ONS BLAD" F"
BUITENLAND.
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1921
14e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: """«"««w*n°.
Geen vooroordeolen.
ALLERZIELEN
De Iersche kwestie.
De nieuwe koers in Rusland.
mi. buitenl. berichten.
ïVUIjIioIJAU m li v L1T1DLI\ Ay&M I^v Jni/ilyyii
JOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
91
REDACTIE No. 633
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; eke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0 15; Ru 'riek „Vraag en aanbot," oij vooi-
uitbetaling pe. plaat ig 0.60
AarTaTle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 4GO,—f 200,—, f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15,—,
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaar f 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Een bericht, dat in vele gezinnen van de
categorie der „nieuwe armen" vandaag een
lichtstraaltje brengen zal, deed bij ons een
gedachte opkomen, welke wij even willen
liilspre-cen. Wij bedoelen de mededeel!ng
van het Reuterbureau te Londen, dat de
Russische Rt'gee ring besloten heeft de
schulden van het land, onder de oude,
Csaristische Regeering aangegaan, te er
kennen. Deze schuldbekentenis is afge
perst en daarop willen wij even de aan
■dacht vestigen. Daar in het Oosten gaat
een miltloenenvolk aan den honger ten
gronde. Veel erger dan wat ons de laatste
jaren uit DuitschUvn-d,- Oostenrijk en Hon
garije is gemeld, dreigt dezen winter in
Rusland te gebeuren. Om twee redenen:
Centraal Europa grenst dichter aan de Wes-
iersche landen, vanwaar liulp mo gel ijl
"was; de hongerkreten der kinderen wer
den hier gehoord- En wie kon daar doof
voor blijven? Op de tweede plaats hadden
Duitschland en Oostenrijk nog vele vrien
den, die het in zijn uitersten nood wilden
helpen. Rusland echter ligt ver, zeer ver
en vrienden heeft het geen of weinigen. In
tegendeel, de leiders van het land hebben
het er wel naar gemaakt, dat „Russische
toestanden", en „Russische regeering"
enz. als afschrikwekkende benamingen ge
bezigd worden.
Maar, mogen wij het volk ter wille ..der
Ac' 'ers laten vergaan?
Hel heeft ons gestoo-ien, dat op de Brus-
selsche Conferentie de hulpverleening af
hankelijk werd gesteld van de schuldbeta
ling. Maar laten wij ons, wanneer de Cha-
ritas haar hand uitsteekt, niet in de politiek
verdiepen, 't Kan zijn, dat het goed is,
■wanneer Regeeringen officieel zich met
geen banden, zelfs niet met die der
liefdadigheid aan een andere binden.
De liefdadigheid zelf heeft echter met po
litiek niets uit te staan. Zóó dacht ook
Z. H. de Paus er over, dié de eerste was
om met een vorstelijk geschenk Van een mil-
lioen lire een voorbeeld te geven aan de
christen-wereld, dat boven alle andere over.-
Wegingen uit de naasteliefde spreken moet.
Thans, nu het officieele Rusland blij
kens de berichten der laatste weken, onder
den druk der harde noodzakelijkheid terug
oegint te komen van zijn sociale dwaasher
den, nu zal de s leun verte ening wel gaan
toenemen. 1
Gisteren vonden wij in de bladen althans
al weer melding gemaakt van de oprich-
ling van een Nansen-Comilé in Nederland.
Katholieke namen treffen wij daarbij bijna
niet aan. Dat is ook niet noo-dig. Wij her
innerden reeds boven aan de daad van
Z. H. den Paus, die het goede voorbeeld
gaf, toen de wereld nog aarzelde. En 't is
al twee weken geleden, dat wij een oproep
r van het Centraal bestuur der Katholieke
S acidic Actie publiceerden, waarin Roomsch
Nederland krachtdadig tol steun aan het
hongerende Russische volk werd aange-
tholieke zijde heeft de milddadige
ha^u ujs niet geaarzeld; daar hebben geen
klein-mensohelijke overwegingen gegolden
b'j de vraag: al of niet helpen. Moge ons
katholieke volk dit waardeeren, door in de
steunbeweging voor dit hongerende land
.k2 eerste plaats te blijven innemen.
door LEIDA DE JONGH.
Debat in het Lagerhuis. Rede
van Lloijd George.
Het Lagerhuis was Maandagmiddag ei
vol, iin afwachting van het verwachte de
bat over de Iersctlve conferentie.
