbehoud in den afstand
van het West-Hougaarsche gebied toe,
mei uitzondering van de stad1 Oedenburg
en omgeving. Men meenit, dat dit aanbod
een nieuwe poging van Hongarije is om
die zaak op de lange baan te schuiven.
0iüB ISliTiML BERICHTEN.
DE LEVENSSTANDAARD IN
DUITSCHLAND.
Het rijksindexcijfer voor de kosten van
levensonderhoud betrekking hebbend op
de uitgaven voor voeding, verwarming,
verlichting eu woning in Duitschland is
van Juli tot Augustus met 82 punten ge
stegen n.l. van 963 tot 1045. Het laagste
punt van-idit jaar was April met 880. De
stijging der broodprijzen, die midden Aug.
intrad, komt in het indexcijfer pas voorde
helft tot Uitdrukking. Tot de stijging droe
gen de prijsverhoogingen van een groot
aantal andere levensmiddelen (vet, var-
kensvleesch, peulvruchten, eieren en viscb)
bij. Alleen aardappelen en groente daalden
eenigszins in prijs.
De hoofdcommissaris van politie te
Londen is gezwicht voor de argumenten,
die tegen het verbieden van lussen-han
gers in trams en omnibussen bij bem
werden ingebracht. Hij heeft toegestaan
dat ook na 1 October e.'k. „strap-hanging"
zal, mogen blijven bestaan, lot dien tijd dat
er nog meer trams en omnibussen zijn
aangebouwd.
Een groep Amerikaansche toeristen,
die op bet oogenblik in Londen vertoeft,
heeft Lloyd George een kistje sigaren doen
toekomen als bewijs hunner hoogachting.
Het kistje is eergisteren met een. bijzon-:
deren koerier naar Schotland gezonden,
waar, naar men weet, Lloyd George zich
voor den aldaar te houden kabinetsraad!
bevindt.
Bij het geschenk is een schrijven ge-,
voegd, waarin wordt gezegd dat de schen
kers vernomen hebben dat de premier van
een goede sigaar houdt. Zij koesteren]
hoogachting voor hem en bewonderen
zijn poging den vrede in Ierland tot standi
te'brengen. Vandaar dat zij de gift verge
zeld doen gaan van den wensch, dat
Groot-B rittairnië en Ierland spoedig teza
men de vredespijp zullen rooken.
In den „Zoölogischen Garten" te'
Dresden hebben Zondag zakkenrollers een
gebruikt door plotseling te roepen
„De leeuw is losgebroken!" Er ontstond
onder de duizenden bezoekers een ontzet
tende paniek, gedurende welke de zakken-*
rollers hun slag sloegen. Vele portemon--
naie's, damestaschjes, horloges en kettin
gen zijn als gestolen aangegeven.
De vorige week werd 's morgens om
vijf uur bij dien „Regierungsrat" V011
Steie te Wilmersdorf aangebeld door eert
man zonder hoed op of jas aan, die zich'
voor den broeder van mevrouw Von Stein
uitgaf. Met het oog op het vroege uur
wees de bediende hem de deur, waarop de'
man heenging; even later kwam hij langs
met een man in uniform. Sedert heeft men'
niets meer van den raadselachtiger! bezoe
ker vernomen. De mogelijkheid bestaat,
dat het inderdaad de broeder van me
vrouw Von Stein geweest is.Zij vermist
n.l. sedert-September '18, dien stormaanval
op Kamer ijk, haar broer, die als luitenant
bij een kurassiersregiment dien aanval
meemaakte. Hij werd destijds als vermist
gemeld en heeft sedert geen levensteekeni
meer gegeven en zijn lijk is ook niet ge
vonden. De familie heeft een groote heloo-
ning uitgeloofd om te weten te komen of
hij werkelijk nog in leven is.
Dinsdag heeft een groot aantal werk-
loozen te Dundee een belooging gehouden.
De vensters en deuren van eenige gemeen
telijke bureaux werden vernield. De poli
tie dieed een charge en joeg de menigte uit
een. Verscheiden personen werden ge
wond.
