BINNENLAND Bureau: HOF WOENSDAG 1 DECEMBER 1921 1 „ONS BLAD5» p*5™ i S, ALKMAAR. - Telefoon: mmm hit mumm. «LËiliïiiii mmim. FEUILLETON BiMKENLAHBSGH liEIIWS, De actie voor bezuiniging. If©t gelieasii i?asa Cozy Dell, Ko. 353 J4e 3AAROANO HOLLANDSCH Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarf 2- Voor buiten Alkmaar2 85 Mei Geïiiustreerd Zondagsblad 0 50 f hooger. 433 "d Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1 25; eikeregel meer f 0 25; Reclames per regeïf 0 75: R" riek „Vraag en aanbod* bij vo*t- uitbetaling p. ptaat'; 'T f 5.60 OO.—. f 200.—. f IOO.-. f 60.—. f 35,—. f IS.-i L LGENS GEN EEESiDACi VAN MARIA ONBEVLEKT ONT- VANGENIS, ZAL DIT BLAD MORGEN NIET VERSCHIJNEN. „To o aeel te Parijs". Wanneer ik tot nu toe in mijn brieven maar heel zei-den over het Fransche too- üeel heb geschreven, is bet niet uit gebrek aan belangstelling voor deze kunst die in goede banen geleid, een machtig middel ten goede kan zijn. De reden is gelegen in het al le geringe aantal stukken dat zonder voorbehoud kan worden aanbevo len en uit het oogpunt van kunst meer dan gewone beteekenin hebben. Het aantal schouwburgen is zeer groot en de hoe veelheid nieuwe stukken naar verliouding, maar tooneelwerken die verdienen .ook in Holland gekend to worden en bij een be zoek aan Parijs in ogenschouw genomen, zijn er zeer weinig. Men vervoegt nog altijd hel werkwoord .beminnen" op alie mogelijke manieren en meest op een wijze dat de mooie en waarachtige liefde in het gedrang komt en wordt opgeofferd aan een onwettige die net zoover! met liefde beeft le maken als margarine met natuur boter of nog minder. Dit neemt niet weg dat er gelukkige uitzonderingen zijn die eens te meer den regel bevestigen; dat spel en déoor in dc meeste gevallen voor treffelijk zijn en dat er een streven naar verdieping van het Fransche Tooneel merkbaar is. Het „Odeon" en de „Come- die FranQaise" gaan in dit opzicht voor en aeifs schouwburgen als de „Vaudeville" en de „Nouveautés", specialiteit in stok ken met „menages trois", volgen dit goede voorbeeld. In de eerste woonde ik een reprise bij van l'Envers d'u-ne Sain- te" van „Francois de Curee" die merk waardig is om de ernst die uit de behan deling van dit moeilijke onderwerp spreekt. Den meisje dat na bedrogen te zijn in baar liefde, bet kloosterleven op- sfoelrt, daar. om hare vrooratieki, wordt geprezen, dooh innerlijk haar liefde voor haren vroegere» verloofde heeft bewaard, en na. achttien ja»r férüggeSfeerd', Kaar- be. drogen liefde op diens dochter wil wre ken, dodh op het juiste «ogenblik tot be zinning gekomen, in het klooster terug keert, is een gevaarlijk ©ndenwerp. Afge zien van de voor ons katholieke twijfel achtige mogelijkheid of een dergelijke in en uittocht van een klooster denkbaar is en enkele andere kleinere bezwaren, is dit werk eerlijk van opzet, knap van uit werking en krachtig door karakteruitbeel ding. Met veel innerlijk gevoel vooral en zonder uiterlijk effectbejag, door de hoofdpersonen gespeeld, beeft dit werk van „Curl" dat ook eigenschappen bezit die lezing ervan aantrekkelijk maken, ons Iets heel moois gebracht. Dezelfde schouwburg Ket ons kermis maken met 'n historisch werk van „Paul Fort, den ook la Holland bekenden dichter. Het zijn meer Keurige tafereeien die hij aan ons oog ontrolt dan wei bedrijven die samen een tooneetstóc vormen „I-odewijk XI" naar wien zijn werk is genoemd, is de hoofdpersoon en zijn populairiteit in den goeden zin van het woord