ONS BLAD Alkmaar's Moeat OSCAR SMIT S BANK BINNENLAND r No. 354 Si Bureau: HOF 6S ALKMAAR. Tetefoon: redactierno.%33 433 A^TiiTIbrnné's wordtl^Tij^^rj^tis een polis verstrekt, welke hen verzekerttegerTongevailen tot een bedrag van f 500,-, f 400,-, f 200,-, f 1QQ, eo, f 35,—, f 15,- Een nieuw denkb&elü? PRIMA GEURIGE PIJPTABAK gefslbfficcsrct door de Ta,ih^iks£aJbrI@Is J. R. HEUSS - ALKMAAR Meezat proef saet dese pa'Üssa®. Icwalsteifeo. iia fraaie veepak-klaag. Vraagt ze Uwen winkelier Kerk en Schooi KUIST El KEINIS. M1ÜIL m NIJVERHEID. feuilleton HET MOETf Cozy BelL IlililLllOSiifi NIEUWS» VVTv-T' VRIJDAG liELEMbER 1921 14e JAARGANG NOORD v.' Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaarf 2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. B 2 85 B' oger. J SS Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elkerege! meer f 0 25; Reclames per rege! f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor- uitbetaling pe; plaats:ng f 0.60. met V—lCl i VU 011 ÜCI VI fc>- TT-ri Onze tijd is als elke periode van deca dentie en overgang arm aan groote man nen, arm aan geniale ideeën. Daarom zijn wij al spoedig geneigd het oor te leenen, wanneer wij liooren van een nieuw denk beeld. Hier is er een De bekende Amerikaansehe automobie len-fabrikant, Henry Ford, die zich aan stonds beschikbaar stelde om het „oud roest" op te koopen; wanneer de groole zeemogendheden tot een overeenkomst in zake vlootbeperking kwamen, heeft er nu iets op gevonden om een einde aan het oorlogvoeren te maken. Hij geeft in over weging, het goud le elimineeren als de basis van de geldcirculatie, en hel le ver vangen door ,,'s werelds onsterfelijken natuurlijken rijkdom". Ford ziet in het goud den wortel van de meesle euvelen in de werelden de oorzaak van alle oorlogen. „Indien men aanklopte aan elk huis in, elke straat, in iedere stad cn de bewoners vroeg of zij oorlogen wensehten", aldus zeide Ford, „zou elke volwassen man cn vrouw zeggen; „God behoede ons voor oorlogen." Waarom zijn er desniettemin oorlogen? Omdat er in oorlegen winst wordt gemaakt winst in goud. De kleine voorraad goud, Jien de wereld thans bezit, is in handen van een kleine internationale groep ban kiers. Hij is een vloek voor hen geworden, omdat met opgestapeld goud niets te ver dienen valt. Zij moeten het rouleerend houden, en een stabiele toestand van vrede doet hel niet snel genoeg rouleeren. De weg om het goed aan den gang le houden is, een enorme vraag naar feeningen te veroojzaken, en de weg om dit te doen Is, oorlog te ontketenen." Aldus Henry Ford. In deze beschouwing ligt zeker een kern vam juistheid. En toch zal deze Amerikaan nooit gelijk krijgen. Niet, omdat het prac- liseh onmogelijk is voor onze gecompli ceerde gemeenschap om het ruilverkeer zóó te wijzigen, dat het goud overbodig wordt, maar omdat de hoer Ford zijn in derdaad goede intentie te veel op het inale- rieele heeft gericht. 't Is zeker juist, dat de geldhandel voor het grootste deel schuld draagt aan de oor logen van de laatste eeuw. De „haute finan ce" wist steeds de politiek te richten naar haar belangen; de ministers in de landen, welke wij groot-mogemdheden noemen en noemden, kwamen en gingen voor een niet gering deel door haar wil; zij was het, dia de pers influenceerde en daardoor de vodksmeening; zij was 't, die de votksharts- toohten leidde en verdwaasd chauvinisme voor vaderlandsliefde deed aanzien. Toch zou een ketenen van deze macht 't