„ONS BLAD"
1
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
Knaische kroniek.
FEUILLETON
Met geheim vaia
Cozy DelL
SJNDBiUW EH ¥ÏSS®HIBU,
GEMEESfiD MliüWS.
No. 362
MAANDAG 19 DECEMBER 1921
NOORD
!4e JA A*? G ANG
Abonnementsprijs
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaar f 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 69 f hooger.
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 633
Advertentieprijs:
Van 1 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames
per regel f 0 75; Ru wiek „Vraag en aanboc" bij voor
uitbetaling p«r: piaat; ng f 0.60
Aan a..a abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 50O,—f 400,—, f 200,—f 100,—f 60,—, f 35,—, f 15.^»
De positie der Katholieken in Indië
is een heel moeilijke.
Met hun honderd-duizend over den
geiiee-len Archipel verspreid, vormen
zij nauwelijks het 500ste deel der ge-
heele bevolking, terwijl zij op Java
n.et zijn 35 millioen inwoners nóg geen
ióoüste oeel uitmaken.
Deze ongunstige verhouding is
voor nun werk wel zéér bezwarend.
om practische resultaten te kun
nen verkrijgen, moeten zij samenwer
king zoeken inet andere groepen en
partijen, en dus er naar streven om
een basis te vinden, waarop gemeen
schappelijke actie mogelijk is.
In 't bijzonder is dit geboden op
politiek gebied.
Wat zouden zij hebben aan een mooi
program, zoolang zij niet in staat zijn
om hunne vertegenwoordigers in
Gemeenteraad en Volksraad geplaatst
te krijgen
Ook op sociaal gebied moet er in
velerlei zaken om niet bij vruchte
loos pogen zich uit te putten ge-
♦racht worden in onderlingen steun
met andere organisaties het begeer
de doel te bereiken.
Bij dit steun zoeken naar links
.a rechts is echter groote omzichtig
heid in het beleid vereischt.
Vooreerst hebben wij al heel wei
nig invloed op de wisselende inzich
ten, naar welke de beweging bij andere
grocpeeringen wordt geleid, en kun
nen wij niet al te groote verwach
tingen bouwen op de gehechtheid
van het onderlinge verband, dat door
de anderen wordt gehandhaafd zoo-
'ang daarvan voorliunne zaak voor
deel is te verwachten.
De jongste gemeenteraadsverkie-
tingen te Semarang en Buitenzorg
zijn in dat opzicht wederom zeer leer
zaam geweest, juist omdat de uitsla
gen voor ons niet gunstig geweest
lijn.
Doch niet alleen naar buiten is wijs
beleid niet gemakkelijk.
Het gevaar is niet denkbeeldig
smdat het zoo vele malen reeds in
en buiten Indië werkelijkheid is ge
worden dat onze beginselen wor
den verdoezeld, en wij daardoor bij
onze eigen beweging het stuur kwijt
raken. Het drukkend besef van onze
geringe minderheid werkt niet gun
stig op den wil, om onze zelfstandig
heid te handhaven tegenover de
eischen der onderlinge samenwerking
Daartegen dient gewaakt.
Daarom is ook in de omstandigheden,
waarin de Katholieken in Indië
ageeren moeten of liever juist in
die omstandigheden de organisatie
der Katholieken op prlncipiéélcn
grondslag onmisbaar.
Het zich voegen in een „neutraal"
verband, het zich oplossen in eene
„neutrale" organisatie is en blijft
een kwaad. Een kwaad, dat voof'ons
zeiven er heusch niet minder op
wordt, wanneer de anderen ons om
onze meegaandheid gaan loven.
De laatste mail-berichten brachten
wis uit Indië weer bemoedigend
rieuws.
Er zit in dat land van kleine en
derk verspreide Roomsche minder-
ueueu aan eiK siuk weigesiaagü or
ganisatie-werk op Roomsche basis
veel meer volhardings- en doorzet-
tings-vennogen vast, dan men zich
hier bij mogelijkheid voorstellen kan.
In het nummer van 21 October
brengt „Sociaal Leven" het bericht,
dat er ook te Bandoeng besloten is
tot de oprichting van een Katholieken
Socialen Bond. Reeds vele jaren zijn
de plannen daartoe wel gekoesterd,
dóch niet verwezenlijkt kunnen wor
den. Nu hebben eenige mannen, wier
naam in het vereenigings-leven reeds
een goeden klank hebben, zich er
voor gespannen, en ik verwacht bin
nenkort te Bandoeng een bloeiende
afdeeling onzer Sociale Bonden te zien
ontstaan.
