„ONS BLAD" BUITENLAND Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 433 DINSDAG 13 SFPTFMRFR 1921 Bneven uit l-rankrijk SEM. BUITENL. BERMTEIM. FEUILLETON Onder Vafsche Vlag NOORQ-HOLLANDSCH 14e JAARGANG Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar f 2.— Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen lot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 2Q0,—f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,—. DE FRANSCHE BADPLAATSEN. Het verschil tusschen het leven in de Fransche badplaatsen en dat in onze Hollandsche is bijzonder groot. Spelen bij ons de zee en het strand de hoofdrol, geniet men er in hoofdzaak van de rust die een verblijf aan onze Noordzeekust zoo aantrekkelijk maakt, de Fransche „plages de mer zelfs de kleinere, ont- leenen hun bekoring aan het mondaine gedoe dat niets anders is dan een voort zetting van het Parijsche winterseizoen. De Casino's vormen het middelpunt der gezelligheid en spel en dans wisselen daar af met wel verzorgde tooneel- en muziekuitvoeringen. Wel is des mor gens het strand de ontmoetingsplaats van de talrijke vreemdelingen, die in de meest weelderige badtoiletten (badpak zou hier misplaatst klinken) nu en dan in de verlokkende golven onderdom pelen, maar men mist er over het alge meen dat opgewekte en gezonde strand leven met kuiltjes gravende kinderen. Men keert de rug toe aan die eeuwig deinende golven om te genieten van het „va et vient" der bezoekers die wedijveren, elkaar in uiterlijke.elegan tie te overtroeven. Enkele dagen heb ik in Deauville doorgebracht om dat spel van wereldsche genoegens gade te slaan, een indruk te krijgen van dat internationale publiek, wiens luxe zin geen grenzen kent en voor wien de schreeuwende hooge prijzen blijkbaar niet afschrikwekkend werken. Die enkele dagen waren m j meer dan vol doende om terug te verlangen naar .de stilte var. de bosschen en den eenvoud van het buitenleven, om te genieten van de zomerweelde die de natuur het mooist ontplooit waar eenvoud heerscht En telkens weer heb ik mij afgevraagd, hoe het mogelijk is dat zoovelen kuunen opgaan, weken lang, in dat groote en mnatuurlijke badplaatsleven, geen og hebben voor de schoonheid van de cruisende zee en de blauwe lucht die zich in volle heerlijkheid boven ons koepelt. zeker, niet voor alle plaatsen geldt dit in dezelfde mate als voor Dea u ville, dat bij uitstek de trekpleister vormt van het zoogenaamde „tout 3aris" en het internationale genot- zoekende publiek. Maar een speeltafel treft men bijna in alle aan. De toegang tot het Casino in Deauville is niet aan vele plichtplegingen onderhevig, maar sen allereerste, vereischte is dat men n avondtoilet is gestoken. Een aardig 'ncident deed zich kort geleden, naar aanleiding daarvan, aan den ingang van de speelzaal voor. Een lange, in jrijs colbertje gekleed persoon, meldde zich aan maar werd bij gemis aan smoking of rok geweigerd. Zonder ver der aan te dringen wilde hij zich ver wijderen, toen een der hoofd-contro- leurs nader kwam en den afgewezen bezoeker herken de. Niemand minder dan den koning van België had men de toegang ontzegd. Het spreekt van zeif dat deze vergissing spoedig werd goed gemaakt en koning Albert, ook zonder feestgewaad mocht binnentreden. Het verhaal vermeldt niet of hij zich ook tan een partijtje „baccarat" heeft gewaagd. Aan liefhebbers voor dat zuivere hasardspel ontbreekt het anders niet. Men verdringt zich om de ver schillende tafels, waaraan