t BINNENLAND. „ONS BLAD" pa8Maad'iMM I 2~I Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 'ggSSFSSVB'4?' 1 Vn FEUILLETON-» i Alksnaar's Roem PRIMA GEURIGE PIJPTABAK J3 R. &EU8S - ALKMAAR H@i gêlieiKis. T7a.ii Dell. iNDISGHE KRÖKIIK. gefabriceerd door de Tabaksfabriek BIKNIKLAKSSGH fflEUWS. Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad No. 349 VRIJDAG 2 DECEMBER 1921 14e JAAROJ NOOREf-HOLLANDSCH DAGBLAD 14e JAARGANG Advertentieprijs: f 2 85 0 60 f booger, per regel f 0 Ï5: Ru riek „Vraag en aanboo" bij voot. uitbetaling pc. plaats ig 0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 6Q,—f 35,—, f 15.— ,Hct wordt moeilijk, hoe langer hoe moeilijker. Ik .doel hier alweer op de „hangen de" kwestie der amb.enaren-voor- ziening. Dat het bij lange na niet mogelijk was, om hier van uit Nederland het benoodigd aantal werkkrachten te leveren, die het Indische Gouverne ment noodig heeft, is een reeds lang bekend feit, en ook in deze Kronieken is over deze kwestie al herhaaldelijk geschreven. De Indische regeering, heeft den laatsten tijdgebruik makende van den noodtoestand, waarin de Midciel- Europeesche landen verkeeren een groot aantal buitenlanders van den Gouvernementsdienst geworven. Ze is daarbij niet onfortuinlijk ge weest. Het onzalige plan om voor het In- landsch Onderwijs een 200-tal Duit- sclie leerkrachten aan te werven, die na een korte voorbereiding op de In- landsche bevolking zouden worden los gelaten, is gelukkig op zijde gezet. Daarvoor waren dan ook de practische moeilijkheden en theore tische bezwaren te groot. Doch bij de technische dieasten is het met de aan werving van buitenlanders zoo vo.or- spoedig gegaan, dat de toestand daar door een ander bedenkelijk aspect er bij heeft gekregen. Er zijn nu talrijke buitenlanders bij de volgende landsdiensten werkzaam Waterstaat, Staatsspoorwegen, Water kracht en Electrieiteit Post en Tele grafie, Mijnwezen, loodswezen, land bouw, pest-bestrijding. Ik weet heusch niet of dit lijstje volledig is. Maar het is al erg genoeg Cijfers, betreffende het aantal bui tenlanders bij deze onderscheiden diensten werkzaam, zijn niet gemak kelijk te verkrijgen. Doch de Indische Waterstaats-ingenieur" heeft ten aan zien van enkele diensten eeltigs cijfers- gepubliceerd, die voldoende zijn dm een goeden kijk te verschaffen op de Afmetingen die dit euvel heeft aange nomen. Ik gebruik hier een 1iard' woord, doch niet waar —wie zal dezen toestand niet ongevvensclit achten Zonder ook maar iets af te dingen op de bekwaamheid van deze buiten landers en zonder ook maar een en kele wantrouwende veronderstelling te maken wat betreft hunne menta liteit zooals enkele Indische bladen doen zal ieder toegeven, dan heeft de grooie toevloed van niet-Neder- ianders in liet ambtenaren-corps van telt' een ongunstigen invloed op de verhouding tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië. Welke Nederlander zou zich niet beklemd gaan voelen, wanneer hij leest, dat in het eerste halve jaar van 1921 aangewezen worden bij Waterstaat en Burgerlijke Openbare Werken 40 ngenieurs, w.o. slechts 13 Hollandsche» Staatsspoorwegen 22 ingenieurs, o.w. 6 Hollandsche. Waterkracht en Electrieiteit5 in genieurs, o.w. 2 Hollandsche. Post en Telegrafie7 ingenieurs, o.w. geen Hollandsche. Mijiuliensten 2 m Hollandsche. ingenieurs, o.w. In totaal dus 76 ingenieurs o.w. 55 met een buitenlandsch diploma en 21 Nederlandsche Ingenieurs. De redactie van bovenvermeld tijd schrift herinnert er voorts aan, dat gedurende 1921 voor den