r sS-
-c
Is
S B
ii a i i ii i i i i i i i i ii i 2, «s z i 1 s 0
ii iiïii ii mimi 11 >5,1 is, i lii i gi^i i 1 1 'Si 1 s
'H i/J Z t3
rl^I"!2-?? .8
Ui^gs
rvN *1
y m TS
"s^a u
p^«|
- E
'5§>? L
»t"V—4(iq rl
4* rv
in
g^P
rt>
fc- rt>
IL tS
i 0>
3. C ZJ
g3
S 3 St
*"S B i
o<0 p •-
o* Z
Sb-S^'P
"pfg-
t> SO W
E
sr?
- PT -,
O O
P r. o o
("2 p5
-S"»
rb co ET
-. "1 f5
cl w
a H
am
Z CL
CD
P P
Ss^Bf-
p 63 (5 H o H
p p ro 3
W
tiff5J®!
eI-sSJIIj
5? 5EEg
I 03
OS
CP CP
É?cK'
S
tja f
5 n'i
i-f, 2, co
3g-° |p
I o> 1-0tr co
L p
"to CD S* cT cT
-°> 3 F
>Lo^m
P-^pW tJ
er. 2- (t
p« CO M
p.
»1 OS
MO
2\v* S3 I "i
CÖ
03
"I
sc
Kg® Srt
era p" Sf
fi. „3^
•pi oi
•S§|s.%
P- g
2"
^De
£8P-0
sJ*-
rT w CU
■s g:
i H B |l H J, 1
'i o "i 0
J (n *0 -ft UJ 4^
H O >4
"g—gjp«1
S 8- P 1
-
I tn
rijt dat onze naam in opspraak zal
komen, bestaat er dan geen mogelijk
heid om naar Amerika te gaan Het
zal voor iemand als u niet moeilijk zijn
om daar in een paar jaar tijd terug te
winnen wat ge hier verloren hebt."
„Amerika? daar heb ik reed; meer
dan eens aan gedacht. Daar kan men
inderdaad de grootste tegenslagen in
enkele jaren te boven komen. Zoo
kwam een mijner bloedverwanten,
die straatarm naar Amerika vertrok
ken was, na verloop van vijf jaren met
een ontzaglijk fortuin terug."
„Waarom dan nog langer geaar
zeld," riep de markiezin uit. „Wanneer
u soms eenig handgeld zoudt willen
meenemen, dan zouden wij er desnoods
niet tegen opzien, om eenige landerijen
te verkoopen."
„Edelmoedige vriendin, daarin her
ken ik de grootheid uwer ziel. Ik zal
mij een dergelijke vriendschap waardig
weten te toonen."
„Uw besluit staat dus vast
„Onherroepelijk vast."
„En wanneer zijt ge van plan te ver
trekken
„Ja, ik zal mij uw vriendschap waar
dig toonen en u nooit verlaten. Hebt
ge ook maar een oogenblik kunnen den
ken, dat ik zulk een getrouwe, edele
en lieve vriendin zou kunnen verlaten
Dat ik uw gezelschap zou opofferen
aan een vulgaire geldnajagerij aan gene
zij dé van den Oceaan Ge denkt mis
schien dat ik een hartstocht voor rijk
dom heb, maar dan kent ge mij nog
niet goed. Ik zal steeds bij u blijven,
het grootste geluk is voor mij u te iën
en te hooren."
De markiezin kon slechts met moeite
iön kreet van woede onderdrukken.
Ze voelde, dat de man, over wien
ze zich zoo dikwijls vroolijk gemaakt
had, wraak nam.
Hoewel Levrault 'ich inderdaad in
zijn wraak verkneukeld was er toch-
ook veel waars in hetgeen hij zeide.
Hij voelde zich werkelijk tevreden op
zijn kasteel, hij had er behoefte aan,
na zooveel stormen en zooveel tegen
spoed uit te rusten. Zooals een schip
breukeling, die de kust heeft kunnen
bereiken, dank'e hij de Voorzienigheid,
die hem gered had en dacht er niet aan
zijn door de golven verzwolgen schatten
te betreuren. Zijn zending naar Berlijn,
die hij zoo onvoorzichtig aangenomen
.had, had hem voor goed van zijn eer
zucht en vooral van zijn politieke eer
zucht genezen. Wanneer hij soms on
willekeurig een blik op zijn geborduurde
uniform wierp, dan was het hem genoeg
even naar den maliënkolder van Frans
I te zien, om alle spijt te boven te
komen. Het restant van den bruidschat
van Laura, vereenigd met de over
blijfselen van het domein La Roche
landier, lieten hem toe,, op bescheiden
voet voort te leven. Levrault vroeg niet
beter. Het ongeluk had hem tot een
heel ander mensch gemaakt. Ver van
het groote leven der stad, los van Ti-
moleon, dien hij nooit meer hoopte
'te ontmoeten, voelde hij. zich m t den
dag gelukk ger en meer tevr den wor
den. De kalme vallei La Rochelandier
was voor hem een ongenaakbaar toe-
vluch soord, dat nooit door de revo-
lutionnaire stormen ou bereikt worden.
