BINNENLANÖ feuilleton BUITENLAND Btuler Valsche Vlag Virkeerd geziöu eigenbelang. |)ONTVFPn\n SFPTFMBER 1921 NOORD-HOLLANDSCH 74e TAAPH4NG Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaarf2.— MefoeSr^óndagsbhd' 60 f' hooger. Aai alle Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bjj voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 Ibonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100—, f 60,—, f 35,—, f 15,- De vorige week maakten wij melding ♦YLeti het antwoord, dat het bestuur van den (neutralen) Middenstandsbond gege ven heeft op een rapport van den Midden- siandsraad, betreffende de wcnschelijkheid van invoering van overheidsmaatregelen ten aanzien van iemand's geschiktheid om als winkelier op te treden. „De Standaard" vestigde er de aandacht op, dat het eigenaardige antwoord van dea Middenslandsbond zeker geen alge- moene instemming zal vinden en door an dere middenstandsorganisaties wel weer sproken mocht worden. De kwestie is inderdaad belangrijk ge noeg om er wat dieper op in te gaan. Eekigen tijd geleden heeft de Midden standszaad het gevoelen van den Midden standsbond gevraagd inzake het vastsellen van bepalingen, waaraan in het vervolg ieder zou moeten voldoen, die zich als winkelier of als (ambachts)patroon -wil vestigen, zulks mot de bèdocling, beper king te verkrijgen van bet aantal vakgé- nooten, dat naar het inzicht van den .Mfd- denstandaraad thans te groot is. Dit ge schiedde naar aanleiding van een rapport van een commissie uil den Middenstands- raad, die had te rapporteeren over de vraag of het wsPAchelijk is, van overheids wege vast te stellen, dsJ iemand, alvorens zich als winkelier te mogen vestigen, aan een door de overheid ingestelde commissie de bewijzen moet overleggen, voldoende warenkennis tc bezitten en op de hoogte le zijn van eenvoudig duidelijk boekhouden. Nu stellen wij voorop, dat het uitgangs punt voor deze actie van den Midriea- standsraad lite! gelukkig gekozen was. Men kan van mee rang zijn, dat het "bedrijf van winkelier in toekomst eenige reglemen- téering en controle r.oodig heeft, zonder dat het aantal winkeliers behoeft beperkt te worden. En ook al is men de meerling toegedaan, dat het aantal winkeliers te groot is geworden (men denke aan de „vliegende winkels" en allerlei oorlogsuit- wasseoV, dan kan men nog over betere vakopleiding en dergelijke pralen, zonder daarvoor een al of niet noodzakelijke be perking van het aantal winkeliers als uit gangspunt te nemen. Wat doet nu echter de neutrale Midden- sfcndsbond? Inplaats van ter loops op liet In zijn oog foutieve verband tusschen re geringsmaatregelen en het aantal vakge- noolen in den handeldrijvenden midden stand te wijzen, wordt in het adres heftig gefulmineerd tegen wat genoemd wordt de pogingen van den Middenstandsraad om door wettelijke maatregelen het aantal winkeliers te beperken. Ja, zelfs wordt in het adres gezegd, dat er over die maatre gelen zelf nog wel te praten zou zijn, maar om het gelegde verband wil men er niets van weten 1 Moeten wij het aan het zich blind sla- ren op dat vermeende verband toeschrij ven, dat het adres van den Middenstands bond lot een conclusie komt, welke ge dachten wekt aan den allerslechtsen lijd van dc voorafgaande eeuw, aan het hoog tij van de liberale idee op economisch terrein? In dat adres toch lezen wij: „De Middenstandsbond wijst af de so- crallsatie-idecën, maar hij wijst ook af het streven van degenen, die èn door bescherming van de tegenwoordige vak- genooten, èn door wering van lien, aan wie na ons de toekomst is, het particulier initiatief schaden. De midden stand vindt zijn kracht in een vrije en onbeperkte wijize van uitoefening van de bedrijven. Alleen daardoor kan hij vol doen aan de sociale waarde zijner taak: hel' dienen van de gemeenschap. Het is waar, dat er goede vaklui zijn en min der goede. Maar zal men nu door be perking