dames zoo wel als heeren hunkeren een goed plaatsje te venw—-- r;~ r, Ljj "Ubii, Vin J uur dés ....uuags neemt het een aanvang en zoo blijde kan de zin niet schijnen, zoo verlokkend kan de zee haar lied niet tinven, of steeds zijn er menschen die de voorxeur geven aan het bevredigen van die laagste der hartstochten, boven het vertoeven in Gods wondere natuur. Ik heb er mannen gezien die in enkele oogen blikken een klein fortuin ver loren, en toch niet ophielden, telkens opnieuw, de kans te wagen. Onder de gelukkigen behoorde een Engelschman die 700.000 francs wist in de wacht te sleepen, zonder dat eenig teeken van emotie zich op zijn strak gelaat af speelde. De winnaar van 25.000 francs gaf meer blijken van gemoedbeweging evenals een oude dame die krampachtig haar bankbiljetjes vasthoudend, door deveine, gedwongen was, ze een voor een op het groene laken achter te laten. Laat in den nacht of liever al vroeg in den morgen neemt het spel een einde en keeren de bezoekers huiswaarts om den slahp, die bij de meesten wel lang zal uitblijven, te vatten. Een onbeha gelijk gevoel bekruipt je, als je ziet hoe hier met het geld wordt gesmeten, de beleefdheid der kellners afhangt van de sommen die je verteert en vooral van de fooien die zij heel graag in hun zakje laten glijden. Geheel in strijd ook met de frischheid der natuur is het ruime gebruik dat van verf en poeder wordt gemaakt om de uiterlijke schoon heid (dat meenen zij ten minste) te verhoogen. Was vroeger rood een dei- voornaamste kleuren tegenwoordig viert het bruin hoogtij, om den indruk te geven, gebrand te zijn in de zon, die men zooveel mogelijk ontloopt. Dwazer nog is de mode kleine stukjes glas in de hals aan te brengen die een glinste ring veroorzaken als het electrische licht er in felle bundels op neervalt. Genoeg echter van al deze uitwassen van dwaze behaagzucht, die den dege- lijken badplaatsbezoeker spoedig een ander plekje doen opzoeken. Het is begrijpelijk dat bekende schilders en caricatuur teekenaars hier hun hart komen ophalen, al betreurt men het feitelijk dat zij hun talent aan derge lijke vertooningen verspillen. Beter dan het Deauvilsche leven op het doek vast te leggen, is het zoo spoedig mo gelijk die keerziide van door do nctüur bevoorrechte badplaatsen te vergeten. Op het stillere gedeelte van het strand heb ik dan ook de laatste Uren van mijn verblijf doorgebracht, de vergezichten bewonderd; Havre van uit de verte zien oprijzen. En onwillekeurig riep die stad in mij wakker de gedachte aan den grooten oorlog, die wel niet ver geten is, maar die toch in het mondaine en frivole badplaatsleven geen ver andering heeft gebracht. Het zij echter ter eere van Frankrijk gezegd, dat het niet in hoofdzaak de Franschen zijn, die dit stempel van wuftheid op Deau ville drukken, maar vertegenwoordi gers van alle mogelijke landen, die daar voorzeker niet hun beste zonen hebben uitgekozen. Parijs 7 September 1921 Mr.P.v.S De toestand in Ierland. Ulster en De Valera. In de hoogste regeeringskringen is aan den correspondent van de „Morningpost" te Belfast verklaard, dat volgens hen de brief van Lloyd George aan De Valera een veel te broeden grondsiag Voor discussie jaat en den Sinn Feiners gelegenheid zou geven, wederom alle sluizen voor twist open te zetten, zoodat de besprekingen maandenlang zouden kunnen duren. Men zou daar n.I. willen weten, wat precies de volgende zin in den brief te beteekenen heeft: „Het zou u vrij