ONS BLAD"
BINNENLAND
MAANDAG 26 SEPTEMBER 1921
Ï4e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKStëAAR. - Telefoon: R£DAcfiI;RNÓ!Et
Waarom een Katholieke
Universiteit?
feuilleton.
DE VIOOL.
LIEFDADIGHEIDSZIN DER
KATHOLIEKEN.
DE VROUW IN T GEZIN.
BINNENLANDSGH NIEUWS.
De opbrengst der Rijksmiddelen.
No. 292
OORD-HOLLANDSCH
No. 433
C33
Abonnementsprijs
(Per kwartaal voor Alkmaar f 2.
jVoor buiten Alkmaarf2 85
(Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. jt a r-
Aan aüe abonné's wordt op aanyrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400, f 2QO,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f O 25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Moest het eigenlijk niet overbodig zijn
éc:e vraag te stellen? Tooh kan men he-
*£ias in Roomsche kringen heel vaak twij-
:«1 aan het nut en de noodzakelijkheid
eener Katholieke Hoogeschool hoorcn uit
spreken.
De tijd, dat deze vraag openlijk in onze
pers ontkennend werd beantwoord, is ge-
orkkig voorbij. Maar daarmee is de onver
schilligheid van velen, ook van vele intel-
icclueelen, voor een eigen Roomsche Uni
versiteit, nog niet weggenomen.
Het mag een eigenaardig verschijnsel
worden genoemd, gevolg waarschijnlijk
•rni bet nav.-erken van liberale invloeden
Tul de vorige eeuw, dat bij zeer velen de
e voor het bijzonder onderwijs op
houdt bij de hoogste klas der lagere school,
ïijn kind naar een openbare lagere school
tonden, daar deukt men niet aan. Maar
iegeu de „neutrale" Hoogere burgerschool
af het Gymnasium heeft men geen be
zwaar, nog minder tegen de Universiteit.
Moest al reeds niet het voorbeeld, dat
inze prolestantsChc landgenooten, de man
nén nog wel van het „vrije onderzoek" ons
(jégeven hebben in de stichting van een
vrije Universiteit, moest hun voorbeeld al
niet lang tot nadenken hebben gestemd?
Waarom nemen hier te lande toch zoo-
de Katholieken zulk een gevaarlijk-onver
schillig standpunt in tegenover hel bijzon
der hooger onderwijs?
Hoort nog eens hoe Z. H. de Paus in zijn
brief aan het Nederlandsch Episcopaat
•>ver deze zaak denkt:
„Zou het dan ook wel iemand kumien
Jmtgaan, schrijft Z. H., dat, zoo ooit, dan
sn onzen tijd, het algemeen welzijn het be
staan en den krachtigen bloei van zulke
Hoogeseholen vordert, in onzen tijd, waar-
6n zich allerwege een zoo groole vloed van
dwalingen baan breekt, dat met de heilig
heid der zeden, het geloof zelf dor volkeren
in het ernstigste gevaar gaat verkeeren?
„Elders, niet alleen over geheel Europa,
«naar ook in Amerika, riohfle de weldoor
dachte vrijgevigheid der katholieke bevol
king dan ook sedert lang haar ernstige
pogen op het verwezenlijken van dit doel,
zoodat men zou kunnen zeggen, dat er na
genoeg geen volk is, bij hetwelk de gods
dienst bloeit en dat welvaart geniet, waar
zulke hoogere onderwijs-inrichtingen nog
ontbreken.
„In dezen, wij zouden willen zeggen,
wedstrijd der volkeren, zullen de Katho
lieken van Nederland, die immers door een
waarlijk buitengewone geestdrift voor de
geestesbeschaving uitblinken, stellig voor
iöiemand onderdoen.
„En nauwelijks behoeft Vermeldle°woi^
den, wat rijke weelde van alleredelste
Vruchten, daarvan valt te verwachten.
„Wanneer immers tal van jongelieden,
uitmuntend door deugd en geleerdheid, in
opeenvolgende rijen het openbaar leven
zullen ingaan, bezield met den vurigsten
ijver voor de katholieke zaak, dan moeten
er, zoo voor de Kerk als voor den Staat
zelf belere tijden gaan aanbreken."