van het aantal vakgenooteu het peil kunnen verheffen? Ten hoogste zou daarvan eenige sprake kunnen zijn voor de toekomst, doch dat is ook nog twijfel achtig. Welke is nl. de eerste eisch oin zich staande te kunnen houden? Het be schikken over voldoende energie. Kan door het afnemen van een examen daar over geoordeeld worden? Immers neen. Wanneer er met redenen gezegd kan worden: er is een „te veel", dan mag ook gevraagd worden: wie is er te veel? Wel-, nu, wie er te veel is, wordt doodgedrukt in den maalstroom der onderlinge vrije concurrentie. En het kan niet anders, of degenen, die dit lot ondergaan, zijn de slechtsten. de oncordeelkundigen, de on- betrouwbaren, de zwakken en de slap pen, want wie een goed vakman is, met oordeel en kennis toegrust, met lust en energie gewapend, die zal zich wel weten Je handhaven." Wat zegt men van dat „vrije en onbe perkte uitoefenen van het bedrijf", van dat „dooddrukken in den maalstroom der onderlinge vrije concurrentie?" Meer gehoord niet waar, maar lang, heel lang geleden Wij mochten veronderstellen, dat zulke theorieën uit den tijd waren. Wie kan er tegenwoordig „vrij en onbe perkt" doen wat hij wil? En nu kan men legen al te groote staatsinmenging, tegen socialisatie en ambtenarij zijn, vergen, dat in onze gecompliceerde maatschap pij iedereen maar doet wat hij wil, is de door de geschiedenis als valsche en ver derfelijke leei van het economische libe ralisme opnieuw binnen balen. 't Is juist de ware taak^van de Over heid om te leiden, om het persoonlijk initial ef binnen de grenzen -van het al gemeen belang ontwikkelingsmogelijkheid Je gever, en zijn groeikracht te bevorderen Dit geschiedt echter door leiding en niet door onthouding. En nu is just het ken merkende in een juiste, dus een chris telijke opvatting van regeeaungsbeleid dat zij de vrije krachten in den staat niet onderdrukt, door zelf alles ter hand le nemen, maar ook niet ieder aan zijn lot over laat en naar eigen inzicht laat han delen. Maar behalve, dat de Middenstands bond liberale, dus onchristelijke theo- rrieën verkondigt, gaat hij kortzichtig ook tegen zijn Ctgen belang en dat der gemeen schap in. Het kan niet anders dan tot bloei van een goeden middenstand strekken dat de onkundigen, de scharrelaars uit het win kelbedrijf verdwijnen, of althans in de toekomst belet worden er in te komen. En dan is het toch heel wat redelijker en verheffender om te zeggen: laat iedere winkelier proeven afleggen van minimum- kennis omtrent waren, die hij verkoopt cn waarborgen geven van de eenvoudigste begrippen omtrent het beheer van zijn eigen zaak, dan te zeggen, laat maar gaan: ..de on bekwamen zullen wij wel dooddruk ken dat is niet alleen onsociaal, dat is heidensch. Het is bovendien tegen het be lang der gemeenschap. Het winkelbedrijf toch neemt in het ruilverkeer een belang rijke plaats in. En het behoort wel dege lijk lot de laak der overheid ernstig toe te zien, dat maar niet iedereen, vakman of ondeskundige, zich opwerpt als tusschen- persoon tusschen producent en consument, zoolang de organisatie van den handeldrij venden middenstand nog niet zóó ver ge vorderd is, dat aan de vakgenooten zelf het toezicht op de deugdelijke uitoefening van het beroep kan worden overgelaten. Alles bijeen genomen is dus het rapport van den neutralen Middenstandsbond kort zichtig en druischt bet in tegen den geest van maatschappelijk herstel, welke alle or- deli even den moeten voor staan. Wij hopen daarom, dat van den kant van andere middenstand'sgr-oepen een ver standiger advies komt. De toestand in Duitschland. De verordeningen van de Rijks- regeering. Ook -de „Verein Deulscher Zeitungsver- leger" (uitgevers der. Duitsche dagbladen), die het grootste deel der Duitsche politie ke dagbladen van rechts lot ver links om vat en derhalve volkomen onpolitiek is, heeft bij den rijk spre si dent en den: rijks kanselier bezwaar