VOOR DE HUISKAM m m m m m M I SIGURD's PROEFSTUK leis uit den Mopp ent rommel NUMMER s EERSTE JAARGANG 1921 n ■ken vonden het niet eens noodig hen door hun ruiterij te iaten vervolgen. Zij stelden er zich mede tevreden, den kanonniers te bevelen, op de vluchte lingen te schieten, zoolang deze bin nen de draagwijdte van het geschut waren. Tengevolge van een onverklaar baar geluk stond trein 83 altijd en nog tamelijk onbeschadigd op de rails «a Georges Graveson voelde nieuwe hoop in zijn hart opkom*n. Toen Go- Ahead siechts nog afzonderlijke ge weerschoten en his en daar nog een kanonschot vernam, irtond hij op jp maakte het plan een der reizigers t® hulp te roepen, toen yAHseling er" vreeselijke ontploffing aan het vreese- lijko treurspel een einde maakte. De geheele trein scheen in stukken gereten te worden, vervolgens verhief zich een rookzuil kaarsrecht in de lucht en ein delijk barstte de vlam aan alle zijden, rechts, in kist. lor en achter als uit een krater uiovEen vreeselijke gil van wanhoop weerklonk uit den wagon, waarop doodelijke stulte volgde trein 83 was vernietigd. Wat er was voorgevallen, kan men gemakkelijk denken. Een granaat, door het federalistische leger afgevuurd had de catastrofe veroorzaakt. Deze vloog juist in den kruitwagen van mas ter Graveson, ontplofte daar, stak het kruit in brand en alles was in een oog wenk de lucht in gevlogen. Om streeks twintig yards van de plaats, waar de machine gestaan had, vond men twee dooden, die elkander om armd hielden een jong meisje en een man. Het lichaam en het gelaat van den laatste was volkomen zwart en onherkenbaar, terwijl het bleeke ge laat van het meisje geen enkele brand wonde vertoonde. Hare halfgeopende cogen schenen nog een laatste vaarwel te roepen, op haar lippen lag een ver moeid lachje en haar armen hielden de vormelooze massa van den beminde nog in den dood vast. Dit jonge meisje was het, dat door haar plotseling verschijnen master Graveson het leven gered had. Van alle andere reizig rs vond men niet het geringste spoor terug. Omstreeks dertig meter verder lag da locomotief omge keerd in een kuil. De onverwachte ont- Ïiloffing bracht ook het zegepralend eger een gevoelig verlies toe, daar zij meer dan driehonderd man doodde. Het was daardoor zoo onverklaarbaar omdat men niet wist, aan welke oor- raak dit ongeval moest,worden toege schreven. 8. Desniettemin waren twee personen heelhuids aan de vreeselijke ontplof fing ontkomen. Op het oogenblik, dat de soldaten het tooneel van de treurige gebeurtenis afzochten, richt te zich uit den hoop gesneuvelden eensklaps een man op. Deze man was Go-Ahead, de onverschrokken en on versaagde machinist. Op het oogenblik der ontploffing was hij in de lucht geslingerd en op een waren berg van in den strijd gesneuvelde Indianen neer gevallen. De dooden hadden den dol7 kop gered. Zijn val, die door de veer kracht der lijken gebroken was, had' bij Go-Ahead slechts een korte bewuste loosheid .veroorzaakt. Hij kon spoedig weer loopen en sprekenhij lachte weer en riep met zijn vroolijke stem „Vporwaarts, voorwaarts 1" Den volgenden d'ag werd hij naar Bentonville gebracht, doch hij had döor het schot het gezicht verloren hij was ongeneeslijk blind en moest zich tevreden stellen, het bericht over den slag en zijn heldendaad aan den redacteur van de „Little Times" te dicteeren. Juist toen hij het verslag uitgebracht had, trad een man het dagbladbureau binnen, die een kreet van verbazing uitstiet. Het wa3 Graveson de kruit- handelaar, die een arm in den band droeg, maar er anders frisch en vroo- lijk uitzag. Ook hij was op h#t bureau ge komen om een verslag over het ge vecht uit te brengen, maar zag echter tot zijn leedwezen; dat Go-Ahead hem was v oor geweestdit verhinderde hem «venwel niet met den machinist vriend schap te sluiten en dezen zelfs later ondanks zijn blindheid aan zijn, za ken" te laten deelnemen. Twee echte c (VervaljJj IV „God zij hem genadig, die een stap nader doet," riep hij met donderende stem den opdringenden toe. Zelf tot verdediging gereed, keek Sigurd met schitterende oogen naar zijn grootva der, nooit was de zwijgende oude man hem grooter en dierbaarder voorgeko men dan in dit oogenblik. Door de stralen der juist met dubbele kracht doorbrekende zon beschenen, stond de meester als van een glorie krans omgeven op den drempel van zijn bedreigde woning. Besluiteloos, verrast waren de krijgs knechten teruggeweken de voogd en jonker Jens stonden bleek van woede. Een korte stilte trad in, het was de stilte vóór den storm. Daar donder de plotseling een kanonschot van de zee over het straiAl, langzaam voer een groot schip over den nu weer gladden waterspiegel, die weer in het zonlicht begon te schitteren. „Het konings schip De koning komt terug," klonk het boven van, den strandweg en nieu we scharen bewoners, als door een too- verslag opgeroepen, stormden aan en bruisend plantte zich de kreet voort „Heil den koning „Heil den koning Daar stond hij op de commandobrug, duidelijk zicht baar voor de op het strand samenger stroomde bevolking, en naast hem hee Henrik Sture, het door den koning aan gestelde opperhoofd van het eiland, en zoodra deze den voet aan land zou ge zet hebben, was het gedaan met de macht van den voogd Sandersen. Nader en nader kwam het konings schip, waarvan het gezicht alleen de aanstokers van den gewelddadigen overval voor verder geweld deed terug schrikken. Nu wierp het in de veilige haven het anker, schitterend blonk het metaal in den zonneschijn ,voor het in de diepte zonk, een kreet van verrassing ontsnapte Sigurd hoe kort het oogenblik ook was, het was genoeg om het scherpe oog van den jongen smid zijn proefstuk te doen herkennen. Over de wankelende loopplank be trad koning Christiaan opnieuw den bodem van zijn getrouw eiland. Hem volgden heer Henrik Sture en het gevolg Maar niet naar de hoogte, waarop het slot stond, wendde de koning zijn schreden, maar hij volgde den strand weg tot bij de smidse van Hans Ker- stensen. Natuurlijk moest de aanblik, dien deze hem bood, den koning opval len. De menigte, vóór de smidse sa mengepakt de gewapende knechten, d e aanwezigheid van den voogd en vooral de smidshamer in de hand des meesters, terwijl zijn kleinzoon met hoogroode wangen en vlammende oogen naast hem stond dit alles be wees, dat hier iets ongewoons moest ge beurd zijn. „Wat gebeurt hier," wendde zich de vorst tot den ouden smid. Hans Kerstensen liet het in zijn hand moorddadige wapen zinken, en richtt, daarna den blik van het heldere oog omhoog, zeggende „Wat hier gebeurt heer koning Wat Uwe Majesteit heeft teruggevoerd, weet ik niet, maar ik vraag u gerechtigheid en bescherming edele vorst, tegen het streven en den aanslag der boozen, die zich heer in het land wanen." Voogd Sandersen trad nader de on verwachte terugkeer an heer Sture maakte aan zijn korte userschappij een .Y anke»-zielen 'den.-. In zichtbaren toorn hief de koning de' hand omhoog. „Genoeg," beval hij en dan tot Sigurd „Spreekt die man de waarheid, Sigurd Holmberg „Ja, heer," luidde het onverschrok ken antwoord van den jongeling. „In het zand wierp ik hem als een knaap, omdat hij niet slechts mij beleedigde, maar het bovendien waagde den naam van een jonkvrouw verdacht te maken, die bij ieder die haar kent, geldt als een toonbeeld van reinheid. Aan uw rechtspraak, heer koning, zal ik mij gaarne onderwerpen, maar niet aan deze mannen, bij wie blinde haat en eigenbelang het vonnis reeds vooraf hebben vastgesteld." „Wel, Sigurd Holmberg voor uw koning als oppersten rechter op Born- holm zult gij terechtstaan en twee der oudsten van Bornholm zullen bijzitters zijn om te kunnen getuigen, dat het naar recht en billijkheid geschiedt. En hoe ook het vonnis moge uitvallen, Sigurd Holmberg," ging de vorst aan gedaan voort, terwijl hij Sigurds hand vatte