Bureau: HOK 6, ALKMAAR. - Telefoon: ÖSSHSSFe»4** öe stemplicht af, VERKEER EN POSTERIJEN. feuilleton. €osy Bell. No. 3SI -MAAND-A6 5 DECEMBER 1^21 lie JaARCANO Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar f 2.—- Voor buiten Alkmaarf -2 85 Met Geï'lustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1 -25; elkere^c, meer f 0 25; Reclames per regel f OA 5: Ru riek „Vraag en aartboo" bij voot- uilbetaling pr. piaattg 0.60 5" et uei lusireeru '„onuagsuidu v w i mwru.t 0 7Tc AarTalIe~abonnd's wordt op aanvrage^aïïs'êën polis verstrekt, welke"hen verzekerTtêgërrTnge^lïentot een bedrag van f 5Q0, f 400,—. f 200,—, f iöO,—f oQ, a. StöKpaartjes en bezuiniging. ïn d-e doorgaans droge en dorre slaate- s hikken, welke afdeclingsverslagen van Eerste en Tweede Kamer op de Staalsbe- grooting en daarop reageerende memories van antwoord der Regeering zijn, treffen wij thans in het besoheid der Regeerhtg op de schriftelijke Algemeene beschouwm gen der Tweede Kamér over de Slaats- begrooting 1922 eenige rake opmerxin- gen, welke wij om vorm en inhoud even willen joteveeren. Verscheidene leden hebben in het voor- loopig verslag opgemerkt zegt de Re geering dat het streven naar bezuini ging in deze begrooting nog slechts öp onvolmaakte wijze tot uiting komt. En het antwoord is: daarvan zijn wij, ministers, ons volkomen bewust Het zal ons echter ten zeerste verheugen, wanneer al vast deze onvolmaakte uiting bij het heele parlement volkomen instemming vindt en op geener- lei wijze wordt bemoeilijkt; maar geheel zonder vrees zijn wij op dat punt niet. En die vrees wordt dan als volgt ver klaard: Nadat in het Voorloopig. Verslag krach tig op versobering is aangedrongen komen achtereenvolgens verschillende groepen van leden aan het woord, die op de bekend wijze bepaalde punten van liet algemeen streven wenschen uit te zonderen. Een ge woon, maar niettemin in dezen tijd beden kelijk verschijnsel. Men wil bezuinigingen »©g veel sterker dan de regeering; men voert de meest overtuigende bewijzen aan ?oor de absolute noodzakelijkheid daar van, maar zoodra het offer moet worden gebracht aan het eigen stokpaardje, een eigen gecultiveerd verlangen, houdt men. zich afzijdig. Het zal het veiligst zijn de eonclnsie te trekken, dat bezuiniging het allereerst noodig is en dat alle stokpaardjes daarbij behooren te worden achtergesteld. Er is nog een tweede moeilijkheid, 21.I.' dat ieder zijn eigen aanvalspunt heef* d.w.z. het punt dat hij buitengewoon ge schikt acht voor bezuinigen. Dit verschijn sel vormt een ernstig beletsel op den weg naar versobering. Men zou het haast al dus kannen uitdrukken: de grootste vijand van bezuiniging is het vurig verlangen van elkeen naar bezuiniging op de wenschen van zijn buurman. Ziedaar enkele geer rake en beharti genswaardige opmerkingen, welke maar. al te juist den gewonen loop van zaken weergeven. Men klaagt over te groote staatsuitgaven, over dure ambtenarij; men wil bezuinigen en verwijt de Regeering, dat het staatsleven zoo duur is. Maar wanneer eenmaal de bezuinigingsplannen er zijn, acht A dit subsidie onmisbaar, R deze uit gave noodzakelijk, C kan zich niet begrij pen, hoe men aan kunst en wetenschap durft raken, D wrl niet op den woning*- bouw beknibbeld zien enz. enz. Zoo blijft er van heel de bezuiniging niets over. Onze Regeering staat sterk, omdat zij bij het indienen haper begrooting voor f922 met een vast plan van bezuiniging is gekomen en de eenmaal aangegeven lijn in nadere maatregelen mei vaste hand doortrekt. Dat zij daaraan vast houde en zich niet door de berijders van stokpaard jes uit den koers late trekken! Het gevaar is daarvoor des te grooter, nu