ONS BLAD" F" BUITENLAND. WOENSDAG 2 NOVEMBER 1921 14e JAARGANG Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: """«"««w*n°. Geen vooroordeolen. ALLERZIELEN De Iersche kwestie. De nieuwe koers in Rusland. mi. buitenl. berichten. ïVUIjIioIJAU m li v L1T1DLI\ Ay&M I^v Jni/ilyyii JOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD 91 REDACTIE No. 633 Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; eke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0 15; Ru 'riek „Vraag en aanbot," oij vooi- uitbetaling pe. plaat ig 0.60 AarTaTle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 4GO,—f 200,—, f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,—, Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaar f 2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Een bericht, dat in vele gezinnen van de categorie der „nieuwe armen" vandaag een lichtstraaltje brengen zal, deed bij ons een gedachte opkomen, welke wij even willen liilspre-cen. Wij bedoelen de mededeel!ng van het Reuterbureau te Londen, dat de Russische Rt'gee ring besloten heeft de schulden van het land, onder de oude, Csaristische Regeering aangegaan, te er kennen. Deze schuldbekentenis is afge perst en daarop willen wij even de aan ■dacht vestigen. Daar in het Oosten gaat een miltloenenvolk aan den honger ten gronde. Veel erger dan wat ons de laatste jaren uit DuitschUvn-d,- Oostenrijk en Hon garije is gemeld, dreigt dezen winter in Rusland te gebeuren. Om twee redenen: Centraal Europa grenst dichter aan de Wes- iersche landen, vanwaar liulp mo gel ijl "was; de hongerkreten der kinderen wer den hier gehoord- En wie kon daar doof voor blijven? Op de tweede plaats hadden Duitschland en Oostenrijk nog vele vrien den, die het in zijn uitersten nood wilden helpen. Rusland echter ligt ver, zeer ver en vrienden heeft het geen of weinigen. In tegendeel, de leiders van het land hebben het er wel naar gemaakt, dat „Russische toestanden", en „Russische regeering" enz. als afschrikwekkende benamingen ge bezigd worden. Maar, mogen wij het volk ter wille ..der Ac' 'ers laten vergaan? Hel heeft ons gestoo-ien, dat op de Brus- selsche Conferentie de hulpverleening af hankelijk werd gesteld van de schuldbeta ling. Maar laten wij ons, wanneer de Cha- ritas haar hand uitsteekt, niet in de politiek verdiepen, 't Kan zijn, dat het goed is, ■wanneer Regeeringen officieel zich met geen banden, zelfs niet met die der liefdadigheid aan een andere binden. De liefdadigheid zelf heeft echter met po litiek niets uit te staan. Zóó dacht ook Z. H. de Paus er over, dié de eerste was om met een vorstelijk geschenk Van een mil- lioen lire een voorbeeld te geven aan de christen-wereld, dat boven alle andere over.- Wegingen uit de naasteliefde spreken moet. Thans, nu het officieele Rusland blij kens de berichten der laatste weken, onder den druk der harde noodzakelijkheid terug oegint te komen van zijn sociale dwaasher den, nu zal de s leun verte ening wel gaan toenemen. 1 Gisteren vonden wij in de bladen althans al weer melding gemaakt van de oprich- ling van een Nansen-Comilé in Nederland. Katholieke namen treffen wij daarbij bijna niet aan. Dat is ook niet noo-dig. Wij her innerden reeds boven aan de daad van Z. H. den Paus, die het goede voorbeeld gaf, toen de wereld nog aarzelde. En 't is al twee weken geleden, dat wij een oproep r van het Centraal bestuur der Katholieke S acidic Actie publiceerden, waarin Roomsch Nederland krachtdadig tol steun aan het hongerende Russische volk werd aange- tholieke zijde heeft de milddadige ha^u ujs niet geaarzeld; daar hebben geen klein-mensohelijke overwegingen gegolden b'j de vraag: al of niet helpen. Moge ons katholieke volk dit waardeeren, door in de steunbeweging voor dit hongerende land .k2 