VOOR DE HUISKAM
m
m
m
m
m
M
I SIGURD's PROEFSTUK
leis uit den
Mopp ent rommel
NUMMER s
EERSTE JAARGANG 1921
n
■ken vonden het niet eens noodig hen
door hun ruiterij te iaten vervolgen.
Zij stelden er zich mede tevreden, den
kanonniers te bevelen, op de vluchte
lingen te schieten, zoolang deze bin
nen de draagwijdte van het geschut
waren. Tengevolge van een onverklaar
baar geluk stond trein 83 altijd en
nog tamelijk onbeschadigd op de rails
«a Georges Graveson voelde nieuwe
hoop in zijn hart opkom*n. Toen Go-
Ahead siechts nog afzonderlijke ge
weerschoten en his en daar nog een
kanonschot vernam, irtond hij op jp
maakte het plan een der reizigers t®
hulp te roepen, toen yAHseling er"
vreeselijke ontploffing aan het vreese-
lijko treurspel een einde maakte. De
geheele trein scheen in stukken gereten
te worden, vervolgens verhief zich een
rookzuil kaarsrecht in de lucht en ein
delijk barstte de vlam aan alle zijden,
rechts, in kist. lor en achter als uit
een krater uiovEen vreeselijke gil van
wanhoop weerklonk uit den wagon,
waarop doodelijke stulte volgde trein
83 was vernietigd.
Wat er was voorgevallen, kan men
gemakkelijk denken. Een granaat,
door het federalistische leger afgevuurd
had de catastrofe veroorzaakt. Deze
vloog juist in den kruitwagen van mas
ter Graveson, ontplofte daar, stak het
kruit in brand en alles was in een oog
wenk de lucht in gevlogen. Om
streeks twintig yards van de plaats,
waar de machine gestaan had, vond
men twee dooden, die elkander om
armd hielden een jong meisje en een
man. Het lichaam en het gelaat van
den laatste was volkomen zwart en
onherkenbaar, terwijl het bleeke ge
laat van het meisje geen enkele brand
wonde vertoonde. Hare halfgeopende
cogen schenen nog een laatste vaarwel
te roepen, op haar lippen lag een ver
moeid lachje en haar armen hielden
de vormelooze massa van den beminde
nog in den dood vast.
Dit jonge meisje was het, dat door
haar plotseling verschijnen master
Graveson het leven gered had. Van alle
andere reizig rs vond men niet het
geringste spoor terug. Omstreeks dertig
meter verder lag da locomotief omge
keerd in een kuil. De onverwachte ont-
Ïiloffing bracht ook het zegepralend
eger een gevoelig verlies toe, daar zij
meer dan driehonderd man doodde.
Het was daardoor zoo onverklaarbaar
omdat men niet wist, aan welke oor-
raak dit ongeval moest,worden toege
schreven.
8. Desniettemin waren twee personen
heelhuids aan de vreeselijke ontplof
fing ontkomen. Op het oogenblik,
dat de soldaten het tooneel van de
treurige gebeurtenis afzochten, richt
te zich uit den hoop gesneuvelden
eensklaps een man op. Deze man was
Go-Ahead, de onverschrokken en on
versaagde machinist. Op het oogenblik
der ontploffing was hij in de lucht
geslingerd en op een waren berg van
in den strijd gesneuvelde Indianen neer
gevallen. De dooden hadden den dol7
kop gered. Zijn val, die door de veer
kracht der lijken gebroken was, had'
bij Go-Ahead slechts een korte bewuste
loosheid .veroorzaakt. Hij kon spoedig
weer loopen en sprekenhij lachte
weer en riep met zijn vroolijke stem
„Vporwaarts, voorwaarts 1"
Den volgenden d'ag werd hij naar
Bentonville gebracht, doch hij had
döor het schot het gezicht verloren
hij was ongeneeslijk blind en moest
zich tevreden stellen, het bericht over
den slag en zijn heldendaad aan den
redacteur van de „Little Times" te
dicteeren.
