ONS BLAD
Alkmaar's Moeat
OSCAR SMIT S BANK
BINNENLAND
r
No. 354
Si
Bureau: HOF 6S ALKMAAR. Tetefoon: redactierno.%33 433
A^TiiTIbrnné's wordtl^Tij^^rj^tis een polis verstrekt, welke hen verzekerttegerTongevailen tot een bedrag van f 500,-, f 400,-, f 200,-, f 1QQ, eo,
f 35,—, f 15,-
Een nieuw denkb&elü?
PRIMA GEURIGE PIJPTABAK
gefslbfficcsrct door de Ta,ih^iks£aJbrI@Is
J. R. HEUSS - ALKMAAR
Meezat proef saet dese pa'Üssa®. Icwalsteifeo. iia
fraaie veepak-klaag. Vraagt ze Uwen winkelier
Kerk en Schooi
KUIST El KEINIS.
M1ÜIL m NIJVERHEID.
feuilleton
HET MOETf
Cozy BelL
IlililLllOSiifi NIEUWS»
VVTv-T'
VRIJDAG liELEMbER 1921
14e JAARGANG
NOORD
v.'
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaarf 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
B
2 85 B'
oger. J
SS
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; elkerege! meer f 0 25; Reclames
per rege! f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor-
uitbetaling pe; plaats:ng f 0.60.
met V—lCl i VU 011 ÜCI VI fc>- TT-ri
Onze tijd is als elke periode van deca
dentie en overgang arm aan groote man
nen, arm aan geniale ideeën. Daarom zijn
wij al spoedig geneigd het oor te leenen,
wanneer wij liooren van een nieuw denk
beeld. Hier is er een
De bekende Amerikaansehe automobie
len-fabrikant, Henry Ford, die zich aan
stonds beschikbaar stelde om het „oud
roest" op te koopen; wanneer de groole
zeemogendheden tot een overeenkomst in
zake vlootbeperking kwamen, heeft er nu
iets op gevonden om een einde aan het
oorlogvoeren te maken. Hij geeft in over
weging, het goud le elimineeren als de
basis van de geldcirculatie, en hel le ver
vangen door ,,'s werelds onsterfelijken
natuurlijken rijkdom". Ford ziet in het
goud den wortel van de meesle euvelen in
de werelden de oorzaak van alle oorlogen.
„Indien men aanklopte aan elk huis in, elke
straat, in iedere stad cn de bewoners vroeg
of zij oorlogen wensehten", aldus zeide
Ford, „zou elke volwassen man cn vrouw
zeggen; „God behoede ons voor oorlogen."
Waarom zijn er desniettemin oorlogen?
Omdat er in oorlegen winst wordt gemaakt
winst in goud. De kleine voorraad goud,
Jien de wereld thans bezit, is in handen
van een kleine internationale groep ban
kiers. Hij is een vloek voor hen geworden,
omdat met opgestapeld goud niets te ver
dienen valt. Zij moeten het rouleerend
houden, en een stabiele toestand van vrede
doet hel niet snel genoeg rouleeren. De
weg om het goed aan den gang le houden
is, een enorme vraag naar feeningen te
veroojzaken, en de weg om dit te doen
Is, oorlog te ontketenen."
Aldus Henry Ford.
In deze beschouwing ligt zeker een kern
vam juistheid. En toch zal deze Amerikaan
nooit gelijk krijgen. Niet, omdat het prac-
liseh onmogelijk is voor onze gecompli
ceerde gemeenschap om het ruilverkeer
zóó te wijzigen, dat het goud overbodig
wordt, maar omdat de hoer Ford zijn in
derdaad goede intentie te veel op het inale-
rieele heeft gericht.
't Is zeker juist, dat de geldhandel voor
het grootste deel schuld draagt aan de oor
logen van de laatste eeuw. De „haute finan
ce" wist steeds de politiek te richten naar
haar belangen; de ministers in de landen,
welke wij groot-mogemdheden noemen en
noemden, kwamen en gingen voor een niet
gering deel door haar wil; zij was het, dia
de pers influenceerde en daardoor de
vodksmeening; zij was 't, die de votksharts-
toohten leidde en verdwaasd chauvinisme
voor vaderlandsliefde deed aanzien. Toch
zou een ketenen van deze macht 't gevaar
voor oorlogen niet wegnemen. De macht
der groote geldmannen berust immers op
de aangeboren hebzucht der afzonderlijke
individuen. „Am Golde hangt, nach Golde
drangt doch allesl" is het nimmer ver
ouderende dichterwoord.
