ONS BLAD" BINNENLAND MAANDAG 26 SEPTEMBER 1921 Ï4e JAARGANG Bureau: HOF 6, ALKStëAAR. - Telefoon: R£DAcfiI;RNÓ!Et Waarom een Katholieke Universiteit? feuilleton. DE VIOOL. LIEFDADIGHEIDSZIN DER KATHOLIEKEN. DE VROUW IN T GEZIN. BINNENLANDSGH NIEUWS. De opbrengst der Rijksmiddelen. No. 292 OORD-HOLLANDSCH No. 433 C33 Abonnementsprijs (Per kwartaal voor Alkmaar f 2. jVoor buiten Alkmaarf2 85 (Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. jt a r- Aan aüe abonné's wordt op aanyrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400, f 2QO,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15, Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f O 25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 Moest het eigenlijk niet overbodig zijn éc:e vraag te stellen? Tooh kan men he- *£ias in Roomsche kringen heel vaak twij- :«1 aan het nut en de noodzakelijkheid eener Katholieke Hoogeschool hoorcn uit spreken. De tijd, dat deze vraag openlijk in onze pers ontkennend werd beantwoord, is ge- orkkig voorbij. Maar daarmee is de onver schilligheid van velen, ook van vele intel- icclueelen, voor een eigen Roomsche Uni versiteit, nog niet weggenomen. Het mag een eigenaardig verschijnsel worden genoemd, gevolg waarschijnlijk •rni bet nav.-erken van liberale invloeden Tul de vorige eeuw, dat bij zeer velen de e voor het bijzonder onderwijs op houdt bij de hoogste klas der lagere school, ïijn kind naar een openbare lagere school tonden, daar deukt men niet aan. Maar iegeu de „neutrale" Hoogere burgerschool af het Gymnasium heeft men geen be zwaar, nog minder tegen de Universiteit. Moest al reeds niet het voorbeeld, dat inze prolestantsChc landgenooten, de man nén nog wel van het „vrije onderzoek" ons (jégeven hebben in de stichting van een vrije Universiteit, moest hun voorbeeld al niet lang tot nadenken hebben gestemd? Waarom nemen hier te lande toch zoo- de Katholieken zulk een gevaarlijk-onver schillig standpunt in tegenover hel bijzon der hooger onderwijs? Hoort nog eens hoe Z. H. de Paus in zijn brief aan het Nederlandsch Episcopaat •>ver deze zaak denkt: „Zou het dan ook wel iemand kumien Jmtgaan, schrijft Z. H., dat, zoo ooit, dan sn onzen tijd, het algemeen welzijn het be staan en den krachtigen bloei van zulke Hoogeseholen vordert, in onzen tijd, waar- 6n zich allerwege een zoo groole vloed van dwalingen baan breekt, dat met de heilig heid der zeden, het geloof zelf dor volkeren in het ernstigste gevaar gaat verkeeren? „Elders, niet alleen over geheel Europa, «naar ook in Amerika, riohfle de weldoor dachte vrijgevigheid der katholieke bevol king dan ook sedert lang haar ernstige pogen op het verwezenlijken van dit doel, zoodat men zou kunnen zeggen, dat er na genoeg geen volk is, bij hetwelk de gods dienst bloeit en dat welvaart geniet, waar zulke hoogere onderwijs-inrichtingen nog ontbreken. „In dezen, wij zouden willen zeggen, wedstrijd der volkeren, zullen de Katho lieken van Nederland, die immers door een waarlijk buitengewone geestdrift voor de geestesbeschaving uitblinken, stellig voor iöiemand onderdoen. „En nauwelijks behoeft Vermeldle°woi^ den, wat rijke weelde van alleredelste Vruchten, daarvan valt te verwachten. „Wanneer immers tal van jongelieden, uitmuntend door deugd en geleerdheid, in opeenvolgende rijen het openbaar leven zullen ingaan, bezield met den vurigsten ijver voor de katholieke zaak, dan moeten er, zoo voor de Kerk als voor den Staat zelf belere tijden gaan aanbreken." En aan deze bemerkingen van Z. H. den Paus hebben de Bisschoppen