Juist toen hij het verslag uitgebracht
had, trad een man het dagbladbureau
binnen, die een kreet van verbazing
uitstiet. Het wa3 Graveson de kruit-
handelaar, die een arm in den band
droeg, maar er anders frisch en vroo-
lijk uitzag. Ook hij was op h#t bureau ge
komen om een verslag over het ge
vecht uit te brengen, maar zag echter
tot zijn leedwezen; dat Go-Ahead hem
was v oor geweestdit verhinderde hem
«venwel niet met den machinist vriend
schap te sluiten en dezen zelfs later
ondanks zijn blindheid aan zijn, za
ken" te laten deelnemen. Twee echte
c
(VervaljJj
IV
„God zij hem genadig, die een stap
nader doet," riep hij met donderende
stem den opdringenden toe. Zelf tot
verdediging gereed, keek Sigurd met
schitterende oogen naar zijn grootva
der, nooit was de zwijgende oude man
hem grooter en dierbaarder voorgeko
men dan in dit oogenblik.
Door de stralen der juist met dubbele
kracht doorbrekende zon beschenen,
stond de meester als van een glorie
krans omgeven op den drempel van
zijn bedreigde woning.
Besluiteloos, verrast waren de krijgs
knechten teruggeweken de voogd en
jonker Jens stonden bleek van woede.
Een korte stilte trad in, het was
de stilte vóór den storm. Daar donder
de plotseling een kanonschot van de zee
over het straiAl, langzaam voer een
groot schip over den nu weer gladden
waterspiegel, die weer in het zonlicht
begon te schitteren. „Het konings
schip De koning komt terug," klonk
het boven van, den strandweg en nieu
we scharen bewoners, als door een too-
verslag opgeroepen, stormden aan en
bruisend plantte zich de kreet voort
„Heil den koning
„Heil den koning Daar stond hij
op de commandobrug, duidelijk zicht
baar voor de op het strand samenger
stroomde bevolking, en naast hem hee
Henrik Sture, het door den koning aan
gestelde opperhoofd van het eiland, en
zoodra deze den voet aan land zou ge
zet hebben, was het gedaan met de
macht van den voogd Sandersen.
Nader en nader kwam het konings
schip, waarvan het gezicht alleen de
aanstokers van den gewelddadigen
overval voor verder geweld deed terug
schrikken. Nu wierp het in de veilige
haven het anker, schitterend blonk
het metaal in den zonneschijn ,voor
het in de diepte zonk, een kreet van
verrassing ontsnapte Sigurd hoe kort
het oogenblik ook was, het was genoeg
om het scherpe oog van den jongen smid
zijn proefstuk te doen herkennen.
Over de wankelende loopplank be
trad koning Christiaan opnieuw den
bodem van zijn getrouw eiland. Hem
volgden heer Henrik Sture en het gevolg
Maar niet naar de hoogte, waarop het
slot stond, wendde de koning zijn
schreden, maar hij volgde den strand
weg tot bij de smidse van Hans Ker-
stensen. Natuurlijk moest de aanblik,
dien deze hem bood, den koning opval
len. De menigte, vóór de smidse sa
mengepakt de gewapende knechten,
d e aanwezigheid van den voogd en
vooral de smidshamer in de hand des
meesters, terwijl zijn kleinzoon met
hoogroode wangen en vlammende
oogen naast hem stond dit alles be
wees, dat hier iets ongewoons moest ge
beurd zijn.
„Wat gebeurt hier," wendde zich de
vorst tot den ouden smid.
Hans Kerstensen liet het in zijn hand
moorddadige wapen zinken, en richtt,
daarna den blik van het heldere oog
omhoog, zeggende „Wat hier gebeurt
heer koning Wat Uwe Majesteit heeft
teruggevoerd, weet ik niet, maar ik
vraag u gerechtigheid en bescherming
edele vorst, tegen het streven en den
aanslag der boozen, die zich heer in het
land wanen."
Voogd Sandersen trad nader de on
verwachte terugkeer an heer Sture
maakte aan zijn korte userschappij een
.Y anke»-zielen
'den.-.
