""1 „ONS BLAD" F
BUITENLAND
FEUILLETON*
Onder Vafsche Vlag
MAANDAG 12 SEPTEMBER 1921
14e JAARGANG
No 280
-HOLIANDSCH
n mmiih mm éB iiiiBi» i i e—
f 2- I Bureau: HOF 6S ALKMAAR. - Telefoon REDACTtElNo!E633 33
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaar f 2 85
r lus t reerd^ondafrs b I a d' 6 60 f hooger.
et e' "»nrrit nn aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400, f 200,—, f 100,—, f 60,—, f 35,—15,
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-j
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Aan afie
De Kruidje water.
Wij hebben al meermalen de aandacht
gevestigd op de well hoe langer hoe meer
toespitsende wan ver houding tusschen
Frankijtk en Engeland. En allijd viel bij
alle conflicten een zeer Jaag-bij-de-
groii<I'&ch niolief als oorzaak aan te wij
zen, hoe goed de officieele berichtgeverij
tlook wist te verbloemen.
Men herinnert zich den strijd tusschen
Frunvrnrk en Engeland over het aankuoo
pen
van handelsbetrekkingen met Rus
land: h-M? aan Engelsche ziide werd ver
kondigd dat het voor tie rust vn Europa
tioodig was het Russische volk op te hef
fen en dal daartoe niets beter was dan
de gelegenheid tot handeldrijven open te
stellen, terwijl Frankrijk met een gebaar
der nobelste onbaatzuchtigheid 't Russi
sche goud afwees, als komend uit de met
bloed bevlekte banden van de holsjewiki.
In werkelijkheid echter zag Engeland
er een groot voordcel in van reeds offici
eus aangeknoopte betrekkingen gebruik
te mnken en den eersten sprong aan Russi
se hen wal te doen; terwijl Frankrijk
aan zijn oud-bondgenoot dit fortuintje
róet gunde, terwijl er nog zooveel sc.huld-
beker.ten.ssen ten name van Frankrijk in
R-. siand onbetaald uitstonden.
Zoo ging het op alle couferenties te
Londen. Spa en Parijs: 't was altijd het
Fransche e:genbclang dat tegen het Em
gelsche belang streed: de strijd om de
macht in Europa en om het bezit van
bet beste deel van den oorlogsbuit.
Telkens echter werd voor alle conflic
ten een oplossing gevonden en 't groo'e
publiek werd daarna weer met een
f raaien toast op die eensgezindheid tus
schen de twee geallieerde landen, zoo
noodzakelijk voor het behoud van den
Éuropeeschen vrede, in slaap gesust.
Hef nieuwste conflict is er een van het
zelfde soort, maar doet de langzaam ont
stane verwijdering tusschen de beide vol
keren wel zeer scherp uitkomen. Hel
gaat over de verdeeling van het eerste
Duitsche milliard, waarover op 13 Au
gustus tusschen de geallieerden te Lon
den is gesproken. Men heeft daarbij bet
vredesverdrag zóó weten uit te leggen,
dat het arme Frankrijk van dat ^eerste
milliard geen cent krijgt. En het ergste
is wel dat de Fran se he Minister, die bij
de Londensche conferentie namens zijn
land optrad, het convenant mede onder
tekende!
De woede van de Fransche pers daar
over kent geen grenzen. De Fransche Mi
nisterraad heeft den collega van finan
ciën al moeten diskwal if iceeren, om de
publieke opinie wal te bedaren.
Maar hoe kan Frankrijk een deel van
bet kostbare milliard bemachtigen, als
le „vrienden" niet willen meewerken?
De moeilij.khefid hiervan begint men in
Frankrijk in te zien en wat de Fransche
pers nu tegen Engeland loslaat toont eerst
goed, hoe weinig er nog maar van de
mde vriendschap over is.
Als Engeland nog iets om de „entente
iordiale'' geeft, zal het in deze moeten
toegeven, aldus verkondigt de Fansche
pers in alle toonaarden.
