I O o üïi"s I- 5? S "1 p s*g ÏP-0 |3H I? t3 F •2 w -'§~ a*f§ jUgf ro til <?mi 1.1. Hij," innjsHi 1 -p5*!!' 1 Hft r®L 'nS- Wanneer de geheele wereld wel hij nog twijfelde om trent de so dale ren en avonturen geweest, maar-ik dezen weg in triomf en als dronken van Tn=r- 2 03 I p I 3 -4 .oq Q tT4 2 ra p. gv t: C c c r t cn mC T3 IS C/3 oC P_ J3 •■g ÜnP- riJ^r 'ja>w W P0Q «-co g zg-5 S a a 3wrn s tav 2-R" g- Bi laST t! U. a1 <5& r B >3 S. -t t2 r"fl2 e «5 ET B." CC "d w?3 65 f2 3 r w O pi Vz rs~F~ "p* a - <P 5- D? I P S F p' 3 vp 3 V 3 p -T=tt- of P ETQ 3 rt> 3 9-ffQ <T> J—1 3 O jo"~ 3 CD a j; a •-* C V CS, :'®-0 CC r-f C55 Ji tO - O 3 p ja 03 a ê^ag- 1 {3 r« 0* 1 5 o >-1 p a g a- p. Jt P-T P 1 3C weet te verdedigen. Ik moet u eerïïjk deel gehad. Mijn pleegvader, die de bekennen, dat ik tot hiertoe nog nooit verhevenheid m jner zending niet be- zooiets gehoord heb. Gij hebt een nieu- greep, deed mij eenige verwijten ik we wereld voor mij geopend." heb hem toen den rug toegekeerd. In „Mijn wetenschap is de geschiedenis plaats van mijn verstand door slafelijk van mijn leven," antwoordde Solon, werk te verstompen, zooals zooveel vol trots zijn baard streelende. anderen mijner broeders nog steeds „Welnu, vertel ons uw geschiedenis." doen, ben ik in deze onafhankelijkheid De markiezin slaakte een diepen opgegroeid. Terwijl m.jn kameraden zucht. zich in het zweet werkten om hun „Ge ziet in mij een slachtoffer dan vrouw en kinderen een stuk brood te pnze bedorven beschaving," zei Solon, kunnen bezorgen en met sombere blik- „Ik heb mijn ouders niet'gekend. ken in de toekomst schouwden, zat ik driejarigen leeftijd werd ik opgenomen aan hun tafels aan en deelde onder hen door een kleinen burgerman, die reeds het brood der waarheid uit. Ik was lid twintig jaar getrouwd was en kinder- van verschillende geheime genoot- loos was. Hij was zoo verheugd, een schappen en heb zoo het koningschap kind onder zijn dak te hebben, dat de ondermijnd en den grooten dag van goede man vergat naar den naam en de Februari voorbereid." woonplaats van mijn familie te infor- „Eindelijk hebt ge dus uw doel be- meeren. Ik kwam niets te kort, men had reikt," zei Levrault, zich in de handen eenvoudig alles voor mij over. Ik was wrijvende, „de republiek triomfeert, hun natuurlijk voor alles zeer dankbaar, het uur van rust heeft voor u geslagen." doch begreep spoedig het egoïstische „Het uur van rust Voor mij bestaat doel van mijn zoogenaamden weldoener, er geen rust. Het is niet zonder reden ,Ik was negen jaar oud. Mijn pleegvader dat ik van mijn kameraden den bijnaam hield een lange preek over de voordee- van „Marche Toujours" gekregen heb. len van het werk en stuurde mij den- De revolutie van Februari is maar een zelfden dag nog naar de school. Op stap op den grooten weg dien 't mensch- school maakte ik voor de eerste maal dom moet afleggen. De bangerikken en kennis met de twee groote misstanden de blinden willen reeds halt houden onzer maatschappij de onrechtvaar- maar ik zal werken als een onvermoei- digheid en de ongelijkheid. Bij het baar pionier en zonder medelijden alle ontbijt haalde ik uit mijn schooltasch hinderpalen, die ons in den weg staan een boterham te voorschijn, het kind, verwijderen." dat naast mij zat, had echter een ge- „Dus is de republiek uw einddoel bakje. Ik was maar negen jaar oud en niet," onderbrak hem Levrault. toch opende dit eenvoudige gebakje „De republiek moet vanaf het oogen- 'jnijn oogen. Het was voor mij de eerste blik dat ze gesticht is, omvergeworpen 'openbaring van de sociale waarheid." worden. Ik verklaar mij den vijand van „Op negenjarigen leeftijd," riep Le- alles wat is, want ik heb een voorge- 