wij vóór de algemeene verkiezingen slaan en ieder, zit tend Kamerlid allicht zijn eigen lieve wen schen heeft. Maar de boven aangehaalde opmerkin gen geklen behalve voor de Tweede Ka nier voor alle publiekrechtelijke lichamen, vooral voor onze Gemeenteraden, waar van vele ook nog hun begrooting moeten behandelen. Laten ook zij bedenken, dat. alle praten over noodzakelijke bezuini ging te niet wordt gedaan, wanneer het streven naar versobering van het gemeen tehuishouden niet algemeen is en ieder lid voor zich geen afstand kan doen van spe ciale .wenschen en verlangens, die boven dien heel vaak nog door de stembus wor den opgewekt. Ook hier geldt, dat geen winst zonder offers verkregen wordt Met groot genoegen hebben wij ken nis genomen van de dezer Sagen in de Tweede Iiamer gevallen beslissing over de rnotie-Beumer, welke in uitzicht stelt, dat de stemplicht nu voor goed uit onze wetgeving gaat verdwijnen. Laat ons even herinneren, hoe het met deze zaak geioopen is. Bij de Grondwetsherziening in 1917 is met het Algemeen Kiesrecht gelijklijdlg de stemplicht ingevoerd. Er was toen wei nig verzet, maar wel veel enthousias me voor dezen Kiesdwang. waarvoor wij persoonlijk nooit iets hebben ge voeld. Toen in de practijk bleek, wat wij verwacht hadden, dat vooral in de groote steden duizenden kiezers van de stembus wegbleven en voor hun „overtreding'' niet te vervolgen \va- rfcn-, kwam er hier en daar etxuig schuchter verzet tégen dén kiesdwang. hetwelk zich officieel uitte bij de nieu we voorstellen tót Grondwetsherzie ning van dit Kabinet. De Hegeeritng wilde er echter niet van welen, den kiesplicht uit de Grondwet weg te nemen, tótdat het Amsterdamsche vcr- kiezangsschandaal van Hadtejc-me-maar haar de oogen opende. Minister Ruys heelt gisteren zeif in de Tweede Ka mer bekend, dat dit voor Öe Regeering de aanleiding werd om bij nota van wijziging voor te stellen in de Grond wet het verplichtend stellen van deel name aan de verkiezingen voor Staten- Generaal. Provinciale Staten en Ge meenteraad aan den gewonen wetge ver over te laten. De Grondwet zou dus alleen nog maar de sporen van den kiesdwang behouden; er zou een afzonderlijke wet noodig zijn, om den kiesplicht weer in te voeren. Een groote meer derheid der Tweede Kamer is echter op voorstel van den heer Beumer nog iets verder gegaan en heeft i^der spoor van kiesdwang uit de Grondwet weg gevaagd. Dit neemt echter niet weg, dat liet deememen aan de verkiezin gen door den gewonen wetgever nog altijd verplichtend kan worden gesteld. Maar, gezien den loop der discussies, hebben wij goeden moed, dat het nu met dit alleman's recht, hetwelk tot onrecht voert, uit is. Omdat echter bijna alle Katholieke Kamerleden him stem aan de motie- Beumer onthielden en liever met het Regeering,voorstel meegingen,om zoo doende volgens de verklaring van mgr. Nolens, bij de additioneele artikelen nog gelegenheid te hebben om over het al of niet behoud van den stem plicht te beslissen, willen wij nog een enkel woord aan deze zaak wijden. Wij achten verplichtend stellen van deelname aan verkiezingen daarom zoo onjuist, omdat wij ;n liet kiesrecht meer een voorrecht dan een plicht zien. Waarom zijn de christelijke par tijen in 1917 met de invoering van het algemeen kiesrecht mee, an? Niet uit principieele overwegingen, maar omdat zij aldus redeneerden: het kiesrecht is een gunst, die men aan alle burgers toestaat, welke poli tiek mondig kunnen Worden ge noemd. De ontwikkeling van ons. vólk is de laatste kwarteeuw wel zóó ver gevorderd, dat men alle 25-jarige N'ederlanders. zoowel mannen als vrouwen, gerust als politiek mondig kan beschouwen. Daarom kunnen wij in