I „ONS BLÊÏI"1 F"" 1 OSCAR SMiT'S BAR:; sqen Bureau; HOK S, ALKMAAR. - Telefoon: fSSSSPSS^4" binnenland BINNENLAKDSCH HIEUWS. ALKMAAR (hoek Doorbraak). feuilleton Het gefaeïna van Cozy Dell. \**s |8% H b rs. i C3Y« *333/t 7iVs x348/l 114 337 79Vl 397 r4cVi 4a9 107 I77/ 264 I' van Gen- Casper Ger tie. Pater. en Grietje ii der Werf, bernal, 84 j |an der Waai maanden. |c. De .aard en onveran- pn. 2 markt. Aan- e koeien le iw. f 0.85—1, ',G. 60 melk per stuk, 5.20 per stuk f.5—25 per et. er stuk. 838 ''0.94, 2e kw. K.G. sehoon- loten aanvoer. IJNEN. 1LAND. |Dec. van A'm MIJ. Jee. van Ami Deo. var van Smirns l>ec. van Ga- en. MAILD. K3. v. Guaya- te Guyhaver nstercl. n. Qof Curacao. YDi. erdam naar Ouessaat. tee„ v. Sydney vertrok 9 arriv*. 8 Den LIJN. Vancouver Jee. te SaS Riotterd. naai voorm. Sable t KA LIJN. pass. 9 Pea lux. PAAN. ipan n. EioitiJ o mbo. Mib. naar Ja- emen. NDIE 1,1 JN il 10. Dei» iva» bay, TO*. 3*5 DECEMBER 19211 14e JAARGANG NOORD v 1 DAGBLAD Abonnementsprijs Per kwariaal voor Alkmaar f 2.— x "oor huhen Alkmaar i 1S1 -f 'Tti ;r,-rd Zonda'U'od 0 60 f hoover. Advo: vonteprijs: Van 1-5- regels f 1.25; elke e c me?r f 0 25; ^"t'sine9 per regel i 0-55: R'-i r.c'.: - j cn aar.bou ij voot» uribefalfnpr p- nrat' f Wanneer wij in 't kamp onzer tegen standers den strijd ten behoeve der groote gezinnen begluren, dan komen jfij 700 langzamerhand lot de overtui ging, dat de hulp, welke zij die ge zinnen willen bieden, hoogst eigen aardig mag genoemd worden. Theo retisch is men in de vijandelijke linie liet er over eens, dat de groote ge zinnen geholpen moeten worden; prac- tisch wórden er echter hulpmiddelen naar voren geschoven, welke kant noch wal raken en waarvan zeer be twijfeld mag worden of ze werkelijk steun beteekenen voor hen, die den strijd des levens niet alleen te strijden hebben voor zich zelve, maai- dié tevens het levensonderhoud moeten verschaffen aan een groot gezin. Het Kindersuppletieloon door onze Christelijke maiinen met warmte ver dedigd, wit men niet aanvaarden en tracht men steeds door oppervlakkig waarsehijnende motieven te verdoe zelen. Toevalliger wijze kregen wij van deze onze meening wederom be vestiging, bij het lezen van een ar tikel over „Duurzaamheid van loon regelingen", hetwelk verscheen in de eerste aflevering van het periodiek „Gemeentebestuur' Bij aandachtige doorlezing van dit artikel blijkt ons, dat hier iemand dc pen voert, die op 't gebied van loon regelingen voor deskundig kan wor den aangemerkt. Zijne ideeën zijn nieuw en frisch en worden nog boven dien in aanlokkelijken vorm voorge zet. De oplossing welke 011s aan de hand wordt gedaan, om de steeds dob berende loonregelingen dei' gemeente werklieden (ambtenaren) meer stabi liteit en duurzaamheid hij te bren gen, bekoort meer dan gewoon. Ou derling overleg tusschen de onder scheidene gemeenten, bijgestaan dooi de hoofdbesturen der organisaties, lijkt een niet te versmaden middel, om tot een resultaat te geraken. Iloe men er ook over moge denken, het wil ons voorkomen, dat hier een weg wordt aangegeven, om u*it den chaolischen toestand van het oogenbïik te komen. In ieder geval zouden de gemeenten naar onze overtuiging zich wel de moeite kunnen getroosten deze ma terie ernstig te overwegen. Volgens ons inzicht bestaan er geen bezwaren om aansluiting le zoeken bij de groote lijnen in genoemde beschouwing neer