Moord- Hollandsch Dagblad. TWEEDE BLAD ALKWAAR. Maandag 14 November 1921. minder de intimiteit wordt or ech ter. en dat is tocil hoofdzaak, meer door verhoogd. Onze hulde aan Mej. Hoijer voor de goede uitvoe ring, ai was 'tdan op gewoon ma teriaal. De heer Brands hecit wer kelijk talent a's - Vo'kszangleider. Hii is geestig en oplettend. Mevrouw Ohlen begeleidde on dezelfde uitnemende wijze zo.odls wii dat reeds van haar zijn gewoon geworden. De heer Ohlen s'oot dezui wer kelijk geze.Higen en l'-errijik-eo za-jr- avond met eên enkel woord. Er ga Ven zich 15 leden op. H. A. MAAS. TOONKUNST. Mevrouw Jeanne Wendelaar- Miiller, sopraan. Mevrouw C. G. de Lange van Rijn, sopraan. De heer Pierre Sampimon, te nor, den Haag. De heer J. van der Haas, ba riton, Amsterdam. Don heer J. A. Bouvy, bariton Haarlem. De heer J. H. Oushoorn, pia- no-begel. ,,Het Alkmaar's Strijkorkest. Onder leiding van den dirigent van Toonkunst, den heer J. Henri Ous hoorn, had Vrijdagavond de 105de uit voering plaats in de zaal van de Har- monie". De toegang was uitsluitend voor leden, waardoor de uitvoering een intiem karakter droeg. Aan het verzoek van den President den lieer A. Ohlen om ook gedurende de pauze het rooken te laten werd vol gaarne voldaan. Het is ons altijd een wrevel geweest dat zangeressen en zangers na de pau ze in een wolk van verderfelijko lucht de longen moesten inspannen. Wij ge ven danoolc ieder bestuur v. zusterver- eenigingen in overweging het voor beeld, door den president van Toon kunst gegeven, na te volgen. Dat de uitvoering uitsluitend voor de leden was sluit niet. uit dat de zaal tot de laatste plaats bezet was. Mevrouw de Langevan Itijn zong met eenvoud „Traum dureh die Dammérung" en de voot „Allerseelen" beiden van Richard Strauss. Mevrouw Jeanne Wendelaar- M idler zong met expressiviteit „Begeg- uung" en „Auf einer Wanderung" bei den van Hugo Wolf. De heer J. Henry Oushoorn begeleidde beide solisten op zeer artistieke en technisch-volkomene wijzei Der Freischütz teerste uitvoering in 1821) is een van die werken welke hun jeugd en glansrijkheid zullen blijven behouden. Het is dus zeer begrijpelijk, dat „Toonkunst" tevens om nogmaals den grooteu componist Carl Maria von Weber te ecren en tevens om nogmaals de honderd-jarige te hulidigen (Der Freischiitz, ik schreef het ree *s werd in 1821 voor 't eerst uitgevoerd) deze opera, in concert-vorm, voor de twee- ue maal uitvoerde. Mevrouw "Wende- laar, Mevrouw de Lange en de heer Sampimon waren de dragers van het werk. Hun solo's, duetten en terzetten worden rhytmisch juist, zeer muzikaal en kristal-zuiver voorgedragen. De beheersching van toon, vooral in de hoogte en tot het laatste toe, had onze groote bewondering. De heer van der Haas, zong z:in klei ne partij met goed geluid en toewijding De heeren Mulder en Bouvy hadden maar een kleine partij te vervullen. Het koor-lid, mej. Siezen zong zeer mooi ee.. klein solo'tje en het orkest lid, de altist Hollenberg, speelde zeer acitef enkele „solo-trekjes." De dirigent J. H. Oushoorn heeft weer eens getoond een bezielende lei der te zijn, hij dirigeerde met vaste hand. Mejuffrouw A. M. Oort speelde de piano-partij zorgvuldig. Het strijk orkest opende den avond met een goed gespeeld „Andante" van Bloch. Verder speelde zij: „Nachtstück" van Ries en het aardige „Zur Guitarre" van Rhode met goed ensemble. De weinige „vlekjes" zullen wij niet noemen, de uitvoering gaf daarvoor te veel blijken van goede voorbereiding. Do dames-solisteh kregen veel bloe men, waaronder bloemenmanden van de dames en heeren leden van „Toon kunst". De vleugel (1 eurich) was uit het ma gazijn van de Gebr. Snanjaaïd. H. A. MAAS. „DE PARADIJSVLOEK" TE ALKMAAR. Naar de Directie van „Het Scliouw- tooneel" het befaamde gezelschap, dat zich allerwegen zóo "rooten roem verwierf met „De Paradijsvloek" ons mededeelt, zal ook Alkmaar thans een volledige 'opvoerinq van Alph. Lau- dy's sublieme „Paradijsvloek" te ge nieten krijgen. De uitvoering zal plaats hebben op Vrijdag 25 November a.s. 