van Neder land in hun magistraal mandement van 18 September j.l. zulke kernachtige woorden toegevoegd over de gevaren van het onder wijs aan de zoogenaamde neutrale hooge seholen: „Het onderwijs, zeggen zij daar, hondt op iederen trap verband met den gods dienst. Het doet dit zoowel om het onder werp, dat behandeld wordt, als om den persoon, die het geeft, maar nergens gekit dit zoozeer als aan de universiteit. „Dit onderwijs immers omvat ook de godgeleerdheid en de wijsbegeerte, die zich onmiddellijk met de groote wereld- en le vensvragen bezighouden; vele andere we tenschappen, die daar onderwezen worden, staan met deze vragen in het nauwste ver band en enkele, die er slechts eene meer verwijderde betrekking mede hebben, ko- m .1, om de diepte van het onderzoek, toö'n met die vraagstukken in aanraking. Uit den aard der zaak dus zal dit onderwijs anders gegeven worden door een geloovi- ge dan door een ongeloovige, anders door een Katholiek dan door een niet-katholiek. Niet minder dan bij het onderricht zal de levensopvatting van den hooglecraar naar voren komen bij den zoo gewenschten om gang met zijn studenten." En verder nog deze zin, die van zooveel levenservaring getuigt: „Wanneer nu de hoogleeraar omgeven is van een glans van groote, soms schitte rende wetenschap, zullen ook de door hem verkondigde stellingen, die voortspruiten uit zijne niet-geloovige levensbeschouwing, al ie licht worden aangezien als uitkom sten van wetenschap. Dit gevaar is des te ernstiger, omdat de universiteit niet slechts tot doel heeft bestaande wetenschap mede te deelen, maar ook wil opleiden tot zelf standig onderzoek, m.a.w. den student wil maken tot een man, die persoonlijk voort bouwt op do grondslagen door het univer sitaire onderwijs gelegd. Zijn deze grond slagen aangetast door eene niet-geloovige, of ook door eene niet-katholieke, levensbe schouwing, dan zal de afgestudeerde dik wijs in heel zijn verder leven de gevolgen daarvan ondervinden." Wij zouden mogen vragen: wanneer Paus en Bisschoppen in zóó besliste ter men het gevaar der neutrale hoogeschool schilderen, is het dan niet vermetel zulks te ontkennen? Men beroept zich op de prac- tijk cn wijst op onze vele goed katholieke gegradueerden. Maar daarbij worden dan twee dingen vergelen: ten 1ste, dat het steeds onverantwoordelijk is zich langer dan noodig aan gevaar bloot te stellen en ten 2de, dat men wel de goede vruchten der Universiteit ziet, maar de slechte ver geet. En nu is het helaas een met spre kende cijfers te bewijzen feit, dat van de studenten, die als goed-Katlioliek naar de Hoogeschool gaan, een groot percentage diezelfde Hoogeschool als ongeloovigen verlaat, ja zelfs velen reeds voor de vol tooiing hunner studiën hun geloof en goe de zeden voor goed verliezen. Maar voor hen, die ondanks dat alles de noodzakelijkheid der stichting van een Roomsche Universiteit niet kunnen inzien, mogen andere, meer positieve argumenten gelden. Gesieid eens wat wij niet toegeven dat de neutrale Hoogeschool ongevaarlijk was, is het op den duur te verantwoorden, dat de bloem van het Katholieke intellect niets anders doet dan de profane weten schap buiten God en godsdienst te beoefe nen? Zoo treffend juist zeggen onze bisschop pen, dat de gevaren der neutrale hooge school, hoe gewettigd ook, slechts op de tweede plaats komen. De drang tot stich ting van een eigen universiteit komt aller eerst voort uit de heilige liefde voor de waarheid. „Als bezitters van het licht der rede, zeggen zij, zijn wij verplicht het onze bij te