het aigemeen kiesrecht toestemmen. Welnu, bij zulk een redeneering past geen kiesdwang. Kiesrecht is door al ie eeuwen heen als een voorrecht beschouwd, dat uitgebreid werd, al naar mate de publieke meening demo cratischer was. Kiesrecht is dus een recht van den Staatsburger, waarvan hij al of niet gebruik krui maken. Men kan daarbij wel van een moreele verplichting sjor ken en een christen zal er zeker een gewetenszaak van maken zijn stembiljet good te gebrui ken. Maar zulke moreeie verplichtin gen belmoren niet onder tie Wet te vallen. Daarnaast dwingt de practijk om den kiesdwang op te geven. Nog af gezien van het Amsterdamsche verkie- ringsschandaal is de onhoudbaarheid van de wettelijke verjdichting reeds 'n 1918 gebleken, toen bij de Kamer verkiezingen in Amsterdam 26960, in Rotterdam 26.476 en in Den H:mg 10184 kiezers thuis bleven. Dit was de eerste maal. dat de stemplicht werkte. Wat moet er dan op den duur vpn terecht komen? Aan vervolgen der „strafbaren" viel natuurlijk niet te denken. En dan, beter geen wet, dan eene, die niet kan worden na- 'gelecfd. Wij voelen, dat nu de stemplicht eenmaal is ingevoerd er één prac- tisch bezwaar bestaat hem thans weer af te schaffen. Nu ook de vrouwen aan de verkiezingen moeten deelnemen, ware kiesdwang zeker een gemakke lijk middel om vele vrouwen haar natuurlijken afkeer van den gang naai de stembus te laten overwinnen. Maar zulk een motief zou toch nimmer tot handhaving van een in zich verderfe lijk stelsel mogen leiden. Deze over weging kan hoogstens voeren tot ver wezenlijking van het denkbeeld om overdracht van stemrecht door de ge huwde vrouw aan dan man bij de -wet mogelijk te maken. Maar de stemdwang hebbc nu voor goed afgedaan' BSSMSJpim BfêüWS. TELEFONISGHH AAN SEE JTING. .NEDKRLAND -KEI Ai Ik Boor liét kamerlid den heer Boats zijn aan' den Minister van Water >teat do vol gende vragen gosleid 1. Ts het den Minister bekend, dat aanvragen om telefonische aansluiting van Nederland naar België in don regel veel> meor tijd vorderen dan in omge keerde richting? (Een aanvraag op 1 December te 10.45 in Den Haag paar Antwerpen gedaan, had om .3 uur nog niet tot aansluiting geleid. Daarentegen gal con aanvraag te Antwerpen om 1.38 naar Dgn Haag gedaan, om 2.50 aan sluiting. Dergelijke verschillen doen zich telkens voor). Is do minister bereid te ondor- aöekefi aan welke oorzaken dat verschil ie te wijten, en aan do Kjamer mede te doelen of maatregelen ter vorkete- ring kunnen of zullen worden ge nomen? Be épellingregeh. - Het bestuur van de Nationale Ver eniging van leeraren in- Stenografie -„Groote", heeft zich, naar aanleiding van het. -ontwerp tot 'spellings vereenvoudiging door de prof. dr. A. Kluyrer en dr. J. W. Muller, met een adres tot den minister van Onderwijs gewend, waar de aandacht wordt geves tigd op de spellingregels voor de klin kers, volgens hot systeem „Groote". Adressant verzoekt don Minister dezen spellingregel voor de klinkers ernstig te doen onderzoeken en twiifeit er niet aan, dat de voorkeur zal worden gege ven aan dozen oenen en eenvoudige ,-v, praetisencn regel boven vele andere onlogische regels. liet vergaan van tie Eems II. Op don 30en November vergaderden de be - sturenvan doCentrale van Veraeuigin- gen van Personeel in 's-Rijksdienst on van de daarbii aangesloten vereonigin- .gon, die personeel, werkzaam bii het Loodswezen hebben georganiseerd, tor bespreking van de maatregelen die be boeren .de. worden genomen naar aanlei ding van het to Delfzijl gebéurde mei de loedsschoener Eems II en mode naar aanleiding, van het standpunt door den Minister van Marine ingenomen. Do besturen waren van oordeel dat het