r sS- -c Is S B ii a i i ii i i i i i i i i ii i 2, «s z i 1 s 0 ii iiïii ii mimi 11 >5,1 is, i lii i gi^i i 1 1 'Si 1 s 'H i/J Z t3 rl^I"!2-?? .8 Ui^gs rvN *1 y m TS "s^a u p^«| - E '5§>? L »t"V—4(iq rl 4* rv in g^P rt> fc- rt> IL tS i 0> 3. C ZJ g3 S 3 St *"S B i o<0 p •- o* Z Sb-S^'P "pfg- t> SO W E sr? - PT -, O O P r. o o ("2 p5 -S"» rb co ET -. "1 f5 cl w a H am Z CL CD P P Ss^Bf- p 63 (5 H o H p p ro 3 W tiff5J®! eI-sSJIIj 5? 5EEg I 03 OS CP CP É?cK' S tja f 5 n'i i-f, 2, co 3g-° |p I o> 1-0tr co L p "to CD S* cT cT -°> 3 F >Lo^m P-^pW tJ er. 2- (t p« CO M p. »1 OS MO 2\v* S3 I "i CÖ 03 "I sc Kg® Srt era p" Sf fi. „3^ •pi oi •S§|s.% P- g 2" ^De £8P-0 sJ*- rT w CU ■s g: i H B |l H J, 1 'i o "i 0 J (n *0 -ft UJ 4^ H O >4 "g—gjp«1 S 8- P 1 - I tn rijt dat onze naam in opspraak zal komen, bestaat er dan geen mogelijk heid om naar Amerika te gaan Het zal voor iemand als u niet moeilijk zijn om daar in een paar jaar tijd terug te winnen wat ge hier verloren hebt." „Amerika? daar heb ik reed; meer dan eens aan gedacht. Daar kan men inderdaad de grootste tegenslagen in enkele jaren te boven komen. Zoo kwam een mijner bloedverwanten, die straatarm naar Amerika vertrok ken was, na verloop van vijf jaren met een ontzaglijk fortuin terug." „Waarom dan nog langer geaar zeld," riep de markiezin uit. „Wanneer u soms eenig handgeld zoudt willen meenemen, dan zouden wij er desnoods niet tegen opzien, om eenige landerijen te verkoopen." „Edelmoedige vriendin, daarin her ken ik de grootheid uwer ziel. Ik zal mij een dergelijke vriendschap waardig weten te toonen." „Uw besluit staat dus vast „Onherroepelijk vast." „En wanneer zijt ge van plan te ver trekken „Ja, ik zal mij uw vriendschap waar dig toonen en u nooit verlaten. Hebt ge ook maar een oogenblik kunnen den ken, dat ik zulk een getrouwe, edele en lieve vriendin zou kunnen verlaten Dat ik uw gezelschap zou opofferen aan een vulgaire geldnajagerij aan gene zij dé van den Oceaan Ge denkt mis schien dat ik een hartstocht voor rijk dom heb, maar dan kent ge mij nog niet goed. Ik zal steeds bij u blijven, het grootste geluk is voor mij u te iën en te hooren." De markiezin kon slechts met moeite iön kreet van woede onderdrukken. Ze voelde, dat de man, over wien ze zich zoo dikwijls vroolijk gemaakt had, wraak nam. Hoewel Levrault 'ich inderdaad in zijn wraak verkneukeld was er toch- ook veel waars in hetgeen hij zeide. Hij voelde zich werkelijk tevreden op zijn kasteel, hij had er behoefte aan, na zooveel stormen en zooveel tegen spoed uit te rusten. Zooals een schip breukeling, die de kust heeft kunnen bereiken, dank'e hij de Voorzienigheid, die hem gered had en dacht er niet aan zijn door de golven verzwolgen schatten te betreuren. Zijn zending naar Berlijn, die hij zoo onvoorzichtig aangenomen .had, had hem voor goed van zijn eer zucht en vooral van zijn politieke eer zucht genezen. Wanneer hij soms on willekeurig een blik op zijn geborduurde uniform wierp, dan was het hem genoeg even naar den maliënkolder van Frans I te zien, om alle spijt te boven te komen. Het restant van den bruidschat van Laura, vereenigd met de over blijfselen van het domein La Roche landier, lieten hem toe,, op bescheiden voet voort te leven. Levrault vroeg niet beter. Het ongeluk had hem tot een heel ander mensch gemaakt. Ver van het groote leven der stad, los van Ti- moleon, dien hij nooit meer hoopte 'te ontmoeten, voelde hij. zich m t den dag gelukk ger en meer tevr den wor den. De kalme vallei La Rochelandier was voor hem een ongenaakbaar toe- vluch soord, dat nooit door de revo- lutionnaire stormen ou bereikt worden. De dwaze verwachtingen van de mar kiezin waren bedrogen uitgekomen. Gaston, die de zaken beter onder ae oogen durfde te zien, had onophoude lijk alles in 't werk gesteld, om de gees ten