Een man van invloed als Bonnefon
zegt in de „Echo de Paris''
Welke ook de redenen van' de politiek
zelfde soort, maar doet de langzame ont
recht zijn vriendschap voor ons ook mo
ge wezen zóó kan het niet langer
voortduren. Want de Entente, op deze
^'1*jze ^o^gevat, is 'ets anders dan een
illusie, waaraan Frankrijik sterven moet.
En met verbazing leest men de vrij-
moedige ontboezeming van Hervé in de
„Victoire," waarin hij betoogt, dat tegen
woordig in F a nik rijk de gangbare mee
ning is, dat Engeland in 191 i niet uit
sympathie voor Frankrijk of België of
ter verdediging van een rechtvaardige
zaak tusschenbeide is gekomen, maar
uitsluitend uit eigenbelang, om n.l. de
zee- en industriem iciit van Duilschland
le breken en om le beletten, dat Duilsch
land zich te Antwerpen zou nestelen.
Drie jaar na den wapenstilstand is men
>o ver. zegt Hervé, dat de groolc massa
in Frankrijk zich in de handen wrijft, zoo
aak het Engelschc gezag in Engeland,
Indië of elders met moeilijkneden heeft
te kampen. Lloyd George kan zich geen
voorstelling ervan maken hoe zeer de on-
eiukkige geschiedenis vaal de Parijsche
afspraak schade doel aan de Engelsclr-
Fransche entente. Is hot thans een goede
takliek. als Engeland, om wat eerder een
half milliard le incasso eren. in het hart
van hel Fransche volk voor tientallen mil-
liarden bitterheid en wantrouwen zaait?"
Wat Hervé als de „tegenwoordige gang
bare meening in Frankrijk" aanwijst,
werd vroeger wel eens in particuliere ge
sprekken gefluisterd. Dat zoo iets nu van
de daken af verkondigd wordt, wijst er
wel op, dat de verbittering in Frankrijk
tegenover Engeland tol het uiterste geko
men is. En men vraagt zich met ongerust
heid af, hoe lang kan de gebarste kruik
der officieele vriendschap n-og te water
gaan, eer ze zinkt?
LEGERïfERVOVRVMVVING EN
OORLOGSBEZUINIGING.
Ingezonden.
De bladen staan de laatste weken weer
vol - van berichtjes omtrent excessen in
do uitgaven van het Departement van
oorlog.
Misschien waren dezulken ook te vin
den bij andere departementen; maar van
het Departement van Oorlog worden ze
opgemerkt en besproken.
Waarom? Omdat do menschen antimi-
litairist zijn, wordt door sommigen ge-
jgd. Mij dulct dat men zóó de oorzaak
to ver gaat zoeken en daardoor juist
tot verkeerde conclusies komt. Onder lei
ding van sommige afdv elings-chefs wordt
bij het Departement van Oorlog met het
gold op onoordeelkundige wijze omge
sprongen, ziedaar wat zij die de zaken
van een beetie dichter bij bezien kun
nen, u zeggen zullen en wat duizenden
en duizenden soldaten in den mobilisatie
tijd hebban gezien en wat diezelfde men
schen in do burgermaatschappij terug
gekeerd „opgezet" houdt tegen het De
partement van Oorlog. Ook onder ons.
Do voorstanders van „algemeen" en
„wereld-vrede zien 't is duidelijk
in het bestaan van legers met de on
overkomelijke kern van beroepsofficieren
en beroeps-kader, een der greote strui
kelblokken, die den wereldvrede tegen
houden.
Die zijn dus voor algemeene afschaf
fing van leger en vloot; dat zijn de ide
alisten, welko voorzoover zij in ons land
behooren liefst tot algeheeie afschaffing
en ads dat niet kan, tenminste tot een
groote inkrimping willen komen.
Maar dat zijn er slechts enkelen.