Voorts lees ik in „Sociaal Streven"
en in „Sociaal Leven" dat bij de le
den van den Centralen Raad een voor
stel van het Bestuur circuleert, be-
oogende het oprichten van eene ver-
eeniging van Katholieke ambtenaren.
Tot heden waren deze behalve
dan de onderwijzers, die in 1917
dc-n Katholieken Onderwijzers Bond
oprichtten voor de behartiging
hunner belangen aangewezen op het
„neutrale" Verbond van Landsdiena
ren" de gematigde geest, die daar
in over 't algemeen heerschte, maak
te de afscheiding der Katholieken nog
niet urgent. Doch het liet zich al
óenigen tijd aanzien, dat het niet
iang meer zoo zou blijven. Evenals
elders trachten de socialistische en
communistische elementen zich van
de leiding meester te maken. En hun
invloed heeft alreeds deze uitwerking
gehad, dat het N. V. L. met groot
rumoer aan 't protesteeren is getogen
tegen de motie —ten Berge 'in zake
de houding der Regeering tegenover
communistische ambtenaren.
In een mijner vorige Kronieken
is deze motie van onzen Katholieken
vertegenwoordiger in den Volksraad
reeds besproken, en gewezen op het
gevoelige échec door den Directeur
van Onderwijs, geleden. En terloops
wijs ik er nu nog eens-op,'hoe onge
lukkig deze hooge Regeerings-ainbte-
naar zijne positie verzaakt heeft.
Terwijl hij voor den goeden gang der
Onderwijs-ontwikkeling tegenover de
sabotage-pogingen der roode leider r
den stëun der Katholieke en anders
Christelijke onderwijzers r.oodig heeft
wat hij heel goed beseft moet en
zijne positie geschraagd worden met
behulp zijner tegenstrevers. En deze
heet een bewindsman met groote
bekwaamheid
Met dat al blijkt er in het „Verbond
van Landsdienaren" geen plaats te
zijn voor Katholieken, en moeten
deze zich gereed gaan maken tot
zelfstandig optreden.
Daarom kan de poging tot stich
ting eener vereeniging van Katho
lieke ambtenaren niet krachtig ge
noeg worden aangemoedigd, en is het
te hopen, dat deze inderdaad spot dig
slagen zal.
Ook in Indië wordt door de ruste
loos voortgezette actie onzer tegen
standers de tegenstelling tusschen
hunne beginselen en de onze scherp
geaccentueerd.
Ik zou willen zeggen des te beter.
De Katholieken zullen te duidelij
ker onderscheiden waar zij hebben te
staan.
Dit zal noodig zijn.
Wij staan vóór den drempel van
een nieuwen tijd.
Nog staan wij in den chaos. Om
ons heen liggen de brokstukken,
die de tuimel der Oude cultuur-mo
numenten ons liet. Door de puinhoo-
pen stormen de massa's, de horden.
In redelooze wildheid zoeken zij den
uitweg om te ontkomen aan de ver
schrikkingen, die de G-odverzakende
bandeloosheid der menschen over
eigen hoofden te razen riep.
En wij, die den eenigen uitweg we
ten, die over de hoofden heen om
dat wij omhoog blikken de poort
onderscheiden, waarachter het land
eener blijde toekomst in hemelschen
schijn te glanzen ligt, wij zullen ons
los moeten werken uit de warrelende
massa, ons scharen om den Leider,
die met ons zijn zal tot het einde der
eeuwen, den gang der menschheid
voeren over den drempel van den nieu
wen tiid.
S.
Eindelijk vroeg de oude man „Wel
ken datum" hebben we nu
„De drie-en-twintigste December."'
„Dus is het morgen Kerstavond
„Ja, vader, waarom beeft gij zoo
„Zes-en-twintig jaren is het morgen
avond Zes-en twintig jaren, dat ik
dezen doodsangst verdraag en de an
gel van mijn misdaad in de zie! steekt.
O, ik lijd zoo verschrikkelijk, telkens
als deze avond terugkeertO Bid har
telijk voor mij, liefste, eer je dezen
nacht gaat slapen. Kom nader, dat ik
je zegene, wellicht voor de laatste
maal."
Schreiend sloeg Edith haar armen
om zijn hals, drukte haar lief gezicht
tegen zijn valen wang en kuste hem.