gelegd. Wanneer wij echter de daar naar voren gébrachte stellingen meer bij zonder gaan bezien, dan blijken er redenen te bestaan, om de voorzich tigheid niet uit het oog te verliezen. Het zal de aandacht trekken, dat van een kindertoeslag in het daar uitge werkte stelsel geen sprake is. Het heel, iat de massa der werklieden daar tegen grool bezwaar beeft, de om- standgiheden, welke huwelijk en kin dertal bepalen, achten zij te zeer lig gen buiten de bemoeïïngsmacht der overheid. Naar 'welke zijde hier de weerhaan wijst, voelen we. Wij mce- uen echter ten sterkste te moeiten opkomen tegen de uitdrukking: „de massa der werklieden". Men schijnt naar steeds te willen vergeten, dat jr ih'ons dierbaar 'NcdeViandje zoo j ongeveer twee honderdtwintigdui- j zend 'B. K. en Christelijk georgaiü- seenle werklieden zijn, die voor .'de massa maar een schijntje onder doen en in eensgezindheid deze verre over treffen. Ook deze werklieden hebben wenschen. Het zou onjuist zijn te beweren, dat enkel en alleen van kindertoeslag voor de grootè gezinnen heil te ver wachten is Wij zouden, er zelfs niet tegen op zién een ander stelsel le aanvaarden^ mits "het beter of min stens even goed is als het huidige en onze godsdienstige overtuiging er niet bij in 't gedrang, komt. Ons vooropgezet doel is, die gezin nen, welke' 'een zwaren levensstrijd le doorworstelen hebben, de behulpzame hand te bieden. Ook bij de hier bespro ken loonregelingen wordt naar voren gebracht, dat men de groote gezin nen wil helpen en het middel ons aan de hand gedaan' is uiterst een voudig. Of het doeltreffend zal zijn meenen wij te mógen betwijfelen. Men heeft, simple comme bonjour, het kinSertoeslagstelsel te vervangen door periodieke verhoogingen. Wie zal daar nu nog tegen zijn? Gelet op het doel, dienen dè perio dieke verhoogingen niet gering te zijn, noch in kwaliteit noch in kwantiteit integendeel men moet op het grond toon heel wat scheppen laden. - Onge twijfeld bereikt men hierdoor dat ge durende de periode van toename der gezinszorgen, liet inkomen zal stij gen en als men nu den moed en de duiten heeft om het minimumloon en het maximumloon maar hoog genoeg te bepalen, dan zullen de gezinnen daarvan Wel profiteeren. Toch komt men er naar onze beschei den mcemiog o,p' doze wijze niet en wel ozmctait de ongohuwden en de kleine ge zinnen deze periodieke verhoogingen evengoed krijgen. Daar juist zit hem de kneep waaT- schij'nüjk wei. Bij aanvaarding van diit stelsel zullen de ongeil uwden en de klcsite gezinnen ziob vermoededijk zeer rnion bunmen bewegen. Wij inisgu-n-nen lrun dit in geene deete, nraa-r 'het gevolg hiervan zal zijn, da:t de groote gezinnen in hunne omgeving den levensstandaard aanmerkelijk zien opvoe ren en weer de dupe worden. Wie dit bezwaar denkbeeldig aöht, leze hetgeen de schrijver in den aanvang zij ner uiteenzetting uit de pen laat vloeien: „Opvoering der loonen tot een peil z.g. volttoènde voor een gezin met eeniige kin deren, biedt geenerlei uitkomst; op dat peiill gaat immers ook direct de ongehuw de leven en don kan de gehuwde zich 'niet langer op gelijken voet als hij bewe gen." Wat is dat anders, dian de erken ning onzer argumentatie? Tegen hel steeds wegredeneeren van het kindersuppletieloon gaan in hoofd zaak onze bezwaren. Wij R. K. hebben in deze een taak le vervullen. Laten wij blij ven ijveren voor dit stelsel, waardoor de