„ONS BLAD" 1 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: Knaische kroniek. FEUILLETON Met geheim vaia Cozy DelL SJNDBiUW EH ¥ÏSS®HIBU, GEMEESfiD MliüWS. No. 362 MAANDAG 19 DECEMBER 1921 NOORD !4e JA A*? G ANG Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaar f 2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 69 f hooger. ADMINISTRATIE No. 433 REDACTIE No. 633 Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0 25; Reclames per regel f 0 75; Ru wiek „Vraag en aanboc" bij voor uitbetaling p«r: piaat; ng f 0.60 Aan a..a abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 50O,—f 400,—, f 200,—f 100,—f 60,—, f 35,—, f 15.^» De positie der Katholieken in Indië is een heel moeilijke. Met hun honderd-duizend over den geiiee-len Archipel verspreid, vormen zij nauwelijks het 500ste deel der ge- heele bevolking, terwijl zij op Java n.et zijn 35 millioen inwoners nóg geen ióoüste oeel uitmaken. Deze ongunstige verhouding is voor nun werk wel zéér bezwarend. om practische resultaten te kun nen verkrijgen, moeten zij samenwer king zoeken inet andere groepen en partijen, en dus er naar streven om een basis te vinden, waarop gemeen schappelijke actie mogelijk is. In 't bijzonder is dit geboden op politiek gebied. Wat zouden zij hebben aan een mooi program, zoolang zij niet in staat zijn om hunne vertegenwoordigers in Gemeenteraad en Volksraad geplaatst te krijgen Ook op sociaal gebied moet er in velerlei zaken om niet bij vruchte loos pogen zich uit te putten ge- ♦racht worden in onderlingen steun met andere organisaties het begeer de doel te bereiken. Bij dit steun zoeken naar links .a rechts is echter groote omzichtig heid in het beleid vereischt. Vooreerst hebben wij al heel wei nig invloed op de wisselende inzich ten, naar welke de beweging bij andere grocpeeringen wordt geleid, en kun nen wij niet al te groote verwach tingen bouwen op de gehechtheid van het onderlinge verband, dat door de anderen wordt gehandhaafd zoo- 'ang daarvan voorliunne zaak voor deel is te verwachten. De jongste gemeenteraadsverkie- tingen te Semarang en Buitenzorg zijn in dat opzicht wederom zeer leer zaam geweest, juist omdat de uitsla gen voor ons niet gunstig geweest lijn. Doch niet alleen naar buiten is wijs beleid niet gemakkelijk. Het gevaar is niet denkbeeldig smdat het zoo vele malen reeds in en buiten Indië werkelijkheid is ge worden dat onze beginselen wor den verdoezeld, en wij daardoor bij onze eigen beweging het stuur kwijt raken. Het drukkend besef van onze geringe minderheid werkt niet gun stig op den wil, om onze zelfstandig heid te handhaven tegenover de eischen der onderlinge samenwerking Daartegen dient gewaakt. Daarom is ook in de omstandigheden, waarin de Katholieken in Indië ageeren moeten of liever juist in die omstandigheden de organisatie der Katholieken op prlncipiéélcn grondslag onmisbaar. Het zich voegen in een „neutraal" verband, het zich oplossen in eene „neutrale" organisatie is en blijft een kwaad. Een kwaad, dat voof'ons zeiven er heusch niet minder op wordt, wanneer de anderen ons om onze meegaandheid gaan loven. De laatste mail-berichten brachten wis uit Indië weer bemoedigend rieuws. Er zit in dat land van kleine en derk verspreide Roomsche minder- ueueu aan eiK siuk weigesiaagü or ganisatie-werk op Roomsche basis veel meer volhardings- en doorzet- tings-vennogen vast, dan men zich hier bij mogelijkheid voorstellen kan. In het nummer van 21 October brengt „Sociaal Leven" het bericht, dat er ook te Bandoeng besloten is tot de oprichting van een Katholieken Socialen Bond. Reeds vele jaren zijn de plannen daartoe wel gekoesterd, dóch niet