Moord- Hollandsch
Dagblad.
TWEEDE BLAD
ALKWAAR.
Maandag 14 November 1921.
minder de intimiteit wordt or ech
ter. en dat is tocil hoofdzaak, meer
door verhoogd. Onze hulde aan
Mej. Hoijer voor de goede uitvoe
ring, ai was 'tdan op gewoon ma
teriaal. De heer Brands hecit wer
kelijk talent a's - Vo'kszangleider.
Hii is geestig en oplettend.
Mevrouw Ohlen begeleidde on
dezelfde uitnemende wijze zo.odls
wii dat reeds van haar zijn gewoon
geworden.
De heer Ohlen s'oot dezui wer
kelijk geze.Higen en l'-errijik-eo za-jr-
avond met eên enkel woord. Er ga
Ven zich 15 leden op.
H. A. MAAS.
TOONKUNST.
Mevrouw Jeanne Wendelaar-
Miiller, sopraan.
Mevrouw C. G. de Lange
van Rijn, sopraan.
De heer Pierre Sampimon, te
nor, den Haag.
De heer J. van der Haas, ba
riton, Amsterdam.
Don heer J. A. Bouvy, bariton
Haarlem.
De heer J. H. Oushoorn, pia-
no-begel. ,,Het Alkmaar's
Strijkorkest.
Onder leiding van den dirigent van
Toonkunst, den heer J. Henri Ous
hoorn, had Vrijdagavond de 105de uit
voering plaats in de zaal van de Har-
monie". De toegang was uitsluitend
voor leden, waardoor de uitvoering
een intiem karakter droeg.
Aan het verzoek van den President
den lieer A. Ohlen om ook gedurende
de pauze het rooken te laten werd vol
gaarne voldaan.
Het is ons altijd een wrevel geweest
dat zangeressen en zangers na de pau
ze in een wolk van verderfelijko lucht
de longen moesten inspannen. Wij ge
ven danoolc ieder bestuur v. zusterver-
eenigingen in overweging het voor
beeld, door den president van Toon
kunst gegeven, na te volgen. Dat de
uitvoering uitsluitend voor de leden
was sluit niet. uit dat de zaal tot de
laatste plaats bezet was. Mevrouw de
Langevan Itijn zong met eenvoud
„Traum dureh die Dammérung" en de
voot „Allerseelen" beiden van Richard
Strauss. Mevrouw Jeanne Wendelaar-
M idler zong met expressiviteit „Begeg-
uung" en „Auf einer Wanderung" bei
den van Hugo Wolf. De heer J. Henry
Oushoorn begeleidde beide solisten op
zeer artistieke en technisch-volkomene
wijzei
Der Freischütz teerste uitvoering in
1821) is een van die werken welke hun
jeugd en glansrijkheid zullen blijven
behouden. Het is dus zeer begrijpelijk,
dat „Toonkunst" tevens om nogmaals
den grooteu componist Carl Maria von
Weber te ecren en tevens om nogmaals
de honderd-jarige te hulidigen (Der
Freischiitz, ik schreef het ree *s werd
in 1821 voor 't eerst uitgevoerd) deze
opera, in concert-vorm, voor de twee-
ue maal uitvoerde. Mevrouw "Wende-
laar, Mevrouw de Lange en de heer
Sampimon waren de dragers van het
werk. Hun solo's, duetten en terzetten
worden rhytmisch juist, zeer muzikaal
en kristal-zuiver voorgedragen.
De beheersching van toon, vooral in
de hoogte en tot het laatste toe, had
onze groote bewondering.
De heer van der Haas, zong z:in klei
ne partij met goed geluid en toewijding
De heeren Mulder en Bouvy hadden
maar een kleine partij te vervullen.
Het koor-lid, mej. Siezen zong zeer
mooi ee.. klein solo'tje en het orkest
lid, de altist Hollenberg, speelde zeer
acitef enkele „solo-trekjes."
De dirigent J. H. Oushoorn heeft
weer eens getoond een bezielende lei
der te zijn, hij dirigeerde met vaste
hand. Mejuffrouw A. M. Oort speelde
de piano-partij zorgvuldig. Het strijk
orkest opende den avond met een goed
gespeeld „Andante" van Bloch. Verder
speelde zij: „Nachtstück" van Ries en
het aardige „Zur Guitarre" van Rhode
met goed ensemble.
De weinige „vlekjes" zullen wij niet
noemen, de uitvoering gaf daarvoor te
veel blijken van goede voorbereiding.