In zichtbaren toorn hief de koning de'
hand omhoog. „Genoeg," beval hij
en dan tot Sigurd „Spreekt die man de
waarheid, Sigurd Holmberg
„Ja, heer," luidde het onverschrok
ken antwoord van den jongeling. „In
het zand wierp ik hem als een knaap,
omdat hij niet slechts mij beleedigde,
maar het bovendien waagde den naam
van een jonkvrouw verdacht te maken,
die bij ieder die haar kent, geldt als een
toonbeeld van reinheid.
Aan uw rechtspraak, heer koning,
zal ik mij gaarne onderwerpen, maar
niet aan deze mannen, bij wie blinde
haat en eigenbelang het vonnis reeds
vooraf hebben vastgesteld."
„Wel, Sigurd Holmberg voor uw
koning als oppersten rechter op Born-
holm zult gij terechtstaan en twee der
oudsten van Bornholm zullen bijzitters
zijn om te kunnen getuigen, dat het
naar recht en billijkheid geschiedt.
En hoe ook het vonnis moge uitvallen,
Sigurd Holmberg," ging de vorst aan
gedaan voort, terwijl hij Sigurds hand
vatte en In de zijne hield, „aan deze
hand zal zich niemand vergrijpen,
want zij heeft met haar arbeid, met
haar kracht, de veiligheid, ja het leven
van den koning en zijn reisgenooten be
schermd."
Er kwam beweging in de volksmenig
te „Heil Sigurd," riepen enkele stem
men.
Een teeken des konings gebood stilte.
Een eerbiedig zwijgen volgde en de ko
ning sprak verder „De storm, die in
onverwachte woede losbrak greep ons
vaartuig geweldig aan. Een mast werd
gebroken en een lek in het schip dreig
de het te doen zinken. De kapitein zocht
een meer beschermde plaats en trachtte
daar ten anker te gaan.
Te vergeefs, het eene zware anker
brak af, het andere eveneens. Hulpeloos
dreef Let schip uit de veilige bocht weer
naar de open zee, het verderf tegemoet.
Toen herinnerde ik mij, dat wij nog een
anker aan boord hadden, het proefstuk
van Sigurd Holmberg. Als een stuk
speelgoed had ik het geschat en nu
maakte het werk het vertrouwen zijns
makers tot waarheid. Dit derde anker
hield het groote schip, tot de elementen
bedaard waren en wij het konden lich
ten om de naaste haven te bereiken,
waar wij een ander schip van Kopenha
gen wachten wilden naar Bornholm.
En toen wij daarheen voeren over de nu
rustige zee, de zonneschijn als een adem
des Almacbtigen op de golven schitter
de, toen erkende ik Zijne hooge beschik
king. Hem zij de eere."
De koning ontblootte het hoofd en
hief de oogen ten hemel en allen volg
den zijn voorbeeld een oogenblik
greep heilige eerbied de menigte aan,
zoowel aanzienlijken als geringen
een plechtige stilte deed het ruischen
der lichte golven op het strand verne
men. In een groep vereenigd stonden
de voogd, de jonker en de hofmeester
ter zijde de donkere gezichten der
drie verbondenen, waaruit de teleur
stelling over den mislukten aanslag
sprak, staken scherp af bij den eerbied
en de blijdschap, die uit de aangezich
ten der menigte straalde.
Opnieuw sprak de koning „Naast
God echter hebben wij hem te danken,
wiens arm ons het werktuig ter redding
vervaardigde. En dezen arnf, deze
hand voor verminking te bewaren, is
onze koninklijke plicht. Maar ook is het
onze plicht Bornholms recht en wet te
beschermen en te h~"dhaven. Welnu,
dat zal geschieden; Hoe luidt ook dat
artikel van die wee, voogd," wendde
zich de koning tot den zoo spoedig ont
troonden gebieder van het eiland.
Heft een laaggeborene de hand tegen
nader en zeide met heldere, luid klinken
de stem „Heil u, koning Christiaan,
voor de eer, die gij mijn kleinzoon be
wijst. Maar het is niet noodig hem door
ridderslag in den adelstand te verhef
fen, u behoeft alleen te bevestigen wat
hem volgens recht toekomt, want Si
gurd Holmberg is van ridderlijke en
adellijke geboorte zijn vader was
rijksvrijheer en ridder van het Zweed-
sche rijk."
