alls. ERK UT. Noord- Hollandsch Dagblad. TWEEDE BLAD koop. iKAS Laaf.; traaf. Denwerk rijzen, din werk 07 Dinsdag 13 December 1921. De hoed van de Kapiteinsvrouw. m pening-s r e d e. m Wet- |d. e Veolo. lillioen nemers? nieuwe gelden, jigskas natreken, IHAGEN t oop OCHT. jauwstrant 5 AAL 24 •1 i r» -r - F crislal Japansche ilen, werktafels, i- en huiskamer oor t ié, buffet i, groote sorlee-( egels, schilderij-' pine f 75, prima 1 n, pluche, goblin, soorten sloeicn :n uilschuiilafe's tot 2 uur geo- e soortenArti- 'Zij, 'die mijnheer Von Schönhau sen, eerste luitenant bij hetlich te ruitersregiment, dat in de stad v'an Zuid-Diiitschland in garnizoen lag, vroeger gekend hadden en hem in de week tusschen Kerst mis en Nieuwjaar weder zagen, zouden teen groote Verandering be speuren bij den jovial-en, doch, in tegenstelling tot zijne standgenoo t-en. toch ietwat schuchteren offi cier. Mijnheer Von Schönliausen die Vroeger in den kring van zijne ka meraden uitblonk door scherts, die een loopje nam met al zijne studie- gienooten. die iedere jonge da mé naliep, en wien een vroolijk,. vrü iongezellen leven als een idéaal toescheen, diezelfde heer kon nu geheel melankoliek daar neerzitten achter zijn bitterglas, kon spreken over het geluk van een huiselijk leven, nam zijn glas in de hand. dronk en zuchtte. De kameraden stieten eikander aan. keken naar Von Schönhausen en fluisterden ei kander toe: de jonggezel is ver liefd. En zoo was het ook. De dochter van den handelsraad, de mooie Hedwig von Rosenberg had het onzen held aangedaan. Op den dag voor Nieuwjaar had Peter d e knecht van den luitenant zijn handen vol. Tweemaal had hii al de uniformen van zijn heer naar den kleermaker moeten terugbrén gen omdat zij niet strak genoeg sloot, sabel en sporen moesten ex tra blank gewreven worden. In geheel de uiterlijke Ver schijning van den eersten luitenant had eene verandering plaats ge had. en dit alles om een bal waar op mijnheer Von Schönhausen des avonds wenschte te verschij nen, omdat hij daar juffrouw Hed wig d acht te treffen. Met een lachje, waaruit tevre denheid over zichzelven blonk, be zag Von Schönhausen zich 's avonds in den spiegel, en, na ziin snor nog eens goed in de hoogte gedraaid te hebben, g.ng-hii naai de balzaal. Hoe dikwijls hii' een dans mede- maakte. hoeveel smachtende blik ken hij sloeg naar juffrouw Hed wig zullen we maar niet vermel den. 1 oen den volgenden moigen Pe ter op von Schönnausen's kamer, kwam, zat deze reeds voor zijn schrijftafel en zoo verdiept was hii in zijne bezigheid dat zijn huis knecht zich weder verwijderde zon der opgemerkt te zijn. Hii schreef aan mijnheer von R-oeenberg en /roeg hem om de hand zijner dochter. Hij had de ge.egenneid gevonden om liedwig 's avond:- ,e oren alleen te spieken én zijn kef- de aan haar te verklaren. Zii had zijn wensch ingewill gd. onder beding dat haar vader er ge noegen mee had. Naast de brief,'die aan mijnheer Von Rosenberg .geschreven werd. iag een andere met méér prozai- schen inhoud - het was een bedel brief aan een vriend. Help toch Samuel; riep hij smeekend terwijl 'hij beidebrieven in hun eigen welriekende omslag deed. Peter! riep hij door de half geopende deur. -s- Wat belieft u luitenant? brom de een spekvette stém, én tegelijk plaatste b eter zich groetend in hél deurgat. Hier jongen sprak hem de lui tenant aan hier zijn twee brieven ie adressen staan er op, de cén is voor den heer handelsraad Von Rosenberg, de andere voor ma joor van Hordenbeïg. En dit bouquet, zeide hii verder, terwijl hij hem een omvangrijk pak overhandigde, geeft gii aan juf frouw Von Rosenberg, doet haar zeel groeten van mij en zeg dat dit /en bewijs is van' mijne groote ach ing voor haar. Maak me nu g.