Bureau: HOK 6, ALKMAAR. - Telefoon: ÖSSHSSFe»4**
öe stemplicht af,
VERKEER EN POSTERIJEN.
feuilleton.
€osy Bell.
No. 3SI
-MAAND-A6 5 DECEMBER 1^21
lie JaARCANO
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar f 2.—-
Voor buiten Alkmaarf -2 85
Met Geï'lustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1 -25; elkere^c, meer f 0 25; Reclames
per regel f OA 5: Ru riek „Vraag en aartboo" bij voot-
uilbetaling pr. piaattg 0.60
5" et uei lusireeru '„onuagsuidu v w i mwru.t 0 7Tc
AarTalIe~abonnd's wordt op aanvrage^aïïs'êën polis verstrekt, welke"hen verzekerTtêgërrTnge^lïentot een bedrag van f 5Q0, f 400,—. f 200,—, f iöO,—f oQ, a.
StöKpaartjes en bezuiniging.
ïn d-e doorgaans droge en dorre slaate-
s hikken, welke afdeclingsverslagen van
Eerste en Tweede Kamer op de Staalsbe-
grooting en daarop reageerende memories
van antwoord der Regeering zijn, treffen
wij thans in het besoheid der Regeerhtg
op de schriftelijke Algemeene beschouwm
gen der Tweede Kamér over de Slaats-
begrooting 1922 eenige rake opmerxin-
gen, welke wij om vorm en inhoud even
willen joteveeren.
Verscheidene leden hebben in het voor-
loopig verslag opgemerkt zegt de Re
geering dat het streven naar bezuini
ging in deze begrooting nog slechts öp
onvolmaakte wijze tot uiting komt. En het
antwoord is: daarvan zijn wij, ministers, ons
volkomen bewust Het zal ons echter ten
zeerste verheugen, wanneer al vast deze
onvolmaakte uiting bij het heele parlement
volkomen instemming vindt en op geener-
lei wijze wordt bemoeilijkt; maar geheel
zonder vrees zijn wij op dat punt niet.
En die vrees wordt dan als volgt ver
klaard:
Nadat in het Voorloopig. Verslag krach
tig op versobering is aangedrongen komen
achtereenvolgens verschillende groepen van
leden aan het woord, die op de bekend
wijze bepaalde punten van liet algemeen
streven wenschen uit te zonderen. Een ge
woon, maar niettemin in dezen tijd beden
kelijk verschijnsel. Men wil bezuinigingen
»©g veel sterker dan de regeering; men
voert de meest overtuigende bewijzen aan
?oor de absolute noodzakelijkheid daar
van, maar zoodra het offer moet worden
gebracht aan het eigen stokpaardje, een
eigen gecultiveerd verlangen, houdt men.
zich afzijdig. Het zal het veiligst zijn de
eonclnsie te trekken, dat bezuiniging het
allereerst noodig is en dat alle stokpaardjes
daarbij behooren te worden achtergesteld.
Er is nog een tweede moeilijkheid, 21.I.'
dat ieder zijn eigen aanvalspunt heef*
d.w.z. het punt dat hij buitengewoon ge
schikt acht voor bezuinigen. Dit verschijn
sel vormt een ernstig beletsel op den weg
naar versobering. Men zou het haast al
dus kannen uitdrukken: de grootste vijand
van bezuiniging is het vurig verlangen van
elkeen naar bezuiniging op de wenschen
van zijn buurman.
Ziedaar enkele geer rake en beharti
genswaardige opmerkingen, welke maar. al
te juist den gewonen loop van zaken
weergeven. Men klaagt over te groote
staatsuitgaven, over dure ambtenarij; men
wil bezuinigen en verwijt de Regeering, dat
het staatsleven zoo duur is. Maar wanneer
eenmaal de bezuinigingsplannen er zijn,
acht A dit subsidie onmisbaar, R deze uit
gave noodzakelijk, C kan zich niet begrij
pen, hoe men aan kunst en wetenschap
durft raken, D wrl niet op den woning*-
bouw beknibbeld zien enz. enz.