Een beweging van verrassing ging
door de rijen der menigte voor de
oogen van den knielenden jongeling
scheen alles in elkaar te vloeien met
moeite hield hij het hoofd omhoog
dat was dus het geheim, dat zijn groot
vader voor hem had verborgen gehou
den dat was de zoo lang verwachte
oplossing van het raadsel zijns levens.
Onder diepe stilte ging de meester op
een teeken des konings voort„Fries
land is mijn geboortegrond, waar mijn
voorvaderen tot de beste mannen be
hoorden, geen smet kleeft aan den
naam, dien ik draag.
(Wordt vervolgd.)
spoedig einde en vervulde hem met ge- een edelman, dan zal hij boeten met
hadden elkaar ftevnti- Ivatten
lmet 1
heime woede.
,,Ik deed, wat ons recht is, Majesteit,
en wat mijn plicht gebood," zeide hij.
„De jonge smid hier, die zich Sigurd
Holmberg noemt, heeft heden morgen
zijn gerneene hand tegen een jonker
van adellijk geslacht opgeheven, te
gen uwen bloedverwant, heerSturèd,
jonker J ens. En het staat aldus geschre-1
ven in Bornholms wetBij twist tus-
schen edelen, beslist het zwaard,
maar vergrijpt een laaggeborene zich
aan een edeirnan, dan moet msn hem
en veroordeelen en straffen
msi _listxer]ies_ .der rechterhand".
het verlies een er hand, twist tusschen
mannen van ridderlijke eer wordt be.
silst door ridderlijken zwaardkamp.
Daarom kniel neder, Sigurd Holm
berg," besloot de vorst, „om den ridder
slag van uw koning te ontvangen en
ik zou willen zien," voegde hij er met
een dreigenden blik op de groep der drie
mannen bij, „wie de hand waagt te
schenden, die koning Christiaan tot
dank warm heeft gedrukt."
Tot in de ziel bewogen boog de jonge
ling de knie voor zijn koninklijken heer
maar vóór deze het zwaard uit de schee
da had getrokken, trad de oude smid
OOK EEN JUDICIUM.
Professor. Ik heb me zoo geamuseerd
waarde Heer! met uwe curieuze ant
woorden, dat ik u het volgende jaar.
gaarne nog eens examineeren wil!
VOOR DE BALIE.
Eene oude dame, die voor de Engelscha
rechtbank verschijnen moest, weigerde
haar hoed af te zetten en verklaarde
zeer goed te weten, dat er geene wet
bestond, die dit voorschreef.
„O, zoo," sprak een der deftige heeren,
„kent u de wetten zoo goed? Misschien
zou u wel hier willen' komen, en naast
ons plaats nomen, om ons eens voor ts
lichten."
„Neen, dank u", luidde het antwoord,
„er zitten daar al oude wijven genoeg."
BIJ DE INSPECTIE.
Sergeant. Wat voor decoratie heb je
daar"'op je borst hangen, numero vier?
liecruut (trotseh). Het is de medaille
die onze koe verleden jaa' op de tentoon
stelling heeft gewonnen!"
OOK EEN GROOTHEIDSWAANZIN.
Heer. Zeg, koetsier, is die arme man
wel goed bij het hoofd, dien we daar
straks voorbijreden?
Koetsier. Neen, mijnheer! Niet al te
best. Die lijdt aan grootheidswaanzin, nij
verbeeldt zich, dat hij uit Amsterdam
vandaan komt, en hij is toch maar
een Nieuwer-Amstelaar
DAPPER.
Kapitein (tot een oud-gediende). Hoe
lang ben je in Indic geweest?
Soldaat. Zes jaar kap'tein.
Kapitein. Bon je nooit aan den ha?
gegaan voor den vijand?
Soldaat. Nooit kap'teih.
Kapitein. Bat is flink; hoeveel veld
tochten heb je in dien tijd wel meege
maakt
Soldaat. Geen een kap'tein.
VROUWELIJKE ZORG.