groote gezinnen tegemoet worde gekomen. Critiek hebben we al veel gehoord, maar iels beters er voor in de plaats werd ons nog niet geboden. Strijdende voor het loeslagstelsel, rust op ons de plicht zorg te -dragen, dat de grondlóonen op behoorlijk peil staan. Eerst het gelijk loon voor gelijken arbeid vastgesteld krachlens het beginsel van rechtvaardigheid. Daarna kunnen wij ver der ophouwen. LOMMEN. Caslrieum, December 192t. 1U:T WANBEHEER ONZER REGE ERIN G SDEP ART EMEN- TEN. In een bespreking van het rapport der fcezuinigingBeommissie komt het „Hbld." tot de slotsom dat de slechte naam onzer staatsambtenaren ten voilé verdiend is. 't Ergste, dat gebleken is, is niet eens dat er veel én veel te veel menschen zijn voor het werk dat gedaan 'wcxdt endat van het werk, dat gedaan wordt, de helft overbodig is. Dat dit het geval is, staat naar onze meening vast. Het ergst9, dat het arapporf aantoont, is dat de leidende personen aan de re- gearingsdepartementen het euvel niet zien kunnen of niet willen zien en zich klaar blijkelijk tegen eiken maatregel, waar door het leveren van redelijken en ma tigen arbeid door eiken ambtenaar ver zekerd kan worden, waardoor volkomen nutteloos werk wordt afgeschaft, met hand en tand verdedigen. Nu leze men eens wat de commissie zegt over den raad van toezicht op de spoorwegen. Een college, dat geen be- sturendeu arbeid verricht, niet anders doet dan contröleeren: Van de vijf nf- deolingen, zegt de commissie, kunnen er drie gemist worden ingekrompen en bij een andere afdeeling gevoegd. En dan vindt men voortdurend zinnen als deze: „Tegenover 20 ambtenaren, die zich geheel of gedeeltelijk bezig hielden met redigeeren van brieven en het beoor- deelen van regelingen,' stonden or 30, die niet of weinig anders verrichten dan eenvoudig, registratiewe.'k en het copi- eéren van stukken." Bij de secretarie: ,,de commissie was van oordeel, dat dit werk gevoegelijk door 4 inplaats van 8 ambtenaren ver richt kon worden." „De bezetting van het teekenbureau (welks werk in hoofdzaak beperkt blijft tot het maken van copieën, waarom niet langs mechanischen weg? Waarom niet in duplo ontvangen?) met C ambtenaren' weid niet door den omvang van het to verrichten tcekenwerk gerechtvaardigd." TVe afdeeling: „Haar arbeid was van geringen omvang en rechtvaardigde niet de bezetting met 5 ambtenaren: 2 daar van kwamen haar overbodig voor." De geest, dia er heerscht, blijkt nit deze toevoeging: „de werkzaamheden aan deze afdeeling waren reeds t'jdens den oorlog sterk verminderd. Dit had moe ten leidon tot inkrimping van personeel, hetgeen echter niet is ge-cbied." De afdeeling rollend materieel met drie ambtenaren kon worden opgeheven en gevoegd bij stoomwezen. Deze dienst zou dan kunnen worden uitgeoefend door 8 ingenieurs en 2 andere ambtenaren. Er zijn in dienst 4 ingenieurs en drie andere ambtenaren. Een personeel van 10 man kan dus teruggebracht worden tot 8 manDe conclusie is dan ook, dat het personeel van den geheelen raad van toezicht en dienst van het stoom wezen van 63 ambtenaren tot 43 kan worden teruggebracht, ongerekend de be sparing ten govolge van vereenvoudiging van afdoening van zaken hij hetdepar tement van Waterstaat.... Aan het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, een gebouw met ccutr.Je verwarming en 'öt-.'U J licht, zijn yr.or brrirmiig öo"d:- 42 n iu vasten dienst - óm 