Grot tan diende ui! naam van de unio
nistische extremisten de motie in, waar
bij afkeuring werd uitgesproken over de
actie van de rógeéring. ten aanzien van.
het beginnen van onderhandelingen met
Sinn Fein. Rupert Gwynne ondersteunde
hem.
Kapitein Craig, die spraik uit naam van
de unionistische leden, die thans Ulster
vertegenwoordigden in liet Engelsche par
lement, verklaarde, -dal zij hadden beslo
ten, geen deel te nemen aan de stemming
op voorwaarde dat de regoering de ver
zekering gaf, dat aan regeering en par
lement van Ulster een macht werd ver
leend, die deze tot werkelijkheid zou ma
ken.
Sir Stuart Hoare (un.) hopple, dat de
onderhandelingen zouden duren, zoo
lang de regeeringsvertegenwoordigers
overtuigd waren, dat er kans op succes
bestond, op zekere bepaalde voorwaarden
t.w.: Ie. geen afscheiding, maar trouw
aan de Kroon; 2e. suprematie van En
geland op vloolgchied, en 3e geen dwang
voor Ulster.
Henderson zeide, dat de arbeiderspar
tij sterk voor het voortduren van de con
ferentie was. Zij verlangde er naar, de
onderhandelingen lot een blijvende rege
ling te zien leiden.
Daarna hield Lloyd George een groole
rede. Over de beweerde inbreuken op
den wapenstilstand zeide Lloyd George,
dat er cenige inbreuken hadden plaats ge
had, waarop de aandacht der Sinn-Fei1-
ners was gevestigd, de regeering had
waarborgen gekregen, die, naar hij meen
de, zij hun best déden, na te komen. De
regeering had het bewijs gekregen, dat er
voorbereidingen werden getroffen oim
wapenen naar Ierland in te schepen, en
dat een deel van dat bewijs wees op een
actie van de Duitscbe regeering. Hij meen
de, dat bet goed was, dat dit in het Huis
werd gezegd. Toen dit bewijs kwam, kreeg
de Engelsche regeering de nadrukkelijke
belofte van Sin:n-Fei.n, dat er gedurende
den wapenstilstand geen wapens zouden
worden ingevoerd in Ierland.
Hij verdedigde de politiek, die de re-
geering had. gevolgd betreffende de con
ferentie en zeide: bet Huis moet zijn on
derhandelaars vertrouwen, of h,en ver
vangen. Dit was niet de eerste maal, dat
de regeering met opstandelingen onder
handelde voor liet welzijn van bet Rijk.
De kwestie was, of de regeering een con
ferentie met de Sinn-Feiners moest be
ginnen of allereerst, ten koste van wati
ook, de rebellie móest onderdrukken, en
daarna over Ierland beschikken! Laten
wij daarover denken als de conferentie
mislukt, dan zal misschien het eerste wal
de regeering te doen slaat,, zijn: aan het
Huis verzoeken, de strijdkrachten der
kroon op groote schaal te versterken.
Lloyd George legde or den nadruk op,
dat er een aanzienlijke strijdmacht noodig
zou zijn om het hoofd te bieden aan een
gucTilta-oorlog, zooals die in Engeland be
stond, maar als dit noodig was, en hel
F.ngetsche volk er van overtuigd was, dat
dit noodig was, dan kon het en zou het
worden gedaan. Tenzij het-absoluut nood
zakelijk was voor de eer en de veiligheid
van Engeland, was dit niet de lijd o-ni nog
zulk een grooken last le leggen op den be
lastingbetaler, en nogmaals aan- jonge
mannen te vragen, hun leven le wagen.
Eer dit gedaan werd, moest het Britsche
vplik ervan overtuigd zijn, dal 'er geen
ander alternatief was.
De onderhandelingen schoten op, en hij
zou wenschen, dat hij in staal was, mede
te deelen, dat deze eeuwenlange strijd be
ëindigd was, en vervangen door kame
raadschap, maar hij kon aan het Huis
niet de mogelijkheid verhelen, dat hij
misschien de vreeseiijike mededeeling zou
hebben le doen. dat het onmogelijk was,
een regeling le treffen zond-er gevaar of
eerloosheid, en dat hij het land zou heb
ben te verzoeken, zich nog gxootere op
offeringen le getroosten. Als dit gebeurde,
moest het Engelsche geweten eers vrij
zijn, en overtuigd, dat alles aas gedaan,
om deze noodzakelijkheid af te wenden.