Toen Edith het vertrek verlaten
had, lag haar vader in zijn zetel achter
overgeleund zijn hoofd was c de
borst gezonken, zijn handen lagen ge
vouwen in den schoot, alsof hij bad,
en zijn oogen waren gesloten. Zoo
bleef hij een poos onbeweeglijk ein
delijk mompelde hij
„Ja, zij moet trouwen; ik kan haar
niet helpen. Heeft hij dan niet gedreigd
overal haar verhouding tot den secre
taris te vertellen en daardoor onze eer
te schenden
Slechts om den prijs van haar hand
woer hij me te zullen zwijgen. Ik durf
de haar niet zeggen tot welk een scène
het gekomen is, Dat arme, jonge kind!
Zij moet voor mijn zonden boeten en
mijn naam den ouden glans weer ge
ven, die mijn misdaad verdonkerd
heeft. Ontferm u mijner, o God, naar
Uwe groote barmhartigheid
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
't Was in den voormiddag van den
vier-en-twintigsten December.
De vereenigde gasten van Cozy
DeJl hadden zich naar de kerk be
geven om de traditie getrouw
haar met vlier-klimop- en dennentak
ken te versieren. De slotkapel zag
er nu juist uit als voor zes-en-twintig
jaren. Alleen de dakpannen waren
nog donkerder geworden en mos en
klimop ontsproten uit de spleten der
oude muren.
Het einde van het klókketouw
lag niet meer als toen gekringeld om
een stok in het portaal, want George
Stillworth had sinds dien, voor hem
zoo onzaligen Kerstdag, bevel gege
ven de klok nooit meer te luiden.
Het oude, vuile klókketouw was nu
ingekort en zijn uiteinde hing aan
den wand in een roestigen haak naast
de deur.
Terwijl de overige gasten reeds
in het binnenste der kerk waren,
stond Frank Mordaunt nog bij Allan
in het portaal
„Nu, hoe staat het," voegde de
laatste met met een kouden
blik zijn vriend toe. „Het schijnt
wel, alsof je mij ontlooptminstens
heb je dat gisteravond gedaan. En
Een monster-tentoonstelling.
Te Utrecht is Vrijdag door den Minis-
ier rail Lcndbeuw een p'uimvee-tentoon-
sfeliing in het Jaarbeursgebouw geonend,
di9 too'n omvang beeft, als er nog nooit
een in ons land gebonden is. Deze ten
toonstelling vindt haar aanleiding in het
25-jarig bestaan van „Ornitophilia."
Met recht kan dan ook gesprokén wor
den van een monster-tentoonstelling, als
rnen hoort, dat alle gangen van het vaste
Jaarbeursgebouw, op alle vijf do verdie
pingen, vol staan met kooien, op elkaar
gestapeld coins, aan weerskanten van de
corridors.
Wanneer men het gebouw binnenkomt,
is 't alsof men in, een pïuimveepalreis
komt. 't Is een gakraai en gekrijseh, eeh
gesnater en gekwèk, dat hooren en zien
don srgeJ:o:.ei- n'e iwsg'eü-.e i ve-gaat.
Tientallen hanen kraaien er, alsof de zou
nog op moest komen; als men 't getok
kel van d e kippen nagaat zou men den
ken, dat er om de minuut een ei wordt
gelegd, en boven dat alles uit Hinkt 't
gesnater der watervogels en de zoete
fluittonen van de marmotten.
Om een indruk te geven van het
grootsche dezer expositie, zul'en wij niet
onvermeld laten het totaal-aantal dieren,
dat momenteel in het Jaar-beursgebouw
huist: dat getal draait om de 8000.
In de groote benedenzaal van het ge
bouw zijn niet minder dan 550 inzen
dingen krielen ondergebracht, d'eren van
de mees d verso p'u'm g> Al bijzonder
heid toonde -men hier de zwarte IIol-
landsche witkuif-kriolen. Alleen deze af
deeling reed-o is een tentoonstelling op
zichzelf. In de groote hal zijn behalve
oeniga broedmachines, enz. ook da kal
koenen ondergebracht, benevens magni
fieke parelhoenders. Boven dan ingang
van het trappenhuis- hiangt eeh groote
hulde van het tijdschrift „Avivnltura"
aan Ornithophilia.