tot kalmte te brengen. Hij begreep dat de rol van de Vendée geëindird was. Nochtans had Levrault den lijdens beker niet tot den bodem toe geledigd. Na een wapenstilstand van eenige dagen, had de markiezin haar hoog- hartigen toon weer teruggevonden. Levrault, die er geen belang meer bij had om er republikeinsche beginselen op na te houden, nam de verdediging ervan toch voortdurend op zich. om de markiezin te plagen. En zonderling ge noeg, hij en de markiezin zochten el- kaars gezelschap steeds op. Hoewel ze niets van elkaar moesten hebben, konden ze elkaar geen oogenblik mis sen. Zij hielpen elkaar den tijd dooden. De markiezin schold op de republiek Levrault wilde ook de laatste rechten van den adel opheffen en vroeg of het nii beter was de vervallen torens van La Rochelandier in duiventillen te veranderen. Ze zaten meermalen tot laat in den nacht te redetwisten en ruzie te maken. Op zekeren avond, toen ze weer bezig waren, hoorden zij plotseling een rijtuig naderen. Ze ke ken elkaar verbaasd aan en vroegen zich verwonderd af, wie dat zijn kon. Plotseling ging de deur open en Jcli- bois trad met een brigadier der gen darmerie binnen. De markiezin en Le vrault stonden als aan den grond ge nageld. „Zoo zoo," zei Jolibois, langzaam de armen over de borst kruisende, „het geen ik voorzien had is dus gebeurd La Rochelandier is een toevluchtsoord voor aristocraten geworden, een broei nest van verzet. De republiek is zeer geduldig, maar er komt eens een einde aan haar geduld. Ik ben er zeker van dat ge hier booze plannen smeedt en tegen de republiek samenzweert. Het is niet noodig, dat ge u verdedigt, mijn geheime agenten hebben mij reeds lang van alles op de hoogte gebracht." Levrault, wiens geweten in orde was, wierp een veelbeteekenenden blik op de markiezin, als wilde hij zeggen „dat gaat u aan en niet mij." Hij wilde zichzelf rechtvaardigen, doch de mar kiezin was hem voor. „Welnu, wat heb ik u gezegd Heb ik u niet reeds honderdmaal voorspeld wat er nu gebeurt Uw gesprekken waren steeds zoo gewaagd, dat zij aan het krankzinnige grensden. Ge spaart niets en niemand en drijft den spot met alles. Als ge eenmaal bezig zijt, kan niets u nog weerhouden. Uw voort durende aarivallen op de republiek konden niet ongestraft blijven. Ik heb het u honderdmaal voorspeld en mijn voorzegging is zooals ge ziet, uitgekomen ook. Ge ontvangt thans uw verdiende loon. Wat mij be treft, ik wasch de handen in onschuld. Zorg zelf maar, dat ge er tusschen uit komt." Levrault keek verdwaasd voor zich uit en kon geen woorden vinden om te antwoorden. De verbazing, de ver ontwaardiging, de woede en de angst knepen hem de keel dicht. „Zoo, dus zijt gij het, die de repu bliek belaagt. Gij, onbeduidend mensch. „Ik," riep Levrault, rooder dan de kam van een haan „wanneer hier ie mand de republiek belaagt, dan is het mevrouw de markiezin." „Neen, gij," riep de markiezin, „gij, die als een slak voor het nieuwe regime gekropen hebtGe wilt u thans wre ken, ik begrijp het wel." „Durft gij mij beschuldigen," ant woordde Levrault, buiten zichzelf van woede. „Gelukkig is mijn meeni'ng be kend, maar de uwe, mevrouw is voor niemand een geheim. Ik heb de repu bliek steeds liefgehad en gij hebt haar altijd gehaat." „Ik moet bekennen dat ik haar nooit bemind heb," hernam de markie zin, „maar ik heb haar mij laten wel gevallen, ik heb me aan den wil van Frankrijk onderworpen. Ik ben niet vóór de republiek, maar ik eerbiedig haar, ik haat haar niet, noch wil haar omverwerpen, ik ben geen windwij zer, zooals gij." „Ge hoort het zelf, Levrault," zei Jolibois op strengen toon. „Het is hier geen rapport van een geheimagent, maar van een lid uwer eigen familie dat u beschuldigt, de moeder van uw schoonzoon. Ondanks de vriendshcap die ik u nog steeds toedraag, zie ik mij