Lloyd George eindigde: Als de veilig
heid- van Engeland wordt bedreigd, en de
troon verslooten, als Ierland moet wor
den gegrondvest als Oen vreemd land op
onze meest kwetsbare flank, vrij om elke
-schikking le maken met de viianden van
Engeland, dan vertrouwde hij erop, dal
Engeland- zich de n-oodige ooofferingen
zou gel roosten, om een dergelijk kwaad
af le wenden. De Engelsche regeering zou
elk voorstel onderzoeken, en elk pad na
speuren, dal lot een eervollen vrede leidt,
maar als imen bleef aandringen op con
cessies, die van dien aard waren, dat zij
hof Rijk zouden verzwakken, dan zou de
regeeTiing elke kans wagen, om deze te
beschermen. Maa,r als er concessies kon
den worden gedaan, die een eervoilen
vrede brachten, welke hot Rijk zou ver
sterken, dan zou zij alles wagen om de
mogelijkheid van - dat do-el te bereiken.
A.squil.h en' Henderson: deelden mede,
dat de onafhankelijke liberalen en de ar
beiderspartij voor de regeering zouden
stemmen.
Sensationcele ontvluchting.
Vier vrouwelijke politieke gevangenen
zijn Zondagnacht op sensationeele wijze
ontsnapt uit de Mounljov-gevangenis van
Londen, door middel van een louw-ladder,
die over den muur was gegooid,.
-Een van de vrouwen, die onlsnapl zijn,
was tot -tien jaar gevangenisstraf veroor
deeld, wegens het onwettig bezit van wa
penen.
Een auto kwam, toen het donker was,
aan. De vrouw klom op de ladder, en
ontsnapte ongemerkt.
Do erkenning der schulden.
Enkele Engelsche bladen geven een
volledige vertaling van <le nota der Rus
sische Eovjet-regeering aan do Britsche
regeering.
Beconferentie der mogendheden te
Brussel heeft (zoo vangt de nota aan)
volgens, de pers van het westen als voor
waarde voor het aanbieden aan Rusland
van eredieten ten einde da door den
hongersnood getroffen bevolking te hel
pen, de erkenning gesteld van de schul
den van vroegere regeeringen. Tot dus
ver is de Russische regeering nog niet
officieel in kennis gesteld van de be
sluiten -dezer conferentie. Niettemin heeft
de Russische regeering met het oog op
den hongersnood die massa's van het
volk treft, besloten zich niet, te storen
aan de finesses der diplomatieke etiquette
en gevoelt zij, dat het haar plicht is
dadelijk haar standpunt nopens het be
sluit van Brussel bekend to maken.
De Engelsche premier, do heer Lloyd
George heeft op 16 Augustus in een
rede-in het parlement het voorstel om
zija voordeel te doen met den honger
snood door Rusland te nopen de
Tsaristische- schuld te erkennen, als „dia
bolisch" omschreven.
Dit Heeft niet be'et, dat de Brusselsche
conferentie (ofschoon zij zich cr vol
komen van bewust was, dat do uitge
breidheid van den hongersnood het voor
de sovjetregeeriiig onmogelijk maait de
-getroffen bevolking uit haar eigen-mid
delen te redden) de erkenning door de
sovjet-regoering van de oude schplden
als voorwaarde te stellen voor het ope
nen van credieten, zonder welke ©en
voldoende steun aan het uitgehongerde
volk onmogelijk is.
Terwijl zij de aandacht vestigt van de
arbeidende massa's, van allo landen en
van alle burgers wien do belangen der
mensehheid dierbaar zijn, op dit op
treden van de Brusselscbe conferentie,
verklaart de Russische regeering tevens,
dat het voorstel om de oude schulden,
'te erkennen onder zekere voorwaarden,
sirepkt met haar eigen bedoelingen op
dit oogenblik. Van het begin van haar
bestaan af heeft de sovjet-regeerlng als
een van de voornaamste doeleinden harer
politiek, een economische samenwerking
voorgeste'd, met de andere mogendheden.
Zij heeft steeds verklaard, dat het haar
bedoeling was om voldoende winst loc te
staan aan buitenlandsche kapitalisten, die
wilden medewerken tot ontwikkeling van
den nationalen rijk-dom van Rusland en lol
het herstel van zijn economisch rader
werk.
In den tegenwoordigen tijd wordt in de
redevoeringen van den president der V. S,
en van Britsche ministers steeds de gedach
te herhaald, dat er drie jaar na het eind
van den oorlog nog sleeds geen werkelijke
vrede is, dat de ellende der massa's mcêr
en meer acuut wordt, da! ('e openbare
s< hulden zich opstapelen en dat. de onder
gang toeneemt.