-en lammigheden, zooals gewoonlijk! Om u te dienenliet Beter er werktuigelijk op volgen, nam zijn zijn zaken in ontvangst en verwij derde zich schoorvoetend, zoodat Von Schönhausen tijd genoeg had om al de rijen spijkers onder ziin schoenen te tellen. Misschien zal een lezer vragen waarom (d,e luitenant dezen wel wat ongewonen weg insloeg en «iet zijn schoonvader in persoon S'i«g spreken. Nu, de eerste luite nant had ondervinding opgedaan; hu was onbemiddeld, zijn geheele vermogen bestond in ziin trakte ment en nu bij den handelsraad den wind van voren te krijgen, dat nooit. De wind in een briefom slag treft nooit zoo- onhebbelijk. Hij had wel is waar de toezegging yan 'riedwig. maar dat kon weleen voorbijgaande luim zijn geweest waarvan zii na den balavond spijt iiad gekregen. JVje bouwt er op •''ouvv-eiilu-tmen'? Kreeg hii den wind vair voren, nu, dan zij dat' zoo; zond mijnheer Von Rosen berg hem door P'eter een weigé- r-end antwoord, dan bleef hii toch' Verschoond van dat beschamend 'gevóel van voor den handelsraad te staan als een bedelaar. Beter had den brief biï Harden- berg, nauwkeurig bezorgd en be gaf zich op weg naar den lieer Von Rosenberg-. Doch eerst moest hij nog zijné dikke Marie, de keu kenmeid van den kapitein even be zoeken. Omzichtig sluipt hij de keuken in waar zijne Marie aan de kachel stond. Gooien dag-, Marie. Goeien dag Poter, antwoordde hem zijn minstens tweehonderd pond wegen- do schat, ga ziften Peter, ik ben zoo klaar. Peter ging zitten nadat hij een groote doos die op den stoel stond er at g-ezot had. Wat heb je daar, Marie? daar is de nieuwe bo-ed in van mevrouw, klonk het terug1. Be modiste heeft hem zoo even laten brengen, 't is een oud gediende, voegde zo er giegelencb bij, wel tien maal is ie veranderd. Weet je, Peter, mijn mevrouw is ontzettend gierig Om een paar dozijn van hare voor ouders in olieverf in dikke lijsten in de statiekanier op te hangen', daarvoor heeft ze geld, maar dan moet het nog van do huishouding en van do hoeden af. Berst moet er gckl zijn voor de residentie, waar haar zoon studeert. Die brengt er op één avond meer door dan tien hoeden van zijn mama kosten Maar mevrouw is blind als een vlieg die het waagt op een ge sel) iiderde neus van een barer voor oudci"3 in de statie-ka,mer te loop-en, als haar zoon in zijn liarmgluim' de muts o-p zijn verkeerd oor heeft dan merkt ze 't dadelijk, en zegt; Frits schaam jo je niet oen zoo op straat te komen? Maar als ik zeg: mevrouw, u heeft een nieuwen hoed 'Boodig dan krijg ik altijd hetzelfde antwoord dat ik een erg verkwistend ding ben. En dan" pocht ze er nog op dat ze voorouders met ulauw bloed gehad heeft. Nou, ik wensch zo er geluk mee, als die zoo gie rig waren als zij, 'dan hadden ze die weelde ook wel kunnen sparen. Met open mond had Peter naar het gebabbel van de keukenprinses geluisterd. Op eens wérden schre den in do gang gehoord. Om 's Hemelswil, ga gauw weg mevrouw komt. Péter greep naar zijn doos, maar in de overhaasting nam hij die, waarin bet hoofddeksel van mevrouw was, en hij stormde er mee de ach terdeur uit. Het w-as hoog tijd dat hij1 weg was, want dfe deur ging open én mevrouw stond in de keuken. Mario, is mijn hood gekomen? "Reeds had zij de doos genomen en was er mode naar haar slaapkamer geijld. Na een paar minuten komt zij terug-gestormd en roept opge wonden: Marie kleedt je terstond aan en loep naar de modiste, <'a' kra k inn ge ding hoeft- zeker -haar l-O-.i.'d vol mot anders- zaken _gehad, zij stuurt me daar öon machtig groot bouquet:. Dadelijk, mevrouw. Mevrouw ging O-,5ge .