'vrault verbaasd uit. voel van al wat zal zijn." 1 „Den volgenden dag," vervolgde „En wat zal dat zijn," vroeg Levrault Solon, „zaten er gedurende den speel- verbleekend. tijd midden op de speelplaats drie „Een heerlijke toekomst," riep Solon kinderen met ezelsooren, ik was een vol geestdrift uit. der drie. Weet ge waarom men ons „Welke toekomst 'Strafte? Omdat we niets hadden ge- „Een heerlijke, maar hoeveel bloed, ,'daan. Zoo had mij het gebakje de onge- hoeveel ruïnes nog, alvorens in het 'lijkheid, en de ezelsooren de onrecht- land van belofte aan te komen. De 'vaardigheid leeren kennen. De school geschiedenis van het verleden is maar Is een getrouwe spiegel van de maat- kinderspel vergeleken met de oor schappij. In mijn practisch leven, dat logen, die het menschdom nog zal zeer rijk aan ondervinding is, heb ik bij moeten voeren om to. het einddoel te eiken stap teruggevonden, hetgeen de komen." school mij geleerd had. Opgezweept „Bloed en ruïnes," riep Levrault •door de dwaze hoop dat ik spoedig een als verdwaasd uit. „Maar er is niets 'onafhankelijk man ?ou worden, luis- meer omver te werpen. De aristocratie 'terde ik bereidwillig naar de lessen, en de burgerij liggen verpletterd ter die men mij gaf, doch ik heb mijn on- aarde. We zijn immers allen broeders." voorzichtigheid duur moeten betalen. „Er zijn nog verschillende vooroor- Nauwelijks kon ik lezen, schrijven en deelen en menschelijke dwaasheden die tellen, of mijn vader hield een tweede overeind staan en door de domme me- preek, waarin hij mij over den oodzake- nigte aangebeden worden. Ook het eigen lijkheid om 'n betrekking te kiezens prak dom, het erfrecht en de familie moeten Bij een juwelier, waar ik mijn leerjaren afgeschaft worden." doormaakte, ontdekte ik reeds aan- „Het eigendom, het erfrecht en de stonds een der grootste wonden van familie Maar dat -is de ineenstorting onze samenleving, de exploitatie van van alles." den mensch door deii mensch. De „Zooals ge zegt," antwoordde Solon mensch was daar gelijk aan een machine trotsch, „ik wil de ineenstorting van en werd door zijn werk met een schan- alles. Wat is het eigendom Een be- delijk salaris beloond. Eiken morgen leediging voor de armoede Wat is het werd ons het werk door een meester- erfrecht Een beleediging aan de recht- knecht aangewezen en verdeeld. Hij vaardigheid. Wat is de familie Een spande ons voor het werk, zooals men beleediging voor de gevonden kinde de ossen voor een ploeg spant. Ik be- ren greep al spoedig, dat de werkplaats in „Maar in mijn oogen heeft de familie den mensch alle hoogere aspiraties toch ook iets goeds." Vernietigt. Terwijl ik zoo over de vrij- „De amilie," hernam Solon, „is heid en het knechtschap nadacht, werd het georgani eerde egosïme, een bond het mij duidelijk welke heerlijke roeping tegen de waarheid. Wat ou ik zelf ik te vervullen had. Ik was geroepen, geweten hebben, wanneer de Voo; enig om het menschdom te vernieuwen en heid 'mij niet van mijn ouders geschei- te leiden. Ik was toen nauwelijks vijf- den had. Dan zou ik immers een onwe- tien jaar, maar in de school der ver- tend, onbeduidend persoon gewees zijn, drukking wordt men vroeg oud. Ik die de andere men chen ve drukt. Ik stond op de barricades van Juli, we zou misschien ijk geweest zijn, wan ik versloegen de schildwachten en ik was twijfel er geen oogenblik aan o ik ben de eerste, die in het Louvre binnen- van burgerlijke a komst." trad." „Belangwekkend jongmensch," voeg- De verontwaardigde markiezin wilde de Levrault e.' bij, „hoe is het eigenlijk opstaan en heengaan, doch het gezang gekomen dat ge van uw familie ge- der Girondijnen, dat zich op de straat scheiden werd