Het is volkomen duidelijk, dat het on
mogelijk is een volledigen vrede le herstel
len zonder Rusland en zijn 130 millioen in
woners; dat het onmogelijk is een volledi
ge ineenstorting le voorkomen zonder een
herleving van Rusland en dat de kwestie
der betrekkingen liisschen Rusland en an
dere landen een wereldvraagstuk van
het grootste belang niet kan worden
geregeld behalve door overeenstemming
met de sovjet-regeering.
Uit het oogpunt der duurzame belangen
en van de steeds aanwezige behoeften van
alle staten is het economisch herstel van
Rusland een volstrekte noodzakelijkheid,
niet alleen voor Rusland zelf maar oo-k
voor hen.
Het ontbroken van economische betrek
kingen met andere landen maakt de econo
mische herleving van Rusland oen zeer
moeilijke taak,, voor de vervulling waarvan
een veel langeren tijd noodig zal zijn.
De arbeiders- en boerenregeering is beter
dan eenige andere in staat deze taak te vol
brengen.
De egoistiscbe belangen van afzonderlij
ke groepen kapilaliaten 'ten hen niet te
arbeiden voor het hersk n de nationale
welvaart. De arbeiders- en boerenregeering
wordt geleid door liet belang der massa's,
dal in laatste instantie het belang is van
de geheele maatschappij.
Daar haar doel is het belang van het
geheele arbeidende volk van Rusland, biedt
de arbeiders- en boerenregeering, die ze
gevierend is te voorschijn gekomen uit
beproevingen zonder weerga van burger
oorlog en buitenlandsche interventie, aan
den particulieren ondernemingsgeest en
het particuliere kapitaal de gelegenheid om
samen te werken met de macht der arbei
ders en boeren bij de laak om den na
tuurlijken rijkdom van Rusland te ontwik
kelen.
De sovjet-regeeTing hoeft den particulie
ren eigendom hersteld en het particulier
initiatief voor- kleine ondernemingen en ten
aanzien van groote ondernemingen het stel
sel van concessies en pachten. Zij heeft aan
"t buitenlandsche kapitaal wettelijke waar
borgen en een winstaandeel dat voldoende
js om aan zijn vereischten te voldoen en
om hel er toe te brengen deel te nemen aan
den economischen arbeid in Rusland.
Hiertoe streeft de sovjet-regeering naar
economische overeenkomsten met alle mo
gendheden, voor welk doel het in de eer
ste plaats beslist noodzakelijk is, dat er een
.definitieve vrede zal worden gesloten lus-
sc-hcn Rusland en de andere staten.
Bij het nastreven van dit doel, vindt de
Sovjet-regeering zich den weg versperd
door den eisch der mogendheden inzake er
kenning der schulden.
I>e sovjet-regeering verklaar!, dat zij vast
overtuigd is, dat geen volk verplicht is, die
schulden te betalen welke als ketenen aan
het volk zijn vastgeklonken door de eeuwen
hoen.
Maar in haar onwrikbaar besluii om tol
volledige overeenstemming te komen met
de andere mogendheden, is de Russische
regeering geneigd om te dezer zake toe te
stemmen in verschillende pssentioele en
hoogst belangrijke concessies. Hierdoor
komt zij tegemoet aan de wenschen van
de talrijke kleine houders van Russische
stukken (met name in Frankrijk) voor wie
de erkenning van de Tsaristische schuld
een zaak van vitaal belang is.
"EEN NOJA OVER OPPERoSILEZIë.
Den Duitsohen gezant te Parijs is Maan
dag d,e -volgende nota van den Raad van
Gezanten overhandigd: De aandacht van
den Raad van Geranten is gevestigd op
het gevaar, -hetwelk is verbonden aan het
binnenkomen van personen in Qpper-
Siüezië, die niet in dit land thuis beboeren.
De Raad is overtuigd, dat de rust, die op
het oogenMik in het stemgébied heers ebt
en welker handhaving van groote waarde
is, niet zal worden gestoord wanneer geen
ophitsing van buiten af die bevolking er
loc brengt van Ihaar houding af le wijken.
De -Raad van Gezanten gélooft, dat hel de
plicht u-wct regeering is, op nw gebied
en iu het bizonder in de gedeelten, welke
aan het stemigebiod grenzen, voor een
voortdurende bewaking zorg te dragen,
en het - betreden van Opper-Silczië door
elementen, die de orde zouden kunnen,
verslor-rrt, te verhinderen. De Raad zou
tïwo regeering er in h-ooge mate veran-t-
woordeÜijik voor stéllen wanneer de onrust
■in Opper-Silezië door Kcden, uit hel Duit-
sche gebied komend, zou worden bevor
derd.
