Mi r I S.P, HET WITTE KONIJN St P W j£.< p '8: .m* o si 2 5 §W? 5g 5 "I - >4 O» Q pu 2 O •*?4tfti 3sir s>^ It? o PS o !B B .-' 3 V K' ®1 ,y j—i q 9 1 Ct> g, ■r5 I g'o 5 i d O i *3 0-£S re 2»n 2 "n?0 n> £3 fl^g-Z: P. rt S5* pr 0> *-^D (T) crq £5' s-s? S b-r< 3 3 1 v rfr\ i. e- n e- a 33 On ft 2 I^&ll 5 ff fe«9 s-,ro rn 6"' ft 69 öE rn Z ri ?J3 a 3 re 3- a £s s g <r j-" gï» s a 3,B,« 33 C,BO C ft g, re g- C?* 3 ^S-s )3 CD <5 n> 1 Q,rc 3 5* f. fD 9-3 9-5 lV- praten Benny verwacht mij thuis tot minder vijandige gevoelens ge- en ik ga hem zoeken." komen was en om nog meer haar ver- Moniea had misschien de laatste woor- Jessie liet de teugels schieten en het trouwen te winnen, wilde zij deze den van den ouden mopperaar Jacob paard hernam zijn draf. Monica keer- weerbarstige leerlinge zoo min moge als een uitnoodiging opgevat; wat er de zich om tên einde den arme na te lijk de teugels laten voelen. Zij be- van zij, zij kwam dikwijls in' de dui- kijken, die met groote passen zich hoefde zichzelf niet te zeggen, dat een ven til. Zij vond er Jacob steeds al- verwijderde als had hij een bepaald gril licht een einde kon maken aan leen, ziek en in staa van norschheid doel. wat een andere gril had bewerkt, tot halve welwillendheid. Zij besteedde „Dat is Ben, hij is kindsch," zei De weg dien zij gekozen had, bracht eenig zorg aan den verlaten oude, Jessy die met tiet uiteinde der zweep haar in een half uur aan een gebouw, ve droeg zijn ruwe uitvallen, verma- dt.i bedelaar op zijn ingevallen schou- half kasteel, half boerderij, dat her- ningen en raadgevingen. Monica sprak ders getikt had. Hij vraagt aan ieder- inneringen in haar opwekte. Daar echter met niemand over haar liefde- een of men Benny ontmoet heeft, was het dat zij eenige weken geleden werk, zij had er behoefte aan zich dan zegt hij dat Benny teruggekeerd gastvrijheid had gevraagd voor haar op te offeren, om haar ledige uren is, en dat hij hem gaat opzoeken, vader, dien zij stervend waande. Haar aan te vullen en aan haar droevige Dat doet hij honderdmaal per dag, bloed dreigde nog te stollen bij deze mijmeringen te ontkomen. n men heeft nooit te weten kunnen gedachte en zij bedacht, wat er ge- Wanneer de oude Jacob in een praat- komen, wie Benny was." beurd zou zijn, als zij in plaats van zieke bui was, onderhield hij zijn be- Deze mededeeling brak het ijs tus- over de heide, den weg naar het dorp zoekster over de pracht van Burgau- schen Jessy, die tot nog toe gezwegen gegaan was. Monica had haar vader Hou e, over het voordeel, dat hij. Ja- had en haar nieuwe gouvernante, niet teruggezien. Zij wist alleen, dat cob, door zijn getrouwheid en zijn Jessy de Burgau keek Monica van ter- het hem beter ging, dat hij weldra diensten steeds aan de beide takken zijde aan en zei, terwijl zij op den steel hersteld zou zijn en dat hij zich met de be.oemde fami ie had bezorgd, harer zweep beet: „Binnen een half zijn tijdelijke werkzaamheden on- Hij beschouwde het huis Burgau zoo uur zijn wij aan de pastorie en zullen ledig hield. eenigszins als het zwart eikenhouten Crace, Foi en Jim zien." Monica hoopte nog de sombere buffet n de eetzaal, dat niet blonk „Wie zijn Grace, Foi en Jim," vroeg jongedame te ontmoeten, die haar en zijn luis er niet behield dan door de Monica lachend. vroeger zoo welwillend had ontvan- zorg en ijver waarmede Jacob het „Wei de kinderen van mijnheer doch de boerderij scheen verlaten, wreef. Clepir?n«. den geestelijke. waarom zij op haar schreden terug- Vooral sprak hij veel over den jon- De kinderen van..O ja, zei