hooren deed, dw.ng haar te blijven. „Niet is eenvoudiger. Op zekeren Soion vervolgde zijn geschiedenis, avond, toen er op de „p'ace de la Con- „Terwijl ik de zalen van dit weelderig corde" groot vuurwerk was, heeft mijn Ingerichte paleis doorliep, voelde ik in vader mij derwaarts genomen...." mij den haat tegen den rijkdom en de „Goedel Hemel," riep Levrault liefde voor de gelijkheid verdubbelen, „wat zegt ge daar Een vuurwerk Ik voelde dat ik door de Voorzi: nighéid Vertel verder.... Op de place de la geroepen was, om de aristocr. '0 cn de Concorde..uw vader had. u op den burgerij evengoed als het kon -'mp arm re.iomen omver te werpen. Getrouw aan mi n „Men had juist het bouquet afge- besinselen, heb ik aan alle staatsgrepen stoken en geheel de plaats was weer donker geworden. Door het vreese ijke gedrang kon mijn vader mij niet meer houden, ik geraakte tusschen het volk en werd op den hoek van de rue Saint Florentin door een vreemden man meegenomen." „Goddelijke Voorzienigheid, hoe zon derling zijn Uwe wegen," riep Levrault de armen .en hemel heffende. „Spreek mijn vriend, was er niets dat u op het spoor van uw ouders kon brengen 1" „Helaas, ik was gekleed als de zoon van een rijk man en droeg een met kant afgezet hemd." „Gemerkt met een T en een L," vroeg LevrauL haastig. „Juist," antwoordde Solon verbaasd. „En d oeg je geen teeken op de borst „Ja, een roode vlek, symbool van het bloed dat ik moest vergieten om het menschdom te verlossen," ant woordde Solon, zijn vest losknoopende. „Timoleonriep Levrault, „Timoleon, kom in mijn armen. Kom mijn zoon, je hebt uw vader terugge vonden." En hij drukte Timoleon tegen zijn hart. Zijn t anen vielen in den baard van zijn zoon, die zijn vader tevergeefs trachtte af te weren. De markiezin be schouwde deze onverwachte scène als verdwaasd. Laura, die haar broer nooit gekend had en zich nooit met hem beziggehouden had, scheen weinig ge vleid te zijn hem onder de gedaante van Solon Marche-Toujours terugge vonden te hebben. „Maar,"-riep de markiezin vol woede, uit, „ge hebt me toch gezegd, dat ge uw zoon verloren had." „Ik had hem verloren, maar ik heb hem teruggevonden." „Ge hebt me bedrogen," zei de mar kiezin. „Weet wel wat ik gezegd heb, ik heb u nooit gezegd dat hij dood was. Sinds zevenentwintig jaar had ik niets meer van hem gehoord. De Voor zienigheid heeft hem mij teruggegeven, staat ge er verwonderd over dat ik er mij om verheug „Ge hebt me schandelijk bedrogen," hernam de markiezin buiten zichzelf van woede. „Waar beklaagt ge u over, mevrouw? Vreest ge dat Timoleon uw zoon schade zal berokkenen Vreest ge, dat hij zijn aandeel in de erfenis al opei chen Vergeet ge dan zijn edelmoedige be ginselen Hij wil niets en vraagt niets anders dan waarheid en rechtvaardig heid." „Hola," riep Timoleon, van zijn ver bazing bekomende, uit, „laat ons de zaken niet verwarren. Ja, ik wil alleen waarheid en rechtvaardigheid, maar wij zullen het niet meer beleven, dat de waarheid en de rechtvaardigheid op den troon zitten. Zelfs onze kinderen en kleinkinderen niet. De nieuwe wereld, waarover ik u gesproken heb, ligt nog heel ver in de toekomst. In afwachting dat de menschheid den voet zet in dit nieuwe land van Kanaan, moeten wij ons aan de beztaande toestanden aan passen." De markiezin verliet de kamer als een wervelwind. In de deur gekomen, wierp ze een vernietigenden blik op LevraultLaura volgde haar, zonder een woord te spreken. Toen Solon alleen met zijn vader was achtergebleven, voelde hij zich meer op zijn gemak, want hoewel hij voor geen klein geruchtje vervaard was, stemde de houding van de markiezin hem allesbehalve prettig. Hij maakte het kort en onde