en zijn strijd met zijn neef om liet gezag Is in hoofd zaak de inhoud van dit in dichterlijke taal geschreven tooneetwejk. De decors en de historische costuums zijn een tost der oogen en verdienen alleen reeds een talrijk bezoek. Molière te zien spelen in de „Comedie Fraaeaise" is een geheel bij zonder genoegen. Het is niet meer noodig te herhalen, dat Molière evenals alle grooteschrijvera. van alle tijden dus ook van den onzen, is, het is een waarheid die geen bevestiging behoeft. Zijn „Monseig- neer de Poinceaua'nac", is een klucht van het zuiverste wat r. maar zoo kostelijk gespeeld en zoo i-u-ieus gemonteerd, met hier en daar wei is waar een te veel" aan kluchtigheid, diat bet bijwonen tot een kunstzinnig genoegen wordt „Sarah Bernhardt", de eeuwig jeugdige, bezit als geen andere toonceldiireclie de liefde voor het vers, dat haar steeds new welluidende slem, baar „voix «For" met ongeëvenaard meesiterscha pweet te zeggen. Daaraan heeft voor een deel zeker „Maurice Roslanl" de zoon van den be roemden „Edmond" 't to danken, dat zijn „le Gloirc" door -haar' in haar eigen schouwburg is opgevoerd. Intosschen i.s- ten wij niet onbillijk zijn eri liet voorbeeld niet volgen van de velen die uit antipathie leger, den auteur, niets goeds in zijn stol willen zien. „La Gloire" verdient beter en, geeft beril recht op een eigen plaats naast zijn vader van wiens afstralende glorie hij de vo<»r- en nadoelen zoo ruimschoots heeft ondervonden. De inhoud? Misschien voor een groot gedeelte een wedergave van zijn eigen leven, er aanontleend, wat de hoofdgedachte betreft, zeer zeker. Hij laat ons een -beroemden schilder zien. wiiens zoon, eveneens schilder, hem wil overtreffen, doch ón de uitvoering zijn mindere -blijft. Teleurgesteld en droefgeestig verschijnt hem „de Glorie" gepersonifieerd in „Sarah Bernhardt", hem aansporend allen die zijn kunst Tiieü begrijpen, te veriaten. Hij gaat naar Engeland, wnaT hem een ontvangst wacht overeenkomstig den grooten naam, dien hij draagt. Hij werkt er echter in bet geheim met koortsaehtigen ijver. Als liij een twaalftal doeken gereed heeft, ver langt bij deze zijn vader die overkomt, liet altereer;* tie toonen. Hij ontsluit vol be- geeren de deiuren van zijn abeKer, doch sleohls onbeschilderde doeiken hangen aan de wanden en een plotselinge waanzin grijpt tir» roemzuchtige aan. Na zijn her stel dat lange maanden heeft gevraagd, teruggekeerd in zijn atelier, ziet bij twaalf meesterwerken, door zijn hand ondertee k-end. Hij begrijpt dat zijn vader, die hot ten slotte erkent, de schepper van dere sdhrklOTijen is en tftvorens zijn einde na dert, verschijnt nog een-s „de Glorie" om haar prooi nu voor goed als bet ware, op te ets-chen. 1 tori fcorl heb ik den inhoud weergege ven varl dit toor.eelgcdicht, getuigende van Rostand's rijlke phanlasie en kijk op het tooneel. Zijn verzen zijn .niet altijd «ven wellui dend en «oker niet fe vergelijken met di9 van den dichter van „Gyrano de Bergerae", maar ontegenzeggelijk is bier «en dichter aan het woord die iets le zeggen heeft en den vorm heeft gevoauden om dit te doen. Een waardige opvoering heeft „Sarah Bernhardt" dit opmerkelijke tooneehvegk benul en zelf er bet cachet van haar hoogt kunst opgedrukt. Dc liefde tot de poes-is die zij door woord en daad opnieuw beeft bewezen, zal zeker niet d-e minste ver dienste blijven van deze gevierde kunste nares. Be «ene premiere volgt ki deze dagen op de andere, en zelf met den besten wil v:m de