's-avonds te 8 uur in de „Harmonie." De regie is in handen van den heer Adr. van der Horst- Décors zijn van J. J. Pontsma en M. A. van dn- Liet Mel- sert. De costumes zijn vervaardigd naar ontwerpen van Jo. Blauwkuip. De hoofdrollen worden vervuld door Mevr. Willi, van der Horstvan der Lugt Melsert (Eva) en de heeren Jan Musch (Adam), Ko van Dijk (Kain), en Carel Rijken. (Abel.) Curiositeitshalve zij nog vermeld, dat hier de 192e opvoering wordt ge geven. DE BIECHT. (Vervclg.) spr. over tot het onderwerp: van het be de VOLKSZANG. Zaterdagavond gaf de nationale vereenig/ng van den Volkszang haar tweeden zangavond in dit sei zoen. De leiding berustte bij den heer Brands en mede voor afwisse ling zorgde Mej. Hoijer door eeni- fte Piano-solo's, te geven. Lte Voorzitter de heer Ohlen opende met een kort woord deze bijeenkomst en deelde mede dat op oen volgenden zangavond (10 De cember) een (huishoudelijke) wed strijd zal gehouden worden voor en door de leden van den Volks zang en wel door het zingen van een Volkszang-lied. Er gaven zich daarvoor een 10-tal dames en hee ren op.. n nieuwigheid, welke inte ressant belooft te worden. De jury zal 'tmeeste letten op: duidelijke uitspraak en voordracht. De quali- ;f'Lvan ,d'e stem komt pas op de niemf, Puaat!"Er werden "it de Sr bundel (bestaande uit 150 eren) een 13-tal lied-eren g.,zon- A>MvaarVan,twee of drie maal. de e; AezeRdMej. Hoijer speel- Bl'j -Volks- -Tnie-' r, mjen -ecn vleugel, de Er heL staat ten dienste, ninor f,,„ lénige zelfvérlooehe- ano zich ti" °iï zoo'n gewone pi- kate geriefn uiten- Do muzi- ffenietmgon mogen daarom Hiema handel en Biecht. Geen strengere straf der zonde aldus Pater vanKa.lmthout, dan na den val de machteloosheid o-m weder op te staan. De zekerheid ongeneeslijk te we zen. Het gevoel dat na een enkele zonde de ztel- doodelij'k- is, maakt iederen zondaar gelijk aan een moe deloozen zteke' die vveèt dat zijn kwaal wel verergeren, nxr't meer ge nezen zal. Misschien zal de wonde andere wonden voortbrengen, mis schien zal de eene wonde de eenige blijven doch langzaam en zeker zwaJkt het leven af, stijgen de koortsen, klc-pt sneller het hart, tot op ze keren dag de oogen breken en het hart niet meer slaat.... de ziele is gestorven. Zoo is het gesteld met den meneeh, die eén doodzonde bedreef Geen barmhartig© band de doode lijk© .wonde verb'nden kwam. Daar rest den mensch nog eene ultliomst: de wanhoop. Al dadelijk weten wij', die nog gelooven aan eon Goddelijke Barm hartigheid en verhalen dat de aards vol is van Gods ontfer ming wij die gelooven dat .Chris tus gekomen is om zondaars té redden en Hij het roeping achtte zondaars zalig te maken, al dade lijk weten wij dat het zoo wreed met. ons mensehen. niet kan zijn ge steld De Verlosser kwam om te zoeken waj, verloren was en Hij stelt zich gelijk aan de vreugde van een vrouw die de verloren drachme vindt, en nog teerder; Hij maakt zich gelijk aan den herder, die de woestijn inging om het eene af gedwaalde schaapjete zoeken en het is Hij steeds die terugkeert niet het eene schaapje op de schou ders en het .is Zijn stem die wc liooren ais de biechtvader ons roept: Verheugt u met Mij, want liet schaap dat verloren is, heb Ik weergevonden