verplicht u te arresteeren. Volg mij." „U volg n En waarheen," vroeg Levrault, die zich nauwelijks meer kon staande houden. „Naar de gevangenis," antwoordde Jolibois. „Naar de gev enis," riep Levrault, bleek wordend s een lijk. Hij maakte een beweging om te vluchten. irnar de brigadier legde reeds z~- - s hand op zijn schou der, eer 7r ende lach verscheen op 'tgelar - markiezin. Jolibois gaf het sein t 'rtrek en deed den ongeluk kige in 'Jn rijtuig p aats nemen. De brigad'er sprong te paard en het rijtuig vertrok. Na zich eenige oogenblikken van voldoening verkneuterd te hebben in den angst van zijn gevangene, ver brak Jolibois eindelijk het stilzwijgen. „Waaróm beeft ge zoo, mijn beste? Alle drommels, een man moet den moed zoo gauw niet laten zinken. Waarom vreezen Uw schuld moet wel groot zijn ge zult geoordeeld worden, doch de republiek is zeer edelmoedig en de doodstraf is afgeschaft. Het ergste wat u kan overkomen is de verbanning. „De verbanning," stamelde Levrault, „maar ik ben onschuldig er is geen woord v/aar, van al wat die vreeseïijke markiezin gezegd heeft. Daar kent ge mij toch te goed voor, Jolibois." „Helaas, beste vriend, ik ken u maar al te'goed en uw gedrag maakt de beschuldiging nog erger. Ik heb mij als uw beschermer opgeworpen en ben voor u in de bres gesprongen. Ik ben uw advocaat geweest, heb u aan den chef van het Kabinet van Buitenland- sche Zaken voorgesteld, ik heb voor u gesolliciteerd, heb een prachtige be trekking voor u losgekregen en nu laat ge deze lafhartig in den steek. Ik heb steeds uw durf en uw moed bewonderd en dacht dat ge een leeuw waart, maar ge zijt op de vlucht gegaan als een haas Wat kunnen we na dit alles nog van u gelooven In hoever kunnen we nog op u rekenen Ge zegt dat de markie zin u valsch beschuldigt, ge geeft hoog op van uw liefde voor de repu bliek, maar wanneer ge er werkelijk iets voor over hebt, waarom hebt ge haar dan niet gediend „Beste Jolibois, ik neem den hemel tot getuige, dat ik naar Berlijn zou gegaan zijn, wanneer ik niet geruï neerd gew est was. Van dat oogenblik af kon ik Frankrijk niet meer op waar dige wijze vertegenwoordigen." „Wat kan het een goed vaderlander schelen, of hij arm of rijk is, waar het er om gaat het vaderland te dienen De repubKek heeft geen dienaren noo dig, die verdrinken in hun geld, maar dienaren die uitmunten door trouw en durf. Kijk maar eens naar mij. Ik ben heerscher over geheel Bretagne en commandeer als een ware dictator. Zonder mijn driekleurigen sjero zou men mij immers als een doodgewoon voorbijganger beschouwen." „Ondanks mijn armoede zou ik vertrokken zijn, wanneer ik niet had moeten waker, over de toekomst van mijn dochter en het overblijvende van haar bruidschat, bij elkaar moest zien te scharrelen „Niets dan uitvluchten," riep Joli bois uit. „De familie is immers niets in vergelijking met het vaderland. De gelegenheid die gij hebt laten ont snappen is voor altijd verloren en zal nooit meer terugkeeren. Hoewel ik u herhaalde malen gewaarschuwd heb, hebt ge uw tong niet in bedwang kun nen houden het doel uwer zending is tot in Berlijn, in Weenen en St.- Petersburg bekend geworden. Rus land, Oostenrijk en Pruisen zijn op hun hoede. Waarschijnlijk zullen we de vernederende bepalingen van het verdrag van 1815 nog langen tijd moe ten ondergaan, en aan wien hebben we deze vernedering te danken Aan u, mijnheer Levrault, alleen aan u." „Wanneer het doel van mijn zen ding bekend is geworden, dan heb ik daar geen schuld aan. Ik heb het aan niemand gezegd. Op alle vragen van mijn schoonzoon en m n doei iter be treffende m n maliënkolder ben ik het antwoord schuldig gebleven ik heb mi1 absoluut niets te verwi ten." „Hebt ge u niets te verwijten En telt ge dan voor niets uw geniepig ge drijf en uw agitatie tegen de democra tie en de