De eerste verdieping liuLvest de water
vogels; hier valt zeer op een prachtige
inzending groote ganzen van dam heer
J. Mantel, secretaris-penningmeester van
Ornithophilia. Het aantal watervogels
(ganzen, eenden, enz.) loopt tegen de
70. Voorts beginnen op deze verdieping
reeds de uitgestrekte rijen konijnen, ram-
ik ben toch nieuwsgierig om het re
sultaat van je aanzoek bij de rijke
erfgename van Cozy Dell te vernemen.
„Nu, dat kan je toch vooruit wel
weten, dat het aanzoek van een Mor
daunt aangenomen werd," antwoord
de de ondervraagde met gedempte
stem en een zelfvoldaan lachje. „Wel
iswaar gebeurde de toestemming zon
der iedere ontroerings-scene en erg
zakelijk, daar Edith mij zoo in het
voorbijgaan, toen ik haar in den cor
ridor ontmoette, haar hand schonk,
evenwel zonder toezegging van haar
hart."
De laatste woorden gaf hij een ei-
genaardigen nadruk en een sarcas
tische trek veranderde zijn gelaat.
„En wanneer is het bruiloft?"
„Eerst komt de plechtige verlo
ving vanavond voor het vereenigd
gezelschap. Tot nu toe weet nog nie
mand iets van de zaak."
„Bah Zoolang de trouwdag niet
vastgesteld is, staat je verloving op
zeer zwakke beenen. De tijd dringt
er kan iets tusschen komen."
,Maar wat kan ik doen," vroeg
Mordaunt geërgerd.
„Dwing haar Dreig ze met ont
hulling van haar verhouding met dien
schrijver zij doet liever alles, dan
dat zij de eer van haar huis blootstelt."
„O, je kent ze niet Zij zou mij trot-
seeren zij is dapper!"
„Je moet haar dwingen,- hetzij met
bedreigingen of met lievigheid. Ik
heb mijn geld noodig en ik weet voor
eerst geen anderen weg om daartoe
te komen."
„Ik ook niet."; s. v
men en voedsters, nésten met piepjonge
knagert je reuzen en dwèrgen, zwart en
brandneuzen, albino's, te veel om op te
noemen. Verschillende langooren prefe
reerden de gangen van 't Jaarbeursge
bouw boven de kooien, wipten met hun
neus de deurtjes op, en wipten naar
buiten, eigenwijs als konijnen meestal
zijn, meenehdé dat ze ongestoord in dat
genot zouden worden gelalen. Een groote
witte langoor, die als buurvrouw een
snibbige gans had, was al slaags geraakt-,
omdat z'n gebuur telkens d'r lange hals
boven door z'n kooi stak.
In den-hoek'waar tijdens de Jaarbeurs
de Gero-fabriek zetelde, zingen nu de
kanaries, bij 200 tegelijk, dat het den
bezoeker gaat duizelen. Tijdens de ten
toonstelling zal daar een zangwedstrijd
voor de kanaries worden gebonden, waar
van men zich veel voorstelt.
Op de derde verdieping bereikt men
de hoenders, waarvan als bijzonderheid
geldt, dat de groep jonge hanen alleen
34 exemplaren telt, de afdeoling jonge
henhen 30. Tevens is op deze étage
ruimte gelaten voor een katten-expositie,
waarin speciaal een prachtvolle collectie
langharige, Perzische katten een plaafs
zal vinden. Naar men mededeelde, moet
deze kattententoonstelling iets buitenge
woons -worden.
De licender-inzendingen loopen door tot
op de vierde verdieping, waar o.a. een af
deeling Barnevelders van niet minder
dan 60 exemplaren is. De bovenste étage
ten slotte herbergt de duiven, verreweg
de grootste afdoelingf zij a'.leen namelijk
telt 220Q stuiks, waaronder 352 meeuwen.
Voor liefhebbers van post- en sterduiven
om van - te wate 'tanden.
Be vrouw ais werkkracht.
De Redactie van het- „Hbld." heeft
aan heTrijfs'eiders en d'rertcuren uit ver
schillend miiieu, deze vraag, voorgelegd
Zoudt gij, op grond uwer ervaringen,
indien gij opnieuw uw bedrijf en dan ge
iles? volgens uw eigen denkbeelden kondt
inrichten, meer of minder (of uitsluitend,
of heelcmaal geen) vrouwelijke perso
neel aanstellen P
Een der leiders van een groot Am-
sterdamsch modehuis vergrijsd in zijn
vak, de hoer Sylvain Kalm, heeft ge
antwoord dat hij het zeer delicaat vindt,
een onpartijdige opinio over vrouwelijk
personeel uit te spreken, zonder daarbij
tekort te doen aan de eischen der wel
levendheid, welke een man nimmer uit
het oog mag verliezen.