staan, in een zoo danige conferentie het onderwerp van waarborgen op alle punten, waarop u de vrijheid van Ierland door deze voorstellen geschaad aoht, aan de orde te stellen." In dien deze zin bedoelt wat hij zegt, en dit alleen, dan kan, meent men, ter conferen tie het vraagstuk van het Ulsterparlement aan de orde worden gesteld, want de Sinn Fein-leiders heben herhaaldelijk verze kerd, dat het bestaan van dit parlement waar zij noemen de Iersche vrijheid schaadt, hetgeen, naar de Ulstermannen meenen, vrijheid voor het Zuiden van Ier land en slavernij voor het Noorden zou beteekenen. Indien dit de beteekenis is van den zin, zou de premier terugkomen op één van de voorwaarden, waartoe de oorspronkelijke Londensclie conferentie besloot, n.I. de volledige erkenning van dc beslaande bevoegdheden en privilegiën van parlement en regcering van Noord-Ierland die, werd erbij gevoegd, niet konden wor den opgeheven. Het was op deze voorwaar de, dat de loyalisten van Ulster er in toe stemden, aan de conferentie deel te nemen. De Ulstermannen wenschen daarom thans te weten, waar zij aan toe zijn. Een verklaring van Michael Collins. Michael Collins, de leider van het Re- publikeinsche leger, verklaarde dat de vrij heid zou worden gebracht, niet door den vijand, doch door de kracht van eigen po sitie. De houding van Sinn Fein. De Dublinsche correspondent van de „Daily News", deelt mede, dat de conferen tie te Inverness zeker zal plaats hebben, daar nationalistisch Ierland het wil. Voorbereiding van een gewa- penden opstand1 Een correspondent van dc „Morning post" in Ierland, maakt melding van het feit, dat gedurende de laatste tien dagen in vele gemeenten in het graafschap Gal- way de rebellen volledig uitgerust worden afgericht. In één geval is waargenomen, dat 300 mannen, volledig gewapend, en voorafgegaan door een muziekcorps, mar cheerden om een particulier landgoed. Op denzeifden dag is een troep van 80 rebel- lè5-, me weruen geuèrena, waargenomen. Verder deelt de correspondent mede, dat elke valiede jongeman in het graafschap aanzegging heeft gekregen om eens per week twee oefeningen bij te wonen, op straffe van een zware boete zoo hij er zich aan onttrekt. In een bloeiende stad in hét graafschap hebben op last van Sinn Fein alle winkelhouders te 3 uur hun win kels gesloten ten einde hun employé's in slaat té stellen, om deze oefeningen mee te maken. Er zouden teekenen zijn, die wijzen op soortgelijke actie in do graafschappen in het Westen van Ierland en volgens den correspondent wijst alles er op, dat er toebereidselen worden getroffen voor een gewapenden opstand in de naaste toe komst. De crisis in Duitschiand. Aftreden van v. Kahr. De crisis in Beieren heeft Zondag tot ihet aftreden van ministeaMpresident Von Kaihr en den minister van justitie Rolii ge leid. s geering overhandigd, die na uitvoerige be- sprökiir.g bij de Landdag-commissie de toevoeging voorstelde, dat de opheffing van den uitzonderingstoestand eerst ®on geschieden, wanneer tie :ur.