alls.
ERK
UT.
Noord- Hollandsch
Dagblad.
TWEEDE BLAD
koop.
iKAS
Laaf.;
traaf.
Denwerk
rijzen,
din werk
07
Dinsdag 13 December 1921.
De hoed van de Kapiteinsvrouw.
m pening-s
r e d e.
m Wet-
|d.
e Veolo.
lillioen
nemers?
nieuwe
gelden,
jigskas
natreken,
IHAGEN
t
oop
OCHT.
jauwstrant 5
AAL
24
•1
i r»
-r -
F
crislal Japansche
ilen, werktafels,
i- en huiskamer
oor t ié, buffet
i, groote sorlee-(
egels, schilderij-'
pine f 75, prima 1
n, pluche, goblin,
soorten sloeicn
:n uilschuiilafe's
tot 2 uur geo-
e soortenArti-
'Zij, 'die mijnheer Von Schönhau
sen, eerste luitenant bij hetlich
te ruitersregiment, dat in de stad
v'an Zuid-Diiitschland in garnizoen
lag, vroeger gekend hadden en
hem in de week tusschen Kerst
mis en Nieuwjaar weder zagen,
zouden teen groote Verandering be
speuren bij den jovial-en, doch, in
tegenstelling tot zijne standgenoo
t-en. toch ietwat schuchteren offi
cier.
Mijnheer Von Schönliausen die
Vroeger in den kring van zijne ka
meraden uitblonk door scherts, die
een loopje nam met al zijne studie-
gienooten. die iedere jonge da mé
naliep, en wien een vroolijk,. vrü
iongezellen leven als een idéaal
toescheen, diezelfde heer kon nu
geheel melankoliek daar neerzitten
achter zijn bitterglas, kon spreken
over het geluk van een huiselijk
leven, nam zijn glas in de hand.
dronk en zuchtte. De kameraden
stieten eikander aan. keken naar
Von Schönhausen en fluisterden ei
kander toe: de jonggezel is ver
liefd. En zoo was het ook. De
dochter van den handelsraad, de
mooie Hedwig von Rosenberg had
het onzen held aangedaan.
Op den dag voor Nieuwjaar had
Peter d e knecht van den luitenant
zijn handen vol. Tweemaal had hii
al de uniformen van zijn heer naar
den kleermaker moeten terugbrén
gen omdat zij niet strak genoeg
sloot, sabel en sporen moesten ex
tra blank gewreven worden.
In geheel de uiterlijke Ver
schijning van den eersten luitenant
had eene verandering plaats ge
had. en dit alles om een bal waar
op mijnheer Von Schönhausen
des avonds wenschte te verschij
nen, omdat hij daar juffrouw Hed
wig d acht te treffen.
Met een lachje, waaruit tevre
denheid over zichzelven blonk, be
zag Von Schönhausen zich
's avonds in den spiegel, en, na ziin
snor nog eens goed in de hoogte
gedraaid te hebben, g.ng-hii naai
de balzaal.
Hoe dikwijls hii' een dans mede-
maakte. hoeveel smachtende blik
ken hij sloeg naar juffrouw Hed
wig zullen we maar niet vermel
den.
1 oen den volgenden moigen Pe
ter op von Schönnausen's kamer,
kwam, zat deze reeds voor zijn
schrijftafel en zoo verdiept was hii
in zijne bezigheid dat zijn huis
knecht zich weder verwijderde zon
der opgemerkt te zijn. Hii schreef
aan mijnheer von R-oeenberg en
/roeg hem om de hand zijner
dochter. Hij had de ge.egenneid
gevonden om liedwig 's avond:- ,e
oren alleen te spieken én zijn kef-
de aan haar te verklaren.
Zii had zijn wensch ingewill gd.
onder beding dat haar vader er ge
noegen mee had.
Naast de brief,'die aan mijnheer
Von Rosenberg .geschreven werd.
iag een andere met méér prozai-
schen inhoud - het was een bedel
brief aan een vriend. Help toch
Samuel; riep hij smeekend terwijl
'hij beidebrieven in hun eigen
welriekende omslag deed.
Peter! riep hij door de half
geopende deur.
-s- Wat belieft u luitenant? brom
de een spekvette stém, én tegelijk
plaatste b eter zich groetend in hél
deurgat.
Hier jongen sprak hem de lui
tenant aan hier zijn twee brieven
ie adressen staan er op, de cén is
voor den heer handelsraad Von
Rosenberg, de andere voor ma
joor van Hordenbeïg.
