N S BLAD" Het verdwenen meisje IQ Bureau: HOK 6, ALKMAAR. - Telefoon: m jne jaren. KERK EN SSHOOL. üflEliS NIEUWS. No 370 y*nvr**P"rir? 29 jttjf 1'? MA"; NOORD-HOLLANDSCH I - - f „o Abonnementsprijs: Der kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaar f 2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. ADMINISTRATIE No. 433 REDACTIE No. 633 Advertentieprijs: Van 1 5 regels f 1.25; elketegei meer f 0 ?«5; Reclames per regel f 0 75: Rinriek „Vraag en aanbo' bij voot- uifbetaling pe: ptaat; tg 0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400,f 2O0,—f 100,—, f 60,—f 35,—, f 15,-^ Wij hebben den laatslen tijd ons onthouden van mededeelingen over den toestand in Rusiiand te publi>- ceeren, niettegenstaande daarover lede ren dag kolommen waren vol te schrij ven. Maar. wie van tijd tot tijd de zee of' de bergen ziet, ondergaat van hun indrukweKKende grootheid veel meer den invloed, dan wie ze dagelijks aanschouwt. Zoo gaal het ook met ver halen over schrikkelijke toestanden; wanneer men ze dagelijks zij 't ook in anderen vorm leest, verlie zen zij onze belangstelling. Daarbij kwam, dat wij de laatste maanden door mededeelingen over de ergerlijk heden van het communistisch bewind in Rusland, de steunactie voor dat ongelukkige volk niet wilden ver lammen. Nu treffen wij echter in enkele bla den een document aan, dat op zóó scherpe wijze de mislukking van hel bolsjewistische regime en in liet al gemeen de practische onmogelijkheid van een communistische^ regeering in het daglicht stelt, dat wij meenen dit voor de hedendaagsche geschiedenis veel beteekenend bewijsstuk onder de aandacht onzer lezers te moeten brengen. Het geldt hier een oproep, diein Dsershinski, de volkscommissaris voor het verkeerswezen, in alle stations en aanlegplaatsen van sloombooten heeft doen aanplakken en welke als volgt luidt: „Burgers-lrausiporiarbeidei's. Een eeuwige smaad van het tsaristische Rusland, het systeem van de omkoop baarheid, heeft zich ook vaslgenesi- leld in het gevoeligste deel van onze economische organisatie, liet spoor wegverkeer. De omkooping is op onze .spoorwegen zulk een „normaal" ver schijnsel geworden, dat vele spoor- weglieden heelemaal afgestompt zijn wat betreft het ontoelaatbare er van. Op onze spoorwegen kan men tegen woordig door omkooping alles doen: de slimme omkoopers verdeelen hel omkoopingsgeld naar verhouding on der de baanwachters en de hoogere ambtenaren. Speculanten welen tegen omkooping alle plaatsen in de wagons te verkrijgen en liet heele land niet hun netten te omstrikken. Het mee gaan of het niet meegaan van een wagon, het doorgaan van een trein, 't overladen van goederen, alles hangt af van omkooping. Het onheil, dat op deze wijze aan den staat toegebracht wordt, is on metelijk en de gevolgen' er van zijn niet te overzien. Treinen met vluch telingen uit het Wolga-gebied, die op last van de hulporganisatie vervoerd moesten worden, blijven op de knoop punten der spoorwegen hangen en de ongelukkigen blijven daar aan onbe schrijfelijk lijden blootgesteld. Arbei dersdelegaties, die uitgezonden zijn om brood te koopen voor de hongerende families van arbeidersorganisaties, do len maanden lang rond, omdat ze geen enkel vervoermiddel kunnen krij gen. Levensmiddelen, die beMmd zijn voor de redding van vrouwen en kin deren in liet Wolga-gebied, dwalen rond en liggen ergens te wachten zon der lioop vervoerd ie kunnen worden. En op hetzelfde oogenblik spelen zich achter dit duistere scherm de wilde feesten af van de lieden, die door om- omkeoping welen gedaan te krijgen wat voor hen voordeelig is en die den roemrijken naam van het spoor- weg-proletariaat bevlekken met een ongehoorde schande." De geschiedenis heeft meermalen be