N
S BLAD"
Het verdwenen meisje
IQ
Bureau: HOK 6, ALKMAAR. - Telefoon:
m jne jaren.
KERK EN SSHOOL.
üflEliS NIEUWS.
No 370
y*nvr**P"rir? 29 jttjf
1'? MA";
NOORD-HOLLANDSCH
I - -
f „o
Abonnementsprijs:
Der kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaar f 2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 633
Advertentieprijs:
Van 1 5 regels f 1.25; elketegei meer f 0 ?«5; Reclames
per regel f 0 75: Rinriek „Vraag en aanbo' bij voot-
uifbetaling pe: ptaat; tg 0.60
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400,f 2O0,—f 100,—, f 60,—f 35,—, f 15,-^
Wij hebben den laatslen tijd ons
onthouden van mededeelingen over
den toestand in Rusiiand te publi>-
ceeren, niettegenstaande daarover lede
ren dag kolommen waren vol te schrij
ven. Maar. wie van tijd tot tijd de zee
of' de bergen ziet, ondergaat van hun
indrukweKKende grootheid veel meer
den invloed, dan wie ze dagelijks
aanschouwt. Zoo gaal het ook met ver
halen over schrikkelijke toestanden;
wanneer men ze dagelijks zij 't
ook in anderen vorm leest, verlie
zen zij onze belangstelling. Daarbij
kwam, dat wij de laatste maanden
door mededeelingen over de ergerlijk
heden van het communistisch bewind
in Rusland, de steunactie voor dat
ongelukkige volk niet wilden ver
lammen.
Nu treffen wij echter in enkele bla
den een document aan, dat op zóó
scherpe wijze de mislukking van hel
bolsjewistische regime en in liet al
gemeen de practische onmogelijkheid
van een communistische^ regeering in
het daglicht stelt, dat wij meenen dit
voor de hedendaagsche geschiedenis
veel beteekenend bewijsstuk onder de
aandacht onzer lezers te moeten
brengen.
Het geldt hier een oproep, diein
Dsershinski, de volkscommissaris voor
het verkeerswezen, in alle stations en
aanlegplaatsen van sloombooten heeft
doen aanplakken en welke als volgt
luidt:
„Burgers-lrausiporiarbeidei's. Een
eeuwige smaad van het tsaristische
Rusland, het systeem van de omkoop
baarheid, heeft zich ook vaslgenesi-
leld in het gevoeligste deel van onze
economische organisatie, liet spoor
wegverkeer. De omkooping is op onze
.spoorwegen zulk een „normaal" ver
schijnsel geworden, dat vele spoor-
weglieden heelemaal afgestompt zijn
wat betreft het ontoelaatbare er van.
Op onze spoorwegen kan men tegen
woordig door omkooping alles doen:
de slimme omkoopers verdeelen hel
omkoopingsgeld naar verhouding on
der de baanwachters en de hoogere
ambtenaren. Speculanten welen tegen
omkooping alle plaatsen in de wagons
te verkrijgen en liet heele land niet
hun netten te omstrikken. Het mee
gaan of het niet meegaan van een
wagon, het doorgaan van een trein,
't overladen van goederen, alles hangt
af van omkooping.
Het onheil, dat op deze wijze aan
den staat toegebracht wordt, is on
metelijk en de gevolgen' er van zijn
niet te overzien. Treinen met vluch
telingen uit het Wolga-gebied, die op
last van de hulporganisatie vervoerd
moesten worden, blijven op de knoop
punten der spoorwegen hangen en de
ongelukkigen blijven daar aan onbe
schrijfelijk lijden blootgesteld. Arbei
dersdelegaties, die uitgezonden zijn om
brood te koopen voor de hongerende
families van arbeidersorganisaties, do
len maanden lang rond, omdat ze
geen enkel vervoermiddel kunnen krij
gen. Levensmiddelen, die beMmd zijn
voor de redding van vrouwen en kin
deren in liet Wolga-gebied, dwalen
rond en liggen ergens te wachten zon
der lioop vervoerd ie kunnen worden.