Do dames-solisteh kregen veel bloe
men, waaronder bloemenmanden van
de dames en heeren leden van „Toon
kunst".
De vleugel (1 eurich) was uit het ma
gazijn van de Gebr. Snanjaaïd.
H. A. MAAS.
„DE PARADIJSVLOEK"
TE ALKMAAR.
Naar de Directie van „Het Scliouw-
tooneel" het befaamde gezelschap,
dat zich allerwegen zóo "rooten roem
verwierf met „De Paradijsvloek"
ons mededeelt, zal ook Alkmaar thans
een volledige 'opvoerinq van Alph. Lau-
dy's sublieme „Paradijsvloek" te ge
nieten krijgen.
De uitvoering zal plaats hebben op
Vrijdag 25 November a.s. 's-avonds te
8 uur in de „Harmonie."
De regie is in handen van den heer
Adr. van der Horst- Décors zijn van J.
J. Pontsma en M. A. van dn- Liet Mel-
sert. De costumes zijn vervaardigd naar
ontwerpen van Jo. Blauwkuip.
De hoofdrollen worden vervuld door
Mevr. Willi, van der Horstvan der
Lugt Melsert (Eva) en de heeren Jan
Musch (Adam), Ko van Dijk (Kain),
en Carel Rijken. (Abel.)
Curiositeitshalve zij nog vermeld,
dat hier de 192e opvoering wordt ge
geven.
DE BIECHT.
(Vervclg.)
spr. over tot het
onderwerp:
van het
be
de
VOLKSZANG.
Zaterdagavond gaf de nationale
vereenig/ng van den Volkszang
haar tweeden zangavond in dit sei
zoen. De leiding berustte bij den
heer Brands en mede voor afwisse
ling zorgde Mej. Hoijer door eeni-
fte Piano-solo's, te geven.
Lte Voorzitter de heer Ohlen
opende met een kort woord deze
bijeenkomst en deelde mede dat op
oen volgenden zangavond (10 De
cember) een (huishoudelijke) wed
strijd zal gehouden worden voor
en door de leden van den Volks
zang en wel door het zingen van
een Volkszang-lied. Er gaven zich
daarvoor een 10-tal dames en hee
ren op.. n nieuwigheid, welke inte
ressant belooft te worden. De jury
zal 'tmeeste letten op: duidelijke
uitspraak en voordracht. De quali-
;f'Lvan ,d'e stem komt pas op de
niemf, Puaat!"Er werden "it de
Sr bundel (bestaande uit 150
eren) een 13-tal lied-eren g.,zon-
A>MvaarVan,twee of drie maal.
de e; AezeRdMej. Hoijer speel-
Bl'j -Volks-
-Tnie-' r, mjen -ecn vleugel, de
Er heL staat ten dienste,
ninor f,,„ lénige zelfvérlooehe-
ano zich ti" °iï zoo'n gewone pi-
kate geriefn uiten- Do muzi-
ffenietmgon mogen daarom
Hiema
handel en
Biecht.
Geen strengere straf der zonde
aldus Pater vanKa.lmthout, dan
na den val de machteloosheid o-m
weder op te staan.
De zekerheid ongeneeslijk te we
zen. Het gevoel dat na een enkele
zonde de ztel- doodelij'k- is, maakt
iederen zondaar gelijk aan een moe
deloozen zteke' die vveèt dat zijn
kwaal wel verergeren, nxr't meer ge
nezen zal. Misschien zal de wonde
andere wonden voortbrengen, mis
schien zal de eene wonde de eenige
blijven doch langzaam en zeker zwaJkt
het leven af, stijgen de koortsen,
klc-pt sneller het hart, tot op ze
keren dag de oogen breken en het
hart niet meer slaat.... de ziele is
gestorven.
Zoo is het gesteld met den
meneeh, die eén doodzonde bedreef
Geen barmhartig© band de doode
lijk© .wonde verb'nden kwam.
Daar rest den mensch nog eene
ultliomst: de wanhoop.
Al dadelijk weten wij', die nog
gelooven aan eon Goddelijke Barm
hartigheid en verhalen dat de
aards vol is van Gods ontfer
ming wij die gelooven dat .Chris
tus gekomen is om zondaars té
redden en Hij het roeping achtte
zondaars zalig te maken, al dade
lijk weten wij dat het zoo wreed met.
ons mensehen. niet kan zijn ge
steld
De Verlosser kwam om te zoeken
waj, verloren was en Hij stelt zich
gelijk aan de vreugde van een
vrouw die de verloren drachme
vindt, en nog teerder; Hij maakt
zich gelijk aan den herder, die de
woestijn inging om het eene af
gedwaalde schaapjete zoeken en
het is Hij steeds die terugkeert
niet het eene schaapje op de schou
ders en het .is Zijn stem die wc
liooren ais de biechtvader ons roept:
Verheugt u met Mij, want liet
schaap dat verloren is, heb Ik
weergevonden
Jezus he'pt dus de geval'en iren-
schenz'el op te wekken. Maar hoe?