Indischen dienst werden aangewezen 86 inge nieurs, onder wie 21 Nederlandsche, zoodat 1 Januari 1920 en 30 Juni 1921 in totaal werden uitgezonden 120 bui- tenlandsche ngenieurs. En toch levert Delft nog maar steeds een groot aantal geslaagden, n.m. in de jaren 1916 tot en met 1921 respectievelijk 125, 131, 161, 190 èn 194, terwijl dit aantal voor 1921 kan v/orden geschat op meer dan 200. "Deze cijfers toonen aan, dat er iets hapert. En dit niet alleen wat betreft de ingenieurs, doch ook bij onze juristen, doctoren en anderen. In de Februari-zitting van den In dischen Volksraad, waarin de bezol- digings-voorstellen werden behandeld, wees de Regeerings-gemachtigde er op, dat de Burgerlijke Geneeskundige Dienst 200 artsen noodig had, en dat er nog geen 60 waren. Dr. de Vogel vervrachtte, dat het aantal aan te werven buitenlanders gesteld kon worden op 40. Deze hoofd-ambtenaar knoopte daaraan de opmerking vast, dat blijkbaar de menschen in Neder land wachten op de tractements-her- ziening, die werd gezegd in aan oebt te zijn. =5 Die salaris-herziening moet inder daad binnenkort in de Nederlandsche Kamers aan de orde komen Doch nu komt de vraag, welke mij en vele anderen buitengewoon in teresseert hoe zuilen dienaangaande de voorstellen van den Minister zijn. Hoeveel zal met name van de nivellee- rings-voorstelien van de Indische Re geering, die in Februari van dit jaar door den Volksraad met groote meer derheid zijn aangenomen, overblijven? In dit hooge Indische college waren er reeds enkelen, die meenden, dat de tegenwoordige tijd er geen was om zulke veelomvattende salaris-herzie ningen, die het land op circa 75 niil- lioen gulden zullen komen te staan, te behandelen. Deze tegenstanders der verbetering verwachtten door de heer- schende wereld-malaise een verrui ming van het aanbod van werkkrach ten tezien optreden. Wanneer de Indische regeering nu voortgaat met in ruime mate studie-beurzen uit te reiken aan studeerende jongelui, die zich verbinden willen voor den In dischen dienst, dan bestaat -er kans dat het ambtenarentekort niet zoo groot blijft, dat daarvoor die uitgave van 75 miilioen gewettigd is.- Deze opposanten, die dus opportu nisten zijn, vergeten echter, dat dan zoodra de Malaise voorbij is liet ambtenarentekort nog grooter zal worden, daar dan deze met regeerings- steun afgestudeerden, na afloop van hun 6-jarig dienst-verband toch naai de particuliere bedrijven zullen over- 'oopen. Tenzijde Regeering de salaris-verbeteringen toch doorzet. Maar ik heb een flauw vermoeden, dat de huidige Minister van Koloniën erg veel gewicht zal hechten aan de hierboven genoemde bezwaren. Eén zaak staat vast. Het «al ontzettend moeilijk zijn voor de Indische ambtenaren om sa laris-regeling te treffen, die rechtvaar dig isaanlokkend, genoeg om het benoodigd aantal liefhebbers, te trek ken, en tevens mogelijk. Daar zijn gedurende de laatste jaren in lndië siroomen van woorden gespróken en geschreven over de mo gelijkheid van een afdoend bezoldi- gings-stelsel, er zijn meerdere commis sies door de Regeering ingesteld, waar in de knapste koppen zitting kregen, en nog lijkt het er niet op, dat men ook maar eenigszins tot algeinecne over eenstemming gekomen is. Ik zal met enkele woorden de groote moeilijkheid aanduiden. Indië is een land, dat nauwelijks begonnen is met zich economisch te ontwikkelen. Voor die ontwikkeling heeft het vele werkkrachten noodigi die het zelf niet voort kan brengen, dus moet-er een groot aantal „van buiten" betrokken worden. Om deze aan te