\onden naar haar a ner ver ,o ri omdat zij haar nie-uwsgie righe cl éo§ moest bed wingen en in hot O' zek re bic-el hoe of haar hoed er wel zou uitzien. Intuas-cih en slenterde Peter door do straten na-ar de woning van mijn heer lio/enberg Wat die nette lui toch gl niet uitdenken dacht hij bij zichzelven '11 Dom ino streek zal ik niet uitrichten, nee, maar 'k zal zeggen, dat groo ts ding, die malle doos is een klein bewijs van zijn groots verliefdheid Nee, heer luitenant,-' zoo dom is Pe ter dan nog niet Hij zal zeggen: juffrouw Rosenberg -wat een g-.kke na:un is dat toch dat, wat ge hier ziet is een groot te-eken van de kleine liefde van mijn heer de luitenant. En troiseh over dezen machtigen inval, strekte hij zijn borst in volle lengte. Weldra &to ad hij Voor het huis van mijnheer Roi.enb.rg. Na eenigs oogenbükken had hij den brief aan den heer des huizes afgegeven en stond tegenov-gr juffrouw Rosenberg Nu, galant krek als dc luitenant, daoht hij, en met een buiging zoo diep, dat de juffrouw geheel de breedte van zijn rug kon overzien sprak hij nadenkend clat, wat u de eer hebt to zieh, is do huisknecht van, uw schat, en dat, wat ik u IiieH geef, is een groote doos, waarin de kleine li-He van mijnheer de luitenant is. Do juffrouw bedwong zich en .zei- de, het gelaat tot lachen geplooid, bedank hem wel en zeg, dat ik hem hartelijk groet. Een bedankje is al mooi genoeg, liet Peter volgen u weet niet lioe lang mijnheer de lui tenant zijn zakken doorgevoeld heeft om den daalder te vinden, die noo-- dig was om dat bouquet to betalen En me-t eene houding, die don Qui- cho-t tot eer gestrekt zo-u hebben verwijderde hij' zich. In een schaterend Lachen brak juffrouw Rosenberg uit, toen papa binnen kwam. De kleine heer was in groote opgewondenheid onrustig trippelde hij in de kamer heen en weer ©n zp-oht naar woorden. Zijne beenen wijd uit elkander, plaatste hij zich voor zijn© dochter, zag haar strak aan en met ©en ctonde-' rende stem, als- men het zoo- noemen kou, riep hij Heclwig1 sedert hoelang keu je' dien dwazen. luitenant Hèdwig wérd bleek. I Wat 'is het" dan,' papatje vroeg zij met een bedwongen lach. Daar, lees,zeide papa kortaf en wierphaar zijn brief toe, dan staple hij naar het venster en trommelde een stormmarsch op de ruiten. Intus'scheii las Hedwig den brief en hoe verder zij las1, des te laoh- lustiger werd zij', to-dat zij) eindelijk het 'uitproestte. maar vadertje lief, is dat dan de moeite waard tón er zich zoo- over t© ergeren? ©en verwisseling, anders niets: Do oude heer koerde zich om, 700 "spel als zijne, gezetheid het toe liet en antwoordde toornig: Na tuurlijk', dat jo-nge- volk heeft 'vaar alIe-s verontschuldigingen. Dit zeg gende stapt© hij de kamer uit. --- Hedwig las1 den brief nog eens door met alle opmerkzaamheid, hij luidde: Oude lieer, lï zult wel oen on- ge'o-pvig, lachje voelen opkomen maar toch is hot waar. Ik ia' trouwen. Niets ontbreekt er aan' als do vaderlijke toestemming en dan zal Hedwig mijn lief bruidje zijn. A propos, als hot mogelijk is, moest gij rriij1 oen paar goudstukken lee- ncn. 