En dit bouquet, zeide hii verder,
terwijl hij hem een omvangrijk pak
overhandigde, geeft gii aan juf
frouw Von Rosenberg, doet haar
zeel groeten van mij en zeg dat dit
/en bewijs is van' mijne groote ach
ing voor haar. Maak me nu g.-en
lammigheden, zooals gewoonlijk!
Om u te dienenliet Beter er
werktuigelijk op volgen, nam zijn
zijn zaken in ontvangst en verwij
derde zich schoorvoetend, zoodat
Von Schönhausen tijd genoeg had
om al de rijen spijkers onder ziin
schoenen te tellen.
Misschien zal een lezer vragen
waarom (d,e luitenant dezen wel
wat ongewonen weg insloeg en
«iet zijn schoonvader in persoon
S'i«g spreken. Nu, de eerste luite
nant had ondervinding opgedaan;
hu was onbemiddeld, zijn geheele
vermogen bestond in ziin trakte
ment en nu bij den handelsraad
den wind van voren te krijgen, dat
nooit. De wind in een briefom
slag treft nooit zoo- onhebbelijk.
Hij had wel is waar de toezegging
yan 'riedwig. maar dat kon weleen
voorbijgaande luim zijn geweest
waarvan zii na den balavond spijt
iiad gekregen. JVje bouwt er op
•''ouvv-eiilu-tmen'? Kreeg hii den
wind vair voren, nu, dan zij dat'
zoo; zond mijnheer Von Rosen
berg hem door P'eter een weigé-
r-end antwoord, dan bleef hii toch'
Verschoond van dat beschamend
'gevóel van voor den handelsraad
te staan als een bedelaar.
Beter had den brief biï Harden-
berg, nauwkeurig bezorgd en be
gaf zich op weg naar den lieer
Von Rosenberg-. Doch eerst moest
hij nog zijné dikke Marie, de keu
kenmeid van den kapitein even be
zoeken. Omzichtig sluipt hij de
keuken in waar zijne Marie aan
de kachel stond.
Gooien dag-, Marie. Goeien
dag Poter, antwoordde hem zijn
minstens tweehonderd pond wegen-
do schat, ga ziften Peter, ik ben
zoo klaar.
Peter ging zitten nadat hij een
groote doos die op den stoel stond
er at g-ezot had.
Wat heb je daar, Marie?
daar is de nieuwe bo-ed in
van mevrouw, klonk het terug1. Be
modiste heeft hem zoo even laten
brengen, 't is een oud gediende,
voegde zo er giegelencb bij, wel tien
maal is ie veranderd. Weet je, Peter,
mijn mevrouw is ontzettend gierig
Om een paar dozijn van hare voor
ouders in olieverf in dikke lijsten
in de statiekanier op te hangen',
daarvoor heeft ze geld, maar dan
moet het nog van do huishouding
en van do hoeden af. Berst moet
er gckl zijn voor de residentie,
waar haar zoon studeert. Die brengt
er op één avond meer door dan
tien hoeden van zijn mama kosten
Maar mevrouw is blind als een
vlieg die het waagt op een ge
sel) iiderde neus van een barer voor
oudci"3 in de statie-ka,mer te loop-en,
als haar zoon in zijn liarmgluim'
de muts o-p zijn verkeerd oor heeft
dan merkt ze 't dadelijk, en zegt;
Frits schaam jo je niet oen zoo op
straat te komen? Maar als ik zeg:
mevrouw, u heeft een nieuwen hoed
'Boodig dan krijg ik altijd hetzelfde
antwoord dat ik een erg verkwistend
ding ben. En dan" pocht ze er nog
op dat ze voorouders met ulauw
bloed gehad heeft. Nou, ik wensch
zo er geluk mee, als die zoo gie
rig waren als zij, 'dan hadden ze die
weelde ook wel kunnen sparen.
Met open mond had Peter naar
het gebabbel van de keukenprinses
geluisterd. Op eens wérden schre
den in do gang gehoord.
Om 's Hemelswil, ga gauw weg
mevrouw komt.
Péter greep naar zijn doos, maar
in de overhaasting nam hij die,
waarin bet hoofddeksel van mevrouw
was, en hij stormde er mee de ach
terdeur uit.
Het w-as hoog tijd dat hij1 weg
was, want dfe deur ging open én
mevrouw stond in de keuken.
Mario, is mijn hood gekomen?
"Reeds had zij de doos genomen en
was er mode naar haar slaapkamer
geijld. Na een paar minuten komt
zij terug-gestormd en roept opge
wonden: Marie kleedt je terstond
aan en loep naar de modiste, <'a'
kra k inn ge ding hoeft- zeker -haar
l-O-.i.'d vol mot anders- zaken _gehad,
zij stuurt me daar öon machtig groot
bouquet:.