En aan deze bemerkingen van Z. H. den
Paus hebben de Bisschoppen van Neder
land in hun magistraal mandement van 18
September j.l. zulke kernachtige woorden
toegevoegd over de gevaren van het onder
wijs aan de zoogenaamde neutrale hooge
seholen:
„Het onderwijs, zeggen zij daar, hondt
op iederen trap verband met den gods
dienst. Het doet dit zoowel om het onder
werp, dat behandeld wordt, als om den
persoon, die het geeft, maar nergens gekit
dit zoozeer als aan de universiteit.
„Dit onderwijs immers omvat ook de
godgeleerdheid en de wijsbegeerte, die zich
onmiddellijk met de groote wereld- en le
vensvragen bezighouden; vele andere we
tenschappen, die daar onderwezen worden,
staan met deze vragen in het nauwste ver
band en enkele, die er slechts eene meer
verwijderde betrekking mede hebben, ko-
m .1, om de diepte van het onderzoek, toö'n
met die vraagstukken in aanraking. Uit
den aard der zaak dus zal dit onderwijs
anders gegeven worden door een geloovi-
ge dan door een ongeloovige, anders door
een Katholiek dan door een niet-katholiek.
Niet minder dan bij het onderricht zal de
levensopvatting van den hooglecraar naar
voren komen bij den zoo gewenschten om
gang met zijn studenten."
En verder nog deze zin, die van zooveel
levenservaring getuigt:
„Wanneer nu de hoogleeraar omgeven
is van een glans van groote, soms schitte
rende wetenschap, zullen ook de door hem
verkondigde stellingen, die voortspruiten
uit zijne niet-geloovige levensbeschouwing,
al ie licht worden aangezien als uitkom
sten van wetenschap. Dit gevaar is des te
ernstiger, omdat de universiteit niet slechts
tot doel heeft bestaande wetenschap mede
te deelen, maar ook wil opleiden tot zelf
standig onderzoek, m.a.w. den student wil
maken tot een man, die persoonlijk voort
bouwt op do grondslagen door het univer
sitaire onderwijs gelegd. Zijn deze grond
slagen aangetast door eene niet-geloovige,
of ook door eene niet-katholieke, levensbe
schouwing, dan zal de afgestudeerde dik
wijs in heel zijn verder leven de gevolgen
daarvan ondervinden."
Wij zouden mogen vragen: wanneer
Paus en Bisschoppen in zóó besliste ter
men het gevaar der neutrale hoogeschool
schilderen, is het dan niet vermetel zulks te
ontkennen? Men beroept zich op de prac-
tijk cn wijst op onze vele goed katholieke
gegradueerden. Maar daarbij worden dan
twee dingen vergelen: ten 1ste, dat het
steeds onverantwoordelijk is zich langer
dan noodig aan gevaar bloot te stellen en
ten 2de, dat men wel de goede vruchten
der Universiteit ziet, maar de slechte ver
geet. En nu is het helaas een met spre
kende cijfers te bewijzen feit, dat van de
studenten, die als goed-Katlioliek naar de
Hoogeschool gaan, een groot percentage
diezelfde Hoogeschool als ongeloovigen
verlaat, ja zelfs velen reeds voor de vol
tooiing hunner studiën hun geloof en goe
de zeden voor goed verliezen.
Maar voor hen, die ondanks dat alles
de noodzakelijkheid der stichting van een
Roomsche Universiteit niet kunnen inzien,
mogen andere, meer positieve argumenten
gelden.
Gesieid eens wat wij niet toegeven
dat de neutrale Hoogeschool ongevaarlijk
was, is het op den duur te verantwoorden,
dat de bloem van het Katholieke intellect
niets anders doet dan de profane weten
schap buiten God en godsdienst te beoefe
nen?
Zoo treffend juist zeggen onze bisschop
pen, dat de gevaren der neutrale hooge
school, hoe gewettigd ook, slechts op de
tweede plaats komen. De drang tot stich
ting van een eigen universiteit komt aller
eerst voort uit de heilige liefde voor de
waarheid.
„Als bezitters van het licht der rede,
zeggen zij, zijn wij verplicht het onze bij
te dragen tot vermeerdering van die na
tuurlijke meuschelijke kennis, waaraan de
maatschappij voor hare ontwikkeling be
hoefte heeft en waarvoor de universiteit
het machtigste middel is. Daar worden niet
alleen reeds verworven uitkomsten van
wetenschap medegedeeld, maar daar wordt
tevens gearbeid om nieuwe veroveringen
voor de wetenschap te maken. Nieuwe vel
den worden ontgonnen, ongekende stre
ken doorvorscht, het terrein van het men-
sohelijk weten stap voor stap uitgebreid.