12 losse kneekti. Geen -burèaürn-ns ;bóu dóe; staar., knechts en hides. Een peieton van 54 man. Wat trouwens de commissie zegt övèr het misbruik, dat van bet -„bodésystecm" ge maakt wordt, waarbijelke ambtenaar óf groepje ambtenaren en een groot deel der ambtenaren doet slechts registree- renden, catalogiseeTenden arbeid! naast stadstelefoon en huistelefoon, de beschik king over een volwassen kerel hebben om Boodschappen tc doen; De tijd vari den, jongsten aankomenden ambtenaar is blijkbaar 'reeds te kostbaar, dan dat deze gebruikt zou mogen worden om een sta peltje. paperassen naar eenandere af deeling te brengen. Toch hebben die telefonisten het waar lijk druk gehceg. De directie van eco nomische zaken telt 35 ambtenaren. Voor de bediening zijn 7 beambten en.2 tele-, fonisten noodig! Twee ambtenaren zijn noodig om het kleine en vrij overbodige blad Econo mische berichten in elkaar, te knippen. Nog veel erger-on niet minder beden kelijk is de arbeidsverkwist'ng, dje plaats vindt. De nuttelooze arbeid. En helaas, men kan niet anders aannemen,ih me nig geval bewust mot voorkennis en goedvinden van de verantwoordelijke hoofdambtenaren, die niet wenschen mede ie werken tot vermindering van het schijnbare belang van hun departement door een regeling van den arbeid, ten gevolge waarvan de beteekenis van hun afdeeling niet. door een groot aantal amb tenaren .gedemonstreerd zou worden. BEGROOTING POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. Aan de bcgrootirig van Posterijen en Te legrafie voor 1922 zij hel volgende ont leend: Ten aanzien- van de raming der uitga ven meent de minister er op te mogen wijzen, dal in aanmerking genomen de algeheel® uitzetting van het bedrijf, pro- eentsgewijs een daling is waar te nemen. Immers, stegen de exptoilatie-onlvang- slen, voor 1921 geraamd op 76.824.000, voor 1922 op f 93.113.125 met 21 1/5 pro cent, in de exploitatie-uitgaven, welke voor 1921 op 90.043.311 zijn begroot en voor 1922 op 95.932.263, is slechts een stijging waar te nemen van 61/j> pet. Dat hierin de personeelskosten een groo te rol spelen, kan blijken indien de ge raamde personeelskosten voor 1921 ge steld worden tegenover de overeenkomsti ge kosten voor 1922 aangevraagd. Gerekend wordt, dat voor 1922 aan sa larissen en belodningen voor vast en lijde lijk pcrsonce] noodig zal zijn 54.326.903. Voor 1921 werd een som van 58.062.541, dat is bijna 3% millioen meer noodig ge acht. Indien de prijsdaling, welke ongetwij feld ook op de financieele uilkomslen van 'het bedrijf beteekenenden invloed uitoe fent, nog aanhoudt, acht de minister bij een regelmatige ontwikkeling de kans niet gering dat weldra de inkomsten de uilga ven zullen kunnen dekken. Ongetwijfeld zal dit ni.et geschieden, tenzij met alle aandacht naar dit doel wordt gestreefd; eenerzijds met geipaste zuinigheid wordt gefinancierd, anderzijds door inspanning van alle krachten hot ge heel lot bloei wordt gebracht. Wat betreft de inkomsten, deze worden voor de posterijen voor 1922 greaamd op f 63.066.800, terwijl geraamd werd voor Geeft spaarboekjes uit, rentende 4 pCi. per jaar, met dien verstande, dat voor bedragen, die een rond jaar hebben uitgestaan, 4'/? pCt. wordt vergoed. Neemt geiden in deposito. Verleent credieten en doet verder alle bankzaken. 