wezen, dat, wanneer in een staat na vele eeuwen een beschaving lang zamerhand tot grooten bloei was ge komen, er ten slotte een tijdperk van overcultuur ontstond. Men kan de weelde dan niet langer verdragen en de samenleving begint le rotten: alles wordt ten slotte veil en bij het uit breken van een internationale of na tionale crisis slort liet oude gebouw ineen. Welnu, dit proces, waarover een cultuurslaat gewoonlijk eeuwen doet. heeft Sovjet Rusland in drie jaren klaar gespeeld; wat zeggen wil, dat hier. geen sprake is van verslijten, van verwording, maar dat een commu nistisch regeerstelsel de verrotting reeds bij zijn ontstaan meebrengt. De Russische Yo'kscomniissaris h eft wel juist gedaan dit aan alle zuilen in het openbaar aan te plakken 1 HET PAUSELIJK LIEFDEWERK VAN DEN H. PETRUS. Bij hetgeen wij reeds over dit Liefde werk publiceerden, drukken wij hieron der af het volgende schrijven, dat. nit het Vaticaan den 2 Dec. 1921 gezonden werd' aan Mgr. Fumasoni Biondi, den president van dit Liefdewerk. Het kan ons nog eens duidelijker de opvatting van onzen H. Vader over dit Liefdewerk doen zien: „Onder de Werken, die Onzen Hei ligen Vader den Paus 't meest ter harte gaan, moet zeker geteld worden het Lief dewerk, dat den naam draagt van den H. Petrus en tot doel heeft: de vorming van een inlandsche geestelijkheid in do missiegebieden. Want hierdoor wordt het rijk van Jezus öhristus op de moest krachtige en standvastige wijze uitgebreid te midden der volkeren, die in do duis ternissen van de dwaling en van dein. geestelijken dood nog slapende zijn. Zijne Heiligheid heeft dit meermalen uitge sproken en nog onlangs, in zijn Ency cliek „Maximum illud" warm aanbevolen aan de oversten der missiedistricten: „want d e .hoop van een nieuw© christen heid is vooral gevestigd op de vorming van een inlandsche geestelijkheid." Om de geloovigen aan te sporen krach tig mele te helpen aan de uitbreiding en aan het succesvol werken van dit hoogverdienstelijk Liefdewerk, hetzij met vurige gebeden, hetzij met edelmoedige gaven, heeft Zijne Heiligheid de Paus grootmoedig van Zijn kant de som wil len geven van 25.000 Lire. Gaarne haast ik mij U hierbij deze som gelds te zenden, met den wensch, dat het kooge voorbeeld van den Heiligen Vader talrijke weldoeners moge opwek ken voor het Liefdewerk van den H. Apostel Petrus. Intusschen neem ik deze gelegenheid te baat, met gevoelens van oprechte hoog achting mij te noemen. van U, IIoogEerwaarde Heer de dienaar P. Card. GASP ABRI. Voor ons Bisdom is Beotor Th. M. P. Bekkers te Voorschoten Diocesaan Di recteur. Aan dit adres kan njen zich vervoegen voor inschrijving als" lid, en voor propaganda-materiaal. Wij twijfelen niet of ook de pai'ochieele geestelijkheid zal gaarne hare hulp bij de verbreiding van dit Liefdewerk verleenen. DAKLOOS. In die N. R. Gt. vertelt de redacteur van de rubriek „Onder de mensóhen" van liet leed der velen, die dakloos zijn of dTeigen te worden. Hij heeft hel gadege slagen in liet kantoor van deii Rotlerdam- sohen Huurdersbonjd. Ziellier een der ge- gevallen -welke hij schetst: 'n Vrouw met 'n kind van drie maan den in haar armen, en 'n meisje van 'n jaar of vijf aan haar roik, komt moe bin nen. Pronken van Moeiende welige kin deren. ,,'n Wollik, wat In zonnetje!" roept de president uit, terwijl hij 't aan vallige meisje slreelend naar zich toe trekt. Een verregend, ruiend bont mutsje, wat scheef hoven haar Hozend Toonde snoetje is om 't.zoo te willen schilderen, zoo snoezig. Moeder, moe en versjouwd, lacht, ver- teederd door haar tranen. Haar kleintje is in 't Leger des Heils geboren, zóó lang ai is zij zonder eigen woning. „Die Grietje toch" verontschuldigt zij 't vrijmoedige snappen van haar aan vallige oudste „en aldoor vraagt ze: he'b die meneer nou nóg geen kamertje voor ons?Als 't kind iets ziet tim meren op straat, dan zegt ze: „wordt dat nn een kamertje? Zou moe daar niet graag wonen?" 