keerde, uit"vrees van te laat te komen, gen lord Jean. Na dezen naam me een Monica, die zich eensklaps herinner- jvjjej. daarna kwam zij bij de soort tegenzin te hebben ui gesproken, de, dat zij in een protestantsch land pastorie aan. Een kleine bolwangige zocht hij dit onde werp met een blind was. dienstbode bracht haar In een vertrek, stijfhoofdigheid. Zijn her.nneringen Uw priesters trouwen niet, zei dat vrooHjk verlicht werd door een waren onuitw.sbaar en hij stelde Jean Jessy, die haar laatste vooroordee- helder vuur en op het eerste gezicht aan Monica voor als een held, vlug len vergat in de belangstelling, die een g,.oot gezelschap scheen te be en dapper, ja bijna volmaakt, zelfs deze opmerkingen bij haar opwekten. vatten. in zijn jeugdige afdwalingen, of onbe- „Zij leven zonder huisgezin, zonder Men was bezig thee rond te dienen, zonnenheid. kinderen. Wat is dat zeldzaam, zon- Monica kwam in het vroolijk gezoem Maar hoe hij ook babbel da, de oude derling.van da toebereidselen, waaraan ieder Jscob verloor nooit net noofQ ondsriKS Monies hsd kunnen sntwoorden, son werkzssm deel scheen te nemen* Zijn schijnbare zorgeloosheid. dat het zonderlinge meer in het tegen- jessy stelde haar gouvernante voor Hij v rtelde Monica niet meer dan overgestelde geval gelegen was, maar dominee Clenman en aan de vrouw bij meende dat zij weten mocht het uur en de plaats schenen haar des huizes. De predikant met zijn De ondeugende profetie van Jacob waarschijnlijk niet geschikt voor een ]ange en ^jn witte das leek een werd werkelijkheid. Jessy bad zich discussiezij zweeg althans. kalme gemoedelijke man. Mevrouw reeds half onde worpen, hetzij dat de „Wij hebben enkele papisten..— Clenman vertegenwoordigde het type lekkernijen haar troostend vermogen katholieken wil ik zeggen, In deze der Engelsche matronen van haar hadden verloren, hetzij dat haar vrou- streek. Wij zijn niet onverdraag- stand. wel ijk weerstandsvermogen ni:t die zaam. Kijk, daar is juist het villa- Blijkbaar ging haar niets meer hoogte bereikte, als bij haar broeders, tje, dat een van uw priesters spoedg aan het hart dan de zorg voor man en Zij kwam uit haar a zondering te zal betrekken." kroost. voorschijn, en verscheen aan den fa- Zij wees met de zweep een verval- Had Monica zich kunnen denken familie-disch met een lang gezicht, len huis met kleine deuren en vensters ;n het huis van een dokter notaris bleeke wangen en roode oogen. Zij aan, waarvan het dak aan den voor- 0f koopman, dan zou zij dit achtbaar vroeg haar vader verlof om een be- kant verzakt was. Het huis stond te echtpaar hoog geschat hebben, maar Zoek aan haar vriendin in de domi- midden van een verwaarloosden tuin, hijde gedachte aan het ambt van haar neeswoning te brengen. die in dit seizoen meer op een moeras gastheer gaven zelfs zijn huiselijke Ja, op voo. waarde dat miss Mo- dan op een tuin geleek. deugden haar een gevoel van ver- nica u vergezelt, antwoordde sir „O, zei Jessy, wie de verdrie- Jegenheid en gedruktheid. KleSZijner «ge uitdrukking van Monica's gelaat maakte ook kennis met twee ter weinig indruk maakte. niet ontging, „als u hun kapel zag hloejende mpisjps riip anppn wflt for~ru Jessy onderwierp zich en voor de Na deze opmerking met een vroo- h J Tirn eerste maal sedert haar komst op Black- lijk gelaat ten beste te hebben gege- j k een getrouw evenbeeld horn zag Monica zich het hek openen, ven, gaf zij Martin een goed gemikten ^Triin 3rs ülf w^er nog eeS waardoor zij met haar vader binnen- zweepslag en reed met triomfante- troep^kinderen Engels en meisjes