verwezenlijkt kunnen wor den. Nu hebben eenige mannen, wier naam in het vereenigings-leven reeds een goeden klank hebben, zich er voor gespannen, en ik verwacht bin nenkort te Bandoeng een bloeiende afdeeling onzer Sociale Bonden te zien ontstaan. Voorts lees ik in „Sociaal Streven" en in „Sociaal Leven" dat bij de le den van den Centralen Raad een voor stel van het Bestuur circuleert, be- oogende het oprichten van eene ver- eeniging van Katholieke ambtenaren. Tot heden waren deze behalve dan de onderwijzers, die in 1917 dc-n Katholieken Onderwijzers Bond oprichtten voor de behartiging hunner belangen aangewezen op het „neutrale" Verbond van Landsdiena ren" de gematigde geest, die daar in over 't algemeen heerschte, maak te de afscheiding der Katholieken nog niet urgent. Doch het liet zich al óenigen tijd aanzien, dat het niet iang meer zoo zou blijven. Evenals elders trachten de socialistische en communistische elementen zich van de leiding meester te maken. En hun invloed heeft alreeds deze uitwerking gehad, dat het N. V. L. met groot rumoer aan 't protesteeren is getogen tegen de motie —ten Berge 'in zake de houding der Regeering tegenover communistische ambtenaren. In een mijner vorige Kronieken is deze motie van onzen Katholieken vertegenwoordiger in den Volksraad reeds besproken, en gewezen op het gevoelige échec door den Directeur van Onderwijs, geleden. En terloops wijs ik er nu nog eens-op,'hoe onge lukkig deze hooge Regeerings-ainbte- naar zijne positie verzaakt heeft. Terwijl hij voor den goeden gang der Onderwijs-ontwikkeling tegenover de sabotage-pogingen der roode leider r den stëun der Katholieke en anders Christelijke onderwijzers r.oodig heeft wat hij heel goed beseft moet en zijne positie geschraagd worden met behulp zijner tegenstrevers. En deze heet een bewindsman met groote bekwaamheid Met dat al blijkt er in het „Verbond van Landsdienaren" geen plaats te zijn voor Katholieken, en moeten deze zich gereed gaan maken tot zelfstandig optreden. Daarom kan de poging tot stich ting eener vereeniging van Katho lieke ambtenaren niet krachtig ge noeg worden aangemoedigd, en is het te hopen, dat deze inderdaad spot dig slagen zal. Ook in Indië wordt door de ruste loos voortgezette actie onzer tegen standers de tegenstelling tusschen hunne beginselen en de onze scherp geaccentueerd. Ik zou willen zeggen des te beter. De Katholieken zullen te duidelij ker onderscheiden waar zij hebben te staan. Dit zal noodig zijn. Wij staan vóór den drempel van een nieuwen tijd. Nog staan wij in den chaos. Om ons heen liggen de brokstukken, die de tuimel der Oude cultuur-mo numenten ons liet. Door de puinhoo- pen stormen de massa's, de horden. In redelooze wildheid zoeken zij den uitweg om te ontkomen aan de ver schrikkingen, die de G-odverzakende bandeloosheid der menschen over eigen hoofden te razen riep. En wij, die den eenigen uitweg we ten, die over de hoofden heen om dat wij omhoog blikken de poort onderscheiden, waarachter het land eener blijde toekomst in hemelschen schijn te glanzen ligt, wij zullen ons los moeten werken uit de warrelende massa, ons scharen om den Leider, die met ons zijn zal tot het einde der eeuwen, den gang der menschheid voeren over den drempel van den nieu wen tiid. S. Eindelijk vroeg de oude man „Wel ken datum" hebben we nu „De drie-en-twintigste December."' „Dus is het morgen Kerstavond „Ja, vader, waarom beeft gij zoo „Zes-en-twintig jaren is het morgen avond Zes-en twintig jaren, dat ik dezen doodsangst verdraag en de an gel van mijn misdaad in de zie! steekt. O, ik lijd zoo verschrikkelijk, telkens als deze avond terugkeertO Bid har telijk voor