Jezus he'pt dus de geval'en iren- schenz'el op te wekken. Maar hoe? Velen antwoorden, en in hun ant woord meenen zij Jezus' leer te vat ten, maar de Roomsohe Kerk heeft een eigen antwoord: het antwoord van don verloren Zoqn: zoo was de gelijkenis. Zeker man had twee zonen, en de jongste van belden zeide tot den vader: Vader, geef mij het deel goederen, dat mij toekomt. En verdeelde hun zij-n vermogen, n et vele dagen later pakte do jóngste zoon a'les bijeen en ver een ver land en ver zijn vermogen in los- Doch toen hij er al les had doorgebracht, kwam er in dat land een zware hongersnood en hij begon gebrek te lijden. En hij ging heen en verbond zich aan oen der burgers van dat land, en deze zond hem naar zijn landerij1- enon de zwijnen te hoeden En hij1 verlangde zijnen buik te vullen met do peulschalen, die de zwijnen a'en en n emand gaf ze hem. Maar in zichzelf gekeerd zeide hijBoevete huurlingen mijns vaders hebben brood in overvloed, terwijl ik hier van honger verga. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd te gen den hemel en tegen u. Ik 'ben niet meer waardig uw zoon te hee- ten: beliandcl mij als een uw-er huur lingen".. .En hij stond op en ging naar zijnen vader. Doch, toon hiji nog op verren afstand was, zag hem zijn vader en werd bewogen en liep en viel hem om den hals en kuste hem. Doch de .zoon zeide tot*hem: Vader ik heb gezondigd tegen den dei- bij En trok naar k wist to daar bandig leven. hemel en tegen u, ik ben niet' meer waardig, uw zoon te heeten. Ziet- hier geachte vergadering c'e voorafbeelding van het middel van Gods bamhart'glie-dom den gevallen mensch weder te gen-- e i en iederen zwakken mensch weer sterk te-ma- kon, de berouwvolle belijdenis, dé" zonde, de oprechte beken'eTts der sehu'd gedaan aan den vader, die gegriefd was door zijn kind, met d-'o voorafbeelding de belofte, de zekerhe'd van vergeving: Loten' we feestmaal houden, want. deze mijn zoon was dood en is her'arid, was ver' i-eh .en;is terrgrevon1 ji.s Tm hoog'te .verwonderd z'et gij mij aan en-vraagtHoe! is DAT het bijzondere middel, dat de Room- scho Kerk leert en de leer van J-zus? Is dat iets bijzonders dat. a'tecn. d© Kerk van Rome è'gen is? Dat hebben and-'ren toch ook ge leerd en dat zegt mijn overtuiging van Gods liefde, dat wie berouwvol zijn zonden be'ijdt aan God, ook v rgeving zal krijgen! Zoo doet iéde re vader en moeder met hun -, e gen kind. En God is onze Vader! Dus,,.,.Is de jcrmn'usie ligt voor de hand! Zeker, geachte vergadering, dat heeft do Roomsohe Kerk met an doren gemeen, maar toch heeft de- za Katholieke Kerk iets bijzonders en wel dit: Dat do Vader niet al leen zelf die rouwmoedigs aciLuldbe- kenten's aceop eert, maar dat Hij daartoe ook anderen in Zijne plaats heeft aangesteld: dat Hij de macht van vergeven die Hij ais God be- z't, niet enkel zelf uitoefent, maar dat Hij ook .plaatsvervangers hoeft gekozen, d e macht medegedeeld heeft "aan de pr es.ers, die in Zijnen Naam zouden luisteren naar de sciiuldbeken'ten's van Ren zondaar die in Zijn Naam zonden verge ven de beleediging God aangedaan en in Zijnen Naam de vader, en geneesheer en fcgraar zouden zijn voor de kindéren, die hun Vader had den gegriefd, voor de zieken, die hun g neesheer zoo ten en voor de blinden, die eai leidsman behoef den. D'at is het Sacrament der Biecht. De eene menach belijdt den andoren mensch zijne zonde, maar die an dere mensch vergeeft den een zijn© schuld, doch Hij die aanhoort en vergeeft, hoort en verg e't niet uit e'gen naam, maar in den Naam van Hem '-41e zelf getuigd en getoond heeft, dat Hij de macht om zon den te vergeven bezat, toe hij