gekomen was. lijk gezicht op de met zand bestrooi- p „f, ..A Ridge, het naaste dorp, lag nog op de plaats van een vroolijk, wit ge- werden maar j J een fe vrij grooten af tand, waarom de beide pleisterd huis, dat een behaaglijk uit- u i" jongedames gebruik maakten van een ziende veranda en een stoep met ijze- Monica, die aan de „thee deelnam, laag rijtuigje, getrokken door een ruig- ren hek had. was verbaasd door den overvloed harig paa d, dat slecht ten halve af- Door de groote heldere ruiten be- van spijzen een enorme koek, nog gericht was en wat op een grijpvogel merkte men een verzameling winter- rookend, aan welks toebereiding Jes uit de wapenkunde geleek. Jessy stond planten, waaronder bloeiende gera- sy wellicht had medegewerkt, vruch- er echter op, dit excentrieke dier te niums. erl' biscuits, marmelades, stroomen besturen. Buiten was een zorgvuldig onder- van thee, groote en kleine wafels ver- Blackhorn had geen anderen uit- houden gazon die, met altijdgroene schenen en verdwenen met haast gang dan op de heide, waarop men heesters omringd, het winterachtig sprookjesachtige snelheid. Jessy bab- eerst geruimen tijd moest hotsen voor aanzien wegnamen. Een jonge dienst- belde met een vroolijke schittering men iets, dat op een weg geleek, be- bode kwam om het paard bij den teu- 'n baar koolzwarte oogen en een even reikte. gel vast te houden en Jessy stapte van vroolijken blos op de bleeke wangen, Jessy bestuurde haar span met bi- haar zetel af en zei tot Monica; „U vermaakte zich en ontving met voor rondere handigheid. Bij een stijging zoudt de boodschappen kunnen gaan komendheid de eerbewijzen van allen van den bodem vertraagde het paard, doen, die tante Araminthe u heeft zonder veel van haar aanmatiging Martin, zijn onregelmatigen draf. opgedragen en van de gelegenheid verliezen. Monica bemerkte een ouden bede- gebruik maken om in het dorp uw Toen de beide dames vertrokken, laar, die aan den kant van den weg zat inkoopen te doen. Ik zal u hier wach- geliedde dominee Clenman hen tot tegen den stam van een boom geleund, ten." aan hun rij tuig. De jongedame zocht een aalmoes en Zij liep de hardsteenen treden op, Martin draafde weldra den grooten de man kwam naast het rijtuigje, dat die als marmer gepolijst waren. De weg op. Jessy wierp over haar schou- Stapvoets reed. met blinkend koper versierde deur der een blik a hterwaarts en keek Hij keek Monica aan en een straal ging open, Monica die zich reeds in toen naar Monica in de verwachting van vreugde en hoop verscheen op zijn de richting van het dorp verwijderde, dat zij een oordeel zou uitspreken, vermagerd, bleek gelaat. Monica zag, hoorde een dubbele welkomstkreet Monica zweeg echter, dat hij volstrekt niet zoo oud was en Jessy verdween in het inwendige „Beminnelijke lui, nietwaar," be- als zij gedacht had, maar zijn verwar- van de aardige domineeswoning. gon Jessy. de haren, zijn versleten kleederen, Monica, die de hoofdstraat van het „Zeer beminnelijk," antwoordde Mo- die slap om zijn magere ledematen dorp Ridge ingeslagen had, was spoe- nica ernstig. „Zij schijnen zeer aan neerhingen, droegen er toe bij, hem dig met haar boodschappen gereed, u gehecht te zijn." den schijn van hoogen ouderdom te doch daar zij Jessy nog eenigen tijd „O, waarom zouden zij niet," her geven. Hij sprak tot Monica: „U vrijheid wilde laten, liep ze een laan nam Jessy nonchalant. „Wij zijn hier ljebt Benny ontmoet en hij wacht thuis van notenboomen in, waar de dorre de eenige met lady Hedwig Reading op mij. Ja, die kleine Benny." bladeren en de