Hè, mm! Ga je met dit noodweer
schaatsenrijden Laat ik ze dan tenmin
ste eventje3 warmen!
NIEUWE DEFINITIES.
Een kleine vraagal wilde, <rat zijn
moeder hem alles zou uitleggen van
de phonograaf: „Hoe wordt zij ge
maakt? Wat is het?" vroeg hij maar
voort.
Om van al dat vragen af le ,zijn, ant
woordde zijne moeder ongeduldig:
„De phonograaf is een eleetri-
sche papagaai; daar, nu weet je 't'."
Iemand anders liet rich aldus over
het toestel uit, om zijne bewondering
te kennen te geven
„Verwonderlijk' Verbazend! Ik noem
het de menseheUike slem gebalsemd 1"
a1
■>4':
m
HlÜMlsTfËTïïTIïnHï
0
99999999999999999999999990
!de rit des doods!
O
9 0999999
De successie-oorlog in Noord-Ame-
rika was sinds ongeveer veertien maan
den aan den gang. Hoewel de legers
van het Zuiden tot op dit oogenblik
onder het bevel van Beauregard en
Lee groote overwinningen bevochten
hadden, waren ook eenige generaals
der Unie tamelijk gelukkig geweest.
Tot deze behoorden Curtis en Siegel,
die in Arkansas opereerden. Op het
oogenblik, waarop deze merkwaardige
geschiedenis aanvangt, jaagden zij
een groot korps separatisten voort
voor zich uit, hetwelk Ben Mac Cul-
loch, een authentieke neef van Fra
Diavolo, commandeerde.
Toen de oorlog uitbrak, richtte hij uit
mannen van Texas en Indianen een
korps op, waarmede hij in het geheele
Westen angst en schrik verspreidde.
Op het oogenblik dat hij, door Curtis
vervolgd, op een gelegenheid wachtte
om weer tot den aanval over te gaan,
had Mac Culloch reeds elf gevechten
geleverd en eene schitterende over
winning bij Springfield behaald. Volgen
wij hem nu op het tooneel zijner helden
daden.
Niets is schilderachtiger dan de
streek tusschen Fayettetown en Ben
tonville, maar zelden ook scheen een
landstreek minder geschikt om een
spoorbaan aan te leggen dan juist dit
landschap. Men stelle zich een wild
gespleten hoog vlakte voor welke den
indruk maakt, alsof twintig aardbe
vingen haar ontwricht en in stukken
gereten hebben. De kloven en afgron
den zijn hier bij honderden te tellen.
Van tijd tot tijd stijgt plotseling een
rots, een ware slagboom van graniet,
ernstig en plechtig op vervolgens be
merkt men een smal, groen, met bloe
men begroeid dal, dat echter opeens
weer door een bergketen doorsneden
wordt, terwijl ondoordringbare wouden
zich over het geheele gebied uitstrek
ken. Een Europeaan zou gewis voor
zooveel hindernissen teruggeschrikt zijn
Verhinderd eens een Amerikaan een
spoorweg aan te leggen als hun be
langen er mede gemoeid zijn Daarom
werd dan ook de spoorweg tusschen
Fayettown en Bentonville aangelegd
en men verdiende geld met de zaak.
Men had evenwel nagelaten, grootsche
en kostbare tunnels en viaducten te
bouwen in plaats van deze had men
een grooten omweg gemaakt, om op
deze wijze den tamelijk vlakke oever
van een kleine rivier te bereiken, waar
aan de jeugdige stad Bentonville lag.
De achterhoede van het Noorder-
leger had juist Fayettown verlaten en
reeds hadden verscheidene renboden
de telegraaflijnen waren namelijk af
gesneden de tijding aangebracht, dat
de geconfedereerden, die voor hunne
vijanden vluchtten, de wegen, de ri
vieren, de kanalen en de spoorwegen
volkomen vrij lieten. Dat moest in dit
land, waarin tijd geld is, voldoende zijn,
om de spoorwegdirecties tot heropening
van het verkeer aan te sporen.
Het was vijf uur 's avonds de eerste
trein wachtte het teeken tot vertrek,
toen de zuid-westenwind het donderen
van het geschut uit de verte overdroeg.