Zoo blijft er van heel de bezuiniging niets
over.
Onze Regeering staat sterk, omdat zij
bij het indienen haper begrooting voor
f922 met een vast plan van bezuiniging
is gekomen en de eenmaal aangegeven lijn
in nadere maatregelen mei vaste hand
doortrekt. Dat zij daaraan vast houde en
zich niet door de berijders van stokpaard
jes uit den koers late trekken! Het gevaar
is daarvoor des te grooter, nu wij vóór de
algemeene verkiezingen slaan en ieder, zit
tend Kamerlid allicht zijn eigen lieve wen
schen heeft.
Maar de boven aangehaalde opmerkin
gen geklen behalve voor de Tweede Ka
nier voor alle publiekrechtelijke lichamen,
vooral voor onze Gemeenteraden, waar
van vele ook nog hun begrooting moeten
behandelen. Laten ook zij bedenken, dat.
alle praten over noodzakelijke bezuini
ging te niet wordt gedaan, wanneer het
streven naar versobering van het gemeen
tehuishouden niet algemeen is en ieder lid
voor zich geen afstand kan doen van spe
ciale .wenschen en verlangens, die boven
dien heel vaak nog door de stembus wor
den opgewekt.
Ook hier geldt, dat geen winst zonder
offers verkregen wordt
Met groot genoegen hebben wij ken
nis genomen van de dezer Sagen in de
Tweede Iiamer gevallen beslissing over
de rnotie-Beumer, welke in uitzicht
stelt, dat de stemplicht nu voor goed
uit onze wetgeving gaat verdwijnen.
Laat ons even herinneren, hoe het
met deze zaak geioopen is. Bij de
Grondwetsherziening in 1917 is met
het Algemeen Kiesrecht gelijklijdlg de
stemplicht ingevoerd. Er was toen wei
nig verzet, maar wel veel enthousias
me voor dezen Kiesdwang. waarvoor
wij persoonlijk nooit iets hebben ge
voeld.
Toen in de practijk bleek, wat wij
verwacht hadden, dat vooral in de
groote steden duizenden kiezers van
de stembus wegbleven en voor hun
„overtreding'' niet te vervolgen \va-
rfcn-, kwam er hier en daar etxuig
schuchter verzet tégen dén kiesdwang.
hetwelk zich officieel uitte bij de nieu
we voorstellen tót Grondwetsherzie
ning van dit Kabinet. De Hegeeritng
wilde er echter niet van welen, den
kiesplicht uit de Grondwet weg te
nemen, tótdat het Amsterdamsche vcr-
kiezangsschandaal van Hadtejc-me-maar
haar de oogen opende. Minister Ruys
heelt gisteren zeif in de Tweede Ka
mer bekend, dat dit voor Öe Regeering
de aanleiding werd om bij nota van
wijziging voor te stellen in de Grond
wet het verplichtend stellen van deel
name aan de verkiezingen voor Staten-
Generaal. Provinciale Staten en Ge
meenteraad aan den gewonen wetge
ver over te laten.
De Grondwet zou dus alleen nog
maar de sporen van den kiesdwang
behouden; er zou een afzonderlijke
wet noodig zijn, om den kiesplicht
weer in te voeren. Een groote meer
derheid der Tweede Kamer is echter
op voorstel van den heer Beumer nog
iets verder gegaan en heeft i^der spoor
van kiesdwang uit de Grondwet weg
gevaagd. Dit neemt echter niet weg,
dat liet deememen aan de verkiezin
gen door den gewonen wetgever nog
altijd verplichtend kan worden gesteld.
Maar, gezien den loop der discussies,
hebben wij goeden moed, dat het nu
met dit alleman's recht, hetwelk tot
onrecht voert, uit is.
Omdat echter bijna alle Katholieke
Kamerleden him stem aan de motie-
Beumer onthielden en liever met het
Regeering,voorstel meegingen,om zoo
doende volgens de verklaring van mgr.