De dwaze verwachtingen van de mar
kiezin waren bedrogen uitgekomen.
Gaston, die de zaken beter onder ae
oogen durfde te zien, had onophoude
lijk alles in 't werk gesteld, om de gees
ten tot kalmte te brengen. Hij begreep
dat de rol van de Vendée geëindird was.
Nochtans had Levrault den lijdens
beker niet tot den bodem toe geledigd.
Na een wapenstilstand van eenige
dagen, had de markiezin haar hoog-
hartigen toon weer teruggevonden.
Levrault, die er geen belang meer bij
had om er republikeinsche beginselen
op na te houden, nam de verdediging
ervan toch voortdurend op zich. om de
markiezin te plagen. En zonderling ge
noeg, hij en de markiezin zochten el-
kaars gezelschap steeds op. Hoewel ze
niets van elkaar moesten hebben,
konden ze elkaar geen oogenblik mis
sen. Zij hielpen elkaar den tijd dooden.
De markiezin schold op de republiek
Levrault wilde ook de laatste rechten
van den adel opheffen en vroeg of het
nii beter was de vervallen torens van
La Rochelandier in duiventillen te
veranderen. Ze zaten meermalen tot
laat in den nacht te redetwisten en
ruzie te maken. Op zekeren avond,
toen ze weer bezig waren, hoorden zij
plotseling een rijtuig naderen. Ze ke
ken elkaar verbaasd aan en vroegen
zich verwonderd af, wie dat zijn kon.
Plotseling ging de deur open en Jcli-
bois trad met een brigadier der gen
darmerie binnen. De markiezin en Le
vrault stonden als aan den grond ge
nageld.
„Zoo zoo," zei Jolibois, langzaam de
armen over de borst kruisende, „het
geen ik voorzien had is dus gebeurd
La Rochelandier is een toevluchtsoord
voor aristocraten geworden, een broei
nest van verzet. De republiek is zeer
geduldig, maar er komt eens een einde
aan haar geduld. Ik ben er zeker van
dat ge hier booze plannen smeedt en
tegen de republiek samenzweert. Het
is niet noodig, dat ge u verdedigt,
mijn geheime agenten hebben mij reeds
lang van alles op de hoogte gebracht."
Levrault, wiens geweten in orde
was, wierp een veelbeteekenenden blik
op de markiezin, als wilde hij zeggen
„dat gaat u aan en niet mij." Hij wilde
zichzelf rechtvaardigen, doch de mar
kiezin was hem voor.
„Welnu, wat heb ik u gezegd Heb
ik u niet reeds honderdmaal voorspeld
wat er nu gebeurt Uw gesprekken
waren steeds zoo gewaagd, dat zij aan
het krankzinnige grensden. Ge spaart
niets en niemand en drijft den spot
met alles. Als ge eenmaal bezig zijt,
kan niets u nog weerhouden. Uw voort
durende aarivallen op de republiek
konden niet ongestraft blijven.
Ik heb het u honderdmaal
voorspeld en mijn voorzegging is zooals
ge ziet, uitgekomen ook. Ge ontvangt
thans uw verdiende loon. Wat mij be
treft, ik wasch de handen in onschuld.
Zorg zelf maar, dat ge er tusschen uit
komt."
Levrault keek verdwaasd voor zich
uit en kon geen woorden vinden om
te antwoorden. De verbazing, de ver
ontwaardiging, de woede en de angst
knepen hem de keel dicht.
„Zoo, dus zijt gij het, die de repu
bliek belaagt. Gij, onbeduidend mensch.
„Ik," riep Levrault, rooder dan de
kam van een haan „wanneer hier ie
mand de republiek belaagt, dan is het
mevrouw de markiezin."
„Neen, gij," riep de markiezin, „gij,
die als een slak voor het nieuwe regime
gekropen hebtGe wilt u thans wre
ken, ik begrijp het wel."
„Durft gij mij beschuldigen," ant
woordde Levrault, buiten zichzelf van
woede. „Gelukkig is mijn meeni'ng be
kend, maar de uwe, mevrouw is voor
niemand een geheim. Ik heb de repu
bliek steeds liefgehad en gij hebt haar
altijd gehaat."