Gisteren zagen wij er nog in het Neder-
landsche parlement een voorbeeld van:
terwijl de ~:>lksvertegenwoordjging met
aMe kracht het devies „bezuiniging" moet
uitgeven, wil ons land niet wis en zeker
in den economisclien chaos ten onder gaan.
verhoogen de heeren huil eigen „schade
vergoeding" van f 3000 op f 5000
uit de belastinggelden, aldus het „doe naar
mijn woorden, maar niet naar mijn wer
ken" in praetijk brengend.
En daar ligt de kern van het vraagstuk,-
dat de heer Ford te oppervlakkig aanraak
te: wanneer de hebzucht der geheele
menschheid, althans van de groole meer
derheid tot normale afmetingen kon wor
den teruggebracht, dan zou er inderdaad
kans bestaan om een einde aan de ootI-o-
gen té maken. Immers, hebzuchtige indi
viduen vereenigen zich tot groepen; die
groepen zoeken naar politieke macht en
doen de befaamde expansie zucht ontstaan.
Op de wereldmarkt botsen de belangen
tegen elkaar; men acht de wereld te klein
ter bevrediging van aller belangen; er dient
één partij le verdwijnen en de oorlog is
geboren.
De verbetering moet dus bij het indivi
du beginnen. Maar dan komen wij tot de
„ouderwetsche" prediking van hel Chris
tendom met zijn leer van zelfverlooche
ning en onthechting van het aardsche.
En dat zijn toch geen dingen waar groole
mannen" zich m-ce kunnen bezig houden,
of die men in een parlement aan een volk
kan voorhouden. En zoolang die verbete
ring van hot individu uitblijft, „zullen er
altijd oorlogen en geruchten van oorlogen
zijn".
DE MAftIA-CONGREGATIES.
Onder aanmoediging vam Z. H. Paus Be-
necKclus XV zulten iijdtons het Euchaïss-
Hi'soh Congres in Mei 1922 te Rrwne, o-ofe
afzonderlijke bijecmlkomstien. gahondlen wer
den voor de ManacosigteganÉsteii, idlje uit
aüte kimden der wereld ter eei-e vam 't Alier-
üieiïigste Sacrament zadh daarthoen zullen
begeven. Aanvankelijk was licit plan liet
volgend jaair een jiitiemationaail Congrega
tie-congres te 'honden, waarvan nu, van
wege het EudiiaréstiscSi congres geen
spraike kan zijn. Dat er echter conferen
ties gehouden worden, otm de betaT-tgen
■eter Maria-Contgiregalüc, over geihcel de
wereSd verspreid, te bespreken en beter
te doen Leraren, is ailesans toe ie juich en.
Hot doel dezer bijeeniltoanslen zal ten
eeraenimafe prae'iisch zijm en wel twee
voudig:
le. Oin den toestand der over de ge-
Verschei'lene waarnemers, die niet be-
hooren tot degenen, die een geregelde stu
die maken van het verschijnen vam me
teorieten, werden toen door dit bijzon
dere schouwspel aamgetrokken.
Daai het waarschijnlijk is, dat ook dit
jaar wederom een overvloedig optreden
dier meteorieten zal te zien geven, wordt
piën aangeraden omstreeks 10 tot 13 De
cember zijn aandacht aan dit verschijn
sel te schenken. Do meteoren zijn ma
tig snel en schijnen te komen uit een
punt gelegen dicht bij alpha Gemino-
ruin (de tweelingen). De zwerm begint
zeker reeds vroeg in December, mis
schien reeds in het eind van Novem
ber, terwijl er na midden December
slechts weinig moer van te zien is. t
(„Nature".)
„RUGBY" VERBODEN.
De burgemeester van Nijmegen heeft de
voorstelling van „Rugby" op Zaterdag 10
Dec. a.s. verboden.
EEN REMiBRANDT ONTDEKT.
Naar uit Frankfurt aam de „Tel." wondt
gemeld is da-air een klein portret verkocht,
dat door den heikruiden Reunlpramldlt-ver-
sdber Hofstede de Groot in Den Haag afe
een Rembrandt word herkend.