gevaar voor oorlogen niet wegnemen. De macht der groote geldmannen berust immers op de aangeboren hebzucht der afzonderlijke individuen. „Am Golde hangt, nach Golde drangt doch allesl" is het nimmer ver ouderende dichterwoord. Gisteren zagen wij er nog in het Neder- landsche parlement een voorbeeld van: terwijl de ~:>lksvertegenwoordjging met aMe kracht het devies „bezuiniging" moet uitgeven, wil ons land niet wis en zeker in den economisclien chaos ten onder gaan. verhoogen de heeren huil eigen „schade vergoeding" van f 3000 op f 5000 uit de belastinggelden, aldus het „doe naar mijn woorden, maar niet naar mijn wer ken" in praetijk brengend. En daar ligt de kern van het vraagstuk,- dat de heer Ford te oppervlakkig aanraak te: wanneer de hebzucht der geheele menschheid, althans van de groole meer derheid tot normale afmetingen kon wor den teruggebracht, dan zou er inderdaad kans bestaan om een einde aan de ootI-o- gen té maken. Immers, hebzuchtige indi viduen vereenigen zich tot groepen; die groepen zoeken naar politieke macht en doen de befaamde expansie zucht ontstaan. Op de wereldmarkt botsen de belangen tegen elkaar; men acht de wereld te klein ter bevrediging van aller belangen; er dient één partij le verdwijnen en de oorlog is geboren. De verbetering moet dus bij het indivi du beginnen. Maar dan komen wij tot de „ouderwetsche" prediking van hel Chris tendom met zijn leer van zelfverlooche ning en onthechting van het aardsche. En dat zijn toch geen dingen waar groole mannen" zich m-ce kunnen bezig houden, of die men in een parlement aan een volk kan voorhouden. En zoolang die verbete ring van hot individu uitblijft, „zullen er altijd oorlogen en geruchten van oorlogen zijn". DE MAftIA-CONGREGATIES. Onder aanmoediging vam Z. H. Paus Be- necKclus XV zulten iijdtons het Euchaïss- Hi'soh Congres in Mei 1922 te Rrwne, o-ofe afzonderlijke bijecmlkomstien. gahondlen wer den voor de ManacosigteganÉsteii, idlje uit aüte kimden der wereld ter eei-e vam 't Alier- üieiïigste Sacrament zadh daarthoen zullen begeven. Aanvankelijk was licit plan liet volgend jaair een jiitiemationaail Congrega tie-congres te 'honden, waarvan nu, van wege het EudiiaréstiscSi congres geen spraike kan zijn. Dat er echter conferen ties gehouden worden, otm de betaT-tgen ■eter Maria-Contgiregalüc, over geihcel de wereSd verspreid, te bespreken en beter te doen Leraren, is ailesans toe ie juich en. Hot doel dezer bijeeniltoanslen zal ten eeraenimafe prae'iisch zijm en wel twee voudig: le. Oin den toestand der over de ge- Verschei'lene waarnemers, die niet be- hooren tot degenen, die een geregelde stu die maken van het verschijnen vam me teorieten, werden toen door dit bijzon dere schouwspel aamgetrokken. Daai het waarschijnlijk is, dat ook dit jaar wederom een overvloedig optreden dier meteorieten zal te zien geven, wordt piën aangeraden omstreeks 10 tot 13 De cember zijn aandacht aan dit verschijn sel te schenken. Do meteoren zijn ma tig snel en schijnen te komen uit een punt gelegen dicht bij alpha Gemino- ruin (de tweelingen). De zwerm begint zeker reeds vroeg in December, mis schien reeds in het eind van Novem ber, terwijl er na midden December slechts weinig moer van te zien is. t („Nature".) „RUGBY" VERBODEN. De burgemeester van Nijmegen heeft de voorstelling van „Rugby" op Zaterdag 10 Dec. a.s. verboden. EEN REMiBRANDT ONTDEKT. Naar uit Frankfurt aam de „Tel." wondt gemeld is da-air een klein portret