„Ik moet bekennen dat ik haar
nooit bemind heb," hernam de markie
zin, „maar ik heb haar mij laten wel
gevallen, ik heb me aan den wil van
Frankrijk onderworpen. Ik ben niet
vóór de republiek, maar ik eerbiedig
haar, ik haat haar niet, noch wil haar
omverwerpen, ik ben geen windwij
zer, zooals gij."
„Ge hoort het zelf, Levrault," zei
Jolibois op strengen toon. „Het is
hier geen rapport van een geheimagent,
maar van een lid uwer eigen familie
dat u beschuldigt, de moeder van uw
schoonzoon. Ondanks de vriendshcap
die ik u nog steeds toedraag, zie ik
mij verplicht u te arresteeren. Volg
mij."
„U volg n En waarheen," vroeg
Levrault, die zich nauwelijks meer
kon staande houden.
„Naar de gevangenis," antwoordde
Jolibois.
„Naar de gev enis," riep Levrault,
bleek wordend s een lijk.
Hij maakte een beweging om te
vluchten. irnar de brigadier legde
reeds z~- - s hand op zijn schou
der, eer 7r ende lach verscheen op
'tgelar - markiezin. Jolibois gaf het
sein t 'rtrek en deed den ongeluk
kige in 'Jn rijtuig p aats nemen. De
brigad'er sprong te paard en het rijtuig
vertrok. Na zich eenige oogenblikken
van voldoening verkneuterd te hebben
in den angst van zijn gevangene, ver
brak Jolibois eindelijk het stilzwijgen.
„Waaróm beeft ge zoo, mijn beste?
Alle drommels, een man moet den moed
zoo gauw niet laten zinken. Waarom
vreezen Uw schuld moet wel groot
zijn ge zult geoordeeld worden, doch
de republiek is zeer edelmoedig en de
doodstraf is afgeschaft. Het ergste
wat u kan overkomen is de verbanning.
„De verbanning," stamelde Levrault,
„maar ik ben onschuldig er is geen
woord v/aar, van al wat die vreeseïijke
markiezin gezegd heeft. Daar kent ge
mij toch te goed voor, Jolibois."
„Helaas, beste vriend, ik ken u
maar al te'goed en uw gedrag maakt
de beschuldiging nog erger. Ik heb mij
als uw beschermer opgeworpen en ben
voor u in de bres gesprongen. Ik ben
uw advocaat geweest, heb u aan den
chef van het Kabinet van Buitenland-
sche Zaken voorgesteld, ik heb voor
u gesolliciteerd, heb een prachtige be
trekking voor u losgekregen en nu laat
ge deze lafhartig in den steek. Ik heb
steeds uw durf en uw moed bewonderd
en dacht dat ge een leeuw waart, maar
ge zijt op de vlucht gegaan als een haas
Wat kunnen we na dit alles nog van
u gelooven In hoever kunnen we nog
op u rekenen Ge zegt dat de markie
zin u valsch beschuldigt, ge geeft
hoog op van uw liefde voor de repu
bliek, maar wanneer ge er werkelijk
iets voor over hebt, waarom hebt
ge haar dan niet gediend
„Beste Jolibois, ik neem den hemel
tot getuige, dat ik naar Berlijn zou
gegaan zijn, wanneer ik niet geruï
neerd gew est was. Van dat oogenblik
af kon ik Frankrijk niet meer op waar
dige wijze vertegenwoordigen."
„Wat kan het een goed vaderlander
schelen, of hij arm of rijk is, waar het
er om gaat het vaderland te dienen
De repubKek heeft geen dienaren noo
dig, die verdrinken in hun geld, maar
dienaren die uitmunten door trouw
en durf. Kijk maar eens naar mij. Ik
ben heerscher over geheel Bretagne
en commandeer als een ware dictator.
Zonder mijn driekleurigen sjero zou
men mij immers als een doodgewoon
voorbijganger beschouwen."
„Ondanks mijn armoede zou ik
vertrokken zijn, wanneer ik niet had
moeten waker, over de toekomst van
mijn dochter en het overblijvende
van haar bruidschat, bij elkaar moest
zien te scharrelen
„Niets dan uitvluchten," riep Joli
bois uit. „De familie is immers niets
in vergelijking met het vaderland.
De gelegenheid die gij hebt laten ont
snappen is voor altijd verloren en zal
nooit meer terugkeeren. Hoewel ik
u herhaalde malen gewaarschuwd heb,
hebt ge uw tong niet in bedwang kun
nen houden het doel uwer zending
is tot in Berlijn, in Weenen en St.-
Petersburg bekend geworden. Rus
land, Oostenrijk en Pruisen zijn op
hun hoede. Waarschijnlijk zullen we
de vernederende bepalingen van het
verdrag van 1815 nog langen tijd moe
ten ondergaan, en aan wien hebben
we deze vernedering te danken Aan
u, mijnheer Levrault, alleen aan u."