Velen antwoorden, en in hun ant
woord meenen zij Jezus' leer te vat
ten, maar de Roomsohe Kerk heeft
een eigen antwoord: het antwoord
van don verloren Zoqn: zoo was de
gelijkenis.
Zeker man had twee zonen, en de
jongste van belden zeide tot den
vader: Vader, geef mij het deel
goederen, dat mij toekomt. En
verdeelde hun zij-n vermogen,
n et vele dagen later pakte
do jóngste zoon a'les bijeen en ver
een ver land en ver
zijn vermogen in los-
Doch toen hij er al
les had doorgebracht, kwam er in
dat land een zware hongersnood en
hij begon gebrek te lijden. En hij
ging heen en verbond zich aan
oen der burgers van dat land, en
deze zond hem naar zijn landerij1-
enon de zwijnen te hoeden En hij1
verlangde zijnen buik te vullen met
do peulschalen, die de zwijnen a'en
en n emand gaf ze hem. Maar in
zichzelf gekeerd zeide hijBoevete
huurlingen mijns vaders hebben
brood in overvloed, terwijl ik hier
van honger verga. Ik zal opstaan
en naar mijn vader gaan en hem
zeggen: Vader, ik heb gezondigd te
gen den hemel en tegen u. Ik 'ben
niet meer waardig uw zoon te hee-
ten: beliandcl mij als een uw-er huur
lingen"..
.En hij stond op en ging naar
zijnen vader. Doch, toon hiji nog
op verren afstand was, zag hem zijn
vader en werd bewogen en liep
en viel hem om den hals en kuste
hem. Doch de .zoon zeide tot*hem:
Vader ik heb gezondigd tegen den
dei-
bij
En
trok naar
k wist to daar
bandig leven.
hemel en tegen u, ik ben niet'
meer waardig, uw zoon te heeten.
Ziet- hier geachte vergadering c'e
voorafbeelding van het middel van
Gods bamhart'glie-dom den gevallen
mensch weder te gen-- e i en iederen
zwakken mensch weer sterk te-ma-
kon, de berouwvolle belijdenis, dé"
zonde, de oprechte beken'eTts der
sehu'd gedaan aan den vader, die
gegriefd was door zijn kind, met
d-'o voorafbeelding de belofte, de
zekerhe'd van vergeving: Loten' we
feestmaal houden, want. deze mijn
zoon was dood en is her'arid, was
ver' i-eh .en;is terrgrevon1 ji.s
Tm hoog'te .verwonderd z'et gij
mij aan en-vraagtHoe! is DAT het
bijzondere middel, dat de Room-
scho Kerk leert en de leer van
J-zus? Is dat iets bijzonders dat.
a'tecn. d© Kerk van Rome è'gen is?
Dat hebben and-'ren toch ook ge
leerd en dat zegt mijn overtuiging
van Gods liefde, dat wie berouwvol
zijn zonden be'ijdt aan God, ook
v rgeving zal krijgen! Zoo doet iéde
re vader en moeder met hun -, e gen
kind. En God is onze Vader!
Dus,,.,.Is de jcrmn'usie ligt voor de
hand!
Zeker, geachte vergadering, dat
heeft do Roomsohe Kerk met an
doren gemeen, maar toch heeft de-
za Katholieke Kerk iets bijzonders
en wel dit: Dat do Vader niet al
leen zelf die rouwmoedigs aciLuldbe-
kenten's aceop eert, maar dat Hij
daartoe ook anderen in Zijne plaats
heeft aangesteld: dat Hij de macht
van vergeven die Hij ais God be-
z't, niet enkel zelf uitoefent, maar
dat Hij ook .plaatsvervangers hoeft
gekozen, d e macht medegedeeld
heeft "aan de pr es.ers, die in Zijnen
Naam zouden luisteren naar de
sciiuldbeken'ten's van Ren zondaar
die in Zijn Naam zonden verge
ven de beleediging God aangedaan
en in Zijnen Naam de vader, en
geneesheer en fcgraar zouden zijn
voor de kindéren, die hun Vader had
den gegriefd, voor de zieken, die
hun g neesheer zoo ten en voor de
blinden, die eai leidsman behoef
den. D'at is het Sacrament der
Biecht.