verkocht, dat door den heikruiden Reunlpramldlt-ver- sdber Hofstede de Groot in Den Haag afe een Rembrandt word herkend. Het schilderij is meer dan oen eairw lil dezelfde famiflu-e gebléven en wordt fit iederen Rembrainidt-catalogus als veotdwe- reen opgegeven. REMB PvANDTS „TITUS" IN HET MAURITSHUIS. De graaf Van Crawford te Honden heeft weer 2 schilderijen uit zijn ver zameling aan het Mauritshuis te 's-Hago in bruikleen afgestaan. Het eerste is Itembrandts alom bekend portret- van zijn zoontje Titus, als schooljongen. De knaap zit met zijn groote oogen voor zich uit starend, achter een lessenaar. Deze beido schilderijen blijven tol on geveer 5 Januari tentoongesteld. Bovendien is het Mauritshuis verrijkt gedurende minstens oen jaar mot een drieluik in bruikleen .gegeven door den heer J. H. van Heek, te 's-Hce- renhprg, Het is .geschilderd door een Brugsch meester omgstreeks 1400 en is reeds hekend door een tentoonstelling vn 'dom- de primitieven-ten toonstelling te Dtroeht in 191-3. Het middenstuk, 'mooii- om dezachte, blanke kleur, stelt de H. Maagd met het Kind voor, omge ven door vrouweliike heiligen, terwijl op den achtergrond een tuin en gebou- w'on geschilderd zijn. Op don rechter vleugel knielt de schenker een pit tig portret achter wien de H. Ilde- lonsus staat. De linkervleugel ver beeldt de Mis van den H. Gregorius en de buitenzijden der vleugels geren de Boodschap van den Engel aan Maria. Dit drieluik, dat gen welkome aan vulling biedt voor de kleine, doch langzamerhand zich uitbreidende primi tieven verzameling van het Maurita- huis, is, evenals de Rembrandt en do Koninek, tentoongesteld in een der be nedenzalen. hecle wereld verspreide congregate h-e- Wonde trul'lebol u bedekt meteen Ier te 'kiuwiisa owrziien; 2e. orn ma le gaum, wat dé coingnogiaitKes kunnen en moeten doen, wü'JJlien zij, aneft beliond harer regden en staKuileni, bearut- woondien aam de nooden viam dén tegen- \vo ordiigen lijd, waa rini geüoofsiverdliiepiftig in ie standen meer dan ooit noodizaik-elijk is. De lodien der Maria-congircgutóeis, die van zijn, het EucUaroslisdh Congres te skiën, zulllen goed doen fhiua congrc- ur daa-rva-n o-p de hoogte te stellen, opd-at zij te gelegener tijd over de congregatie-vergaderingen -tie Rome kunnen- worden ingeliclht. DE DEOEMBER-METEOREN. Met ongewone belangstelling wordt dit jaar de Deoember-zwenn- van meteorie ten tegemoet gezien in verband mot hun schitterend en in overvloedig aantal optreden het vorig jaar. In den vroegen morgen van 13 De cember werden er toen ten bedrage van gemiddeld ongeveer vijf per minuut waar genomen. donkerroode baret. Vóór zich heeft hii eenige vellen papier; in de linkerhand houdt hii1 zijn inktkoker en in de rech ter een pen. Dit meesterstuk, voluit gemerkt en 1635 gedateerd, is hier te lande op de Amsterdameche Rembrandt-ten toonstel ling in 1898 het eerst te zien geweest. Het is een der mooiste werken van Rem brandt. Het tweede doek, door den Engelse-hen verzamelaar aigestaaa, is een zeer groot monumentaal vergezicht, geschilderd dosr Philips Koninek (1618—1688). "Het be-' hoorde jarenlang tot de verzameling van Wantage, waartoe de onlangs in het Mauritshuis tentoongestelde werken van Rembrandt, de Ilooch en Hobbema even eens hebben behoord. In de verzameling-Wantage gold dit werk lang voor een Rembrandt, do;h men is 't er thans algemeen over een?, dat het een buitengewoon mooie Ko ninek is. RI-TKSDRUKWERK IN DUITSCIILAND. Het