Bij een jubileum. Levenskracht. De beteekenis der Standsorganisatie. r 4 uitgegeven ter gelegenheid van het Vijf-en-twintig-Jarig bestaan der 4 f ü°2Si Afd- Almaar van den Ned. R. K. Volksbond. 27 Sept. 1896 - 27 Sept. 1921. MAANDAG 26 SEPTEMBER 1921 Noord-Hollandsch Dagblad Nu de afdeeling Alkmaar van den Nederlandschen Roomseh-Katholieken Volksbond zich heeft opgemaakt tot de grootscke viering van haar 25-jarig bestaansjubileum, is het der redactie van het „Noord-Hollansch Dagblad" een waar genoegen, dat schoone feest mede te vieren, dat schoone feest nog méér luister bij te zetten door de uit gave van een extra-blad een féést- nummer ter eere van den blij-jubilee- renden Roomschen Volksbond. Het jubileum is een feestnummer waard! Het feit, dat Roomsch Alk maar thans gedurende 25 jaren zijn afdeeling van den Roomschen Volks bond bezit, en wat méér zegt het feit, dat in deze 25 jaren zoovele en zoo groote dingen tot stand ge bracht werden, verdient overwogen te worden en herdracht in een feest- daad, welke langer dan enkele jubi- leumdagen „tastbaar" blijft: in een feest-blad, dat bewaard wordt nog lang nadat de geestdriftwekkende feestklanken verstomd zijn, in een feestblad, dat voor een lange toe komst de herinnering aan het groot- sche feest van heden en aan de goede redenen, waarom dit feest gevierd werd, levendig zal houden. Ziet hiér dan, Roomsche Volksbon- ders van Alkmaar, Uw jubileum- krant! de stille en toch zoo luid sprekende getuige van uw sterken vereenigingszin gedurende vijf en twintig jaar, van het noeste werk, dat in dien tijd werd verricht, van den geestdrift, welke dat werk heeft moeten schragen, van den feestzin, welke u bezielen moet thans, nu na de eerste zware tientallen van ja ren zooveel victorie bevochten werd, zoo veel goeds en heilzaams gewrocht voor eigen en anderer heil. Uw jubileum-krant, gij moogt er fier op zijn; wij zeiden het reeds: Uw jubileum is een feestnummer waard! Uw Volksbondsleven zoo rijk, zoo krachtig, zoo geestdriftig, zoo vooruitstrevend heeft u ruim schoots doen verdienen, dat het 25- jarig bestaan van dat leven een zeke re „vereeuwiging" zou krijgen Daarom omdat het schoone re sultaat na 25 jaar werken zoo eer lijk verdiénd is daarom kunnen wij de Alkmaarsche Volksbonders zoo oprecht gemeend en met zoo goede reden van ganscher harte feliciteeren met dit jubileum. Onze hartelijke gelukwenschen dus, Roomsche Volksbonders, en vooral u, Geestelijke Adviseur en oud-Gees telijke adviseurs, Bestuur en oud-Be- sturen, en verder u allen, die op eeni- gerlei wijze ertoe medegewerkt hebt, het schoone resultaat te doen berei ken, dat thans bereikt is. Saluut, u allen! Respekt! We willen het thans echter Dij ge lukwenschen en complimenten niet laten. Na dit jubileum zal weer een nieu we tijd aanbreken, waarin hard ge werkt zal moeten worden, wil men althans in hetzelfde tempo voort- waarts blijven streven als zulks in het verleden geschiedde; wil men niet - wat God verhoede! achteruit gang en slapte in het Volksbondsleven te boeken krijgen. Opdat de Volksbond nu ook in den komenden tijd waarlijk vruchtbaar en met geestdrift zal kunnen werken, ljjkt het ons vooral van belang, dat alle le den van den Volksbond zich ernstig bewust zijn of worden van de eigenlij ke, de groote beteekenis en bedoeling der Stowcfc-organisatie. Over 't algemeen we mogen het gerust eens zeggen worden die be teekenis en die bedoeling nog te wei nig begrepen en worden de verplich tingen, welke die beteekenis en die bedoeling met zich meebrengen, nog te weinig nagekomen. Over 't algemeen is 't allemaal vakactie, wat de klok slaat, en gesla gen heeft, vooral de laatste jaren. Zulks is te verklaren; de crisis tijden, met hun duurte en onzekerheid leidden ertoe; er was nood, waar in voorzien moest worden; de geest van den tijd maakte het vóór-alles- vakactie tot een soort mode en daar bij speelde hier en daar het