„Ik zal dus trachten," schrijft hij,
„mjjn pei'soonlijke ervaring weer te ge
ven, opgedaan in jarenlange praktijk.
Een algemeen karakter draagt mijn be
schouwing dus niet; zij is gegrond op
waarnemingen uit ons bedrijf.
Om dat oordeel meer omlijnd te doen
uitkomen, zal ik het vrouwelijk perso
neel in drie verschillende groepen in-
deelen:
1. vrouwen voor kantoorarbeid
2. vrouwen voor den verkoop;
3. vrouwen voor handenarbeid in ato
liers.
Als wij een nieuwe zaak zouden stich
ten, dan zou ik, op grond mijner on
dervinding
Kantoor. Geen vrouwen voor kan
toorarbeid aannemen, en ik motiveer dit
als volgt: „letter- en cijferschrift ge
woonlijk onduidelijk en niet fraai (op
de scholen schijnt op schoonschrijven
Allan's lippen v.ertrokken zich tot
een spottenden grijns, terwijl hij
zijn vriend van het hoofd tot de voe
ten monsterde. Hij voelde zich ver
standelijk ver zijn meerdere en
dit gevoel stemde hem behagelijk.
„Drijf het niet te ver," Duisterde
Mordaunt, knarsetandend van woe
de „drijf het niet te verIk weet,
dat ik in je macht ben, maar toch
tot op zekere hoogte. Beleedig me
niet
„Hoe dikwijls heb je mij beleedigd
Ben ik niet zoo zachtmoedig als een
lam tegenover jou En toch kost
het mij maar één woord, en ik bereik
wat ik wil
„Eén woord, Allan," siste Mor
daunt. „Ha, waag het niet het
uit te spreken, dat eene woord. Je
weet het zoo goed als ik zelf, dat over
jou leven een geheim zweeft, waar
van ik toevallig de getuige ben ge
worden. Heb maar geduld en alles
zal terecht komen."
„En ik zeg je als de trouwdag niet
binnen een week vastgesteld is, dan
zadel ik mijn paard en rijd naar het
slot Mordaunt. Bedenk het wel
Ik heb niets meer te verliezen, jij
alles
Sisserend van toorn, trad Mordaunt
zonder nog een woord té spreken,
in de kerk.
Op denzelfden tijd betrad Blunt
met zijn vriend Arthur Lane het kerk
hof. Daar trok een figuur de
opmerkzaamheid van den dichter.
Beiden naderden het monument.
Het was uit het fijnste Italiaansche
weinig meer gelet te worden). Hoofd-
rekenen iaat veel te wenschen over.
Weinig hart voor het werk. Geen oor
deel of goeden kijk op zaken. Veel am
bitie om méeï te verdienen, maar wei
nig neiging om uitmuntend werk te le
veren. Vrouwen, die betrekkingen zoe
ken, infórmeeren eerst naar den vrijen
tijd en dan naar den aard van het
werk. Door den vrijen Zaterdagmiddag
wordt dien ochtend weinig of niets ge
presteerd; de afspraakjes tosten heel
wat tijd.
Ik wil niet verzuimen, ondanks mijn
ongunstige opinie, hierbij te releveeren
dat ondér da weinige vrouwen, die een
uitgesproken aanleg vOor den handel heb
ben, zich individualiteiten bevinden met
scherp intellect, breeden kijk op zaken
en op wier initiatief men werkelijk re
kenen kan.
Verkoop. Voor den verkoop zou ik
alleen dèn vrouwelijk personeel "villen
bobben, als dit grondig onderwijs zou
hebben genoten. Na den schooltijd; óf
vakschool bezoeken, óf in goede zaken
een leertijd zonder salaris dooiloopen,
acht ik gewenseht. Do jonge meisjes,
die voor den handel willen opgeleid wor
den, moeten do beginselen der moderne
talen kennen en oenige warenkennis be
zitten. Zij dienen beleefdheidsvormen in
den omgang met het publiek zich eigen
te maken.
Activiteit, ambitie en „amour-propre"
voor de te vervullen taak moet de jeugd
bijgebracht worden.
