„ONS BLAD
BUITENLAND.
6EMEN6P NIEUWS
8ECLAME TABAK
Vrijdag 10 tëaart 1922.
14e jaargang.
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar
VERSPREIDS BERICHTEN
KOSTE BERiCHTEN.
GROEN MERK
rio. 429
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
59
Voor bui:en Aikmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Advertentieprijs:
Van l—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames
per regelt 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, t 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,-
HET NIEUWE SPAANSCHE
KABINET.
Sanchez Guerra heeft een nieuw ka
binet gevormd, waarin Prida de por
tefeuille van buitenlandsche zaken ge
nomen heeft.
DE CONFERENTIE TE GENUA.
Over Amerika's weigering om aan
dn conferentie van Genua deel te ne
men wordt nog gemeld:
Het Amerikaansche standpunt is,
dat het deelnemen aan eenige algemee
ne Europeesche economische conferen
tie thans onmogelijk is wegens het vol
komen in gebreke blijven der Europee
sehe mogendheden om geschikte maat
regelen tP treffen tot herstel der oor-
lngsvorwoestingen en het stabiliseeren
van haar economisch leven. Tevens
wordt geloofd, dat de vrees met de re
geering van Moskou in aanraking te
worden gebracht, bij de weigering een
rol heeft gespeeld
DE FTNANCIEELE CONFEREN
TIE^ TE PARIJS.
Naar de ..rhicago Tribune" meldt,
zal Roland W. Boyden, de Amerikaan
sche gedelegeerde voor de schadever
goeding, als niet-officieel ..waarnemer"
de conferentie der geallieerde minis
ters van financiën te Parijs bijwonen.
Hij heeft de uitnoodiging daartoe aan
genomen op grond van het feit. dat de
ze conferentie slechts een voortzetting
is van de bijeenkomst der ministers op
13 Augustus 1.1.
De in de conferentie te behandelen
quaestie, waarbii Amerika, het meest
betrokken is, is die deT betaling van do
kosten der geallieerde legers in
Duitschland
De conferentie der geallieerde mi
nisters van financiën is te Parijs ge
opend.
FIUME.
Bericht wordt, dat uit verschillende
Italiaansche steden groepen fascisten
op weg zijn naar Fiume.
Tegenmaatregelen zullen waarschijn
lijk worden genomen om iedereen, die
geen burger van Fiume is. te beletten
de grens over te gaan.
DE IERSCHE KWESTIE.
Het Engelsche lagerhuis heeft het
Engelsch-Iersche verdrag met 295 te
gen 52 stemmen in derde lezing aange
nomen.
Tegen het eind der bespreking van
het wetsontwerp zeide Churchill, dat
de sterkte van het leger van den vrij
staat niet boven de 30.000 man zou
zijn, maar minder, als Ulster niet tot
den vrijstaat toetrad.
Ten aanzien van de hypothetische
quaestie, wat er gebeuren zou indien
Ierland de republiek instelde, legde
spr. den nadruk op de enorme macht
van het Britsche rijk, alsmede op de
Engelsch-Iersche economische betrek
kingen. Hij uitte de meening, dat Ier
land volledig geisoleerd zou zijn in de
oogen der geheele wereld, indien het
het verdrag verbrak. Hij sprak verder
vertrouwen uit in de Iersche leiders.
De toestand is in Belfast zóó verer
gerd, dat de krijgswetten wederom zul
len moeten worden afgekondigd.
De staat van beleg is te Belfast afge
kondigd.
GRIEKENLAND EN ITALIë.
Goenaris heeft met de Italiaansche
regeering over de volgende quaesties
gesproken.
De vorming van een Middellandsche
Zee-entente tusscken Engeland, Italië
en Frankrijk.
Erkenning van koning Konstantijn.
waartegen Italië geen bezwaar zou op
werpen.
Interventie van Italië en de andere na
ties om een einde te maken aan den
Grieksch-Turkschen oorlog, voordat de
vijandelijkheden weer beginnen.
Internationale solidariteit ten gun
ste van Griekenland tot herstel van
zijn financieelen toestand.
DE ONRUST IN BRITSCH-INDIë.
De z.g. Akali Sitch-beweging in de
Pundsjab heeft thans een hoogst ge
vaarlijk stadium bereikt. Nauwgezette
waarnemers vergelijken den toestand
met dien van 1919, toen in de Punds
jab de beruchte bloedige opstand
plaatshad. Zelfs loyale en ordelieven
de burgers storten gelden in de kas
sen der noncooperators, uit gebrek aan
vertrouwen, n.l. dat zij anders niet zul
len worden beschermd tegen het optre
den der revolutionairen.
In het district Barabanki. dat se
dert eenigen tijd een broeinest is van
opruiing, voeren Khalifaatvriiwilligers
reeds sedert eenigen tijd een vinnige
campagne tegen de Britsche regêèring
haar ambtenaren en de politie.
In hun bijeenkomsten wekken zij uit
naam van hun godsdienst openlijk op
tot vernietiging van de Britsche regee
ring en het afmaken van alle Engel-
schen. De ondermijning van het gezag
is tevens een stimulans voor roof en
moord, dien thans in Barabanki aan
de orde van den dag zijn.