gemaakt tegen de veror deningen van den laatsten tijd, omdat zij een onbillijke en te vermijden bemoeilijking vormen van den reeds zwaren beroepsar beid der uitgevers en hunner redactionee- le medewerkers. Gewezen wordt op het vage der verbodsbepalingen, op het gevaar van een ongelijke handhaving der verorde ning, daar de beslissing in handen der plaatselijke pod/itie-autoriteilen wordt ge legd en omdat' volgens verklaring van be voegde zijde de verordening inzake het krantenverbod terugwerkende kracht heeft. Hierdoor wordt, naar de meening der uit- gers, een rechtsonzekerheid geschapen, die aan de pers de vervulling van haar taak in dienst van rijk en volk onmogelijk moet maken. Het Centrum en de monarchie. Op een Zondag le Stuttgart gehouden vergadering van ihet centrum, ter herden king van Erzberger, gaf de Wurtemberg- sche minister van justitie, Bolz, een uiteen zetting van den politicked toestand, die in vele plinten van de opvattingen van Ber lijn afwijkt. Bolz stelde zich op bet stand punt, dat de persvrijheid niet mocht ont aarden in een scheld- en leugenvrijheid. Hij verklaarde echter uitdrukkelijk, het te veroordeelen, dat op grond der rijksveror dening de strijd eenzijdig tegen rechts werd gevoerd. Hij meende, dat de staat zoo sterk was geworden, dat hij niet bang meer behoeft te zijn voor de bolsjewiek - sche golf, al zouden er dan nog tal van beroeringen komen. Thans was de strijd tegen rechts op den voorgrond getreden en er was geroepen, dat de republiek in ge vaar was. Van centrums-standpunt zou Bolz willen zeggen, dat de grondwet in ge vaar was. De kwestie der republiek speelde volgens hem een ondergeschikte rol. De centrum-partij heeft zich over de kwestie „republiek of monarchie" nog niet uit gesproken. Maar wij, aldus spr., hebben meegewerkt tot de grondwet en daarin de republiek erkend. Wij staan tegenover iede re poging, de grondwet uit den weg'te rui men. Daarbij staat het onzen vrienden vrij te wenschen, dat eens de monarchie zal terugkeeren. Belangrijker is de vraag: „Hoe komen wij uit onzen ellendigen toestand?" Persoonlijk achtte spr. de poging om de eisclien van het ultimatum na te komen, ijo'el en liij geloofde niet meer aan de mo gelijkheid, de Duitsche financiën met de huidige middelen gezond te maken. Het centrum heeft de taak, den wagen ia het midden te houden op gevaar af van een onpopulaire politiek. Deze taak is te grooter, daar de andere groote burgerlij ke partijen gefaald hebben en de democra tie in alle groote" kwesties uit elkaar ge scheurd is. Ten slotte sprak de minister de hoop uit, dat de Duitsche volkspartij weer tot de regeering zou toetreden. De toenadering tusschen onafhankelijker! en sociaal-demo craten achtte hij voor de burgerlijke par iyen geen heugelijke gebeurtenis. De „Kölnische Zeitung" zegt naar aan leiding dezer "uitingen, dat de hoop van den minister, dat de D. V. P. weder tot de regeering zou toetreden, slechts natuur lijk is na de kenschetsing, die hij van zijn eigen partij gegeven heeft, want volgens deze is er tusschen liet centrum en de D. V. P. geen verschil over de kwestie, die door de socialisten steeds tegen de D. V. P. wordt aangevoerd; ook de D. V. P. wil de grondwet beschermen en laat den „wensch" vrij, „dat eens de monarchie zal terugkeeren." Ook het verwijt van den mi nister, dal bij het voeren eener politiek van liet midden de andere groote politieke par tijen gefaald hebben, kan de D. V. P. niet treffen. Al te optimistisch acht het blad de opmerking van den minister, dat er geen bolsjewieksch gevaar meer beslaat, een op vatting, die ook niet door Berlijn wordt gedeeld, gezien het verbod van communis tische bladen. Of, vraagt de Kölnische, is dat verbod slechts een schijn-concessie, die den regel zou bevestigen? Een voordracht van admiraal Scheer verboden. Volgens de „Konstanzer Zeiitung" heeft de rijksminister van biinnenlandisdhe