lokken, moeten de dieiistvoprwaarden zoo aanlokkelijk gemaakt worden, dat de menschen daarvoor eigen land verlaten willen. (Ik spreek 'hier nu vooral in verband met de Nederland sche werkkrachten). Gevolg is, voor deze abnormaal hooge bezoldigingen. Nu gaat men met kracht beginnen niet de opleiding van inheemsche werkkrachten. Hoe moeten deze nu bezoldigd worden Bij gelijkwaardige opleiding gelijk traktement Maar dan worden de salarissen alle abnormaal hoog, en dus voor een landr dat economisch nog niet tot volle ont wikkeling en normale draagkracht gekomen is, eenvoudig niet te betalen Dus de eenige mogelijkheid is on gelijke vergoeding voor gelijke dien sten, waarbij aan de uitheemsche krachten eene vergoeding in welken vorm dan ook wordt toegekend boven het normale salaris, vöor het verlaten van ejgen land en arbeiden in eene vreemde omgeving. Gesteld nu, dat de mheemschén met zoo'n ongelijke, bezoldiging uit ptire vaderlandsliefde genoegen nemen, dan nog zijn wij of liever Indië er ook nog niet. Want nu komt liet er op aan, de scheidingslijn te trekken tusschen inheemsch en uit- heemsch opgeleide werkkrachten. Ik kan daarover niet uitweiden, doch alleen nog vermeiden, dat de door de Regeering ingestelde commissie na lang getob wel tot het definieeren van de scheidingslijn kwam, maar in April van dit jaar met 11 tegen 5 stemmen besloot legen de onmiddellijke invoe ring van de door haar ontworpen scheidingslijn te adviseerenMen vreesde te zeer allerlei „gevoelighe den" te kwetsen. Aldus is wat enkele hoofdzaken betreft de toestand. Een knap man, die Indië uit deze moeilijkheden helptS. Men. leze met stichting het vol gende: „hj het; laatst van Januari 1921 werd de aandacht der commissie ge vestigd op de aanschaffing van kost bare meubelen ten dienste van het hoofdbestuur der posterijen en tele grafie. Zij deed daarnaar een onder zoek instellen. r Inderdaad bleek, dat deze tak van dienst, nadat een onder- handsche inschrijving was gehouden, bij «2 fabrikanten voor een belangrijk bedrag aan burcaumeubelen had bar steld. Deze meubelen, welke toen nog in bewerking waren, zouden bij el kander bijna f 93.000 kosten. Hieron der volgt een specificatie van. het be stelde: 50 kl, bureaux ministre ad f 333.50 12 gr. bureaux ministre ad - 458.— 75 schrijftafels 12 bureaukastjes 30 13 kasten 2 idem 40 kleine kastel 220 stoeien 37 armstoelen 25 tafels" 20 idem 50 idem 15 idem ad ad ad ad. ad ad ad ad ad ad ad ad 215.— - 216.— 220.— 666. 1081.— - 315.— - 37.40 - 78.10 - 31.90 - 53.— - 64.— 96.— HOE ER BEZUINIGD WORDT! Ja. dat kan men mooi gewaar wor den door een prachtig brokstuk uit liet rapport der Bezuinigings-Commiis- sie-Rink. Deze meubelen waren ontworpen door een sierkunstenaar. De hoog© .prijzen waren naar het schijnt in hoofdzaak het gevolg van de bijzon dere eisdlen gesteld aan de hoedanig heid en. de afwerking der meubelen. De commissie wendde zich naar aanleiding van deze aanschaffing tot den minister van Waterstaat en schreef o. s. dat naar haar meening ter zake van dezen aankoop de geldelijke be langen vatn het Rijk op zeer laakbare wijze zijn veronachtzaamd. Er had naai- hare meening moeten worden volstaan met vervanging van de volstrekt ongeschikte meubelen door andere van eenvoudige construc tie, waarbij meer op de kosten en de bruikbaarheid van het bemoedigde ,dèn op de cischcn dei' aestethiea had Jxïhooresi te worden ge'.et. Ook de inrichting van het nieuwe gebouw van gemeld hoofdbestuur aan de Kortetiaerkade te 's Gravenlioge werd in beschouwing