Dadelijk, mevrouw. Mevrouw
ging O-,5ge .\onden naar haar a ner
ver ,o ri omdat zij haar nie-uwsgie
righe cl éo§ moest bed wingen en in
hot O' zek re bic-el hoe of haar hoed
er wel zou uitzien.
Intuas-cih en slenterde Peter door
do straten na-ar de woning van mijn
heer lio/enberg Wat die nette
lui toch gl niet uitdenken
dacht hij bij zichzelven '11 Dom
ino streek zal ik niet uitrichten,
nee, maar 'k zal zeggen, dat groo
ts ding, die malle doos is een klein
bewijs van zijn groots verliefdheid
Nee, heer luitenant,-' zoo dom is Pe
ter dan nog niet
Hij zal zeggen: juffrouw Rosenberg
-wat een g-.kke na:un is dat toch
dat, wat ge hier ziet is een groot
te-eken van de kleine liefde van mijn
heer de luitenant. En troiseh over
dezen machtigen inval, strekte hij
zijn borst in volle lengte. Weldra
&to ad hij Voor het huis van mijnheer
Roi.enb.rg. Na eenigs oogenbükken
had hij den brief aan den heer des
huizes afgegeven en stond tegenov-gr
juffrouw Rosenberg Nu, galant
krek als dc luitenant, daoht hij, en
met een buiging zoo diep, dat de
juffrouw geheel de breedte van zijn
rug kon overzien sprak hij nadenkend
clat, wat u de eer hebt to zieh,
is do huisknecht van, uw schat, en
dat, wat ik u IiieH geef, is een
groote doos, waarin de kleine li-He
van mijnheer de luitenant is.
Do juffrouw bedwong zich en .zei-
de, het gelaat tot lachen geplooid,
bedank hem wel en zeg, dat ik hem
hartelijk groet. Een bedankje is al
mooi genoeg, liet Peter volgen u
weet niet lioe lang mijnheer de lui
tenant zijn zakken doorgevoeld heeft
om den daalder te vinden, die noo--
dig was om dat bouquet to betalen
En me-t eene houding, die don Qui-
cho-t tot eer gestrekt zo-u hebben
verwijderde hij' zich.
In een schaterend Lachen brak
juffrouw Rosenberg uit, toen papa
binnen kwam. De kleine heer was
in groote opgewondenheid onrustig
trippelde hij in de kamer heen en
weer ©n zp-oht naar woorden. Zijne
beenen wijd uit elkander, plaatste
hij zich voor zijn© dochter, zag
haar strak aan en met ©en ctonde-'
rende stem, als- men het zoo- noemen
kou, riep hij
Heclwig1 sedert hoelang keu je'
dien dwazen. luitenant Hèdwig wérd
bleek. I
Wat 'is het" dan,' papatje vroeg
zij met een bedwongen lach.
Daar, lees,zeide papa kortaf
en wierphaar zijn brief toe, dan
staple hij naar het venster en
trommelde een stormmarsch op de
ruiten.
Intus'scheii las Hedwig den brief
en hoe verder zij las1, des te laoh-
lustiger werd zij', to-dat zij) eindelijk
het 'uitproestte. maar vadertje
lief, is dat dan de moeite waard
tón er zich zoo- over t© ergeren?
©en verwisseling, anders niets:
Do oude heer koerde zich om,
700 "spel als zijne, gezetheid het toe
liet en antwoordde toornig: Na
tuurlijk', dat jo-nge- volk heeft 'vaar
alIe-s verontschuldigingen. Dit zeg
gende stapt© hij de kamer uit.
--- Hedwig las1 den brief nog eens
door met alle opmerkzaamheid, hij
luidde:
Oude lieer, lï zult wel oen on-
ge'o-pvig, lachje voelen opkomen
maar toch is hot waar. Ik ia'
trouwen. Niets ontbreekt er aan' als
do vaderlijke toestemming en dan
zal Hedwig mijn lief bruidje zijn.
A propos, als hot mogelijk is, moest
gij rriij1 oen paar goudstukken lee-
ncn. 't Is maar voor ©en korten
tijd. Na de -bruilóft zult gij! zé* be
paald terug hebben. Von Selionhau-
sên,
Hedwig lachte stil voor zich ©11
opendo nieuwsgierig dat groot© t-ee-
ken van de kleine liefde, Tja-en zij
liet deksel van- de- doos nam, schrok
zij terug, want daar zagen haar
oogon een oud-m;od]schen hoed, dien
mes voer oen halven eeuw had kun
nen dragen.