wereld is het niet mogelijk nile bij te wonen en zeker .niet over alle te schrijven, de enkele hier genoemde, mogen getuigen dal het Fransche tooneel naast veel afkeurenswaardigs ook verhef fende kunst weet te brengen. Een blij verschijnsel voor bet lan-d zelf allereerst', maar ook voor hein, dse de waarachtige kunst van bol tooneel lief heefl en er vat» mag gewagen. Parijs, 30 November 1021. Mr. P. v. S. Verwerping van motier.Dt stemplicht uitgebannen. Hei aanlal Kamerleden yelumdhao.f J. De motie OudDressethuys. Schadeloosstelling dei Kamer leden. De moties van Van den Tempel, drie in gelai, inzake de werkloosheid, onder gingen het lot, waaraan ze niet konden ontkomen. 7e werrden alle afgestemd. Dit was ook het geval met dc motie-San- nes, nadat d-e voorsteller, gehoor gevend aan een wenk van den heer Dresseltmys, nog een poging in 't werk gesteld had„ om zijn motie zoodanig te spiilsen.dat het tg, verkenen erediel voor wegenaanleg in lente tot een afzonderlijk voorstel zou gemaakt worden. Een poging, die misluk te;; omdat het voorstel dal daartoe noo- düg was om de beraadslaging te herope nen, verworpen werd. De motie der com munisten hielpen ook de socialisten af stemmen. Na deze motie-moord ging de Kamer wcct grasduinen in dc Grondwetsherzie ning, Eerst verwierp zij twee amendemen ten om den klezersleeftijd te verlagen. Het 18-jaarsvoorslel der communisten kreeg slechts de 3 stemmen van die partij, fle grens van 21 jaar (door de S. D. A. P. foorgestckl) bracht het tol 29 Memmen, zoodat bel Grondwetsartikel blijft spreken van „niet beneden 23 jaren". Over het nieuwe eerste lid van art. 80, dal hei algemeen Vrouwenkiesrecht vast legt, vroegen do a n ti-revólu tionnai ren stemming. Naasl alie amli-repolutionnaire heeren, behalve de heer Smcenk, bleken ook dc chr.-historisehen Snoeck Henke- ma-ns, Schokking en Van Veen, zoo over tuigd tegenstanders van hel vrouwenkies recht te zijn, dal zij hun slem aan het voorstel onthielden. Vervolgens had ge stemplicht de aan dacht der hooge vergadering. De Regee- ring had aanvankelijk op hel voetspoor der Staatscommissie aan dit jonge imsti- timt niet getornd, doch bij een nota van wijziging bleek zij van- -inzicht veranderd. De groote getallen thuisgeblevenen in -1018, die ondanks den stemplicht rustig thuis waren gebleven, hadden den Minis ter nog- niet overtuigd, maar bet Ha-d-je- m e -m a ar- sch and aal heefl blijkbaar diepen indrtik op <le Regeeriug gemaakt. Zij steldé bij nota fan. wijziging voor, in de 4e alinea van arl. 80 der Kieswet fe lezen: „de wet kan de uitoefening van bét kiesrecht verplicht stellen", terwij! dr. Beumer een anti-revolutionnair amende ment verdedigde om deze geboete alinea le doen vervallen. Hij had in tie toelich ting van zijn amendement dit aangediend als een „principieel verzet tegen den stem plicht" «n daarmede discussies over dien plicht zelf uitgelokt, waarbij dc heeren Kollhek, K teer koper en Van Ravcstcyit zich prineipieete tegenstanders, dc heer Gerretson zich een even overtuigd voor stander van den stemplicht verklaarde en dé heer Schaper tenslotte, sprekende na mens zijn fractie, zich tegen den stem plicht verzette, aangezien aan nakoming daarvan toch niet de hand kon worden ge houden en „alles beter is. dan «en wette lijke verplichting, die niet wordt opge volgd". De minister van Binnenlandsclie Zaken had tegen hel amendement-Beumer zelve geen bezwaar, doch vercenigdc zich met de ziansswijze van Mgr Nolens, die het zoo onafscheidelijk van de prineipieete toelichting achtte, dat hij er zijn slem niet aan kon schenken; op denzclfden grond wenschte de Minister liet amendement niet over Ie nemen. Bij de stemming ver klaarden zich 50 leden voor en 30 tegen het amendement, zoodat de stemplicht uit! flllZO UPPflwtinnii uil* 'lotfttfl stamden-.