dragen tot vermeerdering van die na tuurlijke meuschelijke kennis, waaraan de maatschappij voor hare ontwikkeling be hoefte heeft en waarvoor de universiteit het machtigste middel is. Daar worden niet alleen reeds verworven uitkomsten van wetenschap medegedeeld, maar daar wordt tevens gearbeid om nieuwe veroveringen voor de wetenschap te maken. Nieuwe vel den worden ontgonnen, ongekende stre ken doorvorscht, het terrein van het men- sohelijk weten stap voor stap uitgebreid. „Dit is op zich zelf iets heerlijks; hel is een der voornaamste middelen om liet plan Gods te verwezenlijken: dat de mensoh koning zij over de zichtbare schep ping en door de ontwikkeling van zijn geest heerschappij voere over de dingen dezer aarde. Hielden wij ons daarbij afzij dig, lieten wij dat waarheidsonderzoek uit sluitend aan anderen over, dan zouden wij een ernslige plicht verzuimen. De Kerk heeft dit nooit gedaan. Zij heeft steeds oo-'b de ongewijde wetenschappen bevorderd en geëerd als een der edelste goederen der menschlieid. Uit haar schoot is de univer siteit voortgekomen en misschien werd het hooger onderwijs nooit met zooveel geest drift gevolgd als in de eeuwen, dat de Kerk het openbaar leven bezielde. „Met de stichting der R.-K. Universiteit hopen Wij dan ook in hooge mate het deelnemen der Katholieken aan de beoefe ning der wetenschap te bevorderen." Gaan hier geen heerlijke perspectieven open? Iloe ligt onze maatschappij, ma de groote catastrophe der oorlogsjaren, uit een geslagenl Welk een groot deel van die rampen komt op rekening van de hei- densohe theorieën der ongeloovige leer stellingen, waarmede vanaf de katheder van vele hooge scholen het volk vergiftigd isl De maatschappij zal dienen te worden opgebouwd in een geest van christelijk solidarisme. Welk een schoone taak wachl hier de Katholieke wetenschapl Wanneer een volk ontaardt van de goede zeden, komt dat meest door de schuld van verkeerde leiders, voorgangers in litera tuur, in kunst en kennis, in politiek en sociale wetenschap. Welnu, geef aan de samenleving weer goede voorgangers en de wereld is gered. Geeft aan de massa leiders, die hun wetenschap opbouwen op den slevigen bodem der katholieke wijs begeerte en cr zal opnieuw rust en vrede, orde en welvaart terugkeeren. Ziedaar de beteekenis van de Katholieke Hoogeschool en de zwaarwichtige redenen om op haar stichting aan te dringen. Rest ons in een slotartikel nog het ant woord op de vraag; waarom moet iedere stand hel zijne aan de totstandkoming der Katholieke Universiteit bijdrhgen? Roman door MYRTLE REED. Vertaald uit het Engelsch door Hen. riëtte v. d. V/aarden, een tijdje logee,de. He, V», gesloten geweest. Ze had met je ge reisd, en toen ze terugkwam, was ze al leen. Toen vroeg ze mij haar eenzaam heid een beetje te komen verlichten en ik stemde toe. Nu was het oogenblik voor vertrou welijke mededeelingen daar, maar Mar garet maakte er geen gebruik van, en tante Peace eerbiedigde het. Hebben wij elkander igenlijk goed gekend zei de oude dame, op een toon, die geen antwoord vroeg. Ik her inner me, dat ik diep medelijden met je voelde, toen ik hier was, hetzelfde ge voel, dat jaren later in me opkwam, toen ik Iris vond. Ik verlangde er naar Je te troosten, en, als ik kon, gelukkig te maken. 