En op hetzelfde oogenblik spelen zich
achter dit duistere scherm de wilde
feesten af van de lieden, die door om-
omkeoping welen gedaan te krijgen
wat voor hen voordeelig is en die
den roemrijken naam van het spoor-
weg-proletariaat bevlekken met een
ongehoorde schande."
De geschiedenis heeft meermalen be
wezen, dat, wanneer in een staat na
vele eeuwen een beschaving lang
zamerhand tot grooten bloei was ge
komen, er ten slotte een tijdperk van
overcultuur ontstond. Men kan de
weelde dan niet langer verdragen en
de samenleving begint le rotten: alles
wordt ten slotte veil en bij het uit
breken van een internationale of na
tionale crisis slort liet oude gebouw
ineen.
Welnu, dit proces, waarover een
cultuurslaat gewoonlijk eeuwen doet.
heeft Sovjet Rusland in drie jaren
klaar gespeeld; wat zeggen wil, dat
hier. geen sprake is van verslijten,
van verwording, maar dat een commu
nistisch regeerstelsel de verrotting
reeds bij zijn ontstaan meebrengt.
De Russische Yo'kscomniissaris h eft
wel juist gedaan dit aan alle zuilen
in het openbaar aan te plakken 1
HET PAUSELIJK LIEFDEWERK
VAN DEN H. PETRUS.
Bij hetgeen wij reeds over dit Liefde
werk publiceerden, drukken wij hieron
der af het volgende schrijven, dat. nit
het Vaticaan den 2 Dec. 1921 gezonden
werd' aan Mgr. Fumasoni Biondi, den
president van dit Liefdewerk. Het kan
ons nog eens duidelijker de opvatting van
onzen H. Vader over dit Liefdewerk doen
zien:
„Onder de Werken, die Onzen Hei
ligen Vader den Paus 't meest ter harte
gaan, moet zeker geteld worden het Lief
dewerk, dat den naam draagt van den
H. Petrus en tot doel heeft: de vorming
van een inlandsche geestelijkheid in do
missiegebieden. Want hierdoor wordt het
rijk van Jezus öhristus op de moest
krachtige en standvastige wijze uitgebreid
te midden der volkeren, die in do duis
ternissen van de dwaling en van dein.
geestelijken dood nog slapende zijn. Zijne
Heiligheid heeft dit meermalen uitge
sproken en nog onlangs, in zijn Ency
cliek „Maximum illud" warm aanbevolen
aan de oversten der missiedistricten:
„want d e .hoop van een nieuw© christen
heid is vooral gevestigd op de vorming
van een inlandsche geestelijkheid."
Om de geloovigen aan te sporen krach
tig mele te helpen aan de uitbreiding
en aan het succesvol werken van dit
hoogverdienstelijk Liefdewerk, hetzij met
vurige gebeden, hetzij met edelmoedige
gaven, heeft Zijne Heiligheid de Paus
grootmoedig van Zijn kant de som wil
len geven van 25.000 Lire.
Gaarne haast ik mij U hierbij deze
som gelds te zenden, met den wensch,
dat het kooge voorbeeld van den Heiligen
Vader talrijke weldoeners moge opwek
ken voor het Liefdewerk van den H.
Apostel Petrus.
Intusschen neem ik deze gelegenheid
te baat, met gevoelens van oprechte hoog
achting mij te noemen.
van U, IIoogEerwaarde Heer
de dienaar
P. Card. GASP ABRI.
Voor ons Bisdom is Beotor Th. M. P.
Bekkers te Voorschoten Diocesaan Di
recteur. Aan dit adres kan njen zich
vervoegen voor inschrijving als" lid, en
voor propaganda-materiaal. Wij twijfelen
niet of ook de pai'ochieele geestelijkheid
zal gaarne hare hulp bij de verbreiding
van dit Liefdewerk verleenen.
DAKLOOS.