Zeer vele vrouwen, hij den verkoop
geplaatst, hebben geen liefde voor haar
werk en geen voldoonde kennis van het
artikel, dat zij het publiek aanbieden.
Ook hebben zij geen eigen oordeel en
zijn niet altijd even aangenaam in haar
optreden. Over liet algemeen heeft de
vrouw te weinig eneigie en initiatief
in zaken.
Ook bij deza groep moet ik verklaren,
dat hij den huidigen staf aan onzejzaak,
vrouweü verbonden zijn, die de hoogste
eigenschappen bezitten die men een he-
dendaagschen koopman kan stellen.
Handenarbeid. Hier bevinden wij ons
in het rijk der vrouwen. Groote vor
deringen zijn gemaakt Op het gebied
van goeden smaak en afwerking, die
mede in verband met het feit, dat de
leiders der zaken veel grootere eischen
stellen aan den „finish" van kleeding
en lingerie. In het algemeen .wordt he
ter werk geleverd dan vóór den oorlog.
De betere opleiding op Industriescho
len heeft onder jonge meisjes er zeer
veel toe bijgedragen dat de opvatting
van het werk ernstiger werd; den Indu
striescholen daarvoor hulde.
Alleen dient den meisjes nog geleerd
te worden, dat zij niet slechts werken
voor de broodwinning, maar ook, om
dat iedereen in onze samenleving een
taak heeft te vervullen.
Dit bewustzijn zal haar wellicht ge
ven, hetgeen zij meestal missen: „liefde
voor den arbeid, ijver en ernstig streven
om haar werk steeds beter te "doen."
DE ONTPLOFFING TE TERBORG.
Omtrent do ernstige ontploffing, die
aan de ijzergieterij „de Lovink" te Ter-
borg heeft plaats gehad kunnen wij nog
het volgende mededeelen. Tijdens het
smeltproces van een partij oud gegoten
ijzer, afkomstig uit België, had een bui
tengewoon hevige ontploffing plaats. De
koepeloven sprong met groot geweld uit
elkaar. Een groot stuk van een der
marmer gebeiteld. In liet midden
van het gedenkteeken bevond zich
een afbeeldsel van een in lompen
gehulde, half liggende vrouwelijke
gestalte, in wiertrekken duideijk
de hevige strijd tegen nood en honger
was uitgedrukt. De oogenschijnlijk
nog- jonge vrouw leunde vermoeid
met 't edel gevormd ehoofd tegen 'n
wapenschild, dat toch geen bepaald
adellijk geslacht liet erkennen. Over
deze figuur boog zich een allegori
sche gestalte, die de hoop verzinne
beeldde. Terwijl zij met de eene hand
de neergezonkene trachtte op te
richten en tegelijk 't zwakke hood
poogde te steunen, wees de andere
hand troostend naar den hemel. Op
den voet van den grafsteen stond in
gouden letters de passende spreuk-
uit de H. Schrift„Gij zult nimmer
hongeren, noch-dorsten. Noch de zon,
noch een andere hitte zal u meer kwel
len en God zelf zal alle tranen uit
uwe oogen wisschen."
De stilte van den kleinen dooden-
akker,. gepaard met de van lichte
nevelsluiers omweven zonnestralen
werkten machtig op Arthur's dweepe-
rig gemoed en hij bekeek met eigen
aardige gevoelens het interessante
monument. Eindelijk sprak hij tot
Blunt„Hier onder rust een hart,
wien de last ook te zwaar geworden
isweet je daar verder niets van.
Robert
De secretaris wees zwijgend op
de rugzijde van het marnier.
Daar las Arthur„Zij, wier aardsch
gebeente hier tot eeii laatste rust
plaats neergelegd werd, vond men
fahrieksmuren werd uit elsaar gesla-,
gen, terwijl een gebouw achter den smelt
oven totaal vernield werd. Zware ijzeren
balken werden circa dertig meter wegge
slingerd. iSteenbrokken wei-den op hon
derd meters afstand teruggevonden.
De directie vermoedt, dat zich in het
ijzer een granaat moet hebben bevon
den, die in den oorlog niet ontploft is,
Twee arbeiders werden zwaar, twee licht
gewond, terwijl meerderen door stuk
ken steen en ijzer werden getroffen.
Het ergst is de 18-jarige H. te Kloese
uit Silvoldo er aan toe. Hij is van
de verdieping naar beneden geslingerd.