Ondanks het ongeduld der reizigers
moest men nu in dezer eigen belang,
voor alles echter in het belang van het
materieel, het vertrek tot den volgen
den dag verschuiven. Niettemin wilde
men zoo weinig mogelijk tijd verliezen.
Op 22 Februari 18.reeds te drie uur
in den morgen, vertrok trein 83 bij
fJi^1LeILhg]der,wfylsr.uit Fayettetown.,
Deze bestond slechts uit vier personen
wagens, waaraan een goederenwagen
en een restaura tie-wagen waren ge
haakt. Hij verliet het station eenige
minuten voor het aanbreken van den
dag en gleed weldra met de duizelende
snelheid, waardoor de Amerikaansche
locomotieven zich onderscheiden, over
de rails. Nadat hij eenigen tijd in Wes
telijke richting was voort geruist, ten
einde de boven aangeduide rivier te
bereiken, moest de trein na het maken
van een steile kromming, de richting
naar het zuiden inslaan. De machi
nist was een vermetel Yankee, die in
het geheele land onder' den bijnaam
„Master Go-Ahead" bekend was, wat
zooveel als „Meester Voorwaarts" be
duidt. Men wist slechts van hem dat
men hem in den kring zijner vrienden
John noemde, doch buften zijn vrouw
en zijn schoonvader wist wel niemand,
hoe hij eigenlijk heette.
Van Canada tot aan de Golf van
Mexico noemde hem ieder met dezen
bijnaam en feitelijk was er ook niemand,
die dezen bijnaam meer verdiende dan
hij. Wat John in zijn leven aan moe
dige daden verricht had, kon in een dik
boek niet verhaald worden. Nooit was
hij voor iets teruggeschrikt en het en
kele vermoeden dat hij niet in staat was,
een dolle streek uit te halen, was vol
doende om hem er zulk een op het
zelfde oogenblik te doen begaan. Op
zekeren dag wedde hij om een flesch
whisky, dat hij van zijne in volle vaart
voortsnellende locomotief zou over
springen op de machine van den eersten
trein, dien hij ontmoeten zou. Zijn
vrienden, wien hij deze weddenschap
voorsloeg, wilden haar niet aangaan,
want zij zagen zeer goed in, dat zulk
eene vermetelheid met zelfmoord op
gelijke lijn moest worden gesteld. Doch
John, die zich zeiven diets maakte,
dat men hem voor deze daad den ver-
eischten moed ontzegde, verklaarde nu,
dat hij het voor niets, alleen voor zijn
pleizier wilde doen. Men trachtte hem
van zijn waanzinnig plan af te houden
en smeekte hem dringend er van af te
zien, doch alles was vergeefsch. Hij gaf
zijn machine nog grooter snelheid en
wachtte, totdat de witte rook van een
locomotief zich aan den horizon ver
toonde. De ooggetuigen van dit tafereel
voelden, dat zij over hun geheele lijf
sidderden. Gelukkigerwijze had de ont
moeting op een brug plaats de rivier,
die daar onderdoor stroomde, was ta
melijk breed. Master Go-Ahead nam
zijn aanloop en waagde den vermetelen
sprong, doch bij zulke snelheid kunnen
de maatregelen slechts onvoldoende
getroffen worden. In plaats van op
de machine van den anderen trein te
vallen, waar hij zeker tusschen de ra
deren gevallen en verpletterd zou zijn,
werd Go-Ahead door den hevigen licht
druk op het dak van een wagon en
vandaar in de rivier geslingerd, waaruit
men hem heelhuids weer opvischte.
Deze eene daa.d zal wel voldoende
zijn, om den lezers een begrip te geven
van den machinist van trein 83. Wij
zouden er nog honderden zoo kunnen
mededeelen, maar waarom zouden wij
ons ophouden
Ongeveer een uur lang snelde de
trein met vollen stoom over de spoor
staven, die evenwijdig aan de rivier
voortliepen, om vervolgens een hollen
weg in te buigen. Op dit oogenblik
schrikte de stoker, een gewoonlijk
zwijgende persoonlijkheid, die de ma
chine juist van kolen voorzien had en
riep eensklaps uitGo-Ahead
„Wat is er vriend," vroeg John.