mij, liefste, eer je dezen nacht gaat slapen. Kom nader, dat ik je zegene, wellicht voor de laatste maal." Schreiend sloeg Edith haar armen om zijn hals, drukte haar lief gezicht tegen zijn valen wang en kuste hem. Toen Edith het vertrek verlaten had, lag haar vader in zijn zetel achter overgeleund zijn hoofd was c de borst gezonken, zijn handen lagen ge vouwen in den schoot, alsof hij bad, en zijn oogen waren gesloten. Zoo bleef hij een poos onbeweeglijk ein delijk mompelde hij „Ja, zij moet trouwen; ik kan haar niet helpen. Heeft hij dan niet gedreigd overal haar verhouding tot den secre taris te vertellen en daardoor onze eer te schenden Slechts om den prijs van haar hand woer hij me te zullen zwijgen. Ik durf de haar niet zeggen tot welk een scène het gekomen is, Dat arme, jonge kind! Zij moet voor mijn zonden boeten en mijn naam den ouden glans weer ge ven, die mijn misdaad verdonkerd heeft. Ontferm u mijner, o God, naar Uwe groote barmhartigheid ACHTTIENDE HOOFDSTUK. 't Was in den voormiddag van den vier-en-twintigsten December. De vereenigde gasten van Cozy DeJl hadden zich naar de kerk be geven om de traditie getrouw haar met vlier-klimop- en dennentak ken te versieren. De slotkapel zag er nu juist uit als voor zes-en-twintig jaren. Alleen de dakpannen waren nog donkerder geworden en mos en klimop ontsproten uit de spleten der oude muren. Het einde van het klókketouw lag niet meer als toen gekringeld om een stok in het portaal, want George Stillworth had sinds dien, voor hem zoo onzaligen Kerstdag, bevel gege ven de klok nooit meer te luiden. Het oude, vuile klókketouw was nu ingekort en zijn uiteinde hing aan den wand in een roestigen haak naast de deur. Terwijl de overige gasten reeds in het binnenste der kerk waren, stond Frank Mordaunt nog bij Allan in het portaal „Nu, hoe staat het," voegde de laatste met met een kouden blik zijn vriend toe. „Het schijnt wel, alsof je mij ontlooptminstens heb je dat gisteravond gedaan. En Een monster-tentoonstelling. Te Utrecht is Vrijdag door den Minis- ier rail Lcndbeuw een p'uimvee-tentoon- sfeliing in het Jaarbeursgebouw geonend, di9 too'n omvang beeft, als er nog nooit een in ons land gebonden is. Deze ten toonstelling vindt haar aanleiding in het 25-jarig bestaan van „Ornitophilia." Met recht kan dan ook gesprokén wor den van een monster-tentoonstelling, als rnen hoort, dat alle gangen van het vaste Jaarbeursgebouw, op alle vijf do verdie pingen, vol staan met kooien, op elkaar gestapeld coins, aan weerskanten van de corridors. Wanneer men het gebouw binnenkomt, is 't alsof men in, een pïuimveepalreis komt. 't Is een gakraai en gekrijseh, eeh gesnater en gekwèk, dat hooren en zien don srgeJ:o:.ei- n'e iwsg'eü-.e i ve-gaat. Tientallen hanen kraaien er, alsof de zou nog op moest komen; als men 't getok kel van d e kippen nagaat zou men den ken, dat er om de minuut een ei wordt gelegd, en boven dat alles uit Hinkt 't gesnater der watervogels en de zoete fluittonen van de marmotten. Om een indruk te geven van het grootsche dezer expositie, zul'en wij niet onvermeld laten het totaal-aantal dieren, dat momenteel in het Jaar-beursgebouw huist: dat getal draait om de 8000. In de groote benedenzaal van het ge bouw zijn niet minder dan 550 inzen dingen krielen ondergebracht, d'eren van de mees d verso p'u'm g> Al bijzonder heid toonde -men hier de zwarte IIol- landsche witkuif-kriolen. Alleen deze af deeling reed-o is een tentoonstelling op zichzelf. In de groote hal zijn behalve oeniga broedmachines, enz. ook da kal koenen ondergebracht, benevens magni fieke parelhoenders. Boven dan ingang van het trappenhuis- hiangt eeh