Weenend zuchtte zij: Hii houdt
mij voor den gek, hiv bemint mii
niet! Opi een -oogenblik kwam
papa weer binnen. Vlug wilde zii
den hoed verbergen, maar mijneer
Rcsenb-erg had dien reeds gezien.
Kind! Hedwig wel groote he
mel'. is dan de wereld aan 't hollen
geraakt? Wil jij dat malle stuk van
voor den zond vloed op- je hoofd
zetten
Een geschenk van hem! zeide
Hedwig mot bitteren spot, terwijl
haar -o-ogen vol tranen stonden.
Van hem! van dien, van "dien
Schönhausen?! riep de oude heer
woedend, Nu 'tis goed Hed
wig. Cia nu, en zet dat ding maar
ergens n-oer. kom hier, ik wil een
woordje niet je spreken. Hed
wig volgde haar vader in een ven
sternis. s
Kind. s-prak de wel wat heet
gebakerde maar goedhartige oude
heer:
Kind. tot -een tro-uweil, tus
schen jou ©11 den ov-ersp-anneii lui
tenant kan h-et niet- komen-
Hedwig verborg weenend haar
j gelaat jn hare handen. -Toen de -ou
de heer zijn -eenige dochter w-ee-
nen zag. werd hij nog toorniger
op Von Schönhausen, en donde
rend ging hij verder:
Is dat dan ook -een manier om
de hand van de dochter van den
handelsraad R-osenberg te vragen,
ik had and-ere gedachten van hem
hii li-oude het ons ten goede, maar
co-mprpm-ii-eeren zal hii o-ns' niet.
Ik schrijf hem terstond dat hii het
niet meer wagen moet bij mij over
den drempel te komen. Na dez-e
woorden ging hii toornig weg, de
deur achter 'zich toetrekkend.
Hedwig wieip' zich moede -en
overspannen -o-p de sofa. Verlaten
voelde zij z'ch en ellendig. Met sta
rende -o-ogen zag zit mijmerend
voor zich uit. Hoe naamlo-os onge
lukkig was zii geworden -in het
iaatste uur. In hare treurige over
denking werd zii opeens gestoord
door een hevig gebel aan de huis
deur. Terstond daarop hoorde zij.
dat iemand in haars vaders kamer
kwam.
Verontschuldig mij, mijnheer
Ro-s-enberg dat -ik u moet komen
storen, maar de reden waar-o-m ik
kom kan geen uitstel lijden,
sprak een "besliste mannenstem, en
haar hart kr-ompi ineen; naar de
stem te -oo-rdeelen kon die van -ie
mand an-ders als van V-o-n Schön
hausen zijn.
Welnu, waarom komt u hier!
hoorde' zii haar vader zeggen, mei
een bitsheid, die haar boo-s maak
te. Zij boord© hoe haar papa mijn
heer V-o-n Schönhausen uitn-oo-dig-
de om to gaan zitten; een stoel
werd naderbii gehaald, en na een
paar oogenbllkken begon mijnheer
von Schönhausen - De reden van
mijn komst, mijnheer Rosenberg,
is de brief, dien ik van u ontving.
E-en oogenblik bleef alles stil.
H-edwig kou haar ongeduld bijna
niet meer bedwingen.
Nu? was Rosenbergs ietwat
grof wederwoord, en nu komt u
zeker om mij.... Ik k-en die dingen,
heer luitenant.
Wees zoo goed, mijnheer v.
Rosenberg en oordeel niet te
vroeg. Om u te overtuigen van mij
ne goede bedoeling, wil ik u al
de bijzonderheden van het mis
verstand mededeel-en en dan kunt
u naar welgevallen een oordeel
ovler mii vellen.
Nu, dan -en dat wonder hoofd
deksel. hoe hem v. Roseneberg go»
nadig. maar m-et ee-n stein die arg
waan verried: -
Om het onaangenaamst© liet
eerst uit d© vlo-eten te maken begin
ik m-et den brief zeide mijnheer von
Schönhausen, deze is al op zeer
ongelukkige wijze in uwe handen
gekomen. Hii was gericht aan een
mijner vriendfjn, zijn inhoud zu.it u
zonder üitlêgging wel begrijpen,
mijnheer do' handelsraad, want u
is ook -eens jong geweest; ware
hij aan u gericht, dan was het
schrijven zeker bel edig?nd ge
weest.
U dan. -en dat wonder hoofd
deksel. ho-e wilt u dat verontschul
digen?
M-et uw welnemen, mijn li er v.