zwarte notenschalen van High-Grange. Zij zijn verplicht Toen Monica hem verwonderd aan- reeds spraken van den laatsten pluk. sir Reading links te laten liggen zoo- keek, ging hp yoortjft qi®i>t mooi Monica verheugde zich- dat Jessy als wij en dus zijn ze geheel op ons aangewezen. Zrj ajn van Blackhorn afhankelijk. De plaats van mijnheer Clenman behoort aan mijn vader, of liever mijn vader beschikt er over. U hebt wel gehoord hoe Malcolm mij dien avond beknorde over de pastoriedat was omdat Franck en Jacob er als vrien den verkeerden. Die deden dat uit] verveling om Clenman geven zij' minder dan om hun eerste vos. Ik hou van Grace en Foi, maar om Jim' bekommer ik mij niet. En u," vroeg zij met de meest mogelijke oprecht heid. Miss Jessy weigerde voortaan de diensten van Monica niet meer met! de beslistheid van vroegerwel toon»' de zij zich geen ijverige leerlinge en' buiten de regelmatige lessen, die Jes sy wel wilde ontvangen, behield Mo» nica nog eenige vrijheid. De heeren van Blackhorn behandel-' den. haar ongeveer zooals Jessy, dat wil zeggen zij schonken haar niet de minste aandacht. Hoewel Monica de Burgau's niet als een gewone familieen beschouw de, schreef zij het meerendeel dei eigenaardigheden, die haar troffen, aan de afwezigheid eener moeder toe. De ongebreidelde vrijheidszucht, de teugellooze ruwheid, die door een schijn van beschaving slechts gedeel telijk werden verborgen, ontgingen haar niet, maar zij kwam zoo weinig in aanraking met het mannelijk deel der familie, dat zij er weinig van te lijden had. Zij had spoedig bemerkt, dat het gezag geheel berustte in de tengere handen van sir Bear. De invloed, ja het overwicht van den kleinen baronet wekte eerst verwondering bij haar, also het iets bovennatuurlijks was, doch zij schudde dit denkbeeld van zich af om in hem niets meer te zien dan een hoogstaand edelman, wel een weinig bits, doch vol gezonde be ginselen. Josiah was na zijn vader het hoofd der familie. Hij was intellectueel betei ontwikkeld dan zijn broeders en ook beschaafder, terwijl zijn lichte ge brekkigheid hem niet belette voor een knap cavalier door te gaan, zelfs naast de edele en reusachtige gestalte van zijn ouderen broeder Malcolm. Bij dezen sloot de bizondere lichame lijke ontwikkeling nu uist het flin ke verstand niet uit en hij beschikt6 over een echt practischen zin. Hoofd en armen waren dus wel ver tegenwoordigd in de familie de Bur gau maar het hart vond er geen plaats, althans Monica had het nog niet hoo- ren slaan. Misschien was er weinig voor te doen. De ongedame gebruikte haar ledi ge uren vaak om Jacob te bezoeken. Terwijl zij den eenzamen lijdenden oude verzorgde, troostte zij zich een weinig, dat zij haar vader niet kon oppassen en zij hoopte dat Patrice O'Hava een even goede verzorging zou vinden, als zij aan Jacob ver schafte. Op een morgen tegen het einde van November ontwaakte Monica met een voorgevoel, alsof er dien dag een ge wichtige tijding voor haar zou ko men. Zij verwachtte een gebeurtenis, die een gewichtigen invloed op haar lot zou hebben. Zou het schip, dat haar vader moest meenemen, in de haven van Burn aankomen, zou op Blackhorn tijding van Jean de Burgau komen, o zou deze beschermer zelf komen om Moni ca van haar verplichting te bevrij-' den, zoodat zij zich met haar vader zou kunnen inschepen en deze waar dige grijsaard in de nieuwe wereld een nederig tehuis bereiden De voormiddag ging echter voorbij, zonder dat er iets gebeurde om deze verwachting te vervullen. Na het twee de ontbijt gingen de heeren van Black horn