6 Lieve tante Peace, zei Margaret *a<At, u maakt me nu gelukkig en ik heb nu misschien nog meer behoefte aan uw sympathie dan toen. Uw heele ven is één streven de roepsche» om Speurend in de Staatsbegxootimg, trof fen we 'aar ook een staat aan, die de machtigingen bevat tot aanvaarding wam maktogen en schenkingen gedurende 1920, verleend aan kerken en stichtingen van weldadigheid. Dit jaar voor 't eerst is die staat ge rubriceerd naar de kerkgemootsdhatppen en nóg wel naar de provincies. Het lijkt ons dienstig er eenige cijfers uit te ge ven. Het lotaalgemcraai van alle metingen en schenkingen aan de verschillende (ker ken en stichtingen in hot jaar 1920 is: f 1.795.791.27%, Daanvan kwam 1.170,780,005 aan kerken en kerkelijke instellingen en ƒ625.061,27 aan keiftelijlke instellingen van weldadigheid Het is hartverheffend te zien, hoe ver de Katholieke liefdadigheid uitsteekt bo ven alle andere. De Katholieken toch ver maakten niet minder dan 1,046.511.88%, 741.401.56% aan kerken en kenkel. stichtingen en 305.110.32 aan instellin gen van weldadigheid, dat is van het to taal-generaal van 1.795.791.27% puim 58 percent, terwijl het percentage der Katholieke bevolking narawelijks 35 is. Inderdaad, deze statistiek heeft de repu tatie der katholieke liefdadigheid weer schitterend hooggehouden. Stellen we de voornaamste kerkgenootschappen naast elkaar, dan krijgen we de volgende cijfers (de centen zijn hierbij weggelaten): Katholieken 1,046.511 Ned. Herv. Kerk 381.014 Waalsche kerk 2.500 Scholsche Kerk 24,000 Ev. Luth. Kerk 28.200 Doopsgeiz52,050 Remonstranten 21,638 Gerformeerden 62.166 Ned Israël 14,113 Oud Bissoh. Klerezy 42.166 Leger des Heils 7,000 Wat* de Katholieke schenkingen, ernz. betreft, splitsen we die ook even naar de verschillende provincies. Voor kérken en kerkelijke instellingen kriiget.'w d'an de volgende Teeks: Noórdbrabant -235.160 Zuid-Holland 159.644 Friesland j. 127.651 Noord-Holland 77.250 Utrecht 45.100 Limburg 35.317 Zeeland 19.800 Gelderland 13.444 Overijsel 12.693 Groningen 9.840 Drenthe 5.499 Totaal 741.401 N'oordhrahant handhaaft hier d.us haar ouden roem, evenals Friesland een hij zonder schitterend' figuur maakt. Minder gelukkig s'aan er Gefderiamd en Over ijsel voor. Nemen we de cijfers voor kerkelijke instellingen van weldadigheid, dan wordt de volgorde aldus: Zuiu-Hollamd 13.790 Noord-Holland 77.350 Noordbrabant 59.612 Gelderland 21.200 Utrecht 10.400 Groningen 9-300 Zeeland 6.200 Friesland 3.900 Overijsel 1.757 Limburg 1 -600 Drenthe 80.008 u heen galukkig en tevreden te maken. ■~V v, P het' ik tracht het ten minste. Nu we er toch over spreken als ik er met meer zal zijn, komt dit huis aan jou dan aan Lynn en zijn kinderen. J Dank u. Een oogenblik trilde Margaret van vreugde over deze gift toen was het alsof het bloed uit haar hart vlood, en schaamde ze zich. Voor Iris heb ik goed gezorgd ging miss Field voort. Ik heb haar lief als mijn eigen, dierbare dochter, maar ze is niet van onzen stam. Op hetzelfde oogenblik kwam Iris, lachend en gillend langs het huis gevlo gen, met Lynn in vollen vaart achter haar aan. Mevrouw Irving ging naar het raamen kwam weer terug met oogen tintelend van pret. Wat is er aan de hand vroeg tan te Peace. hynn achtervolgt haar. Ik geloof, houdt 6en worm tusschen zijn vingers O, vast, I ris is bang voor wormen. 1 ik di!