eerste plaats te blijven innemen. door LEIDA DE JONGH. Debat in het Lagerhuis. Rede van Lloijd George. Het Lagerhuis was Maandagmiddag ei vol, iin afwachting van het verwachte de bat over de Iersctlve conferentie. Grot tan diende ui! naam van de unio nistische extremisten de motie in, waar bij afkeuring werd uitgesproken over de actie van de rógeéring. ten aanzien van. het beginnen van onderhandelingen met Sinn Fein. Rupert Gwynne ondersteunde hem. Kapitein Craig, die spraik uit naam van de unionistische leden, die thans Ulster vertegenwoordigden in liet Engelsche par lement, verklaarde, -dal zij hadden beslo ten, geen deel te nemen aan de stemming op voorwaarde dat de regoering de ver zekering gaf, dat aan regeering en par lement van Ulster een macht werd ver leend, die deze tot werkelijkheid zou ma ken. Sir Stuart Hoare (un.) hopple, dat de onderhandelingen zouden duren, zoo lang de regeeringsvertegenwoordigers overtuigd waren, dat er kans op succes bestond, op zekere bepaalde voorwaarden t.w.: Ie. geen afscheiding, maar trouw aan de Kroon; 2e. suprematie van En geland op vloolgchied, en 3e geen dwang voor Ulster. Henderson zeide, dat de arbeiderspar tij sterk voor het voortduren van de con ferentie was. Zij verlangde er naar, de onderhandelingen lot een blijvende rege ling te zien leiden. Daarna hield Lloyd George een groole rede. Over de beweerde inbreuken op den wapenstilstand zeide Lloyd George, dat er cenige inbreuken hadden plaats ge had, waarop de aandacht der Sinn-Fei1- ners was gevestigd, de regeering had waarborgen gekregen, die, naar hij meen de, zij hun best déden, na te komen. De regeering had het bewijs gekregen, dat er voorbereidingen werden getroffen oim wapenen naar Ierland in te schepen, en dat een deel van dat bewijs wees op een actie van de Duitscbe regeering. Hij meen de, dat bet goed was, dat dit in het Huis werd gezegd. Toen dit bewijs kwam, kreeg de Engelsche regeering de nadrukkelijke belofte van Sin:n-Fei.n, dat er gedurende den wapenstilstand geen wapens zouden worden ingevoerd in Ierland. Hij verdedigde de politiek, die de re- geering had. gevolgd betreffende de con ferentie en zeide: bet Huis moet zijn on derhandelaars vertrouwen, of h,en ver vangen. Dit was niet de eerste maal, dat de regeering met opstandelingen onder handelde voor liet welzijn van bet Rijk. De kwestie was, of de regeering een con ferentie met de Sinn-Feiners moest be ginnen of allereerst, ten koste van wati ook, de rebellie móest onderdrukken, en daarna over Ierland beschikken! Laten wij daarover denken als de conferentie mislukt, dan zal misschien het eerste wal de regeering te doen slaat,, zijn: aan het Huis verzoeken, de strijdkrachten der kroon op groote schaal te versterken. Lloyd George legde or den nadruk op, dat er een aanzienlijke strijdmacht noodig zou zijn om het hoofd te bieden aan een gucTilta-oorlog, zooals die in Engeland be stond, maar als dit noodig was, en hel F.ngetsche volk er van overtuigd was, dat dit noodig was, dan kon het en zou het worden gedaan. Tenzij het-absoluut nood zakelijk was voor de eer en de veiligheid van Engeland, was dit niet de lijd o-ni nog zulk een grooken last le leggen op den be lastingbetaler, en nogmaals aan- jonge mannen te vragen, hun leven le wagen. Eer dit gedaan werd, moest het Britsche vplik ervan overtuigd zijn, dal 'er geen ander alternatief was. De onderhandelingen schoten op, en hij zou wenschen, dat hij in staal was, mede te deelen, dat deze eeuwenlange strijd be ëindigd was, en vervangen door kame raadschap, maar hij kon aan het Huis niet de mogelijkheid verhelen, dat hij misschien de vreeseiijike mededeeling zou hebben le doen. dat het onmogelijk was, een regeling le treffen zond-er gevaar of eerloosheid, en dat hij het land