doodge wone menschclijke egoisme óók een rol. 1 Zeker: de vakactie-voor-alles was te verklaren, doch niet goed te pra ten. Zoolang de economische vrede der goede middeleeuwen niet weder te ruggekeerd zal zijn dank zij terug keer tot de ware leer van Christus en de praktische toepassing daarvan zal vakactie er moeten zijn, doch zij worde gevoerd te goeder ure, op den juisten tijd, op de juiste plaats en in goede mate. Het teveel aan vakactie let wel: het teveel is te wijten aan het feit, dat men te véél aandacht en waarde hecht aan het tijdelijke, en te wei- 't Is van het grootste belang, voor hier en vooral voor hiernamaals, dat door middel van den Volksbond de geestelijke belangen der Roomsche arbeidersmassa ten krachtigste behar tigd worden. De Roomsche arbeiders toch heb ben vaak een zwaren strijd te strijden; vooral in den omgang met anders denkenden in fabrieken en werkplaat sen; zij zijn niet zoo stevig toege rust met geestelijk materiaal als zij, die veel gestudeerd hebben; som mige min of meer behoeftige om standigheden zouden lichtelijk tot on zalige ontevredenheid kunnen voeren. In dézen strijd nu hebben de Room sche arbeiders geestelijke en boven natuurlijke kracht noodig, en die kracht wordt hun geschonken in een opgewekt Volksbondsleven, indien dit geleefd wordt volgens Bisschoppelijk verlangen. De Standsorganisatie kan men neme kennis van de stellingen, welke op het Congres der Federatie te Nij megen op 18 en 19 September 1.1. ver dedigd werden heilzaam werkzaam wezen op godsdienstig, op cultureel, op sociaal-economisch, en op charita tief gebied. O]) verschillende wijzen, alnaarge- naar mate hij meer, het zij als bestuur der der afdeeling, of als bestuurder eener Vakvereeniging of onderafdee- ling aan dien arbeid een werkzaam aandeel heeft gehad, naar die mate zal hij met meer vreugde en voldoening dit feest mede vieren en naar die mate zal hij ook tevens aanspraak mogen maken op den dank van allen, die begrijpen wat het zeggen wil, een afdeeling voor 25 jaren met 22 leden gesticht, onder veel strijd, en van verschillende kan ten ondervonden moeilijkheden, op te voeren tot de hoogte waarop de afd. Alkmaar thans staat met een ledental van bijna 700 en met tal van ijverig werkende Vakvereenigingen en nuttige ondérafdeelingen, die zoo vele heerlij ke en zegenrijke vruchten hebben af geworpen, zoowel op godsuienstig en zedelijk, als op stoffelijk gebied. En waar ik met de jubileerende afdeeling de volle 25 jaren heb meegeleefd, op eenigen afstand geregeld, maar zeer dikwijls ook van nabij, en waar ik zoo wel met den actieven arbeid, als met den te voeren strijd bekend ben, daar acht ik het mij tot plicht, naast mijn gelukwensch, ook een woord van op rechten dank uit te spreken, ook mede namens ons Centraal bestuur, aan al len, die vanaf de stichting tot op he- gen weg", om daarnaar tevens ook te handelen! Vooruit dan mannen van de feestvie rende afdeeling! Vast aaneengesloten, in goede, echte, eerlijke samenwerking tusschen Stands- en Vakorganisatie, gewerkt aan de uitvoering onzer bei der taak. Moge uit ons beider hande lingen steeds blijken, dat wij het den Duitschen vakvereenigingsman, op het Congres van de Duitsche Standsorga nisatie te Wurzburg kunnen nazeggen: „Wij staan schouder aan schouder, gij en wij, en deze wapenbroederschap had in alle tijden en onder alle omstandig heden het volle vertrouwen, wij zijn als twee armen aan één lichaam"! Moge dit ons aller leuze zijn. Dan gaan we met vol vertrouwen en reke nende op Godes hulp en de voorspraak van St. Willibrord, naar het gouden jubileum, wat we hopen dat eenmaal door de afdeeling Alkmaar, zij het dan zonder velen onzer, maar met zeer vele nieuwe jongere mannen, met gouden luister zal worden gevierd! Dat geve de goede God! J. W. SMIT, Centr. President. TEGENWOORDIG BESTUUR VAN DE JUBILEERENDE VEREENIGING. Van links naar rechts: II. Koopmeiners, 2e Secr. P. Blokker, le Comm. G. van Veen, vrijgesteld Bestuurder. J Vreeker, 2e Penningm. 