<ie -christelijk-historisehen, dc ka tholieken, behalve de heeren Deckeis «11- .Lris, en dehoeren B-jjteyeh'k en braai. Vervolgens 'was- de vraag van h.ci aan tal Kamerleden aan d-e orde. Zooals men weet, wenschte de Regeering het aantal van 100 te handlij.en, de he,„r Troersira het op 200 en de heer Rink op JbO te brenger.. De anti-rev, heer De Monta Ver loren bestreed deze voorstellen, op grond dat hij niet geloofde aan de verbc' -big die van vermeerdering van het ledental gehoopt en verwacht wordt. De avondvergadering van Donderdag had een pakkend slot, waarop wel wei nigen waren voorbereid. Bij de bnhanditling. tier artikelen dien de de heer Out! mc-t den heer Dressct- huys een bet toigingsmoHe in, welke, ge- hcel.geiijtVtokleiKl. is aan die, welke «le heer Dressclhuys hij de begrootte# van Wa terstaat voorstelde, mei dien verstande, dat dc eisch, dal vacatures moeten worden aangevuld uit hel bestaande ambtenaars-, corps, nil geldt ton aanzien van technische ambtenaren." T Minister Aalberse. verweet den voor stellers \u cèf-st, dat dsza rooiie anders luidde dan toe bij dc WaterMaaroo- ling, waarop de hoer Oud opmerkte, dat deze motie voor- den minister minder be zwaarlijk is. Verder meende dé minister, dat deze motie eerst bij de aïgsineeae haschouwto- gen over de Staatsbegroolhig kan worden besproken, waarom hij voork>opige goed keuring zijner begroeiing wenschte, daar deze toch eerst in Maart of April van bet volgende jaar definitief wet wordt en dus na dc a'lgemêene beschouwingen desge- ivetischt nog .wtjzigingfn Ictmsen worden aangebracht Aanvaarding van dè motie kon de minister niet vbor zijn verant woording nemen De heer Oud stelde daar op voor, (te beraadslagingen Over deze begrootig te coshrsen. en nadat de heer Snoeek Henkemans tegen du voorste] sèlier-p geprotesteerd had en dc Voorzitter met gemoédelij'kheid getracht had, den lieer ttonl. ran dit piaa .te doen atzieE, medetc irjpisler Atil'bei'se nog eens, dtt het" hem onmogelijk was. fhuas reeds over de motte te otwdeeten. eii zich, edvan H dwrluiigen, #t «riet votetrekl pnhoud- kiar is, gclük die. welke by de \vater- ete a 1st) eg rooting- wa, vo,.,->cisn.'.to. Innitet- del? verktaavdc -E.Ex, zich bereid, ora „zicb naar dc moties te gedragen, zoolang daarover bij dc algs-meeae beschouwingen over, d'e 5laatsbeg-foottog-r-tet beslist is". Wij IidJttii over déze helansrake a«n- Kriegeniheid. 'n:!. de -iwrRe-Oad-ttesssel- httys, waarover liedenDinodag, aal ge- stoiml worden, ju ons ito. wan gistere» uit voerig onae tneén'nrg gezegd. Bij de Vrij dag voorgestelde bespreking over het aantal Kamerleden, waarbij Minister Ruys zich een beslist tegenstander der door de heeren Troelstra en Wuft ingediende amendementen vertelaarde, werden beide amendementen nret 40 togen 07 stoni.in.en, dus een vrij aanzienlijke meerderheid, verworpen. Tot slot werd nog een aanvang g-e- maakt met dc hesprek-ms- van «ie schadc- loosstóMisf, zooals het euphentis^seh omvang zal a^uwmen. liet ósiikb- j ,.to onipsïlEg van het woniu van ddi heer Ruiger.-, heeft veeiaar.ccme- j 'jemoailijken. iijks. Een iegefnoetkrinhiK' voor l.