zou heb ben te verzoeken, zich nog gxootere op offeringen le getroosten. Als dit gebeurde, moest het Engelsche geweten eers vrij zijn, en overtuigd, dat alles aas gedaan, om deze noodzakelijkheid af te wenden. Lloyd George eindigde: Als de veilig heid- van Engeland wordt bedreigd, en de troon verslooten, als Ierland moet wor den gegrondvest als Oen vreemd land op onze meest kwetsbare flank, vrij om elke -schikking le maken met de viianden van Engeland, dan vertrouwde hij erop, dal Engeland- zich de n-oodige ooofferingen zou gel roosten, om een dergelijk kwaad af le wenden. De Engelsche regeering zou elk voorstel onderzoeken, en elk pad na speuren, dal lot een eervollen vrede leidt, maar als imen bleef aandringen op con cessies, die van dien aard waren, dat zij hof Rijk zouden verzwakken, dan zou de regeeTiing elke kans wagen, om deze te beschermen. Maa,r als er concessies kon den worden gedaan, die een eervoilen vrede brachten, welke hot Rijk zou ver sterken, dan zou zij alles wagen om de mogelijkheid van - dat do-el te bereiken. A.squil.h en' Henderson: deelden mede, dat de onafhankelijke liberalen en de ar beiderspartij voor de regeering zouden stemmen. Sensationcele ontvluchting. Vier vrouwelijke politieke gevangenen zijn Zondagnacht op sensationeele wijze ontsnapt uit de Mounljov-gevangenis van Londen, door middel van een louw-ladder, die over den muur was gegooid,. -Een van de vrouwen, die onlsnapl zijn, was tot -tien jaar gevangenisstraf veroor deeld, wegens het onwettig bezit van wa penen. Een auto kwam, toen het donker was, aan. De vrouw klom op de ladder, en ontsnapte ongemerkt. Do erkenning der schulden. Enkele Engelsche bladen geven een volledige vertaling van <le nota der Rus sische Eovjet-regeering aan do Britsche regeering. Beconferentie der mogendheden te Brussel heeft (zoo vangt de nota aan) volgens, de pers van het westen als voor waarde voor het aanbieden aan Rusland van eredieten ten einde da door den hongersnood getroffen bevolking te hel pen, de erkenning gesteld van de schul den van vroegere regeeringen. Tot dus ver is de Russische regeering nog niet officieel in kennis gesteld van de be sluiten -dezer conferentie. Niettemin heeft de Russische regeering met het oog op den hongersnood die massa's van het volk treft, besloten zich niet, te storen aan de finesses der diplomatieke etiquette en gevoelt zij, dat het haar plicht is dadelijk haar standpunt nopens het be sluit van Brussel bekend to maken. De Engelsche premier, do heer Lloyd George heeft op 16 Augustus in een rede-in het parlement het voorstel om zija voordeel te doen met den honger snood door Rusland te nopen de Tsaristische- schuld te erkennen, als „dia bolisch" omschreven. Dit Heeft niet be'et, dat de Brusselsche conferentie (ofschoon zij zich cr vol komen van bewust was, dat do uitge breidheid van den hongersnood het voor de sovjetregeeriiig onmogelijk maait de -getroffen bevolking uit haar eigen-mid delen te redden) de erkenning door de sovjet-regoering van de oude schplden als voorwaarde te stellen voor het ope nen van credieten, zonder welke ©en voldoende steun aan het uitgehongerde volk onmogelijk is. Terwijl zij de aandacht vestigt van de arbeidende massa's, van allo landen en van alle burgers wien do belangen der mensehheid dierbaar zijn, op dit op treden van de Brusselscbe conferentie, verklaart de Russische regeering tevens, dat het voorstel om de oude schulden, 'te erkennen onder zekere voorwaarden, sirepkt met haar eigen bedoelingen op dit oogenblik. Van het begin van haar bestaan af heeft de sovjet-regeerlng als een van de voornaamste doeleinden harer politiek, een economische samenwerking voorgeste'd, met de andere mogendheden. Zij heeft steeds verklaard, dat het haar bedoeling was om