gezamenlijk naar de stad Bo rough, en Jessy kreeg toestemming om hen te vergezellen, op voorwaar de dat Harry zich met haar zou be lasten. f.Wordt vervolgd). p <T> P <T> 3 P O-P g'^y.kW ^-1 P n> hS _<l|o •3 S c> rt> m. ft <b I? 3 3 'O ÖlS.3 l PI6® re _.g3 re R. F p.S-g-'SL'ö - Sta a 3 ft. D a "X 'SS a* k' ei £3 £3 0» S Wö CL y J »rt C »ra523 S rr" cr m »-J l_H B i 5 aTjn - et P i X* 3 Cu i f5, 5 2? éu-lA F«aü g.3'SP .P» lfr& 4 Harry was niet van dien aard om een groot aantal noodelooze vragen te doen, ofschoon dwaze zoowel als verstandige vragen voortdurend in zijn werkzaam brein opkwamen. Deed hij dan ook een of andere vraag, dan had hij daarmede steeds een bedoe ling. In het eerst kwam het hem niet vreemd voor, dat zijn vader vaak van huis was, maar toen deze na een lange afwezigheid maar niet terugkeerde, werd Harry onrustig. Hij verlangde weer eens te grabbelen in de groote reistasch en surprises daarin te vin den in wit papier gewikkeld en met rood koord dichtgebonden. Hij ver- verlangde zeer naar zijn vader. Nadat hij zijn hoofd langen tijd met de las tige vraag vermoeid had en tot geen conclusie komen kon, begaf hij zich bedaard en plechtig naar zijn moeder" s kamer om haar de kwestie voor te ,leggen. Zij zat voor haar lessenaar tn een rose japon gehuld, de fraaie haren in krullen langs haar slapen en de lip pen vastberaden met een harden trek opeengeklemd» Zij had Harry's stap in de gang gehoord en, zonderling, Zij wist, dat-hij haar de vraag zou ko men doen, die zij bang was te beant woorden. Zij trok hem tot zich met een uitdrukking van teederheid op haar gelaat Zij was trotsch op haar flinken kleinen knaap met zijn ernstige donkere oogen, zijn welgevormd hoofd met het zachte bruine haar. „Wel Harry," sprak zij, terwijl zij zijn kin oplichtte, „heb je prettig gespeeld op het plein Harry knikte. Zijn oogen waren op den draak gevestigd, die als presse- papier diende, doch zijn geest was geheel vervuld met de vraag die hij zijn moeder kwam stellen. „Tilly zegt dat vader langer weg- gebleven is dan hij nog ooit gedaan - heeft" Hij wrong Zich los uit haar om helzing en zijn ernstige oogen zochten in de hare naar een antwoord. „Wanneer komt vader terug, moe „Ik ik weet het niet, Harry," sprak zij aarzelend en Harry was slim genoeg dit op te merken. Plotseling trok zij hem weer tot zich. Zij had behoefte hem aan haar hart te druk ken om haar leed en verdriet te ver zetten. „Waarom weet u dat niet," vroeg Harry na eenige overweging. Hij stond rechtop en ernstig voor haar met de handen op den rug. „O, HarryHaar lippen trilden en haar oogen vulden zich met tranen. Je kan het niet begrijpen beste jon gen maar als ik je zou vertellen dat je vader nooit meer in di huis zal terugkomen, wat zou je dan zeggen „Is hij dood?" De schrik sloeg hem om het hart. Niet dat hij geheel be greep wat dood zijn beteekende, maar het was naar zijn meening toch zeker heel akelig. „Neen," sprak zijn moeder hoofd- schuddend en de tranen rolden over haar handen, „neen, hij is niet dood, Harry „Dan behoeft u ook niet te chreien, moederzei hij troostend. Hij hield niet van tranen. Hij sch eide zelf hoogst zelden, want Harry was een zonderling klein kereltje die wonder lijk verschilde van andere knapen van zes jaar. Zijn moeder boog zich over hem heen en kuste hartstochtelijk zijn ont steld gelaat, doch hij beweerde, daar van niet te houden, omdat zijn vader eens gezegd had: „Jongens houden er niet van gekust te worden, niet waar Harry Hij had ontkennend het hoofd geschud, niet wijl hij wer kelijk een hekel daaraan