Het schilderij is meer dan oen eairw lil
dezelfde famiflu-e gebléven en wordt fit
iederen Rembrainidt-catalogus als veotdwe-
reen opgegeven.
REMB PvANDTS „TITUS" IN HET
MAURITSHUIS.
De graaf Van Crawford te Honden
heeft weer 2 schilderijen uit zijn ver
zameling aan het Mauritshuis te 's-Hago
in bruikleen afgestaan. Het eerste is
Itembrandts alom bekend portret- van zijn
zoontje Titus, als schooljongen. De
knaap zit met zijn groote oogen voor
zich uit starend, achter een lessenaar.
Deze beido schilderijen blijven tol on
geveer 5 Januari tentoongesteld.
Bovendien is het Mauritshuis verrijkt
gedurende minstens oen jaar mot
een drieluik in bruikleen .gegeven door
den heer J. H. van Heek, te 's-Hce-
renhprg, Het is .geschilderd door een
Brugsch meester omgstreeks 1400 en is
reeds hekend door een tentoonstelling vn
'dom- de primitieven-ten toonstelling te
Dtroeht in 191-3. Het middenstuk, 'mooii-
om dezachte, blanke kleur, stelt de
H. Maagd met het Kind voor, omge
ven door vrouweliike heiligen, terwijl op
den achtergrond een tuin en gebou-
w'on geschilderd zijn. Op don rechter
vleugel knielt de schenker een pit
tig portret achter wien de H. Ilde-
lonsus staat. De linkervleugel ver
beeldt de Mis van den H. Gregorius
en de buitenzijden der vleugels geren
de Boodschap van den Engel aan Maria.
Dit drieluik, dat gen welkome aan
vulling biedt voor de kleine, doch
langzamerhand zich uitbreidende primi
tieven verzameling van het Maurita-
huis, is, evenals de Rembrandt en do
Koninek, tentoongesteld in een der be
nedenzalen.
hecle wereld verspreide congregate h-e- Wonde trul'lebol u bedekt meteen
Ier te 'kiuwiisa owrziien;
2e. orn ma le gaum, wat dé coingnogiaitKes
kunnen en moeten doen, wü'JJlien zij, aneft
beliond harer regden en staKuileni, bearut-
woondien aam de nooden viam dén tegen-
\vo ordiigen lijd, waa rini geüoofsiverdliiepiftig in
ie standen meer dan ooit noodizaik-elijk is.
De lodien der Maria-congircgutóeis, die van
zijn, het EucUaroslisdh Congres te
skiën, zulllen goed doen fhiua congrc-
ur daa-rva-n o-p de hoogte te
stellen, opd-at zij te gelegener tijd over de
congregatie-vergaderingen -tie Rome kunnen-
worden ingeliclht.
DE DEOEMBER-METEOREN.
Met ongewone belangstelling wordt dit
jaar de Deoember-zwenn- van meteorie
ten tegemoet gezien in verband mot
hun schitterend en in overvloedig aantal
optreden het vorig jaar.
In den vroegen morgen van 13 De
cember werden er toen ten bedrage van
gemiddeld ongeveer vijf per minuut waar
genomen.
donkerroode baret. Vóór zich heeft hii
eenige vellen papier; in de linkerhand
houdt hii1 zijn inktkoker en in de rech
ter een pen.
Dit meesterstuk, voluit gemerkt en
1635 gedateerd, is hier te lande op de
Amsterdameche Rembrandt-ten toonstel
ling in 1898 het eerst te zien geweest.
Het is een der mooiste werken van Rem
brandt.
Het tweede doek, door den Engelse-hen
verzamelaar aigestaaa, is een zeer groot
monumentaal vergezicht, geschilderd dosr
Philips Koninek (1618—1688). "Het be-'
hoorde jarenlang tot de verzameling van
Wantage, waartoe de onlangs in het
Mauritshuis tentoongestelde werken van
Rembrandt, de Ilooch en Hobbema even
eens hebben behoord.
In de verzameling-Wantage gold dit
werk lang voor een Rembrandt, do;h
men is 't er thans algemeen over een?,
dat het een buitengewoon mooie Ko
ninek is.
RI-TKSDRUKWERK IN DUITSCIILAND.