't Is geen leven snikt 't vrouwtje „daar aldoor met ■die zwerverd in dien Boscbhook." En 'smorgens om acht uur al moet je met die twee kleintjes de straat maar weer opaldoor in den Tegen, in zulk weer, sjouw je maar rond met dien zwa- ren kinderwagen. Want niet voor 's avonds aóht uur mag je er weer in to men. In de Kuyperschool mag iik mei de kinderen dan nog wel eens zitten zoo lang in 't warme keukentje..,. Mipir wat 'n ellendig bestaan tochIn wat al leen maar mankeert, da'-s niks als 'n on derdak, dat je je boeltje weer eens netjes ikan maken, weer 's zelf koken, ze in d'T eigen foedije inislopipenzou je geluk kig wezen! Want nou krijg je die Zon dagen weer. Wie roept je 's binnen?.... En me man verdient toch wel zoo veel. dit ie huur kan betalen.... Nou, we zitten nog liever zonder eten dan zonder d'ak; zoo maaik ik me warempel van kant. De mehscbeii kijken je allemaal aan. als je weer met dien kinderwagen zwerft- of je de grootste schooier bent.... Er> waarvoor ben je nou getrouwd? - „Waar kam ik je vinkten daags?" - vraagt me man, ais ie 's morgens naar z'n wenk gaat.... Ilier of daar op 'n hoek, in 'n portiekje. En 's avonds, dan is 't: dag man, dag vrouw mot je eik- bij, vreemden gaan l-cfigen. Zoo'n meis- sie.ze ieeren er de gemeenste la nilzijm we toch óók nooit in opgebracht Gisteren op de Hoogstraat, daar onder zoo'n winkel, hebben ze 'n keuken uitge stald in 't onderhuis, met 'n mooi fornuis en allemaal glimmende pannen,IIè- moe," zei Grietje „azze daar nou's mogge wonenZe is Dinsdag jarig. waarGriel?" Me verjaardag!" snakt 'l deerntje opgetogen, „Word ik vijf jaar.. Wat een feest, fijn hé?" verblijdt de president zich mee met 't kind. En om zijn vergissing goed le maken: „Dan ko men jullie Dinsdag hier op kantoor, hoor: dan komt Grietje hier wat voor haar ver jaardag halen...." Even dénkt hij nog -na.... bladert in zijui iiolil't'ie-boi&kje, en da,n met zhi vrien delijkste gezicht: „En als ik dan eens zag, d'.al -ik op jouw verjaardag voor moeder een kamertje had?" De vrouw wordt rood, 't kind klapt in 'r handjes. „As me man.... dót wist" hakkelt de moeder uit „hij.... thij sprong.... van den grond af!" ZWARE BRAND TE AMSTERDAM. Een woonhuis geheel uiljehrand. Dinsdagavond was er te Amsterdam omstreeks Sti/2 uur groote consternatie in do Bethaniënstraaf een nauwe straat die evenwijdig aan de Hoogstraat loopt. Op dien tijd kwam iemand uit het per ceel No. 35 loopsn, „brand" gillende. In een oogwenk was de heele straat op stelten. Op één hoog woon-le hef gezin Vleeseh- houwer. Man en vrouw waren met het jongste kind, dat één j'aar oud was, bij kennissen op visite. Thuis was een 20-jarige neef achtergebleven, die op niet minder dan zes kindoren moest passen, wier leeftijd van 4 tot 13 jaar varieer de. Een der kinderen moet nu de on voorzichtigheid gehad hebben met luci fers onder een bed naar een stuk touw te zórten. Plotseling vloog het hedde- goed in brand. In de achterkamer van één-hoog liepen de kleine kinderen eerst in den grootsten angst heen en weer. Maar gelukkig hadden zij de tegenwoor digheid van geest, de trap af te vluchten. De neef nam do kleinste kinderen onder den arm. Eén ervan, vier jaar oud, lag reeds in bed. Toen buren het huis binnensnelden, om te redden, bleek, dat alle kinderen reeds in veiligheid waren. Op twee hoog woonde de "weduwe Dijk man, een uitdraag der, d'e met een 14- jarigen jongen thuis was. Ook dezen konden zich nog redden. Aan deze uit draagster behoorde ook de derde ver dieping toe, waar lompen en