Naast deze sluit zich de veel grootere
massa aan, van „anti-militairisten" die
onze leger-autariteiten gedurende de mo
bilisatie heeft bezig gezien en de werk
zaamheden van het Dep. van Oorlog
heeft gadegeslagen en meenen dat een
behoorlijke reorganisatie een flinke be
zuiniging zal brengen; die denken dat
als de „augias-stal" eens is schoonge
veegd de millioenen aan onze lands
verdediging uitgegeven nuttiger besteed
zullen worden. Tegen een leger zijn zij
niet Maar daar zij ten rechte of ten
onrechte; goed ingelicht of niet op
het „leger" afgeven, worden zij in ge
dachte samengenomen met de idealisten
onder de anti-leger en vloot-personen.
Maar duidelijk is het, dat, als men
deze groep geloofwaardig kan maken dat
het geld voor het leger wel goed besteed
wordt en het geheele landsverdediging
departement wèl goed optreedt, dan ver
valt de geheele anti-leger-aetie welke ^nu
nog in ons land gaande gebonden wordt.
Bij deze twee categorieën sluit zich
oc-n derde groep aan. Die der socialis
ten en communisten. Deze Zijn en blij
ven „anti-militairisten" en hot lieeft
geen nut hun standpunt te trachten om
te praten.
Maar en dit vergete men niet
een voortdurend anti-militairislisch ge
stook heeft ook de volkslagen aangetast
onder ons, omdat die met de socialis
ten in 'n voortdurend contact staan. Maar
eenmaal in dienst blijven toch onze ka
tholieke ^jongens de beste soldaten.
Het leek mij wenschelijk deze pun
ten nog eens op te zotten, om do pre
misse duidelijk te doen zijn: hét aantal
anti-leger-inenschen in onze partij is
klein en dat aantal geeft onze katholieke
persorganen niet het recht onze politieke
leiders, onze Kamerleden en ons rechtseh
ministerie den indruk te geven als of de
„katholieke partij" is tegen het leger
en tegen de noodzakelijke uitgaven voor
leger en vloot.
En toch, nu, met do nieuwe wijziging
in de dienstplichtwet-Pop de nieuwe mi
nister van oorlog tracht de tegenstel
lingen in de inzichten op welke wijze de
beste reorganisatie van leger en vloot
ware daar te stellen, nu kan men in me
nig orgaan onzer katholieke pers Stuk
jes lezen, waarvan de korte zin deze is:
„We zullen ons maar tevreden stellen
met het hier gebódens; maar een sterke
inkrimping der legeru itgaven is het toch
niet."
Het katholieke Nederlandsche volle
evenmin trouwens als 2/3 van het ge
heele volk wil geen afschaffing van
het leger en wil niet een zoodanige le-
gerinkrimping dat er niets goeds meer
overblijft en onze katholieke persor
ganen hebben naar mijn opvatting niet
het recht als katholiek beginsel naar vo
ren te brongen wat slechts een persoon
lijk inzicht dor redacties is.
i
In do tweede nota van wijzigingen
brengt do nieuwe minister van oorlog
een legerhervorming aan, die - behalve
dat zo misschien de tegenstellingen kan
overbruggen van het hoogste tech
nische gewicht zijn.
1. De opleiding tot soldaat wordt ge
lijk voor iedereen, teruggebracht tot
slechts vijf en een half maandje 1 en be
houdt voor oorlogsindeeling de 72 regi
menten die een behoorlijk veldleger waar
borgen.
2. Het stelt voorop dat er meer artil
lerie moet komen; dat geheel onjuist
door minister Pop w.as verdonkermaand.
3. Het verkrijgt bezuiniging door con
centrische opleiding, afschaffing over
tollig berocpspersoneel, beter gebruik vau
het beschikbare paardenmateriaal.
4. Vermindering van de cavalerie.
Maar met dat al zijn wij er niet, als
de geest op het Departement niet ver
andert. Het behoud van het zeer zeker
te missen wapen der genie is altijd nog
iets dat den conservatieven geest van het
Departement kenmerkt. Ihtusschen heeft
in do per3 een -bericht gecirculeerd dat
weer wijst op een stap in do goedo rich
ting. De secretaris-generaal die tot nu
do incarnatie was van het moest con
servatieve gedeelte van het zeer con
servatieve departement gaat heen. Er'
kómt een andere.
fschien wijst di't feit wel op een ver
ing ten goede die de nieuwe mi-
geleidelijk aan natuurlijk!
weten te bewerkstelligen,
juist, omdat deze minister brengen
kan een legerorganisatie die voldoet en
n .leg-r-administra'lio die bevredigt,
larom schijnt het mij wenschelijk, dat
onze pers, voorzoover zij do stemming
onder het volk weergeeft en beheerseht,
do pogingen van dezen minister steunt.