Het antwoord van den Minister van
L., N. en II. aan het Tweede Kamerlid
den lieer Ankcrman in zake het doen
van belangrijke bestellingen drukwerk
in 't buitenland, komt hierop neer, dat
het verschil in prijs gemiddeld 10Q.0/o
ho-o-ger i". Aan de Ned. industrie wordt
bij aanbestedingen 15% voorkeursrecht
toegekend, maar hij een prijsverschil
van 100% kan er z. i. geen sprake van
zijn de opdracht aan de Nedcrland-
sche industrie te gunnen. Bij de in
alle-takken van staatshuishouding zoo
dringend noodige bezuiniging zou dit
niet verantwoord zijn geweest.
Aangcieekeaid wordt nog, dat, het
Introkken begrootingsartikel vo-orloo-
pig met f 27.500 kan worden vermin
derd, terwijl het geenszins uitgesloten
is, dat de merkelijke besparing met
dit drukwerk verkregen, ten slotte nog
een grootere som zal blijken te be
dragen.
Pogingen om van Ncderlandsehe
drukkerijen een prijsaanbieding te ver
krijgen, die, ware het slechts bij be
nadering, met bovenstaande bezuini
ging overeenkomt, zijn niet geslaagd.
ALKMAAR (hoek Doorbraak).
Geeft spaarboekjes uit, rentende 4 pCt. per jaar, met
dien verstande, dat voor bedragen, die een rond jaar
hebben uitgestaan, 4pCt. wordt vergoed.
Neemt gelden in deposito.
Verleent credieten en doei verder alle bankzaken.
Onder bovenstaand opschrift herin
nert de ,,N. R. Crt." er aan, dat de
regeering uit eigen beweging de Be-
ff©f i/fy»
Gedurende de zes-en-twintig jaren, die
sedert dien Kerstnacht verkropen
waren, had de beklagenswaardige geen
vroolijk uur meer gekend en geen dag
was voorbijgegaan, waarin zijn opge
wonden fantasie hem niet dn schrif
ten klokslag uit dien vreeselijken nacht
in herinnering had gebracht
Op den achtergrond van net vertrek
zat een jonge man op een sofa en
sloeg den rusteloozen slaap van den
zieke weemoedig gade. Al sinds jaren
kad hij er zich op toegelegd het vree-
seiijke geheim te doorgronden, hetwelk
net leven van. zijn geliefden weldoener
■angzaam sloopte; het was hem echter
niet gei uk t. Ook nu sprong hij van
'ijn zitplaats op en luisterde met ingc-
'iQuden adem naar de fluisterwoorden,
'lie van de lippen des slapcnden kwa-
inen; maar reeds na enkele oogenbiik-
ken heerschte weer de vroegere dood-
sche stilte in het vertrek cn hij nam
teleurgesteld zijn plaats weer in.
Plotseling rees de grijsaard ver
schrikt uit zijn korte rust op en zag
met starren, angstvalligen blik om zich
Jieen; dan legde hij de handen in el-
i.aar en zonk met smartelijk steunen
m zijn kussens terug. De jonge man
slond op van de sofa en kwam naast
hem staan.
„Ben jij 't Robert." smak de zieke.
„Je hebt mij verschrikt; ik had ver
geten, waar ik was. Heb ik lang ge
slapen
„Neen, mijnheer, een paar minuten
slechts,"
„En toch scheen 't mij toe, alsof
zich in dezen korten lijd de gebeurte
nissen van lange jaren samenvoegden.
„Heb ik niet in den slaap gesproken
Robert?"
„Neen, mijnheer, ik hoorde niets;
„Ik had een ontzettenden droom.
Ik geloof, dat ik luid om hulp heb
geroepen en jou daardoor verschrikt.
Is 't niet zoo?"
„In 't minst niet, mijnheel'. Uw lip
pen bewogen zich niet; 't scheen, alsof
u met uzelf sprak."
„Maar zei ik niets, dat jou ver
schrikt heeft? Werkelijk niet," vorsch-
te de grijsaard met bevende stem.
„Neen, mijnheer, ik zei immers al,
dat ik niet 't geringste verstaan Icon."
ja, dat deedt je zoo was 't."
„Yoelt gij u thans niet wat beter,"
zei <je secretaris, om de gedachte van
den zieke van zijn angstige droom
beelden af te leiden, en hij trok zijn
stoel dichterbij.