vroeg Levrault zoo uitvoerig mogelijk over den oestand van zijn fortuin. Toen hernam hij op plechtigen toon „Wie zou ooit hebben kunnen den ken dat mijn zuster met een markie zou trouwen. Wanneer mijn vriendei zullen weten dat ik uw zoon ben er wanneer ze mij uitleg vragen over dii zonderlinge huwelijk, wat moet ik hui dan antwoorden „Beste zoon, geloof me, uw zuste heeft me al heel wat verdriet bezorgd,' antwoordde Levraul „ik had vooi haar een trouw republikein als man ge kozen, met name Jolibois, dien ge wel zult kennen en die thans een voorna men post bekleedt. Maar Laura wilde er niet van weten. De hemel is mijn getuige, dat ik alles in het werk gesteld heb om haar de republikeinsche ideeën in te prenten. Haar vriendinnen uit het pensionaat hebben haar het hoofd op hol gebracht. Laura wilde markiezin zijn. Ik kan u niet zeggen, hoeveel ik geleden heb, toen ik dit zoo zeer met mijn ideeën strijdige huwelijk tot stand zag komen. Gij zult nooit kunnen be seffen wat het voor mij zeggen wilda mij met de aristocratie te vereenigen en mijn dochter ai te staan aan een markies, die in ledigheid was opgevoed en opgegroeid." „Kom kom, ik vergeef u het huwelijk van mijn zuster, maar ik geloof niet, dat mijn vrienden u zoo gemakkelijk zullen vergeven. Om een dergelijke fout weer goed te maken moeten er waar borgen voor onze heilige zaak gegeven worden." „Waarborgen," riep Levrault ver baasd uit.,,Ve klaar je nader, Timoleon, en zeg me wat je daarmee bedoelt." „U moet een tastbaar bewijs geven dat ge waarlijk onze za,ak getrouw zijt. Tot hiertoe heeft onze partij nog geen eigen orgaan gehad. Geef mij honderd duizend francs om een dagblad op te richten dat zal heeten „La vérité so ciale" „Honderdduizend francs Honderd duizend francs voor de sociale waarheid Voor een waarheid, waarvan we de om zetting in daden nooit zullen beleven, zooals ge zelf gezegd hebt. Honderd duizend francs voor een waarheid, waar van- ik nog geen twee woorden ken." „Meent ge dan dat één dag, één week of één maand voldoende zijn om u uil te leggen wat ik jarenlang heb bes u- deerd en waarvoor ik geheel mijn leven lang gewerkt heb Geef mij het noo- dige geld om „La vérité sociale" ta stichten dan zullen de schubben spoedig van uw oogen vallen en zullen mijn broeders u zegenen...." Levrault trachtte tevergeefs, zich van het zaakje af te maken, maSr Ti moleon bleef doof voor al zijn bewerin gen. Het was reeds twee uur in den nacht. Levrault, die de ware bedoelin gen van Timoleon te laat begrepen had, had er reeds spijt van dat hij zoo on voorzichtig geweest was zijn armen direct voor ijn zoon te openen. Van den anderen kant kon hij hem onmoge lijk honderdduizend francs weigeren van het oogenblik af dat hij zijn doch ter een millioen meegegeven had. Hij beloofde dus de honderdduizend francs. Vader en zoon namen van elkaar af scheid om zich ter ruste te begeven, Levrault zocht naar de middelen on? zijn beurs te redden Timoleon nam zich voor zijn vrienden, die nog altijd bii zijn vader logeerden, weg te zenden. XVII. I Het hotel Levraul was een echte hel geworden. Timoleon wilde met alle geweld een leven leiden dat met zijn nieuwen stand overeenstemde. Terwijl hij op z^n honderdduizend francs wacht te, had hij eenige handenvol goudstuk ken aangenomen om in de di ecte ver teringen te voorzien. Hij had zich nieu we k esren gekocht, waardoor zijn gehesle uitTijk veranderd wa Hij decide zijn bevelen ui als heer en meester van het huis, hij sprak de dienaren op hooghartigen toon oe, dwarsboom Ie zooveel mogellijk de markiezin cn Gaston, lach e met de idéo^n van Levrault en verweet zijn zus. r onophoudelijk haar mésallia.ice. Hij md zijn vrienden