-ect naar hem toe gaan en t hem verbieden. Neen laat het hen samen uit vechten. We zijn maar eens jong, en het voornaamste voorrecht, dat de jeugd vraagt, is haar eigen strijd te mogen strijden. Het is verkeerd begrepen vrien- delijkheid, tusschenbeide te komen, ze moeten niet week gemaakt worden, voor alles wat nog komen zal. De Jeugd, herhaalde Margaret. De schoonste gave der g»den. die we niet Totaal 305.110 Hef zal menigeen opvallen, dat het Ka tholieke Limburg zoo achteraan komt. Dat ligt zeer waarschijnlijk aan hel feit, dat kerkelijke stichtingen van weldadig heid er reeds voldoende aanwezig zijn. Er wordt een maatregel overwogen, om telefonisten die trouwen gaan, te ontslaan. Het Bestuur van den Haagschen Plaatselijken Vrouwenraad deelt nu het volgende mee: I „Dezer dagen hadden wij een on derhoud niet Mej. C. Kautimann, de Chef van de Bediening vain onze Te lefoon, naar aanleiding van het drei gend ontslag van de huwende telefo nisten Mej. Kautzmann, die onder haar pseudoniem „Co.ra Westland" een zeer levenswaardig boekje over „Be staan en Werken der Telefonisten" schreef, gaf welwillend alle gewensch- te inlichtingen. Hieruit bleek tot ons leedwezen, dat, als de door ons betreurde maatregel genomen zal worden, dit alleen te wijten is aan haar, die van de uiterst tegemoetkomende regeling, zooals die tot nu toe bestaat, een gebruik heb ben gemaakt dat den dienst tot na deel, haar zeiven tot oneer, en den belastingbetaler tot schade strekt Er was nog maar een enkele, die deze, voor vrouwen met plichts en verantwoordelijkheidsgevoel zoo onbe grijpelijke gedragslijnen gevolgd had; maar zelfs de uitzondering, die den regel moest bevestigen, ontbrak in de droevige verzuim lijst, die wij Ie be- studceren kregen." H Dat oordeel is niet malsch. Dit be stuur schuift wgl zware schuld op de dames. i I 'T' "~I Zou het intusschen ook kimt ten zijn, dat dit verzuim in den aard der dingen ligt; dat een getrouwde vrouw aller eerst plichten in haar gezin heeft; en dat dus de Katholieken het nog zoo mis niet hebben, als ze getrouwde vrouwen in haar gezin willen houden? vraagt de „Residentiebode". Dit den staat der opbrengst van 's Rijks middelen over de maand Augustus 1921 blijkt dat deze maand ook weder een vermindering aanwijst, vergeleken n.l. met Augustus 1920. Immers, Aug. 1920 beliep f 84,500,636.49%; Aug. 1921 wijst aan f 32,9-18,628.29%vermindoring al- zoo f 1,552,008.20. Over de eerste acht maanden van 1921 was de opbrengst f 287,200,049.37; over de eerste acht maanden van 1920 f 288,794,043. 71%. Vermeerdering dus nog f 3,106,005.65%. Over do eerste ze ven maanden bedroeg de vermeerdering f 4,958,013.851/2. Tor vergelijking diene verder, dat Ja nuari 1921 ruim 1.2 millioen minder op bracht dan Jan. 1920; Februari 1921 ruim f mill, meer dan Febr. 1920; Maart 1921 bijna f 9 mill, meer dan Maart 1920; April 1921 ruimt f 3 mill. meer dan April 1921; Mei 1921 ruim f 8 mill, minder dan Mei 1920; Juni 1921 ruitn f 1% mill, meer dan Juni 1920; Juli 1921 bijna f 5 mill, ^minder dan Juli 1920. Als vermeerderingsposten zijn te no- teoren: grondt eiasting Augustus 1921 f 2,340,092.331/2 (Aug.'20 f 1,021,241.30) personeele belasting Augustus 1921 f 2,245,512.61% (Aug. '20 f 1507,575 64%) dividend- en taiti/mebelasting resp. f 8,325,092.97 en f 1,764,783.17sui- koraccijns respectievelijk f 3,462,998.23 en f 2,809,428.70; wijnaccijns respec. f 64,654.84 en f 42,065.55; accijns ge destilleerd respec. f 4,376,987.24% en f 3,375,462.51; bieraccijns respectievelijk f 459,495.42 en f 314.296.16; domeinen enz. respectievelijk f 264,792.281/2 en f 126,462.891/2 jachtacten c.a. respec. f 50,235.50 en f 46,187.opbrengst der loodsgelden resp. f 205,819.24 en f 166,365.141/2,- mijnrecht n respectievelijk f 128,154.741/2 en f 107,350.67. Minder brachten opinkomstenbelas ting: Augustas 1921 f 5,161,843.70 (Aug. 1920 f 6,381,610.55)vermogensbelasting Aug. 1921 f 474,271,92% (Augustus 1920 f 505,508.541/2)zoutaccijns respcetieve'ijk f 113,087.04 en f 169,8488.05; accijns op geslacht respectievelijk f 951,148.38 en f 1,221,259.01speelkaartenbelasting resp. f2299.50 en f 28,081.75; zegel rechten respectievelijk f 1,297,750.161/2 en f 1,696,140.01; registratierechten resp. f 2.069,288.886% en f 5,792,401. 