„.oir yaa onverdacht niet'in Den Haag toonen.en 's avonds.niét naar hun vyoonstcden gaan, is altes.a.is billijk. Mogeliilc dat in 'deze richting een behoorlijfce oplossing is ie vinden. tui LUILAKKERIJ VAN AMBTE NAREN. Een ambtenaar deelt aan de „Tel." me de": „Aan één onzer depazientecicn was on huigs door hel le groot aantal aanhtenaren en door slapte, zóó weinig te doen, dal vrij wel heofe afdeelmgen stil zaten. De da mes en heeren brachten romannetjes mee. met verlof van hun chefs, en gingen die zitten Wen. Natuurlijk zou zoo tets op de bezilinigingscommissie een slechten indruk maken. Vandaar dat de netton van instruc tie waren voorzien. Zoodra een lid van de staatscommissie op hel departement was gesignaleerd, ging een bode van kamer tot kamer, en waarschuwde de ambtenaren, die dan natoiirlijk .zoogenaamd druk aah het werk togen." Nog een voorbeeld wordt door hel blad aangehaald „Wij spraken dezer dagen een afgevaar digde. die een bezoek aan een departement hsd gebracht, llij constateerde toen, dat in één der zalen dames en heeren genoeglijn drie mir des middags bezig waren met thee-drinken en gebakjes-snoepen". -We zijn innig overtuigd, vervolgt het bbvd, dat dergelijke voorheelden met do zijnen te vermeerderen zouden zijn. Wie rondkijkt op onze departementen krijg! vrijwel overal een indruk van knusheid, van gezelligheid, van huiselijkheid, van pijpjes-rook en en koffiedrinken. Alléén de pantoffeltjes manfoégren er aan. Jntussolien vernamen wij, dal de firma, aan wie.de levering van de belrokken sler- meiilielen was opgedragen, bezwaar had gemaakt, ae te-vervaardigéii, omdat ze te weinig degelijk zouden zijn voor hureuu- gebritik. Maar d« mmister handhaafde de ontwerpen ongewijzigd. -.Waarop .de. filing leverde. Thans e tol tor is de Mi ito kracht der d, parlementen Th volte- werking. De siaais- wol s§ naar onze vaste overtuiging nog lang ntol alles aan het licht heeft ge bracht. Er Is een sterk omlergrondseh verzet tegen de beweging, die een eind wil maken aan de roekelooze. geldverspilling. ..Dal veraf, waartegen zelfs ministers zieh vrtiêhieloos kanten, kan alleen mei sterke middelen worden bestreden. Is het niet merkwaardig, dat at. Rink. die thans als voorzitter der staatscommissie op zoo ver dienstelijke wijze de misstanden signaleert, daarvan als minister blijkbaar nooit iets heeft ontdekt? Ons volk beeft er recht op, dut er een eind wordt gemaakt aan de ge-organiseer de luilakte rij. die in ambtenaarskringen op de departementen bestaat, en die ook een ergernis is voor de goede elementen in liet beet, der kanverleden. Een teer, pwst en korps. Die zijn er. Zeer zeker. Maar die hebben tof-BOg-tbe nil solidariteit gezwe gen. De eer van linn beroep kan er slechte door gebaat worden, wanneer fhnns niet vaste' hond wordt ingegrepen. Weg mef de pijpjes-Inbak en de feoffie-met-taartjes-at- mosfeer! een nctetiue -kwestie. Dc -heeren Rutgers c.s. vvenschcn het bedrag- van .3000.gkl, te behouden, maar er verblijfsvergoeding aan te verbinden vooi' ben die niet in Den Haag wonen. De Keer Brast heeft zijn amendement om het bedrag te verlagen tot 2500 gulden toegelicht met een rode die veel yroplijkheid verwekte. Het was zijn bedoeling aan te toonen dat <Ie leden allen zooveel bij-functies hadden, dat zij waarlijk hun tijd niet volledig aan tast lid maatschap gaven. We slaan nc# sledi&s aan he l he glit van grondwet verdwijnen zal; 'legen1 deze dfeeuseie, <lie \vaarsd«iiiHi% eeuigen DE LQONEN DER BOUWVAK ARBEIDERS. Bïi de intorpellttti- over de Woning- bouwcircnlaire van Minieter Aalberje was reeds gebleken, dat ook do over dreven lionsischen der bouwvakarbeiders ijdc d.v-.". vrn .