Nolens, bij de additioneele artikelen
nog gelegenheid te hebben om over
het al of niet behoud van den stem
plicht te beslissen, willen wij nog een
enkel woord aan deze zaak wijden.
Wij achten verplichtend stellen van
deelname aan verkiezingen daarom
zoo onjuist, omdat wij ;n liet kiesrecht
meer een voorrecht dan een plicht
zien. Waarom zijn de christelijke par
tijen in 1917 met de invoering van
het algemeen kiesrecht mee, an?
Niet uit principieele overwegingen,
maar omdat zij aldus redeneerden:
het kiesrecht is een gunst, die men
aan alle burgers toestaat, welke poli
tiek mondig kunnen Worden ge
noemd. De ontwikkeling van ons.
vólk is de laatste kwarteeuw wel zóó
ver gevorderd, dat men alle 25-jarige
N'ederlanders. zoowel mannen als
vrouwen, gerust als politiek mondig
kan beschouwen. Daarom kunnen wij
in het aigemeen kiesrecht toestemmen.
Welnu, bij zulk een redeneering past
geen kiesdwang. Kiesrecht is door
al ie eeuwen heen als een voorrecht
beschouwd, dat uitgebreid werd, al
naar mate de publieke meening demo
cratischer was. Kiesrecht is dus een
recht van den Staatsburger, waarvan
hij al of niet gebruik krui maken.
Men kan daarbij wel van een moreele
verplichting sjor ken en een christen
zal er zeker een gewetenszaak van
maken zijn stembiljet good te gebrui
ken. Maar zulke moreeie verplichtin
gen belmoren niet onder tie Wet te
vallen.
Daarnaast dwingt de practijk om
den kiesdwang op te geven. Nog af
gezien van het Amsterdamsche verkie-
ringsschandaal is de onhoudbaarheid
van de wettelijke verjdichting reeds
'n 1918 gebleken, toen bij de Kamer
verkiezingen in Amsterdam 26960, in
Rotterdam 26.476 en in Den H:mg
10184 kiezers thuis bleven. Dit was
de eerste maal. dat de stemplicht
werkte. Wat moet er dan op den duur
vpn terecht komen? Aan vervolgen
der „strafbaren" viel natuurlijk niet
te denken. En dan, beter geen wet,
dan eene, die niet kan worden na-
'gelecfd.
Wij voelen, dat nu de stemplicht
eenmaal is ingevoerd er één prac-
tisch bezwaar bestaat hem thans weer
af te schaffen. Nu ook de vrouwen aan
de verkiezingen moeten deelnemen,
ware kiesdwang zeker een gemakke
lijk middel om vele vrouwen haar
natuurlijken afkeer van den gang naai
de stembus te laten overwinnen. Maar
zulk een motief zou toch nimmer tot
handhaving van een in zich verderfe
lijk stelsel mogen leiden. Deze over
weging kan hoogstens voeren tot ver
wezenlijking van het denkbeeld om
overdracht van stemrecht door de ge
huwde vrouw aan dan man bij de
-wet mogelijk te maken.
Maar de stemdwang hebbc nu voor
goed afgedaan'
BSSMSJpim BfêüWS.
TELEFONISGHH AAN SEE JTING.
.NEDKRLAND -KEI Ai Ik
Boor liét kamerlid den heer Boats zijn
aan' den Minister van Water >teat do vol
gende vragen gosleid
1. Ts het den Minister bekend, dat
aanvragen om telefonische aansluiting
van Nederland naar België in don regel
veel> meor tijd vorderen dan in omge
keerde richting? (Een aanvraag op 1
December te 10.45 in Den Haag paar
Antwerpen gedaan, had om .3 uur nog
niet tot aansluiting geleid. Daarentegen
gal con aanvraag te Antwerpen om 1.38
naar Dgn Haag gedaan, om 2.50 aan
sluiting. Dergelijke verschillen doen zich
telkens voor).
Is do minister bereid te ondor-
aöekefi aan welke oorzaken dat verschil
ie te wijten, en aan do Kjamer mede
te doelen of maatregelen ter vorkete-
ring kunnen of zullen worden ge
nomen?