35; suc cessierechten respec. f 2,495,002.34% en f 2,714,714.82%invoerrechten rosp. f 8,056,306.2-6 en f 4,289,979.41be lasting gouden en zilveren werken resp. f 56,155.72% en f 63,892.65; essaailoon resp. f 72.22 en f 118.28%; statistiekr. resp. f 323,229.241/2 en f 431,525.82. De opbrengst der Staatsloterij was in Augustus 1921 zoowel als Aug. 1920 f 24,337.50. Do opbrengst over Aug. 1921 van de belasting in verband met de buiten gewone oms'andigheden (Corlogswinst- belasting) bedroeg f 6,580,907.13 (over de eerste acht maanden van 1921' f 68,089,223.18); van do inkomsten ten bate van bet leeningfonds 1914 f 9,027,007.24 (in de eerste acht maan den van 1921 f 80,398,976.05%). TILBURG SOEFI WOLLEN STOFFEN INDUSTRIE. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal is door de Vereeniging van Tilburgscbe Fabrikanten van Wollen Stoffen een adres gericht, waarin wordt Dat de ontwikkeling der valutaver houdingen eenorz'jds en de handelspoli tieke maatregelen en voornemens van Amerika, Japan, Engeland, België, Frankrijk, Duifechland, ZwitserLnd, Spanje enz. enz., anderzijds hen den. toestand der Tilburgscbe W-Industrie steeds donkerder doen inzien; dat toch de Nerlerlandsche markt overstroomd wordt met Duits he tex i lgoe Ieren, ter wijl de export van de Tilburgscbe Indus trie geheel is lamgeslagen; redenen waarom ondergetsekendon opnieuw do vrijheid nemen, d9 Kamer te verzoeken, de Regeering uit te noodigen voorstel len te doen, om algeheelo ontreddering en ondergang der Tilbu.gsehe Wol industrie te vcorkomen. DE LOONSVERLAGING DEK MIJN WERKERS. Door hot Tweede Kamerlid Da Jonge zijn aan de ministers van Landbouw en Arb-id de volgende vragen gesteld: Zijn dc ministers bereid 011 mede te deelen, welke gevolg n zijn gegeven aan de besprekingen in do v rg,viering der Tweede Kamer van 12 April j.l. (Han delingen blz. 201530) t.a.v. de open- logging der bedrijfsresultaten door de mijndirecties? - Is de minister van Arbeid bereid aan de Kamer mede te doelen of er eon be- bespreking van den IIo ogen Raad van Arbeid heeft plaats gevonden; en, zoo ja, wat aldaar te dien aanzien verhan deld is en tot welk resultaat men is gekomen! waardeeren, voor ze voor altijd verdwe nen is. Ik heb mijn jeugd behouden, zei tante Peace. Ik heb opzettelijk alle on aangename dingen vergeten en alleen aan het mooie gedacht. Als en klein genoegen voor een oogenblik mijn leven verlichtte, heb ik het als iets kostbaars aanvaard. Zoo heb ik vele kostbaarheden, van het oogenblik toen mijn kinderhanden mijn eerste roos omklemden af, tot den avond, dat Lynn en jij kwamen om meer zonneschijn in mijn leven te bren gen. Ik noem het mijn ketting van vol maakte vreugde. Als ik verdriet heb, hoef ik mijn oogen maar te sluiten, en aan de schakels mijner ketting te den ken, die bezet zijn met juweelen, een paar groote en een paar kleine, maar alle van een onvergankelijke schoon heid. Als ik heen ga kan ik de ketting met mij nemen. Mijn aardsche goederen moet ik achterlaten, maar mijn ketting van vol maakte vreugde, zal mij tot het laatste trouw blijven, dan zal ik haar omhan gen, om ze nooit meer af te leggen. Tante Peace, vroeg Margaret, na een stilzwijgen, waarom is u niet ge trouwd Tante Peace leunde voorover en pookte het vuur op. Ik kan wel ongelijk hebben, zeide zij, maar ik heb het altijd als onkiesch gevoeld, je zelf te veroorloven van een man te houden. IV. Maatschappelijke positie. Op Woensdagen kon iedereen mer ken, dat er iets bijzonders in de lucht hing. Het oude huis, dat al bizonder netjes was, liet zich heel geduldig boe nen enpoetsen.Heerlijke geuren stroom den uit de keuken, en Iris wreef de lan ge zilveren kandelaars, tot ze als nieuw glommen. Wat is er te doen vroeg Lynn. Hebben we een feestje, en word ik ook geïnviteerd. 