Departement van Marine niet de zorg aan de Loodsvaaxtuigen besteedt, die noodig is om zooveel mogelijk ram pen te voorkomen. Ernstige ontstemming heersekte over de brute weigering van den Minister om het bestuur van de Oontrale to ont vangen ter bespreking van de belangen van hot personeel in verband met het voorgevallene. Mon besloot tot het houden van een buitengewone openbare vergadering ten einde het geheele personeel in stand punt te bepalen. Deze vergadering zal worden gehou den op den 8en December te 's-Gra- venhage in Restaurant Biohe, Buitenhof. De Minister en de verdere autoritei ten bii het Loodswezen alsmede de ledon van de Tweede Kamer zullen wovdon uitgonoodigd de vergadering bii te wo nen. HET TEKORT BIJ ONZE SPOOR WEGEN. Uit. een staat vam de in 1020 verrichte a/sdu-ijv'ingten op -spoorwegen, rollend ma teriaal en eiploitotte-inrioliiSingen, blijkt dat in 1920 is ingeleefd 7,325,885.29. ïte#vcnKfien is het tekort in d!e Pensüoen- fondlsen dier beide sipoorwcgraaatsehap- pijen, dial- de Slant voor het geval van naasting voor rijm rwfoenilsig heeft geno men, toegenomen met3 1 35,845.84Ys. ■Be iaak'Van Rest. Naar het ..Eiudih. DagM." verneemt, is liet rapport van dien eèrè-raad in zake dfe gedragingen van den 'hear mr. dir. J. van Bost. als regeeraBgi- eammèssarift im België, over een dlag of acht te wachten. HET PERMANENT INTERNAT. GERECHTSHOF. Een Dee. zijn, li-aar de „Msb." uitt Gienève voTtwemt, de convocaties verzoai- den. waaribij de elf rechters van tiet per manent i.-r.ic.i-nionaal gerechtshof worden opgeroepen om op 30 Januari 1922 te 's-Gratvenfbügc te vergaderen. Men denkt, dwt de plechtige openingszifctiog van hc* permanent inrtenvriaonaai gerechtshof in bet begin van Februari zal plaats hebben. BEGROOTING VAN WATERSTAAT. De hogrooliiig van Waterstaat is Vrij dagmiddag met 81 tegen 2 stemmen aan genomen nadat de Minister het artikel 152 (raad van toezicht op de spoorwegen) met 16.000 had vernniindieird. DE BEGROOTING VAN ARBEID. De Tweede Kamer heeft hesloten a.s. Dinsdag te 1 uur de behandeling van die bog pooling van Airhead voort te zetten, iril- Stttiteiïii ie or zoover betreft de bezuirai- gingsnialAe va» de hetjren Oud en Dre>sset- buys. ONTWERP REGELING DIENSTPLICHT. De Tweede Kamer (heeft VrijtfegniLKMag besloten volgsr.de week Donderdag, iin de avond-zitting een, begin te melken met de Wbandeling van het omtwcap tot rege&ng •rein d«i diiemslipliclrf. AFSCHAFFING VAN DEN PORTVRIJDOM. Een nieuwe regeling. Een regeling is door den Rand van Ministers goedgekeurd, waarbij is be paald: 1. Eet Staatsbedrijf van de posterijen, de telegrafie en telefonie ontvangt van elk departementeen jaarlijks vast te stellen bedrag als vergoeding voor de in afrekening te verzenden correspondentie, welke van dat département en van de onder dat departement res-or toer ai; da met name te noemen ambtenaren en insteL lingen uitgaat en betrekking heeft op den openbaren dienst. 2. In de van bet Departement van Binnenhmdsehe Zuhen te ontvangen ver goeding is begrepen het bedrag, dat aan het Staatsbedrijf van de post, de tele graaf en telefoon toekomt voor de ver zending van de op den openbaren dienst betrekking bobbende correspondentie, uit gaande van do gemeentebesturen. 