„Neen, neen; ik wordt met iederen
dag zwakker.liet zal wel niet lang
meer dureiiT'
Hij bedekte zijn gezicht met beide
handen en huiverde.
„Maar niet van mij, van jou wil ik
spreken, Robert, en je waarschuwen,
dal je "niet op mijn uitroepen in den
slaap moet letten. Ik bid je dringend,
ja, ik bezweer 't je: wanneer ik in
slaap, terwijl jij in mijn nabijheid ver-
zuinigiiigseonnnissie in het 'leven heeft
geroepen, teneinde haar voor te lich
ten en behulpzaam te zij,n om -de
broodnoodige bezuinigingen tot stand
te brengen, die in liet publieke be
heer moeten worden voltrokken, zal
ons land niet den weg vam het-
staatsbankroet opgaan.
Nu is echter het koddige, dat zoo
dra de commissie, die nog maar aan
het begin van haar nuttigs werk
zaamheid is zij heeft dicht bij huis.
bij de depax-tenxentsn en de groole in
Den Haag ondergebrachte diensten
haar aojivangspiuit genomen dat.
zeggen wij, zoodra de commissie eene
aanwijzing doet, om bezuiniging tof
stand te brengen, zij bij de regeering
nauwelijks gehoor vindt/Telkens w ui-
ncer de commissie een concreet voor
stel doet, stelt de minister, wiens de
partement het voorstel betreft, zich
schrap, en tien tegen één krijgt de
commissie nul op haar request. De
zaak wordt op den ouden voet voort
gezet.
i
Waar de foiit schuilt? vraagt liet
Rotterdamsehe blad:
i
Men krijgt den indruk, dat de Mi
nisters, ieder voor zich. wel wijlen. Als
zij onder elkaar- in den Rand van
Ministers vereenigd zijn, dan zijn zij
vol goeden wil en zeggen zij alle
medewerking toe. Maar het schijnt,
dat de hceven, op hun departement
weer te midden van de ambtelijke om
geving teruggekeerd, de kracht mis
se» om hun goede voornemens te
doen zegevieren tegen üe machten, die
aan de touwtjes trekken, en die tegen
over elk, ook -nog zoo klein, plan, dat
bezuiniging cn vermindering van amb
tenaren kan teweegbrengen, ine' ber
gen bezwaren en overwegingen in liet
vuur komen. En het lijkt wel, of St.
Bureaucratius, teen hij eenmaal be
merkte, dat het goed ging, en dal hij
fiet tegenover de commissie nog wel
kon houden, hoe langer hoe driester
begon op te treden. Het hoogtepunt
wordt dan we! bereikt in den brief
waar de Minister van Waterstaat zijn
bandteekening onder gezet heeft, en
waarin de belachelijke sommen voor
nieuw meubilair, do<or het hoofdbe
stuur der posterijen uitgegeven, wor
den verdedigd. In dien brief wordt
kertweg met de commissie een 'Joopio
genomen althans wij .minnen Gen
inhoud niet anders nescn «-vweiL
De commissie is nog eerst aan het
begin van haar werk.
Heig-een zij tot nu toe beschouwd
heeft is maar klein goed, vergeleken
bij hetgeen volgen kan, indien de com
missie haar aandacht gaat wijden aan
de wet en den omslag en geldverspil
ling, die uit onpractische wetgeving
voortvloeien. Gij kunt u begrijpen, wat
er los zal komen, indien de coinmissiD
eens buiten den rook van Den Haag
in de tallooze Rijksinstellingen en
Rijksdiensten in de provincie haar
speurzin gaat botvieren. Maar gij kimt
u ook voorstellen, hoezeer dan het
ambtelijk verzet legen de conclusies
der commissie zal opgevoerd Worden,
wanneer niet meer t'enlallen, doch
honderdtallen ambtenaren en beamb
ten zich in hun bestaan bedreigd en
in hun sierhaarden aangetast gaan ge
voelen. En als dan de ministers vol
harden, om al de ambtelijke goedpra
terij botweg van hun handieekening
te voorzien
De Kamer zal binnenkort het ver
slag der commissie zonder twijfel in
haar besprekingen betrekken, zegt de
„N. Rott. Crt." Tweeërlei wordt daar
bij van haai' verwacht:
r
In de eerste plaats heeft zij tot plicht
te spreken, dat de gausche bureau
cratie in al haar vertakkingen tot
iu de verste uithoeken des lands' haar
verstaat en begrijpt, dat het althans
ernst is. Zij moet de regeering dwin
gen tot bindende verklaringen en toe
zeggingen, dat ook zij de medewerking,
die zij aan de bezutnigiingscommissje
in uitzicht gesteld heeft, van stonde
af aaq metterdaad zal gaan iootien.