genomen. De commissie nam daarbij o. m. waar, dat in een voor één ambtenaar bestemde kamer groote plafondlampen en één staande lamp waren aange bracht. Zij wees op de zeer hooge uitgave voor de meubileering van dc werk kamer van den chef van den teeh- nischen dienst der telegrafie. Die kosten hadden, ongerekend de uitgaven voor raambedekking. ruim f 8800 bedragen. Het gebouw is van een centrale verwarming voorzien; niettemin werd een sierhaard aange bracht, welke bijna 420 kostte.Voor een betimmering van vurenhout werd pl.m. f 2350 uitgegeven, voor meubelen f 1954. waaronder f 859 voor 'n schrijf bureau. In de kamer was een sier lijke kast geplaatst voor het opbex-gen van archiefstukken; die f 2200 had ge kost. Verder werd uitgegeven f 1090 en f 850, respectievelijk voor een ta pijt en een lichtkroon. Do minister van Waterstaat deelde betreffende dit alles aan de commissie mede. o. a. dat de nieuwe meubelen duurzaam moeten zijn, practise!) ge construeerd, door vorm en inrichting Neemt proef mei deze prima kwaliteiten in fraaie verpakking- Vraagt ze Uwen winkelier op de beste wijze aan liet doel beant woorden en tegen billijke prijzen wor den geleverd. De vlakke lessenaars roet afzonderlijke kastjes waren wel duur der dan de z.g. loketten-lessenaars, maar deze hadden het nadeel, dat op de arbeidsprestatie van de ambtenaren mmöer goed kon worden toegezien. De minister verwachtte dus als ge volg van de nieuwe lessenaars perso- neclsbesparing. Naar het oordeel van den minister mocht aan den aeslheti- sclien vorm dei- meubelen geen waarde worden ontzegd, Deze zou aan het werk der ambtenaren ten gte 'e komen. De commissie berichtte den minis ter, dat zij zich met (liens beschou wingen omtrent de aangekochte meu belen geenszins kon vereenigen. Wat dc inrichting van het vertrek van den hoordiugenacur-tLrecleur Let ©it. merk te de commissie op, dat haar een uit gaaf van f 2300 voor wondbekleeding in één kamer zeer hoog voorkwam. Ook kon zij niet inzien, dat daarin een schoorsteen met betimmering, een sier haard en pendule met coupes noodig zou zijn geweest, nu 'net gebouw van centrale verwarming is voorzien. De commissie achtte het wensche- lijk ecnig inzicht te verkrijgen om trent de wijze, waarop nieuwe rijks- gehouwen worden ingericht en de daaruit voortvloeiende kosten. Te dien einde heeft zij o. m. een onderzoek ingesteld naar.de uitgaven, gedaan voor de inrichting en meubSteering van het' nieuwe gebouw van het centraal bu reau voor de statistiek aan de Oost- duinlaan. Het gebouw maakt inwendig over het algemeen een soberen indruk. De meeste kantoormeubelen zijn, na den overgang van de verschillende buree- len naar het nieuwe gebouw, in ge bruik gebleven. Vernieuwd is in hoofd zaak het meubilair in de kamers van den directeur, den adjunct-directeur en enkele andere vertrekken. Toch heeft de inrichting van het gebouw met inbegrip van ijzeren en houteil stellingen voor de bibliotheek en het archief, reeds circa f 130.000 gekost, waarméde nog niet al het geleverde was betaald." In liet bijzonder heeft het dc aan dacht van de commissie getrokken, dat de kosten wegens het leveren eh het aanbrengen van lampen f 26*100 hebben bedragen, en dut voor de in richting van een vergaderzaal f 13.000 is besteed. Deze zaal heeft vermoede lijk belangrijk meer dan i' 20.000 gekost. Deze zaal is bestemd voor da ver gaderingen van de centrale commissi© voor de statistiek, welk college in deai régel slechts 2 maal per jaar een dag bijeenkomt. Overigens blijft die zaal ongebruikt, v