In die N. R. Gt. vertelt de redacteur
van de rubriek „Onder de mensóhen" van
liet leed der velen, die dakloos zijn of
dTeigen te worden. Hij heeft hel gadege
slagen in liet kantoor van deii Rotlerdam-
sohen Huurdersbonjd. Ziellier een der ge-
gevallen -welke hij schetst:
'n Vrouw met 'n kind van drie maan
den in haar armen, en 'n meisje van 'n
jaar of vijf aan haar roik, komt moe bin
nen. Pronken van Moeiende welige kin
deren. ,,'n Wollik, wat In zonnetje!"
roept de president uit, terwijl hij 't aan
vallige meisje slreelend naar zich toe
trekt. Een verregend, ruiend bont mutsje,
wat scheef hoven haar Hozend Toonde
snoetje is om 't.zoo te willen schilderen,
zoo snoezig.
Moeder, moe en versjouwd, lacht, ver-
teederd door haar tranen. Haar kleintje
is in 't Leger des Heils geboren, zóó
lang ai is zij zonder eigen woning.
„Die Grietje toch" verontschuldigt
zij 't vrijmoedige snappen van haar aan
vallige oudste „en aldoor vraagt ze:
he'b die meneer nou nóg geen kamertje
voor ons?Als 't kind iets ziet tim
meren op straat, dan zegt ze: „wordt dat
nn een kamertje? Zou moe daar niet
graag wonen?" 't Is geen leven
snikt 't vrouwtje „daar aldoor met
■die zwerverd in dien Boscbhook."
En 'smorgens om acht uur al moet je
met die twee kleintjes de straat maar
weer opaldoor in den Tegen, in zulk
weer, sjouw je maar rond met dien zwa-
ren kinderwagen. Want niet voor
's avonds aóht uur mag je er weer in to
men. In de Kuyperschool mag iik mei
de kinderen dan nog wel eens zitten zoo
lang in 't warme keukentje..,. Mipir wat
'n ellendig bestaan tochIn wat al
leen maar mankeert, da'-s niks als 'n on
derdak, dat je je boeltje weer eens netjes
ikan maken, weer 's zelf koken, ze in d'T
eigen foedije inislopipenzou je geluk
kig wezen! Want nou krijg je die Zon
dagen weer. Wie roept je 's binnen?....
En me man verdient toch wel zoo veel.
dit ie huur kan betalen.... Nou, we
zitten nog liever zonder eten dan zonder
d'ak; zoo maaik ik me warempel van
kant. De mehscbeii kijken je allemaal aan.
als je weer met dien kinderwagen zwerft-
of je de grootste schooier bent.... Er>
waarvoor ben je nou getrouwd? -
„Waar kam ik je vinkten daags?" -
vraagt me man, ais ie 's morgens naar
z'n wenk gaat.... Ilier of daar op 'n
hoek, in 'n portiekje. En 's avonds, dan
is 't: dag man, dag vrouw mot je eik-
bij, vreemden gaan l-cfigen. Zoo'n meis-
sie.ze ieeren er de gemeenste la nilzijm
we toch óók nooit in opgebracht
Gisteren op de Hoogstraat, daar onder
zoo'n winkel, hebben ze 'n keuken uitge
stald in 't onderhuis, met 'n mooi fornuis
en allemaal glimmende pannen,IIè-
moe," zei Grietje „azze daar nou's
mogge wonenZe is Dinsdag jarig.
waarGriel?"
Me verjaardag!" snakt 'l deerntje
opgetogen, „Word ik vijf jaar..
Wat een feest, fijn hé?" verblijdt
de president zich mee met 't kind. En om
zijn vergissing goed le maken: „Dan ko
men jullie Dinsdag hier op kantoor, hoor:
dan komt Grietje hier wat voor haar ver
jaardag halen...."
Even dénkt hij nog -na.... bladert in
zijui iiolil't'ie-boi&kje, en da,n met zhi vrien
delijkste gezicht: „En als ik dan eens
zag, d'.al -ik op jouw verjaardag voor
moeder een kamertje had?"