hadinte gendeel als zijn moeder hem kuste, gaf hem dit een aangenaam, warm, veilig gevoel, maar omdat zijn vader, die meer wist, dan iemand ter wereld, afkeurend daarover sprak. Hij had juist dien dag veel daarover nagedacht Hij herinnerde zich duide- ülk, d«t zfj-n vader vroeger ver zot op was als zijn moeder. Hij had wel eens gezien, dat zijn vader zelfs :";'in moeder zoo onstuimig gekust had, kï Zj om §enade riep. Nadat zijn moede- hem losgelaten en hem gezegd had, dat hij stil moest zijn als een brave jongen, tot zij haar brief afgemaakt had, ging hij naar het raam en keek op de met sneeuw be dekte straat. Hij stond zóó lang in één houding, dat zijn eene voet in slaap raakte en hij er mee moest stam pen om de verdooving te verdrijven. Hij bedacht zich echter, dat hij zijn moeder niet storen mocht en begon daarom zijn been te knijpen en ter wijl hij zoo kneep, schoot hem plotse ling een tooneel te binnen, zooals ver verwijderde vroolijke dingen in het geheugen opduiken bij nare tijden. Het was een herinnering uit lang ver vlogen tijd, toen hij nog heel klein was, dat zijn vader met hèm op den eenen schouder en een geweer op den anderen door de kamer holde en een jachtliedje zong, waarin voorkwam van een wit konijn, dat hq schieten zou. 'fSZfjn moeder, die volstrekt niet van die dolle spelletjes hield, was binnen gekomen en alle drie hadden om het hardst gelachen, doch toen hun vroo- lijkheid wat bedaard was, had zij ge zegd „Wees asjeblieft voorzichtig, Bob. Ik ben bang voor zulke spel letjes met een geweer." En zijn groote, sterke vader, die voor niets ter wereld bang was, had haar uitgelachen, om haar vrees en hen beiden in zijn groote sterke ar men gesloten. In de herinnering aan a! deze din gen had Harry zijn slapenden voet geheel vergeten. Hij dacht nu over de verandering, want ofschoon vaag en onduidelijk, wist hij dat een droe vige verandering in het huisgezin was gekomen. Zelfs Tilly had gezegd „Je vader is langer weggebleven dan ooit te voren." Dat was volkomen waar en den meesten tijd waren zijn moeders oogen rood van schreien en voortdurend klaagde zij over hoofdpijn. Hij bracht zich den dag te binnen, waarop zijn vader vertrokken was, toen hij luide, toornige stemmen in zijn moeders kamer gehoord had. Hij had paardje gespeeld in de gang, toen dit luidruch tig gesprek hem een kil gevoel bezorgd had. Hij had zijn spel gestaakt en voorzichtig de deur geopend. „Ga weg," had zijn vader bevolen op een toon, die hem buitengewoon vreemd in de ooren had geklonken en zijn moeder, die hem steeds in be scherming had genomen, had nu stil gestaan en hem met wezenloos sta rende oogen aangezien. Toen hij weer buiten de kamer was, verschrikt en verwonderd, had hij op woedenden toon hooren zeggen„Ik kom nooit terug, vóór dat je mij zult laten roepen „Dan zal je nooit terugkomen Dit dreigend antwoord was gekomen van zijn lieve moeder en de arme, klei ne Harry was bedroeld de achtertrap afgegaan in de hoop den jongen van den groenteboer te vinden of den praat zieken waschbaas om afleiding te vin den voor zijn droevige gedachten. Hij herinnerde zich ook nog dat later op dien gedenkwaardigen dag toen hij aan den lunch zat alleen met de opgewonden Tilly, zijn vader in de kamer was gekomen. „Je kunt heengaan," had hij tot de verbaasde Tilly gezegd. Toen had hij een stoel aan Harry's zijde getrok ken. Hij was geducht trotsch op zijn kranigen kleinen Harry, met zijn ern stig gezicht en zijn drift was bekoeld toen hij dit zachte gelaat aanraakte en zijn vingers door de bruine haren