Be épellingregeh. - Het bestuur van
de Nationale Ver eniging van leeraren
in- Stenografie -„Groote", heeft zich, naar
aanleiding van het. -ontwerp tot 'spellings
vereenvoudiging door de prof. dr. A.
Kluyrer en dr. J. W. Muller, met een
adres tot den minister van Onderwijs
gewend, waar de aandacht wordt geves
tigd op de spellingregels voor de klin
kers, volgens hot systeem „Groote".
Adressant verzoekt don Minister dezen
spellingregel voor de klinkers ernstig te
doen onderzoeken en twiifeit er niet
aan, dat de voorkeur zal worden gege
ven aan dozen oenen en eenvoudige
,-v, praetisencn regel boven vele andere
onlogische regels.
liet vergaan van tie Eems II. Op
don 30en November vergaderden de be -
sturenvan doCentrale van Veraeuigin-
gen van Personeel in 's-Rijksdienst on
van de daarbii aangesloten vereonigin-
.gon, die personeel, werkzaam bii het
Loodswezen hebben georganiseerd, tor
bespreking van de maatregelen die be
boeren .de. worden genomen naar aanlei
ding van het to Delfzijl gebéurde mei
de loedsschoener Eems II en mode naar
aanleiding, van het standpunt door den
Minister van Marine ingenomen.
Do besturen waren van oordeel dat
het Departement van Marine niet de
zorg aan de Loodsvaaxtuigen besteedt,
die noodig is om zooveel mogelijk ram
pen te voorkomen.
Ernstige ontstemming heersekte over
de brute weigering van den Minister
om het bestuur van de Oontrale to ont
vangen ter bespreking van de belangen
van hot personeel in verband met het
voorgevallene.
Mon besloot tot het houden van een
buitengewone openbare vergadering ten
einde het geheele personeel in stand
punt te bepalen.
Deze vergadering zal worden gehou
den op den 8en December te 's-Gra-
venhage in Restaurant Biohe, Buitenhof.
De Minister en de verdere autoritei
ten bii het Loodswezen alsmede de ledon
van de Tweede Kamer zullen wovdon
uitgonoodigd de vergadering bii te wo
nen.
HET TEKORT BIJ ONZE SPOOR
WEGEN.
Uit. een staat vam de in 1020 verrichte
a/sdu-ijv'ingten op -spoorwegen, rollend ma
teriaal en eiploitotte-inrioliiSingen, blijkt
dat in 1920 is ingeleefd 7,325,885.29.
ïte#vcnKfien is het tekort in d!e Pensüoen-
fondlsen dier beide sipoorwcgraaatsehap-
pijen, dial- de Slant voor het geval van
naasting voor rijm rwfoenilsig heeft geno
men, toegenomen met3 1 35,845.84Ys.
■Be iaak'Van Rest. Naar het ..Eiudih.
DagM." verneemt, is liet rapport van dien
eèrè-raad in zake dfe gedragingen van den
'hear mr. dir. J. van Bost. als regeeraBgi-
eammèssarift im België, over een dlag of
acht te wachten.
HET PERMANENT INTERNAT.
GERECHTSHOF.
Een Dee. zijn, li-aar de „Msb." uitt
Gienève voTtwemt, de convocaties verzoai-
den. waaribij de elf rechters van tiet per
manent i.-r.ic.i-nionaal gerechtshof worden
opgeroepen om op 30 Januari 1922 te
's-Gratvenfbügc te vergaderen. Men denkt,
dwt de plechtige openingszifctiog van hc*
permanent inrtenvriaonaai gerechtshof in
bet begin van Februari zal plaats hebben.
BEGROOTING VAN WATERSTAAT.
De hogrooliiig van Waterstaat is Vrij
dagmiddag met 81 tegen 2 stemmen aan
genomen nadat de Minister het artikel
152 (raad van toezicht op de spoorwegen)
met 16.000 had vernniindieird.
DE BEGROOTING VAN ARBEID.