De vrouw wordt rood, 't kind klapt
in 'r handjes. „As me man.... dót wist"
hakkelt de moeder uit „hij.... thij
sprong.... van den grond af!"
ZWARE BRAND TE AMSTERDAM.
Een woonhuis geheel uiljehrand.
Dinsdagavond was er te Amsterdam
omstreeks Sti/2 uur groote consternatie
in do Bethaniënstraaf een nauwe straat
die evenwijdig aan de Hoogstraat loopt.
Op dien tijd kwam iemand uit het per
ceel No. 35 loopsn, „brand" gillende.
In een oogwenk was de heele straat
op stelten.
Op één hoog woon-le hef gezin Vleeseh-
houwer. Man en vrouw waren met het
jongste kind, dat één j'aar oud was,
bij kennissen op visite. Thuis was een
20-jarige neef achtergebleven, die op niet
minder dan zes kindoren moest passen,
wier leeftijd van 4 tot 13 jaar varieer
de. Een der kinderen moet nu de on
voorzichtigheid gehad hebben met luci
fers onder een bed naar een stuk touw
te zórten. Plotseling vloog het hedde-
goed in brand. In de achterkamer van
één-hoog liepen de kleine kinderen eerst
in den grootsten angst heen en weer.
Maar gelukkig hadden zij de tegenwoor
digheid van geest, de trap af te vluchten.
De neef nam do kleinste kinderen onder
den arm. Eén ervan, vier jaar oud,
lag reeds in bed. Toen buren het huis
binnensnelden, om te redden, bleek, dat
alle kinderen reeds in veiligheid waren.
Op twee hoog woonde de "weduwe Dijk
man, een uitdraag der, d'e met een 14-
jarigen jongen thuis was. Ook dezen
konden zich nog redden. Aan deze uit
draagster behoorde ook de derde ver
dieping toe, waar lompen en rommel
geborgen waren. De zolderverdieping van
het smalle huis was onhewepnd. Gelijk-
straats is de woning van een zekeren
Bouman met vrouw.
Toen de brandweer, welke met veel
materiaal uitrukte, kwam ts tonden de
eerste en tweede étage in volle vlam
en kwamen overal dikke rookwolken uit
het oude huis. In de straat zelve lie
pen nog gil'ende vrouwen in de grootste
verwarring op-en-neer, en sten len kleine
kinderen huilende tegen de muren. Bu
ren vluchtten uit de belendende huizen
de straat op.
Al gauw ti'ad men echter de zeker
heid, dat er niemand meer in het bran
dende huis was achtergebleven en kon,
toen de straat voldoende afgezet was,
met kracht het blusiohingswerk aanvan-
en.
De brandweer wierp weldra massa's
uit het dak sloegen. Hoe iel ds brand
liet eerste half uur gewoed beeft, bl-ek
wel uit het feit, dat hel vuur ook even
naar de solver verdieping van het huis
No. 37 doorsloeg. Daar werd het even
wel dadelijk door den brandweer gestuit.
Aan weerszijden van het brandende por-
ceel vlogen op een der verdiepingen nog
de gordijnen in brand.
Tegen 10 uur was men den brand
meester.
Yoor de gezinnen, die nu daldoos zijn
geworden is deze brand een ware ramp,
want zij waren niet verzekerd. Boven
dien moet bij Yleeschkouwer nog een
Bedrag van tweeduizend gulden en een
kas van een voetbalvereeniging verbrand
zijn. Hevig ontstel! kwam j'uffr. Vlee .cb-
houwer rtiim tien uur de straat in
loopen. Zij moest door een familie-lid -
ondersteund worden. Haar kinderen vond
zij goed verzorgd bij de buren.
De politie had een groot deel van de
straat afgezet. De commissaris van po
litie heeft een onderzoek laten instellen
en het bleek, dat aan onvoorzichtigheid
deze hevige brand, die zoaveel ontstelte
nis teweeg heeft gem-acht in een druk
bevolkte straat te wijten was
EEN INCIDENT.