voldoende winst loc te staan aan buitenlandsche kapitalisten, die wilden medewerken tot ontwikkeling van den nationalen rijk-dom van Rusland en lol het herstel van zijn economisch rader werk. In den tegenwoordigen tijd wordt in de redevoeringen van den president der V. S, en van Britsche ministers steeds de gedach te herhaald, dat er drie jaar na het eind van den oorlog nog sleeds geen werkelijke vrede is, dat de ellende der massa's mcêr en meer acuut wordt, da! ('e openbare s< hulden zich opstapelen en dat. de onder gang toeneemt. Het is volkomen duidelijk, dat het on mogelijk is een volledigen vrede le herstel len zonder Rusland en zijn 130 millioen in woners; dat het onmogelijk is een volledi ge ineenstorting le voorkomen zonder een herleving van Rusland en dat de kwestie der betrekkingen liisschen Rusland en an dere landen een wereldvraagstuk van het grootste belang niet kan worden geregeld behalve door overeenstemming met de sovjet-regeering. Uit het oogpunt der duurzame belangen en van de steeds aanwezige behoeften van alle staten is het economisch herstel van Rusland een volstrekte noodzakelijkheid, niet alleen voor Rusland zelf maar oo-k voor hen. Het ontbroken van economische betrek kingen met andere landen maakt de econo mische herleving van Rusland oen zeer moeilijke taak,, voor de vervulling waarvan een veel langeren tijd noodig zal zijn. De arbeiders- en boerenregeering is beter dan eenige andere in staat deze taak te vol brengen. De egoistiscbe belangen van afzonderlij ke groepen kapilaliaten 'ten hen niet te arbeiden voor het hersk n de nationale welvaart. De arbeiders- en boerenregeering wordt geleid door liet belang der massa's, dal in laatste instantie het belang is van de geheele maatschappij. Daar haar doel is het belang van het geheele arbeidende volk van Rusland, biedt de arbeiders- en boerenregeering, die ze gevierend is te voorschijn gekomen uit beproevingen zonder weerga van burger oorlog en buitenlandsche interventie, aan den particulieren ondernemingsgeest en het particuliere kapitaal de gelegenheid om samen te werken met de macht der arbei ders en boeren bij de laak om den na tuurlijken rijkdom van Rusland te ontwik kelen. De sovjet-regeeTing hoeft den particulie ren eigendom hersteld en het particulier initiatief voor- kleine ondernemingen en ten aanzien van groote ondernemingen het stel sel van concessies en pachten. Zij heeft aan "t buitenlandsche kapitaal wettelijke waar borgen en een winstaandeel dat voldoende js om aan zijn vereischten te voldoen en om hel er toe te brengen deel te nemen aan den economischen arbeid in Rusland. Hiertoe streeft de sovjet-regeering naar economische overeenkomsten met alle mo gendheden, voor welk doel het in de eer ste plaats beslist noodzakelijk is, dat er een .definitieve vrede zal worden gesloten lus- sc-hcn Rusland en de andere staten. Bij het nastreven van dit doel, vindt de Sovjet-regeering zich den weg versperd door den eisch der mogendheden inzake er kenning der schulden. I>e sovjet-regeering verklaar!, dat zij vast overtuigd is, dat geen volk verplicht is, die schulden te betalen welke als ketenen aan het volk zijn vastgeklonken door de eeuwen hoen. Maar in haar onwrikbaar besluii om tol volledige overeenstemming te komen met de andere mogendheden, is de Russische regeering geneigd om te dezer zake toe te stemmen in verschillende pssentioele en hoogst belangrijke concessies. Hierdoor komt zij tegemoet aan de wenschen van de talrijke kleine houders van Russische stukken (met name in Frankrijk) voor wie de erkenning van de Tsaristische schuld een zaak van vitaal belang is. "EEN NOJA OVER OPPERoSILEZIë. Den Duitsohen gezant te Parijs is Maan dag d,e -volgende nota van den Raad van Gezanten overhandigd: De aandacht