De Tweede Kamer heeft hesloten a.s.
Dinsdag te 1 uur de behandeling van die
bog pooling van Airhead voort te zetten, iril-
Stttiteiïii ie or zoover betreft de bezuirai-
gingsnialAe va» de hetjren Oud en Dre>sset-
buys.
ONTWERP REGELING DIENSTPLICHT.
De Tweede Kamer (heeft VrijtfegniLKMag
besloten volgsr.de week Donderdag, iin de
avond-zitting een, begin te melken met de
Wbandeling van het omtwcap tot rege&ng
•rein d«i diiemslipliclrf.
AFSCHAFFING VAN DEN
PORTVRIJDOM.
Een nieuwe regeling.
Een regeling is door den Rand van
Ministers goedgekeurd, waarbij is be
paald:
1. Eet Staatsbedrijf van de posterijen,
de telegrafie en telefonie ontvangt van
elk departementeen jaarlijks vast te
stellen bedrag als vergoeding voor de in
afrekening te verzenden correspondentie,
welke van dat département en van de
onder dat departement res-or toer ai; da met
name te noemen ambtenaren en insteL
lingen uitgaat en betrekking heeft op
den openbaren dienst.
2. In de van bet Departement van
Binnenhmdsehe Zuhen te ontvangen ver
goeding is begrepen het bedrag, dat aan
het Staatsbedrijf van de post, de tele
graaf en telefoon toekomt voor de ver
zending van de op den openbaren dienst
betrekking bobbende correspondentie, uit
gaande van do gemeentebesturen.
3. Het port, verschuldigd voor stuk
ken, den openbaren dienst betreffende
en bestemd voor een dor sub 1. en 2.
bedeelde ambtenaren of instellingen, kan
in bijzondere gevallon modo in de af-
L -psom worden begrepen, indien zulks
de wij pc van verzanding blijkt.
Voor de stukken, welke thans onder
genot van vrijstelling van port worden
verzenden door de kerkgenootschappen,
aal dezelfde regeling gelden.
De Minister vun Waterstaat, die de
voorkeur geeft aan een Btelscl van dienst-
zegels, is, teneinde proefondervindelijk te
doen vaststellen, welke regeling in de
practijk het bést voldoet, voornemens de
Stukken, uitgaande van het d.ep. van
Waterstaat en de daaronder recsorieeren-
de ambtenaren en instellingen, met in
gang van 1 Januari 1922 te doen fran-
keeren door middel -van dicDstzegels.
Het ligt in de bedoeling voor de tegen
misbruik in het leven te roepen strafbe
palingen een voorste te doen tot wijzi
ging van de Postwot.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 2 Dcct.iuber.
Regeling der werkzaamheden.
Dc VOORZITTER steil voor Donder,
dagavond aan te vangen met de nieuwe
dlenslpltcbtwel verder te behandelen in
de dagyergadering aa afloop van de
grondwetshersne-'ig.
De heer SCi. .PER S.D.A.P. doel het
voorstel, de dienstplichtwet na Kerstmis
te behandelen.
Het voorstel-Sehaper wordt verworpen
met 45 tegen 38 stemmen: hst voorstel
van den voorzitter is daarmode aange
nomen.
De bedoeling van den voorzitter is, voor
Kerstriiis af te doen, de grondwetsher
ziening, de dienstplichtwet, de algemeene
beschouwingen over de staatsbegrooting
en de Indische begrooting en van de be-
grootkigs-hoofdstnkken alleen nog Arbeid.
Waierstaatsbegrooting.
Hel amendement-Marchant om de post
voor den raad van toezicht te verminde
ren met 13.700 wordl overgenomen.
De MINISTER brengt een vermindering
met 16.300 aan.
De waterstaatsbegrcoilng wordt aange.
nomen met 30 tegen 3 stemmen. De mo
tie-Van Bcrcsleijn, inzake getijke tarieven
van Ncdcrlandsche stations naar Londen
via Vlissingen en via Hoek van Holland
wordt aangenomen.