zaken oen voordracht van admiraal Scheer over den zeeslag bij het SfcagerraJk ■verboden. Het verbod werd uitgevaardigd, nadat de arbekle rso rganji'Sa ties van Konstanz hadden aangekondigd, dat zij de voordracht met ale middelen zouden verhinderen. Een geheimzinnige brief De ,3 Z. a. M." deelt mede, gistaren- ochtend den volgenden brief te hebben ontvangen: „Zeer geachte redactie. Het is niet iioodig, mijn naam te publioeeren; ik vertrek heden nog naar het buitenland. Ik bin geen monarchist, maar een oud soldaat, die, wat hij met zijn bloed heeft betaald, niet door kapiitaalsmokkeiaars en deserteurs wil laten opmaken. De lust der schuldigen is nog zeer groot." Geteekend: Frank Riese uit het schoone DusseJdorf. Naar de ,3- Z." mededeelt, is deze brief op het eerste gezicht geschreven met de 'hand van den man, die in het vreemde- lingenboek van het hotel „Zum Hirsclh" an On pen au teekende: Fr. Riese, jur.-slud. uit «si op wien de verdenking is gevaiïten, dat hij een van de beide moor- deniaars van Erzberger is geweest. Ia de brief echt, dan zou daainuit blijken, dat de moordenaars, of tenminste één van hen, zich gisteren te Berlijn beeft opgehouden. De politie heeft onmiddellijk uitgebreide maatregelen genomen om dat spoor fce volgen. De toestand in Ierland. De vakvereenigingen en de vrede. De parlementaire commissie van liet vakvereenigingisoongres en liet uil-voerend comité der arbeiderspartij hebben ge meenschappelijk een telegram aan den premier gericht, waarin zij de meening uitspreken dat het een ramp zooi zijn indien zou worden toegestaan dat het bestaande spontane gevoel ten gunste van oen Ierschen vrede zou verdwijnen, ter wijl de Icrsohe en Engel sche vertegen woordigers tegenstrijdige nota's wisselen. Het t-eflegram dringt krachtig aan op toe passing van het meest gunstige alternatief door zonder uitstel de I-ersche leiders lot oen conferentie uit te nooddgen. Het telegram protesteert tegen het denkbeeld eener hervatting der vijandelijk heden op grootere schaal. Lord Curzon. Gurzom. die ongesteld is, bevindt zich niei onder de ministers die gisteravond Londen hebben verlaten oni heden den kabinetsraad to Inverness over den Ier schen toestand bij te wonen. Het lersche leger. De ,J)aidy Mail" verneemt uit Dublin, dat achter den eisch der Sinn Feiners, Ier land ais een onafihankelijken staat te er kennen,, het verlangen voorzit, de eer te redden van het Iersdh Republikein sdhe leger, dat alsdan een nationaal leger zou worden. Een telegram aan De Valera. De leden der „Roger Gaseanenit Sinn Fein Glub" te Londen hebben aan De Valera een telegram gezonden, waarin zij, in liun eerste meeting gehouden sedert liet begin van den wapenstilstand, bun bewondering uitdrukken over zijn patrioti- sche houding en het standpunt, dat hij en zijn medeleden van den Dail Eireann blijven innemen en waarin zij hem alien verderen steun toezeggen. DE ONTWAPENING 1 Het doet eigenaardig aan, terwijl de volkenboiiudsverga dering over ontwape ning spreekt, het volgende te lezen: De Fran sche militaire luchtvaart zal het volgende jaar over 40.000 vliegtuigen beschikken, watnmeer de begrooting van oorlog aangenomen wordt. Het vliegers- corps zou dan bestaan uit 286 regimen ten elk 12 eskaidieirs tellende. De Fransche vliegtuigfabrieken hebben op het oogenblik volop werk. De reigee- i ring heeft de fabrikanten in die gelegen- i heid gesteld het grootste aantal bestelliin- gien na te komen. Framfkrijik heeft op het oogenbijk ook veel bestellingen voor Ja pan en Amerika. De Temps" deeit bijzonderheden mee omtrent drie nieuwe typen van metalen vliegtuigen, die gebouwd zdjm in de Petit Greusot-fabri-eiken, te GhaJon aan de Sa- ome. Het zijn militaire machines, twee dekkers, bestemd voor nachtelijke toch ten; het geraamte bestaat geheel uit me taal, staal en aduinimum. De bewape ning bestaat uit twee madiine-geweren. Deze