en In de zijne hield, „aan deze hand zal zich niemand vergrijpen, want zij heeft met haar arbeid, met haar kracht, de veiligheid, ja het leven van den koning en zijn reisgenooten be schermd." Er kwam beweging in de volksmenig te „Heil Sigurd," riepen enkele stem men. Een teeken des konings gebood stilte. Een eerbiedig zwijgen volgde en de ko ning sprak verder „De storm, die in onverwachte woede losbrak greep ons vaartuig geweldig aan. Een mast werd gebroken en een lek in het schip dreig de het te doen zinken. De kapitein zocht een meer beschermde plaats en trachtte daar ten anker te gaan. Te vergeefs, het eene zware anker brak af, het andere eveneens. Hulpeloos dreef Let schip uit de veilige bocht weer naar de open zee, het verderf tegemoet. Toen herinnerde ik mij, dat wij nog een anker aan boord hadden, het proefstuk van Sigurd Holmberg. Als een stuk speelgoed had ik het geschat en nu maakte het werk het vertrouwen zijns makers tot waarheid. Dit derde anker hield het groote schip, tot de elementen bedaard waren en wij het konden lich ten om de naaste haven te bereiken, waar wij een ander schip van Kopenha gen wachten wilden naar Bornholm. En toen wij daarheen voeren over de nu rustige zee, de zonneschijn als een adem des Almacbtigen op de golven schitter de, toen erkende ik Zijne hooge beschik king. Hem zij de eere." De koning ontblootte het hoofd en hief de oogen ten hemel en allen volg den zijn voorbeeld een oogenblik greep heilige eerbied de menigte aan, zoowel aanzienlijken als geringen een plechtige stilte deed het ruischen der lichte golven op het strand verne men. In een groep vereenigd stonden de voogd, de jonker en de hofmeester ter zijde de donkere gezichten der drie verbondenen, waaruit de teleur stelling over den mislukten aanslag sprak, staken scherp af bij den eerbied en de blijdschap, die uit de aangezich ten der menigte straalde. Opnieuw sprak de koning „Naast God echter hebben wij hem te danken, wiens arm ons het werktuig ter redding vervaardigde. En dezen arnf, deze hand voor verminking te bewaren, is onze koninklijke plicht. Maar ook is het onze plicht Bornholms recht en wet te beschermen en te h~"dhaven. Welnu, dat zal geschieden; Hoe luidt ook dat artikel van die wee, voogd," wendde zich de koning tot den zoo spoedig ont troonden gebieder van het eiland. Heft een laaggeborene de hand tegen nader en zeide met heldere, luid klinken de stem „Heil u, koning Christiaan, voor de eer, die gij mijn kleinzoon be wijst. Maar het is niet noodig hem door ridderslag in den adelstand te verhef fen, u behoeft alleen te bevestigen wat hem volgens recht toekomt, want Si gurd Holmberg is van ridderlijke en adellijke geboorte zijn vader was rijksvrijheer en ridder van het Zweed- sche rijk." Een beweging van verrassing ging door de rijen der menigte voor de oogen van den knielenden jongeling scheen alles in elkaar te vloeien met moeite hield hij het hoofd omhoog dat was dus het geheim, dat zijn groot vader voor hem had verborgen gehou den dat was de zoo lang verwachte oplossing van het raadsel zijns levens. Onder diepe stilte ging de meester op een teeken des konings voort„Fries land is mijn geboortegrond, waar mijn voorvaderen tot de beste mannen be hoorden, geen smet kleeft aan den naam, dien ik draag. (Wordt vervolgd.) spoedig einde en vervulde hem met ge- een edelman, dan zal hij boeten met hadden elkaar ftevnti- Ivatten lmet 1 heime woede. ,,Ik deed, wat ons recht is, Majesteit, en wat mijn plicht gebood," zeide hij. „De jonge smid hier, die zich Sigurd Holmberg noemt, heeft heden morgen zijn gerneene hand tegen een jonker van adellijk geslacht opgeheven, te gen uwen bloedverwant, heerSturèd, jonker J ens. En het staat aldus geschre-1 ven in Bornholms wetBij twist tus- schen edelen, beslist het zwaard, maar vergrijpt een laaggeborene zich aan een edeirnan, dan moet msn hem en veroordeelen en straffen msi _listxer]ies_ .der rechterhand". het verlies een er hand, twist tusschen mannen van ridderlijke eer wordt be. silst door ridderlijken zwaardkamp. Daarom kniel neder, Sigurd Holm berg," besloot de vorst, „om den ridder slag van uw koning te ontvangen en ik zou willen zien," voegde hij er met een dreigenden blik op de groep der drie mannen bij, „wie de hand waagt te schenden, die koning Christiaan tot dank warm heeft gedrukt." Tot in de ziel bewogen boog de jonge ling de knie voor zijn koninklijken heer maar vóór deze het zwaard uit de schee da had getrokken, trad de oude smid OOK EEN JUDICIUM. Professor. Ik heb me zoo geamuseerd waarde Heer! met uwe curieuze ant woorden, dat ik u het volgende jaar. gaarne nog eens examineeren wil! VOOR DE BALIE. Eene oude dame, die voor de Engelscha rechtbank verschijnen moest, weigerde haar hoed af te zetten en verklaarde zeer goed te weten, dat er geene wet bestond, die dit voorschreef. „O, zoo," sprak een der deftige heeren, „kent u de wetten zoo goed? Misschien zou u wel hier willen' komen, en naast ons plaats nomen, om ons eens voor ts lichten." „Neen, dank u", luidde het antwoord, „er zitten daar al oude wijven genoeg." BIJ DE INSPECTIE. Sergeant. Wat voor decoratie heb je daar"'op je borst hangen, numero vier? liecruut (trotseh). Het is de medaille die onze koe verleden jaa' op de tentoon stelling heeft gewonnen!" OOK EEN GROOTHEIDSWAANZIN. Heer. Zeg, koetsier, is die arme man wel goed bij het hoofd, dien we daar straks voorbijreden? Koetsier. Neen, mijnheer! Niet al te best. Die lijdt aan grootheidswaanzin, nij verbeeldt zich, dat hij uit Amsterdam vandaan komt, en hij is toch maar een Nieuwer-Amstelaar DAPPER. Kapitein (tot een oud-gediende). Hoe lang ben je in Indic geweest? Soldaat. Zes jaar kap'tein. Kapitein. Bon je nooit aan den ha? gegaan voor den vijand? Soldaat. Nooit kap'teih. Kapitein. Bat is flink; hoeveel veld tochten heb je in dien tijd wel meege maakt Soldaat. Geen een kap'tein. VROUWELIJKE ZORG. Hè, mm! Ga je met dit noodweer schaatsenrijden Laat ik ze dan tenmin ste eventje3 warmen! NIEUWE DEFINITIES. Een kleine vraagal wilde, <rat zijn moeder hem alles zou uitleggen van de phonograaf: „Hoe wordt zij ge maakt? Wat is het?" vroeg hij maar voort. Om van al dat vragen af le ,zijn, ant woordde zijne moeder ongeduldig: „De phonograaf is een eleetri- sche papagaai; daar, nu weet je 't'." Iemand anders liet rich aldus over het toestel uit, om zijne bewondering te kennen te geven „Verwonderlijk' Verbazend! Ik noem het de menseheUike slem gebalsemd 1" a1 ■>4': m HlÜMlsTfËTïïTIïnHï 0 99999999999999999999999990 !de rit des doods! O 9 0999999 De successie-oorlog in Noord-Ame- rika was sinds ongeveer veertien maan den aan den gang. Hoewel de legers van het Zuiden tot op dit oogenblik onder het bevel van Beauregard en Lee groote overwinningen bevochten hadden, waren ook eenige generaals der Unie tamelijk gelukkig geweest. Tot deze behoorden Curtis en Siegel, die in Arkansas opereerden. Op het oogenblik, waarop deze merkwaardige geschiedenis aanvangt, jaagden zij een groot korps separatisten voort voor zich uit, hetwelk Ben Mac Cul- loch, een authentieke neef van Fra Diavolo, commandeerde. Toen de oorlog uitbrak, richtte hij uit mannen van Texas en Indianen een korps op, waarmede hij in het geheele Westen angst en schrik verspreidde. Op het oogenblik dat hij, door Curtis vervolgd, op een gelegenheid wachtte om weer tot den aanval over te gaan, had Mac Culloch reeds elf gevechten geleverd en eene schitterende over winning bij Springfield behaald. Volgen wij hem nu op het tooneel zijner helden daden. Niets is schilderachtiger dan de streek tusschen Fayettetown en Ben tonville, maar zelden ook scheen een landstreek minder geschikt om een spoorbaan aan te leggen dan juist dit landschap. Men stelle zich een wild gespleten hoog vlakte voor welke den indruk maakt, alsof twintig aardbe vingen haar ontwricht