Hij heeft een gecompliceerde dijbeen-
breuk; bovendien is zijn geheel e gezicht
,en een been door gloeiend ijzer ver
brand, terwijl zijn borstkas is gekneusd.
Zijn toestand is levensgevaarlijk. De ar
beider Willemsen kroeg eon dubbele pols
breuk en een dieps wonde aan het voor
hoofd. Een stuk ijzer was tot op het been
doorgedrongen; de arbeiders Nucsink en
van Mourik zijn licht gewond.
Het is nog niet uitgemaakt, of de
tweede koepeloven schade heeft beko
men. Mocht dit niet het geval zijn, dan.
zullen de werkzaamheden spoedig weer
voortgang kunnen hebben.
VOOR EEN APPEL EN EEN EI.
De firma Molkcr en Schreuder te
Eindhoven houdt opruiming en stelt zoo
als ze met groote plakaten aan haar
winkel aankondigt, alles beschikbaar
„Voor een appel en een ei."
Onze jongens van de R. K. H. B. S.
vonden dat grappig en kwamen in sa
menzwering bijéén. Men besloot ergens
een appel te koopen en een ei, en daar
mee naar Moller en Schreuder te stap
pen. Aldus geschiedde. Toen de appel
eB 't ei aanwezig waren, werd er geloot,
wie met de riskante onderneming belast
zou worden. Degene namelijk wien het
lot trof, moest zonder geld voor twee
kwartjes iets gaan koopen en daarna den
appel en 't ei in betaling aanbieden.
Alles was immers te koop „Voor eer
appel en een ei."
Het lot trof den scholier S.
De scholier vol moed en gijn naar bin
nen. Buiten de rest in spanning en af
wachting.
Juffrouw voor twee kwartjes kuo'open,
als-'t-u-hlieft.
Welk soort?
Dat is 't zelfdo
Ee,i s ovt werd uitgezocht ea de jon
gen nam de knoopen in ontvangst en
toen:
„AJs-je-blieft, juffrouw," en werden
de appel en 't ei in de cassa ter be
taling neergelegd, want „alles was te
koop voor een appel en een ei."
De juffrouw schoot in een lach en
riep een der directeuren er bij. Hem
werd de grap verteld, en ook deze stemde
met de juffrouw in haar lachbui in.
Neem u dan maar den appel zei
die tegen de juffrouw, dan zal ik 't
ei lekker koken.
En onze gannef van de R. K. H. B. S.
mocht zijn knoopen houden en kroeg nog
een cassation van 2 cent toe.
(Msb.)
Ontvoering. Ben bevel tot inhech
tenisneming is uitgevaardigd tegen den
heer I. S., muziekdirecteur te Leeu
warden, die verdacht wordt van ont
voering van een minderjarig meisje te
Leeuwarden. De ouders van het meisje
hadden het geval bij de politie aan
gegeven.
op 25 December 1828 aan den ingang
der kerk van Cozy Dell."
„Niemand weet, wie zij was, van
waar zij komt," zei Blunt. „Vermoe
delijk bezweek zij van koude of hon
ger. Uit medelijden voor de bekla
genswaardige, die op een gewijde
plaats haar laatsten adem uitblies,
en als een vermaning voor iedereen
om nooit een kouden of hongerenden
arme onbarmhartig van zijn drempel
te jagen, werd dit gedenkteeken op
gericht."
„Dat is een zeer .geheimzinnige
geschiedenis," merkt Arthur Lane
op. „Wie heeft dit monument ge
plaatst
„Mijnheer George Stillworth gaf
't idee aan voor de teekening, zoowel
als voor de tektstwoorden en droeg
alle kosten voor het onderhoud van
dezen grafsteen. Hij zal er buitenge
woon door getroffen zijn, dat op zijnen
grond een menschelijk wezen aan den
dood ten offer viel.- Hij liet zelfs de
vreemde op eigen begraafplaats neer
leggen. Je ziet hier" 3e verzameling
van de graven der Stillworthsche
familie."
Na een kleine poos, waaronder de
dichter den grafsteen nadenkend be
keek, wees zijn vriend op twee andere
kleine grafheuvels niet ver van den
schoonen gedenksteen der onbekende.
Arthur las de opschriften en legde
zijn hand zacht op Robert's arm
„Je goede ouders
„Ja, beste vriend."
„O, hoe benijd ik je dit geluk.
Rob Jij kunt de graven van je ou
ders bezoeken en hier je verdriet