vliegtuigen! kummen 1800 K.G. dira- gen en benriine voor een vlucht van vijf uur. Zij hebben vier m-otoren vtan 350 P.K. en het totale gewicht van 9000 K.G. Het kan een hoogte bereiken vam 5500 M. HET ULTIMATUM DER ENTENTE AAN HONGARIJE. Naar uit Weenien wordt gemeld, is het ultimatum der Entente, dat te Boedapest is overhandigd, m zeer scherpen toon ge steld. Een minder scherpe redactie werd door Italië afgekeurd-. In de inleiding van het ultimatum wordt er op gewezen, dat Hongarije voor die overschrijding van de grens en de bloedige botsingen ten volle verantwoordelijk wordt gesteld, dat niet tegenstaande allle waarschuwingen dier Entente Stephan Friedlrióh en andere ele menten in het aan Oostenrijk behoorende gebied van het B urgent and rijm binmen- gekotmen. Ten slotte ci'scht de no-ta, in bet bijzonder die aandacht vestigend op dien ernst van den toestand, dat Honga rije die verplichtingen, in het vredesver drag opgelegd, onmiddellijk zal nakomen, d'aar de getrouwe nakoming dter bepalin gen van het verdrag het politiek bestaan van den Hongaarschen staat beteekent. Die bladen te Belgrado melden, dat er op het oogenblik onderhandelingen gaan de rijn te Praag over een ultimatum, dat door de kleine Entente te Boedapest over handigd zou worden. De ministerraad1 is tegen morgen bijeengeroepen om over den toestand te beraadslagen. Verder wordt uit Weenen gemeld, dat de Honigaarsche regeering gisteren een nieuw diplomatiek aanbod inzake West- Hongarijc ter kennis van de Dudtsch- 0-o-stenrijkscbe regeering heeft gebracht. Hongarije ziet daarin van al rijn tevoren gestelde eiischeix in zake Oedenbuug af, stmt zon/der voorbehoud in den afstand van het West-Hougaarsche gebied toe, mei uitzondering van de stad1 Oedenburg en omgeving. Men meenit, dat dit aanbod een nieuwe poging van Hongarije is om die zaak op de lange baan te schuiven. 0iüB ISliTiML BERICHTEN. DE LEVENSSTANDAARD IN DUITSCHLAND. Het rijksindexcijfer voor de kosten van levensonderhoud betrekking hebbend op de uitgaven voor voeding, verwarming, verlichting eu woning in Duitschland is van Juli tot Augustus met 82 punten ge stegen n.l. van 963 tot 1045. Het laagste punt van-idit jaar was April met 880. De stijging der broodprijzen, die midden Aug. intrad, komt in het indexcijfer pas voorde helft tot Uitdrukking. Tot de stijging droe gen de prijsverhoogingen van een groot aantal andere levensmiddelen (vet, var- kensvleesch, peulvruchten, eieren en viscb) bij. Alleen aardappelen en groente daalden eenigszins in prijs. De hoofdcommissaris van politie te Londen is gezwicht voor de argumenten, die tegen het verbieden van lussen-han gers in trams en omnibussen bij bem werden ingebracht. Hij heeft toegestaan dat ook na 1 October e.'k. „strap-hanging" zal, mogen blijven bestaan, lot dien tijd dat er nog meer trams en omnibussen zijn aangebouwd. Een groep Amerikaansche toeristen, die op bet oogenblik in Londen vertoeft, heeft Lloyd George een kistje sigaren doen toekomen als bewijs hunner hoogachting. Het kistje is eergisteren met een. bijzon-: deren koerier naar Schotland gezonden, waar, naar men weet, Lloyd George zich voor den aldaar te houden kabinetsraad! bevindt. Bij het geschenk is een schrijven ge-, voegd, waarin wordt gezegd dat de schen kers vernomen hebben dat de premier van een goede sigaar houdt. Zij koesteren] hoogachting voor hem en bewonderen zijn poging den vrede in Ierland tot standi te'brengen. Vandaar dat zij de gift verge zeld doen gaan van den wensch, dat Groot-B rittairnië en Ierland spoedig teza men de vredespijp zullen rooken. In den „Zoölogischen Garten" te' Dresden hebben Zondag zakkenrollers een gebruikt door plotseling te roepen „De leeuw is losgebroken!" Er ontstond onder de duizenden bezoekers een ontzet tende paniek, gedurende welke de zakken-* rollers hun slag sloegen. Vele portemon-- naie's, damestaschjes, horloges en kettin gen