rommel geborgen waren. De zolderverdieping van het smalle huis was onhewepnd. Gelijk- straats is de woning van een zekeren Bouman met vrouw. Toen de brandweer, welke met veel materiaal uitrukte, kwam ts tonden de eerste en tweede étage in volle vlam en kwamen overal dikke rookwolken uit het oude huis. In de straat zelve lie pen nog gil'ende vrouwen in de grootste verwarring op-en-neer, en sten len kleine kinderen huilende tegen de muren. Bu ren vluchtten uit de belendende huizen de straat op. Al gauw ti'ad men echter de zeker heid, dat er niemand meer in het bran dende huis was achtergebleven en kon, toen de straat voldoende afgezet was, met kracht het blusiohingswerk aanvan- en. De brandweer wierp weldra massa's uit het dak sloegen. Hoe iel ds brand liet eerste half uur gewoed beeft, bl-ek wel uit het feit, dat hel vuur ook even naar de solver verdieping van het huis No. 37 doorsloeg. Daar werd het even wel dadelijk door den brandweer gestuit. Aan weerszijden van het brandende por- ceel vlogen op een der verdiepingen nog de gordijnen in brand. Tegen 10 uur was men den brand meester. Yoor de gezinnen, die nu daldoos zijn geworden is deze brand een ware ramp, want zij waren niet verzekerd. Boven dien moet bij Yleeschkouwer nog een Bedrag van tweeduizend gulden en een kas van een voetbalvereeniging verbrand zijn. Hevig ontstel! kwam j'uffr. Vlee .cb- houwer rtiim tien uur de straat in loopen. Zij moest door een familie-lid - ondersteund worden. Haar kinderen vond zij goed verzorgd bij de buren. De politie had een groot deel van de straat afgezet. De commissaris van po litie heeft een onderzoek laten instellen en het bleek, dat aan onvoorzichtigheid deze hevige brand, die zoaveel ontstelte nis teweeg heeft gem-acht in een druk bevolkte straat te wijten was EEN INCIDENT. Tijdens de Maandagmiddag te Arnhem gehouden huishoudelijke congreszitting ter Intern. Anti-militairisiische Verecni- ging is een ernstig incident voorgevallen. Een der congressisten meende op den zol der boven de vergaderzaal gestommel te hooTen. Bij onderzoek bleek, dal twee personen zich daar bevonden. De heeren Eiikeboom en Harinck, leden van 'l lan delijk comité dóe zich naar boven had den begeven, werden op den zolder mei een revolver bedreigd. Met vereende krachten wist men een der zioli op den zolder bevindende personen, die toegaf tot de politie te behooren, te vatten. De tweede persoon had zich inmiddels uit de voeten gemaakt. Bij fouilloering van den aangehoudene werd een revolver in zijn bezit gevonden. Een deel van het oongresbestuur begaf zich mei den per soon die aangehouden was, maar hel hoofdbureau van politie, wapr de beer Alb. de Jong den commissaris van politie de feilen wenschte te laten vaststellen. De commissaris weigerde zulks, wei zei de liij een onderzoek toe. Door den heer H. Eikeboom is een aan klacht wegens bedreiging ingediend. INBRAAK TE 's-HAGB Toen om 4 uur Maandagnacht een bri gadier van politie in de Nassau Zuilen- steinstraa! te 's-Hagc patrouilleerde, ont dekte hij twee mannen, met rijwielen, die zich verdacht ophielden bij liet poortje van een brandgang. Bij zijn nadering gingen de mannen op de fiets er van door. Wel Iraohtlen twee agenten per rijwiel hen le achterhalen, doch de voorsprong was te groot. Kweefcerij „De Dam ia" St. Pancras. Tetefocn 14 fttoödicfS IS tsli t©2 een §?