De eene menach belijdt den andoren
mensch zijne zonde, maar die an
dere mensch vergeeft den een zijn©
schuld, doch Hij die aanhoort en
vergeeft, hoort en verg e't niet uit
e'gen naam, maar in den Naam van
Hem '-41e zelf getuigd en getoond
heeft, dat Hij de macht om zon
den te vergeven bezat, toe hij zeide:
Om te doen zien, dat de Zoon des
Mensehen macht,- heeft om zonden
te vergeren' sprak hij tot de lammen
„sta op neem uw bed en ga naar
uw huis".
De plaats waar de schuld-bekente
nis aan d'en priester wordt afgelegd:
heet ,,de sp el der boetvaardigheid'' of
„de "biedt tstoel".
U kunt hier in deze kerk' zes zulke
biecbjstoelen vinden: ze staan hier
drie aan drie langs de muren der
kerk; U ziet daaraan drie deuren: de
middelste deur geeft te-gang tot den
zetel van den priester: de beide an
dere deuren aan den zijkant tot den
z .el v'. or den i'iechtehn_. Als de p ies-
ter d>e 'biecht gaat hoeren, zooms het
Weet, hangt hij de paarse stola om;
de steel is het teeken der priester
lijke macht, paars de kerkelijke kleur
van r-o-uw en boetvaardigheid»
Als de biechteling' den biechtstoel
is binnengegaan, geeft de priester
hein den zegen, opdat hij spreekt en
vrij zijn zond-en belijden zal en na
gezegd te hébben: in deze woorden:
ik belijd mijne schuld v-co-r God al
machtig en voor U, Vader, dat ik zeer
gezondigd (héb door mijne srihuM,
door mijne all-ergroouste schuld, mijn
laatste 'biecht iis geweest b'.v. 7 of
14 dagen, vier weken geleden, be
lijdt hij zijne zonden.
Wat moet hij dan belijden?
Alle doodzonden, d;e hij ja h' her
innert en no-g niet aan den
priester beleid zijn: en volstaat niet
met te zeggen: ik heb doodzonden
gedaan, of wel ik héb eenige dood
zonden bedreven, maar hij' is verplicht
te -zeggen, aan welke doodzonden hij
schuldig is; derhalve of hij deed een
doodzonde van onrechtvaardigheid,
van onzuiverheid, van godslastering,
gedaan; niet ik heb gezondigd in
hét algemeen tegen de 10 geboden
Gods of tegen de 5 geboden d'er
H. Kerk, maar ik heb gezondigd tegen
h'et eerste of tegen het tweede, of
het 5e, of het 7e gebod van God, m.
a. w. -oim' goed te biechten moet men
niet de zonde in het algemeen, maai
de zonde in het bijzonder de soort
van zonde te vermelden, dit steunt
hierop dat de priester in den biecht
stoel, is niet enkel vergever, maar
ook rechter en kan niet redit spreken,
als hij alleen weet dat er gezondigd
is en niet hoort wat er misdreven is.
Uit die rechtsmacht van den pries
ter, die gegeven wo-rdt i-n de wcorden
de zonden, die gij zult vergeven,
dien zijn zij vergeven, de zonden,
die gij zult houden, dien zijn zij ge
houden, volgt het We-ele karakter en
alle Woedanig'Weiden, van de belijde
nis uit de biecht. De priester zit
daar als rechter, moet dus o-ordeelen
een rechtspraak uitoefenen, en welke
rechter kan nu oordeelen, als hij niet
vreet, waaraan de beschuldigde schul
dig is, wat de beschuldigde misdaan
heeft; hij' moet weten de aanklacht
om' zijn rechterlijke functie te kun
nen uitoefenen en daarom' moeten
hem worden bekendde soort en
het getal der 'doodzonden, die de
beschuldigde heeft begaan. Heel an
ders zal zijn oordeel wezen over een
schuldige, die slechts eenmaal een
doodzonde beging', dan tegen een
schuldige, die tien, twintig, honderd
maal gezondigd heeft.
Anders zal zijn co-deel wezen tegen
iemand, die een zonde van godslaste
ring of een zonde van onrechtvaardig
heid heeft begaan; -in het laaste ge
val, moet hij de teruggave van h'et
gestolen gred opleggen.