„Heb je niets buitengewoons ge
hoord?"
„Heelemaal niets, goede Joel"
Nadat hij_djt antwoord feggven Jiad.
liet „meester Voorwaarts" zijne ma
chine fluiten, terwijl om zijn lippen het
lachje verscheen, hetwelk men gewoon
lijk dan bemerkte, als hij over het uit
halen van een nieuwen streek peinsde.
Vroolijk neuriede hij de Yankee-Doodle
(Amerikaansche volkslied), toen eens
klaps heftig, aanhoudend gedonder
in de kloof dreunde, waarin de trein
juist binnensnelde. Iedere rotsspleet
wierp de echo terug.
„Alle donders, dat zijn kanonscho
ten," riep de stoker Joe Smith.
„Het schijnt inderdaad zoo," be
vestigde master Go-Ahead op kalmen
toon.
Nieuw gekraak en gedonder volgden.
Dezen keer was inderdaad geen twijfel
meer mogelijk. Van minuut tot minuut
drong het kanongebulder duidelijker
tot hem door.
„De legers van Siegel en Mac Culloch
zijn bepaald met elkander slaags ge
raakt," sprak de machinist verder,
„dat moet een belangwekkend schouw
spel zijn."
„Oho, ik dank daarvoor," mompelde
de stoker met twijfelachtig gebaar.
„Ik verzeker u, dat het zeer interest
sant zal worden, Smith, zeer interessant
want de jongen van Fra Diavolo moet
Siegel bepaald in een hinderlaag gelokt
hebben, waarin deze laatste geloopen
is daarbij beweert men ook nog, dat
de wilde Irokeezen zich bij het leger
der Zuidelijken hebben aangesloten,
waardoor de slachting slechts te bloe
diger worden kan."
De stoker deelde de geestdrift van
den machinist niethij was geen groot
vriend van zulke prikkelende middelen.
„Helaas", haastte de machinist zich
er bij te voegen, „vindt de slag op den
anderen oever van de rivier plaats en
het is zeer te betreuren dat wij er daar
door zoo weinig van 'e zien krijgen."
„Dat is bepaald jammer," sprak de
stoker, die naar het scheen geheel
gekalmeerd was.
„Ik geloof waarlijk, dat wij dicht
genoeg voorbijkomen om alles te
kunnen zien," ging Go-Ahead op rus-
tigen toon voort.
De machinist had gelijk, het schouw
spel moest bepaald zeer interessant zijn.
Plotseling beschreef de spoorbaan
een tamelijk steilen boog en de trein
reed, den hollen weg verlatend, waarin
hij zeven of acht mijl had afgelegd, een
dal binnen. Veertigduizend man ston
den daar tegenover elkander, die reeds
met het neerhouwen waren begonnen.
Zoo ver het oog reikte, zag men slechts
den dikken rook van het kruit. Tus
schen 't sombere gedonder der artille
rie door vernam men het scherpe ge
knetter van het geweervuur 'en nu en
dan het gegil van strijders en gekwet
sten. De locomotief reed met vollen
stoom de strijdende soldaten maakten,
van den trein uit gezienj den indruk
van springende marionetten en de
trein moest zich, alvorens men hem tot
stilstand brengen kon, temidden van
den slag bevinden. Den machinist
schenen deze schrikkelijke tooneelen
met vreugde te vervullen, want hij riep
voortdurend zoo luid hij kon .-„Voor
waarts Voorwaarts 1 Go-Ahead 1 Go-
Ahead
Een waanzinnig plan was plotseling
in zijne hersenen opgekomen. Met een
onkelen blik had hij de stellingen der
beide legers verkend.
„Ziet ge," sprak hij tot zijn stoker,
„ziet ge, Smith, hoe de slag zich ont
wikkeld heeft
„Ik," antwoordde de arme Joe, „ik
zie alleen maar rook.