zeide: Om te doen zien, dat de Zoon des Mensehen macht,- heeft om zonden te vergeren' sprak hij tot de lammen „sta op neem uw bed en ga naar uw huis". De plaats waar de schuld-bekente nis aan d'en priester wordt afgelegd: heet ,,de sp el der boetvaardigheid'' of „de "biedt tstoel". U kunt hier in deze kerk' zes zulke biecbjstoelen vinden: ze staan hier drie aan drie langs de muren der kerk; U ziet daaraan drie deuren: de middelste deur geeft te-gang tot den zetel van den priester: de beide an dere deuren aan den zijkant tot den z .el v'. or den i'iechtehn_. Als de p ies- ter d>e 'biecht gaat hoeren, zooms het Weet, hangt hij de paarse stola om; de steel is het teeken der priester lijke macht, paars de kerkelijke kleur van r-o-uw en boetvaardigheid» Als de biechteling' den biechtstoel is binnengegaan, geeft de priester hein den zegen, opdat hij spreekt en vrij zijn zond-en belijden zal en na gezegd te hébben: in deze woorden: ik belijd mijne schuld v-co-r God al machtig en voor U, Vader, dat ik zeer gezondigd (héb door mijne srihuM, door mijne all-ergroouste schuld, mijn laatste 'biecht iis geweest b'.v. 7 of 14 dagen, vier weken geleden, be lijdt hij zijne zonden. Wat moet hij dan belijden? Alle doodzonden, d;e hij ja h' her innert en no-g niet aan den priester beleid zijn: en volstaat niet met te zeggen: ik heb doodzonden gedaan, of wel ik héb eenige dood zonden bedreven, maar hij' is verplicht te -zeggen, aan welke doodzonden hij schuldig is; derhalve of hij deed een doodzonde van onrechtvaardigheid, van onzuiverheid, van godslastering, gedaan; niet ik heb gezondigd in hét algemeen tegen de 10 geboden Gods of tegen de 5 geboden d'er H. Kerk, maar ik heb gezondigd tegen h'et eerste of tegen het tweede, of het 5e, of het 7e gebod van God, m. a. w. -oim' goed te biechten moet men niet de zonde in het algemeen, maai de zonde in het bijzonder de soort van zonde te vermelden, dit steunt hierop dat de priester in den biecht stoel, is niet enkel vergever, maar ook rechter en kan niet redit spreken, als hij alleen weet dat er gezondigd is en niet hoort wat er misdreven is. Uit die rechtsmacht van den pries ter, die gegeven wo-rdt i-n de wcorden de zonden, die gij zult vergeven, dien zijn zij vergeven, de zonden, die gij zult houden, dien zijn zij ge houden, volgt het We-ele karakter en alle Woedanig'Weiden, van de belijde nis uit de biecht. De priester zit daar als rechter, moet dus o-ordeelen een rechtspraak uitoefenen, en welke rechter kan nu oordeelen, als hij niet vreet, waaraan de beschuldigde schul dig is, wat de beschuldigde misdaan heeft; hij' moet weten de aanklacht om' zijn rechterlijke functie te kun nen uitoefenen en daarom' moeten hem worden bekendde soort en het getal der 'doodzonden, die de beschuldigde heeft begaan. Heel an ders zal zijn oordeel wezen over een schuldige, die slechts eenmaal een doodzonde beging', dan tegen een schuldige, die tien, twintig, honderd maal gezondigd heeft. Anders zal zijn co-deel wezen tegen iemand, die een zonde van godslaste ring of een zonde van onrechtvaardig heid heeft begaan; -in het laaste ge val, moet hij de teruggave van h'et gestolen gred opleggen. Jezus neeft niet gezegd: Gij zult bonden vergeven, - aan ieder die tot u -kom-.t; maar Hij heeft de vergeving der zoTKlen geplaalst in het kader eener rechts-macht. Hij heeft van den pries ter.oen rechter gemaald, dte .eerst moet eordceleiT en dan,pas .vergeven; „Wiens zonden pij zult houden, dien zijn zij gehouden, wiens zonden gij zult ver ges en, dien zijn zij. vergeven." En waarover moet dan de priester voornamelijk oordeelen, waarop moet hij voornamelijk