antwoord van den Minister van L., N. en II. aan het Tweede Kamerlid den lieer Ankcrman in zake het doen van belangrijke bestellingen drukwerk in 't buitenland, komt hierop neer, dat het verschil in prijs gemiddeld 10Q.0/o ho-o-ger i". Aan de Ned. industrie wordt bij aanbestedingen 15% voorkeursrecht toegekend, maar hij een prijsverschil van 100% kan er z. i. geen sprake van zijn de opdracht aan de Nedcrland- sche industrie te gunnen. Bij de in alle-takken van staatshuishouding zoo dringend noodige bezuiniging zou dit niet verantwoord zijn geweest. Aangcieekeaid wordt nog, dat, het Introkken begrootingsartikel vo-orloo- pig met f 27.500 kan worden vermin derd, terwijl het geenszins uitgesloten is, dat de merkelijke besparing met dit drukwerk verkregen, ten slotte nog een grootere som zal blijken te be dragen. Pogingen om van Ncderlandsehe drukkerijen een prijsaanbieding te ver krijgen, die, ware het slechts bij be nadering, met bovenstaande bezuini ging overeenkomt, zijn niet geslaagd. ALKMAAR (hoek Doorbraak). Geeft spaarboekjes uit, rentende 4 pCt. per jaar, met dien verstande, dat voor bedragen, die een rond jaar hebben uitgestaan, 4pCt. wordt vergoed. Neemt gelden in deposito. Verleent credieten en doei verder alle bankzaken. Onder bovenstaand opschrift herin nert de ,,N. R. Crt." er aan, dat de regeering uit eigen beweging de Be- ff©f i/fy» Gedurende de zes-en-twintig jaren, die sedert dien Kerstnacht verkropen waren, had de beklagenswaardige geen vroolijk uur meer gekend en geen dag was voorbijgegaan, waarin zijn opge wonden fantasie hem niet dn schrif ten klokslag uit dien vreeselijken nacht in herinnering had gebracht Op den achtergrond van net vertrek zat een jonge man op een sofa en sloeg den rusteloozen slaap van den zieke weemoedig gade. Al sinds jaren kad hij er zich op toegelegd het vree- seiijke geheim te doorgronden, hetwelk net leven van. zijn geliefden weldoener ■angzaam sloopte; het was hem echter niet gei uk t. Ook nu sprong hij van 'ijn zitplaats op en luisterde met ingc- 'iQuden adem naar de fluisterwoorden, 'lie van de lippen des slapcnden kwa- inen; maar reeds na enkele oogenbiik- ken heerschte weer de vroegere dood- sche stilte in het vertrek cn hij nam teleurgesteld zijn plaats weer in. Plotseling rees de grijsaard ver schrikt uit zijn korte rust op en zag met starren, angstvalligen blik om zich Jieen; dan legde hij de handen in el- i.aar en zonk met smartelijk steunen m zijn kussens terug. De jonge man slond op van de sofa en kwam naast hem staan. „Ben jij 't Robert." smak de zieke. „Je hebt mij verschrikt; ik had ver geten, waar ik was. Heb ik lang ge slapen „Neen, mijnheer, een paar minuten slechts," „En toch scheen 't mij toe, alsof zich in dezen korten lijd de gebeurte nissen van lange jaren samenvoegden. „Heb ik niet in den slaap gesproken Robert?" „Neen, mijnheer, ik hoorde niets; „Ik had een ontzettenden droom. Ik geloof, dat ik luid om hulp heb geroepen en jou daardoor verschrikt. Is 't niet zoo?" „In 't minst niet, mijnheel'. Uw lip pen bewogen zich niet; 't scheen, alsof u met uzelf sprak." „Maar zei ik niets, dat jou ver schrikt heeft? Werkelijk niet," vorsch- te de grijsaard met bevende stem. „Neen, mijnheer, ik zei immers al, dat ik niet 't geringste verstaan Icon." ja, dat deedt je zoo was 't." „Yoelt gij u thans niet wat beter," zei <je secretaris, om de gedachte van den zieke van zijn angstige droom beelden af te leiden, en hij trok