't Is maar voor ©en korten tijd. Na de -bruilóft zult gij! zé* be paald terug hebben. Von Selionhau- sên, Hedwig lachte stil voor zich ©11 opendo nieuwsgierig dat groot© t-ee- ken van de kleine liefde, Tja-en zij liet deksel van- de- doos nam, schrok zij terug, want daar zagen haar oogon een oud-m;od]schen hoed, dien mes voer oen halven eeuw had kun nen dragen. Weenend zuchtte zij: Hii houdt mij voor den gek, hiv bemint mii niet! Opi een -oogenblik kwam papa weer binnen. Vlug wilde zii den hoed verbergen, maar mijneer Rcsenb-erg had dien reeds gezien. Kind! Hedwig wel groote he mel'. is dan de wereld aan 't hollen geraakt? Wil jij dat malle stuk van voor den zond vloed op- je hoofd zetten Een geschenk van hem! zeide Hedwig mot bitteren spot, terwijl haar -o-ogen vol tranen stonden. Van hem! van dien, van "dien Schönhausen?! riep de oude heer woedend, Nu 'tis goed Hed wig. Cia nu, en zet dat ding maar ergens n-oer. kom hier, ik wil een woordje niet je spreken. Hed wig volgde haar vader in een ven sternis. s Kind. s-prak de wel wat heet gebakerde maar goedhartige oude heer: Kind. tot -een tro-uweil, tus schen jou ©11 den ov-ersp-anneii lui tenant kan h-et niet- komen- Hedwig verborg weenend haar j gelaat jn hare handen. -Toen de -ou de heer zijn -eenige dochter w-ee- nen zag. werd hij nog toorniger op Von Schönhausen, en donde rend ging hij verder: Is dat dan ook -een manier om de hand van de dochter van den handelsraad R-osenberg te vragen, ik had and-ere gedachten van hem hii li-oude het ons ten goede, maar co-mprpm-ii-eeren zal hii o-ns' niet. Ik schrijf hem terstond dat hii het niet meer wagen moet bij mij over den drempel te komen. Na dez-e woorden ging hii toornig weg, de deur achter 'zich toetrekkend. Hedwig wieip' zich moede -en overspannen -o-p de sofa. Verlaten voelde zij z'ch en ellendig. Met sta rende -o-ogen zag zit mijmerend voor zich uit. Hoe naamlo-os onge lukkig was zii geworden -in het iaatste uur. In hare treurige over denking werd zii opeens gestoord door een hevig gebel aan de huis deur. Terstond daarop hoorde zij. dat iemand in haars vaders kamer kwam. Verontschuldig mij, mijnheer Ro-s-enberg dat -ik u moet komen storen, maar de reden waar-o-m ik kom kan geen uitstel lijden, sprak een "besliste mannenstem, en haar hart kr-ompi ineen; naar de stem te -oo-rdeelen kon die van -ie mand an-ders als van V-o-n Schön hausen zijn. Welnu, waarom komt u hier! hoorde' zii haar vader zeggen, mei een bitsheid, die haar boo-s maak te. Zij boord© hoe haar papa mijn heer V-o-n Schönhausen uitn-oo-dig- de om to gaan zitten; een stoel werd naderbii gehaald, en na een paar oogenbllkken begon mijnheer von Schönhausen - De reden van mijn komst, mijnheer Rosenberg, is de brief, dien ik van u ontving. E-en oogenblik bleef alles stil. H-edwig kou haar ongeduld bijna niet meer bedwingen. Nu? was Rosenbergs ietwat grof wederwoord, en nu komt u zeker om mij.... Ik k-en die dingen, heer luitenant. Wees zoo goed, mijnheer v. Rosenberg en oordeel niet te vroeg. Om u te overtuigen van mij ne goede bedoeling, wil ik u al de bijzonderheden van het mis verstand mededeel-en en dan kunt u naar welgevallen een oordeel ovler mii vellen. Nu, dan -en dat wonder hoofd deksel. hoe hem v. Roseneberg go» nadig. maar m-et ee-n stein die arg waan verried: - Om het onaangenaamst© liet eerst uit d© vlo-eten te maken begin ik m-et den brief zeide mijnheer von Schönhausen, deze is al op zeer ongelukkige wijze in uwe handen gekomen. Hii was gericht aan een mijner vriendfjn, zijn inhoud zu.it u zonder üitlêgging wel begrijpen, mijnheer do' handelsraad, want u is ook -eens jong geweest; ware hij aan u gericht, dan was het schrijven zeker bel edig?nd ge weest. U dan. -en dat wonder hoofd deksel. ho-e wilt u dat verontschul digen? M-et uw welnemen, mijn li er v. Rosenberg, antwoordde mijnheer V-on Schönhaus-eii -een weinig on geduldig, dat zal zich wel ophel deren. 