NA DEN STAATSGREEP VAN EX-
KONING KAREL.
Volgens de „Petit Parisien", -heeft de
conferentie van ambassadeurs, die tol nu
toe slechts de afzetting van Koning Karei
geëisehl 'zou hébben, in haar zitting van
Zaterdag besloten, dat de Nationale Ver
gadering van Hongarije de vervallenver
klaring vair den troon van het geheeld
Hah-siburgsche Huis zou uitsproken.
De geallieerde gezanten te Lissabon heb
ben bij de Portug-eesche regoering het ver
zoek ingediend, om voor ex-Keizer Karei
een onderkomen op Madeira te vinden.
DE ZWARTE TROEPEN AAN DEN RUN.
Het Britsche parlementslid Sir Waller
de Frece, die onlangs Duitschland heeft
bezocthl, had de aandacht van den eersl-e-
tminisler gevestigd op liet gebruik van -ge
kleurde troepen in het Fransclre bezette
gebied. Freee heeft thans een door Cecil
Harm-srworth, onderstaatssecretaris van
buitenlandsche zaken, onderteekend ant
woord; gekregen, waarin wordt gezegd dat
de quaestie bij het Britsche ministerie van
buitenlandsche zaken in onderzoek is. Hij
verklaart dat alle door de Britsche auto
riteiten ingewonnen inlichtingen, op een
nauwkeurig onderzoek gebasseei'd, heb
ben aangetoond dat de beweringen aan
gaande bel onbehoorlijk gedrag der ge
kleurde I-roepen schromelijk overdreven
zijn.
Van de 133 gevallen, welke door eten
Duitschen hoogen commissaris, ter k-mnn
van de intergeatlieerde Rijniandeonnnissie
zijn gebracht, zijn slechts 30 gevallen voor
verder onderzoek ontvankelijk' verklaard.
Van de dertig beklaagden werden 13 ge-
frafl, zeven ondergingen d'rseipiliirnire
straffen, twee werden vrijgesproken, ter
wijl acht gevallen onbewezen bleven Tal
van gevallen 'bleken zuivere verzinsels le
zijn.
Bovendien wordt hel onjuist geacht le
spreken van de door Frankrijk ge
bruikte troepen als van „zwarte" troepen,
daar de groote meerderheid uit Marokko
en Madagascar afkomstig, is. De offi-cieren
1cr plaatse verklaren .dat de door. deze
troepen gepleegde vergrijpen niet talrijker
zijn dan die, waaaan de andere troepen
zich schuldig maken.
AARDBEVING,
Aan de (Daily Mail" wordt uit Kon-
stantinopel geseind dat een hevige aard
beving in het Konia-district van K'lein-
Azië ongeveer tien dorpen heeft verwoest
en dat er honderden slachtoffers .zijn.
ZEVEN JAAR IN HUIS VERBORGEN
Vqpr den rechter in Lincolnshire stond
Maandag een bank klerk terecht, die zeven
jaar Jang in zijn ei-gen woning verborgen
bleef voor de justitie. In 1-914 had hij als
sc-creta-ris c-ener liefdadigheidsvereeniging
De kerk_ ging uit. Terwijl de laatste
lonen van het Réqniem aeternam nog
schenen na te klanken, schoof de vrome
schaar naar buiten. De kinderen, voor
Wie de Zrelemis reeds al te lang geduurd
s'.open behendig tus-schen de lang
zaam zich bewegende volwassenen door
en stortten zich haastig i„ den dikken
willen mist, die dadelijk bun kleine vlug'
ge figuurtjes verzwolg en hun anders zoo
•luid geschetter dompte. Oude vrouwtjes
-met dikke kerkboeken in de paarse,
slechts half door polsmofjes bedekle han
den, bleven met veel meewarig hoofd-ge-
'knik nog wat napraten, een paar joviaal
uitziende heeren voorspelden elkaar, dat
het weer nog heel mooi kon worden, als
de mist maar wilde optrekken. Zonder
zieli om iemand te bekommeren, liep een
1. meis'e' 'n gedachten verdiept, de
op het kerkplein wachtenden, voorbij,
blaar mof onwillekeurig voor den mond
houdend, om zich te verdedigen tegen
den overal door heen dringenden nevel,
-sloeg ze een zijlaan in. waar ze een klein
'buitenhuis binnenging. In het vóórtuin
tje was niets te ondc j- cheiden, dan enkele
kale. heesiers en een paar dahlia's pas-
- send beeld van dezen dag der treurenden
Een niet meer jonge vrouw kwam haar
in de gang I ✓.-moet.