van den Raad van Geranten is gevestigd op het gevaar, -hetwelk is verbonden aan het binnenkomen van personen in Qpper- Siüezië, die niet in dit land thuis beboeren. De Raad is overtuigd, dat de rust, die op het oogenMik in het stemgébied heers ebt en welker handhaving van groote waarde is, niet zal worden gestoord wanneer geen ophitsing van buiten af die bevolking er loc brengt van Ihaar houding af le wijken. De -Raad van Gezanten gélooft, dat hel de plicht u-wct regeering is, op nw gebied en iu het bizonder in de gedeelten, welke aan het stemigebiod grenzen, voor een voortdurende bewaking zorg te dragen, en het - betreden van Opper-Silczië door elementen, die de orde zouden kunnen, verslor-rrt, te verhinderen. De Raad zou tïwo regeering er in h-ooge mate veran-t- woordeÜijik voor stéllen wanneer de onrust ■in Opper-Silezië door Kcden, uit hel Duit- sche gebied komend, zou worden bevor derd. NA DEN STAATSGREEP VAN EX- KONING KAREL. Volgens de „Petit Parisien", -heeft de conferentie van ambassadeurs, die tol nu toe slechts de afzetting van Koning Karei geëisehl 'zou hébben, in haar zitting van Zaterdag besloten, dat de Nationale Ver gadering van Hongarije de vervallenver klaring vair den troon van het geheeld Hah-siburgsche Huis zou uitsproken. De geallieerde gezanten te Lissabon heb ben bij de Portug-eesche regoering het ver zoek ingediend, om voor ex-Keizer Karei een onderkomen op Madeira te vinden. DE ZWARTE TROEPEN AAN DEN RUN. Het Britsche parlementslid Sir Waller de Frece, die onlangs Duitschland heeft bezocthl, had de aandacht van den eersl-e- tminisler gevestigd op liet gebruik van -ge kleurde troepen in het Fransclre bezette gebied. Freee heeft thans een door Cecil Harm-srworth, onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken, onderteekend ant woord; gekregen, waarin wordt gezegd dat de quaestie bij het Britsche ministerie van buitenlandsche zaken in onderzoek is. Hij verklaart dat alle door de Britsche auto riteiten ingewonnen inlichtingen, op een nauwkeurig onderzoek gebasseei'd, heb ben aangetoond dat de beweringen aan gaande bel onbehoorlijk gedrag der ge kleurde I-roepen schromelijk overdreven zijn. Van de 133 gevallen, welke door eten Duitschen hoogen commissaris, ter k-mnn van de intergeatlieerde Rijniandeonnnissie zijn gebracht, zijn slechts 30 gevallen voor verder onderzoek ontvankelijk' verklaard. Van de dertig beklaagden werden 13 ge- frafl, zeven ondergingen d'rseipiliirnire straffen, twee werden vrijgesproken, ter wijl acht gevallen onbewezen bleven Tal van gevallen 'bleken zuivere verzinsels le zijn. Bovendien wordt hel onjuist geacht le spreken van de door Frankrijk ge bruikte troepen als van „zwarte" troepen, daar de groote meerderheid uit Marokko en Madagascar afkomstig, is. De offi-cieren 1cr plaatse verklaren .dat de door. deze troepen gepleegde vergrijpen niet talrijker zijn dan die, waaaan de andere troepen zich schuldig maken. AARDBEVING, Aan de (Daily Mail" wordt uit Kon- stantinopel geseind dat een hevige aard beving in het Konia-district van K'lein- Azië ongeveer tien dorpen heeft verwoest en dat er honderden slachtoffers .zijn. ZEVEN JAAR IN HUIS VERBORGEN Vqpr den rechter in Lincolnshire stond Maandag een bank klerk terecht, die zeven jaar Jang in zijn ei-gen woning verborgen bleef voor de justitie. In 1-914 had hij als sc-creta-ris c-ener liefdadigheidsvereeniging De kerk_ ging uit. Terwijl de laatste lonen van het Réqniem aeternam nog schenen na te klanken, schoof de vrome schaar naar buiten. De kinderen, voor Wie de Zrelemis reeds al te lang geduurd s'.open behendig tus-schen de lang zaam zich bewegende volwassenen door en stortten zich haastig i„ den dikken willen mist, die dadelijk bun kleine vlug' ge figuurtjes verzwolg en hun anders