Het zal de coalitie medo eerder ver
sterken dan verzwakken.
li.o.Z. September 1921.
Ir. A. J. L. JUTEN.
-*) Ons is geen Katholiek blad hekend,
dat afschaffing van het leger verdedigt.
EEDACTIE.
Engeland en Ierland.
Een resolutie van het inter
nationaal congres voor Vol
kenrecht.
Het internationaal congres voor volken
recht heeft Zaterdag een resolutie aange
nomen, waarin gezegd wordt, dat liet con
gres van oordeel is, dat het Iersche volk
een afzonderlijke natie vormt en door zijn
De Britsche regeering zou in haar mo
reels ontwikkeling volkomen gerechtigd i3
om een afzonderlijk beslaan le voeren.
Groot-Brittannië heeft dientengevolge
geeh enkel moreel recht om het Iersche
volk te dwingen van zijn vrijheid afstand
le doen, enkel omdat commercieele en mi
litaire redenen zich daartegen verzetten.
Be Britsche regeering zuo in haar mo-
ree'-en plicht te kort schieten, indien het
weigerde zich aan beginselen te onderwer
pen, die zij zelf verdedigde, wanneer het er
om-ging om een ander dan het Iersche
volk te bevrijden.
Uit Dublin wordt gemeld, dat De Va
lera'en zijn collega's reeds besloten heb
bed de regecringsuilnoodiging voor een
conferentie te aanvaarden.
Men verwacht dat Lloyd George een ant
woord in dien geest zal ontvangen nog
voor de Dail Eireann bijoen zal komen.
De toestand te Belfast.
Uit Londen komt de tijding, dat, aange
zien men vreesde, dat de relletjes van de
vorige week zich zouden herhalen, de ver
tegenwoordigers van alle katholieke en
protcstantsche kerken op het politiebureau
bijeen kwamen, om over den toestand te
beraadslagen. Door tusschenkomst der gees
telijken werd overal de witte vlag uilge
hangen en de toestand was spoedig weer.
normaal. Men hoopt, dat door deze samen
werking der geestelijken, vriendschappelij
ke verhoudingen tusschen beide partijen
zullen ontslaan.
Frankrijk en DuitscMand. t
Het Duitsche milliard.
Het bericht van den Londenschen cor
respondent van de „Tomps" over de be
sprekingen tusschen Doumer en Home is
in mineur gesteld. Eenige fouten in de be
rekeningen kunnen worden verbeterd,
maar het schijnt twijfelachtig of de En-
gelsche minister van financiën de conven
tie van 13 Augustus nopens de verdeeling
van het Duitsche milliard grondig zal la
ten herzien. De 450 millioen, welke Enge
land daarvan zou krijgen ter betaling van
de bezellingskosten zijn al in de begrooting
opgenomen en Home voelt zich sterk door
den steun der andere geallieerden. Hij
heeft rekening gehouden met het verzet
van de Fransche openbare mcening tegen
die regeling, maar Doumer er op gewezen,
dal ook zijn regeering niet de openbare
meening moet te rade gaan, vooral daar
den laalslen tijd de financieele toestand
in Engeland uiterst moeilijk is. In de dis
cussie tusschen beide ministers kwam het
vrij naar het duitsch,
tweede deel.