zijn stoel dichterbij. „Neen, neen; ik wordt met iederen dag zwakker.liet zal wel niet lang meer dureiiT' Hij bedekte zijn gezicht met beide handen en huiverde. „Maar niet van mij, van jou wil ik spreken, Robert, en je waarschuwen, dal je "niet op mijn uitroepen in den slaap moet letten. Ik bid je dringend, ja, ik bezweer 't je: wanneer ik in slaap, terwijl jij in mijn nabijheid ver- zuinigiiigseonnnissie in het 'leven heeft geroepen, teneinde haar voor te lich ten en behulpzaam te zij,n om -de broodnoodige bezuinigingen tot stand te brengen, die in liet publieke be heer moeten worden voltrokken, zal ons land niet den weg vam het- staatsbankroet opgaan. Nu is echter het koddige, dat zoo dra de commissie, die nog maar aan het begin van haar nuttigs werk zaamheid is zij heeft dicht bij huis. bij de depax-tenxentsn en de groole in Den Haag ondergebrachte diensten haar aojivangspiuit genomen dat. zeggen wij, zoodra de commissie eene aanwijzing doet, om bezuiniging tof stand te brengen, zij bij de regeering nauwelijks gehoor vindt/Telkens w ui- ncer de commissie een concreet voor stel doet, stelt de minister, wiens de partement het voorstel betreft, zich schrap, en tien tegen één krijgt de commissie nul op haar request. De zaak wordt op den ouden voet voort gezet. i Waar de foiit schuilt? vraagt liet Rotterdamsehe blad: i Men krijgt den indruk, dat de Mi nisters, ieder voor zich. wel wijlen. Als zij onder elkaar- in den Rand van Ministers vereenigd zijn, dan zijn zij vol goeden wil en zeggen zij alle medewerking toe. Maar het schijnt, dat de hceven, op hun departement weer te midden van de ambtelijke om geving teruggekeerd, de kracht mis se» om hun goede voornemens te doen zegevieren tegen üe machten, die aan de touwtjes trekken, en die tegen over elk, ook -nog zoo klein, plan, dat bezuiniging cn vermindering van amb tenaren kan teweegbrengen, ine' ber gen bezwaren en overwegingen in liet vuur komen. En het lijkt wel, of St. Bureaucratius, teen hij eenmaal be merkte, dat het goed ging, en dal hij fiet tegenover de commissie nog wel kon houden, hoe langer hoe driester begon op te treden. Het hoogtepunt wordt dan we! bereikt in den brief waar de Minister van Waterstaat zijn bandteekening onder gezet heeft, en waarin de belachelijke sommen voor nieuw meubilair, do<or het hoofdbe stuur der posterijen uitgegeven, wor den verdedigd. In dien brief wordt kertweg met de commissie een 'Joopio genomen althans wij .minnen Gen inhoud niet anders nescn «-vweiL De commissie is nog eerst aan het begin van haar werk. Heig-een zij tot nu toe beschouwd heeft is maar klein goed, vergeleken bij hetgeen volgen kan, indien de com missie haar aandacht gaat wijden aan de wet en den omslag en geldverspil ling, die uit onpractische wetgeving voortvloeien. Gij kunt u begrijpen, wat er los zal komen, indien de coinmissiD eens buiten den rook van Den Haag in de tallooze Rijksinstellingen en Rijksdiensten in de provincie haar speurzin gaat botvieren. Maar gij kimt u ook voorstellen, hoezeer dan het ambtelijk verzet legen de conclusies der commissie zal opgevoerd Worden, wanneer niet meer t'enlallen, doch honderdtallen ambtenaren en beamb ten zich in hun bestaan bedreigd en in hun sierhaarden aangetast gaan ge voelen. En als dan de ministers vol harden, om al de ambtelijke goedpra terij botweg van hun handieekening te voorzien De Kamer zal binnenkort het ver slag der commissie zonder twijfel in haar besprekingen