1921 f 51 730.400, alzoo voor 1922 meer 11.366.440. Eén groot deel van dit bedrag, n.l. .8.700.000, wordt toegeschreven aan de te verwachten meerdere opbrengst van postzegels en andere geldswaardige stuk ken, terwijl mede een post van 1,000.000 voorkomt, tengevolge van meerdere in komsten in vérband met de afschaffing van- portvrijdommen. Ten aanzien van de telegrafie wordt de opbr. voor 1922 geraamd op ƒ9.388.025. Voor 1921 werd zij geraamd op 9.0655.600, derhalve voor 1922 meer 322.425. Uit den slaat blijkt vervolgens dal de getalsterkte van hel vaste personeel, met inbegrip van vacaturen, op 1 Januari 1921 bedroeg 22,993. De geraamde sterkte op 1 Januari 1922 is 23,261, terwijl die op 31 December 1922 wordt geraamd op 23.746. Hierbij verklaart de minister uitdruk kelijk, dat waar een uitbreiding van per soneel is geraamd, dit bepaald noodig is voor de behoefte van het staatsbedrijf bij den steeds grooleren omvang, welken het vooral bij het onderdeel „ielefonie" aan neemt. Wat de kindertoeslagen belreft, de ver moedelijke nilgaven hiervoor worden ge raamd óp 1.422 200. Voor de uilgaven op de kantoor-onkos- tcn-artikclen wordt, voor '22 aangevraagd een bedrag van 6 968.800, zijnde 711.050 meer dan in 1921. Voor een belangrijk deel wordt deze stijging veroorzaakt door dc aanschaffing van automobielen en motorrijwielen en door de aanschaffing van reken- en tel machines. De uitgaven voor réis-, ^verblijf-, ver huiskosten en examenkosten, worden ge raamd op 1,605,300 of 487,000 meer dan in 1921, liet vrachtauto-verkeer. Op 8 Decem ber is te Utrecht een bijeenkomst gehouden van tielanghebbenden, bij het vrachtauto- bedrijf teneinde tot oprichting van een bond le geraken, omvattende alle bedrijfs- autohouders in Nederland, met eet doel verbetering le krijgen in wegen, bruggen en ponten en meerdere faciliteiten betreffende vergunning voor de berijden wegen. Binnenkort zal een groote vergadering belegd worden ten einde definitief tot op richting van een bond over te gaan. De werkweek op de departementen. De ,Ned." meldt, dat er plannen bestaan om de werkweek op de departementen met ingang van 1 Maart nogmaals te verlen gen, zoodat geleidelijk de 45-urige werk week zou worden ingevoerd. Een besluit 111 dezen geest zou reeds de vorige week door den Ministerraad zijn genom. DE TABAKSWET. Memorie van Antwoord. In zijn memorie van antwoord op hol voorloopiig verslag aangaande hel wetsont werp tot wijziging van enkele bopaiüjiigen der tabakswet en uitbreiding van haar overgangsbepalingen, zegt de minister van I'inanoiën, o.m. dat het vervallen van den eisch van het aanbrengen van serienum mers op de belastingzegeilv bestemd voor dc verpakking van sigaren, de controle ernstig zou belemmeren, op een misver stand moet berusten. De voorschriften be treffende het aanbrengen van serienum mers op de zegels zijn in de wet aange bracht uitsluitend als een controlemiddel qp den verkoop van losse sigaren uit kistjes waarvan het zegel verbroken is. Wordt die verkoop verboden,, zooals het geval zal zijn bijaldien art. 43 komt te ver vallen, dan hebben die serienummers voor de controle geen beteekenis mqer. Na drie jaar zullen, naar mag worden gehoopt, de belanghebbenden zich aan de wel hebben aangepast. De vraag of de wet toelaat een tabaks vergunning te verleenen voor het maken van sigaren en hel kerven van tabak in een en welfde ywerkplaals, moet loestemmend worden beantwoord, behoudens dan in hel'geval van art. 88 waarin