republiek „Flelaas, beste Jolibois, de leelijke markiezin heeft mii valsch beschul digd en ge spreekt mij over verbanning voor een fout, die ik niet begaan heb „Ja, misschien verbanning. De recht bank zal u oordeelen en zal uw verde diger aanhooren. Ik wil u wel zeggen, dat ge een slimmen advocaat noodig zult hebben." Op hetzelfde oogenblik doorklief de een bliksemstraal de lucht. De don der gromde, de hagel viel kletterend tegen de raampjes van het rijtuig. Het gesprek verstomde. Jolibois scheen over iets na te denken. Levrault be spiedde hem met onrustige blikken. Het onweer verdubbelde in hevigheid, de paarden trokken het rijtuig met moeite over den doorweekten weg. Plotseling helderde het gelaat van Jo libois op. J „Luister," zei hij eindelijk, „ondanks- al uw fouten, ondanks uw lafheid, voel ik toch nog dat onze vriendschap met geheel verdwenen is mijn vriend schap voor u behaalt de overhand. Als ge eenmaal vóór de rechtbank zult verschijnen, zal ik niets meer voor u kunnen doen, de magistraten zullen verplicht zijn de wet toe te passen. Ik heb maar één middel om u te red den. ..Welk middel," vroeg Levrault met hijgende stem. „U de vrijheid terug te geven. Voor uit, ik laat u vrij, doch zondig voort aan niet meer. Meteen opende Jolibois het portier en zonder nog naar iets anders te vra gen, sprong Levrault naar buiten en snelae door een zware regenbui naar huis. Een uur later kwam hij doornat op La Rochelandier aan. Het is niet noodig het gezicht van de markiezin te beschrijven, toen ze haar gastheer van wien ze voor goed verlost meende te zqn, zoo Spoedig terug zag, XIX. In het gemoed van Laura en Gaston had intusschen een langzame veranue- ring plaats. Van nature waren hun har ten niet bedorven, wel had de opvoe ding valsche gevoelens in die harten gelegd, doch niet zóó sterk, dat ze niet meer uit te roeien waren. Gaston, die zich de ri me van zijn schoonvader en zijn vrouw in den beginne erg aan trok kreeg langzaam een gevoel van vruheid en zelfstandigheid over zich. De schuld, die hij tot hiertoe niet had kunnen voldoen, was thans kw' tge- scholden. Laura op haar beurt had een zelfde gevoel. En terwijl ze .n den dagelij kschen omgang elkaar met nieuwsgierigheid gadesloegen, simden zij er zelf verbaasd over, wederzij s zooveel schatten te ontdekken, cue vroeger verborgen waren. Laura, die zich het huwelijk voor gesteld had als een onafzienbare rij feesten aan het hof, kwam tot het be sef, dat de vreugde, die door dei, del heid wordt voortgeb acht, niet de eeni ge vreugde dezer wereld is. Haar i del heid was door gebrek aan voedsel om- gekom n. Men zal zich nog wel herin neren, dat juffrouw Levrault zich met succes op de schilderkunst en de mu ziek had toegelegd. Thans was ze op deze studies teruggekomen de talen ten die zij te midden van de genietin- *gen van haar weelderig leven vergeten had, waren thans voor haar een troost in de armoede en eenzaamheid. De lente^ kwam terug en Laura voelde zich herboren worden. Vroeger hadden de prachtige velden en de donkere bosschen haar nooit kunnen bekoren, thans ging ze geheel in de mooie natuui rond het kasteel op. Gaston, die veel van dichten hield, had in de kamer van zijn vrouw een uitgelezen biblio theek ingericht en Laura vond in de boeken dezer bibliotheek de zuivere en juiste uitdrukking van haar gedach ten en haar droomer' cn. Van dag tot dag werd zj w zer en verstandiger en welden er mildere ^evoelens in haar hart op De dichters deden de natuur verstaan en de naluur de dichters. Op zekeren avond zat ze aan de piano. Gas on maakte een wandeling door het park de laatste zonnestralen vie len aarzelend door het gebladerte der boomen. Na eenige préludes begon zij een der mooiste composities van Louis La.ombe te spelen, getiteld „Le Soir" een lieve idylle waarin met