I3- Een bliksemstraal, die van den he mel midden in 't gezelschap neerge komen was, had Edilli geen grooter schrik kunnen veroorzaken dan dit woord. Zij werd eerst rood, dan bleek Tji herhaalde eindelijk met bevende kppen: „Strijd en Arbeid!".,.. Haar ontsteltenis was niemand ont gaan en Haar stiefmoeder benutte snel de gelegenheid om haai- nog meer in 't nauw te drijven. „Mijn Edith schijnt dat beroemde epos te kennen," sprak zij, „heb jij J gelezen, kind'? Vertel ons eens, hoe l in je handen kwam?" Aller hl.kken waren nu met span- n ng op de jonge dame gericht, die ia Pijnlijke verlegenheid aan de kant van hear zakdoek plukte en niet-bij machte scheen te antwoorden. Zij voelde, dat Blunt op haar lette; wat zou zij'ant woorden? Zou ze oprecht bekennen van wien zij 't gedicht kreeg? Hoe echter 't vers, dat met petfood op den buitenrand geschreven stond, snel genoeg te verwijderen Als zij toegaf, .dat zij 't gedicht gelezen had, dan pnocst zij toch ook die verzen kennen «en deze verrieden meer dan louter hoogachting van een ondergeschikte: J'J drukten 't gevoel uit van een man, me liefheeft, Mocht zij in zijn tegen- voordigheid erkennen, dat zij deze gevoelsuiting bemerkt en gelezen had? Dat nooit! „Ik herinner mij, dat gedicht toe vallig eens gezien te hebben," ver klaarde nu freule Edith. Het was gezegd zij had een leu gen gesproken en voelde reeds in volgend oogenbiik daarover berouw. Wat moest Blunt van ham- denkeu? Zij had zich geschaamd over de nei ging van zijn eerlijk hart en hem daardoor zeker diep gekreukt! Daar was er echter nog een, die met boosaardige vreugde freule Edith's Verlegenheid gadesloeg. Zij bood hem een nieuwen schakel in den keten zij ner combinaties, en met behulp van al deze zorgvuldig verzamelde bewijs gronden wilde hij de rijke erfgename op zekeren dag tot in liet stof ver nederen en dan tot zijn eehtgenoote maken. Met groote onbeschaamdheid blikte hij van Edith naar Btunt; dan sprak hij met ko-elen boon: „Ook ik herinner mij, dat epos heel toevallig ergens gelezen te hebben; laat ik eens nadenken waar?...;' De secretaris verschrikte onwille keurig, zoowel door den spottenden toon der stem, als door den zegevie renden uitdagenden blik van Frank Mordaunt; nu twijfelde hij er niet Lan ger aan, dat deze zijn hartsgeheim kende. Juist wilde hij trachten uit te vorschen, op welke wijze Mordaunt iets van zijn geschenk aan freule Edith bemerkt had, toen de dame des huizes van de ontbijttafel opstond. Onmiddel lijk verlieten de gasten het vertrek. Alleen de secretaris cn mevrouw Still- worth waren achtergebleven* Bovenstaand relaas spreekt voor zich zelf. Het is meer clan schande, zooals met het geld der belasting betalers wordt rond gesprongen. COLLECTE VOOR RUSLAND. Naar het „Ccnte." verneemt, heeft «te collecte door de K. S. A. voor r„oocHijdiei»l Rusland tot nu toe opgebracht 6509. EEN ADRËS VAN HET N. A. S. Door het besiurr van hot N. A. S. is «en adres aan de Tweede Kamer goz-oaiiden, waarin aangedrongen wondt op productie ve werkverschaffing of het geven van een uitkeering, gelijkstaand mot vv-1 loon. Het adres fe van oen uitvoerige toelich ting voorzien. HET R.K. STAATSPROGRAM. De R. K. Ktesvereemgtog te Schiedam sprak rich lot voor ée veilende punten ter plaatsing op het R. K S-toa-toprogram: le. Opheffing van hoi verbod tot in zegening -van een huwelijk alvorens düt burgerlijk besloten is. 2. Opheffing van 't veiibad tot hot aan gaan van een huwelijk door 'n persoon ten' wiens aanzien echtscheiding is viitge- sproken. 