£0- eiuIiciiicUa zijde Li vk de j '.i-. thcid daar van. In don Amsttrdatoisckén Raadzeidb do heer Guidon, kei bokenle sociaal- ilfcn."seis-lid o.m., dat uitbreiding moet. o ..en van bet aanlal bouwvak arbeider;, om t-c-n tegenwicht le vormen tegenover ie meer dan overdreven oischen", dié groote groenen van bouw vakarbeiders stellen. Ook bier goldf, al dus de heer Gulden, boo minder aan bod (van werkkrachten) bo: hooger do ioonen. En de looaen der bouwvakarbei ders gaan nog altüfl ver uit bovon bet loon van andere arbeiders. De verhou ding lusscben bet loon en do overige kosten van den woningbouw b oneven redig hoog. Door dis hooge lonen wer den de buren schrikbarend de hoogte in gedreven. Het gevolg is, dat de ar beiders een goede woning niet kunnen bekomen. ïben nu de besr Gulden in don Raad der Hoofdstad een beroep deed op den gemeenschapszin der arbeiders Was de Cjnseiuente-sooialid, de commu nist Oolly, onmiddellijk bij de band om te onderbreken: ,,Doe dat bezoop op, de regeeripg!" Waarop de heer Gulden antwoordde: „Neen, meneer Golly, op do arbeiders moet dat beroep wordat gedaan," In een volgende zitting heeft wethou der De Miranda dan ook moeten toe geven „dal de arbeidersbonen in de bouwvakken almo.-mual hoog ajin." "Dc „Tijd" vraagt, waarom do Socia listische wethouder De Miranda die zoo graag ingrijpt in 'T econojniisoh ievon om „prifsregelend" ep te trede», tjbaus niets onderneemt -om de Irust-vorming- der bouwvakarbeiders te breken? De Wethouder zal niets doen om jbui- tenlundsche werkkrachten aante voeren. Dit wil kti maar liever aen particulie ren overlaten. Bii verwacht, dat de -eMgtiferteit der arbeidsmarkt vaazèlf zal medebrengen, dat er meer b ■ti.wvakiyrhoi- dere komen en dientengevolge dc loönen dalen. Het is wel merkwaardig, dat de bear De Miranda wanneer het bijvoorbeeld tegen de middenstanders gaat, niets van. 'de elasticiteit van vraag en aanbod ver wacht en alles zelf wil doon, om de hooge prijzen omlaag te drukken!" Tegen de roode vakbonden durft hij bet niet opnemen! Het gepraat over so ciale rechtvaardigheid en bescherming der economisch-zwakken door de so- ciaal-demoocatische leiders kan dan ook niet ernstig worden genomen. Hit Den Haag wordt aan da gemgld, dat naai aanleiding'' van wen ken van de Bezninigingscommissie er Overleg heeft plaats gehad, tusschen de departementen van Buitenlandsche Za ken en van Landbouw, Nij verheid en Handel over de vraag, of een geheele of gedeeltelijke samensmelting van de af- deeling ,,Hoonomische Laken" van het departement van Buiteniindsehe Laken en de afdeeling Handel" van het de partement van Landbouw, Nijverheid en Handel mogelijk is. Terwijl dit overleg nog voortduurt, is „Niet in den zin, dien jij meent. Ik kan 't nu eenmaal niet verdra gen mijn liefde tot deze of gene op eenigerlei wijze bespot te zien, zelfs niet de liefde tot mijn vader. I k zeg zeg jc dit alleen, omdat jij mijn zus ter en evengoed zijn dochier bent als ;k zeif. Ida, ken je 't gevoel, dat ons •"'les verdragen, alles lijden doet voor dengene, dien wij beminnen? Als je dal verstaat, als je dat begrijpen kunt. weet dan dit: zoo'n liefde draag ik mijn vader toe. En met zoo'n gevce! m 't hart z,..n. 