„Zou hij den wijn zien De opge
wondenheid van Augusta steeg ten top;
aJs een gloeier.de stroomliep het bloed
door hare aderen vonken vuur dansten
en dwarrelden voor hare oogen. Had
hij reeds gedronken Ofindien hij
hare list ontdekte Kwam daar achter
dien boomstam niet een spotachtig
lachend duivelsgezicht te voorschijn
Neen, het was haar vijand. Hij hield het
glas in de hand hij dronk Ha 1 het
werk was gelukt, van nu af had zij niets
meer te vreezen zij was gered, gered
Met beide handen tegen hét branden
de voorhoofd gedrukt keek Augusta
bnd. Het door hare verhitte verbeel
dingskracht haar voorgetooverde beeld
was verdwenen, en zij kwam tot de over
tuiging dat haar doel nog niet was be
reikt, dat Muller nog leefde. „Waarom,
s waarom, kwam hij niet te voorschijn.
tijd, dat hij haar kon verwachten,
was lang voorbij. Hoopte hij nog altijd
op hare komst, of was hij reeds
dood
„O Een schaduw vertoonde zich
in de open deur hij kwam de trap
af.
Met starende oogen volgde Augusta
zijn bewegingen. Nu had hij den uitgang
bereikt -de poort viel achter hem
in het slot.
In de volende seconde vloog Augu
sta naar het tuinhuisje. Door de ven
sters van het vertrek drong nog genoeg
van het verdwijnend daglicht, om de
voorwerpen te onderscheiden. De flesch
waar was zij Zij stond niet meer op
de tafei. Angstig dwaalden de oogen der
zoekende door het vertrek en bleven
eindelijk op de vensterbanken rusten.
Een sprong, en zij had de flesch in hare
handen ze was half leeg Haar list was
gelukt, haar doodvijand vernietigd 1
„Vermoord Moord 1 Een moordena
res
Was zij dat Neen, neen en duizend
maal neen 1
Een zonderling, spookachtig licht
scheen plotseling in gindschen hoek te
flikkeren het toonde haar een doode
met verwrongen gelaat en wijd open
voordeel uit, dal Frankrijk uit die rege
ling trekt. Voorlaan toch wordt de Duit
sche steenkool via Rotterdam of Antwer
pen geleverd aan Frankrijk tegen den Duit-
schen binnenlandschen en niet tegen den
uilvoerprijs, gelijk te Versailles en Spa be
sloten was, berekend. Engeland schat dit
voordeel op 7 millioen pond, waarmee liet
totaal der Fransche bezellingskosten tol 1
Mei 1921 zon zijn gedekt, zonder de
waarde der Saarmijncn in de rekening op
te nemen.
De „Petit Parisien" meent te weten, dat
Doumer en Horne zich vooral bezig ge
houden hebben met de manier, waarop En
geland, builen het eedsite milliard om,
sohadeloos gesteld zal worden voor zijn
bezeltingskoslen. Men acht het waarschijn
lijk, dat er vóór Briand's vertrek naar
Washington een beslissing genomen zal
worden. De twee ministers zullen in het
vervolg hun besprekingen voortzetten door
bemiddeling der kanselarijen. Er is alle
aanleiding te hopen, dat de verdere be
sprekingen de twee regeeringen in staat
zullen stellen het eens te worden over een
formule, die de belangen der beide lan
den waarborgt.
De hongersnood in Rusland.
Het bokje wisfedh agentschap Rosla
meMf, dat in een district aan den boven
loop van de Welga 30 procent der bewo
ners aan hongersnood en epidemieën is
Lijzweken. Hot vee verdwijnt en het aan
tal paarden vermindert er elke week met
3.5 procent, dat der koedien met 6 en dat
dor varkens met 20 .procent, daar ze vol
strekt geen ivoer bobben. Het Wad Rodnota
zegl: wal armoede (beteekent beseft men,
als men weeit, dat'de boeren van Samairn1-
Oefa en Simbirsk ®idh voeden mot klei,
die te vuur wordt verhard' en met water
vermengd', waarna een (beetje giis't en meel
daairfbij wordit gevoegd: Ben pond dier klei
kost al 1000 roebel. Volgens de Iswestiia
van Moskou heeft de verhooging der
tarieven het aantal toetareizen, in den om
trek der sfa'd met 85 en d'at der reizen
over grooten afstand met 90 procent ver
minderd. Te Moskou worden gemiddeld
maar 188 biljetten per dag voor de fea'lste
categorie afgegeven en 4212 voor de
eersite.