„Dit is op zich zelf iets heerlijks; hel
is een der voornaamste middelen om liet
plan Gods te verwezenlijken: dat de
mensoh koning zij over de zichtbare schep
ping en door de ontwikkeling van zijn
geest heerschappij voere over de dingen
dezer aarde. Hielden wij ons daarbij afzij
dig, lieten wij dat waarheidsonderzoek uit
sluitend aan anderen over, dan zouden wij
een ernslige plicht verzuimen. De Kerk
heeft dit nooit gedaan. Zij heeft steeds oo-'b
de ongewijde wetenschappen bevorderd en
geëerd als een der edelste goederen der
menschlieid. Uit haar schoot is de univer
siteit voortgekomen en misschien werd het
hooger onderwijs nooit met zooveel geest
drift gevolgd als in de eeuwen, dat de
Kerk het openbaar leven bezielde.
„Met de stichting der R.-K. Universiteit
hopen Wij dan ook in hooge mate het
deelnemen der Katholieken aan de beoefe
ning der wetenschap te bevorderen."
Gaan hier geen heerlijke perspectieven
open? Iloe ligt onze maatschappij, ma de
groote catastrophe der oorlogsjaren, uit
een geslagenl Welk een groot deel van
die rampen komt op rekening van de hei-
densohe theorieën der ongeloovige leer
stellingen, waarmede vanaf de katheder
van vele hooge scholen het volk vergiftigd
isl
De maatschappij zal dienen te worden
opgebouwd in een geest van christelijk
solidarisme. Welk een schoone taak wachl
hier de Katholieke wetenschapl
Wanneer een volk ontaardt van de goede
zeden, komt dat meest door de schuld van
verkeerde leiders, voorgangers in litera
tuur, in kunst en kennis, in politiek en
sociale wetenschap. Welnu, geef aan de
samenleving weer goede voorgangers en
de wereld is gered. Geeft aan de massa
leiders, die hun wetenschap opbouwen
op den slevigen bodem der katholieke wijs
begeerte en cr zal opnieuw rust en vrede,
orde en welvaart terugkeeren.
Ziedaar de beteekenis van de Katholieke
Hoogeschool en de zwaarwichtige redenen
om op haar stichting aan te dringen.
Rest ons in een slotartikel nog het ant
woord op de vraag; waarom moet iedere
stand hel zijne aan de totstandkoming der
Katholieke Universiteit bijdrhgen?
Roman door MYRTLE REED.
Vertaald uit het Engelsch door Hen.
riëtte v. d. V/aarden,
een tijdje logee,de. He, V»,
gesloten geweest. Ze had met je ge
reisd, en toen ze terugkwam, was ze al
leen. Toen vroeg ze mij haar eenzaam
heid een beetje te komen verlichten
en ik stemde toe.
Nu was het oogenblik voor vertrou
welijke mededeelingen daar, maar Mar
garet maakte er geen gebruik van, en
tante Peace eerbiedigde het.
Hebben wij elkander igenlijk
goed gekend zei de oude dame, op een
toon, die geen antwoord vroeg. Ik her
inner me, dat ik diep medelijden met je
voelde, toen ik hier was, hetzelfde ge
voel, dat jaren later in me opkwam,
toen ik Iris vond. Ik verlangde er naar
Je te troosten, en, als ik kon, gelukkig
te maken. 6
Lieve tante Peace, zei Margaret
*a<At, u maakt me nu gelukkig en ik
heb nu misschien nog meer behoefte
aan uw sympathie dan toen. Uw heele
ven is één streven de roepsche» om
Speurend in de Staatsbegxootimg, trof
fen we 'aar ook een staat aan, die de
machtigingen bevat tot aanvaarding wam
maktogen en schenkingen gedurende 1920,
verleend aan kerken en stichtingen van
weldadigheid.
Dit jaar voor 't eerst is die staat ge
rubriceerd naar de kerkgemootsdhatppen
en nóg wel naar de provincies. Het lijkt
ons dienstig er eenige cijfers uit te ge
ven.