„Let nu eens op, houd dien rook eens
in het oog 1 Rechts van ons staan op de
heuvels de kanonnen der separatisten
dip sinds een uur dit helsch Jawaai
maken. Dat toont reeds genoeg, dat de
strijdkrachten van Mac Culloch zich
op de spits der heuvelen hebben opge
steld."
„Dat is wel mogelijk," antwoordde
Joe onverschillig.
„In de vlakte, tegenover de heuvelen,
die door het leger der Zuidelijken bezet
zijn, kunt ge gefedereerden zien, of ten
minste uit het geknetter van het ge
weervuur opmaken, dat zij daar zijn."
Joe Smith was niet gewoon, Go Ahead
tegen te spreken. Desniettemin vond
hij nu het oogenblik zeer slecht geko
zen, om toehoorder te zijn bij eene les
in de krijgskunstdaa'rom meende hij
volkomen in zijn recht te zijn, toen hij
den machinist onderbrak met de woor
den :,,Met uw welnemen, master Go-
Ahead, maar ik meen, dat het nu voor
ons het noodzakelijkste is, den stoom
af te sluiten en den trein tot staan te
brengen, als wij daarvoor nog den tijd
hebben, dan kan u van hier uit het
schouwspel, dat u zoo belangrijk toe
schijnt, op uw gemak bekijken. Wij
hebben hier een goede plaats om den
slag in al zijn bijzonderheden te kunnen
nagaan en u kan uwe studiën over
krijgskunst kalmpjes voortzetten."..
„Smith, mijn vriend, gij zijt het
slachtoffer van een vreeselijke dwaling.
Indien ge me niet onderbroken hadt,
zoudt ge nu reeds weten, dat de trein
niet zal blijven stilstaan."
Bij deze woorden keek master Go-
Ahead den stoker met zijn onverstoor-
baren glimlach aan en scheen de uit
werking te berekenen, die zulk een
besluit in Joe zou te voorschijn brengen.
„Wat," riep Smith, „zal do trein
niet stoppen
„Zelfs geen seconde."
„Hebt u soms de bedoeling door den
slag heen to rijden
„Ge hebt het gezegd, Smith l Ik heb
werkelijk da bedoeling, de beldo legers
op het lijf te vallen en als ge slechts drie
minuten naar mij wilt luisteren, zult
ge Inzien, dat mijn plan voortreffelijk
ja het eenig juiste is."
„Hm,"liet de stoker hooren
maar bij zich zeiven dacht hijmaster
Go-Ahead is krankzinnig.
„De gefedereerden staan alzoo op
de heuvels, de Unionisten in de vlakte.
De spoorbaan loopt voortdurend langs
de steile wanden, die zich aan onze
rechterhand bevinden daardoor heb-1
ben wij van de separatistische artillerie
niets te vreezen, want haar kogels
zullen ons over Jiet hoofd vliegen, om
zich op de vlakte of in de rijen der gefe
dereerden te verliezen.'
„Goed, maar de kogels van het leger
der Noordelijken," vroeg de stoker.
Ik ken uw politieke meening, Joe
Gij zijt 'n aanhanger van 't Noorden en
uw welbekende vaderlandsliefde zal u
beletten aan te nemen, dat de soldaten
van Curtis dom genoeg zijn, om zich
zonder meer door de Zuidelijken te
laten doodschieten. Die kogels, mijn
beste vriend, zullen ons echter ook geen
schade berokkenen zij zullen eveneens
eenige yards over den trein heenvliegent
Wij loopen dus volstrekt geen gevaar,
als wij tusschen de legers doorrijden.
Wij wagen niets, maar hebben daaren-
tegen veel te winnen. Denk er eens aan,
welken roem wij behalen, als men er-,
varen zal, welk stout stuk wij begaap
hebben."
„Hij is krankzinnig, volkomen krank
zinnig," zei Smith in zich zeiven, die
volstrekt niet begeerig was dezen roem
in te oogsten.
„Voor het overige, Smith," voegde
de machinist er op een toon bij, die geen
tegenspraak toeliet, „is het onze plicht
op het bepaalde uur te Bentonville aan
te komen, zoowaar ik Go-Ahead-heet."