Tijdens de Maandagmiddag te Arnhem
gehouden huishoudelijke congreszitting
ter Intern. Anti-militairisiische Verecni-
ging is een ernstig incident voorgevallen.
Een der congressisten meende op den zol
der boven de vergaderzaal gestommel te
hooTen. Bij onderzoek bleek, dal twee
personen zich daar bevonden. De heeren
Eiikeboom en Harinck, leden van 'l lan
delijk comité dóe zich naar boven had
den begeven, werden op den zolder mei
een revolver bedreigd. Met vereende
krachten wist men een der zioli op den
zolder bevindende personen, die toegaf
tot de politie te behooren, te vatten. De
tweede persoon had zich inmiddels uit
de voeten gemaakt. Bij fouilloering van
den aangehoudene werd een revolver in
zijn bezit gevonden. Een deel van het
oongresbestuur begaf zich mei den per
soon die aangehouden was, maar hel
hoofdbureau van politie, wapr de beer
Alb. de Jong den commissaris van politie
de feilen wenschte te laten vaststellen.
De commissaris weigerde zulks, wei
zei de liij een onderzoek toe.
Door den heer H. Eikeboom is een aan
klacht wegens bedreiging ingediend.
INBRAAK TE 's-HAGB
Toen om 4 uur Maandagnacht een bri
gadier van politie in de Nassau Zuilen-
steinstraa! te 's-Hagc patrouilleerde, ont
dekte hij twee mannen, met rijwielen, die
zich verdacht ophielden bij liet poortje
van een brandgang.
Bij zijn nadering gingen de mannen op
de fiets er van door. Wel Iraohtlen twee
agenten per rijwiel hen le achterhalen,
doch de voorsprong was te groot.
Kweefcerij „De Dam ia"
St. Pancras. Tetefocn 14
fttoödicfS IS tsli t©2 een §?©2©ckf
waar- ge efe raseste kease
viHd, v©or uwe aaupiaRfSngcu.
water in het huis, daar dadelijk een j Na onderzoek bleek dat de beide man-
paar motorspuiten in werking gesteld
werden, met ze3 stralen werd water ge
geven.
In de smalle straat werd da Magirus-
ladder opgesteld, om de hooger gelegen
verdiepingen te bestrijden cn ook van
de achterzijde door huizen in de Koe
straat bestreed men het vuur. Toch
breidde het vuur zich zeer snel uit,
zoodat de eerste verdieping achter en
de tweede en derde étage geheel uit
brandden, terwijl de vlammen ook nog
nen in den tuin van den heer v. H. B..
in <lc Nassau-Diilenburgslraal 18, waren
binnengedrongen en daarna een keuken
raam hadden geforceerd.
In het huis hebben zij alles over hoop
gehaald en geprofileerd van de afwezig
heid van de bewoners, die in Groningen
vertoefden, door versoliillende kostbaar
heden, als tafelzilver, gouden voorwerpen,
enz. mede te nemen. Ook d e fietsen
waarmede zij ontsnapten, het waren da
mesrijwielen, behoorden tol den buit.
VANWEGE HET RLTK.
Vanwege bet Rijk is het fietspad langs
den straatweg van Wassenaar richting.
Leiden opnieuw opge-troail met sintels,
doch dit materiaal blijkt, naar het ,,Vnd."
meldt, bezaaid te zijn met spijkers en
stukjes ijzer.
RECLAME OP DE SPOORWEGEN.
De Nederlandsche Spoorwegen ver
spreiden een kaart als reclame voor het
reizen op hun lijnen. Het zal noorlig
wezen, wanneer de dure tarieven na 1
Januari het reizen in ons land nog kost
baarder zullen maken dan bet reeds is.
De reclame heeft vorm e i grootte van
een visite-kaart en is van glacé papier.
Aan den e enen kant het opschrift „Ne
derlandsche Spoorwegen" en daaronder
een kaart van Nederland mot, scherp
geteekend, de spoorwegen. Do namen der
plaatsen zijn uit den aard zeer klein
en fijn gedrukt. Men moet een vergroot
glas ter hand nemen om 23 te lezen,
maar dan ziet men er nog dn'de'ijk staan;
„The Hague," „Bois-Ie-Duc," „Flus
hing," de overige namen schrijven
Engelschen net als wij. Over de grens
lezen we nog: Antwerp, Mechlin, Rru3-
ls, Cologne enz.