'Ik had mijn op-passer ©en brief voor u, -een bouquet voor me juffrouw uwe dochter en den brief waarover wii spraken gege ven. -en. Beter was er mee wegge gaan. Ik zat in mijn leunstoel en volgde in mijne verbeelding de stappen van den jongen man. Nu zal hii wel bij mijnheer Von Rosen berg zijn, nu heeft hii de bouquet afgegeven, op-eens hoor -ik ie mand ijlings de trap opkomen. Ik vloog naar de deur; aha, Peter al terug! Ontsteld schrok ik te rug, voor mii stond kuchend de dikke Marie van den kapitein. Be ter ri ep zij in duizend angsten, waar is Beter? Om 's hemels wil de nieuwe hoedals mevrouw het merkt! Mii begon het te schemeren; ik z-ei aan Marie dat ze in mijn ka mer zou komen, -en ik schoof haar -een stoel to-e, waarop zij zoo op eens neerviel dat hij van alle kan ten kraakte, hij vertelde mij, hoe Peter den hoed van mevrouw in plaats van de bouquet had meege nomen. dat zij, kostte wat het wil de. den ho-ed m-e-e naar huis moest nemen. ïk stond o-p, ik moest mii aan de tafel vasthouden, de tafel danste met mij -een wals, de vlo-er zonk - weg onder mij-n voeten, -ik was bijna in onmacht gevallen. Toen werd -er met geweld tcgén mijn deur geklopt, -en voor dat ik iets kon zeggen, vloog die open mijn vriend Hardenberg stond voor mii'm-et gezwollen hoofdad-e- ren. Toen hit de keukenmeid zag. bleef Shjij als vastgenageld staan. E 0 m in e n do u-de r en v e n t en/zestig duizend bliksems, riep hiü woe dend. met zijn voeten op den vio-er stampend. Kameraad ik geloof, dat -ik alle maatr-egei-en moet ne men om je in e-en krankzinnigen huis te laten brengen. Kerel! wéét j-e -dan niet dat mijne Hedwig-eerst veertien jaren outj is? Hoe kom j-e op de dolle gedachte om haar hand te vragen? En twe-edens, wat heeft dat nijlpaard op .je kamer te mak-en 1 Ik had alle moeite om' miin op gewonden kameraad te bedaren _en hem begrijpelijk te mak-en. dat hier e-en vergissing in 'tsp-el was. Ja, er had -ée-n verwisseling plaats gehad, zooals het mii dui delijk werd uit den brief, dien uw dienstmeisje mij kort daarop bracht. U had den brief ontvangen die voor mijn vriend bestemd was. en mijn vriend dien, waarin ik u vroeg om de hand van uwe doch ter. En nu besloot vo-n Schönhau sen, nadat u alles weet, mijnheer de handelsraad, nu vraag ik u. d-e schoonste droom van mijn leven niet te willen verstoren 011 mii de hand van uwe dochter Hedwig te bewilligen. Nu kon de luistervink in de ka mer daarnaast zich niet m-e-er be dwingen; de deur vloog open -en alfe vormen onbedacht latend, wierp Hedwig zich tegen de borst van haar geliefde, d.-e de van vreugde ween-end-a liefkozend om helsde. D-e oude heer stond daarbij ver bluft -en zeide, pp ©enigszins ruwen toon, om zijn g-evoelèn te verber gen Een wonderbaar volk, die vrouwen; -eerst weent ze, omdat ze hem verlaten wil, en nu, nadat ze hem heeft, barst ze in tranen uit. Hedwig Ji-et haren verloofde los en keerde zich tot haren vader, dien zii pp de wangen kuste. Is het nu go-ed zoo-, vadertje lief? Natuurlijk, moet het zoo go-ed zijn. Dat jo-nge volkje kan het zon der de o-aideren. Jullie zult het met elkaar wel klaarspel-en. Kom hier. Roosje, breng maar een paar fl-es- schen wijn! oude, hoor. Een-ige maanden later was er bruiloft. Ook de vrouw van den kapitein was daarbij mét haren nieuwen voorjaarshoed. „D. V. N. B.". 