Rosenberg, antwoordde mijnheer
V-on Schönhaus-eii -een weinig on
geduldig, dat zal zich wel ophel
deren. 'Ik had mijn op-passer ©en
brief voor u, -een bouquet voor me
juffrouw uwe dochter en den
brief waarover wii spraken gege
ven. -en. Beter was er mee wegge
gaan. Ik zat in mijn leunstoel en
volgde in mijne verbeelding de
stappen van den jongen man. Nu
zal hii wel bij mijnheer Von Rosen
berg zijn, nu heeft hii de bouquet
afgegeven, op-eens hoor -ik ie
mand ijlings de trap opkomen. Ik
vloog naar de deur; aha, Peter
al terug! Ontsteld schrok ik te
rug, voor mii stond kuchend de
dikke Marie van den kapitein. Be
ter ri ep zij in duizend angsten,
waar is Beter? Om 's hemels wil
de nieuwe hoedals mevrouw
het merkt!
Mii begon het te schemeren; ik
z-ei aan Marie dat ze in mijn ka
mer zou komen, -en ik schoof haar
-een stoel to-e, waarop zij zoo op
eens neerviel dat hij van alle kan
ten kraakte, hij vertelde mij, hoe
Peter den hoed van mevrouw in
plaats van de bouquet had meege
nomen. dat zij, kostte wat het wil
de. den ho-ed m-e-e naar huis moest
nemen. ïk stond o-p, ik moest mii
aan de tafel vasthouden, de tafel
danste met mij -een wals, de vlo-er
zonk - weg onder mij-n voeten, -ik
was bijna in onmacht gevallen.
Toen werd -er met geweld tcgén
mijn deur geklopt, -en voor dat ik
iets kon zeggen, vloog die open
mijn vriend Hardenberg stond
voor mii'm-et gezwollen hoofdad-e-
ren. Toen hit de keukenmeid zag.
bleef Shjij als vastgenageld staan.
E 0 m in e n do u-de r en v e n t en/zestig
duizend bliksems, riep hiü woe
dend. met zijn voeten op den vio-er
stampend. Kameraad ik geloof,
dat -ik alle maatr-egei-en moet ne
men om je in e-en krankzinnigen
huis te laten brengen. Kerel! wéét
j-e -dan niet dat mijne Hedwig-eerst
veertien jaren outj is? Hoe kom
j-e op de dolle gedachte om haar
hand te vragen? En twe-edens, wat
heeft dat nijlpaard op .je kamer te
mak-en 1
Ik had alle moeite om' miin op
gewonden kameraad te bedaren _en
hem begrijpelijk te mak-en. dat hier
e-en vergissing in 'tsp-el was.
Ja, er had -ée-n verwisseling
plaats gehad, zooals het mii dui
delijk werd uit den brief, dien uw
dienstmeisje mij kort daarop
bracht. U had den brief ontvangen
die voor mijn vriend bestemd was.
en mijn vriend dien, waarin ik u
vroeg om de hand van uwe doch
ter. En nu besloot vo-n Schönhau
sen, nadat u alles weet, mijnheer
de handelsraad, nu vraag ik u. d-e
schoonste droom van mijn leven
niet te willen verstoren 011 mii de
hand van uwe dochter Hedwig te
bewilligen.
Nu kon de luistervink in de ka
mer daarnaast zich niet m-e-er be
dwingen; de deur vloog open -en
alfe vormen onbedacht latend,
wierp Hedwig zich tegen de borst
van haar geliefde, d.-e de van
vreugde ween-end-a liefkozend om
helsde.
D-e oude heer stond daarbij ver
bluft -en zeide, pp ©enigszins ruwen
toon, om zijn g-evoelèn te verber
gen
Een wonderbaar volk, die
vrouwen; -eerst weent ze, omdat
ze hem verlaten wil, en nu, nadat
ze hem heeft, barst ze in tranen
uit.
Hedwig Ji-et haren verloofde los
en keerde zich tot haren vader,
dien zii pp de wangen kuste. Is
het nu go-ed zoo-, vadertje lief?
Natuurlijk, moet het zoo go-ed
zijn. Dat jo-nge volkje kan het zon
der de o-aideren. Jullie zult het met
elkaar wel klaarspel-en. Kom hier.
Roosje, breng maar een paar fl-es-
schen wijn! oude, hoor.
Een-ige maanden later was er
bruiloft. Ook de vrouw van den
kapitein was daarbij mét haren
nieuwen voorjaarshoed.
„D. V. N. B.".
'ProïjuoiaEl fllsuws
HO OGHEEMRAADSCHAPi
„NOORD-HOLLANDS -
NOORDERKWARTIER."
Maandagmiddag [e 31/2 uur verga-
derae in de .Raadszaal te Alkmaar het
besiuur vau het Hoogheemraadschap
„Noörd-H ollands Noorderkwariier".