„Wanneer het doel van mijn zen
ding bekend is geworden, dan heb ik
daar geen schuld aan. Ik heb het aan
niemand gezegd. Op alle vragen van
mijn schoonzoon en m n doei iter be
treffende m n maliënkolder ben ik
het antwoord schuldig gebleven ik
heb mi1 absoluut niets te verwi ten."
„Hebt ge u niets te verwijten En
telt ge dan voor niets uw geniepig ge
drijf en uw agitatie tegen de democra
tie en de republiek
„Flelaas, beste Jolibois, de leelijke
markiezin heeft mii valsch beschul
digd en ge spreekt mij over verbanning
voor een fout, die ik niet begaan heb
„Ja, misschien verbanning. De recht
bank zal u oordeelen en zal uw verde
diger aanhooren. Ik wil u wel zeggen,
dat ge een slimmen advocaat noodig
zult hebben."
Op hetzelfde oogenblik doorklief
de een bliksemstraal de lucht. De don
der gromde, de hagel viel kletterend
tegen de raampjes van het rijtuig.
Het gesprek verstomde. Jolibois scheen
over iets na te denken. Levrault be
spiedde hem met onrustige blikken.
Het onweer verdubbelde in hevigheid,
de paarden trokken het rijtuig met
moeite over den doorweekten weg.
Plotseling helderde het gelaat van Jo
libois op. J
„Luister," zei hij eindelijk, „ondanks-
al uw fouten, ondanks uw lafheid,
voel ik toch nog dat onze vriendschap
met geheel verdwenen is mijn vriend
schap voor u behaalt de overhand.
Als ge eenmaal vóór de rechtbank
zult verschijnen, zal ik niets meer voor
u kunnen doen, de magistraten zullen
verplicht zijn de wet toe te passen.
Ik heb maar één middel om u te red
den.
..Welk middel," vroeg Levrault
met hijgende stem.
„U de vrijheid terug te geven. Voor
uit, ik laat u vrij, doch zondig voort
aan niet meer.
Meteen opende Jolibois het portier
en zonder nog naar iets anders te vra
gen, sprong Levrault naar buiten en
snelae door een zware regenbui naar
huis. Een uur later kwam hij doornat
op La Rochelandier aan. Het is niet
noodig het gezicht van de markiezin
te beschrijven, toen ze haar gastheer
van wien ze voor goed verlost meende
te zqn, zoo Spoedig terug zag,
XIX.
In het gemoed van Laura en Gaston
had intusschen een langzame veranue-
ring plaats. Van nature waren hun har
ten niet bedorven, wel had de opvoe
ding valsche gevoelens in die harten
gelegd, doch niet zóó sterk, dat ze
niet meer uit te roeien waren. Gaston,
die zich de ri me van zijn schoonvader
en zijn vrouw in den beginne erg aan
trok kreeg langzaam een gevoel van
vruheid en zelfstandigheid over zich.
De schuld, die hij tot hiertoe niet had
kunnen voldoen, was thans kw' tge-
scholden. Laura op haar beurt had
een zelfde gevoel. En terwijl ze .n
den dagelij kschen omgang elkaar met
nieuwsgierigheid gadesloegen, simden
zij er zelf verbaasd over, wederzij s
zooveel schatten te ontdekken, cue
vroeger verborgen waren.
Laura, die zich het huwelijk voor
gesteld had als een onafzienbare rij
feesten aan het hof, kwam tot het be
sef, dat de vreugde, die door dei, del
heid wordt voortgeb acht, niet de eeni
ge vreugde dezer wereld is. Haar i del
heid was door gebrek aan voedsel om-
gekom n. Men zal zich nog wel herin
neren, dat juffrouw Levrault zich met
succes op de schilderkunst en de mu
ziek had toegelegd. Thans was ze op
deze studies teruggekomen de talen
ten die zij te midden van de genietin-
*gen van haar weelderig leven vergeten
had, waren thans voor haar een troost
in de armoede en eenzaamheid. De
lente^ kwam terug en Laura voelde
zich herboren worden. Vroeger hadden
de prachtige velden en de donkere
bosschen haar nooit kunnen bekoren,
thans ging ze geheel in de mooie natuui
rond het kasteel op. Gaston, die veel
van dichten hield, had in de kamer
van zijn vrouw een uitgelezen biblio
theek ingericht en Laura vond in de
boeken dezer bibliotheek de zuivere
en juiste uitdrukking van haar gedach
ten en haar droomer' cn. Van dag tot
dag werd zj w zer en verstandiger
en welden er mildere ^evoelens in haar
hart op De dichters deden de natuur
verstaan en de naluur de dichters.