de grootste nauwkeurigheid alle geruch ten van den scheidenden dag worden nagebootsthet g blaat der huis waarts keerende schapen, het gezang der herders, het gelui van het Angelus, m één woord aJ de geluiden die e* II tiSil II lint's, 3 I SI IS 1 SM I MSIS2I I I l| bij avond van de aarde als een gebed tot den hemel opstijgen. Gaston was met de ellebogen op de vensterbank komen leunen. Laura's vingers raakten nauwelijks de toetsen der piano, het avondwindje speelde in haar haren en haar hals was sierlijk gebogen, als die van een zwaan. Gaston bekeek haar met verbazing, alsof hij haar voor de' eerste maal gezien had. En inderdaad. Laura was op dit oogen blik een geheel andere vrouw voor hem. Zij voelde plotseling een geheim zinnig mystiek gevoel in haar hart •neerdalen en begon met heldere stem een psalm van Marcello te zingen. Haar stem, die vroeger bedorven was door de ahnstellerij was nu zoo helder als kristal en gaf met grooten eenvoud de hemelsche melodie van dezen mees ter weer. Toen ze haar lied geëindigd had, verwijderde Gaston zich als in ,een droom. Hij werd zich langzamer hand bewust welk een kostbaren, schat hij bezat en voelde zich beschaamd v/orden dat hem de waarde van dien Schat zoolang onbekend gebleven en dat hij zoo lang verblind geweest was. Laura, die in Gaston steeds maar een markies gezien had, zag nu ook in hem een geheel anderen man. Gas ton had baar tot hiertoe zeer koel be handeld, de trots en de vrees om voor een vleier en geldjager door te gaan, hadden hem steeds belet zijn vrouw met liefde te behandelen. Thans was hij niet meer zoozeer gebonden aan de wetten der etiquette, die hét leven in ijskouden band gevangen houden. Dezelfde jongeman, die zich vroeger alleen maar bezig hield met rijtuigen honden en paarden, was nu ernstig, geworden en bemoeide zich thans veel meer met zijn vrouw. Deze op haar beurt hoordé hem met eerbied aan en beschuldigde zichzelf eveneens, hem miskend, te hebben. Zoo kwamen zij als vanzelf tot de liefde, die ze niet ge zocht hadden. De schaamte belette echter de wederzij dsche verklaring, ze beminden elkaar zonder zich be mind te voelen. Gaston begreep eindelijk dat het oo genblik gekomen was om meer hande lend op te treden en zich te gedragen als een man. Het eenige middel om het hart van zijn vrouw te winnen was het terugwinnen van zijn eigen waardig heid. Hoewel zijn inkomen zeer klein wa^ kon hij er toch in Parijs een zui- jven van leiden. Hij nam het be- sih't naar Parijs te gaan werken om zj-ju vrouw een beter bestaan te be- Wat hij zou aanvatten wist fpj^zelf niet. Maar hij was pas vijfen twintig, had een scherp verstand e r grooten moed, en rekende daarenboven op de hulp van God, die de menschen van goeden wil steeds ter hulp kom Zoover stonden de zaken, toen er op zekeren dag een onverwachte ge beurtenis zijn plannen voorloopig kwam verschuiven. Op een mooien avond in de maand Mei, toen Laura, Gaston, de markie zin en Levrault juist klaar waren* met soupeeren, hoorden zij plotseling in de gang van het huis een groot rumoer. Een huisknecht kwam de eetzaal binnengestormd en deelde mede dat een man met een langen baard en een ges heurden kiel met alle geweld het huis wilde binnendringen. Op hetzelf de oogenblik echter kwam Timoleon reeds binnengeloopen. „M'jn zoon," mompelde Levrault, zijn hoofd in zijn handen verbergende. „Ongelukkige," riep de markiezin, „wat komt ge hier doen „Zoudt ge wel willen gelooven," zei Timoleon tot zijn vader, „dat die mannetjes m'j wilden beletten het kasteel Levrault binnen te gaan. Ik had mooi schreeuwen dat ik uw zoon was, ze geloofden er niets van. Ik ben vogelvrij verklaard door de mannen der reactie, ge zult me toch geen schuil plaats weigeren zeker Meteen nam hij aan de tafel plaats. „Omdat ge vogelvrij verklaard zijt," zei