en in stukken gereten hebben. De kloven en afgron den zijn hier bij honderden te tellen. Van tijd tot tijd stijgt plotseling een rots, een ware slagboom van graniet, ernstig en plechtig op vervolgens be merkt men een smal, groen, met bloe men begroeid dal, dat echter opeens weer door een bergketen doorsneden wordt, terwijl ondoordringbare wouden zich over het geheele gebied uitstrek ken. Een Europeaan zou gewis voor zooveel hindernissen teruggeschrikt zijn Verhinderd eens een Amerikaan een spoorweg aan te leggen als hun be langen er mede gemoeid zijn Daarom werd dan ook de spoorweg tusschen Fayettown en Bentonville aangelegd en men verdiende geld met de zaak. Men had evenwel nagelaten, grootsche en kostbare tunnels en viaducten te bouwen in plaats van deze had men een grooten omweg gemaakt, om op deze wijze den tamelijk vlakke oever van een kleine rivier te bereiken, waar aan de jeugdige stad Bentonville lag. De achterhoede van het Noorder- leger had juist Fayettown verlaten en reeds hadden verscheidene renboden de telegraaflijnen waren namelijk af gesneden de tijding aangebracht, dat de geconfedereerden, die voor hunne vijanden vluchtten, de wegen, de ri vieren, de kanalen en de spoorwegen volkomen vrij lieten. Dat moest in dit land, waarin tijd geld is, voldoende zijn, om de spoorwegdirecties tot heropening van het verkeer aan te sporen. Het was vijf uur 's avonds de eerste trein wachtte het teeken tot vertrek, toen de zuid-westenwind het donderen van het geschut uit de verte overdroeg. Ondanks het ongeduld der reizigers moest men nu in dezer eigen belang, voor alles echter in het belang van het materieel, het vertrek tot den volgen den dag verschuiven. Niettemin wilde men zoo weinig mogelijk tijd verliezen. Op 22 Februari 18.reeds te drie uur in den morgen, vertrok trein 83 bij fJi^1LeILhg]der,wfylsr.uit Fayettetown., Deze bestond slechts uit vier personen wagens, waaraan een goederenwagen en een restaura tie-wagen waren ge haakt. Hij verliet het station eenige minuten voor het aanbreken van den dag en gleed weldra met de duizelende snelheid, waardoor de Amerikaansche locomotieven zich onderscheiden, over de rails. Nadat hij eenigen tijd in Wes telijke richting was voort geruist, ten einde de boven aangeduide rivier te bereiken, moest de trein na het maken van een steile kromming, de richting naar het zuiden inslaan. De machi nist was een vermetel Yankee, die in het geheele land onder' den bijnaam „Master Go-Ahead" bekend was, wat zooveel als „Meester Voorwaarts" be duidt. Men wist slechts van hem dat men hem in den kring zijner vrienden John noemde, doch buften zijn vrouw en zijn schoonvader wist wel niemand, hoe hij eigenlijk heette. Van Canada tot aan de Golf van Mexico noemde hem ieder met dezen bijnaam en feitelijk was er ook niemand, die dezen bijnaam meer verdiende dan hij. Wat John in zijn leven aan moe dige daden verricht had, kon in een dik boek niet verhaald worden. Nooit was hij voor iets teruggeschrikt en het en kele vermoeden dat hij niet in staat was, een dolle streek uit te halen, was vol doende om hem er zulk een op het zelfde oogenblik te doen begaan. Op zekeren dag wedde hij om een flesch whisky, dat hij van zijne in volle vaart voortsnellende locomotief zou over springen op de machine van den eersten trein, dien hij ontmoeten zou. Zijn vrienden, wien hij deze weddenschap voorsloeg, wilden haar niet aangaan, want zij zagen zeer goed in, dat zulk eene vermetelheid met zelfmoord op gelijke lijn moest worden gesteld. Doch John, die zich zeiven diets maakte, dat men hem voor deze daad den ver- eischten moed ontzegde, verklaarde nu, dat hij het voor niets, alleen voor zijn pleizier wilde doen. Men trachtte hem van zijn waanzinnig plan af te houden en smeekte hem dringend er van af te zien, doch alles was vergeefsch. Hij gaf zijn machine nog grooter snelheid en wachtte, totdat de witte rook van een locomotief