Op zekeren avond zat ze aan de piano.
Gas on maakte een wandeling door
het park de laatste zonnestralen vie
len aarzelend door het gebladerte der
boomen. Na eenige préludes begon zij
een der mooiste composities van Louis
La.ombe te spelen, getiteld „Le Soir"
een lieve idylle waarin met de
grootste nauwkeurigheid alle geruch
ten van den scheidenden dag worden
nagebootsthet g blaat der huis
waarts keerende schapen, het gezang
der herders, het gelui van het Angelus,
m één woord aJ de geluiden die e*
II tiSil II lint's, 3 I SI IS 1 SM I MSIS2I I I l|
bij avond van de aarde als een gebed
tot den hemel opstijgen.
Gaston was met de ellebogen op
de vensterbank komen leunen. Laura's
vingers raakten nauwelijks de toetsen
der piano, het avondwindje speelde
in haar haren en haar hals was sierlijk
gebogen, als die van een zwaan. Gaston
bekeek haar met verbazing, alsof hij
haar voor de' eerste maal gezien had.
En inderdaad. Laura was op dit oogen
blik een geheel andere vrouw voor
hem. Zij voelde plotseling een geheim
zinnig mystiek gevoel in haar hart
•neerdalen en begon met heldere stem
een psalm van Marcello te zingen.
Haar stem, die vroeger bedorven was
door de ahnstellerij was nu zoo helder
als kristal en gaf met grooten eenvoud
de hemelsche melodie van dezen mees
ter weer. Toen ze haar lied geëindigd
had, verwijderde Gaston zich als in
,een droom. Hij werd zich langzamer
hand bewust welk een kostbaren, schat
hij bezat en voelde zich beschaamd
v/orden dat hem de waarde van dien
Schat zoolang onbekend gebleven en
dat hij zoo lang verblind geweest was.
Laura, die in Gaston steeds maar
een markies gezien had, zag nu ook
in hem een geheel anderen man. Gas
ton had baar tot hiertoe zeer koel be
handeld, de trots en de vrees om voor
een vleier en geldjager door te gaan,
hadden hem steeds belet zijn vrouw met
liefde te behandelen. Thans was hij
niet meer zoozeer gebonden aan de
wetten der etiquette, die hét leven in
ijskouden band gevangen houden.
Dezelfde jongeman, die zich vroeger
alleen maar bezig hield met rijtuigen
honden en paarden, was nu ernstig,
geworden en bemoeide zich thans veel
meer met zijn vrouw. Deze op haar
beurt hoordé hem met eerbied aan en
beschuldigde zichzelf eveneens, hem
miskend, te hebben. Zoo kwamen zij
als vanzelf tot de liefde, die ze niet ge
zocht hadden. De schaamte belette
echter de wederzij dsche verklaring,
ze beminden elkaar zonder zich be
mind te voelen.
Gaston begreep eindelijk dat het oo
genblik gekomen was om meer hande
lend op te treden en zich te gedragen
als een man. Het eenige middel om het
hart van zijn vrouw te winnen was het
terugwinnen van zijn eigen waardig
heid. Hoewel zijn inkomen zeer klein
wa^ kon hij er toch in Parijs een zui-
jven van leiden. Hij nam het be-
sih't naar Parijs te gaan werken om
zj-ju vrouw een beter bestaan te be-
Wat hij zou aanvatten wist
fpj^zelf niet. Maar hij was pas vijfen
twintig, had een scherp verstand e r
grooten moed, en rekende daarenboven
op de hulp van God, die de menschen
van goeden wil steeds ter hulp kom
Zoover stonden de zaken, toen er
op zekeren dag een onverwachte ge
beurtenis zijn plannen voorloopig kwam
verschuiven.
Op een mooien avond in de maand
Mei, toen Laura, Gaston, de markie
zin en Levrault juist klaar waren* met
soupeeren, hoorden zij plotseling in
de gang van het huis een groot rumoer.
Een huisknecht kwam de eetzaal
binnengestormd en deelde mede dat
een man met een langen baard en een
ges heurden kiel met alle geweld het
huis wilde binnendringen. Op hetzelf
de oogenblik echter kwam Timoleon
reeds binnengeloopen.
„M'jn zoon," mompelde Levrault,
zijn hoofd in zijn handen verbergende.