streek. „Hebt u geen honger," had Harry gevraagd, ofschoon dit geen gewone vraag voor hem was. „Neen jongenlief," had zijn vader met gesmoorde stem geantwoord. En daarop had hij gezegd „Ik ga heen, Harry. Zul e een brave jongen wezen Deze vraag had Harry niet onge woon getroffen. Dat ftaa zijn vaaer altijd gezegd, als hij op reis ging. De langdurige omhelzing echter van zijn vader had hem vrees aange aagd en toen hij zich had losgewrongen had hij verlegen lachend gevraagd „Brengt u mij een mooi wit konijn mee, vader Van dien tijd af was het leed in Harry's leven gekomen, want voor de eerste maal was het toen gebeurd, dat zijn vader geen aandach chonk aan zijn verzoek. Hij had zijn vraag een beetje ongeduldig herhaald „Brengt u mij een mooi wit konijn mee, vader „Een konijn, Harry?" Ja, dat zal ik doen, mijn jongen," had het af getrokken antwoord geklonken. Toen had hij hem nog eens omhelsd en was de kamer uitgesne.d, zonder nog een enkele maal naar zijn verbaasden kleinen Harry om te zien. Al deze dingen gingen Harry door het hoofd terwijl hij doodstil aan het raam stond en op de witbesneeuwde straat keek. Toen schoot hem door het hoofd, dat zijn vader hem het konijn wel kon zenden vroeger had hij ook wel als hij lang wegbleef, de verlangde geschenken naar huis ge zonden. Vóór hij verder dacht, zei hij hard op „Ik zal mijn vader schrijven en hem vragen het konijn niet te ver geten." Zijn moeder keek hem verstrooid aan. Toen' Harry lachte wijl zijn aan dacht getrokken werd door eenige knapen die sneeuwballen wierpen, ging zij weer met haar schrijven ver der en stelde zich gerust met de ge dachte, dat Harry in elk geval nog te jong was om hem over de langdurige afwezigheid van zijn vader te spreken. „Harry," sprak zij eenige minuten later, „breng dezen brief bij Tilly en zeg haar dat zij hem dadelijk op de post brengt." Harry sprong op haar toe. „Moeder," riep hg, hinkend op een voet, „wil u een brief voor mij schrij ven „Nu niet, Heveling," antwoordde zijn moeder, terwijl zij haar fraaie lokken met een vermoeid gebaar ach terover streek„moeder heeft zware hoofdpijn." Harry bood zijn wang aan voor den onvermijdelijken kus waarop hij weg huppelde. Tilly, die den blos van gezondheid, welke zij van het land medegebracht had, nog niet verloren had, zat bij de keukentafel appelen te schillen. Er lag een vrij groot aantal jaren tus- schen hun beider leeftijd en toch was Harry zoo oud als Tilly en Tilly zoo jong als Harry. Zij waren dan ook bijzonder goede vrienden. „Kun je schrijven, Tilly," vroeg Harry, terwijl hij op zijn teen en bij de tafel stond. „Schrijven," vroeg Tilly eenigszins verontwaardigd. „Dat denk ik wel. Ik ging naar school toen ik zoo oud was als jij en ik heb tot mijn veertien de jaar school gegaan. Ook buiten de school heb ik veel schrijven geleerd. Dus...." „All right," viel Harry haar in de rede, die weinig nieuwsgierig was naar de bizonderheden van Tilly's opvoe ding. „Heb je papier?' „Zeker zei Tilly, den appel dien zij geschild had, neerleggende. „Ik schrijf elke week naar huis en heb ze s ge parfumeerd papier. Dat wordt mei rood .'ak dichtgemaakt." „Zoo," vroeg Harry. „Wel Tilly," ging hij voort met een voorkomen van gewicht, „wil je dan een brief voor mij schrijven „Zeker wil ik dat," Tilly zette de appels neer en keek Harry nieuws gierig aan. „Aan wie „Aan mijn vader," antwoordde Har» ry en, ofschoon onwillekeurig, richtte hij zich met zijn kleine gestalte zoo hoog mogelijk op, trotsch als hg was op „zijn vader." „Gekheid," zei Tilly, „Je weet niet eens waar hij