weggezondenen sprak nooit meer over rijn apo tolaat. De markiezin had- zich reed twintig maal voorgenomen terug naar La Ro- ••helandier e gaan, doch ze had dit elkens uitgesteld. Ze voelde in zich de cracht niet om vaarwel te zeggen aan lit weelderige leven, dat haar reeds :ooveel opofferingen gekost had. Zij wantrouwde Timoleon en bleef expre? irn een oogje in 't zeil te kunnen hou- !en. Timoleon ree ameerde ntusschen met neer aandrang zijn honderdduizend francs, die zijn vader hem beloofd had. Levrault wilde eerst echter wat p\eer ipr- W iHW I I O 1- (T II3ii 11 11.ijs. 11 ii£M£ li** 1 1 ove die sociale waarheid ween en niet meer zeggen ,,ue menschen", maar van ijn hot 1, mar tw e a^rae van ae ais men zoo van mij denKt at te komen, stelde zijn zoon eenige vragen. „de mensch". Want alle menschen som moest nog betaald worden. De dan zal ik geen haarbreed toegeven. „Ik zal mijn belofte houden," zeide zullen in schoonheid, n verstand, in installatie op La Trelade en in de rue de Ik wil vijf honderd duizend francs hij, „maar voordat ik u mijn geld afsta, kracht en geluk geheel gelijk zijn. Dan Varennes had zijn los kapi aal opge- hebben en ik al ze h bben ook. Later moet ik eers. wa^ meer van die sociale zullen er geen groote en kleine men- slorpt. Het grootste gedeelte van zijn zal ik wel met mijn zuster deelen." waarheid weten." schen meer zijn, noch rijke of arme, geld had hij op de bank en in publieke „Da is gemeen," zei de markiezin „Ik h haal het, vade-, hetg-en ik u want alle menschen zullen dezelfde fondsen belegd. Eiken dag ging hij op minachtenden toon. te zeggen heb, zoud ge niet kunnen ges alte hebben en de goederen zullen naar de beurs en eiken dag kwam hij „Maak u niet druk, moeder," zei aanhooren onder te schrikken. Ge zijt gelijk verdeeld worden, daar ze ieder- neerslachtiger thuis. Hij hield voor Ga ton. zoodanig met de vooroo deelen der een toebéhooren. Met een pennestreek zichzelf de zorgen, die ov.r hem kwa- En zich tot Timoleon wendende, wereld doortrokken, .dat ik voor uw supprimeer ik ook alle hartstochten, men. De toestand der bank zag er alles voegde hij er bij „Laat geru t uw verstand vr.es, wannee. ik u alles de jaloerschheid even goed als de be- behalve rooskleurig uit. De rente was rechten gelden, mijnhee Wij hebben moest openbaren." geerlijkheid. Wat voor een heerlijke tot vijftig p o ent gedaald en was nog daarover niet te oordeelen. Sta ma „Dat kan menie schelen," antwoord wereld zal dat zijn Alle menschen s eeds zakkende. In zijn angs verloor echter toe dat ik over één ding mijn ve de Levraul, „wat er ook van kome, in alles gelijk Men zal nauwelijks meer Levrault het hoofd en ve kocht ver- wondering uitip eek. De beginselen ik wil tegen eiken prijs een nadere ver- u en mij kunnen zeggen, want iedereen schillende stukken. Maar den volgenden die ge verkondigt en uw apostolaat klaring hebben." zal zich in den eersten den besten voor- dag begon de rente .e stijgen. Hij kocht deden een groote bescheidenheid ver- „Ge wilt dus als de arend de zon te- bijganger terugvinden." zijn stukken terug, in de hoop dat ze moeden." gemoet vliegen," vroeg Timoleon. „Ik ben erg nieuwsgierig hoe ge dezen .zouden blijven stijgen, doch den vol- „We zijn niet mee.'in den tijd," her- „Ja," antwoordde Levrault, ,ik droom zult verwezenlijken." genden dag begonnen ze weer op schrik- nam Timoleon, „waarin de apostelen ben er vast toe besloten." „Dat wil ik graag gslooven," hernam barende wijze te dalen. Levrault verviel blootsvoet; de wereld gingen veroverend „Ge zult u nog wel herinneren wat ik Timoleon. van de eene speculatie in de andere en In de tegenwoordige tijden -is alleen over het