'ProïjuoiaEl fllsuws HO OGHEEMRAADSCHAPi „NOORD-HOLLANDS - NOORDERKWARTIER." Maandagmiddag [e 31/2 uur verga- derae in de .Raadszaal te Alkmaar het besiuur vau het Hoogheemraadschap „Noörd-H ollands Noorderkwariier". Tot deze vergadering -waren ook uitgenoodjga do Commissaris der Ko ningin, -de twee leden van Ged. Staten, zitting hebbende in de Commissie voor Waterschapsaangelegenhe-den, de hee- ren Keielaar en Hendriks, de hoofd ingenieur-directeur van den Provincia len Waterstaat, -de griffier. Al deze lieeren waren aanwezig. De neer Tho-mseu, .wethouder van financiën, vertegenwoordigde den bur gemeester van Alkmaar. "Aanwezig warén pok Mevr. Aukes-- Timmers én dc lieer Govers, raadsleden vau Alkmaa^i De dijkgraaf, de lieer C.. Wijden-es Spaans Jr., sprak de openingsrede uil, waaraan wij het volgende ontlecu-en: De heer Wijdenes Spaans herinner de er in zijn openingswoord aan, dat do strijd legen liet water in 011s land een kamp is, die vele eeuwen is moeten wo-rden gevoerd. De outls l-bckende schrijvers over de toestanden hier te lande gewagen er van. Toch geven de door hen nagelaten geschriften aan leiding tot de nieeiiiiig, dat, voor zoo veel den strijd het zeewater betreft, dezo nier is aangevangen in histori sche lijden. Gewoonlijk geven geologen en anderen aaaraan een vroegere da teering. Wij mogen echter niet ver geten, dal zij zich gronden op de Ro- méihsclie litteratuur en niet op geolo gische gegevens. Spr. verdiepte zich omtrent deze ma terie in gegevens, ontleend aan het werk: „Nederlands vroegste geschiede nis' van dr. Ilofwcrda en komende tot ons Noorderkwartier en zijne wa- lerkeeriugen tegen deze, zeide hij, dal over hel» eerste aanleggen en de eer ste lOnderhoudsvérdeeling' van de dij ken van het Noorderkwartier, hem bij schrille niets bekend is; in het laatst der 15e- eeuw is een geschild aan- knoopingspuut te vinden. Toen deed Noorderkwartier zich reeds op alle punten als bedijkt land voor, met slechts hier en daar eenige buitenlan den. In e-en goed gedocumenteerd His torisch overzicht der waterschappen, bat beheer der N. F. dijken, der on- derho-u-dsverdeelm-T en de daaraan ver kennen moeilijkheden hetgeen sp-r. o-p deze eerste bijeenkomst van het volledige bestuur van het Hoogheeni- raadscnap wel nuttig en noodig leek - heb ik getracht, zeide spr., u hier maleriaal voor te leggen, waaruit oen oordeel valt op Le houwen. Wij hebben daardoor kunnen nagaan dat liet ui terst moeilijk is in bestaande toestan den in le grijpen en dat er telkens weer rampen van helaas al le grooten omvang hebben moeten komen over velen, eer er vrede kon worden geno men met de ^grijpende besluiten tot verbetering. Wij moeten aannemen, dat wanneer in vroegere tij-den wijziging in liet dijks- beheer werd gebracht, het daartegen geuite verzet niet steeds is geweest een blijk van onwil en onverschillig heid voor de algeme-ene veiligheid. Over net verledene valt le oordee- Icn op grond van ondervinding. -Over het tegenwoordige en het toe komende is net goed met de meeste voorzienigheid te spreken. Vaststaat, -dat ondanks de toen gel dende regelingen, ondanks den goeden wil, den ijver en de bekwaamheid van hen, die in 1916 de zee-dijken van dit Noorderkwartier hadden te verzorgen, die vqrzorging onvoldoende is geble ken én dat getracht moest worden naar'zoodanige veranderingen, dat lier- lialing van dc to-eii voorgevallen on heilen menschelijkerwijze niet meer mogeiijk zou zijn. Eveneens dat de voorzieningen, 11a de rampen van 1016 getroffen, enor me uitgaven liehbeu gevorderd, welke o-m billijke verdeeling vroegen, zooals reeds iu vroegere eeuwen, in gevallen van groole voorzieningen aan de zee weringen, belangrijke veranderingen in de verhouding der bijdragen worden gebracht. d Maar ook slaat vast, en dat acht ik zoo