Jezus neeft niet gezegd: Gij zult
bonden vergeven, - aan ieder die tot
u -kom-.t; maar Hij heeft de vergeving
der zoTKlen geplaalst in het kader eener
rechts-macht. Hij heeft van den pries
ter.oen rechter gemaald, dte .eerst moet
eordceleiT en dan,pas .vergeven; „Wiens
zonden pij zult houden, dien zijn zij
gehouden, wiens zonden gij zult ver
ges en, dien zijn zij. vergeven."
En waarover moet dan de priester
voornamelijk oordeelen, waarop moet
hij voornamelijk zijn aandacht stellen?
Op. de inwendige gesteltenis van den
boeteling, op het berouw. De zondaar
moet eerlijk, oprecht zijn in den
biechtstoel, mra hij moet ook een diep,
hartelijk berouw hebben over al zijne
doodzonden, -geen enkele uitgezonderd.
Zónjlor berouw wordt geen enkele
doodzonde vergeven, z'-r 1 - 'u-rouw is
er nooit vergeving mogelijk!
Nu kan men berouw nebben otn
vele motieven, meer- of minderwaar
dige beweegredenen. Zoo kan men spijt
hebben, dat men gestolen heeft, omdat
men dra: door in de gevangenis is ge
komen, of omdat men daardoor zijn
gc-eden naam verloren heeft, of omdat
het gestolen geld toch niet gebaat heeft.
riJat zijn naluurlijk zeer lage, zeer min
derwaardige motieven, en een berouw,
dat uil zulke oorzaak is, is volstrekt
o-ngcidig voor een goede biecht.
Doch men kan ook berouw hebben
c-mdat menGod, die zoo goed voor
c-ns is, beleedjgd heeft. Men kan spijt
hebben, dat men ondankbaar is ge
weest tegen G0d, Gie ons overladen
heeft met de zeldzaamste gaven, Die
óm ons te verlossen mensch is ge-
warden en aks oen kind geboren werd
en een moeilijk leven heeft geleid en
een wreed lijden heeft verduurd cii
een schandelijken dood gestorven is.
Mén kan berouw hebben,' omdat men
het geluk des hemels heeft verloren,
de eeuwige onverliesbarc zaligheid on
waardig geworden is, God niet genieten
kan, zouals de heiligen en zaligen ge
nieten, men kan berouw hebben omdat
men de hel verdiend heeft en voor
eeuwig uilgesloten te zijn van Gods
ansehijn en heel de eeuwigheid om
eén enkel kortdurend genot de bitter
ste foltering moet doorstaan. Als men
in die gesteltenis gaat biechten, in dié
gesteltenis neerknielt voor den priester
en hc-m vergeving vraagt, dun, geachie
vergadering, dan bijkt, dat we de ware
gezindheid hebben, dan blijkt de af-
sciitiv/ van cle zonde en het voorne
men om beter te léven en nooit, nooit
meer öe zonde te bedrijven.
iwlerk op geachte, verg. -dat uit di-.
edlle mottei van 'berouw volgt, dat
men over óf alle doodz. spijt heeft,
óf over geen enkele. Indien mën kan
volstaan met een berouw, enkel en
ailéen aan dezie of gene zonde ont
leend, dan kan men berouw hébben
over een zonde van onrechtvaardig
heid maar tegelijk een zonde van
onzuiverheid niet betreuren. Dan kan
mén berouw hebben over een zonde
van godslastering en geen spijt heb
ben over een moord of een heilig
schennis. Maar het berouw moet ont
leend zijn aan pen hoog, edel en
algemeen motief de goedheid van
God voor ons en de ondankbaarheid
der mensch tegen God en wijl dit mo
tief 2i uits rek. t ve a'L dood zend n
kan men met die eene doodzonde
willen en de andere h'aten.
Vooral liter geld't hét woord van Je
zus: dat we geen twee heeren kun
nen dienen; den duivel en God. We
moéten den een ten volle haten en
den ander ten zeerste liefhebben.
Heeft men echter spijt over alle
doodz. dan volg't dat men h'et niet en
kel de zonde, maar cok de gehechdieid
der zonde moeten verfoeien. We be-
Ieedigen Gods goedheid niet enkel
door de zondige daad, maar ook dóór
de zondige begeerte, door het ver
langen naar de zonde en daarom1 heeft
diegene geen goed berouw, die wel
een zonde biecht, maar toch gaarne
die zonde weer zou bedrijven die
wel een zonde belijdt, maar tegelijk
hét voornemen heeft, wed-er hetzelf
de kwaad te doen, als hij daartoe
gelegenheid heeft. Zoo iemand heeft
geen berouw; hij biecht niet zooals
het behoort, de absolutie van den
priester is ongeldig en hij doet daaren
boven een groote 'zonde van heilig-
scbennis. Voornemen en verzakig aan
de gehechtheid hoort bij een waar
berouw en daarom- wordt hét berouw
in de biecht aldus bepaald: een op
rechte spij de ha e omdat m;n Go J
b'cleedigd heeft, die zoo goed voor
ons was, met het vaste voornemen
om nooit meer te zondigen.