©2©ckf waar- ge efe raseste kease viHd, v©or uwe aaupiaRfSngcu. water in het huis, daar dadelijk een j Na onderzoek bleek dat de beide man- paar motorspuiten in werking gesteld werden, met ze3 stralen werd water ge geven. In de smalle straat werd da Magirus- ladder opgesteld, om de hooger gelegen verdiepingen te bestrijden cn ook van de achterzijde door huizen in de Koe straat bestreed men het vuur. Toch breidde het vuur zich zeer snel uit, zoodat de eerste verdieping achter en de tweede en derde étage geheel uit brandden, terwijl de vlammen ook nog nen in den tuin van den heer v. H. B.. in <lc Nassau-Diilenburgslraal 18, waren binnengedrongen en daarna een keuken raam hadden geforceerd. In het huis hebben zij alles over hoop gehaald en geprofileerd van de afwezig heid van de bewoners, die in Groningen vertoefden, door versoliillende kostbaar heden, als tafelzilver, gouden voorwerpen, enz. mede te nemen. Ook d e fietsen waarmede zij ontsnapten, het waren da mesrijwielen, behoorden tol den buit. VANWEGE HET RLTK. Vanwege bet Rijk is het fietspad langs den straatweg van Wassenaar richting. Leiden opnieuw opge-troail met sintels, doch dit materiaal blijkt, naar het ,,Vnd." meldt, bezaaid te zijn met spijkers en stukjes ijzer. RECLAME OP DE SPOORWEGEN. De Nederlandsche Spoorwegen ver spreiden een kaart als reclame voor het reizen op hun lijnen. Het zal noorlig wezen, wanneer de dure tarieven na 1 Januari het reizen in ons land nog kost baarder zullen maken dan bet reeds is. De reclame heeft vorm e i grootte van een visite-kaart en is van glacé papier. Aan den e enen kant het opschrift „Ne derlandsche Spoorwegen" en daaronder een kaart van Nederland mot, scherp geteekend, de spoorwegen. Do namen der plaatsen zijn uit den aard zeer klein en fijn gedrukt. Men moet een vergroot glas ter hand nemen om 23 te lezen, maar dan ziet men er nog dn'de'ijk staan; „The Hague," „Bois-Ie-Duc," „Flus hing," de overige namen schrijven Engelschen net als wij. Over de grens lezen we nog: Antwerp, Mechlin, Rru3- ls, Cologne enz. Aan de keerzijde een kalender, zoo waar in het Hollandsoh; „Zondag, Maan dag" enz. Naar het „Vad." verneemt, wordt de reclamekaart ook in het Fransch, Duiteeh. en Engelsch uitgegeven. Het „Neder landsche Spoorwegen" boven de landkaart staat dan in een dier talen vertaald. Yoor 't overige is alles hetzelfde: de Eigol che landkaart en de Hollandsche kalender. Zeer origineel. Yoor de goedkoopte heeft men de kaart in Dnitschland laten drukken. De Zud-Wester Storm. Het Vondelpark te Amsterdam is den nacht van Dinsdag op Woensdag, waar in de Zuid-Westerstorm opstak, vrij goed doorgekomen, maar toch hebben de hoo rnen door het aanhoudend beuken van den wind, het hard te verduren gehad. Ln het goheel telt het park wel een zeventig hoornen, meest iepen, voor wier leven gevreesd wordt, als de wind mocht aanwakkeren. Op het IJ brak een boei, waardoor benoorden de Sumatrakade hef Engelscho stoomschip „Cassio" op drift geraakte. Verder is bij den steiger van de Hol landAmerika-lijn een steankolenschuit door de deining omgeslagen. Het telegraaf- é?i telefoonver7ceer. Het telegrafisch verkeer met bet bui tenland is ernstig gestoord door den storm. Het verkeer met België en Fiank- rijk is geheel gestoord, zoo ook met Dnitschland. De dienst op Engeland is nog tamelijk goed. Het hinnenlandsch telegraafverkeer is niet erg in de war gebracht tot dus ver. Langs omwegen konden de verhin gen tot stand gebracht worden. De Intercommunale telefoon werkte, zoosils altijd; daarentegen was het met liet buitenland geheel mis. Met Beriijn,- Keulen en Parijs was de verbinding ge heel .verbroken. De ccheepvaart gestremd. De scheepvaart door de Oranjesluizen en langs Pampus is wegens den lagen waterstand van de Zuiderzee gsjtrexd. - FEU ÏLLETOM De zon had haar hoogsten stand reeds sinds een uur overschreden, toen twee ruiters den oever van de Breminyskreek naderden. Beiden' wa ren nog jong. Zij mochten ieder hoog stens vijf en twintig jaar tellen. De ;ene, van nauw middelbare, jengte, had een ineengedrongen gestalte. Zijn hoofd evenwel was smal en lang, rijn