hijzonder mooi, zeide si>r., dat de Wéstfriezen o-udliids een regeling toe- pasLen, welke belaas onder de grafelijke regeering is verloren gegaan. Deze is nu weaer naar voren gebracht. Dit wensch ik duidelijk aan \o stippen nis een eer voor ons provinciaal bestuur. Ik bc-d-oel diltusschen de plaatsen aan den Westfriesehen zeedijk, sedert de drooglegging van de Zijpe binnen dijk, bekend als Siul Maarten en Lage- dijk, is in ae eerste heiit der dertiende eeuw geen zeedijk geweest. De abdij van Egmond heelt daar cfoor Tiaar uloosleilmgen een dijk doen leggen, welite -over Valkoog liep. Wanneer die dijk naar eisen als zeedijk was opge bouwd, is deze in den ring van de Wesftriesciie waterkeering opgenomen. Later is daarvoor do polder Burghórn bedijkt, namelijk in 1461. Ook deze dijk werd in den ring opgenomen. Rceos eerder was dit nel geval geweest m-et den zeeoijk van oen lluigeiiko-og bij Werversho-of. Ware dat beginsel steeds toegepast gebleven, hoeveel heler zou net zijn geweest voor Noorderkwartier. Hoe zouden aandijkingen daardoor zijn aangemoedigd, noe zou een ruimer 011- deiboua der zeewaterkeeringen daar door zijn bevorderd. Door dat begin sel, bij middel van het reglement van Noord-Hollands Noorderkwartier, op nieuw in tc-epassing te brengen, is de gelegenheid geschapen dat. gewenschte en betere onderhoud in het vervolg to-e te passen. Aan Hoofdingelanden en him plaats vervangers is de taak opgedragen on' met het dae-elijksch bestuur het vaste land van Noord-Holland ien no-o-rden van den Noörder IJ-dijk en deh Sini Aagtendijk te verdedigen tegen de Noordzee en de -Zuiderzee-,' voor zooveel die taak niet aan anderen is opgedra gen. Met de krachtige hulp van een be kwaam en volijverig jiersonecl zijn vele maanden moéten worden besteed, tot voorbereiding van de aanvaarding d-er taak. Het -dagelijksch bestuur acht zieh gelukkig zoo ver te zijn gevorderd, dat de eerste algemeene vergadering thans kan. worden gehouden, Het is, naar ik vertrouw, mede uit naam van U, dat ik hier hartelijk welkom neetden Heer Commissaris der Koningin 'jn deze Provincie, d-e 1 lieeren leden van Gedeputeerde Staten, van Noord-Holland, die Uitmaken de Commissie voor Waters taaiszaken, den lieer Grittier der Siaten vau Noord- llollahd en eten Ilcer Iloofdingenieiu*- Directeur vau den Provincialen Water- slaat van Noord-Holland. Het heeft ons zeer veel genoegen gedaan, Mijne liee ren, dat U liceft willen aannemen o-uz© ujlnpodiging tot net bijwonen van deze eerste Algemeen© Vergadering van het Bestuur van ons Iloogheeniraadcshap tn wij verneugeu ons in de eer van Uwe tegenwoordigheid. Wij hebben het een aangename plicht der erkentelijk heid geaebt U hier bij ons tc vragen en wii bedoelen daarmede le geven een klem bewijs van de groote waar deering, welke wij koesteren voor al ten arbeid, voor alle moeite en den ken, inspanning en zorgen van U, waar uit ons Hoogneemraadschap is voort gekomen. Dat alles heeft zich onder vaak uiterst moeilijke omstandigheden uitgebreid over den tijd, welke aan vangt Qaaelijk na de ramjicii van 13-11 Januari 1916 en strekt lo-t heden. Zij, die van nabij al die hulp en toe wijding hebben gadegeslagen, en ik meen let de iiunnen le behooren, kun nen daarvan niet anders dan met groe ien lof gewagen. E11 met dat zelfde vertrouwen op uw aller instemming' heet ik hier har telijk welkom den Heer waarnemend Burgemeester der gemeente Alkmaar. De Burgemeester heelt o-ns, waar dat gevraagd werd en hem mogelijk was, niet de hem eigene welwillendheid- bijgestaan en heeft zoo ook wel willen bevorderen, dat