Tot deze vergadering -waren ook
uitgenoodjga do Commissaris der Ko
ningin, -de twee leden van Ged. Staten,
zitting hebbende in de Commissie voor
Waterschapsaangelegenhe-den, de hee-
ren Keielaar en Hendriks, de hoofd
ingenieur-directeur van den Provincia
len Waterstaat, -de griffier.
Al deze lieeren waren aanwezig.
De neer Tho-mseu, .wethouder van
financiën, vertegenwoordigde den bur
gemeester van Alkmaar.
"Aanwezig warén pok Mevr. Aukes--
Timmers én dc lieer Govers, raadsleden
vau Alkmaa^i
De dijkgraaf, de lieer C.. Wijden-es
Spaans Jr., sprak de openingsrede uil,
waaraan wij het volgende ontlecu-en:
De heer Wijdenes Spaans herinner
de er in zijn openingswoord aan, dat
do strijd legen liet water in 011s land
een kamp is, die vele eeuwen is moeten
wo-rden gevoerd. De outls l-bckende
schrijvers over de toestanden hier te
lande gewagen er van. Toch geven
de door hen nagelaten geschriften aan
leiding tot de nieeiiiiig, dat, voor zoo
veel den strijd het zeewater betreft,
dezo nier is aangevangen in histori
sche lijden. Gewoonlijk geven geologen
en anderen aaaraan een vroegere da
teering. Wij mogen echter niet ver
geten, dal zij zich gronden op de Ro-
méihsclie litteratuur en niet op geolo
gische gegevens.
Spr. verdiepte zich omtrent deze ma
terie in gegevens, ontleend aan het
werk: „Nederlands vroegste geschiede
nis' van dr. Ilofwcrda en komende
tot ons Noorderkwartier en zijne wa-
lerkeeriugen tegen deze, zeide hij, dal
over hel» eerste aanleggen en de eer
ste lOnderhoudsvérdeeling' van de dij
ken van het Noorderkwartier, hem bij
schrille niets bekend is; in het laatst
der 15e- eeuw is een geschild aan-
knoopingspuut te vinden. Toen deed
Noorderkwartier zich reeds op alle
punten als bedijkt land voor, met
slechts hier en daar eenige buitenlan
den. In e-en goed gedocumenteerd His
torisch overzicht der waterschappen,
bat beheer der N. F. dijken, der on-
derho-u-dsverdeelm-T en de daaraan ver
kennen moeilijkheden hetgeen sp-r.
o-p deze eerste bijeenkomst van het
volledige bestuur van het Hoogheeni-
raadscnap wel nuttig en noodig leek -
heb ik getracht, zeide spr., u hier
maleriaal voor te leggen, waaruit oen
oordeel valt op Le houwen. Wij hebben
daardoor kunnen nagaan dat liet ui
terst moeilijk is in bestaande toestan
den in le grijpen en dat er telkens
weer rampen van helaas al le grooten
omvang hebben moeten komen over
velen, eer er vrede kon worden geno
men met de ^grijpende besluiten tot
verbetering.
Wij moeten aannemen, dat wanneer
in vroegere tij-den wijziging in liet dijks-
beheer werd gebracht, het daartegen
geuite verzet niet steeds is geweest
een blijk van onwil en onverschillig
heid voor de algeme-ene veiligheid.
Over net verledene valt le oordee-
Icn op grond van ondervinding.
-Over het tegenwoordige en het toe
komende is net goed met de meeste
voorzienigheid te spreken.
Vaststaat, -dat ondanks de toen gel
dende regelingen, ondanks den goeden
wil, den ijver en de bekwaamheid van
hen, die in 1916 de zee-dijken van dit
Noorderkwartier hadden te verzorgen,
die vqrzorging onvoldoende is geble
ken én dat getracht moest worden
naar'zoodanige veranderingen, dat lier-
lialing van dc to-eii voorgevallen on
heilen menschelijkerwijze niet meer
mogeiijk zou zijn.
Eveneens dat de voorzieningen, 11a
de rampen van 1016 getroffen, enor
me uitgaven liehbeu gevorderd, welke
o-m billijke verdeeling vroegen, zooals
reeds iu vroegere eeuwen, in gevallen
van groole voorzieningen aan de zee
weringen, belangrijke veranderingen in
de verhouding der bijdragen worden
gebracht. d
Maar ook slaat vast, en dat acht ik
zoo hijzonder mooi, zeide si>r., dat de
Wéstfriezen o-udliids een regeling toe-
pasLen, welke belaas onder de grafelijke
regeering is verloren gegaan. Deze is
nu weaer naar voren gebracht. Dit
wensch ik duidelijk aan \o stippen nis
een eer voor ons provinciaal bestuur.