3. Het port, verschuldigd voor stuk ken, den openbaren dienst betreffende en bestemd voor een dor sub 1. en 2. bedeelde ambtenaren of instellingen, kan in bijzondere gevallon modo in de af- L -psom worden begrepen, indien zulks de wij pc van verzanding blijkt. Voor de stukken, welke thans onder genot van vrijstelling van port worden verzenden door de kerkgenootschappen, aal dezelfde regeling gelden. De Minister vun Waterstaat, die de voorkeur geeft aan een Btelscl van dienst- zegels, is, teneinde proefondervindelijk te doen vaststellen, welke regeling in de practijk het bést voldoet, voornemens de Stukken, uitgaande van het d.ep. van Waterstaat en de daaronder recsorieeren- de ambtenaren en instellingen, met in gang van 1 Januari 1922 te doen fran- keeren door middel -van dicDstzegels. Het ligt in de bedoeling voor de tegen misbruik in het leven te roepen strafbe palingen een voorste te doen tot wijzi ging van de Postwot. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 2 Dcct.iuber. Regeling der werkzaamheden. Dc VOORZITTER steil voor Donder, dagavond aan te vangen met de nieuwe dlenslpltcbtwel verder te behandelen in de dagyergadering aa afloop van de grondwetshersne-'ig. De heer SCi. .PER S.D.A.P. doel het voorstel, de dienstplichtwet na Kerstmis te behandelen. Het voorstel-Sehaper wordt verworpen met 45 tegen 38 stemmen: hst voorstel van den voorzitter is daarmode aange nomen. De bedoeling van den voorzitter is, voor Kerstriiis af te doen, de grondwetsher ziening, de dienstplichtwet, de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting en de Indische begrooting en van de be- grootkigs-hoofdstnkken alleen nog Arbeid. Waierstaatsbegrooting. Hel amendement-Marchant om de post voor den raad van toezicht te verminde ren met 13.700 wordl overgenomen. De MINISTER brengt een vermindering met 16.300 aan. De waterstaatsbegrcoilng wordt aange. nomen met 30 tegen 3 stemmen. De mo tie-Van Bcrcsleijn, inzake getijke tarieven van Ncdcrlandsche stations naar Londen via Vlissingen en via Hoek van Holland wordt aangenomen. Besloten wordt Dinsdag te behanuelcn de bezuinigings-motie-Oud bij de arlie'uls- begrooting. In verhand daarmee trekt do heer Oud zijn motie lot uitsiel dei be handeling v«n de arbeidsbegrooiing in. Grondwetsherziening. De heer SCHOKKING C. II. acht uit breiding van hel aantal Kamerleden over-, bodig. De heer KOLTHER C. P. is voor uit, breiding lot 200 leden. De beer VAN SCHAIK R.K. zegt het met den heer Seliokking eens te zijn. De hoeren VAN RAVESTE1JN en VAN DE LAAR zijn voorstanders van uitbrei ding van hei getal leden der Tweede Kamer. De beer MARCHANT V. D. is er tegen. Minister RUYS DE BEERENBROÜCK verklaart dat aanneming der ftmendémen. ten het bewuste hoofdstuk, in govaai zou brengen. Het iinieiidcment'-Troeislra 1200 leden) wordl verworpen met 49 tegen 26 st., het amendement Drier (150 leden wordt ver worpen met 49 tegen 27 stemmen. De beerren VAN RAPPARD V. B„ OUD v. D. en TROELSTRA S.D.A.P. maken bezwaar tegen de bepaling dat hun, wicn bet kiesrecht Ss ontnomen, ook dc ver kiesbaarheid kan worden ontnomen. De heer SCHAPER S.D.A.P. deelt die bezwaren niet. De heer VAN SOHAIK wil een ander# redactie ten einde politieke veroordeelden niet onder de bepaling te doen vallen. Jn verband daarmede vervocht de Minister aanhouding van het art. ai'Iiis beslaten. De heer TROFLSTRA llohf een amen dement toe om pensionneering van we duwen en weezen van Kamerleden niet facultatief doch imperatief le maken. De heer VAN R.AVESTEÏJN licht een amendement loc om de r tg ding dl r vergoeding voor Kamevleden hij gewone wet te d«en geschieden. De heer BRAAT verdedigt eén amende, ment om de vergoeding voor Kamerleden, te slellen op f 2öOÖ in plaats van ze te verhoogen van f 3008 tol f 50CO. De heer RUTGERS A. R. lwshl een. amendement loc om de vergoeding te be palen OP 3009 tloeh aan dé leden bui len Den Haag behatve reiskosten ,qok ver blijfkosten (e vergoeden De heer VAN BEP,ESTEIJN V. D. ver dedigt het Regeeringsvóorslel. Evenzoo de beer TER HALL V.. B. Tan „0, miss," trachtte Dina haar met