Besloten wordt Dinsdag te behanuelcn
de bezuinigings-motie-Oud bij de arlie'uls-
begrooting. In verhand daarmee trekt do
heer Oud zijn motie lot uitsiel dei be
handeling v«n de arbeidsbegrooiing in.
Grondwetsherziening.
De heer SCHOKKING C. II. acht uit
breiding van hel aantal Kamerleden over-,
bodig.
De heer KOLTHER C. P. is voor uit,
breiding lot 200 leden.
De beer VAN SCHAIK R.K. zegt het
met den heer Seliokking eens te zijn.
De hoeren VAN RAVESTE1JN en VAN
DE LAAR zijn voorstanders van uitbrei
ding van hei getal leden der Tweede
Kamer.
De beer MARCHANT V. D. is er tegen.
Minister RUYS DE BEERENBROÜCK
verklaart dat aanneming der ftmendémen.
ten het bewuste hoofdstuk, in govaai zou
brengen.
Het iinieiidcment'-Troeislra 1200 leden)
wordl verworpen met 49 tegen 26 st., het
amendement Drier (150 leden wordt ver
worpen met 49 tegen 27 stemmen.
De beerren VAN RAPPARD V. B„ OUD
v. D. en TROELSTRA S.D.A.P. maken
bezwaar tegen de bepaling dat hun, wicn
bet kiesrecht Ss ontnomen, ook dc ver
kiesbaarheid kan worden ontnomen.
De heer SCHAPER S.D.A.P. deelt die
bezwaren niet.
De heer VAN SOHAIK wil een ander#
redactie ten einde politieke veroordeelden
niet onder de bepaling te doen vallen. Jn
verband daarmede vervocht de Minister
aanhouding van het art. ai'Iiis beslaten.
De heer TROFLSTRA llohf een amen
dement toe om pensionneering van we
duwen en weezen van Kamerleden niet
facultatief doch imperatief le maken.
De heer VAN R.AVESTEÏJN licht een
amendement loc om de r tg ding dl r
vergoeding voor Kamevleden hij gewone
wet te d«en geschieden.
De heer BRAAT verdedigt eén amende,
ment om de vergoeding voor Kamerleden,
te slellen op f 2öOÖ in plaats van ze te
verhoogen van f 3008 tol f 50CO.
De heer RUTGERS A. R. lwshl een.
amendement loc om de vergoeding te be
palen OP 3009 tloeh aan dé leden bui
len Den Haag behatve reiskosten ,qok ver
blijfkosten (e vergoeden
De heer VAN BEP,ESTEIJN V. D. ver
dedigt het Regeeringsvóorslel. Evenzoo
de beer TER HALL V.. B.
Tan
„0, miss," trachtte Dina haar met
aandrang gerust te stellen, „dat is
de oude hond, die huilt buiten voor
de hut, heeft mij geërgerd al vele
nachten met akelig klagen en huilen."
„Neen, Dina, dat was geen hond,
dat was een menschelijke stem, de
stem van een zwaarzieke of...."
„Ik zeg neen, miss, neen! Een
oude hond...."
„Daar is 't weer," riep Edith ont
steld en sidderde over al haar leden,
terwijl zij krampachtig Dina's arm
omkne de.
„Freule Edith," riep Blunt, in
angst over haar ontsteltenis, „om 's
Aiemelswil, is u onwel
„Hoort ge niets?"
„Neen, uw verbeelding is opgewon
den
„Neen, geen verbeelding Het gaat
mij door de ziel Er is een klagen,
een smart in deze menschelijke stem'
alsof iemand heftig lijdt." En haar
gezicht met beide banden bedekkend
huiverde zij als in kouden koorts.
„Ik bezweer u, freule, stel u gerust,
kom tot u zetfGij zijt nerveus, rust
nog 'n oogenblik uit en dan willen wij
terugkeeren."