zijn aandacht stellen? Op. de inwendige gesteltenis van den boeteling, op het berouw. De zondaar moet eerlijk, oprecht zijn in den biechtstoel, mra hij moet ook een diep, hartelijk berouw hebben over al zijne doodzonden, -geen enkele uitgezonderd. Zónjlor berouw wordt geen enkele doodzonde vergeven, z'-r 1 - 'u-rouw is er nooit vergeving mogelijk! Nu kan men berouw nebben otn vele motieven, meer- of minderwaar dige beweegredenen. Zoo kan men spijt hebben, dat men gestolen heeft, omdat men dra: door in de gevangenis is ge komen, of omdat men daardoor zijn gc-eden naam verloren heeft, of omdat het gestolen geld toch niet gebaat heeft. riJat zijn naluurlijk zeer lage, zeer min derwaardige motieven, en een berouw, dat uil zulke oorzaak is, is volstrekt o-ngcidig voor een goede biecht. Doch men kan ook berouw hebben c-mdat menGod, die zoo goed voor c-ns is, beleedjgd heeft. Men kan spijt hebben, dat men ondankbaar is ge weest tegen G0d, Gie ons overladen heeft met de zeldzaamste gaven, Die óm ons te verlossen mensch is ge- warden en aks oen kind geboren werd en een moeilijk leven heeft geleid en een wreed lijden heeft verduurd cii een schandelijken dood gestorven is. Mén kan berouw hebben,' omdat men het geluk des hemels heeft verloren, de eeuwige onverliesbarc zaligheid on waardig geworden is, God niet genieten kan, zouals de heiligen en zaligen ge nieten, men kan berouw hebben omdat men de hel verdiend heeft en voor eeuwig uilgesloten te zijn van Gods ansehijn en heel de eeuwigheid om eén enkel kortdurend genot de bitter ste foltering moet doorstaan. Als men in die gesteltenis gaat biechten, in dié gesteltenis neerknielt voor den priester en hc-m vergeving vraagt, dun, geachie vergadering, dan bijkt, dat we de ware gezindheid hebben, dan blijkt de af- sciitiv/ van cle zonde en het voorne men om beter te léven en nooit, nooit meer öe zonde te bedrijven. iwlerk op geachte, verg. -dat uit di-. edlle mottei van 'berouw volgt, dat men over óf alle doodz. spijt heeft, óf over geen enkele. Indien mën kan volstaan met een berouw, enkel en ailéen aan dezie of gene zonde ont leend, dan kan men berouw hébben over een zonde van onrechtvaardig heid maar tegelijk een zonde van onzuiverheid niet betreuren. Dan kan mén berouw hebben over een zonde van godslastering en geen spijt heb ben over een moord of een heilig schennis. Maar het berouw moet ont leend zijn aan pen hoog, edel en algemeen motief de goedheid van God voor ons en de ondankbaarheid der mensch tegen God en wijl dit mo tief 2i uits rek. t ve a'L dood zend n kan men met die eene doodzonde willen en de andere h'aten. Vooral liter geld't hét woord van Je zus: dat we geen twee heeren kun nen dienen; den duivel en God. We moéten den een ten volle haten en den ander ten zeerste liefhebben. Heeft men echter spijt over alle doodz. dan volg't dat men h'et niet en kel de zonde, maar cok de gehechdieid der zonde moeten verfoeien. We be- Ieedigen Gods goedheid niet enkel door de zondige daad, maar ook dóór de zondige begeerte, door het ver langen naar de zonde en daarom1 heeft diegene geen goed berouw, die wel een zonde biecht, maar toch gaarne die zonde weer zou bedrijven die wel een zonde belijdt, maar tegelijk hét voornemen heeft, wed-er hetzelf de kwaad te doen, als hij daartoe gelegenheid heeft. Zoo iemand heeft geen berouw; hij biecht niet zooals het behoort, de absolutie van den priester is ongeldig en hij doet daaren boven een groote 'zonde van heilig- scbennis. Voornemen en verzakig aan de gehechtheid hoort bij een waar berouw en daarom- wordt hét berouw in de biecht aldus bepaald: een op rechte spij de ha