eigendom, het erfrecht en de „Het doel van de sociale waarheid is stond spoedig aan den rand van den het goud de groote hefboom en. ik zou familie gezegd heb. De overweging dus alle menschen gelijk te maken afgrond. Tot ove. maat van ramp waren aan mijn plichten te kort koment van deze drie begrippen breng,, ons „Zooal ge zegt, vader. Herinner u ook de berichten v n de bank v n El- wannee ik het goud, dat mij recht-' direct tot de ontdekking van 'n hoogere het mooie gezegde van Rousseau: boeuf, waar hij de bruid chat-van zijn matig toekom, niet opei chte." waarheid. Mijn pol iek systeem kan in .Wanneer iets uit de handen van God doch.er belegd had, zeer slecht. Wat Op hetzelfde oogenblik kwam Le- .wee woorden samsngevac w rden. komt is het goed, zoodra de menschen een gebeurtenissen en tegenslagen, vrault naar binnen, bleek als de dood, ik heb v 1 in de boeken van onze het echter in handen krijgen ontaardt zonder nog te spreken over het hoofd bevend over alle ledematen, met eeD groo.e wijsgeeren'gelezen Hobbes was het." God heeft aan ale menschen van Karei den Groote. brief in de hand. zooal u w-et een voor tander van de dezelfde kracht en hetzelfde verstand Op zekeren dag zat de markiezin in ..Ik ben geruïneerd," riep hij; ty anni Zijn theorie is niet waard gegeven. Alleen de opvoeding heeft de een fauteuil ,e droomen en keek naar „Geruïneerd," riepen Timoleon, LaU' wee legd te wo den. Montesquieu monsterachtige ongelijkheid doen ont- de weelderige inricht ng van den salon, ra en de markiezin als uit één mondi is een voorstander van volksvertegen- taan, waarui,. de wijsgeeren de meest „De republiek," zoo sp ak ze zichzelf „Totaal geru'neerd," riep Levrault,' woordiging, d.w'.z. voorstander van verder elijke en gevaarlijke argumenten moed in, „heeft haar besten tijd gehad, zich in een leuningstoel latende neep een oude machine, die zooeven op haar putten. Ik zal de opvoeding heelemaal graaf van Chambord zal weer spoedig vallen. versleten wielen in elkaar is gezakt, hervormen en de gelijkheid invoeren, de kroon van den H. Lodewijk op zijn „Welnu mijnheer," zei Gaston zon\ Heb ge de verhandeling van Cicero Alle menschen zijn in staat alle werk hoofd zetten. Een gelukkig toeval der een spier te vertrekken, „ik gee) over de republiek gelezen te verrichten, iedereen moet om beur- zal ons van den zonderlingen Timoleon u de volle beschikking over' de bruids' „Nooit," zei Levrault. ten allerlei ambten waarnemen. Be- verlossen en het fortuin van mijn zoon gift van uw dochter. „Des te erger," hernam Timoleon. grijpt ge het zal ons de deur tot het nieuwe hof ope- >.De bruidschat van mijn dochter,"- „Wanneer ge haar gelezen had, zoudt „Ik moet bekennen," zei Levrault, nen." antwoordde Levrault, „lees zelf 'de^ ge evengoed als ik inzien wat voor rot- „dat ik niet snap hoe ge uw systeem Gaston zat in den hoek van den haard brief, dien ik zoo juist ontvangen heden de republiek in haar binnenste in zult voeren." Laura en Timoleon maakten ruzie, heb." verbergt. Daar s dus evenmin iets „Tot hiertoe heb ik volstaan met u Timoleon was d.en morgen voor de De bank van Elboeuf was failliet mee te beginnen. Over Aristoteles wil het doel van mijn y teem uit te leggen, eerste maal door zijn zuster ontvangen, gegaan. ik u niet Spreken, zonder eenigen twijfel Thans wil ik u een en and zegg n over De weelderige inrichting van dit mo- „Alles wat ik nog doen kan Is u di kent ge zijn politiek systeem." de middelen, die er moeten ngewend numentale huis had zijn begeerlijkheid gastvrijheid van het kasteel Levrault „Het gaat niet over Aristoteles, maar worden om tot dit doel te kom n. Voor- opgewekt. Hij had een bezoek gebracht