zoo •luid geschetter dompte. Oude vrouwtjes -met dikke kerkboeken in de paarse, slechts half door polsmofjes bedekle han den, bleven met veel meewarig hoofd-ge- 'knik nog wat napraten, een paar joviaal uitziende heeren voorspelden elkaar, dat het weer nog heel mooi kon worden, als de mist maar wilde optrekken. Zonder zieli om iemand te bekommeren, liep een 1. meis'e' 'n gedachten verdiept, de op het kerkplein wachtenden, voorbij, blaar mof onwillekeurig voor den mond houdend, om zich te verdedigen tegen den overal door heen dringenden nevel, -sloeg ze een zijlaan in. waar ze een klein 'buitenhuis binnenging. In het vóórtuin tje was niets te ondc j- cheiden, dan enkele kale. heesiers en een paar dahlia's pas- - send beeld van dezen dag der treurenden Een niet meer jonge vrouw kwam haar in de gang I ✓.-moet. „Bent u daar?" vroeg ze opgwekt. „Gaat u maar gauw nhar binnen. De thee staat onder de muts. Dat zal u goed doen na zoo'n wandeling in den mist". „Dank je Geertje". -,'t Heeft lang geduurd, 't was zeker in de kerk", ging de dienstbode spraakzaam verder, en zonder antwoord te wachten liep ze naar de keuken, Waar ze een gesprek begon met de zich egen haar rokken aanvlijende kat. Vat is je melk weer op? Nee, je krijgt 1 1 meer. Nou, eën beetje dan, met Wat water er bij, hoor". Jonge meisje had zich ondertusschën u hoed en mantel ontdaan en begaf - naar de buiskamer waar het ontbijt gedekt stond. Werktuigelijk scho-nk ze een kopje thee in, maar na 't uitgedronken te hebben bleef ze, zander iets te nemen, strak voor zich uit zitten stare-n. Zoo zat ze nog, toen Geertje kwam om af le ruimen. „Gunst juffrouw", schrok ze, „u hebt ■heelemaal niets gegeten. Toe, neem nou een sneetje. Laat ik 't maar voor u klaar maken". „Neen heusch niet. bet is me onmoge lijk, straks bij de koffie zal ik 't nog wei eens probeeren, nu heb ik geen. trek". Met een -med-elijdenden blik op haar jonge mesctcres, nam Geertje de brood- schaal op, sloot die tamelijk 'hardhandig '111 liet buffet en met het dlienbïad in de eene en bet met de punten bij elkaar ge houden ontbiitlaken in de andere band, tic* ze naar de keuken, bij zich zelf mompelend: „Natuurlijk, op zoo'n dag komt het verdriet weer heelemaal naar boven, maar toch ze geeft er te veel aan toe. Ze heeft ïiiéls anders te doen, dan er aan te denken. Een mensch, die'moet werken voor zijn brood, heeft geen tijd om over zijn verdriet te tobben^ Even schoot de herinnering van alles, w at het leven ook haar had ontnomen door baar gedachten, maar dan, toch, op- geruimd omdat ze zich nog flink en krachtig voelde, zette ze wijd de kraan open en begon af te wasschen. Neüriénd slrooide ze vervolgens kruimeltjes voor de vogels, blij toen ze zag hoe een zonne straal door den dikken mist heen kwam dringen. Opgelucht nu ze wist. niet meer ge stoord te worden, liet Martha Huijgen» het hoofd in de banden zinken en staarde moedeloos voor zich uit. 't Kleed lag niet over, de tafel, maar wat deed dat er toe. Ach, waren al die kleinigheden, waar ze anders aan hechtte, eigenlijk wel waard, dat men er zioh, bezorgd voor maalde? Alles vergaat immers? De menschen, die men lief heeft, sterven, vriendschap is onstandvastig, dingen, eerst vol_ aantrek kelijkheid, verliezen hun bekoring. Is 'i leven wel waard, dat men het doorleeft?" Daar. waren de sombere gedachten weer, waarvoor ze zoo bang was, en waaraan ze zich toch zoo gaarne over- ;ai. Op dezen herinneringsdag der dooden drongen ze zich met vernieuwde heftig heid aan haar op. En vandaag lieten ze zich niet verbannen. Martha ging naar haar schrijfbureautje en haalde uit een der 'laa-djes een medailtonportret te voor schijn. 