betrekken, zegt de „N. Rott. Crt." Tweeërlei wordt daar bij van haai' verwacht: r In de eerste plaats heeft zij tot plicht te spreken, dat de gausche bureau cratie in al haar vertakkingen tot iu de verste uithoeken des lands' haar verstaat en begrijpt, dat het althans ernst is. Zij moet de regeering dwin gen tot bindende verklaringen en toe zeggingen, dat ook zij de medewerking, die zij aan de bezutnigiingscommissje in uitzicht gesteld heeft, van stonde af aaq metterdaad zal gaan iootien. Wij begrijpen zeer goed de moeilijk heden, waarmee de regeering te kam pen heeft, nu zij een systeem, dat eene eeuw bijna beeft gegolden, ruoet doorbreken, maar liet moet en haar eerste aanloop is slecht geweest. Door liet verslag der commissie gewaar schuwd, krijgt zij thans een tweede kans. Mislukt ook elite, dan zal geen teoron 1:;ehuldiging meer worden aan vaard. In de tweede plaats heeft de Kamer der bezuinigingscommissie een hart onder den riem te steken. Wijziging Dir. Belastingen. Inge diend is een wetsontwerp, waarin wijzi gingen in de wetgeving over de direc te belastingen worden voorgesteld: o.m, den voorrang van den aanslag in 's-Iiiiks inkomsten-belasting boven het recht van hypotheek te doen vervallen. Bezuiniging. De afzonderlijke re keningen-courant hij de Rijksteiegraaf- kanfören worden 1 Januari a.s. opgehe ven. Do verrekening kan geschieden door een conto bii den postcheque- en girodienst. VAN EEN MILITAIRE RAKKERIJ. D-e lieer Maroluuil heeft den Minister van Oorlog gevraagd of inderdaad de militaire bakkerij te Groningen, welke in 1920 is voltooid en f 170.100.3814 heeft gekost, -buiten werking is gesteld en zij voor Rijks inrichtingen elders, zoo bijvoorbeeld voor de strafgevangenis te Leeuwarden, brood toeft, verlaat me dan meteen; blijf niet in deze kamer, blijf niet bij mij! En treft 't een anderen keer zoo, dat ik slaap, als je binnenkomt, en je bemerkt bij mij de minste onrust, zorg dan dat je me aanstonds wekt; laat me dan niet langer slapen, werkelijk niet, Robert 1 Beloof me dat lik lijd aan zieke voorstellingen en beschouw "t als een weldaad, van die zware indrukken verlost le worden. Beloof je 't mij?" „De slaap is een onvermijdelijke noodzakelijkheid voor u, mijnheer." „Het is voor mij een marteling, geen weldaad. Verzeker me, dat je mijn wensch zult opvolgen." „Als gij 't beveelt, mijnheer, dan zal ik 't doen. Ik zal u dus telkensi verlaten, zoo gauw u sluimert?" „Om uwentwil, beste jongen." „Ik zal echter veel liever bij u blijven, mijnheer!" „Dat zult u ook, mijn zoon, als ik wakker ben; als ik echter slaap of tracht in slaap te komen, wil ik al leen zijn." „Ik heb u toch nooit op de een of andere wijzte gestoord?" „Neen, nieen; 'tis ook alleen maar om uwentwil," verziekerde de zieke met nerveuze haast. „Nu goed, mijnheer; maai' als 't niet om u of om uw welzijn te doen is en u 't allefen zegt om mij, dan was 't me lievter dat „Ik vraag ni-et, wat jou liever is, Robert, sprak de slotheer bijna ge ërgerd. „Ken je mij dan nog niet lang genoeg om le weten, dat ik niets zon der reden zeg? Wil je mijn wensch weerstreven?" Met licht schouderophalen ant woordde Blunt: „Zeker, mijnheer, wan neer u het zoo beveel!, dan zal ik ge hoorzamen, maar. „Wat maar?" „Ik wil u daarmee alleen zeggen, dat ik 't tot de weinigle genoegens van mijn eenzamie bestaan rekende, altijd in uwe nabijheid te zijn en over u te mogen waken. Gij weet 't wel, mijnheer, dat slechts de dankbaarheid