groote hulde van het tijdschrift „Avivnltura" aan Ornithophilia. De eerste verdieping liuLvest de water vogels; hier valt zeer op een prachtige inzending groote ganzen van dam heer J. Mantel, secretaris-penningmeester van Ornithophilia. Het aantal watervogels (ganzen, eenden, enz.) loopt tegen de 70. Voorts beginnen op deze verdieping reeds de uitgestrekte rijen konijnen, ram- ik ben toch nieuwsgierig om het re sultaat van je aanzoek bij de rijke erfgename van Cozy Dell te vernemen. „Nu, dat kan je toch vooruit wel weten, dat het aanzoek van een Mor daunt aangenomen werd," antwoord de de ondervraagde met gedempte stem en een zelfvoldaan lachje. „Wel iswaar gebeurde de toestemming zon der iedere ontroerings-scene en erg zakelijk, daar Edith mij zoo in het voorbijgaan, toen ik haar in den cor ridor ontmoette, haar hand schonk, evenwel zonder toezegging van haar hart." De laatste woorden gaf hij een ei- genaardigen nadruk en een sarcas tische trek veranderde zijn gelaat. „En wanneer is het bruiloft?" „Eerst komt de plechtige verlo ving vanavond voor het vereenigd gezelschap. Tot nu toe weet nog nie mand iets van de zaak." „Bah Zoolang de trouwdag niet vastgesteld is, staat je verloving op zeer zwakke beenen. De tijd dringt er kan iets tusschen komen." ,Maar wat kan ik doen," vroeg Mordaunt geërgerd. „Dwing haar Dreig ze met ont hulling van haar verhouding met dien schrijver zij doet liever alles, dan dat zij de eer van haar huis blootstelt." „O, je kent ze niet Zij zou mij trot- seeren zij is dapper!" „Je moet haar dwingen,- hetzij met bedreigingen of met lievigheid. Ik heb mijn geld noodig en ik weet voor eerst geen anderen weg om daartoe te komen." „Ik ook niet."; s. v men en voedsters, nésten met piepjonge knagert je reuzen en dwèrgen, zwart en brandneuzen, albino's, te veel om op te noemen. Verschillende langooren prefe reerden de gangen van 't Jaarbeursge bouw boven de kooien, wipten met hun neus de deurtjes op, en wipten naar buiten, eigenwijs als konijnen meestal zijn, meenehdé dat ze ongestoord in dat genot zouden worden gelalen. Een groote witte langoor, die als buurvrouw een snibbige gans had, was al slaags geraakt-, omdat z'n gebuur telkens d'r lange hals boven door z'n kooi stak. In den-hoek'waar tijdens de Jaarbeurs de Gero-fabriek zetelde, zingen nu de kanaries, bij 200 tegelijk, dat het den bezoeker gaat duizelen. Tijdens de ten toonstelling zal daar een zangwedstrijd voor de kanaries worden gebonden, waar van men zich veel voorstelt. Op de derde verdieping bereikt men de hoenders, waarvan als bijzonderheid geldt, dat de groep jonge hanen alleen 34 exemplaren telt, de afdeoling jonge henhen 30. Tevens is op deze étage ruimte gelaten voor een katten-expositie, waarin speciaal een prachtvolle collectie langharige, Perzische katten een plaafs zal vinden. Naar men mededeelde, moet deze kattententoonstelling iets buitenge woons -worden. De licender-inzendingen loopen door tot op de vierde verdieping, waar o.a. een af deeling Barnevelders van niet minder dan 60 exemplaren is. De bovenste étage ten slotte herbergt de duiven, verreweg de grootste afdoelingf zij a'.leen namelijk telt 220Q stuiks, waaronder 352 meeuwen. Voor liefhebbers van post- en sterduiven om van - te wate 'tanden. Be vrouw ais werkkracht. De Redactie van het- „Hbld." heeft aan heTrijfs'eiders en d'rertcuren uit ver schillend miiieu, deze vraag, voorgelegd Zoudt gij, op grond uwer ervaringen, indien gij opnieuw uw bedrijf en dan ge iles? volgens uw eigen denkbeelden kondt inrichten, meer of minder (of uitsluitend, of heelcmaal geen) vrouwelijke perso neel aanstellen P Een der leiders van een groot