„Ongelukkige," riep de markiezin,
„wat komt ge hier doen
„Zoudt ge wel willen gelooven,"
zei Timoleon tot zijn vader, „dat die
mannetjes m'j wilden beletten het
kasteel Levrault binnen te gaan. Ik
had mooi schreeuwen dat ik uw zoon
was, ze geloofden er niets van. Ik ben
vogelvrij verklaard door de mannen
der reactie, ge zult me toch geen schuil
plaats weigeren zeker
Meteen nam hij aan de tafel plaats.
„Omdat ge vogelvrij verklaard zijt,"
zei de jonge La Rochelandier op een
toon die geen tegenspraak duldde,
„zullen wij u hier verbergen maar weet
wel, dat ge u niet hier in uw huis, maar
in het mijne bevindt. Binnen acht
dag<sn uiterlijk moet g» Fraakriik vpr-
laten. Ge kunt zelf de plaats van be- „Neen, want de erfenis is een heilig- een innig geluk schitterden in de ooger.
stemming uitkiezen en wij zullen uw schennis en uw zoon zou alleen een der jonggetrouwden. Laura en Gaston
reis betalen." leugenachtig eigendom bezitten." waren spoedig onder den indruk en
Toen Timoleon alleen met zijn vader „Defhalve," zei vader Michel, „zou ioen^ ze elkaar toevallig aankeken,
achtergebleven was, vertelde hij hem ik volgens u de zakken koren, waarvoor wendden, zij het hoofd af uit vrees dat
op zijn manier dedwaze aanstellerij ik op de markt een mooien zak duiten de ander ve moeden zou wat er in hun
van het volk op 15 Mei. Hij was een krijg, onder al de leegloopers van de hart omging. De pasgetrouwden waren
der dwazen geweest, die de Kamer gemeente moeten verdeelen niet rijk en hadden geen titels, doch'
binnengedrongen waren en de natio- „Ja, ge moet ze verdeelen in naam waren innig gelukkig en beminden
nale vergaderingen uiteengedreven van de broederschap." elkaar. Laura opende het bal met den
hadden. Toen hij met zijn verhaal „Dus," vroeg Claude-Eveillé, „heb- bruidegom en Gaston met de bruid.,
klaar was, voegde hij er bij „En thans ben we volgens u, wanneer we graag Beiden zoowel bruidegom als bruid'
ben ik vogelvrij verklaard. "Ge moet een feestje houden, alleen maar naar gaven onwillekeurig en op naïve wijz#
echter niet denken dat ik alleen uit den stal van onzen meester te gaan uiting aan hun groot geluk. In het,
angst herwaarts gekomen ben. Parijs en daar een zijner ossen of kalveren te binnenste van hun harten zeiden Laura
weigert ons te volgen, maar nu gaan we slachten en Gaston dat er weinig noodig moest
het platteland bewerken. Gij behoort „Er zijn geen meesters meer, de vwezen om gela.kkig te zijn en dat de
niet tot de republikeinen, die terug- ossen en de kalveren zijn van u." armen evengoed hun feesten hebben,
schrikken voor een algehdele verande- „En om ons al dat moois te leeren, als de rijken.
ring der maatschappij, de meest voor- zijt ge uit Parijs gekomen," vroeg Het was een prachtige avond. Zij-,
uitstrevende gedachten verbazen u Frangois-l'Ahuri op zijn beurt. gingen te voet huiswaarts. Diep be
niet. Ik kom u iets nieuws voorstell n „Ja kinderen, ik ben gekomen om u wogen door hetgeen ze gezien en ge-'
en ik durf bij voorbaat op u rekenen, in uw rechten te herstellen en u v ij dacht hadden, wandelden zij zwijg nd'
„En dat voorstel is," vi oeg Levrault te maken Uw priesters die het met uw door het dichte kreupelhout. Dit was
over geheel zijn lichaam bevende. meesters onder alle opzichten eens zijn, de eerste maal dat ze zoo te midden.