Het lotaalgemcraai van alle metingen
en schenkingen aan de verschillende (ker
ken en stichtingen in hot jaar 1920 is:
f 1.795.791.27%, Daanvan kwam
1.170,780,005 aan kerken en kerkelijke
instellingen en ƒ625.061,27 aan keiftelijlke
instellingen van weldadigheid
Het is hartverheffend te zien, hoe ver
de Katholieke liefdadigheid uitsteekt bo
ven alle andere. De Katholieken toch ver
maakten niet minder dan 1,046.511.88%,
741.401.56% aan kerken en kenkel.
stichtingen en 305.110.32 aan instellin
gen van weldadigheid, dat is van het to
taal-generaal van 1.795.791.27% puim
58 percent, terwijl het percentage der
Katholieke bevolking narawelijks 35 is.
Inderdaad, deze statistiek heeft de repu
tatie der katholieke liefdadigheid weer
schitterend hooggehouden. Stellen we de
voornaamste kerkgenootschappen naast
elkaar, dan krijgen we de volgende cijfers
(de centen zijn hierbij weggelaten):
Katholieken 1,046.511
Ned. Herv. Kerk 381.014
Waalsche kerk 2.500
Scholsche Kerk 24,000
Ev. Luth. Kerk 28.200
Doopsgeiz52,050
Remonstranten 21,638
Gerformeerden 62.166
Ned Israël 14,113
Oud Bissoh. Klerezy 42.166
Leger des Heils 7,000
Wat* de Katholieke schenkingen, ernz.
betreft, splitsen we die ook even naar
de verschillende provincies.
Voor kérken en kerkelijke instellingen
kriiget.'w d'an de volgende Teeks:
Noórdbrabant -235.160
Zuid-Holland 159.644
Friesland j. 127.651
Noord-Holland 77.250
Utrecht 45.100
Limburg 35.317
Zeeland 19.800
Gelderland 13.444
Overijsel 12.693
Groningen 9.840
Drenthe 5.499
Totaal 741.401
N'oordhrahant handhaaft hier d.us haar
ouden roem, evenals Friesland een hij
zonder schitterend' figuur maakt. Minder
gelukkig s'aan er Gefderiamd en Over
ijsel voor.
Nemen we de cijfers voor kerkelijke
instellingen van weldadigheid, dan wordt
de volgorde aldus:
Zuiu-Hollamd 13.790
Noord-Holland 77.350
Noordbrabant 59.612
Gelderland 21.200
Utrecht 10.400
Groningen 9-300
Zeeland 6.200
Friesland 3.900
Overijsel 1.757
Limburg 1 -600
Drenthe 80.008
u heen galukkig en tevreden te maken.
■~V v, P het' ik tracht het ten
minste. Nu we er toch over spreken
als ik er met meer zal zijn, komt dit
huis aan jou dan aan Lynn en zijn
kinderen. J
Dank u. Een oogenblik trilde
Margaret van vreugde over deze gift
toen was het alsof het bloed uit haar
hart vlood, en schaamde ze zich.
Voor Iris heb ik goed gezorgd
ging miss Field voort. Ik heb haar lief
als mijn eigen, dierbare dochter, maar
ze is niet van onzen stam.
Op hetzelfde oogenblik kwam Iris,
lachend en gillend langs het huis gevlo
gen, met Lynn in vollen vaart achter
haar aan. Mevrouw Irving ging naar
het raamen kwam weer terug met
oogen tintelend van pret.
Wat is er aan de hand vroeg tan
te Peace.
hynn achtervolgt haar. Ik geloof,
houdt 6en worm tusschen zijn vingers
O, vast, I ris is bang voor wormen.
1 ik di!-ect naar hem toe
gaan en t hem verbieden.
Neen laat het hen samen uit
vechten. We zijn maar eens jong, en het
voornaamste voorrecht, dat de jeugd
vraagt, is haar eigen strijd te mogen
strijden. Het is verkeerd begrepen vrien-
delijkheid, tusschenbeide te komen,
ze moeten niet week gemaakt worden,
voor alles wat nog komen zal.
De Jeugd, herhaalde Margaret. De
schoonste gave der g»den. die we niet
Totaal 305.110
Hef zal menigeen opvallen, dat het Ka
tholieke Limburg zoo achteraan komt.
Dat ligt zeer waarschijnlijk aan hel feit,
dat kerkelijke stichtingen van weldadig
heid er reeds voldoende aanwezig zijn.
Er wordt een maatregel overwogen,
om telefonisten die trouwen gaan, te
ontslaan.