Am- sterdamsch modehuis vergrijsd in zijn vak, de hoer Sylvain Kalm, heeft ge antwoord dat hij het zeer delicaat vindt, een onpartijdige opinio over vrouwelijk personeel uit te spreken, zonder daarbij tekort te doen aan de eischen der wel levendheid, welke een man nimmer uit het oog mag verliezen. „Ik zal dus trachten," schrijft hij, „mjjn pei'soonlijke ervaring weer te ge ven, opgedaan in jarenlange praktijk. Een algemeen karakter draagt mijn be schouwing dus niet; zij is gegrond op waarnemingen uit ons bedrijf. Om dat oordeel meer omlijnd te doen uitkomen, zal ik het vrouwelijk perso neel in drie verschillende groepen in- deelen: 1. vrouwen voor kantoorarbeid 2. vrouwen voor den verkoop; 3. vrouwen voor handenarbeid in ato liers. Als wij een nieuwe zaak zouden stich ten, dan zou ik, op grond mijner on dervinding Kantoor. Geen vrouwen voor kan toorarbeid aannemen, en ik motiveer dit als volgt: „letter- en cijferschrift ge woonlijk onduidelijk en niet fraai (op de scholen schijnt op schoonschrijven Allan's lippen v.ertrokken zich tot een spottenden grijns, terwijl hij zijn vriend van het hoofd tot de voe ten monsterde. Hij voelde zich ver standelijk ver zijn meerdere en dit gevoel stemde hem behagelijk. „Drijf het niet te ver," Duisterde Mordaunt, knarsetandend van woe de „drijf het niet te verIk weet, dat ik in je macht ben, maar toch tot op zekere hoogte. Beleedig me niet „Hoe dikwijls heb je mij beleedigd Ben ik niet zoo zachtmoedig als een lam tegenover jou En toch kost het mij maar één woord, en ik bereik wat ik wil „Eén woord, Allan," siste Mor daunt. „Ha, waag het niet het uit te spreken, dat eene woord. Je weet het zoo goed als ik zelf, dat over jou leven een geheim zweeft, waar van ik toevallig de getuige ben ge worden. Heb maar geduld en alles zal terecht komen." „En ik zeg je als de trouwdag niet binnen een week vastgesteld is, dan zadel ik mijn paard en rijd naar het slot Mordaunt. Bedenk het wel Ik heb niets meer te verliezen, jij alles Sisserend van toorn, trad Mordaunt zonder nog een woord té spreken, in de kerk. Op denzelfden tijd betrad Blunt met zijn vriend Arthur Lane het kerk hof. Daar trok een figuur de opmerkzaamheid van den dichter. Beiden naderden het monument. Het was uit het fijnste Italiaansche weinig meer gelet te worden). Hoofd- rekenen iaat veel te wenschen over. Weinig hart voor het werk. Geen oor deel of goeden kijk op zaken. Veel am bitie om méeï te verdienen, maar wei nig neiging om uitmuntend werk te le veren. Vrouwen, die betrekkingen zoe ken, infórmeeren eerst naar den vrijen tijd en dan naar den aard van het werk. Door den vrijen Zaterdagmiddag wordt dien ochtend weinig of niets ge presteerd; de afspraakjes tosten heel wat tijd. Ik wil niet verzuimen, ondanks mijn ongunstige opinie, hierbij te releveeren dat ondér da weinige vrouwen, die een uitgesproken aanleg vOor den handel heb ben, zich individualiteiten bevinden met scherp intellect, breeden kijk op zaken en op wier initiatief men werkelijk re kenen kan. Verkoop. Voor den verkoop zou ik alleen dèn vrouwelijk personeel "villen bobben, als dit grondig onderwijs zou hebben genoten. Na den schooltijd; óf vakschool bezoeken, óf in goede zaken een leertijd zonder salaris dooiloopen, acht ik gewenseht. Do jonge meisjes, die voor den handel willen opgeleid wor den, moeten do beginselen der moderne talen kennen en oenige warenkennis be zitten. Zij dienen beleefdheidsvormen in den omgang met het publiek zich eigen te maken. Activiteit, ambitie en „amour-propre" voor de te vervullen taak moet de jeugd bijgebracht worden. Zeer vele vrouwen, hij den verkoop geplaatst, hebben geen liefde