zijn als gestolen aangegeven. De vorige week werd 's morgens om vijf uur bij dien „Regierungsrat" V011 Steie te Wilmersdorf aangebeld door eert man zonder hoed op of jas aan, die zich' voor den broeder van mevrouw Von Stein uitgaf. Met het oog op het vroege uur wees de bediende hem de deur, waarop de' man heenging; even later kwam hij langs met een man in uniform. Sedert heeft men' niets meer van den raadselachtiger! bezoe ker vernomen. De mogelijkheid bestaat, dat het inderdaad de broeder van me vrouw Von Stein geweest is.Zij vermist n.l. sedert-September '18, dien stormaanval op Kamer ijk, haar broer, die als luitenant bij een kurassiersregiment dien aanval meemaakte. Hij werd destijds als vermist gemeld en heeft sedert geen levensteekeni meer gegeven en zijn lijk is ook niet ge vonden. De familie heeft een groote heloo- ning uitgeloofd om te weten te komen of hij werkelijk nog in leven is. Dinsdag heeft een groot aantal werk- loozen te Dundee een belooging gehouden. De vensters en deuren van eenige gemeen telijke bureaux werden vernield. De poli tie dieed een charge en joeg de menigte uit een. Verscheiden personen werden ge wond. BLIND ANTI-PAPISME. T We wezen er onze lezers al meer malen op, dat de „Nederlander" tegen woordig geen gelegenheid onbenut laat om tegen „Rome" te ageeren. Zoo drukt hij in een zijner laatste num mers artikel over uit het „Zoek licht", het anti-papistisch scheidblaadje, waarvan de heer Joh. de Heer hoofdre dacteur is, die blijkens zijn mededee- lingen in kennis kwam met „een gewezsm R. K. priester" in Den Haag, en die met dezen nu een „plan tot samenwer king" heeft opgemaakt. Dit „Zoeklicht" nu vond in de „Los Angelos Times" een betoog over „De groeiende macht van Rome", een stuk dat alleen maar het uiterlijk der dingen bekijkt en dan ook weinig interessant is, al noemt het dan de „opbloei van Rome's macht een der belangrijkste fei ten van den tegenwoordigen tijd." „De Nederlander" vraagt zich af, .wat de Protestanten daar tegen kunnen doen. Protes'tvergaderingen zijn niet genoeg. Er moet meerdere aaneensluiting zijn van de goloovige Protestanten en een krachtige verkondiging van het Evangelie. „Im mers", aldus de „Nederlander", „de groote zwakheid van het Protestantisme is, dat zoovele Protestanten zijn afgegle den tot 'n vage religiositeit of tot een besliste loochening der geopenbaarde .vku raar het duitsch, tweede deel, s Muller schrok. Was zij krankzinnig geworden 5 naai oogen staarden hem wezenloos aan. Stel u gerust, juffrouw Holt, of ik wil liever mevrouw Guthbridge zeggen sprak hij op bedaarden toon. Van die geheele ongelukkige geschiedenis behoeft geen mensch iets te weten indien u niet wil. Het spijt mij wel voor de familie Wallhagen, maar eigen lijk is ieder zich zelf de naaste." als'bed wei mdZ.e'dS AuSusta' nog altijd moeten het met elkander eens worden ging Muller voort. „Ik moet natuurlijk mijn aandeel hebben." „Watverlangt gij „Hm," zeide Muller dralend, „u ziet, W zou groote sommen ineens kunnen Jagen, een half of wel een geheel «lihoeu; maar ik ben bescheiden en wil daarom voor heden met vijftien duizend gulden tevreden zijn." Het leven scheen langzamerhand in de oogen der jonge weduwe terug te keeren ook haar wangen, die eerst zoo bleek waren, kregen weer iets, dat op een kleur geleek. „Nu vroeg hij, toen zij niet ant woordde. „Gij hebt van mijn man, weinige dagen geleden, nog vijf duizend gulden gehad." „Weet u dat?" riep Muller verrast. „Uw man heeft u dus in het vertrou wen genomen Waarom deed u dan alsof u volstrekt niets van de zaak wist „Mijn man heeft mij niets gezegd, maar ik was bij uw laatste onderhoud met hem tegenwoordig." „U was tegenwoordig?" vroeg Mul ler ongeloovig. „Ik zat toevallig in een der venster nissen, toen men u in de bibliotheek bracht. Ik verstond niet alles wat ge sproken werd, maar genoeg om mij te overtuigen, dat mijn man zich