Wij begrijpen zeer goed de moeilijk
heden, waarmee de regeering te kam
pen heeft, nu zij een systeem, dat
eene eeuw bijna beeft gegolden, ruoet
doorbreken, maar liet moet en haar
eerste aanloop is slecht geweest. Door
liet verslag der commissie gewaar
schuwd, krijgt zij thans een tweede
kans. Mislukt ook elite, dan zal geen
teoron 1:;ehuldiging meer worden aan
vaard.
In de tweede plaats heeft de Kamer
der bezuinigingscommissie een hart
onder den riem te steken.
Wijziging Dir. Belastingen. Inge
diend is een wetsontwerp, waarin wijzi
gingen in de wetgeving over de direc
te belastingen worden voorgesteld: o.m,
den voorrang van den aanslag in
's-Iiiiks inkomsten-belasting boven het
recht van hypotheek te doen vervallen.
Bezuiniging. De afzonderlijke re
keningen-courant hij de Rijksteiegraaf-
kanfören worden 1 Januari a.s. opgehe
ven. Do verrekening kan geschieden
door een conto bii den postcheque- en
girodienst.
VAN EEN MILITAIRE RAKKERIJ.
D-e lieer Maroluuil heeft den Minister van
Oorlog gevraagd of inderdaad de militaire
bakkerij te Groningen, welke in 1920 is
voltooid en f 170.100.3814 heeft gekost,
-buiten werking is gesteld en zij voor Rijks
inrichtingen elders, zoo bijvoorbeeld voor
de strafgevangenis te Leeuwarden, brood
toeft, verlaat me dan meteen; blijf
niet in deze kamer, blijf niet bij mij!
En treft 't een anderen keer zoo, dat
ik slaap, als je binnenkomt, en je
bemerkt bij mij de minste onrust, zorg
dan dat je me aanstonds wekt; laat
me dan niet langer slapen, werkelijk
niet, Robert 1 Beloof me dat lik lijd
aan zieke voorstellingen en beschouw
"t als een weldaad, van die zware
indrukken verlost le worden. Beloof
je 't mij?"
„De slaap is een onvermijdelijke
noodzakelijkheid voor u, mijnheer."
„Het is voor mij een marteling,
geen weldaad. Verzeker me, dat je
mijn wensch zult opvolgen."
„Als gij 't beveelt, mijnheer, dan
zal ik 't doen. Ik zal u dus telkensi
verlaten, zoo gauw u sluimert?"
„Om uwentwil, beste jongen."
„Ik zal echter veel liever bij u
blijven, mijnheer!"
„Dat zult u ook, mijn zoon, als ik
wakker ben; als ik echter slaap of
tracht in slaap te komen, wil ik al
leen zijn."
„Ik heb u toch nooit op de een of
andere wijzte gestoord?"
„Neen, nieen; 'tis ook alleen maar
om uwentwil," verziekerde de zieke
met nerveuze haast.
„Nu goed, mijnheer; maai' als 't
niet om u of om uw welzijn te doen
is en u 't allefen zegt om mij, dan was
't me lievter dat
„Ik vraag ni-et, wat jou liever is,
Robert, sprak de slotheer bijna ge
ërgerd. „Ken je mij dan nog niet lang
genoeg om le weten, dat ik niets zon
der reden zeg? Wil je mijn wensch
weerstreven?"
Met licht schouderophalen ant
woordde Blunt: „Zeker, mijnheer, wan
neer u het zoo beveel!, dan zal ik ge
hoorzamen, maar.
„Wat maar?"
„Ik wil u daarmee alleen zeggen,
dat ik 't tot de weinigle genoegens
van mijn eenzamie bestaan rekende,
altijd in uwe nabijheid te zijn en over
u te mogen waken. Gij weet 't wel,
mijnheer, dat slechts de dankbaarheid
de drijfveer van al mijn handelen is.