aandrang gerust te stellen, „dat is de oude hond, die huilt buiten voor de hut, heeft mij geërgerd al vele nachten met akelig klagen en huilen." „Neen, Dina, dat was geen hond, dat was een menschelijke stem, de stem van een zwaarzieke of...." „Ik zeg neen, miss, neen! Een oude hond...." „Daar is 't weer," riep Edith ont steld en sidderde over al haar leden, terwijl zij krampachtig Dina's arm omkne de. „Freule Edith," riep Blunt, in angst over haar ontsteltenis, „om 's Aiemelswil, is u onwel „Hoort ge niets?" „Neen, uw verbeelding is opgewon den „Neen, geen verbeelding Het gaat mij door de ziel Er is een klagen, een smart in deze menschelijke stem' alsof iemand heftig lijdt." En haar gezicht met beide banden bedekkend huiverde zij als in kouden koorts. „Ik bezweer u, freule, stel u gerust, kom tot u zetfGij zijt nerveus, rust nog 'n oogenblik uit en dan willen wij terugkeeren." „Ik ben niet opgewonden, ik was zoo kalm en onbevangen als gij zelf, -Juné; maar ik vergis mij niet iki vrees, dat iiier ergens in de nabijheid een wezen is, dat hulp behoeft. Wilt gij zoo goed zijn eens buiten de hut te kijken of daar ook iemand is, die orn hulp roept outer om haar gerust te stellen begaf Blunt zich naar buiten en zocht daar vergeefs naar een jammerend wezen. Hij had echter nauwelijks de hut verlaten of Dina snelde op haar jon ge meesteres toe en stiet haastig de woorden uit„Er is werkelijk -een menschelijk wezen in de buurt, en dat steunen komt ook van daar, honingduifje za! rustig zijn en geen zorg maken." Angstig vorschend blikte Edith in 't gezicht der oude. „Wat zeg je, Dina „Stil, stil, hartje En de oude legde den vinger op de dikke lippen en biikte schuw naar de deur der zijkamer. „Honingduifje moet niet verlangen dat negervrouw zal spreken kan 't niet, mag 't nietbid u, miss, nie mand zeggen, dat u gehoord hebt dat zuchten." „Maar Dina, het is toch te vreemd „O beloof mij, beloof mij, honing duifje Hebt niet vertrouwen in oude negervrouw, die kleine miss op de armen droeg en verplegen mocht als hartje nog zoo nietig was als een dwerg je Zult ailes eenmaal weten en dan' blij zijn, dat zij niets verraden heeft gauw miss, beloof 't En voor Edith op de knieën neef- vallend, sloeg zij de handen biddend te zamen en keek angstig tot haar jonge meesteres op. „Zegt ge me werkelijk de waarheid En is 't goed wat je doet „Ja miss, alles is goed en de waar heid. Kan niet zien dat u angst heb daarom heb gezegd alles." Verbaasd, keek Edith neer op de vleiende oude aan haar voeten. Die verborg haar klaarblijkelijk een ge heim. Wat zou 't zijn Zij wankelde tusschen vrees en twijfel. „Gauw, gauw beloven," riep de oude nogmaals, want Blunt's voet stap werd dichtbij gehoord. „Ik beloof 't," antwoordde Edith, „maar zeg mij nu eens...." Met een snelle beweging legde dc negerin weer den vinger op den mond, bukte zich naar een bos hout en wierp die in het vuur. In het volgend oogen blik knarste de deur en de secretaris verscheen op den drempel „Ik heb overal in den omtrek een zorgvu dig onderzoek ingesteld, freu- ie Edith," zei hij. „en ik kon in het minst niets ontdekken; beken nu toch, dat ge heden ongewoon opge wonden zijt en u blijkbaar vergist hebt, toen gij het huilen van een hond met menschelijke jammerklachten verwisselde!." „Het is werkelijk mogelijk." ant woordde de jonge dame aarzelend. „Ja kind dat is wel zeker mogelijk," sprak Dina, en schudde beteekenis- v.ol met het oude hoofd. „Mijnheer als. een hond zoo erbarmelijk huilt, als mijn hond heeft gedaan in dc laat ste dagen en nachten, dan moet er iets gebeurendenk aan mij, kind. het is een voorteeken als de honden huilen." „Wat zal er dan gebeuren," vroeg