't Stelde een jongen man voor, 'n officier, eenmaal haar verloofde, een paar jaar lenig bij een vliegdemonstratie ver ongelukt. Ze doorleef-d'e ze weer, die da gen voi gezelligheid, waarop hij, hartelij ke, onbezorgde jongen, het stille huis vul de met zijn vroolijke tegenwoordigheid. Ze zag hem weer op zijn slervensbed, bleek, gewond, geheel gebroken. Bij het iivd-enken van. dien droeven tijd kreunde ze zacht. En toch, toen die zware slag haar trof, stond baar moeder nog naast baar om mee te lijden, le steunen en te troosten. Maar sedert een jaar stond ze alleen en die nieuwe slag scheen haar geestkracht voor goed verlamd' te hebben. Ze keek naar het portret aan den muur .en er kwam een waas voor haar oogen, toen dat vriendelijk gelaat haar toelachte. Alléén en nog zoo jong! Een lang leven, dat voor niemand waarde had, lag nog vóór haar. Hoe kwam ze er door! Ze had een ,H. Mis voor haar lieve dooden laten opdragen, maar 't gebed, waarin ze anders kalmte vond. had haar ongetroost gelaten. Op dezen dag, waar naar ze ver- 'angd had en waar ze tegen op had ge zien, gevoelde ze zich verlatenerdan ooit. v 's Middags ging ze naar het kerkhof. Dit had ze zich af dagen lang voorgeno toen. Met een verkwisting, die haar een soort voldoening was, kocht ze de duur ste bloemen, die ze krijgen kongroote, ruigbladijte chrysanten en waswitte rozen, vermengd met bruin-roode eikeblaren. De zon scheen; lusschen de kale takken der b'oomen slak hier en daar nog een enkel dor blad als verguld af tegen de zuiver blauwe lucht. Ze merkte het niet op. Uiterlijk onbewogen liep ze voort, een lanke, zwarte gestalte, recht op, d:e bloe men achteloos langs baar rok, maar met een hart vol eindelooze droefheid en een gevoel alsof er nooit meer iets-zou kun nen veranderen. Op 't kerkhof sloeg ze een zijpad in «1 zonder om te zien begaf ze zich naar de blauwe zerk. waarop haar moeders naam gebeiteld stond. Liefdevol schikte ze de bloemen, knielde neer en bad. Haai ecdachten waren onsamenhangend -neen, ze kon nu niet voor haar moeders ziele- rtusl bidden ze vermocht slechts aan ,haar eigen verloren geluk denken, aan haar vreugdeloos leven ct ze vond slechls dit eene gebed: O, Moeder, bid voor me, dat God me troost zende. dit leven kan ik. niet langer volhouden". Lang lag ze daar geknield, haar vraag steeds herha lend. Toen ze opkeek blikte ze in een paar donkere kinderoogen, die haar zoo 1 benijdend aanstaarden, dat ze onwille keurig vroeg: „Wat wil ie?" De kleine een Indds-ci ventje, dat bij haar inde laan woonde, aarzelde even. toen zei bij, vlei end: „Geef mij wat van die bloemen voor Mamsie, u hebt er zooveel". Martha keek het loind met meer belan-g- ttelling aan dan ze in dan laatsten lijd gewend was aan iels te jnen. Het was een mager kereltje van een jaar of tien met in de groote, holle oogen een uitdrukking alsof hij altijd kou of honger had. Ze kende hem wel; ze zag hem vaak voor haar deur spelen met andere jon gens. Ook wist ze, dat zijn moeder ge storven was, terwijl de familie hier haar verlof doorbracht, dat de vader naar In- dië was teruggekeerd en het kand bij een leeraar had' uitbesteed. Geertje had haar met haar gewone welbespraaktheid hier van op -de hoogte gebracht, hoewel ze nooit had laten blijken, dat ze er zich voor interesseerde. Die smeekende oogen ontroerden Martha. Gul nam ze van de witte rozen, duwde ze het kind in de hand en zei: „Daar, kom, dan gaan we ze samen naar je Moeder brengén". Ze sloot zijn hand in de hare en hij leidde baar naar een nieuwer gedeelte, waar hij haar een witten steen met vergulde let ters wees. Met stralende oogen keek hij haar aan, terwijl hij die rozen neerlegde. „Mammie zal er yjtil b'lij mee zijn, denkt u niet?" fluisterde hij vertrouwelijk. Die eenvou dige woonden ontroerden Martha en met weemoed bedacht ze hoe zwaar het deze Moeier moest gevallen zijn, haar kind' in een vreemd land achter te laten. „Laten we samen een weesgegroetje bidden", zei ze. Toen ze. geëindigd hadden nam zé zijn handje in de hare. „Ga n-u maar mee" Ze aarzelde even, wa.V ge kende zijn r.iaam niet. „Katjang" hoorde ze de andere jongens altijd tegen hem roepen. En dit scheldwoord welde baar onwillekeurig naar de 'lippen. „Hoe heet je?" „Karei". Hij drukte haar hand tegen zijn wang en keek haar dankbaar aan. .