van u geld liet afpersen." „Juist, vijfduizend gulden." „Hebt gij dan nu al die som verkwist? „Wees gerust, ik zal u in de eerste weken nog niet tot den bedelstaf bren gen," hernam Muller op spottenden toon. „Sedert ik hier op Guruguh die mooie geldbron heb ontdekt, waaruit ik naar gelieven kan scheppen, leef ik natuurlijk niet meer gelijk een armen drommel, maar een verkwister ben ik toch niet. Indien u nieuwsgierig is, waarvoor ik het geld noodig heb, zal ik het u zeggen. Mijn zwager, die mij vroe ger, zoo te spreken de deur wees, heeft van de groote erfenis gehoord, die mij ten deel is gevallen ha I ha ha en wenscht er natuurlijk ook een beetje van te hebben. Hij kwam gisteren in eigen persoon bij mij en verzocht mij, hem vijftien duizend gulden te leenen. Ik beloofde het hem, waarom zou ik het ook niet doen Ik wist immers, dat u zich zou haasten mij die som uit te be talen." „Ik kan u die som niet geven." „Mijn lieve juffrouw Holt, u gek scheert maar. Ik houd u voor te ver standig om te kunnen veronderstellen, dat u dwaasheden zou begaan." „Ik bezit zooveel baar geld niet en, indien ik het bezat „Zou u het mij dadelijk ter hand stel len, dat is te begrijpen." „Neen," riep zij hartstochtelijk. „Ik vrees u niet. Wie is er mij borg voor, dat hetgeen gij hebt verteld, waarheid is En zelfs indien het 200 ware, gelooft gij, dat uw woord alleen als bewijs zou geiden „De geldige bewijzen kunnen, in dien het noodig is, zonder moeilijkheid worden bijgebracht, mevrouw ik raad u echter als vriend het niet zoover te la ten komen." „Ik heb op het oogenblik niet zoo veel geld." „Geef mij dan een briefje op uw ban kier, dat is voldoende." „Opdat gij de volgende week weer hier kunt verschijnen om een nog groo tere som voor een tweeden zwager te eischen." „Misschien wel," hernam Muller op kalmen toon. „Houdt gij mijn kas voor onuitput telijk?" Mevrouw Guthbridge bee de van opgewondenheid en drift. „Mijn lieve dame, op deze wijze ko men wij niet verder. Wil u mijn voorwaarden aannemen of niet „Neen gij zijt een bedrieger, een af zetter Muller stond op. „Vaarwel, mevrouw tot wederziens „Wat gaat gij doen Tevergeefs trachtte Augusta eenige vastheid aan haar stem te geven. „O niets bijzonders. Ik denk, dat ik de familie Walhagen eens een bezoek ga brengen." „U is van plan, daar die, onge- loofelijk; geschiedenis te vertellen „Waarschijnlijk. U wil mijn zwijgen niet betalen, misschien gelukt het "mij, eën behoorlijken prijs voor mijn spre ken te krijgen." „Max Wallhagen is er de man niet naar om naar u te luisteren door een dusdanigen stap zult gij niets winnen." „Laat dat aan mijn zorg over, lieve juffrouw Holt." „Wacht even," riep Augusta, toen Muller zich na een spotachtige buiging naar de deur begaf, „ik wil over uw voor stel nadenken." ,,Nu goed, ik geef u tijd tot dezen avond, niet ianger. Wanneer mag ik terugkomen om uw definitief besluit te vernemen .Niet dezen avond. Het zou te zeer in 't oog loopen bij de beai enden, L die u hier tweemaal op een dag wilde ver schijnen, en wij moeten in ieder geval alles vermijden, wat opzien baren kan." „Daarin heeft u niet geheel or.gelnk. Maar ik moet toch heden nog uw ant woord hebben. Wil u liever erge is bui ten het kasteel met mij samen komen, zoo vind ik dat ook goed." „Gij moet mij tijd geven. Ir. den loop der vlolger.de week...." „Vandaag moet ik nog antwoord hebben," viel Muller haar in de redei. „Mijn zwager wil morgen weer vertrek ken krijg ik het geld niet van u, dan moet ik het mij van de anderen ver schaffen." „De familie Wallhagen is ar.m." Muller haalde de schouders op. „Waar kan ik u dezen avond zien Zal ik hier komen, of treffen wij ons op de een of andere plaats in het park „Niet hier." „In 't park dan?" Augusta draalde. „Indien u bang voor mij is, breng dan maar een paar flinke bedienden mee." Hij iachte. i Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1