diil niet is toegelaten. Dë tabakswet bevat inderdaad een leemte op het stuk- van deiï verkoop van voor verbruik berei de taba>k d'oör venters en dergelijken, welke leemte moet worden aangevuld. In verband hiermede is bij nota van wij ziging een aanvulling der wet op dit punt voorgesteld. De bezwaren, uit de intrekking van arti kel 43 voortvloeiende voor. importeurs van uil Indische tabak vervaardigde sigaren, zijn den minister door belang hebbenden medegedeeld. Volgens de door dezen verstrekte inlichtingen hertaal de invoer van Indische tabaksfabrieken voor een gedeelte uit z.g. cigarillos en voor een ander deêl uil gewone sigaren. De cirgari'Uos zouden kunnen worden inge voerd in kleine pakjes, die >an een zegel kunnen worden voorzien. Wanneer dat zoo-danig zou kunnen geschieden, dat het publiek de sigaartjes althans gedeeltelijk zo-u kunnen bezichtigen, voordat tot den koop wordt besloten, dan zou dat volgens de gehoorde belanghebbenden geen be zwaar opleveren. De minister bereidt een regeling voor, waardoor met den wensoh van belanghebbenden rekening kan worden gehouden. •Ten aanzien van gewone Indische siga ren staat dte zaak anders. Belanghebbenden beweren, dat zij die sigaren bezwaarlijk in Indiië stuksgewijs kunnen 1 alen banderolee ren, omdat de kleinhandelsprijs daarvan eerst hier te lande kan worden vastgesteld. Eeniige risico schijnt hieraan inderdaad verbonden, doch afgescheiden van het feit «feut ddt risico niet groot kan zijn, verkeeren de importeurs van Inddsche si garen in dit opzicht in hetzelfde geval als de importeurs van Havanna en andere bui ten! an dische sigaren. De hoeveelheid verpakte sigaren, die fa* brikanten bij het in werking treden der tabakswet in voorraad hebben, zullen, in dien stuksgewijze banderoheering om tech nische redenen on doen!ijk mocht zijn, in' van zegels voorziene verpakkingen in het vrije verkeer moeten worden gebracht. Het ligt" voor de hand, dat de fabrikanten neg vóór het inwerking treden der wet vold-oen ri-e gelegenheid zullen hebben die! voorraden af te zetten. Bovendien behoort niet te worden vergeten, dat het bij de meeste fabrikanten gebruik is hunne voor raden o-p te slaan in z.g. droog fust. Si garen in droog fust moeten/ voordat zij worden afgeleverd, worden omgepakt en het is zeer goed mogelijk sigaren droog te zegelen, hetgeen alleen een geringe ver meerdering van kosten medebrengt. 23 „Beminnen? Gelukkig zijn," herhaal de de oude man toornig. „Weet je, wat de naam Stilhvorth he teeltent? Liever laag, ik mijn dochter in het graf dan beneden haar stand ge trouwd." „Waarom dan, meester?" „Vraag niet, slavin! Reeds eenmaal heeft zoo'n huwelijkik kan 't jou niet verklarenVraag dus niet verder." Er klonk zoo'n ernst uit de woor den van den zieke, dat Dïna op onder worpen toon antwoordde: „Meester, u zult gelijk hebben als immer; wie Ml echter mijn goede freule Edith trouwen „Ik weet het niet, Dina; maar zoo- Wel is zeker, dat zij spoedig hu- Ven zal." „Waarom „Om haai- voor Blunt te redden en voor schande en berouw te bewaren!" „O freule Edith zal nooit schande brengen haar lieven vader; geheel an deren zijn het.. „En deze zijn," vroeg snel de slot heer. „Meester, ook oude negervrouw kan geheim bij zich houden zoo goed als mijnheer 1" „Wat meen je daarmee," riep hij m plotseling opvlammenden toom en dreigend de gebalde vvist. De oude negerin sprong op en