„Ik wil Bretagne democratiseeren, hebben u lang genoeg de slavernij en de van den nacht en van de velden alleen
Vendée hervormen en aan de Repu- armoede gepredikt. Ik breng u in naam waren. De sterren schitterden boven
bliek deze twee provincies, die zoolang van de sociale waarheid den rijkdom en hun hoofden, de aangename geuren,
door het bijgeloof en de aristocratie de vrijheid." waarmee de lucht vervuld was, ont-
werden beheerscht, teruggeven. Ik „Hij is een bedrieger," riep her audi- roerden hen nog meer. Laura drukte
wil in Bretagne en in de Vendée de torium. Meteen werd Timoleon op een den arm van haar man vast tegen zich'
sociale waarheid prediken. Wij met hagel van vuiststompen onthaald. Hij aan, haar haren streelden zijn gezicht
ons tweeën zullen de boeren tot het werd uitgefloten, geschopt en bespuwd en ze voelden zich iedere minuut blij der,
nieuwe geloof bekeeren. We zullen en wist slechts met de grootste moeite gestemd. Ze praken niet meeq
de waarheid onder de daken der hutten de deur te bereiken. Buiten gekomen en toch hadden ze elkaar nog nooit
brengen en de kasteelen verbranden." nam hij de beenen, maar de boeren 'zoo goed begrepen. Twintigmaal waren,
„Mijn beste Timoleon," zei Levrault, zaten hem kort achterna en hij werd ze op het punt elkaar hun liefde te
die altijd huilde met de wolven waar- door Claude-Eveillé en Franpois-l'Ahuri verklaren, maar telkens schaamden zij
mede hij in 't bosch was, „ik heb in dit gegrepen en in een moddersloot gewor- zict^voor het verleden en dachten zn
opzicht reeds lang een proef genomen, pen. Toen de boeren voldaan huis- dat de liefde niet wederkeerig zou zijn,
maar ge kent de boeren van deze stre- waarts gingen, kroop Timoleon uit de Ze kwamen terug op het kasteel, zonder
ken niet. De ongelukkigen zijn door modder en begon zich op de naburige een woord gesproken te hebben. In do,
trokken met de meest ouderwetsche weide in het gras te rollen om weer deur van Laura's kamer nam Gaston
ideeën. Ze zouden zich tot den laatsten droog te worden. Zijn baard zag er zijn vrouw in zijn armen en omhelsdo
man laten dooden om het eigendom miserabel uit. Met hangende pootjes haar, zooals hij haar nog nooit omhelsd'
van hun heer te verdedigen. Ge hebt ging hij terug naar het kasteel Levrault. had. Hij drukte haar vast tegen zich
er niet het minste idee van, tot hoever De les die hij gekregen had, was zoo aan en keek haaf eenige oogënblikkeit
hun domheid gaat. Wanneer ik zelf afdoende geweest, dat men hem te bed als in extase vast in de oogen. Voordat!
mijn kasteel in brand zou steken, zou- moest leggen. Na een week lang ziek hij voor langen tijd zou vertrekken!
den ze met duizenden komen aanloopen geweest te zijn, riep hij Levrault aan scheen hij haar beeld in zijn geest tal
om het te blusschen. In deze ondank- zijn bed. willen prenten en in haar oogen de:
bare aarde zal het goede zaad van de „Ge hadt gelijk vader," zei hij op kracht en den moed te willen putteni
sociale waarheid niet vallen." msewarigen toon, „de sociale waarhei .i voor zijn verdere ondernemingen.Laurai
„Ik wist reeds, dat het werk niet zou zal nooit wortel schieten in deze ver meende eindelijk het geluk gevonden-
meevallen, maar het zal des te roem- vloekte aarde. Ik voel maar al te goed te hebben.. Gaston ging heen zonder
rijker zijn. Mijn woord zal deze aarde dat Bretagne v roordeeld is om eeuwig haar zijn vertrek te durven mededeelen.
bevruchten." in onwetendheid en domheid voort te Tóen Laura alleen was, begon zei
„Ga dan, volbreng uw zending. Wat leven. Ik zie ervan af m het te be- zich te vermeien in het gelukkige gevoel;
mij betreft, ik heb aan het politieke keeren en te genezen. Uw schoon o n dat deze eerste omhelzing in haar hart
leven voorgoed vaarwel gezegd, ik mag zich verh .ugen, ik wil niet langer had wakker geroepen. Ze zat vóór
voel dat ik voor dit apostolaat niet in Frankrijk blijven." haar open venster en keek naar den
geroepen ben. Maar ik ben trotsch op „En w ar gaat ge e n," vroeg Le- pinkelenden sterrenhemel. Nog nooit
mijn zoon en wensch hem het beste vrault, inw ndig t n reerste verhiu d. was haar de lucht zoo zuiver en de
toe." „Naar arië Dat is de eenige str k wind zoo frisclq, toegeschenen. Weldra
„Welnu," antwoordde Timoleon, der aarde, waar de ociale w arheid op maakte het gevoel van geluk plaats;
„wanneer ge trotsch op uw zoon zijt, he oogenblik e nige t ouwe volgelin- voor een zekere ongerustheid. Wat had'
zult ge hem zeker wel een handvol van en telt, naar Ic rië, waar ik mijn de verwarring van Gaston te beteeke-
bro ders zal t rugvinden." nen Wat beduidde opeens die on-
Drie da n later scheepte Timoleon stuimige omhelzing Waarom wa»
zich te Le H»vre in voor Californië. Gas on zonder iets te zeggen heenge
gaan nadat hij haar omhelsd had. Da,
XX. liefde maakt ongerust. Dezelfde jonga
vrouw, die vroeger onverschillig bleef.