Het Bestuur van den Haagschen
Plaatselijken Vrouwenraad deelt nu
het volgende mee:
I
„Dezer dagen hadden wij een on
derhoud niet Mej. C. Kautimann, de
Chef van de Bediening vain onze Te
lefoon, naar aanleiding van het drei
gend ontslag van de huwende telefo
nisten Mej. Kautzmann, die onder
haar pseudoniem „Co.ra Westland" een
zeer levenswaardig boekje over „Be
staan en Werken der Telefonisten"
schreef, gaf welwillend alle gewensch-
te inlichtingen.
Hieruit bleek tot ons leedwezen, dat,
als de door ons betreurde maatregel
genomen zal worden, dit alleen te
wijten is aan haar, die van de uiterst
tegemoetkomende regeling, zooals die
tot nu toe bestaat, een gebruik heb
ben gemaakt dat den dienst tot na
deel, haar zeiven tot oneer, en den
belastingbetaler tot schade strekt
Er was nog maar een enkele, die
deze, voor vrouwen met plichts en
verantwoordelijkheidsgevoel zoo onbe
grijpelijke gedragslijnen gevolgd had;
maar zelfs de uitzondering, die den
regel moest bevestigen, ontbrak in de
droevige verzuim lijst, die wij Ie be-
studceren kregen."
H
Dat oordeel is niet malsch. Dit be
stuur schuift wgl zware schuld op
de dames. i
I 'T' "~I
Zou het intusschen ook kimt ten zijn,
dat dit verzuim in den aard der dingen
ligt; dat een getrouwde vrouw aller
eerst plichten in haar gezin heeft;
en dat dus de Katholieken het nog
zoo mis niet hebben, als ze getrouwde
vrouwen in haar gezin willen houden?
vraagt de „Residentiebode".
Dit den staat der opbrengst van 's
Rijks middelen over de maand Augustus
1921 blijkt dat deze maand ook weder
een vermindering aanwijst, vergeleken n.l.
met Augustus 1920. Immers, Aug. 1920
beliep f 84,500,636.49%; Aug. 1921 wijst
aan f 32,9-18,628.29%vermindoring al-
zoo f 1,552,008.20.
Over de eerste acht maanden van 1921
was de opbrengst f 287,200,049.37; over
de eerste acht maanden van 1920
f 288,794,043. 71%. Vermeerdering dus
nog f 3,106,005.65%. Over do eerste ze
ven maanden bedroeg de vermeerdering
f 4,958,013.851/2.
Tor vergelijking diene verder, dat Ja
nuari 1921 ruim 1.2 millioen minder op
bracht dan Jan. 1920; Februari 1921
ruim f mill, meer dan Febr. 1920;
Maart 1921 bijna f 9 mill, meer dan
Maart 1920; April 1921 ruimt f 3 mill.
meer dan April 1921; Mei 1921 ruim
f 8 mill, minder dan Mei 1920; Juni
1921 ruitn f 1% mill, meer dan Juni
1920; Juli 1921 bijna f 5 mill, ^minder
dan Juli 1920.
Als vermeerderingsposten zijn te no-
teoren: grondt eiasting Augustus 1921
f 2,340,092.331/2 (Aug.'20 f 1,021,241.30)
personeele belasting Augustus 1921
f 2,245,512.61% (Aug. '20 f 1507,575 64%)
dividend- en taiti/mebelasting resp.
f 8,325,092.97 en f 1,764,783.17sui-
koraccijns respectievelijk f 3,462,998.23
en f 2,809,428.70; wijnaccijns respec.
f 64,654.84 en f 42,065.55; accijns ge
destilleerd respec. f 4,376,987.24% en
f 3,375,462.51; bieraccijns respectievelijk
f 459,495.42 en f 314.296.16; domeinen
enz. respectievelijk f 264,792.281/2 en
f 126,462.891/2 jachtacten c.a. respec.
f 50,235.50 en f 46,187.opbrengst
der loodsgelden resp. f 205,819.24 en
f 166,365.141/2,- mijnrecht n respectievelijk
f 128,154.741/2 en f 107,350.67.
Minder brachten opinkomstenbelas
ting: Augustas 1921 f 5,161,843.70 (Aug.