3. Vorslcrking van «Se maafregeien, die lot stenrn van de groote gezinnen kunni-eit strekken. 4. Uitbouw van de verBokerhigiswotfent 5. CeiilraiKsaitiie van liet Vciv-.-t.rrirgv- wezen worde nacestreefd. Minister van Karnebeek Dc „Tel." 'ixtfiebt; dai' monster Van Karnebeek 29 December van Whshdrigioji weer naar Europa vertrekt. De Rekenkamer. Vpiïgesvs het ,,E11>)." wordt overwogen hot aantal leden s der Reken,kamer tol dlfie terug te bremgetj. Uitbetaling van boumpremies. Op schriftelijke vragen van het Kamerlid W-ei-tka mp omtrent de late uil-betaling van bouwproaiieis, heeft de minister van Ar- bcêd medegedeeld, dut al hot mogelijke zal worden gedaan om de uitbetaling van de premies ten 'spoedigste te doen plaats hebben. Waarvan de Regeer In» afziet. D>e R-og'eeritng sk,t af a d<ö invoGróng van ftfeaalserfreoht, oen we-eidtebo^aslsiig en oen hoffqng vsi eens. Geen nieuwe belastingen. In de aligtemoene bes-cfh-coi wiingien over de siLaalsfoegrooiMig voor 10*22, deoU de Regeering mede, dat 'h<e»t niet in haar be- dloe&iinig ligt om in de invoeihiiig, van nieuwe belöslangen of in be-t verhoogen van beslaande 't Tmd'del ie zoeken, oni die fönaiKveële, moeülijkiheden Le hoven te kotmen. DE PUBLIEKE VERMAKELIJKHEDEN TE HILVERSUM. De Gemeenteraad van Hilversum heeft een motia aangenomen, waarin wordt uit gesproken, dat hij in beginsel besluit tot verlaging der belasling op publieke ver- merkelijkheden, wanneer de beirokken in richtingen heropend worden. „Mijnheer Blunt," begon de dame nu, „ik heb u iets te vragen." „Tot uw dienst, mevrouw!" „Gij moet bij de grooie Kerstfeesten in dc gezelschapskamer verschijnen." „Wat zult u daar aan mijn onltedui- denden persoon hebben, mevrouw?" „Het oordeel daarover is mijn zaak, mijnheer Blunt; gij wordt nog een echte kluizenaar. Men moet u bepaald met geweld gezellig maken," „Eu wat is er mee verspeeld, als ik werkelijk een kluizenaar word?" „Bezondig u niet. Gij zijt een jonge man en hebt uwe toekomst nog voor u. Gij houclt u al te veel in die oude, donkere bibliotheek op, mijn waarde; dat samenleven met mijn eenzamen, zonderlingen echtgenoot zal ook u nog mensehenschuw maken." ,,'t Is mijn heilige plicht mijn be staan aan mijnheer le wijden." „Maar gij hebt ook nog andere ver plichtingen, beste Blunt." „Geen die me zoo nauw raken." „Nu goed, maar voor de Kerstdagen moet gij me helpen mijn gasten te onderhouden; belooft gij dat? Gij zult in de ontvangkamer komen, niet waar?" „Slechts met tegenzin, mevrouw?' Zij beet zich op de lippen. Was deze schrijver dan zoo moeilijk te re- geeren? Had hij er slag van, do gxmst die men hem wilde bewijzen le ver- atderen in een offer van zijn kant? Toen begon zij weer: „Ik mag toch minstens voor de groote gezelsehaps- avonden van Kerstmis op uwe tegen woordigheid rekenen?" --■ „Gij njoet werkelijk meer beweging nemen, Blunt, en uw jonge leven niet tusschen donkere muren vermijmeren." „Mevrouw, u zijt wel goed voor mij, I ik zal probeeren uwen raad op te volgen." „Dus ik kan vast op u rekenen?" „Als ik u daarmee van dienst kan zijn, zal ik 't als mijn plicht bcschou- wen naar uwen wensch te handelen." Hierbij maakte hij 'n buiging tot teeken van vertrek. „Wilt u ook zoo goed zijn en Edith zeggen, dat ik haar verzoek naai- de oude Dina te gaan? 