aanbieden, over uw systeem." t ik h eraan echter begin, moet ge aan de paardenstallen en de emises ..En mijn honderdduizend francs „Aristoteles die zooveel dingen voor- een plech ige belofte afleggen." van Ga ton en had zich afgevraagd r'ep Timoleon met een stentorstem) zien heeft, heef niet he minste idee „Welke belofte," onde brak hem waarom hij op zijn beurt hetzelfde leven ..Het noodlot keert zich altijd en eeu- gehad van de sociale waarheid en om u Levrault. als zijn schoonbroer niet zou leiden, w'g tegen mij. Geruïneerd alvoreni de waarheid te zeggen kan ik alleen „Zweer mij, dat ge aan niemand zult Honderd duizend francs was al niet het minste genoten te hebben Schip, groot medelijden met Aristoteles heb- ve. tellen wa ik u nu zeggen ga. Mijn genoeg voor hem. breuk lijden in het gezicht van de ha- ben" goede naam en mijn ee- is er m e ge- „Mijn vader zal me graag drie hon- ven 1 Maar het kan niet ernstig zijn „Maar Aristoteles kan mij niets moeid. Denk er wel om dat, wanneer derd duizend francs geven, maar hij wat ge zegt, ge kunt niet heelemaal schelen," sei Levrault ongeduldig. iemand moes weten wat ik u nu ver- moet niet denken dat hij er zoo goed- geruïneerd zijn, er is toch wel iets wa) „Ook de republiek van Pla o, hoewel tellen ga, hij de sociale waarheid tot koop af komt. Sinds zevenentwintig er overblijft, ruimer en grootscher opgevat dan de zijn eigen voordeel zou uitbuiten. Men iaar heb ik niets aan mijn vader gekost. ..Ja, een vervallen kasteel in Brei epubliek van Cicero, is vol misstanden, zou mij de nieuwe wereld, die ik ont- Dat hij mij alleen maa geve, hetgeen tagne, waar ik u gaarne zal ontvam Daar hij echte de familie opgeheven dekt heb, afnemen. Zweer mij dus de hij mij bij mijn meerderjarigheid zou gen." heeft, moeten we eerbied voor hem heb- meest strikte discretie." gegeven hebben, wanneer de Voorzie- ..Ik u naar Bretagne volgen! Levert ben. Dit was reeds een eerste groote „Wees ge ust, ik zal uw geheim aan nigheid mij niet van hem gescheiden in een vluchtoord van aristocraten stap in de richting van de sociale niemand ov.rvertellen, ik zwe he zou hebben." Dat nooit," riep Timoleon Soloit waarheid, maar bij dezen eer ten stap „Let dus- goed op. Want als uw „Zijt ge dan niet gelukkig," zei Laura Marche-Toujours zal zijn ouden wee heeft hij het jammer genoeg gelaten, ve.s and u ook maar één oog nblik „dat ge hier na zoo'n langdurig zwer- weer inslaan. Wanneer ge geen hon- Ik werd door den Hemel uitve. koren inden teek laat, wanneer ge ook maar vend leven onderdak gevonden hebt? derdduizend francs voor me hebt om om de sociale waarheid te ontdekken.één woo d laat on nappen terwijl Moet ge er God niet voor danken, de sociale waarheid aan te leeren dart „Ik luister met ongeduld." ik mijn geda hten ontw kkel, mo t ik dat ge eindelijk een kalm en rustig neem ik mijn geweer opnieuw op Ik „Moze heeft over de bijkomstige mt di be wijsvo ring opnieuw van toevluchtsoord gevonden hebt. Ge hebt zal altijd wel een plaatsje vinden onde» oms andigheden in zijn Lev. ïcus. en v ren f beginnen." u waarlijk nie te beklagen. Er ont- het dak en aan de tafel van miin broa< zijn Deuteronomium eenige juiste din- „Ik ben geheel en al oor." breekt u immers hier niets. Al uw ver- ders." J gen gezegd; maar een algemeene wet „Alle vijf jaren heeft er een verloting langens...." Acht dagen later vertrokken Laiir» heeft hij nooit gegeven. Aan Salomon van de v rschill.nde ambten plaa s. „Goede hemel," onderbrak haar en Gaston, Levrault en de markiezin hebben we eenige ruimere ideeën om- D. v p ch ing man e e lo ing Timoleon, „ik vind dat ik alles behalve Per diligence naar Bretagne trent het huwelijk