De GriekschTurksche oorlog.
Volgens de berichten uit Anatolië ds de
temperatuur sterk gedaald en is de regen
vat ingetreden, welke krijgsverrichtingen
uiterst moeilijk maalklt en de voed'selïvoor-
ziening der troepen bijna onmogelijk. Vol
gens de laatste berichten bou de slag ten
Oosten van de Sakaria hervat zijn, doch
hiervan heeft men nog geen bevestiging
ontvangen. Op aanstichting van hel conti lé
tot verdedfging van de rechten der bewo
ners van Anatolië en ïtoeimslië zijn er
betoogi'ngen gehouden in alle steden van
'Amaitolië, waarop de bevolking een besloot
toekende om Moestafa 'KemaJ te gehoor
zamen en ham getrouw te blijven totdat
hij ten slotte zal hebben gezegevierd.
Volgens een telegram uit Koii.slan'lóno-
pel hebben de vijandelijkhoden in Anato-
lië, dien handel laon gestagen. De koop
lieden nemen de uiterste voorzichtigheid'
in acht. De Turksdhe schatkist bevindt zich
in steeds toenemende moeilijkheden, de
helating van de salarissen der ambtenaren
valt haar uiterst zwaar. De nieuwe mi
nister van financiën doet zijn best te be
zuinigen en de inkomsten te verhoogen,
zoowel door veiboogitng- der bestaande
belastingen, als door heit scheppen
van nieuwe. Zijn plannen moeten echter
door de groolc mogendheden worden
goedgekeurd. Over het vraagstuk van de
vervanging van de .huidige douanetarieven
door het tarief van 11 percent van voor
den oorlog beraadslaagt men mog steeds.
Het zal waarschijnlijk niet worden inge
voerd. Op het oogenblik is Kons'tanfinopet
de duurste stad der wereld.
De toestand in West-flongarije.
Schoiber, de Oostenrijksche bondskanse
lier, heeft aan den Weenscllien correspon
dent der Vossische Zeitung verklaard', dat
hij niet langer de verantwoordelijkheid' in
de kwestie yan West-Hongarijie kan blijven
dragen. Hij staat op het standpunt dat
het vredesverdrag aan Oostenrijk de
vreedzame overname van Wost-'Hongarij*
waarborgt. De entente moet öas de be
paling van het vredesverdrag uitvoeren.
In eralenlekringen le Weenen schijnt he?
plan te zijn bespraken entente-troepen
tusschen de Hongaarsdhe en Oo-stenrijk-
sche linies te schuiven. Men meent op
deze wijze zonder strijd het vredesverdrag
ten uitvoer te kunnen brengen.
De voorioopige regeering voor West-
Hongarije, die haar zetel naar Wiener
'Neustadt had overgebracht, 'is thans weer
te Weenen teruggekeerd.
GEffl. BÜÏTEML BERföüTEM.
Groote oneenigfieid. De reis van-pre*
skient Masarijk naar Moravië en Slowa
kije heeft in den gemeenteraad van Briinn
aanleiding tot gnoote oneenighc-idi gegeven.
De Duitsche gemeenteraadsleden heb'ben
en bloc besloten, niet deel le nemen aan de
onlvangst van dien president. Het besluit
richt zich, zoo wordt gezegd-, niet tegen
den persoon van den president, maar tégen
het optreden der Tsjechen in liet naar ka
rakter geheel Duitsche Brünn; het pro
gramma voor het bezoek' is aldus opge
maakt, dat geen enkele Duitsche instelling
wordt bezochl; de toespraken worden al-,
leen in het Tsjechisch gehouden.