zich aan den horizon ver toonde. De ooggetuigen van dit tafereel voelden, dat zij over hun geheele lijf sidderden. Gelukkigerwijze had de ont moeting op een brug plaats de rivier, die daar onderdoor stroomde, was ta melijk breed. Master Go-Ahead nam zijn aanloop en waagde den vermetelen sprong, doch bij zulke snelheid kunnen de maatregelen slechts onvoldoende getroffen worden. In plaats van op de machine van den anderen trein te vallen, waar hij zeker tusschen de ra deren gevallen en verpletterd zou zijn, werd Go-Ahead door den hevigen licht druk op het dak van een wagon en vandaar in de rivier geslingerd, waaruit men hem heelhuids weer opvischte. Deze eene daa.d zal wel voldoende zijn, om den lezers een begrip te geven van den machinist van trein 83. Wij zouden er nog honderden zoo kunnen mededeelen, maar waarom zouden wij ons ophouden Ongeveer een uur lang snelde de trein met vollen stoom over de spoor staven, die evenwijdig aan de rivier voortliepen, om vervolgens een hollen weg in te buigen. Op dit oogenblik schrikte de stoker, een gewoonlijk zwijgende persoonlijkheid, die de ma chine juist van kolen voorzien had en riep eensklaps uitGo-Ahead „Wat is er vriend," vroeg John. „Heb je niets buitengewoons ge hoord?" „Heelemaal niets, goede Joel" Nadat hij_djt antwoord feggven Jiad. liet „meester Voorwaarts" zijne ma chine fluiten, terwijl om zijn lippen het lachje verscheen, hetwelk men gewoon lijk dan bemerkte, als hij over het uit halen van een nieuwen streek peinsde. Vroolijk neuriede hij de Yankee-Doodle (Amerikaansche volkslied), toen eens klaps heftig, aanhoudend gedonder in de kloof dreunde, waarin de trein juist binnensnelde. Iedere rotsspleet wierp de echo terug. „Alle donders, dat zijn kanonscho ten," riep de stoker Joe Smith. „Het schijnt inderdaad zoo," be vestigde master Go-Ahead op kalmen toon. Nieuw gekraak en gedonder volgden. Dezen keer was inderdaad geen twijfel meer mogelijk. Van minuut tot minuut drong het kanongebulder duidelijker tot hem door. „De legers van Siegel en Mac Culloch zijn bepaald met elkander slaags ge raakt," sprak de machinist verder, „dat moet een belangwekkend schouw spel zijn." „Oho, ik dank daarvoor," mompelde de stoker met twijfelachtig gebaar. „Ik verzeker u, dat het zeer interest sant zal worden, Smith, zeer interessant want de jongen van Fra Diavolo moet Siegel bepaald in een hinderlaag gelokt hebben, waarin deze laatste geloopen is daarbij beweert men ook nog, dat de wilde Irokeezen zich bij het leger der Zuidelijken hebben aangesloten, waardoor de slachting slechts te bloe diger worden kan." De stoker deelde de geestdrift van den machinist niethij was geen groot vriend van zulke prikkelende middelen. „Helaas", haastte de machinist zich er bij te voegen, „vindt de slag op den anderen oever van de rivier plaats en het is zeer te betreuren dat wij er daar door zoo weinig van 'e zien krijgen." „Dat is bepaald jammer," sprak de stoker, die naar het scheen geheel gekalmeerd was. „Ik geloof waarlijk, dat wij dicht genoeg voorbijkomen om alles te kunnen zien," ging Go-Ahead op rus- tigen toon voort. De machinist had gelijk, het schouw spel moest bepaald zeer interessant zijn. Plotseling beschreef de spoorbaan een tamelijk steilen boog en de trein reed, den hollen weg verlatend, waarin hij zeven of acht mijl had afgelegd, een dal binnen. Veertigduizend man ston den daar tegenover elkander, die reeds met het neerhouwen waren begonnen. Zoo ver het oog reikte, zag men slechts den dikken rook van het kruit. Tus schen 't sombere gedonder der artille rie door vernam men het scherpe ge knetter van het geweervuur 'en nu en dan het gegil van strijders en gekwet sten. De locomotief reed met vollen stoom de strijdende soldaten maakten, van den trein uit gezienj den indruk van springende marionetten en de trein moest zich, alvorens men hem tot stilstand brengen kon, temidden van den slag bevinden. Den machinist schenen deze schrikkelijke tooneelen met vreugde te vervullen, want hij riep voortdurend zoo luid hij kon .