e omdat m;n Go J b'cleedigd heeft, die zoo goed voor ons was, met het vaste voornemen om nooit meer te zondigen. Dan oordeelt de priester u waardig veor dat sacrament der boetvaardigheid en na een korte vermaning te hebben gezegd en een boete opgelegd lo hebben, oordeelt hij, dat hij den biechteling de vergeving der zonden kan geven en hij zegt ongeveer in net Latijn: „Do Heer Jezus Christus vcrgeYc u door Zijne allergroolsle barmhartigheid cu op Zijn hoog gezag, dat Hij be kleedt, Zijn absulotie te ft. v. g. t. ont sla ik u van al uwe zonden, opdat gij ontslagen zijt hior en voor de Rechterstoel van o. H. J Chr." Let wel, g. v., hoe de priester spreekt en vergeeft niet uit eigen naam, niet krachtens ecu menschel, macht, maar op 't ïjazag van J. Chr., dat ik bekleed, om! do macht van God, daardoor spreekt én vergeeft en absolveert hij ontslaat hij van de zonde. Een mensch als mensch kan geen zonden, verge ven, dal is duidelijk, maar een mensch door de. macht van God lean wat (lod hem gaf, en God geeft den priester die macht, dat staat letterlijk in de II. Schrift. Joaun. XX: 1921. Op den avond van den verrijzenïs- dag stond Jezus in tiet midden der apostelen en hij blies over hen cn sprak: Onlvanaf den II. Geest; wiens zonden gij zult vergeven, dien zijn zij vergeven, wiens zonden gij zult hóuden, dien zijn zij gehouden. Wat anders bettekenen deze woorden dan dit: gij zult houden in plaals'van mij, gij zult vergeven in plaats van mij. Bindt hier God zich niet aan zijn gezanten door ben bij hun aanstelling de volledigste volmacht te geven. Alles wat de apos telen houden zal ook God houden,, wat de apostelen zullen vergeven, zal ook God vergeven! Jezus stelt hier in de rechlbank, die Öe levenden zal oor deelen, waarvoor iedere schuldige 'zitl zal moeien verschijnen, maar een recht- u op, maar: ik spreek u vrij! wercldsche maclit. Die rechtbank is geroepen om gr a lie te geven. Het machtwoord is niet: ik straf u en lev u op, maar: ik sreek uvrij! Alles wat ik U gezegd heb, g. v., is wel niet geschikt om U het biech ten als de Roomse he Kerk aunlrekkeJ lijk te maken. Het berouw hebben om de straks genoemde beweegredenen, schijnt iets zeer moeilijks en vooral het belijden dor zonden, zoo accuraat en zoo minieum volgens getal, soori en omstandigheden zal U eerder at schrikken dan aanlokken. Toch is die leer zoo voorgesteld immer in de Rcomsthe Kerk gehouden en hebben de Ropmschen zich altijd aan die ver plichting onderworpen en zelfs heb ben de besle Roomscbeu, de deugd- naam'sle van ons, dikwerf gaarne ge biecht. Hoe dit te verklaren? Zeer gemak kelijk! Wal de biecht aantrekkelijk maakt is ten eerste haar buitengewone genade gaven. Door ieuere geldige bieelii wordt den biechteling de vergiffenis der zonde geschonken. Het woord der Schrift wordt dan waar: „Al zijn uw zonden rood als scharlaken, ze zullen witter Worden dan sneeu'-',Alles vergelen er vergeven en de verbroken vriendschap wederom hersteld! God beziet den mensch niet meer met ecu streng gc- zichi, maar beziet hem niet den glim lach van den vrede. Vrede met God! Dat is de reden van het opgeluchte gevoel, dat iedere zondair voelt na eén goede rouwmoedige biecht! Vreue met God! Dat is de reden van zijn blijde vreugde, waarmede hij de we reld opnieuw inziet en waardoor heel die wereld anders lijkt dan vroeger, veel lichter, veel witter dan voorheen: Vrede met God! Dat is de reden, da> tranen van ontroering na eon open hartige biecht den ouden zon daar, die jaren en jaren m zouden was, naar boven dringen en hem doen uitbarsten in een vreugdevol danken, omdat alles vergeten, alles met God weer goed