week „Spreek vrij uit, dokter. Vrees niet schuw eenige passen achteruit. mij le verschrikkenik ben op het „Ik weet niet, wat ik doe, 'k ben buiten zinnen ga, laat mij met rust!" Met deze woorden zonk hij uitge put in zijn stoel en sloot de oogen. „Vaarwel, meester," zei Dina treu rig; „ik neem nu afscheid van u.' Gij zijt altijd een goede lieer voor mij ge weest God zegene u!" „Deed Hij dat, Dina, het zou goed voor mij zijn! Ach, dat ik bidden kon!" „Wees zonder vrees, meester. Hij zelf zegt in dat gulden boek: „Roep mij aan in de dagen der droefenis en ik zal u helpen." Roep Hem aan, meester en bid tot Hem!" Weenend verliet hem de oude; de kranke echter blikte in somber ge peins voor zich liït. De handen la gen roerloos in den schoot, de lip pen waren 'samengeperst; eindelijk fluisterde hij voor zich heen: „Het is te laat!".. [?j 's Namiddags begaf zicli zijn arts naar de roode kamer en verzocht een onderhoud met mevrouw Stillworth. „Ik hoop, dat zijn toestand niet erger is geworden," vroeg zij snel. De dokter haalde beteckciïisvol de schouders op cn zei: „Niet op dit moment; liet hoogste gevaar kan ech ter ieder oogenbïik intreden, zijn toe stand is uiterst zorgelijk." „Hoezoo?" I 1 „Het zenuwgestel is zoo ontzettend geschokt, dal het onbeduidendste. Hij hield op cn keek dc dame vra gend aan, ergste immer voorbereid." „Nu dan ik vrees een plotseling einde, zonder iedere voorafgaande waarschuwing; ik lioud het daarom voor mijn plicht u hierop voor te bereiden." „Werkelijk", riep mevrouw Still worth verrast uit. „Wat kunnen we nu doen?" „Vooreerst moet hem iedere onaan gename mededeeling gespaard blijven; hij behoeft volstrekte rust; hij werd ik weet niet door wie in de laat ste dagen in geheel buitengewone ma te opgewonden en verontrust; dat mag niet meer gebeuren. Voor alles moei men hem iedere emotie besparen, een schrik zou zeker zijn dood worden." ,,'t Is inderdaad erger met George Stillworth dan ik dacht; ik zal uwe voorschriften letterlijk doen opvolgen. Gelooft gij, dat onze Kerstfeesten hem nadcelig kunnen worden?" „Als er rumoer tot hem doordringt, dan ongetwijfeld. Weet hij, wat hier in huis voorvalt?" ,jNiet in bijzonderheden; hij woont in dien vleugel van 't gebouw, een zaam en ongestoord." 4 „Nu, dan is er tenminste in dat opzicht geen gevaar, mevrouw." „Er moet nu altijd iemand bij hem zijn, dokter; wie houdt u hiervoor 't best geschikt?" - „Beslist mijnheer Blunl!" 1 1 „Ik meen echter, dat Blunt juist in 't;geheel niet de rechte man is; hij houdt Stillworth voortdurend met zijn zaken bezig ep ie de,re opwinding moet immers vermeden worden." „Zeker, mevrouw; maar wie kan mijnheer Bïunt vervangen?" „Ik zelf!" De dokter fronste het voorhoofd en zei aarzelend: „Ik zou liever freule Edilli voorstellen de zieke verlangt naar haar, zoo schijnt 't me toe." „Edilh, waarde dokter? Die is wei de allerongeseliiktsle ziekenverpleeg ster; ecu zeer prikkelbaar, angstig ge moed, dat geen vastberadenheid kent en door iedere kleinigheid liet hoofd verliest neen, dokter, Edith past daar zeker niet." „Is freule Ida soms eenigszims ze nuwachtig?" „Neen, Ida is veel geschikter." „Best, dan kan freuie Ida naar hem toe gaan en hem zorgvuldig oppassen. Ik heb de eer u te groeten, mevrouw. Ik heb nog meerdere ziekeuvisite's in den omtrek te maken, maar zal voor den nacht weer terug zijn." „Adieu, dokter! A propos, nog