Ik bc-d-oel diltusschen de plaatsen
aan den Westfriesehen zeedijk, sedert
de drooglegging van de Zijpe binnen
dijk, bekend als Siul Maarten en Lage-
dijk, is in ae eerste heiit der dertiende
eeuw geen zeedijk geweest. De abdij
van Egmond heelt daar cfoor Tiaar
uloosleilmgen een dijk doen leggen,
welite -over Valkoog liep. Wanneer die
dijk naar eisen als zeedijk was opge
bouwd, is deze in den ring van de
Wesftriesciie waterkeering opgenomen.
Later is daarvoor do polder Burghórn
bedijkt, namelijk in 1461. Ook deze dijk
werd in den ring opgenomen. Rceos
eerder was dit nel geval geweest m-et
den zeeoijk van oen lluigeiiko-og bij
Werversho-of. Ware dat beginsel steeds
toegepast gebleven, hoeveel heler zou
net zijn geweest voor Noorderkwartier.
Hoe zouden aandijkingen daardoor zijn
aangemoedigd, noe zou een ruimer 011-
deiboua der zeewaterkeeringen daar
door zijn bevorderd. Door dat begin
sel, bij middel van het reglement van
Noord-Hollands Noorderkwartier, op
nieuw in tc-epassing te brengen, is de
gelegenheid geschapen dat. gewenschte
en betere onderhoud in het vervolg
to-e te passen.
Aan Hoofdingelanden en him plaats
vervangers is de taak opgedragen on'
met het dae-elijksch bestuur het vaste
land van Noord-Holland ien no-o-rden
van den Noörder IJ-dijk en deh Sini
Aagtendijk te verdedigen tegen de
Noordzee en de -Zuiderzee-,' voor zooveel
die taak niet aan anderen is opgedra
gen.
Met de krachtige hulp van een be
kwaam en volijverig jiersonecl zijn vele
maanden moéten worden besteed, tot
voorbereiding van de aanvaarding d-er
taak.
Het -dagelijksch bestuur acht zieh
gelukkig zoo ver te zijn gevorderd,
dat de eerste algemeene vergadering
thans kan. worden gehouden,
Het is, naar ik vertrouw, mede uit
naam van U, dat ik hier hartelijk
welkom neetden Heer Commissaris
der Koningin 'jn deze Provincie, d-e
1 lieeren leden van Gedeputeerde Staten,
van Noord-Holland, die Uitmaken de
Commissie voor Waters taaiszaken, den
lieer Grittier der Siaten vau Noord-
llollahd en eten Ilcer Iloofdingenieiu*-
Directeur vau den Provincialen Water-
slaat van Noord-Holland. Het heeft ons
zeer veel genoegen gedaan, Mijne liee
ren, dat U liceft willen aannemen o-uz©
ujlnpodiging tot net bijwonen van deze
eerste Algemeen© Vergadering van het
Bestuur van ons Iloogheeniraadcshap
tn wij verneugeu ons in de eer van
Uwe tegenwoordigheid. Wij hebben het
een aangename plicht der erkentelijk
heid geaebt U hier bij ons tc vragen
en wii bedoelen daarmede le geven
een klem bewijs van de groote waar
deering, welke wij koesteren voor al
ten arbeid, voor alle moeite en den
ken, inspanning en zorgen van U, waar
uit ons Hoogneemraadschap is voort
gekomen. Dat alles heeft zich onder
vaak uiterst moeilijke omstandigheden
uitgebreid over den tijd, welke aan
vangt Qaaelijk na de ramjicii van 13-11
Januari 1916 en strekt lo-t heden. Zij,
die van nabij al die hulp en toe
wijding hebben gadegeslagen, en ik
meen let de iiunnen le behooren, kun
nen daarvan niet anders dan met groe
ien lof gewagen.
E11 met dat zelfde vertrouwen op
uw aller instemming' heet ik hier har
telijk welkom den Heer waarnemend
Burgemeester der gemeente Alkmaar.
De Burgemeester heelt o-ns, waar
dat gevraagd werd en hem mogelijk
was, niet de hem eigene welwillendheid-
bijgestaan en heeft zoo ook wel willen
bevorderen, dat wij heden in de raads
zaal zijner gemeente onze bijeenkomst
mogen houden. Voor die vriendelijke
medewerking en voor de eer van d©
vertegenwoordiging zijn wij zeer er-
konltlijk.
Mijne Heeren, ik verklaar de eerste
Algemeene Vergadering van het Hoog
heemraadschap Noordhollands Noorden
kwartier voor geopend. (Applaus.)