„Bent u daar?" vroeg ze opgwekt.
„Gaat u maar gauw nhar binnen. De
thee staat onder de muts. Dat zal u goed
doen na zoo'n wandeling in den mist".
„Dank je Geertje".
-,'t Heeft lang geduurd, 't was zeker
in de kerk", ging de dienstbode
spraakzaam verder, en zonder antwoord
te wachten liep ze naar de keuken,
Waar ze een gesprek begon met de zich
egen haar rokken aanvlijende kat.
Vat is je melk weer op? Nee, je krijgt
1 1 meer. Nou, eën beetje dan, met
Wat water er bij, hoor".
Jonge meisje had zich ondertusschën
u hoed en mantel ontdaan en begaf
- naar de buiskamer waar het ontbijt
gedekt stond. Werktuigelijk
scho-nk ze een kopje thee in, maar na 't
uitgedronken te hebben bleef ze, zander
iets te nemen, strak voor zich uit zitten
stare-n. Zoo zat ze nog, toen Geertje
kwam om af le ruimen.
„Gunst juffrouw", schrok ze, „u hebt
■heelemaal niets gegeten. Toe, neem nou
een sneetje. Laat ik 't maar voor u klaar
maken".
„Neen heusch niet. bet is me onmoge
lijk, straks bij de koffie zal ik 't nog wei
eens probeeren, nu heb ik geen. trek".
Met een -med-elijdenden blik op haar
jonge mesctcres, nam Geertje de brood-
schaal op, sloot die tamelijk 'hardhandig
'111 liet buffet en met het dlienbïad in de
eene en bet met de punten bij elkaar ge
houden ontbiitlaken in de andere band,
tic* ze naar de keuken, bij zich zelf
mompelend: „Natuurlijk, op zoo'n dag
komt het verdriet weer heelemaal naar
boven, maar toch ze geeft er te veel aan
toe. Ze heeft ïiiéls anders te doen, dan
er aan te denken. Een mensch, die'moet
werken voor zijn brood, heeft geen tijd
om over zijn verdriet te tobben^
Even schoot de herinnering van alles,
w at het leven ook haar had ontnomen
door baar gedachten, maar dan, toch, op-
geruimd omdat ze zich nog flink en
krachtig voelde, zette ze wijd de kraan
open en begon af te wasschen. Neüriénd
slrooide ze vervolgens kruimeltjes voor
de vogels, blij toen ze zag hoe een zonne
straal door den dikken mist heen kwam
dringen.
Opgelucht nu ze wist. niet meer ge
stoord te worden, liet Martha Huijgen»
het hoofd in de banden zinken en staarde
moedeloos voor zich uit. 't Kleed lag niet
over, de tafel, maar wat deed dat er toe.
Ach, waren al die kleinigheden, waar ze
anders aan hechtte, eigenlijk wel waard,
dat men er zioh, bezorgd voor maalde?
Alles vergaat immers? De menschen, die
men lief heeft, sterven, vriendschap is
onstandvastig, dingen, eerst vol_ aantrek
kelijkheid, verliezen hun bekoring. Is 'i
leven wel waard, dat men het doorleeft?"
Daar. waren de sombere gedachten
weer, waarvoor ze zoo bang was, en
waaraan ze zich toch zoo gaarne over-
;ai. Op dezen herinneringsdag der dooden
drongen ze zich met vernieuwde heftig
heid aan haar op. En vandaag lieten ze
zich niet verbannen. Martha ging naar
haar schrijfbureautje en haalde uit een
der 'laa-djes een medailtonportret te voor
schijn. 't Stelde een jongen man voor, 'n
officier, eenmaal haar verloofde, een paar
jaar lenig bij een vliegdemonstratie ver
ongelukt. Ze doorleef-d'e ze weer, die da
gen voi gezelligheid, waarop hij, hartelij
ke, onbezorgde jongen, het stille huis vul
de met zijn vroolijke tegenwoordigheid.
Ze zag hem weer op zijn slervensbed,
bleek, gewond, geheel gebroken. Bij het
iivd-enken van. dien droeven tijd kreunde
ze zacht. En toch, toen die zware slag
haar trof, stond baar moeder nog naast
baar om mee te lijden, le steunen en te
troosten. Maar sedert een jaar stond ze
alleen en die nieuwe slag scheen haar
geestkracht voor goed verlamd' te hebben.