iets! Mijnheer Blunt zal zich niet zondcr protest op zijn post als ziekenverple ger laten vervangen." „*Zeg hem, dat ik 't zoo goed bevon den en voorgeschreven heb." „Goed; de arts moet blindelings ge hoorzaamd worden, nietwaar?" Mevrouw Stillworth zei dit met een spottend lachje en begeleidde den ar- geloozen man, die door zijn voor schrift onbewust het plan der dame diende, t ot aan de deur. Dan trok zij zich in de roöde kamer terug om met zichzelf te overleggen. Zij had haren echtgenoot er reeds op. ge wegen, Jat Edilh een och mme genegenheid voor den secretaris ge voelde. Zij was blij, dat de eerste ge volgen van deze mededeeling achter den rug waren. Nu zou zij 't nauwe lijks gewaagd hebben dit onderwerp ter sprake te brengen, uit vrees, dat dö patiënt plotseling zou kunnen ster ven, nog vóór het noodioltig tes tament veranderd was. Eigenlijk had zij van deze mede- deeiing een geheet andere uitwerking gehoopt. Zij meende, dat de slotheer de volle, maat van zijn toorn over Edith zou uitstorten, die zich zoo ver geten kon, met een bediende des hui zes intiem te worden. De oude heer scheen echter alleen over Blunl op gewonden tc zijn. Intussclien gif haar dit eenige hoop, dat, als dc zaak maar zou blijken, haar lang gekoesterde wensch vervuld en Edilh onterfd zou worden. Nu het was haar wei onaan genaam, dat zij tengevolge van de waarschuwing des dokters voor- loopig geen stormaanval op hel vader hart mocht wagen. Dit eene had zij echter toch bereikt: de verwijdering van Blunt uit de nabijheid van den zieke. Zoolang Blunt zijn invloed kou 'doen gelden, was dc zieke niel le bewegen, Edilh immer le verstoeien. Toen mevrouw Stillworlh den ge- haten secretaris hij zich verzocht cn lietri het nieuwste geneeskundig voor schrift mededeelde, trachtte zij tever geefs den innerlijkeu .triomf, die uit iederen trék van haar trotsch gelaal sprak, geheel te verbergen. Slechts met grooie inspanning gelukte t haar met gehuicheld medelijden le zeggen, dat haag gemaa] van n>' af de voorh-effe- lijke verpleging van zijn jongen loc-1 gewijdeu vriend zou moeten missen, „Gij verslondt 't zoo goed," zeide zij, „ieder zijner wenschen te raden; in tussclien kunt gij thans uwen meester beter dienen door ver van hem le blijven, als dc arts het voor nood zakelijk houdt, dau dat gij door uwe nabijheid den zieke aanleiding tot op winding geeft." „Bepaald," anlwoordde Blunt met een deftige buiging; „het leven van mijn edelen weldoener is veel (e kost baar, dan dat mijn gevoel hierbij eenigszins in aanmerking komen mag." Meer vermocht hij niet te zeggen; zijn hart was tot berstens toe vol de slag was te valsch op jiem neer gekomen. Nog dienzelfden avond verwijderde men al zijn boeken en papieren uit de voormalige bibliotheek en een be diende werd in de voorkamer op post gezet, met het strenge bevel slechts dan bij den zieke binnen te gaan. als hij belde. Builen hem durfde niemand den drempel overschrijden, die niel vaa mevrouw Stillworlh uitdrukkelijk ver lof ontvangen had. DERTIENDE HOOFDSTUK. Bij vallen der duisternis zat Edilh aan een vensier in de nieuwe biblio- theekkamer en blikte'naar liet uitspan sel daarbuiten, waarlangs, de zwart© wolken joegen, die een zwaren storm voorspelden. In gepeins verzonken, had zij niel opgemerkt, dal inmiddels de deur ge opend was, JWjordt vcrvolö.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 7