Aan de keerzijde een kalender, zoo
waar in het Hollandsoh; „Zondag, Maan
dag" enz.
Naar het „Vad." verneemt, wordt de
reclamekaart ook in het Fransch, Duiteeh.
en Engelsch uitgegeven. Het „Neder
landsche Spoorwegen" boven de landkaart
staat dan in een dier talen vertaald. Yoor
't overige is alles hetzelfde: de Eigol che
landkaart en de Hollandsche kalender.
Zeer origineel.
Yoor de goedkoopte heeft men de kaart
in Dnitschland laten drukken.
De Zud-Wester Storm.
Het Vondelpark te Amsterdam is den
nacht van Dinsdag op Woensdag, waar
in de Zuid-Westerstorm opstak, vrij goed
doorgekomen, maar toch hebben de hoo
rnen door het aanhoudend beuken van
den wind, het hard te verduren gehad.
Ln het goheel telt het park wel een
zeventig hoornen, meest iepen, voor wier
leven gevreesd wordt, als de wind mocht
aanwakkeren.
Op het IJ brak een boei, waardoor
benoorden de Sumatrakade hef Engelscho
stoomschip „Cassio" op drift geraakte.
Verder is bij den steiger van de Hol
landAmerika-lijn een steankolenschuit
door de deining omgeslagen.
Het telegraaf- é?i telefoonver7ceer.
Het telegrafisch verkeer met bet bui
tenland is ernstig gestoord door den
storm. Het verkeer met België en Fiank-
rijk is geheel gestoord, zoo ook met
Dnitschland. De dienst op Engeland is
nog tamelijk goed.
Het hinnenlandsch telegraafverkeer is
niet erg in de war gebracht tot dus
ver. Langs omwegen konden de verhin
gen tot stand gebracht worden.
De Intercommunale telefoon werkte,
zoosils altijd; daarentegen was het met
liet buitenland geheel mis. Met Beriijn,-
Keulen en Parijs was de verbinding ge
heel .verbroken.
De ccheepvaart gestremd.
De scheepvaart door de Oranjesluizen
en langs Pampus is wegens den lagen
waterstand van de Zuiderzee gsjtrexd. -
FEU ÏLLETOM
De zon had haar hoogsten stand
reeds sinds een uur overschreden,
toen twee ruiters den oever van de
Breminyskreek naderden. Beiden' wa
ren nog jong. Zij mochten ieder hoog
stens vijf en twintig jaar tellen. De
;ene, van nauw middelbare, jengte,
had een ineengedrongen gestalte.
Zijn hoofd evenwel was smal en lang,
rijn huid bijna lecierkleurig. Een dunne
baard sierde de spitse kin. Het eenig
opvallende aan hem was het zwarte
otigenpaar, dat onder borstelige wenk
brauwen als een paar gloeiende kolen
"tinkelde. Maar deze vuurgloed be
angstigde niet. Hij getuigde enkel
van een levendige, rustelooze geaard
heid. Men zon hem voor een geboren
Franschman hebben moeten houden,
wanneer niet zijn Duitsche naam
daartegen gepleit had. Hij noemde
zich Karei Schönhof, planter in Nat
chez aan den Mississippi. De ander
was een slank gebouwd man van re
gelmatige vormen en meer dan mid
delmatige lengte. Een blonde volle
baard omlijstte liet vriendelijke, bloei
ende gelaat. Uit zijn glinsterend blau
we oogen sprak een even diepdenken-
de geest ais een bezadigd en zacht
.Jh'fnped. Zijn blojid hoofdhaar, dat
hij kort afgeknipt droeg, voleindigde
in hem den type van den echten
Duitscher zijn naam luidde Hendrik
Meerveldt, koopman te New-ljork.