De Duitschers zijn voornemens eert
klein memorandum uit te geven, waarin
zij hun standpunt uiteenzetten. De Duit
sdie pers stelt 'minister-president Czerny,
mode verantwoordelijk voor het ignoroe
ren der nationale verhoudingen door da
autoriteiten, „die in het oude Oostenrijk
eiken stadhouder, den gouden ikraag zou
gekost hebben", maar acht president Ma
sarijk, die zelf veel in Briinrt is geweest
en er ook eenigen tijd studeerde, volkomen
onschuldig.
De mijnwerkers in Wales. Op een
vergadering van mijnwerkers in Glamor
ganshire, heeft Vrijdagavond Hodges, de
secretaris van den mijrawerkersvakband,
als zijn .meening te kennen gegeven, dat
het ergste geleden was, voor zoover liet
de industrie van den sleenkool-export be
trof. Men diende echter rekening te hou
den met het niet weg te redeneeren feit,
dat de steenkool moet worden geprodnw
ceerd tegen een prijs, die in de wereld d«
koopers lokt. Dat zou niet mogelijk zijn
door de toornen te verlagen, maar wel doori
de productie op te voeren, en door de ad
ministratie in-leme bezuinigingen te la
ten uitdenken.
Hod'ges zeid-e nog te hopen, dat het
evangelie dat in Zuid-Wales was gepre
dikt, dat n.l. maximum-loonen moeten
worden betaald voor minimum-inspanning
zou verstommen.
Wandaad van fascisten. Naar de
Grazer T-agespost" uit Laibacli verneemt,
hebben de fascisten uit Triest te Kejani
het Sloweensclie volkshuis, waarin alle
Slowecnsche vereenigingen uil den omtrek
van Triëst hun zetel hadden in de lucht
laten vliegen. Het gebouw geraakte daar
bij in 'brand en brandde tot den grond toe
af. De Zurd-Slaivische bladen zijn over de
gebeurtenis zeer opgewonden.
Naar 't Pooischc telegraaf agentschap
meldt uit Oppeln, hebben de Duitsche ge-
neesheeren, behoorende tot de vereeniging
van Opper-Silezische geneesheeren, beslo
ten de Fransche leden der intergeallieerde
commissie niet meer te behandelen. Dit
besluit wordt toegeschreven aan de vriend,
schappelijke houding van Frankrijk tegen
over de Poolsche belangen in de Opper-Si
lezische kwestie. Verontwaardigd over de
ze houding hunner collega's zijn, nanr het
Orienit-beriCht meldt, de Poolsche dokter»
en bloc uit de vereeniging getreden.
Ernstig auto-ongeluk. De heer Char,
bonnier, chef van het kabinet van het mi
nisterie van luchtvaart, is in de nabijheid!
van Lyou,'bij een auto-ongeluk gedood.
Zijn auto werd aangereden door een an
dere, die nieitegenstaande deze aanrijding
doore-edt. Het signalement van de aan
rijdende auto is in alle richtingen getelefo
neerd.
Charbonnier was op slag dood. Zijn
echlgcnoote had een schedelbreuk. De toe
stand van zijn l8-jarige dochter, alsmede
van een door hem aangenomen 7-jarig
kind uit de verwoeste streken is zeer era-
stijg.
Volgens een nader bericht is ook het
kind overleden.
staande oogen, die haar aanstaarden
verglaasde gebroken oogen. Zij kwa
men hoe langer hoe nader en staarden
haar aan, terwijl de bleeke mond de
woorden fluisterde, die de moeder van
Marion op het sterfbed haren echtge
noot had toegeroepen „De wraak zal
u treffen. Gods molen maalt langzaam,
maar ontzaglijk fijn
Een onbeschrijfelijke doodsangst over
viel het rampzalig schepsel. Tevergeefs
bedekte zij 't gelaat om het ontzettend
schouwspel niet te zien .Èn die oogen wa
ren overal en het fluisteren van den
doode werd hoe langer hoe luider, tot
dat het gelijk een donderstem klonk, die
de geheele ruimte vervulde. „Gods mo
len maalt langzaam, maar ontzaglijk
fijn 1" klonk het haar te gemöet, waar
heen zij zich wendde, totdat zij eindelijk
met een vreeselijken gil de banen brak,
die haren geest geboeid hielden.