de jonge La Rochelandier op een toon die geen tegenspraak duldde, „zullen wij u hier verbergen maar weet wel, dat ge u niet hier in uw huis, maar in het mijne bevindt. Binnen acht dag<sn uiterlijk moet g» Fraakriik vpr- laten. Ge kunt zelf de plaats van be- „Neen, want de erfenis is een heilig- een innig geluk schitterden in de ooger. stemming uitkiezen en wij zullen uw schennis en uw zoon zou alleen een der jonggetrouwden. Laura en Gaston reis betalen." leugenachtig eigendom bezitten." waren spoedig onder den indruk en Toen Timoleon alleen met zijn vader „Defhalve," zei vader Michel, „zou ioen^ ze elkaar toevallig aankeken, achtergebleven was, vertelde hij hem ik volgens u de zakken koren, waarvoor wendden, zij het hoofd af uit vrees dat op zijn manier dedwaze aanstellerij ik op de markt een mooien zak duiten de ander ve moeden zou wat er in hun van het volk op 15 Mei. Hij was een krijg, onder al de leegloopers van de hart omging. De pasgetrouwden waren der dwazen geweest, die de Kamer gemeente moeten verdeelen niet rijk en hadden geen titels, doch' binnengedrongen waren en de natio- „Ja, ge moet ze verdeelen in naam waren innig gelukkig en beminden nale vergaderingen uiteengedreven van de broederschap." elkaar. Laura opende het bal met den hadden. Toen hij met zijn verhaal „Dus," vroeg Claude-Eveillé, „heb- bruidegom en Gaston met de bruid., klaar was, voegde hij er bij „En thans ben we volgens u, wanneer we graag Beiden zoowel bruidegom als bruid' ben ik vogelvrij verklaard. "Ge moet een feestje houden, alleen maar naar gaven onwillekeurig en op naïve wijz# echter niet denken dat ik alleen uit den stal van onzen meester te gaan uiting aan hun groot geluk. In het, angst herwaarts gekomen ben. Parijs en daar een zijner ossen of kalveren te binnenste van hun harten zeiden Laura weigert ons te volgen, maar nu gaan we slachten en Gaston dat er weinig noodig moest het platteland bewerken. Gij behoort „Er zijn geen meesters meer, de vwezen om gela.kkig te zijn en dat de niet tot de republikeinen, die terug- ossen en de kalveren zijn van u." armen evengoed hun feesten hebben, schrikken voor een algehdele verande- „En om ons al dat moois te leeren, als de rijken. ring der maatschappij, de meest voor- zijt ge uit Parijs gekomen," vroeg Het was een prachtige avond. Zij-, uitstrevende gedachten verbazen u Frangois-l'Ahuri op zijn beurt. gingen te voet huiswaarts. Diep be niet. Ik kom u iets nieuws voorstell n „Ja kinderen, ik ben gekomen om u wogen door hetgeen ze gezien en ge-' en ik durf bij voorbaat op u rekenen, in uw rechten te herstellen en u v ij dacht hadden, wandelden zij zwijg nd' „En dat voorstel is," vi oeg Levrault te maken Uw priesters die het met uw door het dichte kreupelhout. Dit was over geheel zijn lichaam bevende. meesters onder alle opzichten eens zijn, de eerste maal dat ze zoo te midden. „Ik wil Bretagne democratiseeren, hebben u lang genoeg de slavernij en de van den nacht en van de velden alleen Vendée hervormen en aan de Repu- armoede gepredikt. Ik breng u in naam waren. De sterren schitterden boven bliek deze twee provincies, die zoolang van de sociale waarheid den rijkdom en hun hoofden, de aangename geuren, door het bijgeloof en de aristocratie de vrijheid." waarmee de lucht vervuld was, ont- werden beheerscht, teruggeven. Ik „Hij is een bedrieger," riep her audi- roerden hen nog meer. Laura drukte wil in Bretagne en in de Vendée de torium. Meteen werd Timoleon op een den arm van haar man vast tegen zich' sociale waarheid prediken. Wij met hagel van vuiststompen onthaald. Hij aan, haar haren streelden zijn gezicht ons tweeën zullen de boeren tot het werd uitgefloten, geschopt en bespuwd en ze voelden zich iedere minuut blij der, nieuwe geloof bekeeren. We zullen en wist slechts met de grootste moeite