voor haar werk en geen voldoonde kennis van het artikel, dat zij het publiek aanbieden. Ook hebben zij geen eigen oordeel en zijn niet altijd even aangenaam in haar optreden. Over liet algemeen heeft de vrouw te weinig eneigie en initiatief in zaken. Ook bij deza groep moet ik verklaren, dat hij den huidigen staf aan onzejzaak, vrouweü verbonden zijn, die de hoogste eigenschappen bezitten die men een he- dendaagschen koopman kan stellen. Handenarbeid. Hier bevinden wij ons in het rijk der vrouwen. Groote vor deringen zijn gemaakt Op het gebied van goeden smaak en afwerking, die mede in verband met het feit, dat de leiders der zaken veel grootere eischen stellen aan den „finish" van kleeding en lingerie. In het algemeen .wordt he ter werk geleverd dan vóór den oorlog. De betere opleiding op Industriescho len heeft onder jonge meisjes er zeer veel toe bijgedragen dat de opvatting van het werk ernstiger werd; den Indu striescholen daarvoor hulde. Alleen dient den meisjes nog geleerd te worden, dat zij niet slechts werken voor de broodwinning, maar ook, om dat iedereen in onze samenleving een taak heeft te vervullen. Dit bewustzijn zal haar wellicht ge ven, hetgeen zij meestal missen: „liefde voor den arbeid, ijver en ernstig streven om haar werk steeds beter te "doen." DE ONTPLOFFING TE TERBORG. Omtrent do ernstige ontploffing, die aan de ijzergieterij „de Lovink" te Ter- borg heeft plaats gehad kunnen wij nog het volgende mededeelen. Tijdens het smeltproces van een partij oud gegoten ijzer, afkomstig uit België, had een bui tengewoon hevige ontploffing plaats. De koepeloven sprong met groot geweld uit elkaar. Een groot stuk van een der marmer gebeiteld. In liet midden van het gedenkteeken bevond zich een afbeeldsel van een in lompen gehulde, half liggende vrouwelijke gestalte, in wiertrekken duideijk de hevige strijd tegen nood en honger was uitgedrukt. De oogenschijnlijk nog- jonge vrouw leunde vermoeid met 't edel gevormd ehoofd tegen 'n wapenschild, dat toch geen bepaald adellijk geslacht liet erkennen. Over deze figuur boog zich een allegori sche gestalte, die de hoop verzinne beeldde. Terwijl zij met de eene hand de neergezonkene trachtte op te richten en tegelijk 't zwakke hood poogde te steunen, wees de andere hand troostend naar den hemel. Op den voet van den grafsteen stond in gouden letters de passende spreuk- uit de H. Schrift„Gij zult nimmer hongeren, noch-dorsten. Noch de zon, noch een andere hitte zal u meer kwel len en God zelf zal alle tranen uit uwe oogen wisschen." De stilte van den kleinen dooden- akker,. gepaard met de van lichte nevelsluiers omweven zonnestralen werkten machtig op Arthur's dweepe- rig gemoed en hij bekeek met eigen aardige gevoelens het interessante monument. Eindelijk sprak hij tot Blunt„Hier onder rust een hart, wien de last ook te zwaar geworden isweet je daar verder niets van. Robert De secretaris wees zwijgend op de rugzijde van het marnier. Daar las Arthur„Zij, wier aardsch gebeente hier tot eeii laatste rust plaats neergelegd werd, vond men fahrieksmuren werd uit elsaar gesla-, gen, terwijl een gebouw achter den smelt oven totaal vernield werd. Zware ijzeren balken werden circa dertig meter wegge slingerd. iSteenbrokken wei-den op hon derd meters afstand teruggevonden. De directie vermoedt, dat zich in het ijzer een granaat moet hebben bevon den, die in den oorlog niet ontploft is, Twee arbeiders werden zwaar, twee licht gewond, terwijl meerderen door stuk ken steen en ijzer werden getroffen. Het ergst is de 18-jarige H. te Kloese uit Silvoldo er aan toe. Hij is van de verdieping naar beneden geslingerd. Hij heeft een gecompliceerde