Dan oordeelt de priester u waardig
veor dat sacrament der boetvaardigheid
en na een korte vermaning te hebben
gezegd en een boete opgelegd
lo hebben, oordeelt hij, dat hij den
biechteling de vergeving der zonden
kan geven en hij zegt ongeveer in
net Latijn:
„Do Heer Jezus Christus vcrgeYc u
door Zijne allergroolsle barmhartigheid
cu op Zijn hoog gezag, dat Hij be
kleedt, Zijn absulotie te ft. v. g. t. ont
sla ik u van al uwe zonden, opdat
gij ontslagen zijt hior en voor de
Rechterstoel van o. H. J Chr."
Let wel, g. v., hoe de priester spreekt
en vergeeft niet uit eigen naam, niet
krachtens ecu menschel, macht, maar
op 't ïjazag van J. Chr., dat ik bekleed,
om! do macht van God, daardoor
spreekt én vergeeft en absolveert hij
ontslaat hij van de zonde. Een mensch
als mensch kan geen zonden, verge
ven, dal is duidelijk, maar een mensch
door de. macht van God lean wat (lod
hem gaf, en God geeft den priester die
macht, dat staat letterlijk in de II.
Schrift. Joaun. XX: 1921.
Op den avond van den verrijzenïs-
dag stond Jezus in tiet midden der
apostelen en hij blies over hen cn
sprak: Onlvanaf den II. Geest; wiens
zonden gij zult vergeven, dien zijn zij
vergeven, wiens zonden gij zult hóuden,
dien zijn zij gehouden. Wat anders
bettekenen deze woorden dan dit: gij
zult houden in plaals'van mij, gij zult
vergeven in plaats van mij. Bindt hier
God zich niet aan zijn gezanten door
ben bij hun aanstelling de volledigste
volmacht te geven. Alles wat de apos
telen houden zal ook God houden,,
wat de apostelen zullen vergeven, zal
ook God vergeven! Jezus stelt hier in
de rechlbank, die Öe levenden zal oor
deelen, waarvoor iedere schuldige 'zitl
zal moeien verschijnen, maar een recht-
u op, maar: ik spreek u vrij!
wercldsche maclit. Die rechtbank is
geroepen om gr a lie te geven. Het
machtwoord is niet: ik straf u en lev
u op, maar: ik sreek uvrij!
Alles wat ik U gezegd heb, g. v.,
is wel niet geschikt om U het biech
ten als de Roomse he Kerk aunlrekkeJ
lijk te maken. Het berouw hebben om
de straks genoemde beweegredenen,
schijnt iets zeer moeilijks en vooral
het belijden dor zonden, zoo accuraat
en zoo minieum volgens getal, soori
en omstandigheden zal U eerder at
schrikken dan aanlokken. Toch is die
leer zoo voorgesteld immer in de
Rcomsthe Kerk gehouden en hebben
de Ropmschen zich altijd aan die ver
plichting onderworpen en zelfs heb
ben de besle Roomscbeu, de deugd-
naam'sle van ons, dikwerf gaarne ge
biecht.
Hoe dit te verklaren? Zeer gemak
kelijk!
Wal de biecht aantrekkelijk maakt is
ten eerste haar buitengewone genade
gaven. Door ieuere geldige bieelii wordt
den biechteling de vergiffenis der zonde
geschonken. Het woord der Schrift
wordt dan waar: „Al zijn uw zonden
rood als scharlaken, ze zullen witter
Worden dan sneeu'-',Alles vergelen er
vergeven en de verbroken vriendschap
wederom hersteld! God beziet den
mensch niet meer met ecu streng gc-
zichi, maar beziet hem niet den glim
lach van den vrede. Vrede met God!
Dat is de reden van het opgeluchte
gevoel, dat iedere zondair voelt na
eén goede rouwmoedige biecht! Vreue
met God! Dat is de reden van zijn
blijde vreugde, waarmede hij de we
reld opnieuw inziet en waardoor heel
die wereld anders lijkt dan vroeger,
veel lichter, veel witter dan voorheen:
Vrede met God! Dat is de reden, da>
tranen van ontroering na eon open
hartige biecht den ouden zon
daar, die jaren en jaren m zouden
was, naar boven dringen en hem doen
uitbarsten in een vreugdevol danken,
omdat alles vergeten, alles met God
weer goed is gemaakt!