gestemd. Ze praken niet meeq de waarheid onder de daken der hutten de deur te bereiken. Buiten gekomen en toch hadden ze elkaar nog nooit brengen en de kasteelen verbranden." nam hij de beenen, maar de boeren 'zoo goed begrepen. Twintigmaal waren, „Mijn beste Timoleon," zei Levrault, zaten hem kort achterna en hij werd ze op het punt elkaar hun liefde te die altijd huilde met de wolven waar- door Claude-Eveillé en Franpois-l'Ahuri verklaren, maar telkens schaamden zij mede hij in 't bosch was, „ik heb in dit gegrepen en in een moddersloot gewor- zict^voor het verleden en dachten zn opzicht reeds lang een proef genomen, pen. Toen de boeren voldaan huis- dat de liefde niet wederkeerig zou zijn, maar ge kent de boeren van deze stre- waarts gingen, kroop Timoleon uit de Ze kwamen terug op het kasteel, zonder ken niet. De ongelukkigen zijn door modder en begon zich op de naburige een woord gesproken te hebben. In do, trokken met de meest ouderwetsche weide in het gras te rollen om weer deur van Laura's kamer nam Gaston ideeën. Ze zouden zich tot den laatsten droog te worden. Zijn baard zag er zijn vrouw in zijn armen en omhelsdo man laten dooden om het eigendom miserabel uit. Met hangende pootjes haar, zooals hij haar nog nooit omhelsd' van hun heer te verdedigen. Ge hebt ging hij terug naar het kasteel Levrault. had. Hij drukte haar vast tegen zich er niet het minste idee van, tot hoever De les die hij gekregen had, was zoo aan en keek haaf eenige oogënblikkeit hun domheid gaat. Wanneer ik zelf afdoende geweest, dat men hem te bed als in extase vast in de oogen. Voordat! mijn kasteel in brand zou steken, zou- moest leggen. Na een week lang ziek hij voor langen tijd zou vertrekken! den ze met duizenden komen aanloopen geweest te zijn, riep hij Levrault aan scheen hij haar beeld in zijn geest tal om het te blusschen. In deze ondank- zijn bed. willen prenten en in haar oogen de: bare aarde zal het goede zaad van de „Ge hadt gelijk vader," zei hij op kracht en den moed te willen putteni sociale waarheid niet vallen." msewarigen toon, „de sociale waarhei .i voor zijn verdere ondernemingen.Laurai „Ik wist reeds, dat het werk niet zou zal nooit wortel schieten in deze ver meende eindelijk het geluk gevonden- meevallen, maar het zal des te roem- vloekte aarde. Ik voel maar al te goed te hebben.. Gaston ging heen zonder rijker zijn. Mijn woord zal deze aarde dat Bretagne v roordeeld is om eeuwig haar zijn vertrek te durven mededeelen. bevruchten." in onwetendheid en domheid voort te Tóen Laura alleen was, begon zei „Ga dan, volbreng uw zending. Wat leven. Ik zie ervan af m het te be- zich te vermeien in het gelukkige gevoel; mij betreft, ik heb aan het politieke keeren en te genezen. Uw schoon o n dat deze eerste omhelzing in haar hart leven voorgoed vaarwel gezegd, ik mag zich verh .ugen, ik wil niet langer had wakker geroepen. Ze zat vóór voel dat ik voor dit apostolaat niet in Frankrijk blijven." haar open venster en keek naar den geroepen ben. Maar ik ben trotsch op „En w ar gaat ge e n," vroeg Le- pinkelenden sterrenhemel. Nog nooit mijn zoon en wensch hem het beste vrault, inw ndig t n reerste verhiu d. was haar de lucht zoo zuiver en de toe." „Naar arië Dat is de eenige str k wind zoo frisclq, toegeschenen. Weldra „Welnu," antwoordde Timoleon, der aarde, waar de ociale w arheid op maakte het gevoel van geluk plaats; „wanneer ge trotsch op uw zoon zijt, he oogenblik e nige t ouwe volgelin- voor een zekere ongerustheid. Wat had' zult ge hem zeker wel een handvol van en telt, naar Ic rië, waar ik mijn de verwarring van Gaston te beteeke- bro ders zal t rugvinden." nen Wat beduidde opeens die on- Drie da n later scheepte Timoleon stuimige omhelzing Waarom wa» zich te Le H»vre in voor Californië. Gas on zonder iets te zeggen heenge