-i"Uuu--.,;..,,, liet jj-" De Landdageommissie kwam Zondag opnieuw bijeen en verwierp deze toevoeging van de regcering met het oog op de stemming der Beiersahe mid den-partijen. Daarop diendien de minister president en de minister van justitie hun ontlslag in. De minister van onderwijs en eeredienst, Alt, werd voorloopig met de leiding van het kabinet belast. Het kabi net blijft bijeen, daar het geen collec tief omilsllag betreft. VerondersiteUingen omitrent dan opvol ger van von Kahr zijn nog voorbarig, ai worden ook de namen van den gewezen staatsminister Knililaing en van den afgevaar digde Held genoemd. De Duitedh-nations- Jen zulten in eik geval in het nieuwe kabinet niet vertegenwoordigd zijn. De rijksregeering heeft, naar verluidt, haar houding ten aanzien van het resul taat der besprekingen te Miindhen «log niet bepaald. Maandagochtend is de oom- missie van ach t van den Rijksdag hijoen gekomen om die gebeurtenissen te Miin- chen te bespreken. Het wordt niet onmo gelijk geacht, dat de socialistische partijen het voorstel zullen doen, dat de rijksre geering nu op eagien gezag aail optreden. De opheffing der econo mische sanc/iés. - Naar de ..Köhi Zeitung" uit Berlijn ver neemt, heerscht groote onrust in officieele kringen naar aanleiding van de meded-ee- iing van de „Petit Parisien", volgens welke op 16 Se,pk de economische sancties toch waarschijnlijk niet opgeheven zullen wor- dien. Gewezen wordt op de zonderlinge uitlating van het Parijsdhe blad, dat dit zou geschieden, omdat Duitschiand nog niet op bevredigende wijze op de beslis sing van dien Oppersten Raad geantwoord heeft. De „Köln. Z." herinnert eraan, dat op 26 Aug. het Duiitische antwoord is over handigd, welk antwoord in alle opzichten als tegemoetkomend moest worden aan geduid. Op de vraag van het Keulsche ldad, wat de Duitsdhe (rcgeering eigenlijk gedaan heeft om dc aangekondigde ver dere aiwleriuinideliiigen te Koblenz in gang te brengen, wordt het blad geantwoord, dat een antwoord op de Duitsche nota van 26 Aug. niog niet is ontvangen. De Köln. meent, dat men dan toch ook moei lijk van een Duitseh verzuim kan spreken. En het blad gaat dan voort: Het eerste Duitsche milliard is mi echter betaald. Frankrijk heeft zelf aan dien Oppersten Raaid voorgesteld dc sancties op te heffen, zoodra in de eerste plaats het milliard betaald is en in de tweede plaats, wan neer het controle ongoan van in- en uit voer te KoMenz is ingesteld. Natuurlijk moet de Duitsche rcgeering eerst eenis bood Clemenceau nog steeds weerstand aan Lloyd George. Evenwel de toekomst zou gaan leeren op welike wijze. Enkele dagen na de tweede komst in Frankrijk van Wilson, op 14 Maart heeft deze met Lloyd George geconfereerd, en is met heim overeengekomen om aan Frankrijk volkomen de bezetting van den Linker Rijnoever te weigeren. Hij bood daarvoor in de plaats aan het bekende garautie-traclaat, dat altijd een doode letter is gebleven. Poincaré oordeelde die compensatie onvoldoende en Glemen- coau gaf ten antwoord::: „Ja, maar ik stuit op een vooringenomenheid". "Van dat oogenlblik af, door brieven en in gesprekken, heeft Poincaré niet opge houden de aandacht zoowel van Ciemen- oeau als van Pichon te vestigen op den ernst der verantwoordelijkheiddie zij op zich zouden nemen door voor Enge land! te zwichten. Den 2&sten April, toen Wilson reed's overhaast het oonvoceeren der Duat- soliers had aangekondigd, schreef Poin caré een langen brief aan Clemenceau, een brief, welks inhoud aan Wilson en Lloyd George moest worden medege deeld. Voorzien van den brief, en ge steund door de autoriteit van maarschalk Foch, was Clemenceau echter niet stevig genoeg, om weerstand te Meden aan den wil van onze bondgenooten. Hij kon zelfs niet verkrijgen de voordeelige op lossing, die bestonidi door het uitstel van de bezet ling in verleend te brengen met bet onderteékenen van het garamliever- dtrag. Poincaré publiceert dien