1920 f 6,381,610.55)vermogensbelasting
Aug. 1921 f 474,271,92% (Augustus 1920
f 505,508.541/2)zoutaccijns respcetieve'ijk
f 113,087.04 en f 169,8488.05; accijns
op geslacht respectievelijk f 951,148.38
en f 1,221,259.01speelkaartenbelasting
resp. f2299.50 en f 28,081.75; zegel
rechten respectievelijk f 1,297,750.161/2 en
f 1,696,140.01; registratierechten resp.
f 2.069,288.886% en f 5,792,401. 35; suc
cessierechten respec. f 2,495,002.34%
en f 2,714,714.82%invoerrechten rosp.
f 8,056,306.2-6 en f 4,289,979.41be
lasting gouden en zilveren werken resp.
f 56,155.72% en f 63,892.65; essaailoon
resp. f 72.22 en f 118.28%; statistiekr.
resp. f 323,229.241/2 en f 431,525.82.
De opbrengst der Staatsloterij was in
Augustus 1921 zoowel als Aug. 1920
f 24,337.50.
Do opbrengst over Aug. 1921 van
de belasting in verband met de buiten
gewone oms'andigheden (Corlogswinst-
belasting) bedroeg f 6,580,907.13 (over
de eerste acht maanden van 1921'
f 68,089,223.18); van do inkomsten ten
bate van bet leeningfonds 1914
f 9,027,007.24 (in de eerste acht maan
den van 1921 f 80,398,976.05%).
TILBURG SOEFI WOLLEN STOFFEN
INDUSTRIE.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is door de Vereeniging van
Tilburgscbe Fabrikanten van Wollen
Stoffen een adres gericht, waarin wordt
Dat de ontwikkeling der valutaver
houdingen eenorz'jds en de handelspoli
tieke maatregelen en voornemens van
Amerika, Japan, Engeland, België,
Frankrijk, Duifechland, ZwitserLnd,
Spanje enz. enz., anderzijds hen den.
toestand der Tilburgscbe W-Industrie
steeds donkerder doen inzien; dat toch
de Nerlerlandsche markt overstroomd
wordt met Duits he tex i lgoe Ieren, ter
wijl de export van de Tilburgscbe Indus
trie geheel is lamgeslagen; redenen
waarom ondergetsekendon opnieuw do
vrijheid nemen, d9 Kamer te verzoeken,
de Regeering uit te noodigen voorstel
len te doen, om algeheelo ontreddering
en ondergang der Tilbu.gsehe Wol
industrie te vcorkomen.
DE LOONSVERLAGING DEK MIJN
WERKERS.
Door hot Tweede Kamerlid Da Jonge
zijn aan de ministers van Landbouw en
Arb-id de volgende vragen gesteld:
Zijn dc ministers bereid 011 mede te
deelen, welke gevolg n zijn gegeven aan
de besprekingen in do v rg,viering der
Tweede Kamer van 12 April j.l. (Han
delingen blz. 201530) t.a.v. de open-
logging der bedrijfsresultaten door de
mijndirecties?
- Is de minister van Arbeid bereid aan
de Kamer mede te doelen of er eon be-
bespreking van den IIo ogen Raad van
Arbeid heeft plaats gevonden; en, zoo
ja, wat aldaar te dien aanzien verhan
deld is en tot welk resultaat men is
gekomen!
waardeeren, voor ze voor altijd verdwe
nen is.
Ik heb mijn jeugd behouden, zei
tante Peace. Ik heb opzettelijk alle on
aangename dingen vergeten en alleen
aan het mooie gedacht.
Als en klein genoegen voor een
oogenblik mijn leven verlichtte, heb ik
het als iets kostbaars aanvaard. Zoo
heb ik vele kostbaarheden, van het
oogenblik toen mijn kinderhanden mijn
eerste roos omklemden af, tot den
avond, dat Lynn en jij kwamen om
meer zonneschijn in mijn leven te bren
gen. Ik noem het mijn ketting van vol
maakte vreugde. Als ik verdriet heb,
hoef ik mijn oogen maar te sluiten, en
aan de schakels mijner ketting te den
ken, die bezet zijn met juweelen, een
paar groote en een paar kleine, maar
alle van een onvergankelijke schoon
heid.
Als ik heen ga kan ik de ketting met
mij nemen.
Mijn aardsche goederen moet ik
achterlaten, maar mijn ketting van vol
maakte vreugde, zal mij tot het laatste
trouw blijven, dan zal ik haar omhan
gen, om ze nooit meer af te leggen.
Tante Peace, vroeg Margaret, na
een stilzwijgen, waarom is u niet ge
trouwd
Tante Peace leunde voorover en
pookte het vuur op.