Ingekomen stukken.
Van den lïeer V-erfaille een schrij
ven, dat hij wegens st-erfgeval in de
familie niet aanwezig kan zijn.
Een sdhrii-vén van d-en heer Wende-
laar, dat hij weg-ens ongesteldheid
niet aanwezig kan zijn.
De volgende vergadering zal Don
derdag 29. December gehouden wor
den.
Eenige stekken, betreffende Iret
bestuur van h-et waterschap-.
De heer Breebaart vraagt, o-f de
mbtenaren ook nevenbetrekkingen
ïrn-gen bekleeden.
De Dijkgraaf deelt m-ede, dat de
bestaande instructie geldt voor de
tijdelijke benoeming. Nu is hét nog
'Xiegestaan. Daarna kan de v-e gadering
zelf beperkende bepalingen in 'lfet le
ven roep-en-
De lieer Breebaart neemt lïiermedë
g-eno-egen.
Dijkgraaf en hfoogfieemraden Kel>
b-en de volgende vo-ordrachten inge
diend.
Benoeming' secretaris.
a. yo,or de benoeming" van een
secretaris: J. P. van Amstei, thans
tijdelijk secretaris van h-et Hoogheem
raadschap; J, W. Bo-ersm-a, thans tij
delijk hoofdcommies ter secretarie van
het Hoogheemraadschap; A. Si-ets- 1
ma, alsv-oren.
Benoemd wordt de heer Van Amstei
m-et algemeene (18) stemmen.
Benoeming" p-enni ngm-eester.
b'. Voor de benoeming' van een
p-enninghi-eester: P. W. Groot, thans
tijd.lijpen ingme-esier \a.i he. Ho-- g-
heemraadschap; J. Wi Sb-ersma, .hans
tijdelijk hoofdcommies ter sesretarje
van het Hoogheemraadschap-; A.
SieisLma, alsv-oren.
Benoemd wordt de Keer Groot met
algemeene stemmen.
Benoeming ingenieur;
c. Voor de benoeming van een
ingenieur: P. Tj. Poppens, thans tij
delijk ingenieur van hét Eloe-gheem-
raadschap; O. G. la F-ontaine, inge-
nieu, 's Gravenhage; W. N. van Moo-
ten, tijdelijk ingenieur bij Üen Rijks
waterstaat te Lieshout.
Met aigem-eene stemmen wordt be
noemd heer Pop-pens.
Alten nemen hun benoeming aan.
Dj Dijkgraaf feï)cLee.t hen en hoopt
o-p prettige samenwerking.
Twe-e aanbevelingen.
Opmaken van twee aanbe. e ingen
voor de benoeming van twee Hoog
heemraden tengevolge van de pe i<>
dieke aftreding o-p 1 Januari 1922
van de heeren J. J. Verfaille te Hel
der en J. Versteeg Jr., die beiden
herkiesbaar zijn.
Vaor den heer Verïaiile:
1. J. J. Verfaille (Heider)'.
2. R. D. Kaan, (Wieringerwaard).
3. D. d-e B-o-er (St-ompetoren).
Voer den heer Versteeg
1. J. Versteeg J;. (Monnikendam).
2. P. Groot (Anclijk).
3. H. K. Koster vv.e.-ing erwa-ard).
Bepaling aantal ambtenaren.
Behalve e-en secretaris, een penning
meester en een ingenieur, hebben
Dijkgraaf -en Hoogheemraden z'c-h'
aanvankelijk toegevoegd tijdelijk ter
secretarie; 2 hoofdcommiezen, 2 com
miezen, 1 adjunct-commies, 2 kler
ken en 1 bio-de; ten kantore van den
penningmeester: 1 co-mmiesj 1 ad-
ju nci-co-mmies, en 1 typiste; bij den
technisch'en dienst: 1 hoofdopzichter
en 7 technische ambtenaren. De jaar»
wedden zijn v-o-oricopig geregeld ais
volgt: hbO'idea.m-m'ie's f 3SC0 tot f5003.
c-oim-mies f 2000 tot f 3S00, adjunct»
cömWiqs f 2200 'tot f 2900, klerk f 1700
t)o;t 'f 2200; typfst© f 1200 tolt f 1700,
bloidlei f 1500 tot f 2000, het maximum
te bereiken m-et 3 ëén'ja'artij.' he
verhiOiOgingen; hoofdopzi.öter i'-jsz50
tot f 4500, technisch* amntenaar te
Petten f 2600 toit f 3600 met vrij w-o«
nen, overige ambténaren f 22Q3 tot
f, 3200 mét vrij' wonen, het maximum/