de drijfveer van al mijn handelen is. Als ik slechts bedenk, wat u alles aan mij en reeds vroeger aan mijn arme ouders gedaan hebt, dan meen ik u nooit genoeg mijn dankbaarheid le kunnen toonen." „Onzin! Ik deed slechts mijn plicht!" Neen, u deedt veel, veel meer.Waart u dan verplicht den armen, onwe tenden knaap naai' de school te zen den? En als ik mijn best gedaan had door mijn vlijt mij de weldaden van mijn boegen beschermer waardig te too nen; als ik op de school de eerste plaats veroverde, dan waart gij 't we derom, mijnheer, die mijn jeugdige eer zucht voedde en mij voor een lioogere opleiding naar een universiteit zond." „De Hemel heeft mij een zoon ont houden, daarom nam ik n in de plaats van een zoon aan, al was 't niet wette lijk. Mij bindt echter een nauwer band aan jou, dan die van een koude wet: de baud der liefde namelijk, van har- lelijke, vaderlijke liefde, ^1^3^ eiet» ho§ t gebeurde; toen echter je moeder tot me kwam, met jou als kleinen jongen aan de hand, om mijn hulp te vragen en je met je groote, sprekende oogen ver wonderd en toch niet schuw tot me opzag toen gevoelde ik me tol je aangetrokken en sedert dat uur heb ik van jou gehouden." „Dat hebt gij waarachtig gedaan, mijnheer! Als voortdurende weldaden bewijzen van liefde zijn, dan mag ik trotsch wezen „O, je hebt mij meer dan rijk be loond. Geen zoon kan zijn vader trou wer aanhankelijk zijn dan jij 't ge weest bent, Robert. God zegene je daarvoor! Je goedheid heeft mijn schuld jegens jou slechts Verhoogd." „Schuld," vroeg Robert verwonderd. „Ja, lieve jongen, de schuld van den rijke tegenover den arme. Al had ik je niet zoo innig liefgehad als ik 't doe, ik zou toch voor je gezorgd hebben. Den armen behoort mijn overvloed. Ach, Robert, ik ben een recht bekla genswaardige oude man." De secretaris voelde wel, dat deze uitroep met het bewuste gelieim sa menhing, dat hij langen tijd vergeefs trachtte te doorgronden. Een koude koorts-huivering deed de zwakke gestalte van den grijsaard sid deren, als hij weer begon: „Je verwon dert je daarover, Robert? Weet dan. dat al mijn bezit, mijn leven en iedere druppel van mijn bloed den armen toebehoort, Mijn lichaam zal spoedig m "t graf zinién dan hebben zij alles, wat ik hun schuldig ben. Zal 't echter voldoende zijn? Zal ik 't oor- yjft tleu, strepgen, ppveibisUelij- ken rechter kunnen doorstaan? O. ik vrees,dat ik niet 't honderdste deel lie-b uitgeboet!" Dooi' de maclit van zijn zieleleed 'overweldigd, het de zieke zijn hoofd op zijn arm zinken, die op de leuning van zijn stoel lag. 1 Blunt, die 'n wijle met ontsteld ge moed deze uiliug van berouw had "'gadegeslagen, trad au Richter op den slotheer toe en sprak: „Gij laat mij geheel in 't duister,- mijnheer 1 Ik begrijp niet van welken rechter u spreekt." Toen richtte de grijsaard zich plot seling op, greep met beide lianden den arm van den secretaris vast en zei met gedempte stern: „Het geweten,- het geweten!" 'n Oegenblik heerschte er een hui verige stille, dan begon de zieke, bijna fluisterend: „Robert Blunt, wat ik je nu open baren zal, moet je in 'l diepst van je hart begraven. Ik voel, dat ik spoedig zal sterven en kan niet uil de wereld scheiden, zonder tenminste gedeelte lijk mijn geweten ontlast te hebben. Luister dan!" „Ik beging voor 'jaren een zware zonde 't doet er niet toe welke - maar zij was verpletterend zwaars f V nimdi vervolgd.) i j i f r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1