is gemaakt! Die Ltech't geeft hem zulk een ze kerheid, dac zija vreugde gegrond is. De vergeving van een menscli, de woerden die hij zelf.sprak, de voor den van den priester zijn zulk een vertrouwen wekkend middel waaidoot de genade in de ziel is gestroomd. Och, al kon God ook zonder de sacra menten genade brengen, dan was die genade toch no».t frio zeker vóór den .tvijieiachtigen mensch, al kón God vergeving 'zonder de Biecht schenken, dan wist de mensch niet 'turners, of hem de genade was ge worden. Hier heeft de mensdi' een steun en het land van de atgezanten van God, waardoor hém én ae genade de ver geving is geschonken en tevens het vertrouwen is gebra-h't, door he.stof- lelijke woord dat hij zelf sprak en de rechte,lijke ui.spraak van een ge zant van God, dai ad es - is vergeten en met God weer is verzoend, en de hoop op den hemel is verleverteigd en de liefde, ja de liefde weer is ont vlamd. En als dat geluk nog niet genoeg is otn alle schaamte held'barag te overwinnen, als men dan ook nog bevreesd is om te gaan biechten, wat men misdreven hee>t met opzet, zon der schaamte, dan helpt den van ons Roomsche-n dit axisma over alle schan de heen. „Het is beter zijne zonden in het geheim tc belijden, dan er in eeuwigheid ever'beschaamd te mo.teu zijn." G. Verg., de Bidh't is een geheime belijdenis der zonde, 't Is niet enkel een geheim in zoover niemand dei andere gelc-ovigen tot het aanhoo.en dier belijdenis wordt toegela.en, niet enkel dat de priester door een soort natuurrecht zich gebonden acht, ctern over het gehoorac nooit iets te spre ken, cok niet dat in het aanncóien der belijdenis de belofte ligt opgesloten, immer te zwijgen, neen u. Ve,g., dat alles was voor de Roomsche Kerk o een waarborg genoeg, in haar zorg om de last der biecht zooveel moge lijk te verlichten, in haar zorg, cgn den biechteling al,e onnoobige angst en schaamte te besparen, veegde zij aan het natuurlijk en het goddelijk gebod nog deze s.renge kerkelijke wet toe, dat iedere priester, die zelfs ae kleinste, en minste zonde, uit de Biecht verraden zou, beroofd is_ van h'et r(ec'ht otn' de kerkelijke plechtig heden 'Hj te wonen, om; de Sacra menten te ontvangen of toe te die nen h'et actieve en passieve stemrecht om waardigheden ié fcéklééden,"pesten te xtrvuiletj, hoogere wijdingen te ontvangen, berooid van alle aflaten, verdiensten en'openbare gebeden der kerk, van alle 'handelingen, die een, k.erkel. officie of. privilegie raken, in één woord, hij wordt beroofd van alle uitoefening zijner rechtsmacht en zij ner wijding en wil hij die zware straf vergeven worden, dan moet hij daarvan persoonlijk 'aan den Paus kwij'schcHino- vragen. - YJ ziet G. Ver. met welk een zorg 'e Roomsche Kerk hare kinderen bewaart voor alles, wat hen on- noodig Verontrusten kan, hoe zii haar priesters bhidt en dwingt om de hun geschonken macht nooit to misbruiken; dat geeft vertrouwen aan den zondaar, om zelfs de groot ste zonden openha: t'g te belijden die rust geeft don zondaar moed om valsehe schaamte te overwin nen, en niet onkel de wet maar ook nog dit uit de geschiedenis dier wet: De Kerk bestaat nu bijna 2090 ja ren en U zult het mij vergeven, als ik met f erheid en trols naar waar heid getuigen mag, nog nooit is het gehoord, dat d.ze strenge straf wet moect worden toegepast. Van de duizenden priesters, die er in die jaren zijn gewijd heeft niet één ooit het biech.geheim geschonden en nog sterker: In Gods Voorzie- nigheid is het nog nooit gebeurd, dateen priester lc ankzinnig gewor den. onbewust iets van dat groote geheim verraden heeft.