Die Ltech't geeft hem zulk een ze
kerheid, dac zija vreugde gegrond is.
De vergeving van een menscli, de
woerden die hij zelf.sprak, de voor
den van den priester zijn zulk een
vertrouwen wekkend middel waaidoot
de genade in de ziel is gestroomd.
Och, al kon God ook zonder de sacra
menten genade brengen, dan was die
genade toch no».t frio zeker vóór
den .tvijieiachtigen mensch, al kón
God vergeving 'zonder de Biecht
schenken, dan wist de mensch niet
'turners, of hem de genade was ge
worden.
Hier heeft de mensdi' een steun en
het land van de atgezanten van God,
waardoor hém én ae genade de ver
geving is geschonken en tevens het
vertrouwen is gebra-h't, door he.stof-
lelijke woord dat hij zelf sprak en
de rechte,lijke ui.spraak van een ge
zant van God, dai ad es - is vergeten
en met God weer is verzoend, en de
hoop op den hemel is verleverteigd en
de liefde, ja de liefde weer is ont
vlamd.
En als dat geluk nog niet genoeg
is otn alle schaamte held'barag te
overwinnen, als men dan ook nog
bevreesd is om te gaan biechten, wat
men misdreven hee>t met opzet, zon
der schaamte, dan helpt den van ons
Roomsche-n dit axisma over alle schan
de heen. „Het is beter zijne zonden in
het geheim tc belijden, dan er in
eeuwigheid ever'beschaamd te mo.teu
zijn."
G. Verg., de Bidh't is een geheime
belijdenis der zonde, 't Is niet enkel
een geheim in zoover niemand dei
andere gelc-ovigen tot het aanhoo.en
dier belijdenis wordt toegela.en, niet
enkel dat de priester door een soort
natuurrecht zich gebonden acht, ctern
over het gehoorac nooit iets te spre
ken, cok niet dat in het aanncóien der
belijdenis de belofte ligt opgesloten,
immer te zwijgen, neen u. Ve,g., dat
alles was voor de Roomsche Kerk
o een waarborg genoeg, in haar zorg
om de last der biecht zooveel moge
lijk te verlichten, in haar zorg, cgn
den biechteling al,e onnoobige angst
en schaamte te besparen, veegde zij
aan het natuurlijk en het goddelijk
gebod nog deze s.renge kerkelijke wet
toe, dat iedere priester, die zelfs
ae kleinste, en minste zonde, uit de
Biecht verraden zou, beroofd is_ van
h'et r(ec'ht otn' de kerkelijke plechtig
heden 'Hj te wonen, om; de Sacra
menten te ontvangen of toe te die
nen h'et actieve en passieve stemrecht
om waardigheden ié fcéklééden,"pesten
te xtrvuiletj, hoogere wijdingen te
ontvangen, berooid van alle aflaten,
verdiensten en'openbare gebeden der
kerk, van alle 'handelingen, die een,
k.erkel. officie of. privilegie raken, in
één woord, hij wordt beroofd van alle
uitoefening zijner rechtsmacht en zij
ner wijding en wil hij die zware
straf vergeven worden, dan moet hij
daarvan persoonlijk 'aan den Paus
kwij'schcHino- vragen. -
YJ ziet G. Ver. met welk een zorg
'e Roomsche Kerk hare kinderen
bewaart voor alles, wat hen on-
noodig Verontrusten kan, hoe zii
haar priesters bhidt en dwingt om
de hun geschonken macht nooit to
misbruiken; dat geeft vertrouwen
aan den zondaar, om zelfs de groot
ste zonden openha: t'g te belijden
die rust geeft don zondaar moed
om valsehe schaamte te overwin
nen, en niet onkel de wet maar ook
nog dit uit de geschiedenis dier
wet:
De Kerk bestaat nu bijna 2090 ja
ren en U zult het mij vergeven, als
ik met f erheid en trols naar waar
heid getuigen mag, nog nooit is het
gehoord, dat d.ze strenge straf
wet moect worden toegepast. Van
de duizenden priesters, die er in
die jaren zijn gewijd heeft niet één
ooit het biech.geheim geschonden
en nog sterker: In Gods Voorzie-
nigheid is het nog nooit gebeurd,
dateen priester lc ankzinnig gewor
den. onbewust iets van dat groote
geheim verraden heeft.- Men heeft
vele priesters op de pro.f gesteld,
en velen zijn juist, ondanks zij wil
den en moesten zwijgen, .in groote
moeilijkheden geraakt, maar liever
vvijden zij hun leven verliezen, dan
het geheim te openbaren.