„Dank u nog we] hoor". Een war-m gevoel kwam over liet jonge meisje. Het was haar, of haar droefheid versmolt en ze zou kunnen schreien uit diep medelijden met zichzelf en iedereen, die Ze hier zag treuren. IIcl -kind rilde. „Heb je eht zoo kotrd?" vroeg ,ze en ze keek naar zijn magere, bruine beenen die uit zijn halve kousen staken. De leéraarsvrouw scheen voor 't systeem „harden" te zijn. „Ja", antwoordde hij „bij ons in Djok- ja is 't veel lekkerder, altijd, warm, maar daar mag ik pas naar toe, als ik groot ben". Een onuiigesproken verlangen naar zon en warmte lag in die woorden en Martha zag dit heele kinderleven al kil en vreugdeloos voorbijtrekken. „Ga je met me mee naar huis, dan zal ik je oen kop chocolade geven, dai lust je zeker graag?" „Nou" Hij lachte glunder. „Je mag loeli wel?" „O ja, '1 is Woensdagmiddag en '1 kan mevrouw heelemaal niet schelen wal ik doe, als ik maar niet lastig ben", 't Wend argeloos gezegd, maar Martha had de „intellectueélc" over ..Vrouwenrecht" en „Kinderverzorging" lezingen-houdende leeraarsvrouw op dit oogenblik kunnen haten. Geertje stond juist de hel te poetsen, toen Martha met haar -kleinen bescherme ling aankwamen en vriendelijk knikkend liet ze het tweelal passeeren. „Daar doet ze goed aan, dat ze zich, over dat arme schaap ontfermt", mom pelde zij, „die geleerde madam laat hem maar aan zijn lot over. En voor haar is t ook een goede afleiding. Ze' ziel er al heelemaal opgefleurd van uit". li) de huiskamer maakte Marlba eeu ■kop chocolade klaar en zag met welgeval len toe, hoe gretig het kereltje er zijn be schuitjes in sopte en er van dronk. 'tWas zelfs of hij al iets meer-kleur kreeg. Toen nam ze hem bij zich op de cana pé en liet hem vrij uit vertellen over alles waarin hij belangsteldezijn school, zijn vriendjes, zijn tehuis in ïndië. Hoewel hij van nature wat verlegen was, scheen hij hier volkomen op zijn gemak te zijn. „Wal slaan daar veel boeken op dat rekje, mag ik eens even kijken?" riep hij plotseling uit. Hij 'liep er naar toe, ging op zijn teenen staan en tas bcsjeerig de titels. Z'ij volgde hem. „Houd je vain legen?" „O ja, 'I meest van alles." Er was oen duidelijke vraag in zijn oogen te lozen. Marliha deed of zc 't niet zag. „Ge- rards kinderboeken, waaraan n-ooit ie mand anders komt, dan ik zelf," schoot het door haar gedachten „dat nooit", 't Kind ging weer zitten en keek üaar verwonderd aan. niet begrijpend, waar om ze plolselig zoo stil werd. De pendule sloeg vijf. „O. 'k moet w-og, 's Woensdags eten we vroeger, dan moet mijnheer les geven. De middag is zoo gauw om, a's 't zeo prettig is." Hij reikte haar z(jn hand. „Dag, juffrouw." Martha had zich zelf overwonnen. „Wee! je wat, Karei," zei ze, hem over 't stukke, zwarte haar strijkend, ,4 maar ei-deren keer, als ie vrii hebt. '■-'•-r. dan mag je in die boeken lezen en dan zuilen we samen platen kijken, is dat goed?" „Alstublieft juffrouw." Zijn gezichtje leefde op, toen, plotseling, trok hij haar hoofd naar beneden en kuste haar. „Wat bent u een lief mensch, nel zoo lief als Ma," zei hij spontaan. Bewogen bracht ze h-em lot de voor deur en keek hem nog na, terwijl hij, tel kens omkijkend, hard wegliep. E11 dank baar bedacht ze hoe dit kind haar geleerd had, waar 't geluk voor bedroefden le vinden is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1