wij heden in de raads zaal zijner gemeente onze bijeenkomst mogen houden. Voor die vriendelijke medewerking en voor de eer van d© vertegenwoordiging zijn wij zeer er- konltlijk. Mijne Heeren, ik verklaar de eerste Algemeene Vergadering van het Hoog heemraadschap Noordhollands Noorden kwartier voor geopend. (Applaus.) Ingekomen stukken. Van den lïeer V-erfaille een schrij ven, dat hij wegens st-erfgeval in de familie niet aanwezig kan zijn. Een sdhrii-vén van d-en heer Wende- laar, dat hij weg-ens ongesteldheid niet aanwezig kan zijn. De volgende vergadering zal Don derdag 29. December gehouden wor den. Eenige stekken, betreffende Iret bestuur van h-et waterschap-. De heer Breebaart vraagt, o-f de mbtenaren ook nevenbetrekkingen ïrn-gen bekleeden. De Dijkgraaf deelt m-ede, dat de bestaande instructie geldt voor de tijdelijke benoeming. Nu is hét nog 'Xiegestaan. Daarna kan de v-e gadering zelf beperkende bepalingen in 'lfet le ven roep-en- De lieer Breebaart neemt lïiermedë g-eno-egen. Dijkgraaf en hfoogfieemraden Kel> b-en de volgende vo-ordrachten inge diend. Benoeming' secretaris. a. yo,or de benoeming" van een secretaris: J. P. van Amstei, thans tijdelijk secretaris van h-et Hoogheem raadschap; J, W. Bo-ersm-a, thans tij delijk hoofdcommies ter secretarie van het Hoogheemraadschap; A. Si-ets- 1 ma, alsv-oren. Benoemd wordt de heer Van Amstei m-et algemeene (18) stemmen. Benoeming" p-enni ngm-eester. b'. Voor de benoeming' van een p-enninghi-eester: P. W. Groot, thans tijd.lijpen ingme-esier \a.i he. Ho-- g- heemraadschap; J. Wi Sb-ersma, .hans tijdelijk hoofdcommies ter sesretarje van het Hoogheemraadschap-; A. SieisLma, alsv-oren. Benoemd wordt de Keer Groot met algemeene stemmen. Benoeming ingenieur; c. Voor de benoeming van een ingenieur: P. Tj. Poppens, thans tij delijk ingenieur van hét Eloe-gheem- raadschap; O. G. la F-ontaine, inge- nieu, 's Gravenhage; W. N. van Moo- ten, tijdelijk ingenieur bij Üen Rijks waterstaat te Lieshout. Met aigem-eene stemmen wordt be noemd heer Pop-pens. Alten nemen hun benoeming aan. Dj Dijkgraaf feï)cLee.t hen en hoopt o-p prettige samenwerking. Twe-e aanbevelingen. Opmaken van twee aanbe. e ingen voor de benoeming van twee Hoog heemraden tengevolge van de pe i<> dieke aftreding o-p 1 Januari 1922 van de heeren J. J. Verfaille te Hel der en J. Versteeg Jr., die beiden herkiesbaar zijn. Vaor den heer Verïaiile: 1. J. J. Verfaille (Heider)'. 2. R. D. Kaan, (Wieringerwaard). 3. D. d-e B-o-er (St-ompetoren). Voer den heer Versteeg 1. J. Versteeg J;. (Monnikendam). 2. P. Groot (Anclijk). 3. H. K. Koster vv.e.-ing erwa-ard). Bepaling aantal ambtenaren. Behalve e-en secretaris, een penning meester en een ingenieur, hebben Dijkgraaf -en Hoogheemraden z'c-h' aanvankelijk toegevoegd tijdelijk ter secretarie; 2 hoofdcommiezen, 2 com miezen, 1 adjunct-commies, 2 kler ken en 1 bio-de; ten kantore van den penningmeester: 1 co-mmiesj 1 ad- ju nci-co-mmies, en 1 typiste; bij den technisch'en dienst: 1 hoofdopzichter en 7 technische ambtenaren. De jaar» wedden zijn v-o-oricopig geregeld ais volgt: hbO'idea.m-m'ie's f 3SC0 tot f5003. c-oim-mies f 2000 tot f 3S00, adjunct» cömWiqs f 2200 'tot f 2900, klerk f 1700 t)o;t 'f 2200; typfst© f 1200 tolt f 1700, bloidlei f 1500 tot f 2000, het maximum te bereiken m-et 3 ëén'ja'artij.' he verhiOiOgingen; hoofdopzi.öter i'-jsz50 tot f 4500, technisch* amntenaar te Petten f 2600 toit f 3600 met vrij w-o« nen, overige ambténaren f 22Q3 tot f, 3200 mét vrij' wonen, het maximum/

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 11