„Hier in de schaduw dezer prachti
ge magnolia's zullen wij een kleine
rust houden," zei Karei Schönhof
eensklaps en hield zijn paard in.
„Met groot genoegen," lachte Hen
drik Meerveldt, terwijl hij het zweet
afwischte, dat in groote stralen van
zijn hoog voorhoofd liep.
„Dat was een stevige rit," ging hij
voort, „Ik zou er in de eerste dagen
niet gaarne nog zoo een maken."
Beiden stegen af. In een ommezien
had Schönhof den paarden de zadels
en dat van Meerveldt een klein valies
afgenomen. Een lichte klap op den
rug der dieren gaf hun de vrijheid
en met luchtige sprongen draafden
zij weg.
„Wat begint gij riep Meerveldt
verbaasd. „De paarden zullen weg-
loopen en wij moeite hebben ze we
der op te vangen."
Schönhof lachte hartelijk om de
vrees van den koopmandaarop
antwoordde hij„iMaak u niet onge
rust. Deze kleine Seminoolsche dra
vers zijn goed gedresseerd. Al zouden
wij hier uren, ja dagen lang halt
houden, zonder naar hen om te zien,
zoo zal een enkel scherp gefluit hen
in weinige minuten weder tot ons
roepen."
„Seminoolsche draversDit ras
is mij volslagen onbekend," zeide
Meerveldt.
„Dat geloof ik welantwoordde
de ander. „Zij bcbooren alleen hier
in Florida te huis."
„Vanwaar komt die naam
„Van de Seminolen, d. i. weggeloo
penen of vluchtelingen, een tak der
Choctaw-Muscogher Indianen. Van
de oude Mexicanen afstammende,
bezweken zij na de verovering van
hun vaderland voor den onuitstaan-
baren druk der Spanjaarden, door
het land te verlaten. Na lang rond
zwerven vonden zij hier eene blijvende
woonplaats. Zij brachten deze paarden
mede, die van lieverlede een eigen ras
vormden. Hoewel klein en onooglijk,
loopen zij toch zeer snel en zijn on
vermoeid."
Gedurende dit gesprek haalde
Schönhof uit zijn zadeltasch een
pakket te voorschijn, maakte het
open en nam er een groot stuk ge
droogd buffelvleesch en een halven
berenbout uit. Daarna spreidde hij
een sneeuwwit servet over het groene
mostapijt, legde naast liet vleescii
nog versch maïsbrood en nam uit
den anderen zadeltasch een flesch
wijn en twee jachtbekers. De ruiters
vlijden zich daarnaast neder en hiel
den onder vroolijk gekout een een
voudig maal. Na afloop daarvan berg-
de Schönhof het overschot weder weg
dan strekten zij zich languit op het
zachte leger en weldra lagen zij in
een diepen slaap.
Eenige uren konden beiden gerust
hebben, toen Hendrik Meerveldt met
schrik wakker werd. Hij meende
eenig gedruisch gehoord te hebben.
Terwijl hij zich oprichtte, zag hij
boven ziclt in de takken van een boom
twee vlugge eekhprentjes, die elkan
der dartelend spelende vervolgden.
Zoodra hij zich echter bewoog, vlo
den zij in groote sprongen van boom
tot boom en waren weldra uit zijne
oogen verdwenen.
Ook Schönhof ontwaakte en sprong
haastig op. Hij zag naar den stand der
zon, en zeide „Het is tijd om op te
breken. Ik heb nog een verren rit af
te leggen en zou niet gaarne den
nacht te baat nemen."
„Gij blijft dus niet op Bellecour-
house vroeg Meerveldt verbaasd.
„Neen, mijn waardeReeds hier
scheiden onze wegen."
„Kent gij den heer Beliecour van
nabij
„Zeer van nabij."
„En ge zijt dus ook reeds op zijn
plantage geweest
„Dikwijls en langen tijd."