Ze keek naar het portret aan den muur
.en er kwam een waas voor haar oogen,
toen dat vriendelijk gelaat haar toelachte.
Alléén en nog zoo jong! Een lang leven,
dat voor niemand waarde had, lag nog
vóór haar. Hoe kwam ze er door! Ze
had een ,H. Mis voor haar lieve dooden
laten opdragen, maar 't gebed, waarin ze
anders kalmte vond. had haar ongetroost
gelaten. Op dezen dag, waar naar ze ver-
'angd had en waar ze tegen op had ge
zien, gevoelde ze zich verlatenerdan ooit.
v
's Middags ging ze naar het kerkhof.
Dit had ze zich af dagen lang voorgeno
toen. Met een verkwisting, die haar een
soort voldoening was, kocht ze de duur
ste bloemen, die ze krijgen kongroote,
ruigbladijte chrysanten en waswitte rozen,
vermengd met bruin-roode eikeblaren. De
zon scheen; lusschen de kale takken der
b'oomen slak hier en daar nog een enkel
dor blad als verguld af tegen de zuiver
blauwe lucht. Ze merkte het niet op.
Uiterlijk onbewogen liep ze voort, een
lanke, zwarte gestalte, recht op, d:e bloe
men achteloos langs baar rok, maar met
een hart vol eindelooze droefheid en een
gevoel alsof er nooit meer iets-zou kun
nen veranderen.
Op 't kerkhof sloeg ze een zijpad in
«1 zonder om te zien begaf ze zich naar
de blauwe zerk. waarop haar moeders
naam gebeiteld stond. Liefdevol schikte
ze de bloemen, knielde neer en bad. Haai
ecdachten waren onsamenhangend -neen,
ze kon nu niet voor haar moeders ziele-
rtusl bidden ze vermocht slechts aan
,haar eigen verloren geluk denken, aan
haar vreugdeloos leven ct ze vond slechls
dit eene gebed: O, Moeder, bid voor me,
dat God me troost zende. dit leven kan
ik. niet langer volhouden". Lang lag ze
daar geknield, haar vraag steeds herha
lend. Toen ze opkeek blikte ze in een
paar donkere kinderoogen, die haar zoo
1 benijdend aanstaarden, dat ze onwille
keurig vroeg: „Wat wil ie?" De kleine
een Indds-ci ventje, dat bij haar inde laan
woonde, aarzelde even. toen zei bij, vlei
end: „Geef mij wat van die bloemen voor
Mamsie, u hebt er zooveel".
Martha keek het loind met meer belan-g-
ttelling aan dan ze in dan laatsten lijd
gewend was aan iels te jnen. Het
was een mager kereltje van een jaar of
tien met in de groote, holle oogen een
uitdrukking alsof hij altijd kou of honger
had. Ze kende hem wel; ze zag hem vaak
voor haar deur spelen met andere jon
gens. Ook wist ze, dat zijn moeder ge
storven was, terwijl de familie hier haar
verlof doorbracht, dat de vader naar In-
dië was teruggekeerd en het kand bij een
leeraar had' uitbesteed. Geertje had haar
met haar gewone welbespraaktheid hier
van op -de hoogte gebracht, hoewel ze
nooit had laten blijken, dat ze er zich
voor interesseerde. Die smeekende oogen
ontroerden Martha. Gul nam ze van de
witte rozen, duwde ze het kind in de
hand en zei: „Daar, kom, dan gaan we
ze samen naar je Moeder brengén". Ze
sloot zijn hand in de hare en hij leidde
baar naar een nieuwer gedeelte, waar hij
haar een witten steen met vergulde let
ters wees.
Met stralende oogen keek hij haar aan,
terwijl hij die rozen neerlegde. „Mammie
zal er yjtil b'lij mee zijn, denkt u niet?"
fluisterde hij vertrouwelijk. Die eenvou
dige woonden ontroerden Martha en met
weemoed bedacht ze hoe zwaar het deze
Moeier moest gevallen zijn, haar kind' in
een vreemd land achter te laten.
„Laten we samen een weesgegroetje
bidden", zei ze. Toen ze. geëindigd hadden
nam zé zijn handje in de hare. „Ga n-u
maar mee" Ze aarzelde even, wa.V ge
kende zijn r.iaam niet. „Katjang" hoorde
ze de andere jongens altijd tegen hem
roepen. En dit scheldwoord welde baar
onwillekeurig naar de 'lippen.