huid bijna lecierkleurig. Een dunne baard sierde de spitse kin. Het eenig opvallende aan hem was het zwarte otigenpaar, dat onder borstelige wenk brauwen als een paar gloeiende kolen "tinkelde. Maar deze vuurgloed be angstigde niet. Hij getuigde enkel van een levendige, rustelooze geaard heid. Men zon hem voor een geboren Franschman hebben moeten houden, wanneer niet zijn Duitsche naam daartegen gepleit had. Hij noemde zich Karei Schönhof, planter in Nat chez aan den Mississippi. De ander was een slank gebouwd man van re gelmatige vormen en meer dan mid delmatige lengte. Een blonde volle baard omlijstte liet vriendelijke, bloei ende gelaat. Uit zijn glinsterend blau we oogen sprak een even diepdenken- de geest ais een bezadigd en zacht .Jh'fnped. Zijn blojid hoofdhaar, dat hij kort afgeknipt droeg, voleindigde in hem den type van den echten Duitscher zijn naam luidde Hendrik Meerveldt, koopman te New-ljork. „Hier in de schaduw dezer prachti ge magnolia's zullen wij een kleine rust houden," zei Karei Schönhof eensklaps en hield zijn paard in. „Met groot genoegen," lachte Hen drik Meerveldt, terwijl hij het zweet afwischte, dat in groote stralen van zijn hoog voorhoofd liep. „Dat was een stevige rit," ging hij voort, „Ik zou er in de eerste dagen niet gaarne nog zoo een maken." Beiden stegen af. In een ommezien had Schönhof den paarden de zadels en dat van Meerveldt een klein valies afgenomen. Een lichte klap op den rug der dieren gaf hun de vrijheid en met luchtige sprongen draafden zij weg. „Wat begint gij riep Meerveldt verbaasd. „De paarden zullen weg- loopen en wij moeite hebben ze we der op te vangen." Schönhof lachte hartelijk om de vrees van den koopmandaarop antwoordde hij„iMaak u niet onge rust. Deze kleine Seminoolsche dra vers zijn goed gedresseerd. Al zouden wij hier uren, ja dagen lang halt houden, zonder naar hen om te zien, zoo zal een enkel scherp gefluit hen in weinige minuten weder tot ons roepen." „Seminoolsche draversDit ras is mij volslagen onbekend," zeide Meerveldt. „Dat geloof ik welantwoordde de ander. „Zij bcbooren alleen hier in Florida te huis." „Vanwaar komt die naam „Van de Seminolen, d. i. weggeloo penen of vluchtelingen, een tak der Choctaw-Muscogher Indianen. Van de oude Mexicanen afstammende, bezweken zij na de verovering van hun vaderland voor den onuitstaan- baren druk der Spanjaarden, door het land te verlaten. Na lang rond zwerven vonden zij hier eene blijvende woonplaats. Zij brachten deze paarden mede, die van lieverlede een eigen ras vormden. Hoewel klein en onooglijk, loopen zij toch zeer snel en zijn on vermoeid." Gedurende dit gesprek haalde Schönhof uit zijn zadeltasch een pakket te voorschijn, maakte het open en nam er een groot stuk ge droogd buffelvleesch en een halven berenbout uit. Daarna spreidde hij een sneeuwwit servet over het groene mostapijt, legde naast liet vleescii nog versch maïsbrood en nam uit den anderen zadeltasch een flesch wijn en twee jachtbekers. De ruiters vlijden zich daarnaast neder en hiel den onder vroolijk gekout een een voudig maal. Na afloop daarvan berg- de Schönhof het overschot weder weg dan strekten zij zich languit op het zachte leger en weldra lagen zij in een diepen slaap. Eenige uren konden beiden gerust hebben, toen Hendrik Meerveldt met schrik wakker werd. Hij meende eenig gedruisch gehoord te hebben. Terwijl hij zich oprichtte, zag hij boven ziclt in de takken van een boom twee vlugge eekhprentjes, die elkan der dartelend spelende vervolgden. Zoodra hij zich echter bewoog, vlo den zij in groote sprongen van boom tot boom en waren weldra uit zijne oogen verdwenen. Ook Schönhof ontwaakte en sprong haastig op. Hij zag naar den stand der zon, en zeide „Het is tijd