11. J. E. Wenting, 2e Comm. Jac Molenkamp, 3e Comm. P. Oudejans, le Penningm. B. II. C. Hosman, Geest. Adv. M. H. Kempen, le Voorz. II. Smorenberg, le Secr. C. Gerver, 2e Voorz nig aan het eeuwige, dat men de diepzinnige beteekenis uit het oog verliest van 's Heeren woord: „Zoekt eerst het Rijk Godsdat men de hoogere belangen veronachtzaamt, in beslag genomen als men zich waant door de behartiging der tijdelijke be langen. Men vraagt zich te weinig af: „wat is het leven: met al z'n strijd, met al z'n leed, met al z'n tekort, wat is het, vergeleken bij de eeuwige eeu wigheid, welke wij ons door ons korte aardsche leven al dan niet zalig ma ken!" t Is een kortzichtigheid van de mas sa, zich allereerst te werpen op wat het meest nabij is, en op deze kort zichtige massa zijn God's woorden van toepassing: „Martha, Martha, gij zijt bezorgd over vele zaken, doch dit ééne slechts is noodig...." Aan deze kortzichtigheid van een deel der Roomsche massa nu is het te wijten, dat waar te veel tijd voor vakactie in beslag werd genomen de Stods-organisatie niet genoeg tot haar recht kwam, niet genoeg aan haar doel beantwoordde. Hierin moge thans, nu we een mijl paal in het organisatieleven genaderd zijn, verandering komen. lang plaatselijke toestanden. Moge dit jubileum, nu een ieder mild gestemd is, ertoe bijdragen, dat in Alkmaar het juiste besef van de beteekenis der Standsorganisatie al- gemeener en dieper worde. Dan zal dit jubileum reden bieden tot dubbele verblijding! Gaarne gevolg gevende aan de uit- noodiging door het Feest-Comité tot mij gericht, om in het feestnummer van het te vieren Zilveren Jubileum een kleine bijdrage te leveren, wil ik aller eerst een woord van hartelijken geluk wensch richten, tot alle leden onzer af deeling Alkmaar, die in het genot ver- keeren, dit blijde feest te kunnen me de vieren. Want een genot en zelfvoldoening moet het zijn, voor de leden, die op dien dag kunnen zeggen: ik heb aan den veelomvattenden arbeid in die 25 jaren verricht, en in het succes daar door bereikt, ook mjjn aandeel, en den, korter of langer tijd, de belangen van de afdeeling, of haar vakvereeni- I. gingen en onderafdeelingen hebben be- I hartigd. Onder hen zijn er, die helaas reeds door den dood van ons zijn weggeno men. Mogen zij van God hun loon daar voor reeds hebben ontvangen. Onze plicht is het, bij dit feest een woord van dankbare herinnering aan hun na gedachtenis te wijden. Ik kan niet alle namen van die overleden trouwe wer kers noemen, maar voor de heeren Bak en Kusters z.g. wil ik toch een uitzon dering maken, die respectievelijk zeven jaren als Voorzitter en dertien jaren ais Secretaris hun beste krachten aan de afdeeling hebben gegeven. Mogen zij in den Hemel mede jubelen en Gods zegen afsmeeken voor de toekomst van de afdeeling, die hen weleer zoo dier baar was. Als de ruimte in het feestnummer het toeliet, zou ik nog veel over den arbeid van de jubileerende afdeeling kunnen schrijven, maar ik mag slechts een kleine bijdrage leveren, daarom eindig ik met den wensch, dat alle le den en bestuurders zich zullen herin neren de woorden weleer door Paus Leo XIII z.g. tot Passtoors z.g. ge schreven; „Gaat voort op den ingesla Vijf jaar nadat in den zendbrief „Over den toestand der werklieden", de stem van Paus Leo XIII over de wereld had geklonken, zijn ook de ar beiders te Alkmaar begonnen zich te organiseeren, ten einde met alle kracht aan de verwezenlijking van het pro gram des Pausen te gaan werken. Deze taak was niet gemakkelijk: het idee was nog zoo nieuw, men maakte vele bezwaren, men gevoelde er nog zoo weinig voor, zoodat velen zich af zijdig hielden en geen medewerking verleenden. Er waren betrekkelijk maar weinig energieke mannen, die niet alleen wis ten te beginnen, maar ook door te zetten. Wij, die thans de vruchten