-„Voor waarts Voorwaarts 1 Go-Ahead 1 Go- Ahead Een waanzinnig plan was plotseling in zijne hersenen opgekomen. Met een onkelen blik had hij de stellingen der beide legers verkend. „Ziet ge," sprak hij tot zijn stoker, „ziet ge, Smith, hoe de slag zich ont wikkeld heeft „Ik," antwoordde de arme Joe, „ik zie alleen maar rook. „Let nu eens op, houd dien rook eens in het oog 1 Rechts van ons staan op de heuvels de kanonnen der separatisten dip sinds een uur dit helsch Jawaai maken. Dat toont reeds genoeg, dat de strijdkrachten van Mac Culloch zich op de spits der heuvelen hebben opge steld." „Dat is wel mogelijk," antwoordde Joe onverschillig. „In de vlakte, tegenover de heuvelen, die door het leger der Zuidelijken bezet zijn, kunt ge gefedereerden zien, of ten minste uit het geknetter van het ge weervuur opmaken, dat zij daar zijn." Joe Smith was niet gewoon, Go Ahead tegen te spreken. Desniettemin vond hij nu het oogenblik zeer slecht geko zen, om toehoorder te zijn bij eene les in de krijgskunstdaa'rom meende hij volkomen in zijn recht te zijn, toen hij den machinist onderbrak met de woor den :,,Met uw welnemen, master Go- Ahead, maar ik meen, dat het nu voor ons het noodzakelijkste is, den stoom af te sluiten en den trein tot staan te brengen, als wij daarvoor nog den tijd hebben, dan kan u van hier uit het schouwspel, dat u zoo belangrijk toe schijnt, op uw gemak bekijken. Wij hebben hier een goede plaats om den slag in al zijn bijzonderheden te kunnen nagaan en u kan uwe studiën over krijgskunst kalmpjes voortzetten.".. „Smith, mijn vriend, gij zijt het slachtoffer van een vreeselijke dwaling. Indien ge me niet onderbroken hadt, zoudt ge nu reeds weten, dat de trein niet zal blijven stilstaan." Bij deze woorden keek master Go- Ahead den stoker met zijn onverstoor- baren glimlach aan en scheen de uit werking te berekenen, die zulk een besluit in Joe zou te voorschijn brengen. „Wat," riep Smith, „zal do trein niet stoppen „Zelfs geen seconde." „Hebt u soms de bedoeling door den slag heen to rijden „Ge hebt het gezegd, Smith l Ik heb werkelijk da bedoeling, de beldo legers op het lijf te vallen en als ge slechts drie minuten naar mij wilt luisteren, zult ge Inzien, dat mijn plan voortreffelijk ja het eenig juiste is." „Hm,"liet de stoker hooren maar bij zich zeiven dacht hijmaster Go-Ahead is krankzinnig. „De gefedereerden staan alzoo op de heuvels, de Unionisten in de vlakte. De spoorbaan loopt voortdurend langs de steile wanden, die zich aan onze rechterhand bevinden daardoor heb-1 ben wij van de separatistische artillerie niets te vreezen, want haar kogels zullen ons over Jiet hoofd vliegen, om zich op de vlakte of in de rijen der gefe dereerden te verliezen.' „Goed, maar de kogels van het leger der Noordelijken," vroeg de stoker. Ik ken uw politieke meening, Joe Gij zijt 'n aanhanger van 't Noorden en uw welbekende vaderlandsliefde zal u beletten aan te nemen, dat de soldaten van Curtis dom genoeg zijn, om zich zonder meer door de Zuidelijken te laten doodschieten. Die kogels, mijn beste vriend, zullen ons echter ook geen schade berokkenen zij zullen eveneens eenige yards over den trein heenvliegent Wij loopen dus volstrekt geen gevaar, als wij tusschen de legers doorrijden. Wij wagen niets, maar hebben daaren- tegen veel te winnen. Denk er eens aan, welken roem wij behalen, als men er-, varen zal, welk stout stuk wij begaap hebben." „Hij is krankzinnig, volkomen krank zinnig," zei Smith in zich zeiven, die volstrekt niet begeerig was dezen roem in te oogsten. „Voor het overige, Smith," voegde de machinist er op een toon bij, die geen tegenspraak toeliet, „is het onze plicht op het bepaalde uur te Bentonville aan te komen, zoowaar ik Go-Ahead-heet."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 7