om op te breken. Ik heb nog een verren rit af te leggen en zou niet gaarne den nacht te baat nemen." „Gij blijft dus niet op Bellecour- house vroeg Meerveldt verbaasd. „Neen, mijn waardeReeds hier scheiden onze wegen." „Kent gij den heer Beliecour van nabij „Zeer van nabij." „En ge zijt dus ook reeds op zijn plantage geweest „Dikwijls en langen tijd." De doffe, zwaarmoedige toon, waar mede Schönhof deze korte antwoor den gaf, viel Meerveldt.sterk op. Hij keek zijn begeleider in de oogen en zag ze met tranen gevuld. Bliksem snel kwam nu de gedachte bij hem op, of niet zijn reisgenoot de hand van Bellecour's eenige dochter gevraagd had en afgewezen was. Hoe gewenscht hem hieromtrent ook zekerheid ge weest ware, was hij toch te beschei den om hem daarover nauwkeuriger te ondervragen. Schönhof legde nit den sterk ge- kromden wijsvinger der rechterhand op de tong en liet een scherp gillend gefluit iiooren. Binnen de vijf minu ten kwamen beidt' .Seminoolsche paard- jes aandraven en bleven voor uern staan. Hij begon ze weder te zadelen, wat' in weinige oogen blikken was ge schied. Meerveldt zag zwijgend toe. Het was niet noodig, dat hij hem be hulpzaam wasveeleer bewonderde hij de vaardigheid van den planter. De paarden stonden gereed. „De tijd dringtwij moeten schei den," sprak Schönhof en vatte Meer- veidt's hand om die tot afscheid te drukken. „Hoe echter zal ik nu de plaats mijner bestemming bereiken vroeg deze. „Ozeer gemakkelijk. Gij rijdt door de voor ons liggende ondiepte der kreek en volgt dan door liet zich daarachter uitstrekkende dennen woud dezelfde richting. Aan gene zijde, in een aanplanting van koffie- boomen vindt gij al dadelijk c-en ge- baanden weg. Dezen volgt gij naar rechts. Hij voert u regelrecht naar Beliecourhouse, dat door een klein paimbosch verborgen is, anders zoudt gij het terstond bij het verlaten van het dennenwoud zien." „Ik dank u. Hoe echter zal ik tt uw groote vriendelijkheid vergelden „Bergen ontmoeten elkander niet, menschen wel." „Komt gij nooit naar New-ljork „Ik ben er slechts eens geweest, en wel in mijn jeugd." „Hier is mijn adres." Met deze woorden reikte Meerveldt zijn kaartje aan Schönhof cn v.ildc nu 11a herhaalden handdruk schei den. „Nog een verzoek zeide Schön hof haastig. „Noem op Bellccour- house mijn naam niet, ja, spreek niet eens van onze ontmoeting." Hij wachtte Meerveldt's antwoord niet af. Een zachte druk in de zijden vart zijn paard zette het tot een snel len draf aan en in een oogwenk was hij verdwenen. Ook Hendrik Meerveldt reed naar de ondiepte en volgde den hem acn- geduiden weg. Hij vond alles juist zoo, als zijn reisgenoot het hem aan gegeven had. Snellen wij den laatsten ruiter voor uit naar Beiiecourhouse. In een niet Oostersche weelde en Franscken smaak gemeubelde kleine zaal vin den wij den eigenaar daarvan en diens eenige dochter Melanie. De heer Bellecour was een man van ongeveer vijftigjarigen leeftijd. Of schoon van burgerlijke afkomst had hij zich toch de manieren der Fransciie aristocratie eigen gemaakt. Hij was in Frankrijk geboren en door bijzonde re omstandigheden in het kasteel van een oud-adellijk geslacht opge voed. Zijn ouders, die hij vroeg ver loren had, hadden hem' een matig vermogen nagelaten, dat echter niet toereikende was voor de neigingen, die door zijne opvoeding bij hem aan gekweekt waren. Doch hierin hielp hem het geluk. Een broeder zijns grootvaders was naar de door de Franschen gevestigde Pensarola in Wcst-Florida vertrokken. Door verstandig beleid verwierf zich deze in korten tijd een aanzienlijk ver mogen. in plaats van het te verspil len, gelijk dit door zoovele anderen geschiedt, belegde hij het grootsta

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1