De doffe, zwaarmoedige toon, waar
mede Schönhof deze korte antwoor
den gaf, viel Meerveldt.sterk op. Hij
keek zijn begeleider in de oogen en
zag ze met tranen gevuld. Bliksem
snel kwam nu de gedachte bij hem op,
of niet zijn reisgenoot de hand van
Bellecour's eenige dochter gevraagd
had en afgewezen was. Hoe gewenscht
hem hieromtrent ook zekerheid ge
weest ware, was hij toch te beschei
den om hem daarover nauwkeuriger
te ondervragen.
Schönhof legde nit den sterk ge-
kromden wijsvinger der rechterhand
op de tong en liet een scherp gillend
gefluit iiooren. Binnen de vijf minu
ten kwamen beidt' .Seminoolsche paard-
jes aandraven en bleven voor uern
staan. Hij begon ze weder te zadelen,
wat' in weinige oogen blikken was ge
schied. Meerveldt zag zwijgend toe.
Het was niet noodig, dat hij hem be
hulpzaam wasveeleer bewonderde
hij de vaardigheid van den planter.
De paarden stonden gereed.
„De tijd dringtwij moeten schei
den," sprak Schönhof en vatte Meer-
veidt's hand om die tot afscheid te
drukken.
„Hoe echter zal ik nu de plaats
mijner bestemming bereiken vroeg
deze.
„Ozeer gemakkelijk. Gij rijdt
door de voor ons liggende ondiepte
der kreek en volgt dan door liet zich
daarachter uitstrekkende dennen
woud dezelfde richting. Aan gene
zijde, in een aanplanting van koffie-
boomen vindt gij al dadelijk c-en ge-
baanden weg. Dezen volgt gij naar
rechts. Hij voert u regelrecht naar
Beliecourhouse, dat door een klein
paimbosch verborgen is, anders zoudt
gij het terstond bij het verlaten van
het dennenwoud zien."
„Ik dank u. Hoe echter zal ik tt uw
groote vriendelijkheid vergelden
„Bergen ontmoeten elkander niet,
menschen wel."
„Komt gij nooit naar New-ljork
„Ik ben er slechts eens geweest,
en wel in mijn jeugd."
„Hier is mijn adres."
Met deze woorden reikte Meerveldt
zijn kaartje aan Schönhof cn v.ildc
nu 11a herhaalden handdruk schei
den.
„Nog een verzoek zeide Schön
hof haastig. „Noem op Bellccour-
house mijn naam niet, ja, spreek niet
eens van onze ontmoeting."
Hij wachtte Meerveldt's antwoord
niet af. Een zachte druk in de zijden
vart zijn paard zette het tot een snel
len draf aan en in een oogwenk was
hij verdwenen.
Ook Hendrik Meerveldt reed naar
de ondiepte en volgde den hem acn-
geduiden weg. Hij vond alles juist
zoo, als zijn reisgenoot het hem aan
gegeven had.
Snellen wij den laatsten ruiter voor
uit naar Beiiecourhouse. In een niet
Oostersche weelde en Franscken
smaak gemeubelde kleine zaal vin
den wij den eigenaar daarvan en
diens eenige dochter Melanie.
De heer Bellecour was een man van
ongeveer vijftigjarigen leeftijd. Of
schoon van burgerlijke afkomst had
hij zich toch de manieren der Fransciie
aristocratie eigen gemaakt. Hij was
in Frankrijk geboren en door bijzonde
re omstandigheden in het kasteel
van een oud-adellijk geslacht opge
voed. Zijn ouders, die hij vroeg ver
loren had, hadden hem' een matig
vermogen nagelaten, dat echter niet
toereikende was voor de neigingen,
die door zijne opvoeding bij hem aan
gekweekt waren. Doch hierin hielp
hem het geluk. Een broeder zijns
grootvaders was naar de door de
Franschen gevestigde Pensarola in
Wcst-Florida vertrokken.
Door verstandig beleid verwierf zich
deze in korten tijd een aanzienlijk ver
mogen. in plaats van het te verspil
len, gelijk dit door zoovele anderen
geschiedt, belegde hij het grootsta