gaan nadat hij haar omhelsd had. Da, XX. liefde maakt ongerust. Dezelfde jonga vrouw, die vroeger onverschillig bleef. Op het kasteel ging het leven zijn wanneer haar man uitging en zelfs niet gewonen gang. Gaston werd nu door vroeg waar hij heen ging, die hem bij Om geen verdere woorden te ver- niets meer weerhouden. Hij kon vrij zjjn terugkomst nooit vroeg waar hij spillen en zich een edelmoedige houding vertrekken, het welzijn van Laura was geweest was en hoe hij den dag door- te geven, haalde Levrault zijn beurs verzekerd. Hij liet haar het grootste gebracht had, herinnerde zich thans uit zijn zak en wierp ze Timoleon toe. gedeelte van zijn inkomsten na en hield a\ (je woorden, die hij gesp oken had 's Anderendaags was het Zondag, alleen het absoluut noodzakelijke voor sinds haar laatste verblijf op La Roche- Toen de Mis uit was, begaf Timoleon zichzelf. Voor hem alleen zou er een landier. Zijn houding, zijn verwarde zich onder de menschen en wist een 'even van opoffering en verzaking be- gelaatstrekken, zijn ontwijkende ant- gesprek aan te knoopen met twee boe- ginnen. Hij had zijn besluit op La woorden, telkens wanneer er over renjongens. Hij nam ze mee naar de Rochelandier nog aan niemand bekend toekomst gesproken, zeiden haar, dat herbergen vroeg een glas van den bes- gemaakt. Hij wilde de verwijten van jn 'j- geheim een plan on worpen ten w ,n- Nauwel ks wared ze aan z!in moeder voorkomen en zou I :ra had, dat hij niet aan de groote klok tafel gezeten of h begon z n theorieën Z: ,n he lult ras op het laatste oo6en- wilde hangen. te verkondigen. Z n zonderlinge taal hlik med deelen. Reeds meer dan twee uur zat ze voor en z n lange baard maakten dat hij Daags vóór zqn vertrek trouwde er haar venster en dacht er niet aan heen spoedig door de geheele herberg aan- een z.ner pachtboeren. Laura had be- te gaan. Toen ze even naar buiten keek, gehoord werd. H j legde hun de groote 'oofd op het feest tegenwoordig te zijn bemerkte ze het licht in de kamer van theorie van het ware en het valsche en reec^ ®r Gaston per rijtuig heen. Gaston. Hij was dus ook nog wakker, eigendom uit, de ver eeling van 'de 'n baar eenvoudig mousselinen kleedje maakte haar angst nog grooter. vruchten der aarde onder al de leden en baar stroo en hoed zag Laura er ajs door een geheimzinnige kfacht gé- der gemeenschap, de noodzakelijkheid honderd maal liever en mooier uit dan dreven snelde ze naar de kamer van om het erfrecht af ie schaffen. 'n baar schitterende praalcostuums op jjaar maru Terwijl hij met geestdrift voortginc Da Trélade en in de rue de Varennes. Gaston was juist klaar met de too- - - - Men reed zwijgend voort, onwillekeurig bereidselen voor zijn vertrek en wildo dwaalden hun gedachten af naar den jujst een brief aan zijn moeder en zijn dag van hun huwelijk. vrouw gaan schrijven, toen Laura Toen ze ter plaatse aankwamen, bleek en geheel ontdaan mét lossa a„ w®rden z-e met de meeste hartelijkheid haren binnen kwam. Ze begreep alleo, vader gekregen heb en die ik met zoo- ontvangen en van alle kanten omringd. „Wil ge vertrekken," vroeg ze anes- veel moeite bewerkt en vergroot heb, Laura was ontroerd, toen ze de vreugde tig_ niet aan mijn zoon nagelaten mogen °P de gezichten van al deze lieden be- daar Gaston niet antwoordda worden nxerkte. Een openhartige vreugde en voaeide zii. er büi-Meetrekt. aUaao he verachtelijk meiaal will n geven, dat van de aa de zal ve dwijn n wan neer de sociale wa heid zal triom feeren." „Maar ge weet toch dat ik geruïnee d ben." „Kom kom, iets zult ge toch nog wel over hebben." en het grootste gedeelte van het audi torium onder de knie meende te hebben werd hij plotseling onderbroken. „Dus," zei J an-Thomas, „zouden volgens u de velden die ik van mijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 7