't Is een heerlijke morgenwandeling naar Lindenliof." Blunt begaf zich naai- do roode ka mer, om de dochter des huizes zijn opdracht over te brengen eu ijlde dan naar do veranda. Hij wilde met zijn' stormende godaclilen alleen zijn. Wat zou zij toch met haar valsche vriendelijkheid bedoelen," vroeg hij zich af; „en waarom wil zij me dwin gen in den salon te komen en aan de gesprekken deel te nemen Daar j steekt bepaald iels achter; ik zal op mijn tellen moeten passeiij „Moet men hier komen om 't zeld zaam genot van uw conversatie te j zoeken, waarde heer?" onderbrak plot- j seling 'n Stem achter hem zijn alleen- spraak. Voor hem stond de tengere1 gestalte van dokter Maas, en 't roode haar van den jongen man, door de morgenzon bescheneu, omgaf 't fijne gezichtje met 'u zuchten schemer. „Ik ben u.nagegaan, beste Blunt," vervólgde hij, „omdat ik u voor de ceitigc, werkelijk eerlijke ziel hier houd en ik u vragen wou pi ij eens j openhartig te zeggen of ik vanmorgen bij 't ontbijt niet 'n mal figuur ge maakt heb?" „Ja, zeker," sprak dc secretaris zon der omhaal en maakte een beweging alsof hij haast had om weg te komen. De kleine dokter scheen door dit open antwoord in 't geheel niet beleedigd, integendeel, hij greep met beide han den naar Blunt's rechter en schudde die zoo levendig als hij maar kon: „Dank, dank, mijn waarde; dat is een openlijk vriendenwoord 1 Ik wou u al leen nog vragen „Excuseer mijik heb '11 drin gende zaak „Kunt u niet naar 111e luisteren?" „Onmogelijk, la Ier wellicht Bhjjit liehile groetend zijn hoed en was, eer de andere 't bemerkte, uit de veranda verdwenen en ijlde de trap af en 't park door. Daar sloeg hij den zijweg in, die naar 't vrije veld voer de en volgde dan een zijpad over weiden en velden naar Lindenliof. Het was een prachtige dag! Zelden in den Kersttijd scheen de zon zoo warm en vele «late bloemen omzoom den het pad. Blunt snelde met gebogen hoofd voort, zonder zich 0111 de bekoring van 't landschap te bekommeren. Aan het einde van 't kleine voetpad naar 'Lin denliof voerde een brug over een smal water, dat bij aanhoudend regenweer of na '11 hevig onweer niet zelden tot een onstuimige heek aanzwol, die dan buiten zijn overs trad, dén weg beschadigde en menigmaal den om trek met slijk êii kiezel overdekte. „Zij kan deze brug nog niet gepgs- secid zijn," sprak Bimit bij zich zelf, terwijl hij zijn gang matigde cn voor zichtig in alle richtingen keck, ,,'t Is onmogelijk, ik heb den ailerkortsten weg ingeslagen. Hier zal ik wachten." Hij betrad de brug en keek droef geestig in de buitcngezwollcn beek neer. „Zoo is 't ook in mij," mompelde hij. „Zoo gaat ook mijn leven voorbij in kommervoile, einde Roze eenzaam heid." Een lichte Ired stoorde hem in deze onbehagelijke gedachten: de erfgename van Cozy Deil naderde. Nadat hij haar begroet cn verlof gevraagd had om haar te mogen begeleiden, ging hij 'n poos zwijgend naast haar voort. Eindelijk begon hij: „Neem 111e niet kwalijk, freule, dat ik u met' 'n directe vraag bestorm; maar ik lijd al te zeer onder mijn twijfel, ik verzoek u mij Le verklaren,waarom gij vanmorgen zoo angstig verzwcegt dat ik u dat gedicht gegeven had?" „Ik dank u, mijnheer Blunt," ant woordde Edith hartelijk, dat gij me zeif zoo spoedig in de gelegenheid stelt mijn onrecht weer goed te maken. Dat ik onrecht deed, begreep ik in 't zelfde oogenbiik dat 't gebeurde en niet meer goed !c maken was. Ik voelde dat 't u kreuken moest; niaar 't was geen minachting voor den ge ver .van 't gedicht, die me- zoo. deed handelen. Ik vreesde alleen, dat de opmerkzaamheid van anderen zon val len op die met potlood geschreven woorden. Ik wil niet, dat ze weten hoe ongelukkig ik ben!" 1("Wordt vervplg'IjLj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1