is." Harry's vroolijk gelaat betrok. „Neen," zei hij, „daar heb ik nooit om gedacht, maar ik zal het moeder gaan vragen." Hij Keerde zich om, maar bleef eensklaps staan. „Ik vergat, Til ly, dat ik haar niet lastig mag vallen. Zij heeft zoo'n zware hoofdpijn." „WachtTilly zag den brief dion Harry in de hand had. „Laat mij eens zien, en haastig greep zij naar den brief. „O ja," rier "Tarry, „ie zou dadelijk dezen brief gaan wegbrengen." „O," riep Tilly verrast. „Dit Is een brief voor je vader, Harry. en je be hoeft je moeder niet om hot adres te vragen. Ik wed dat hij hier in de stad is." Toen zocht Tilly haastig de doos met postpapier en Harry klapte in de han den en sprong en huppelde van ple zier. „Nu," sprak Tilly, terwijl zij aan. de tafel ging zitten en het potlood in den mond stak. „Wat moet fi< schrijven „SchrijfHarry bezon zich. „O ja, het is over het witte konijn, Ik denk, dat hij het vergeet en daar om wou ik hem schrijven dat hij het zou sturen of nog liever dat hij het zou brengen." „Goed T" Tilly boog het hoofd, tot haar neus bijna het papier raakt». „Ik za beginnen: Lieve Vader... „Neen," zei Harry. „ZetMijn lie-' ve vader" en, alsof het hem plotse-' ling ngegeven werd ging hg voort) „Ik mis u zoo en moeder ook. Schrijf dat Tilly, wil je „O jawel," antwoordde TTOy. „Schrijf dan, dat zij nooit meet lacht en veel weent en altijd hoofd pijn heeft en eiken dag eenzamer wordt, zoodat ik liever naar bed ga dan opsta. Ik wou zoo graag dat u thuis kwam. Ik verlang zoo naar u Harry hield op. „Je verlangt ook naaT hem, nietwaar Tilly „Zeker," verklaarde Tilly oprecht en Harry merkte op, dat Tilly zuchtte op een manier, zooals zijn mama deed, als hij het een of ander vroeg. „Schrijf dan Tilly verlangt ook naar u en moeder moeder toch zeker ook.' TÜly." j Nu deed Tilly geen moeite om haar aandoening te verbergen maar snik te luid. „Zij verlangt hard naar hein, Harry," snikte zij, „maar zij is te trotsch om het te zeggen. Ik weet het.' Ik verzeker je, Harry, dat zg hard naar hem verlangt, maar zq zal nlefc naar hem toe gaan." „OTilly's mededeelingen waren;' Harry niet zeer duidelijk, maar hij; meende dat het beste zou zijn het zod' te schrijven. j „Schrijf dat dan maar, Tilly i Moe-, der verlangt hard naar u, maar Tillys zegt dat zij te trotsch is om het te zeg gen en ik verlang naar het witte konijn, dat u mg vergeet te zenden, maar Bc had liever dat u het brengt Het ligt in den winkel van Hale en hij zegt dat het goed groeit Kom dus asjeblief gauw en haal het voor mij van Harry Hunting??); Het blad papier was hier en daar gevlekt door Tilly's tranen, want z§ was een gevoelig meisje. „Ga gauw je goed aandoen, Harry," sprak zij, „dan kan je mee naar de post gaan om deze brieven weg te brengen. Misschien hebben wij dan nog weltijd om neeuwballen te gooien" „Ha, ha," riep Harry, in de handen klappend van vreugde. „Ik heb een postzegel opgezocht dien zal ik je geven," sprak zij, ter wijl zg het adres schreef. ..All right" riep Harry, terwijl icQ wegsnelde om zijn Jas te gaan aaatrefe-, ken. Toen hg terugkwam, nA hg op ve»i trouweigken toon i „Nu ksbben wft samen een geheimpje niet waar Tit ly. Je zult het toch niet vertellen wel „Neen," verklaarde Tffly op va»; ten toon, „ik vertel geen geheimen. Harry voelde zich het overige vao den dag niet meer eenzaam. Toen x§ terugkeerden ging hg naar boven ma kwam met een verzameling blokken terug. En terwijl hij op den vloer speet- de, werkte Tilly onder het neurite van vroolijke deuntjes, en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 7