brief en ook het antwoord van Lloyd George. Lloyd George had namelijk schriftelijk geant woord', dat het Biratscha kabinet tot tweemaal toe de kwestie van de bezet ting onderzocht had. Lloyd George gaat volgens dien brief van de meening uit, dat, Duitsdhlamd noodzaken een bezet ting van de geallieerden op den Rijm en de Rijnprovincies te duiden voor een ombepaalden tijd, die zeer waarschijnlijk niet korter zou zijn dan 30 jaar, een ern stige provocatie om een oorlog in Euro pa pndenw te beginnen be toekende. En van dfctt standpunt was bij niet af te brengen. LloyA zga vervolgt Poincaré weten hoe dat oontrote-Qrffiw» - I TOmd reed8) da, Wj veel zal uitzien. Et schijnt n.l. grond voor j (jU(d toegestaan. In het ontwcip aan de de vrees te bestaan, d'at dit controle- J voorstanders van dé bezetting van orgaan een zeer •ennsilig ingrijpen in tie k Daiiilsdhe zelfisitaiudigdieid en hanidelis- en intdiustriegeibied beleeikenien zon. 'D<e Duitsdhe regeeiriinjg heef t imluiasohen in thtar nota van 26 Aug. zutk oen orgaan niet afgewezen, dooli heeft sloohitis ge vraagd naar dien vorm, waarover anen dan le Ivoblenx zou kunnen ondeittiansde- tt'en. De „Köiln." vraagt zich af of hier niet een voorwendsel wordt geschapen, ooi. met het milliardgoud in den zaïk, toch nog de economische saneilies te handha ven, achter welke pralktijik (van Frankrijk) dan. een zuiver pohtiek-imperialisiliisefli mo tief gezocht moet worden. Poincaré over de Rijnbezetting. De opvatting van Llogd George. Een aanval op Clemenceau. Poincaré heeft in de „Temps" van 12 Sept. een. van zijn „vrije brieven'' gepu bliceerd', die een aanval is op Clemen ceau, welke niet kan nalaten in Frank rijk diieipen indruk te maken en die dan ook door de Fransche ochtendpers wiordt overgenomen. Het gaat over de wijze, waarop Cle- menoeau gezwicht is ia de hC-Slté van de fits.'..----'- iritg. Poincaré herinnert aan de bekende me morie van maarschalk Foch van 10 Ja nuari 1919, waarin de chef der geallieer de legers de Rijmlinie noodzakelijk acht voor dc verdediging van het Fransche grondgebied. Lloyd George toonde zich voor die opvatting volmaakt onverschil lig.. Hij zeide: nu vrij Duitschiand gaan ontwapenen, hdbt gij geen behoefte meer aan troepen op den Rijn, doch in Maart 13 Juni wilde hij het geheele vraagstuk her openen door aan Clemenceau te vragen in te stemmen met een fonmulcering, die drie dagen later door Loudheur aan Poincaré werd voorgelegd. Deze formu- leerang luidde: Zoo op een meer naderen datum dan die 15 jaren Dudtscbland de bewijzen van goeden wil heelt afgelegd en voldoende waarborgen hoeft gegeven van een behoorlijke uitvoering zijner ver plichtingen, dan zijn de geallieerde en ge associeerden bereid een accoord! aan te gaan, om een vroegeren datum vast ie stellen van bet einde der bezettingspe riode. Dius alijd had Lloyd George, zoo als Poincaré reeds vroeger heeft gezegd, dezelfde oboessie om den diuur van de bezetting le verkorten. Poincaré veroordeelt verder uitvoerig de gevolgde beslissing, zoowel als de tac tiek van Clémenceau. HET SPOORWEGONGELUK in FRANKRIJK. Volgens nadere bii zonderlred'en in de tiLocü sóa Sici omzeilend spoor wegongeluk' van den sneltrein Straatsbu.rg- Lyon tc wijten zijn aan de te groote snel heid van den trein en het breken der kop pelingen der eerste wagens. Een reiziger deeld'e mede, dat de trein vertraging had en mot een snelheid van meer dan 8o K. M. liep. Eensklaps voelde men een hevigen schok; de reizigers werden tegen elkaar aan geworpen; kreten van schrik en pijn weerklonken. De trein bleef echter door rijden. Toen hij stilstond, sprongen de reizigers eruit; de nogedéerde reizigers droegen de gewonden naar het station des Echels.