- Men heeft vele priesters op de pro.f gesteld, en velen zijn juist, ondanks zij wil den en moesten zwijgen, .in groote moeilijkheden geraakt, maar liever vvijden zij hun leven verliezen, dan het geheim te openbaren. Er wordt wel eens gevraagd: wie kan zonden vergevenen dan God alleen! Hoe kan een priester nu op gezag van God zonden ver geven? Dan wijst spr. op Mozes. die de wateren van de Roode zee scheidde, opdat zijn volk er door heen kon trekken. Op de profeten, die voorspelden, wat niemand in die dagen ook maar vermoedde. Zou God nu den mensehen wel een deel van zijn Wijsheid en Al macht kunnen verkenen en niet een deel van Zijn Liefde? Neen de Roomsche Kerk g looft in het mededeelen in God Wijsheid en rneded. van Gods Almacht. En de wonderen van Mozes, keren ons i et me f e 'eekn van C ods Ba ml ar tiglteid en Gods Liefde dat is het H. Sacrament der Biecht. Hiermee was de conferentie be ëindigd. R. K. TRANSPORTARBEIDERS De R. IC Transportarbeidersbond hield gisteren een feostvergaderirg De voorzitter opende de bijeen komst met een dank aan de leden voor de opkomst. Vooral de vrouwen waren goed vertegenwooxligd. Spr. bracht een woord van dank aan den eere voorzitter den heer van Veen, voor diens ve'e werkzaamheden al tijd voor den bond gedaan, waarna het woord verleend werd aan ien Hoofdbestuurder, den heer Jan en. Spr. begint met do metaa.arbei dt-rsjtaking te bespreken. Het is noo d'g deze to steunen, daar wij an- d rs voor hetzeLde fe't ges e|d vvor- d -n. Daarom moeten wij strijden en propaganda maken, vooral in deze maand, do propaganda maand, om veel leden te w'nnen. Geeft u daarom a len op als pro pagandist bij dc oommissie van Ze ven. Wordt a len propagandist en kom niet met argumenten als „ik bcb geen tijd" of ..ik ka.n dat niet" D© coin ra's ie van Zeven heeft werk w.or alen. L-fcen allen a's e n man zloh opgaven. Brengt een offer want het is noodig. Het gaat om ons brood Nu een woord tot de vrouwen. Hoe zal het straks gaan, als da Loon ver! aging wordt toejepast en de man met 3 of 4 gu'dcn m n r loon thus kómt. Hoe zal men daar het tui g in van onderhouden? Daarom, vrouwen, spoort uwe mtviiiin aan om de vergader ngei» te bezoeken cn propagandist te wor den. Bespreekt het won ngvraagstuk. Ziekteverzekering, die door de organi satle is tot s.and gekomen. De vrou wen moeten daaraan denken, aat bij mach t'g werken d -r organisa ie de soc a e we', geving veel vèrbeb-rd kan worden Hierna werd hot woord verleend aa.n den he r Kempen, ilee br ngt in her nnér'ng, dat Donderdag a.s. een verg d r ng gehouden wordt al leen voor de vrouwen. Spr. hoogte dan ook. dat ds leden al en bereid waren om hun vrouwen n de ge- legenhed te sel'en om die vr rad© r ng bij te wonen cn verwacht van de vrou.ven, da: zij zooveel mogelijk haar buurvrouwen of fami'iéi.Hl' n medencnun. Spr. u t e den wensc dat hot voors.ei, te doen aan de a gememe verg der ng van da Trans por tar be ders om de contribute te ver Imogen met 10 cent tot steun aan de Métarl ndits liook'doof de vrou.ven gesteund zou worden. De voorzt.er bracht een woord van dank aan de lednn voor hun opkomst en sloof 'de vergader ng met den C. r ste ijken groet. 1 AANGEHOUDEN. Zekere A. N. werd door de PÓF tie a1 hier terzake deaer ie aange' oudea en t r bescit kkmg d r mi i a re auta- r.t.,.en aihier gesteld. GEbLAAGD. Z .tordag s aagde bij het ex-amen ten veredeling van het ambaents- ond rwijs, gehouden te Amsterdam, onze p aatsgenoot de heer M. Koop man leer aar aan do ambachtsc hool voor het onderw.-examen, we.k exa men bij de n'euwe Nijverhéiuswet ge'ijk g-este-ld met de IMlddelbare alt- te praktijk,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 5