plukken van hun arbeid, kunnen niet dankbaar genoeg zijn voor hetgeen door de op richters en eerste leden is tot stand gebracht. In de vijf en twintig jaar van zijn bestaan is de Volksbond uitgegroeid tot een krachtige organisatie, welke nagenoeg alle Katholieke arbeiders omvat en welke door haar talrijke vakvereenigingen en instellingen een zegen is geworden voor den werkmans stand, zoowel op geestelijk als op stof felijk gebied. Veel heeft de Bond gedaan om het lot van den arbeider te verbeteren, zijn arbeid meer loonend te maken, zijn zorgen voor dagen van ziekte, werkloosheid en ouderdom te verlich ten; maar ook is de Bond geworden een steun voor het geloof en een dam tegen de misleiding van het socialis me, dat aan de arbeiders dreigde te ontnemen het beste en kostbaarste wat zij hadden: hun geloof. Er zat levenskracht in de kleine or ganisatie, welke voor vijf en twintig jaren is opgericht en door die levens kracht heeft de Volksbond steeds meer zich ontwikkeld. Die levenskracht was de goede, echte Katholieke geest. Een nieuw tijdperk gaat er nu voor den Volksbond beginnen: de uiterlij ke organisatie is vrijwel voltooid, doch aan de innerlijke verbetering moet nog veel worden gewerkt. Zon der de propaganda uit het oog te ver liezen, zal vooral op zegenrijken posi tieven arbeid de aandacht moeten wor den gevestigd. De hernieuwing der maatschappelij ke orde is nog pas in haar begin, er is nog zooveel, speciaal wat betreft den arbeidersstand, wat veranderd en verbeterd moet worden. Ons Katholiek-sociaal program is nog lang niet afgewerkt. De Volksbond heeft dus nog een taak, een zeer belangrijke taak te ver vullen. Daarom moet in den Bond blij ven leven die levenskracht, waardoor hij is groot geworden, moet gehand haafd worden de goede katholieke geest, moet er bloeien een rijk en krachtig geloofsleven. Zonder dit alles zal de Volksbond tot het vervullen van zijn taak niet in staat zijn. Maatschappelijke ontwikkeling is daarvoor noodig, maar vooral zal aan godsdienstige ontwikkeling de aan dacht moeten worden gewijd. Er dient voor gewaakt te worden, dat men zich niet uitsluitend op stof felijk gebied gaat bewegen, dat men niet op geldelijk voordeel alléén zijn krachten richt: (1e geest van materia lisme mag bij ons niet doordringen. Met de volgende woorden heeft Paus Leo XIII in de „Reruin Novarum" hierop gewezen: ,,'t Is echter duidelijk, dat de gods dienstige en zedelijke volmaking als voornaamste doel beoogd moet worden en bovenal door dat doel de richting van de organisatie der vereeniging moet worden bepaald. Anders toch zouden zij tot een ander karakter ont aarden en zouden zij zeker niet veel boven dat soort bonden staan, waarin men gewoon is met den godsdienst in het geheel geen rekening te houden. Overigens wat zou het den werkman baten door zijn vereeniging overvloed van stoffelijke middelen verworven te hebben, indien zijn ziel wegens gebrek aan het voor haar geschikte voedsel ten opzichte van haar zaligheid gevaar zou loopen." Nog sterker zegt de Paus dit in „Graves de communi re": „Al verdubbelt men het loon van den werk man, al verkort men zijn arbeidsduur, al vermindert men den prijs der le- vensbenoodigdheden, lien de werk man steeds leerstellin; blijft hooren, voorbeelden blijft zien welke hem den eerbied voor God en uen afkeer van het zedenbederf doen verliezen, dan zal zijn arbeid en zijn verdienste zijn verderf zijn." Stoffelijke vooruitgang alléén, zon der godsdienstige en zedelijke verhef fing, zal de arbeiders niet verbeteren of gelukkiger maken, maar hen juist hun voornaamste levensdoel uit het oog doen verliezen. De gevaren zijn zoo talrijk: dagelijks moet men hooren hoe liet geloof be spot, de Kerk belasterd en de deugd geminacht woi De geest van genotzucht en materia lisme verbreidt zich meer en meer, het zedenbederf dringt overal door, de ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 7