te danken. Ce:l t neme begi t op twinti jarigen veeleischend ben. Gij hebt een millioen Eaura had den titel, dien ze methaa» „In-s hemelsnaam riep Levrault leeftijd. Niémand al het recht hebben als bruidschat gehad, laat mijn vader bruidschat gekocht had verloren en „kom dan toch tot de kwe ie. zich over ijn getrokken nummer te mij de helft gev n en na zijn dood zul- Gaston den rijkdom, dien hii met ziin „He 1 evenmin noodig da ik u over beklagen, want de volgende loting len we dan het overblijvende samen dee- naam betaald had. Saint-Simon en Fourier spreek. zal iedereen de kans voor een and re len." Neen, absoluut niet noodig, ik wil bet ekking gev n. Daar het absoluut Bij deze woorden spitste de markie- XVIII alleen de sociale waarheid uitgelegd noodzakelijk is, dat .11 menschen de- zin de oor n. Tien,;. ze.fde g stal e hebb n, ulhn ij lke „Vijf honderd duizend francs! Vijf De terugkomst van de familie „Weet ge waarom alle regeeringen vijf jaa voo d lotin gewog n wor- honderd duizend francs voor zoo'n vrault-La Rochelandier od haar kas veroordeeld zijn om omver geworpen den zij die ónder het vastgestelde ong Iuksprof et. Uw vader zou we' -eel droeg een alles behalve wooffik te worden, zelf wanneer Ma cus Au re- gewicht blijven, zullen met lichter werk krankzinnig moe en zijn, wanneer hi ?arakter. Het kon wel een lijkstoet bus op de we eld te ug zou kómen belast worden, wie er boven komt zal ze u gaf. Wie kan e overigens bewijzen .eweest zijn. En inderdaad was het „Ik moet tot mqn ^chande bekennen zwaarder werk- krijgen. Een eender dat gij ind rdaad zijn zoon zijt? Op de lijkstoet niet van hun hoovaardii wJ1®,;" f®9 T- voedsel en een ende e opvoeding de borst draagt gij een roode vlek, hun ij delheid en hun eerzucht Het hof „Welnu antwoordde Timoleon op zullen de^ gelijkheid van karakter en doch is da wel een afdoend bewijs? het pairschap, de adellijke titels en da ernstigen toon, „alle regeeringen zijn verstand invoe en. Dat men mijnsys- De eerste de beste avonturier kan zich rnillioenen waren in het niet verdwenen' ge va len jui-t omdat hét regeeringen t m met alle mogelijke krachten inmmers even goed als zoodanig uit- Er bleef hun niets over dan ledige eeld- waren. Om de noodlottige gevolgen doorz tte en na twee eeuwen zullen er geven." zakken en waardelooze adelbrieven' Ion wk eeneL eSeenn? te vermij- op d wereld nog Hechts één man en „Wat zegt ge daar van avonturier," Ze hadden elkaar wederkeerig bedroT den, heb ik een afdoende methode ont- een vrouw zijn. riep Timoleon rood van kwaadheid.' gen. Wat een reis !!fnooi-;n \5r!,PPrimear ee"v<?udlg de Levraul meende te droomen. Hoe- „Ja, mijn leven i een leven van geva- Eenige maanden tevoren hadden ze met mijn theonen al door okken zijn waarheid, zou hij zeer gelukkig ge- heb uit mijn verleden n ets te verber- vreugde in een gemakkelijk pist" mLr ^j TimoIeon op gen, ik durf in het openbaar het afge- rijtuig afgelegd. Thans zaten ze zonder zijn de wetten te over- een fa soenlijke wijze had kunnen kwijt w rkte programma van eiken dag van een woord te spreken op de harde ban- treden, want er zullen geen we ten meer raken. mijn ieVea af te lezen. Ik ben hier ken van een doodgewoon burgerlijk l- i,?u, !iPUTnk wet.gevlnS®n Maar hlJ Wlst niet waar hij zil'n honderd thuis en wannee ik de helft vraag van rijtuig. absolute'feheid18wSS>«nJ»Ifan.m duizend francs moest vandaan halen, hetgeen mijn zuster gekregen heeft, Gaston en Laura durfden elkaar niet absqlute_gehjkheul, Voortaan zal men Honderd duizend franc was.dewaarde dan yraag ik waarlijk njette veel. En aan te kijken. Diep in haar met pelzen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 7