„Hoe heet je?"
„Karei".
Hij drukte haar hand tegen zijn wang
en keek haar dankbaar aan. .„Dank u nog
we] hoor". Een war-m gevoel kwam over
liet jonge meisje. Het was haar, of haar
droefheid versmolt en ze zou kunnen
schreien uit diep medelijden met zichzelf
en iedereen, die Ze hier zag treuren. IIcl
-kind rilde. „Heb je eht zoo kotrd?" vroeg
,ze en ze keek naar zijn magere, bruine
beenen die uit zijn halve kousen staken.
De leéraarsvrouw scheen voor 't systeem
„harden" te zijn.
„Ja", antwoordde hij „bij ons in Djok-
ja is 't veel lekkerder, altijd, warm, maar
daar mag ik pas naar toe, als ik groot
ben".
Een onuiigesproken verlangen naar
zon en warmte lag in die woorden en
Martha zag dit heele kinderleven al kil
en vreugdeloos voorbijtrekken.
„Ga je met me mee naar huis, dan zal
ik je oen kop chocolade geven, dai lust je
zeker graag?"
„Nou" Hij lachte glunder.
„Je mag loeli wel?"
„O ja, '1 is Woensdagmiddag en '1 kan
mevrouw heelemaal niet schelen wal ik
doe, als ik maar niet lastig ben", 't
Wend argeloos gezegd, maar Martha had
de „intellectueélc" over ..Vrouwenrecht"
en „Kinderverzorging" lezingen-houdende
leeraarsvrouw op dit oogenblik kunnen
haten.
Geertje stond juist de hel te poetsen,
toen Martha met haar -kleinen bescherme
ling aankwamen en vriendelijk knikkend
liet ze het tweelal passeeren.
„Daar doet ze goed aan, dat ze zich,
over dat arme schaap ontfermt", mom
pelde zij, „die geleerde madam laat hem
maar aan zijn lot over. En voor haar is
t ook een goede afleiding. Ze' ziel er al
heelemaal opgefleurd van uit".
li) de huiskamer maakte Marlba eeu
■kop chocolade klaar en zag met welgeval
len toe, hoe gretig het kereltje er zijn be
schuitjes in sopte en er van dronk. 'tWas
zelfs of hij al iets meer-kleur kreeg.
Toen nam ze hem bij zich op de cana
pé en liet hem vrij uit vertellen over alles
waarin hij belangsteldezijn school, zijn
vriendjes, zijn tehuis in ïndië. Hoewel hij
van nature wat verlegen was, scheen hij
hier volkomen op zijn gemak te zijn.
„Wal slaan daar veel boeken op dat
rekje, mag ik eens even kijken?" riep hij
plotseling uit.
Hij 'liep er naar toe, ging op zijn teenen
staan en tas bcsjeerig de titels.
Z'ij volgde hem.
„Houd je vain legen?"
„O ja, 'I meest van alles." Er was oen
duidelijke vraag in zijn oogen te lozen.
Marliha deed of zc 't niet zag. „Ge-
rards kinderboeken, waaraan n-ooit ie
mand anders komt, dan ik zelf," schoot
het door haar gedachten „dat nooit",
't Kind ging weer zitten en keek üaar
verwonderd aan. niet begrijpend, waar
om ze plolselig zoo stil werd.
De pendule sloeg vijf.
„O. 'k moet w-og, 's Woensdags eten
we vroeger, dan moet mijnheer les geven.
De middag is zoo gauw om, a's 't zeo
prettig is."
Hij reikte haar z(jn hand.
„Dag, juffrouw."
Martha had zich zelf overwonnen.
„Wee! je wat, Karei," zei ze, hem over
't stukke, zwarte haar strijkend, ,4
maar ei-deren keer, als ie vrii hebt. '■-'•-r.
dan mag je in die boeken lezen en dan
zuilen we samen platen kijken, is dat
goed?"
„Alstublieft juffrouw." Zijn gezichtje
leefde op, toen, plotseling, trok hij haar
hoofd naar beneden en kuste haar. „Wat
bent u een lief mensch, nel zoo lief als
Ma," zei hij spontaan.
Bewogen bracht ze h-em lot de voor
deur en keek hem nog na, terwijl hij, tel
kens omkijkend, hard wegliep. E11 dank
baar bedacht ze hoe dit kind haar geleerd
had, waar 't geluk voor bedroefden le
vinden is.