- Auto's met geneesheeren versche nen weldra uit I-yon otn de eerste hulp le verleenen. DREIGENDE ALGEMEENE STA KING JN NOORD-FRANKRIJK. Wegens het uitroepen van de algemeene staking hebben de maires van Roubaix en Tourcoing de tussdhenikojnst ingeroepen van den minister van arbeid om te trach ten het conflict hij te leggen. De minister antwoordde, dat de regcering alles zal doen om het conflict lot een 'bevredigende oplossing te brengen. De prefect von het Noorderdepartement begaf zich naar Rou baix en Tourcoing waar hij een onder houd. had met de politie- en militaire autoriteiten, met het oog op de handha ving der ordle gedurende de algemeene sta king.. Het besluit tot het uitroepen der alge meene staking voor alle organisaties te Roubaix en Tourcoing, wegens het mis lukken der onderhandehngen tusschen werkgevers en werknemers in de textiel industrie, werd Vrijdagavond genomen in een vergadering der hij de C. G. T. aange sloten vak'vereenigingen. De C. G. T. vraagt aan de arbeiders, de beambten en ambtenaren om wegens de weigering der, patroons het economisch leven stil te leg gen. Den cheminöts wordt gevraagd, zich te verzotten tegen het zenden van troepen naar Roubaix. i DE WEIGERING DE1R SOVJET-RE GEERING. „Petit Parisien" meldt, dat d'e sovjet- regeer itig nog niet, gelijk het ministerie van buitenlandsdhe zaken gevraagd had, den tekst heeft herhaald van het antwoord] op het voorstel door Noulens namens die internationale commissie tot steun aan Rusland gedaan. Ondanks dit stilzwijgen is -reeds uit de eerste radjogrammen te Pa rijs en Londten ontvangen, die gedeeltelijk verminkt waren, gelbkken dat de sovjet-, regeering niet geneigd is die zending naar Rusland goed te keuren van een commis sie van onderzoek' naar de [.en der, ffongersnoodgebieden. Het blad voegt er bij, dat het nutteloos werd' geoordeeld, inte ger te wachten; de commissie zal deze' week bijeenkomen; waarschijnlijk zal zij haar taak als geëindigd beschouwen en aan de particuliere organisaties de taak overlaten de Russische bevolking te hel pen. EEN ZONDERLINGE VERKOOPlNG, De Ncw-Yorksche correspondent der. Daily Tel." meldt dat, met het doel de aandacht te vestigen op de 'heerschendle werkloosheid, iso mannen zich Vrijdag op Boston Common te koopaanboden.Op dezelfde plek, waar 70 jaar geleden, ne gens als slaven werden verkocht, kwamen nu werkloozen samien onder leiding van Urbain Ledoux, een philantropisch wer ker, die ziéh Mr. Zero noemde. Op zijn bevel ontblootten de mannen zich net bo venlijf tot het middel en plaatsten zich in een rij tegen de muziektent, om zich te la ten belasten. Het waren mannen van al lerlei leeftijd, sommigen oud-strijders, sommigen 'blanken, anderen zwarten. De rechterband opheffende, zwoeren zij hun beste diensten met lichaam en hersenen te zullen geven aan hun „koopers". In de menigte bevonden zich weinig werkgevers en ste€uts tweg gssasas Werden „ver kocht" voor onderdak en voedsel en twee dollars per week z,akg;ld. Niettegenstaan de de .welbespraaktheid van den vendu meester wilde niemand een oud-soldaat Ferris koopen. „Gij wilt dien man niet koopen", riep Mr. Zero, ,jniss'chien wilt gij dan zijn hond-hebben", en hij hield een- kleinen fox-terrier