Blunt. „Wat zal er dan gebeuren," vroeg Blunt. „Iets verschrikkelijks mijnheer, want de honden weten meer, dan zij zeg gen kunnen, en men mag gelooven dat ergens een ziel zich klaar moet maken voor den taats ten roep, als honden zoo leelijk huilen.het be- teekent den dood. „Koim, kom! Dat is 'n oud bijgeloof Dmal" „Geen bijgeloof, mijnheel'I Gij zult zien of oude Dina gelijk had" „Wat meent ge daarmee, tante Dina", vroeg. Edith. „Ik bedoel, binnen korten lijd zal iemand van de plantage sterven." „En weet ge dat nu door 't hui len van dien hond" riep de secretaris lachend. „Neen, neen, ik heb nog betere oor zaak dan dat. Laatst was ik iu het groote huis, als miss Stillvvortii heeft geroepen naai' Jack; geloof mij, die oude, onzalige neger gaa't In huis niet de bijl in de handt Zie, hartje, ook dat beduidt de doodt" Blunt lachte nog hartelijker dan te voren. „Goed," zei Dina en hief dreigend haar wijsvinger in dc hoogte. „Als gij komt bij een graf, deuk dan aam oude Diua en geloof, wat zij heeft gezegd. „Foei, foei, tante, spree'k niet zoo huiverig," bad Edilh sidderende, bracht me! de bijna vergeten boodschap va» haar moeder over en verliet met Blunt do hut. Bleek en zwijgend ging zij 'n poos naast haar begeleider voort. „Mag ik weten, waarover u zoo ernsiig blijft nadenken," vroeg hij eindelijk. „Over Dina's griezelig gepraat." „Gij laat u toch zeker niet door zoo'u onzinnig bijgdoof beïnvloeden?" ,,'t Mag u bijgeloof toeschijnen, mij klonk 't als een profetie." „Dus gelooft gij....?" „Dat een ongeluk Cozy Dell be dreigt; God weet, welk; maar ik voel 't nader en nader konten het zat spoedig boven ons losbreken," zeide Edith. „Freule Edilh,. gij geeft nu toch al te veel toe aan uw overspannen ver beelding." „Gelooft gij agn voorgevoelens?" „Ja, lot op zekere hoogte." „Goed dan! Geloof dan gerust, dat Dina waarheid gesproken heeft; bin nenkort zal alle lust en vreugde in droefenis veranderd zijn." Edith blikte met haar groote, mooie oogen lot bon op; er was zoo'n eigen aardig lichten, zoo'n wonderlijke glans in. dien blik, -als Bhrat uog nooit ge zien had. Geen woord, weid meer gesproken, totdat eindelijk 't kleine zijpad weer bereikt was; dan eerst begon. Blunt: „Hier zijn wij aan den heuvel, mijn weg voert nu door 't bosch, want ik durf u niet tot aan hel kasteel ver gezellen. Wilt gij mij echter, voor we scheiden, nog iets beloven?" „Ik zriu ipw srapg hebben, dal li altijd mijn vriendin bïeeft." „Ik wcnsch met een ieder goede vrienden te blijven." „Mag ik echter niet wat meer vriend schap vragen dan de overigen 'C' „Waarom zijt ge dan niet tevreden één mijner vrienden ie -rijn?" „Dat hen ik." TI ij zei 't met nauwelijks verstaan bare stem. „Dan scheiden we bevredigd; 't ga u goed en ik dank u voor uw geleide Zij sloeg den naasten weg naar 't park in. Hij echter zag haar na met somberen blik. „Zij kan ellendig met ine spelen," mompelde hij. „Ik dwaas, ik meende haar van mijn kinderlijk gevoel te mogen spreken haar, die mij Dij iedere gelegenheid aan mijn aanhanke- lijsheid herinnert!" Een kromming van den weg ont trok Edith nu aan den blik van d"ti secretaris, di" >ih modaoas afwe fi de en dan snel op I slot Cozy Dell toeliep. ACHTSTE HOOFDSTUK, Tusschen Edith Süllworlh en haar stiefzuster Ida bestond een eigenaar dige verhouding. De eerste, vier jaar e lid er, was namelijk nog altijd gewoon in Ida meer een kind dan een vriendin te zien. Zij liad zich aanvankelijk met groeten ernst er op toegelegd haar zuster dc kinderlijke .gebrpken af te wennen en haar iu velp dingen op te leiden. Maar Ida was grillig enego- istisck. (Wórdt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1