Als door furiën gedreven, vloog zij uit
het huisje en rende blindelings voort,
altijd vervolgd door den doode, die nu
rondom tallooze, donkere spookgestal
ten opwekte, die hare lange armen naar
haar uitstaken om haar te grijpen en
vast te houden. Plotseling was het alsof
een koude hand haar aangreep haar
voet struikelde, sprakeloos viel zij op
den grond.
XXI.
„Wilt gij geen paraplu, Max
„Een paraplu Waarvoor Het re
gent immers niet meer. Goeden nacht,
moedertje 1"
Mevrouw Rankhorst liet haar brei
kous in den schoot vallen en zag met
een vriendelijken lach op tot haar aan
staanden schoonzoon.
„Goeden nacht, Elfriede 1 Wel te rus
ten, Tita 1"
Het was een heerlijke avond. De re-
ge» had de lucht verfrischt; ieder plant
je'scheen zijn zoetsten geur uit te stor
ten, en boven tusschen de zich nu haas
tig verdeelende wolken keken enkele
sterren vriendelijk neer op de wereld,
die zich bereidde om te gaan sluimeren.
Max stapte in vroolijk opgewonden
stemming op het „witte huis" aan.
Nog v/as hij niet ver gekomen, toen
een klagend geluid door de nachtelijke
tilte tot zijn oor doordrong. Verbaasd
k*ek hij op e; ontwaarde op koiten
afstand een donkere gedaante, die in
gebogen houding aan den weg neer
hurkte.
„Wat is er Wat scheelt u
De gedaante gaf geen antwoord,
maar deed vernieuwd gekerm hooren.
Max was met verhaaste schreden ge
naderd en boog nu tot den man neer.
Deze hield zijn gezicht half in de handen
verborgen. „V/at scheelt u vroeg
Max nog eens. „Goede hemel, zijt gij
het, Muller
Deze steunde: „Ja, ik sterf. Dat mon
ster heeft mij vergeven."
Met brandewijn vennoedelijk, dacht
Max maar een tweede oogopslag in het
van smart verwrongen gezicht bracht
zijn vermoeden aan 't wankelen.
„Hier in de buurt is een huis, waar
men u voorloopig wel zal opnemen,"
zeide hij vertroostend. „Ik zal hulp ha
len."
„Neen, naan, laat mijniet alleen
hier achter..smeekte Muller. „In
dien u mij wil helpen, kan ik..mis
schien opstaan. O mijn God wat een
pijn! Geef mij een arm.... Zoo zal
het wel gaan."
Hij poogde op te staan, maar tever
geefs. Weer deed hij een zacht gekerm
hooren het hoofd zonk op de borst en
de geheele man scheen in elkander te
schrompelen.
„Het helpt niet.ik kan niet meer,
ik sterf uitte hij met moeite. Het ver
gif.... brandt in mijn ingewanden.
Help mij. Ik heb 'n geheim te 'open
baren en alvorens.... Is u het, mijn
heer Wallhagen, u Dat is de vinger
Gods Ik wilde mij late:: omkoopen orn
uweigendom in vreemde handen
te laten, en nu, nu.Zijn woorden
gingen over in een onweerstaanbaar
geprevel.
Max keek een oogenblik radeloos op
den zieke, die opnieuw begon te kermen
en zich te krommen in onbeschrijfelijke
pijnen. Zoo ver zijn oog reikte, was geen
menschelijk wezen zichtbaar, dat herr
had kunnen helpen. Hij moest echter
noodzakelijk hulp halen.
„Muller," zeide hij gauw besloten,
„gij moogt niet langer hier in de nattig
heid blijven zitten en alleen kan ik'u
niet wegbrengen. In vijf minuten be.i ik
weer hier."
Zonder een antwoord af te wachten
spoedde hij zich weg.
Een kwartier later lag de nog kermen»
de zieke op een in der haast voor hem
opgemaakt bed en keek deze met
gespalkte oogen dèn ouden boer aan
die hem hoofdschuddend gadesloeg
(Wordt vervolgd.)