dijbeen- breuk; bovendien is zijn geheel e gezicht ,en een been door gloeiend ijzer ver brand, terwijl zijn borstkas is gekneusd. Zijn toestand is levensgevaarlijk. De ar beider Willemsen kroeg eon dubbele pols breuk en een dieps wonde aan het voor hoofd. Een stuk ijzer was tot op het been doorgedrongen; de arbeiders Nucsink en van Mourik zijn licht gewond. Het is nog niet uitgemaakt, of de tweede koepeloven schade heeft beko men. Mocht dit niet het geval zijn, dan. zullen de werkzaamheden spoedig weer voortgang kunnen hebben. VOOR EEN APPEL EN EEN EI. De firma Molkcr en Schreuder te Eindhoven houdt opruiming en stelt zoo als ze met groote plakaten aan haar winkel aankondigt, alles beschikbaar „Voor een appel en een ei." Onze jongens van de R. K. H. B. S. vonden dat grappig en kwamen in sa menzwering bijéén. Men besloot ergens een appel te koopen en een ei, en daar mee naar Moller en Schreuder te stap pen. Aldus geschiedde. Toen de appel eB 't ei aanwezig waren, werd er geloot, wie met de riskante onderneming belast zou worden. Degene namelijk wien het lot trof, moest zonder geld voor twee kwartjes iets gaan koopen en daarna den appel en 't ei in betaling aanbieden. Alles was immers te koop „Voor eer appel en een ei." Het lot trof den scholier S. De scholier vol moed en gijn naar bin nen. Buiten de rest in spanning en af wachting. Juffrouw voor twee kwartjes kuo'open, als-'t-u-hlieft. Welk soort? Dat is 't zelfdo Ee,i s ovt werd uitgezocht ea de jon gen nam de knoopen in ontvangst en toen: „AJs-je-blieft, juffrouw," en werden de appel en 't ei in de cassa ter be taling neergelegd, want „alles was te koop voor een appel en een ei." De juffrouw schoot in een lach en riep een der directeuren er bij. Hem werd de grap verteld, en ook deze stemde met de juffrouw in haar lachbui in. Neem u dan maar den appel zei die tegen de juffrouw, dan zal ik 't ei lekker koken. En onze gannef van de R. K. H. B. S. mocht zijn knoopen houden en kroeg nog een cassation van 2 cent toe. (Msb.) Ontvoering. Ben bevel tot inhech tenisneming is uitgevaardigd tegen den heer I. S., muziekdirecteur te Leeu warden, die verdacht wordt van ont voering van een minderjarig meisje te Leeuwarden. De ouders van het meisje hadden het geval bij de politie aan gegeven. op 25 December 1828 aan den ingang der kerk van Cozy Dell." „Niemand weet, wie zij was, van waar zij komt," zei Blunt. „Vermoe delijk bezweek zij van koude of hon ger. Uit medelijden voor de bekla genswaardige, die op een gewijde plaats haar laatsten adem uitblies, en als een vermaning voor iedereen om nooit een kouden of hongerenden arme onbarmhartig van zijn drempel te jagen, werd dit gedenkteeken op gericht." „Dat is een zeer .geheimzinnige geschiedenis," merkt Arthur Lane op. „Wie heeft dit monument ge plaatst „Mijnheer George Stillworth gaf 't idee aan voor de teekening, zoowel als voor de tektstwoorden en droeg alle kosten voor het onderhoud van dezen grafsteen. Hij zal er buitenge woon door getroffen zijn, dat op zijnen grond een menschelijk wezen aan den dood ten offer viel.- Hij liet zelfs de vreemde op eigen begraafplaats neer leggen. Je ziet hier" 3e verzameling van de graven der Stillworthsche familie." Na een kleine poos, waaronder de dichter den grafsteen nadenkend be keek, wees zijn vriend op twee andere kleine grafheuvels niet ver van den schoonen gedenksteen der onbekende. Arthur las de opschriften en legde zijn hand zacht op Robert's arm „Je goede ouders „Ja, beste vriend." „O, hoe benijd ik je dit geluk. Rob Jij kunt de graven van je ou ders bezoeken en hier je verdriet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1