'Het is Woensdag legde Iris uit. Is dat dan iets bijzonders Dokter Brinkerhoff bezoekt tan te Peace iederen Woensdagavond. Wie is dokter Brinkerhoff De huisdokter van Oost-Lancaster De vorige week is hij er niet geweest. Toen waren jij en je moeder pas geko men. Tante Peace schreef hem een briefje, dat haar aandacht op 't oogenblik door gasten van buiten de stad in beslag was genomen. Het was de eerste Woens dagavond, in meer dan tien jaren, dien hij gemist heeft. O, zei Lynn. Gaan ze trouwen Tante Peace trouwt niet. -Ze ont vangt Dokter Brinkerhoff, omdat ze medelijden met hem heeft. Hij heeft geen maatschappelijke positie, ging ris voort, de onuitgesproken vraag voelende. Hij is niet van onzen stand, en hij woon'; in West-Lancaster, maar tante Peace zegt, dat iedere man, die door een dame aan haar bed wordt toegela ten, ook in haar salon ontvangen mag worden. Een andere dame, die er ook zoo over denkt, ontvangt hem Zater dagsavonds. Daar zat Iris, heel gedecideerd, haar rooskleurige lippen preutsch samenge trokken, en wreef vol ijver de lange kandelaars. Lynn stikte bijna van het lachen. O, riep hij, jij, grappig klein ding Ik ben geen klein ding, en ik ben niet grappig, maar jij bent vreeselijk brutaal. Wat is maatschappelijke positie vroeg Irving, onmiddellijk in de plooi. Hoe krijgt men die Daar wordt je mee geboren, ant woordde Iris, en sopte haar flanellen doekje in ammoniak en je moet er naar leven. Als men lage neigingen heeft, ver liest men ze, en men kan ze nooit meer terug krijgen. Ik vraag me af, of ik ze bezit, peinsde Lynn. Natuurlijk, stelde Iris hem gerust, je bent een achterneef van tante Peace, maar niet zoo nauw met haar verbonden als ik, omdat ik voor de wet haar dochter ben. Mijn ouders waren arme, maar eerlijke menschen, ging zij voortblijkbaar had ze die phrase uit haar schoolboek onthouden, dus was ik van het begin af achtenswaardig. Toen tante Peace mij tot zich nam, kreeg ik een maatschappelijke positie, en als ik mij altijd als een dame gedraag, zal ik deze behouden, ander, niet- Het meisje was zeer bekcoiiijk, teen ze achterover leunde in den antieken steel, tm even uit te rusten. Neg steeds bekeek ze de kandelaar aandachtig en zag niet naar Lynn op. Het komt me vreemd voo- zei zij, dat jij niets van dit alles af zoudt weten terwijl je toch in de stad gewoond hebt. Ze wierp hem een snellen blik toe, uit een paar ondoorgrondelijke oogen, zoo- "dat hij zich afvroeg, of ze hem niet van alle kanten voor den gek hield. Hij had groote lust haar te kussen, maar hij hield zich wijselijk in. Iris riep tante Peace, bij de deur, wil je de Royal Worcesier schaal was- schen En Lynn jij moest al aan 't stu- deeren zijn. Lynn werkte ijverig tot de gong voor de lunch klonk. Toen hij beneden kwam, vond hij de anderen al aan tafel. We wachten niet op je, veront schuldigde zich tante Peace, omdat we haast hadden. Ik doe altijd direct na de lunch een dutje Woensdags. Ik sl-ap dan van twee tot drie. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1