„Ik ben niet opgewonden, ik was
zoo kalm en onbevangen als gij zelf,
-Juné; maar ik vergis mij niet iki
vrees, dat iiier ergens in de nabijheid
een wezen is, dat hulp behoeft. Wilt
gij zoo goed zijn eens buiten de hut
te kijken of daar ook iemand is, die
orn hulp roept
outer om haar gerust te stellen
begaf Blunt zich naar buiten en zocht
daar vergeefs naar een jammerend
wezen.
Hij had echter nauwelijks de hut
verlaten of Dina snelde op haar jon
ge meesteres toe en stiet haastig de
woorden uit„Er is werkelijk -een
menschelijk wezen in de buurt, en
dat steunen komt ook van daar,
honingduifje za! rustig zijn en geen
zorg maken."
Angstig vorschend blikte Edith
in 't gezicht der oude.
„Wat zeg je, Dina
„Stil, stil, hartje
En de oude legde den vinger op de
dikke lippen en biikte schuw naar de
deur der zijkamer.
„Honingduifje moet niet verlangen
dat negervrouw zal spreken kan 't
niet, mag 't nietbid u, miss, nie
mand zeggen, dat u gehoord hebt
dat zuchten."
„Maar Dina, het is toch te vreemd
„O beloof mij, beloof mij, honing
duifje Hebt niet vertrouwen in oude
negervrouw, die kleine miss op de
armen droeg en verplegen mocht als
hartje nog zoo nietig was als een dwerg
je Zult ailes eenmaal weten en dan'
blij zijn, dat zij niets verraden heeft
gauw miss, beloof 't
En voor Edith op de knieën neef-
vallend, sloeg zij de handen biddend
te zamen en keek angstig tot haar
jonge meesteres op.
„Zegt ge me werkelijk de waarheid
En is 't goed wat je doet
„Ja miss, alles is goed en de waar
heid. Kan niet zien dat u angst heb
daarom heb gezegd alles."
Verbaasd, keek Edith neer op de
vleiende oude aan haar voeten. Die
verborg haar klaarblijkelijk een ge
heim. Wat zou 't zijn Zij wankelde
tusschen vrees en twijfel.
„Gauw, gauw beloven," riep de
oude nogmaals, want Blunt's voet
stap werd dichtbij gehoord.
„Ik beloof 't," antwoordde Edith,
„maar zeg mij nu eens...."
Met een snelle beweging legde dc
negerin weer den vinger op den mond,
bukte zich naar een bos hout en wierp
die in het vuur. In het volgend oogen
blik knarste de deur en de secretaris
verscheen op den drempel
„Ik heb overal in den omtrek een
zorgvu dig onderzoek ingesteld, freu-
ie Edith," zei hij. „en ik kon in het
minst niets ontdekken; beken nu
toch, dat ge heden ongewoon opge
wonden zijt en u blijkbaar vergist
hebt, toen gij het huilen van een hond
met menschelijke jammerklachten
verwisselde!."
„Het is werkelijk mogelijk." ant
woordde de jonge dame aarzelend.
„Ja kind dat is wel zeker mogelijk,"
sprak Dina, en schudde beteekenis-
v.ol met het oude hoofd. „Mijnheer
als. een hond zoo erbarmelijk huilt,
als mijn hond heeft gedaan in dc laat
ste dagen en nachten, dan moet er
iets gebeurendenk aan mij, kind.
het is een voorteeken als de honden
huilen."
„Wat zal er dan gebeuren," vroeg
Blunt.
„Wat zal er dan gebeuren," vroeg
Blunt.
„Iets verschrikkelijks mijnheer, want
de honden weten meer, dan zij zeg
gen kunnen, en men mag gelooven
dat ergens een ziel zich klaar moet
maken voor den taats ten roep, als
honden zoo leelijk huilen.het be-
teekent den dood.
„Koim, kom! Dat is 'n oud bijgeloof
Dmal"
„Geen bijgeloof, mijnheel'I Gij zult
zien of oude Dina gelijk had"
„Wat meent ge daarmee, tante
Dina", vroeg. Edith.
„Ik bedoel, binnen korten lijd zal
iemand van de plantage sterven."
„En weet ge dat nu door 't hui
len van dien hond" riep de secretaris
lachend.