't mij mogelijk zijn hen haten, die hem dierbaar zijn? Moet ik dnn al niet veel van je houden om zijnentwil? Ja, ik houd van je, Ida, jk 1h\D je lief, trouw en oprecht. Er is een tijd geweest, dat ook "jij trofscn was op da genegenheid van'je Edith; maar acli, hoe lang Is dat al geleden." Lij kon den zin niet eindigen, want tranen verstikten haar stem en een siddering voer door haar bevallige ge stalte. Ida's toorn was verdwenen. Be wonderend rustten haar blikken op de zijwaarts staande zuster, die met af- gewend gelaat vroeg: „Wanneer heeft vader den laats ten keer om je gevraagd Ids „LisUTOjj." „E:j waüiises' dan da voorlaatste ciaair- - _.i „Voor vier dagen?' „En ik, Ida, heb al in drie weken geen woord meer met Item gesproken. Dat, zou 'k denken, lijkt er niet op, als zou ik je uit het hart van vader willen verdringen „Neen," antwoordde Ida verlegen. Zij wist niet wat zij gelooven moest. Haai" moeder had haar verzekerd, dat Edith alle moeite deed om de groote bezittingen voor zich te winnen en Ida had geen ander bewijs tegen zulke veronderstellingen dan haar open woord. Een zware strijd bewoog haar en t arme, onervaren kind verborg t gezicht in heide handen en weende bitter. Nog eens trad Edith op haar toe en zei: „Lieve Ida! Dc gedachte je te laten onterven, is zóó ver van mij, dat ik op dit oogenbiik verzeker, graag geld en goed en al mijn vermogen te willen missen, als ik daardoor'je liefde Icon terugkoopen, zooals ik ze vroeger bezat." „Werkelijk, zou je dat willen," riep Ida verblijd uit, en hief snel haar ver wonderd gezicht op. „Ik kan 't niet gèlooven 't is ie onwaarschijnlijk zelfs mijnheer Mordaunt gelooft, dat je er zeer vee! aan gelegeu is eenige erfgename van Cozy Dell te worden, hij zei mc zoo, dat hij jou ontzettend veranderd vindt." „Mijnheer Mordaunt?" „Waarom" spreek je op zoo'n ver- achlejjjkcn -toon van hem?" „Wij! iiij insgelijks't kostte haar moeite den hs-rtstochtelijken toon te onderdrukken en rustig té zeggen: -Wiji 't hem tuks .onzen gast niet toe komt verhoudingen en persoonlijkhe den te beoordeelen, die hem in '1 minst niet aangaan." Ida begreep wel, dat dit slot niet uitdrukte, wat Edilh oorspronkelijk wilde zeggen. Haar zuster was blijk baar op mijnheer Mordaunl gebeten en Ida's gelaatsuitdrukking liet nu, duide lijk erkennen, dat haai- deze ontdek king zeer aangenaam was. En zij antwoordde: „Als die opmerking gemaakt werd door iemand die jij liefhadt, Edilli. dan zou je dat niet zoo kwalijk ge nomen hebben." „Wie zegt dan, dat ik hem haat." zei Edith ontwijkend. „Ik wil niet eens zeggen „haten", maar toch meen ik „Wat meen je?" „Je kwelt mij, Edith en vraagt naar bekende dingen. Wees oprecht: heb je Frank Mordaunt lief?" ,M g me eerst, waarom je die vraag steil?" „Wij gel00ven 't allemaal. Maar als je telkens mijn vraag met een tegen vraag kruist, dan kom ik niet achter de waarheid." „Maar wat is er je dan aan gelegen om mijn gevoelens voor Frank Mor daunt le kennen?" „Leer veel meer dan je denkt!" Deze woorden werden met zoo'n nadruk gesproken, dat Edilh zich on willekeurig omkeerde en haar zuster in t vofle gezicht keek. Ida doorstond rustig den vragenden blik en herhaalde zacht maar beslist: „Veel meer dan je denkt!" „Wat pioet dat betpe.keg&th Idp?' „Eer ik antwoord, moet ;jo mij ook een vraag veroorloven. Ja, ik zie ie verbazing wel, maar hoor mijn voor- stSJ: Vertrouwen tegenover vertrou wen. Neem je 't aan?" „Ja," sprak Edilh vroolijk. „Loo zeg nüj vóór alles, Edith, be min je Frank Mordaunt?" „NeLn Een oogenbiik vloog er èen blijde glans aver Ida's gezicht, dan ging zij verder: „Ken je ook zijn gevoelens voor jou?" „Neen P' „Nu, weet dan, dat hij j.e hand wil vragen; hij verzoekt mij een voor spreekster bij je te zijn." „Eu heb jc liem dat al beloofd?" „Neen Na 'n pauze begon fda opnieuw: „Dus dan zal je niet met hem trouwen „Dat zeg ik niet." Én je zegt toch, dat je hem niet Demint!" „Zeker; maar niettemin zou ik lietn toch kunnen trouwen." Een schaduw van neerslachtigheid" verdonkerde Ida's gelaat en zij vroeg met onzekere stem; „Wat wil je daar mee zeggen?" „Ik wil alleen duidelijk maken, dat ik wellicht kan gedwongen worden Frank Mordaunt te huwen." „Gedwongen door wie?" „Vraag niet ik kan 't niet zeggen; laten we er niet meer over spreken het maakt me ongelukkig. Wal kan. dat alles je interesseéren, Ida?" „Ik wil je bekennenden man, dien jij verachtdien heb ik lief E.ditli fftmjl gloni yap, verbazing, „Ja," ging Ida zachter voort, Ier- wijl zij zich vertrouwelijk tot haar zuster o verboog en haar wangen gloei den- „ik heb hem lief met geheel mijn hort en heel mijn ziel." „Jij, jij kind?" „Ik hen geen kind meer! Ik zal '1 gefuk kunnen vinden, als er ééns mij niet meer in den weg staat." „En die eenef' „Ben jij zelf 1" „Neen, neen," riep Edilh verschrik! Dat verhoede God!" Ida wendde zieh echter toornig af, terwijl ze bitter zeide: „Jij, ja jij staat tusschen mij en mijn Iiartewensch! Nu weet je ook wal er tusschen ons veranderd is. Straks dacht ik nog een oogenbiik, dat ik van je houden kou. Maar ik kan het niet, ik kan het niet!" „Zuster," smeekte Edfth. Ida- hoorde niets meer'. Slechts haaf blinde, ontketende gevoelens vol gend, had ze opgewonden de kamer verlaten- en dc deur hard achter zich in '1 slol getrokken. Edilli bleef nog '11 poos als ver lichte kerk bemerkt en wier aaabliik hem zoo vreesebjk verschrikt had. Maar welk een contrast tusschen toen en nu! De slotheer is niet meer de- statige man in de volle kracht zijns levens. Holle wangen, ingezonken oog-en, ceil mei diepe rimpels door trokken voorhoofd, en dunne, sneeuw witte, in den nek afhangende haarlok ken kenteekenen een zwakken, hul- peloozen grijsaard, die sinds vele ja ren een zonderling droomleven leidt. I11 't begin hadden zich zijn vrienden en bekenden over het eigenaardig we zen van dezen rijken zonderling, zoo als zij hem noemden, verwonderd; maai' spoedig gaven zij M op de oor zaak daarvan te zoeken, en bepaalden zich ertoe den armen zielszieke le beklagen. Het was echter geen waanzin, het was ook geen spook zijner verbeelding die hem lijden deed. Neen, 't was gewetenswroeging over een vroeger be gane zware misdaad; het was de angst voor vergelding cn gerecht, die hem iedere minuut zijns levens verbitterde en hem den dood met al zijn ve steend -staan: dan wrong zij smarte lijk de handen en zonk schreiend op schrikkingen voor oogen stelde. Lat 't lage bankje bij den haard neer. onophoudelijk verwijt had reeds lang bankj Het haardvuur in de oude biblio theek was uitgebrand en zijn doovende gloed wierp in deavondschemering een rood schijnsel over de trekken van een ouden heer, d'e gebroken mei een uitdrukking van algelteele uitput ting in een slaapstoel achteroverge leund, lag. V/ij kennen hem reeds: '1 is dezelfde, welke de arme vreemde vrouw iu dien Kerstnacht door 't oggn venstej: in 'j j.nlet'ieüi; dep ver zijn gezondheid ond mijnd en door zijn meer en meer .oenemehd lijden was '11 verzwakking ontstaan, die hem tot atui den rand 't itral bracht. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1