Als ik slechts bedenk, wat u alles
aan mij en reeds vroeger aan mijn
arme ouders gedaan hebt, dan meen
ik u nooit genoeg mijn dankbaarheid
le kunnen toonen."
„Onzin! Ik deed slechts mijn
plicht!"
Neen, u deedt veel, veel meer.Waart
u dan verplicht den armen, onwe
tenden knaap naai' de school te zen
den? En als ik mijn best gedaan had
door mijn vlijt mij de weldaden van mijn
boegen beschermer waardig te too
nen; als ik op de school de eerste
plaats veroverde, dan waart gij 't we
derom, mijnheer, die mijn jeugdige eer
zucht voedde en mij voor een lioogere
opleiding naar een universiteit zond."
„De Hemel heeft mij een zoon ont
houden, daarom nam ik n in de plaats
van een zoon aan, al was 't niet wette
lijk. Mij bindt echter een nauwer band
aan jou, dan die van een koude wet:
de baud der liefde namelijk, van har-
lelijke, vaderlijke liefde,
^1^3^ eiet» ho§ t gebeurde;
toen echter je moeder tot me kwam,
met jou als kleinen jongen aan de
hand, om mijn hulp te vragen en je
met je groote, sprekende oogen ver
wonderd en toch niet schuw tot me
opzag toen gevoelde ik me tol je
aangetrokken en sedert dat uur
heb ik van jou gehouden."
„Dat hebt gij waarachtig gedaan,
mijnheer! Als voortdurende weldaden
bewijzen van liefde zijn, dan mag ik
trotsch wezen
„O, je hebt mij meer dan rijk be
loond. Geen zoon kan zijn vader trou
wer aanhankelijk zijn dan jij 't ge
weest bent, Robert. God zegene je
daarvoor! Je goedheid heeft mijn
schuld jegens jou slechts Verhoogd."
„Schuld," vroeg Robert verwonderd.
„Ja, lieve jongen, de schuld van den
rijke tegenover den arme. Al had ik
je niet zoo innig liefgehad als ik 't doe,
ik zou toch voor je gezorgd hebben.
Den armen behoort mijn overvloed.
Ach, Robert, ik ben een recht bekla
genswaardige oude man."
De secretaris voelde wel, dat deze
uitroep met het bewuste gelieim sa
menhing, dat hij langen tijd vergeefs
trachtte te doorgronden.
Een koude koorts-huivering deed de
zwakke gestalte van den grijsaard sid
deren, als hij weer begon: „Je verwon
dert je daarover, Robert? Weet dan.
dat al mijn bezit, mijn leven en iedere
druppel van mijn bloed den armen
toebehoort, Mijn lichaam zal spoedig
m "t graf zinién dan hebben zij
alles, wat ik hun schuldig ben. Zal
't echter voldoende zijn? Zal ik 't oor-
yjft tleu, strepgen, ppveibisUelij-
ken rechter kunnen doorstaan? O. ik
vrees,dat ik niet 't honderdste deel
lie-b uitgeboet!"
Dooi' de maclit van zijn zieleleed
'overweldigd, het de zieke zijn hoofd
op zijn arm zinken, die op de leuning
van zijn stoel lag.
1 Blunt, die 'n wijle met ontsteld ge
moed deze uiliug van berouw had
"'gadegeslagen, trad au Richter op den
slotheer toe en sprak:
„Gij laat mij geheel in 't duister,-
mijnheer 1 Ik begrijp niet van welken
rechter u spreekt."
Toen richtte de grijsaard zich plot
seling op, greep met beide lianden den
arm van den secretaris vast en zei
met gedempte stern: „Het geweten,-
het geweten!"
'n Oegenblik heerschte er een hui
verige stille, dan begon de zieke, bijna
fluisterend:
„Robert Blunt, wat ik je nu open
baren zal, moet je in 'l diepst van je
hart begraven. Ik voel, dat ik spoedig
zal sterven en kan niet uil de wereld
scheiden, zonder tenminste gedeelte
lijk mijn geweten ontlast te hebben.
Luister dan!"
„Ik beging voor 'jaren een zware
zonde 't doet er niet toe welke -
maar zij was verpletterend zwaars
f
V
nimdi vervolgd.)
i j i f r