„Neen, neen, ik heb nog betere oor
zaak dan dat. Laatst was ik iu het
groote huis, als miss Stillvvortii heeft
geroepen naai' Jack; geloof mij, die
oude, onzalige neger gaa't In huis niet
de bijl in de handt Zie, hartje, ook
dat beduidt de doodt"
Blunt lachte nog hartelijker dan te
voren.
„Goed," zei Dina en hief dreigend
haar wijsvinger in dc hoogte. „Als
gij komt bij een graf, deuk dan aam
oude Diua en geloof, wat zij heeft
gezegd.
„Foei, foei, tante, spree'k niet zoo
huiverig," bad Edilh sidderende, bracht
me! de bijna vergeten boodschap va»
haar moeder over en verliet met Blunt
do hut.
Bleek en zwijgend ging zij 'n poos
naast haar begeleider voort.
„Mag ik weten, waarover u zoo
ernsiig blijft nadenken," vroeg hij
eindelijk.
„Over Dina's griezelig gepraat."
„Gij laat u toch zeker niet door
zoo'u onzinnig bijgdoof beïnvloeden?"
,,'t Mag u bijgeloof toeschijnen, mij
klonk 't als een profetie."
„Dus gelooft gij....?"
„Dat een ongeluk Cozy Dell be
dreigt; God weet, welk; maar ik voel
't nader en nader konten het zat
spoedig boven ons losbreken," zeide
Edith.
„Freule Edilh,. gij geeft nu toch al
te veel toe aan uw overspannen ver
beelding."
„Gelooft gij agn voorgevoelens?"
„Ja, lot op zekere hoogte."
„Goed dan! Geloof dan gerust, dat
Dina waarheid gesproken heeft; bin
nenkort zal alle lust en vreugde in
droefenis veranderd zijn."
Edith blikte met haar groote, mooie
oogen lot bon op; er was zoo'n eigen
aardig lichten, zoo'n wonderlijke glans
in. dien blik, -als Bhrat uog nooit ge
zien had.
Geen woord, weid meer gesproken,
totdat eindelijk 't kleine zijpad weer
bereikt was; dan eerst begon. Blunt:
„Hier zijn wij aan den heuvel, mijn
weg voert nu door 't bosch, want
ik durf u niet tot aan hel kasteel ver
gezellen. Wilt gij mij echter, voor we
scheiden, nog iets beloven?"
„Ik zriu ipw srapg hebben, dal li
altijd mijn vriendin bïeeft."
„Ik wcnsch met een ieder goede
vrienden te blijven."
„Mag ik echter niet wat meer vriend
schap vragen dan de overigen 'C'
„Waarom zijt ge dan niet tevreden
één mijner vrienden ie -rijn?"
„Dat hen ik."
TI ij zei 't met nauwelijks verstaan
bare stem.
„Dan scheiden we bevredigd; 't ga
u goed en ik dank u voor uw geleide
Zij sloeg den naasten weg naar 't
park in. Hij echter zag haar na met
somberen blik.
„Zij kan ellendig met ine spelen,"
mompelde hij. „Ik dwaas, ik meende
haar van mijn kinderlijk gevoel te
mogen spreken haar, die mij Dij
iedere gelegenheid aan mijn aanhanke-
lijsheid herinnert!"
Een kromming van den weg ont
trok Edith nu aan den blik van d"ti
secretaris, di" >ih modaoas afwe fi
de en dan snel op I slot Cozy Dell
toeliep.
ACHTSTE HOOFDSTUK,
Tusschen Edith Süllworlh en haar
stiefzuster Ida bestond een eigenaar
dige verhouding. De eerste, vier jaar
e lid er, was namelijk nog altijd gewoon
in Ida meer een kind dan een vriendin
te zien. Zij liad zich aanvankelijk met
groeten ernst er op toegelegd haar
zuster dc kinderlijke .gebrpken af te
wennen en haar iu velp dingen op te
leiden. Maar Ida was grillig enego-
istisck.
(Wórdt vervolgd).