BLIND ANTI-PAPISME. T
We wezen er onze lezers al meer
malen op, dat de „Nederlander" tegen
woordig geen gelegenheid onbenut laat
om tegen „Rome" te ageeren. Zoo drukt
hij in een zijner laatste num
mers artikel over uit het „Zoek
licht", het anti-papistisch scheidblaadje,
waarvan de heer Joh. de Heer hoofdre
dacteur is, die blijkens zijn mededee-
lingen in kennis kwam met „een gewezsm
R. K. priester" in Den Haag, en die
met dezen nu een „plan tot samenwer
king" heeft opgemaakt.
Dit „Zoeklicht" nu vond in de „Los
Angelos Times" een betoog over „De
groeiende macht van Rome", een stuk
dat alleen maar het uiterlijk der dingen
bekijkt en dan ook weinig interessant
is, al noemt het dan de „opbloei van
Rome's macht een der belangrijkste fei
ten van den tegenwoordigen tijd."
„De Nederlander" vraagt zich af, .wat
de Protestanten daar tegen kunnen doen.
Protes'tvergaderingen zijn niet genoeg. Er
moet meerdere aaneensluiting zijn van de
goloovige Protestanten en een krachtige
verkondiging van het Evangelie. „Im
mers", aldus de „Nederlander", „de
groote zwakheid van het Protestantisme
is, dat zoovele Protestanten zijn afgegle
den tot 'n vage religiositeit of tot een
besliste loochening der geopenbaarde
.vku raar het duitsch,
tweede deel, s
Muller schrok. Was zij krankzinnig
geworden 5
naai oogen staarden hem wezenloos
aan.
Stel u gerust, juffrouw Holt, of ik
wil liever mevrouw Guthbridge zeggen
sprak hij op bedaarden toon. Van
die geheele ongelukkige geschiedenis
behoeft geen mensch iets te weten
indien u niet wil. Het spijt mij wel
voor de familie Wallhagen, maar eigen
lijk is ieder zich zelf de naaste."
als'bed wei mdZ.e'dS AuSusta' nog altijd
moeten het met elkander eens
worden ging Muller voort. „Ik moet
natuurlijk mijn aandeel hebben."
„Watverlangt gij
„Hm," zeide Muller dralend, „u ziet,
W zou groote sommen ineens kunnen
Jagen, een half of wel een geheel
«lihoeu; maar ik ben bescheiden en
wil daarom voor heden met vijftien
duizend gulden tevreden zijn."
Het leven scheen langzamerhand in
de oogen der jonge weduwe terug te
keeren ook haar wangen, die eerst
zoo bleek waren, kregen weer iets, dat
op een kleur geleek.
„Nu vroeg hij, toen zij niet ant
woordde.
„Gij hebt van mijn man, weinige
dagen geleden, nog vijf duizend gulden
gehad."
„Weet u dat?" riep Muller verrast.
„Uw man heeft u dus in het vertrou
wen genomen Waarom deed u dan
alsof u volstrekt niets van de zaak
wist
„Mijn man heeft mij niets gezegd,
maar ik was bij uw laatste onderhoud
met hem tegenwoordig."
„U was tegenwoordig?" vroeg Mul
ler ongeloovig.
„Ik zat toevallig in een der venster
nissen, toen men u in de bibliotheek
bracht. Ik verstond niet alles wat ge
sproken werd, maar genoeg om mij te
overtuigen, dat mijn man zich van u
geld liet afpersen."
„Juist, vijfduizend gulden."
„Hebt gij dan nu al die som verkwist?
„Wees gerust, ik zal u in de eerste
weken nog niet tot den bedelstaf bren
gen," hernam Muller op spottenden
toon. „Sedert ik hier op Guruguh die
mooie geldbron heb ontdekt, waaruit
ik naar gelieven kan scheppen, leef ik
natuurlijk niet meer gelijk een armen
drommel, maar een verkwister ben ik
toch niet. Indien u nieuwsgierig is,
waarvoor ik het geld noodig heb, zal ik
het u zeggen. Mijn zwager, die mij vroe
ger, zoo te spreken de deur wees, heeft
van de groote erfenis gehoord, die mij
ten deel is gevallen ha I ha ha
en wenscht er natuurlijk ook een beetje
van te hebben. Hij kwam gisteren in
eigen persoon bij mij en verzocht mij,
hem vijftien duizend gulden te leenen.