Ik kan wel ongelijk hebben, zeide
zij, maar ik heb het altijd als onkiesch
gevoeld, je zelf te veroorloven van een
man te houden.
IV.
Maatschappelijke positie.
Op Woensdagen kon iedereen mer
ken, dat er iets bijzonders in de lucht
hing. Het oude huis, dat al bizonder
netjes was, liet zich heel geduldig boe
nen enpoetsen.Heerlijke geuren stroom
den uit de keuken, en Iris wreef de lan
ge zilveren kandelaars, tot ze als nieuw
glommen.
Wat is er te doen vroeg Lynn.
Hebben we een feestje, en word ik ook
geïnviteerd.
'Het is Woensdag legde Iris uit.
Is dat dan iets bijzonders
Dokter Brinkerhoff bezoekt tan
te Peace iederen Woensdagavond.
Wie is dokter Brinkerhoff
De huisdokter van Oost-Lancaster
De vorige week is hij er niet geweest.
Toen waren jij en je moeder pas geko
men.
Tante Peace schreef hem een briefje,
dat haar aandacht op 't oogenblik door
gasten van buiten de stad in beslag was
genomen. Het was de eerste Woens
dagavond, in meer dan tien jaren, dien
hij gemist heeft.
O, zei Lynn. Gaan ze trouwen
Tante Peace trouwt niet. -Ze ont
vangt Dokter Brinkerhoff, omdat ze
medelijden met hem heeft. Hij heeft
geen maatschappelijke positie, ging
ris voort, de onuitgesproken vraag
voelende.
Hij is niet van onzen stand, en hij
woon'; in West-Lancaster, maar tante
Peace zegt, dat iedere man, die door
een dame aan haar bed wordt toegela
ten, ook in haar salon ontvangen mag
worden. Een andere dame, die er ook
zoo over denkt, ontvangt hem Zater
dagsavonds.
Daar zat Iris, heel gedecideerd, haar
rooskleurige lippen preutsch samenge
trokken, en wreef vol ijver de lange
kandelaars. Lynn stikte bijna van het
lachen.
O, riep hij, jij, grappig klein ding
Ik ben geen klein ding, en ik ben
niet grappig, maar jij bent vreeselijk
brutaal.
Wat is maatschappelijke positie
vroeg Irving, onmiddellijk in de plooi.
Hoe krijgt men die
Daar wordt je mee geboren, ant
woordde Iris, en sopte haar flanellen
doekje in ammoniak en je moet er naar
leven. Als men lage neigingen heeft, ver
liest men ze, en men kan ze nooit meer
terug krijgen.
Ik vraag me af, of ik ze bezit,
peinsde Lynn.
Natuurlijk, stelde Iris hem gerust,
je bent een achterneef van tante
Peace, maar niet zoo nauw met haar
verbonden als ik, omdat ik voor de wet
haar dochter ben. Mijn ouders waren
arme, maar eerlijke menschen, ging
zij voortblijkbaar had ze die phrase
uit haar schoolboek onthouden, dus
was ik van het begin af achtenswaardig.
Toen tante Peace mij tot zich nam,
kreeg ik een maatschappelijke positie,
en als ik mij altijd als een dame gedraag,
zal ik deze behouden, ander, niet-
Het meisje was zeer bekcoiiijk, teen
ze achterover leunde in den antieken
steel, tm even uit te rusten. Neg steeds
bekeek ze de kandelaar aandachtig en
zag niet naar Lynn op.
Het komt me vreemd voo- zei zij,
dat jij niets van dit alles af zoudt weten
terwijl je toch in de stad gewoond hebt.
Ze wierp hem een snellen blik toe, uit
een paar ondoorgrondelijke oogen, zoo-
"dat hij zich afvroeg, of ze hem niet
van alle kanten voor den gek hield.
Hij had groote lust haar te kussen,
maar hij hield zich wijselijk in.
Iris riep tante Peace, bij de deur,
wil je de Royal Worcesier schaal was-
schen En Lynn jij moest al aan 't stu-
deeren zijn.
Lynn werkte ijverig tot de gong voor
de lunch klonk.
Toen hij beneden kwam, vond hij de
anderen al aan tafel.
We wachten niet op je, veront
schuldigde zich tante Peace, omdat we
haast hadden. Ik doe altijd direct na de
lunch een dutje Woensdags. Ik sl-ap
dan van twee tot drie.
Wordt vervolgd.)