Er wordt wel eens gevraagd:
wie kan zonden vergevenen dan
God alleen! Hoe kan een priester
nu op gezag van God zonden ver
geven? Dan wijst spr. op Mozes.
die de wateren van de Roode zee
scheidde, opdat zijn volk er door
heen kon trekken. Op de profeten,
die voorspelden, wat niemand in
die dagen ook maar vermoedde.
Zou God nu den mensehen wel een
deel van zijn Wijsheid en Al
macht kunnen verkenen en niet
een deel van Zijn Liefde?
Neen de Roomsche Kerk g looft
in het mededeelen in God Wijsheid
en rneded. van Gods Almacht. En
de wonderen van Mozes, keren ons
i et me f e 'eekn van C ods Ba ml ar
tiglteid en Gods Liefde dat is het
H. Sacrament der Biecht.
Hiermee was de conferentie be
ëindigd.
R. K. TRANSPORTARBEIDERS
De R. IC Transportarbeidersbond
hield gisteren een feostvergaderirg
De voorzitter opende de bijeen
komst met een dank aan de leden
voor de opkomst. Vooral de vrouwen
waren goed vertegenwooxligd. Spr.
bracht een woord van dank aan den
eere voorzitter den heer van Veen,
voor diens ve'e werkzaamheden al
tijd voor den bond gedaan, waarna
het woord verleend werd aan ien
Hoofdbestuurder, den heer Jan en.
Spr. begint met do metaa.arbei
dt-rsjtaking te bespreken. Het is noo
d'g deze to steunen, daar wij an-
d rs voor hetzeLde fe't ges e|d vvor-
d -n. Daarom moeten wij strijden en
propaganda maken, vooral in deze
maand, do propaganda maand, om
veel leden te w'nnen.
Geeft u daarom a len op als pro
pagandist bij dc oommissie van Ze
ven. Wordt a len propagandist en
kom niet met argumenten als „ik
bcb geen tijd" of ..ik ka.n dat niet"
D© coin ra's ie van Zeven heeft werk
w.or alen. L-fcen allen a's e n man
zloh opgaven. Brengt een offer want
het is noodig. Het gaat om ons brood
Nu een woord tot de vrouwen.
Hoe zal het straks gaan, als da
Loon ver! aging wordt toejepast en de
man met 3 of 4 gu'dcn m n r loon
thus kómt. Hoe zal men daar het
tui g in van onderhouden?
Daarom, vrouwen, spoort uwe
mtviiiin aan om de vergader ngei»
te bezoeken cn propagandist te wor
den. Bespreekt het won ngvraagstuk.
Ziekteverzekering, die door de organi
satle is tot s.and gekomen. De vrou
wen moeten daaraan denken, aat
bij mach t'g werken d -r organisa ie
de soc a e we', geving veel vèrbeb-rd
kan worden
Hierna werd hot woord verleend
aa.n den he r Kempen, ilee br ngt
in her nnér'ng, dat Donderdag a.s.
een verg d r ng gehouden wordt al
leen voor de vrouwen. Spr. hoogte
dan ook. dat ds leden al en bereid
waren om hun vrouwen n de ge-
legenhed te sel'en om die vr rad©
r ng bij te wonen cn verwacht van
de vrou.ven, da: zij zooveel mogelijk
haar buurvrouwen of fami'iéi.Hl' n
medencnun. Spr. u t e den wensc
dat hot voors.ei, te doen aan de
a gememe verg der ng van da Trans
por tar be ders om de contribute te
ver Imogen met 10 cent tot steun
aan de Métarl ndits liook'doof de
vrou.ven gesteund zou worden.
De voorzt.er bracht een woord
van dank aan de lednn voor hun
opkomst en sloof 'de vergader ng met
den C. r ste ijken groet.
1 AANGEHOUDEN.
Zekere A. N. werd door de PÓF tie
a1 hier terzake deaer ie aange' oudea
en t r bescit kkmg d r mi i a re auta-
r.t.,.en aihier gesteld.
GEbLAAGD.
Z .tordag s aagde bij het ex-amen
ten veredeling van het ambaents-
ond rwijs, gehouden te Amsterdam,
onze p aatsgenoot de heer M. Koop
man leer aar aan do ambachtsc hool
voor het onderw.-examen, we.k exa
men bij de n'euwe Nijverhéiuswet
ge'ijk g-este-ld met de IMlddelbare alt-
te praktijk,