in de hoogte. Dadelijk werd er toen geboden, tot 'het dier ver kocht was voor 2o dollars, doch de kooper gaf het geld aan Ferris en liet dien zijn hond behouden. Mr. Zero zal zijn verkoo- pins?en voortzetten. vrij naar het duitsch, tweede deel» "öebt„giji.aar den notaris ge zonden vroeg Muller eindelijk, toen de pijn een oogenblik verminderde, en hij weer kon spreken. „En waar is mijn heer Walihagen ,,Ik ben hier," zeide Max, terwijl hij nader bij het bed trad, „gaat het een oeetje beter „Ja, maar dat is slechts voor een kor ten tijd, ik moet sterven. Maar van te voren moet ik alles zeggen, alles. Komt de notaris „Mijnheer Ostlander hier heeft een zijner knechts naar den dokter, en den anderen naar c'en notaris gezonden. Beiden zullen, naar ik hoop, spoedig hier zijn. „De dokter kan mij niet meer helpen; net is met mij gedaan. Die eigenaardige smaak had mij moeten waarschuwen, maar wie zou het kunnen denken, dat ZIJ het zou wagen mijdoor vergif '®yen te brengen ,ie Max begon bij het zien der unnatuurhjk vergroote oogappels van titelro lvreezen. dat zijn beschul- gen toch iets meer konden zün. dan voortbrengselen eener ziekelijk opge wonden verbeeldingskracht. „Zij, de weduwe van dien schurk, van dien Holthernam Muller, terwijl hij zich omkeerde. Max trad achteruit en zette zich naast den boer, die aan de tafel plaats had genomen, en half deelnemend, half verdrietig zijn onverwachten gast gade sloeg. „Het schijnt erg te zijn met dien man" fluisterde hij „Gelooft u aan die vergif geschiedenis, mijnheer de directeur?" Max haalde de schouders op. „Wij zullen moeten afwachten, wat de dok ter zegt." Beiden verzonken in diepe gedachten en zaten zwijgend naast elkander. „Komt de notaris haast ..Hij zal spoedig hier zijn, mijnheer Muller," hernam Ostlander. „Stil, daar .?or„i',; een rijtuig. Het zal de dokter zijn. Max spoedde zich naar buiten en trad nu met den dokter, dien hij in haast het noodige had medegedeeld, naar bin nen. „Ik ben vergeven, niet waar, dok ter l" Deze had na een kort onderzoek het dienstmeisje eenige aanwijzingen gege ven en wendde zich nu weer tot zijn patiënt. „Zeer zeker. En nu zeg ons. wie heeft u den wijn, waarvan u sprak, voorgezet, en hoe is het gebeurd Muller keek hem een oogenblik zwij gend aan en schudde het hoofd. „Dat zal ik zeggen wanneer de notaris hier is en niet eerder." De dokter wendde zich nu tot den boer Is de notaris geroepen, Ostlan der Deze knikte. „Indien mijn knecht hem heeft getroffen, zal hij spoedig hier zijn." „Goed," zeide de dokter en voegde er zachtjes bij: „Indien de zieke nog mede- deelingen heeft te doen of het een of an der te regelen, is het de hoogste tijd." „Is er geen redding mogelijk vroeg Max getroffen. „Neen, hij kan hoogstens tot den morgen leven. De middelen, die ik heb voorgeschreven, zullen hem eenige ver lichting verschaffen, maar dat is alles." „Misschien zal hij een. geestelijke ver langen." „Ja," zeide de zieke, die de laatste woorden had verstaan, „roep een pries ter, alvorens ik sterf. En Een hevige krampaanval belette hem verder te spreken en het duurde lang, voordat weer een betrekkelijke rust kwam. De notaris was intusschen aangeko men en haj aan hét bed plaats gero- men. De zieke lag nog een poos met ge sloten oogen alsof hij zijn gedachten moest verzamelen. .Schrijf nauwkeurig neer," zeide-hij dan. „Dokter, ga niet weg.... hoe meer getuigen hoe beter." De dokter deed wat hij verlangde. En nu vertelde Muller aan