Ik beloofde het hem, waarom zou ik het
ook niet doen Ik wist immers, dat u
zich zou haasten mij die som uit te be
talen."
„Ik kan u die som niet geven."
„Mijn lieve juffrouw Holt, u gek
scheert maar. Ik houd u voor te ver
standig om te kunnen veronderstellen,
dat u dwaasheden zou begaan."
„Ik bezit zooveel baar geld niet en,
indien ik het bezat
„Zou u het mij dadelijk ter hand stel
len, dat is te begrijpen."
„Neen," riep zij hartstochtelijk. „Ik
vrees u niet. Wie is er mij borg voor,
dat hetgeen gij hebt verteld, waarheid
is
En zelfs indien het 200 ware, gelooft
gij, dat uw woord alleen als bewijs zou
geiden
„De geldige bewijzen kunnen, in
dien het noodig is, zonder moeilijkheid
worden bijgebracht, mevrouw ik raad u
echter als vriend het niet zoover te la
ten komen."
„Ik heb op het oogenblik niet zoo
veel geld."
„Geef mij dan een briefje op uw ban
kier, dat is voldoende."
„Opdat gij de volgende week weer
hier kunt verschijnen om een nog groo
tere som voor een tweeden zwager te
eischen."
„Misschien wel," hernam Muller op
kalmen toon.
„Houdt gij mijn kas voor onuitput
telijk?" Mevrouw Guthbridge bee de
van opgewondenheid en drift.
„Mijn lieve dame, op deze wijze ko
men wij niet verder.
Wil u mijn voorwaarden aannemen
of niet
„Neen gij zijt een bedrieger, een af
zetter
Muller stond op. „Vaarwel, mevrouw
tot wederziens
„Wat gaat gij doen
Tevergeefs trachtte Augusta eenige
vastheid aan haar stem te geven.
„O niets bijzonders. Ik denk, dat ik
de familie Walhagen eens een bezoek ga
brengen."
„U is van plan, daar die, onge-
loofelijk; geschiedenis te vertellen
„Waarschijnlijk. U wil mijn zwijgen
niet betalen, misschien gelukt het "mij,
eën behoorlijken prijs voor mijn spre
ken te krijgen."
„Max Wallhagen is er de man niet
naar om naar u te luisteren door een
dusdanigen stap zult gij niets winnen."
„Laat dat aan mijn zorg over, lieve
juffrouw Holt."
„Wacht even," riep Augusta, toen
Muller zich na een spotachtige buiging
naar de deur begaf, „ik wil over uw voor
stel nadenken."
,,Nu goed, ik geef u tijd tot dezen
avond, niet ianger. Wanneer mag ik
terugkomen om uw definitief besluit te
vernemen
.Niet dezen avond. Het zou te zeer in
't oog loopen bij de beai enden, L die u
hier tweemaal op een dag wilde ver
schijnen, en wij moeten in ieder geval
alles vermijden, wat opzien baren kan."
„Daarin heeft u niet geheel or.gelnk.
Maar ik moet toch heden nog uw ant
woord hebben. Wil u liever erge is bui
ten het kasteel met mij samen komen,
zoo vind ik dat ook goed."
„Gij moet mij tijd geven. Ir. den loop
der vlolger.de week...."
„Vandaag moet ik nog antwoord
hebben," viel Muller haar in de redei.
„Mijn zwager wil morgen weer vertrek
ken krijg ik het geld niet van u, dan
moet ik het mij van de anderen ver
schaffen."
„De familie Wallhagen is ar.m."
Muller haalde de schouders op.
„Waar kan ik u dezen avond zien Zal
ik hier komen, of treffen wij ons op de
een of andere plaats in het park
„Niet hier."
„In 't park dan?"
Augusta draalde.
„Indien u bang voor mij is, breng dan
maar een paar flinke bedienden mee."
Hij iachte.
i
Wordt vervolgd.