Op het kasteel ging het leven zijn wanneer haar man uitging en zelfs niet
gewonen gang. Gaston werd nu door vroeg waar hij heen ging, die hem bij
Om geen verdere woorden te ver- niets meer weerhouden. Hij kon vrij zjjn terugkomst nooit vroeg waar hij
spillen en zich een edelmoedige houding vertrekken, het welzijn van Laura was geweest was en hoe hij den dag door-
te geven, haalde Levrault zijn beurs verzekerd. Hij liet haar het grootste gebracht had, herinnerde zich thans
uit zijn zak en wierp ze Timoleon toe. gedeelte van zijn inkomsten na en hield a\ (je woorden, die hij gesp oken had
's Anderendaags was het Zondag, alleen het absoluut noodzakelijke voor sinds haar laatste verblijf op La Roche-
Toen de Mis uit was, begaf Timoleon zichzelf. Voor hem alleen zou er een landier. Zijn houding, zijn verwarde
zich onder de menschen en wist een 'even van opoffering en verzaking be- gelaatstrekken, zijn ontwijkende ant-
gesprek aan te knoopen met twee boe- ginnen. Hij had zijn besluit op La woorden, telkens wanneer er over
renjongens. Hij nam ze mee naar de Rochelandier nog aan niemand bekend toekomst gesproken, zeiden haar, dat
herbergen vroeg een glas van den bes- gemaakt. Hij wilde de verwijten van jn 'j- geheim een plan on worpen
ten w ,n- Nauwel ks wared ze aan z!in moeder voorkomen en zou I :ra had, dat hij niet aan de groote klok
tafel gezeten of h begon z n theorieën Z: ,n he lult ras op het laatste oo6en- wilde hangen.
te verkondigen. Z n zonderlinge taal hlik med deelen. Reeds meer dan twee uur zat ze voor
en z n lange baard maakten dat hij Daags vóór zqn vertrek trouwde er haar venster en dacht er niet aan heen
spoedig door de geheele herberg aan- een z.ner pachtboeren. Laura had be- te gaan. Toen ze even naar buiten keek,
gehoord werd. H j legde hun de groote 'oofd op het feest tegenwoordig te zijn bemerkte ze het licht in de kamer van
theorie van het ware en het valsche en reec^ ®r Gaston per rijtuig heen. Gaston. Hij was dus ook nog wakker,
eigendom uit, de ver eeling van 'de 'n baar eenvoudig mousselinen kleedje maakte haar angst nog grooter.
vruchten der aarde onder al de leden en baar stroo en hoed zag Laura er ajs door een geheimzinnige kfacht gé-
der gemeenschap, de noodzakelijkheid honderd maal liever en mooier uit dan dreven snelde ze naar de kamer van
om het erfrecht af ie schaffen. 'n baar schitterende praalcostuums op jjaar maru
Terwijl hij met geestdrift voortginc Da Trélade en in de rue de Varennes. Gaston was juist klaar met de too-
- - - Men reed zwijgend voort, onwillekeurig bereidselen voor zijn vertrek en wildo
dwaalden hun gedachten af naar den jujst een brief aan zijn moeder en zijn
dag van hun huwelijk. vrouw gaan schrijven, toen Laura
Toen ze ter plaatse aankwamen, bleek en geheel ontdaan mét lossa
a„ w®rden z-e met de meeste hartelijkheid haren binnen kwam. Ze begreep alleo,
vader gekregen heb en die ik met zoo- ontvangen en van alle kanten omringd. „Wil ge vertrekken," vroeg ze anes-
veel moeite bewerkt en vergroot heb, Laura was ontroerd, toen ze de vreugde tig_
niet aan mijn zoon nagelaten mogen °P de gezichten van al deze lieden be- daar Gaston niet antwoordda
worden nxerkte. Een openhartige vreugde en voaeide zii. er büi-Meetrekt. aUaao
he verachtelijk meiaal will n geven,
dat van de aa de zal ve dwijn n wan
neer de sociale wa heid zal triom
feeren."
„Maar ge weet toch dat ik geruïnee d
ben."
„Kom kom, iets zult ge toch nog
wel over hebben."
en het grootste gedeelte van het audi
torium onder de knie meende te hebben
werd hij plotseling onderbroken.
„Dus," zei J an-Thomas, „zouden
volgens u de velden die ik van mijn