de eerst on- geloovig, dan met toenemende verba zing luisterenden de geschiedenis van den jongen Guthbridge, gelijk hij ze eenige uren geleden aan de weduwe van den moordenaar had medegedeeld. „Zij wees mij het tuinhuis bij het zij poortje aan als de plaats onzer samen komst," zeide hij eindelijk. „Op de ta fel stond wijn ik had een verre wan deling gedaan en was dorstig. Ik dronk er dan van,ofschoon de eigenaardige bit tere smaak mij vreemd voorkwam Mijnheer Walihagen" ging de stervende na een korte pauze voort, „ik had u mededeeling moeten doen van het be drog, maar ik had zoolang nood- en ar moede geleden, en de bekoring was te groot. Kan en wil u mij vergeven Max greep de hand, die hij hem toe stak, en drukte ze het was hem onmo gelijk te spreken. Guthbridge, of liever Holt, een bedrieger en moordenaar En Augusta zijn vroegere verloofde, wat was zij „Mijnheer Muller," zei de notaris, die intusschen het door hem geschrevene nog eens had overgezien, „u zeide daar 3ven, dat Hugh M'Adam nog lee.'t. Kan u ons zijn adres opgeven „Hij is nu kolonel.... hij heeft zich i-t den burgeroorlog beroemdge fnaakt. Kolonel Hugh M'Adam, Chicago." „De andere getuigen van den moord? Weet u ook iets van hen „Waar Arrowsmith gebleven is, weet ik niet. Maar dat Bill.... Bill Guthbridge destijds vermoord gewor den is, kan het geheele kamp getuigen," hernam Muller met moeite, „in Brook lyn wonen twee van hen, de eigenaars der firma. „Gebroeders Norman. Vraag maar na, zij zijn genoeg bekend." „Heeft u ons anders nog iets mede te deelen „Neen, dat is alles. Heeft u het opge schreven Goed, geef mij dan het papier ik wil het onderteekenen." „Eerst moet ik het u voorlezen. U kan mij dan oplettend maken, indien ik u in het een of andere punt niet goed mocht hebben verstaan." Muller knikte zijn krrchten namen zichtbaar af. De notaris las. „Wenscht u er nog iets bij te voegen of te veranderen „Neen geef mij de pen." De notaris gaf ze hem, maar de-half verstijfde hand was nauwelijks in staat ze vast te houden. „Nu is het goed," fluisterde de er- de, „de priesterkomt hij nog niet Bid voor mij en zeg haarjuffrouw Holt, dat ik hrar van harte verge f. Ik was hard tegen haar en zij wist niet, wat zij deed." Uitgeput zonk de stervende in de kussens achterover en sloot de oogen. Spoedig daarna kwam de vurig ver langde geestelijke binnen en Max en de dokter volgden den boer in de be lendende huiskamer. De notaris had zich, nadat de getuigen allen ondertee kend hadden met het stuk verwijderd. „Zal u aangifte doen van de zaak vroeg Ostlander. „Het zal niet anders gaan, maar ik gaf er veel om, als ik er niets mee te maken had." „Waarom vroeg de dokter glim lachend. Een der knechts van den boer stak zijn hoofd door de deur. „Dokter, daar is iemand, die u bij een zieke wil roe pen. Het is die mevrouw van 't kasteel. De bediende staat buiten." De drie mannen keken elkander ver rast en verschrikt aan. „Misschien heeft zij...." begon Ostlander, maar hij zweeg, toen hij op het bleeke gelaat van Max, die tegen, over hem zat, dezelfde vreeselijke ver denking las, die in hem was opgeko men. De dokter schudde het hoofd. „Zij heeft hem zelf den doodelijken drank niet ingeschonken, en zalzich waar schijnlijk tamelijk veilig gevoelen. Ze nuwtoevallen of iets dergelijks, denk ik. Nu, wij zullen zien. Adieu. In den loop van den dag kom ik nog eens bij u, mijn heer Walihagen.", (Slot volg!).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1