De Indische regeering heeft aan de
Engelsche regeering een telegram ge
zonden, waarin de herziening van het
verdrag van Sèvres geëischt wordt.
De Indische begrooting, die op het
oogenblik in de Wetgevende Vergade
ring van Indië aan de orde is, stuit op
krachtig verzet.
DE STAKING AAN DEN RAND.
De afgekondigde algemeene staking
heeft tot nog toe weinig succes ge
had. De spoorwegarbeiders, op wie
men de meeste hoop had gevestigd,
zijn bijna algemeen aan den arbeid ge
bleven. Het besluit om een algemeene
staking te proclameeren is gevallen
met. 61 tegen 27 sternen.
De correspondent van de „Daily Te
legraph" te Johannesburg meldt, dat
de straten daar ter stede schier geblok
keerd zijn door de massa's stakers en
dat het verkeer er onmogelijk wordt.
De gemeenteraad van Johannesburg
heeft met 17 tegen 16 stemmen een re
solutie aangenomen, die de bepaling
intrekt, welke behelst, dat alle gemeen
te-bea.mbten lid moeten zijn van hun
vakvereeniging.
Voorts meldt hij, dat van alle deelen
van het Randgebied melding wordt ge
maakt van wetsovertreding en dat de
communisten plotseling in actie zijn
gekomen en opstand prediken.
Gemeend wordt, dat de strijd thans
zal worden uitgevochten met de revo
lutionairen.
De commando's hebben opnieuw
dreigementen tot de politie gericht, ter
wijl in de nieuwe rechtbanken groote
knalbommen zijn ontploft. Dé houding
der politie is zeer kordaat. Tetwijl de
menigte werd verspreid stiet zij op 'n
bende inboorlingen, gewapend met as
segaaien en knotsen.
Bij den Prinrosemjjn ontstond een
gevecht. Twee stakers en twee inboor
lingen werden gedood; de mijn-direc
teur werd gewond.
Stakers hebben revolverschoten op
inboorlingen gelost, waarvan 25 wer
den gedood en gewond.
DE BRITSCHE POLITIEK IN
HET NABIJE OOSTEN.
Naar aanleiding van de publicatie
van de mededeeling der Indische regee
ring, waarin deze er krachtig op aan
dringt den Turkschen eischen op de
a.s. conferentie over het Nabije Oos
ten voldoening te schenken, deelde
Chamberlain gisteren in het Lagerhuis
mede dat Montagu, staatssecretaris
voor Indië, zijn ontslag heeft inge
diend, hetgeen is aanvaard.
ONTPLOFFING.
To Joseplistaidt in Bohemen heeft
'n ernst g ongeluk plaats gehad door
het on ploffen van handgranaten.
Biaar door het stuwen van het ijs
'n de Elbe een der bruggen gevaar
iep, poogden militairen het ijls-door
handgranaten te doen springen. Een
groote men'gte toeschouwers was
lang1; de rivier samengestroomd. P'lot
;el ng vlogen een aantal handgrana
ten n de lucht. Ben student, twee
arbeiders en een jongen werden ge
dood, twee personen ernstig gewond.
NA 42 JAAR.
In de „Times" van 15 Juli 1880
kwam een advertentie voor waarin
de nagelaten betrekkingen werden
opgeroepen van iemand, die in 1851
of 1852 op een der Zu'thie©-eilanden
gedood was. Thans heeft een a
ver ten f iebureau een brief .van ren
bewoon Lr van Sydney (N.Z. Wale
ontvangen, waarin nadere inlichtin
gen ov r die advertentie worde®
gevraagd.
GROOTE, DIEFSTAL.
Tijdens het vervoer per past van
Londen naar New-York .rijn tvvee
ko -tbare edelsieenenf tor waarde van
c'rca 8000 pand sterling" verdwenen
Br is een premie van 10 pClt. der
waard© u'tgriooM, voor dengene, die
nliéhtingen kan verschaffen, welke
tot ontdekk'ng van de steetien en ar
restatie van die- dieven zullen leiden
DE VESUVIUS IN ACTIE.
Uit Napels wordt gemeld, dat de
Vesuvius, die sinds 1906 rustig was,
teekenen vertoont van nieuwe werking
Sinds einde Februari borrelt weer gere
geld lava naar boven, tot dusver ech
ter nog niet over de randen van den
grooten krater.
EEN GOEDE VANGST.
Op de Gare des Invalides te Parijs
heeft een tweetal inspecteurs een in
dividu gearresteerd, met wien zij waar
schijnlijk een gevaarlijk inbreker in
handen hebben gekregen. Voor den
commissaris gebracht, weigerde hij ech
ter elke inlichting. AUeen deelde de
arrestant mede, dat hij geen vaste
woonplaats had en als een wilde leef
de in de bosschen van Fontainebleau.
De politie meent evenw el de identi
teit v. dezen geheimzinnigen inbreker
te kunnen vaststellen. Men heeft n.l. 'n
signalement gevonden, dat nauwkeurig
met den gearresteerde overeenkomt.
Het zou een zekere Faillart zijn, ge
vaarlijk recidivist, benevens verschil
lende malen veroordeeld en gezocht
door den krijgsraad wegens desertie
in vredestijd.
Bij zijn arrestatie werd op den be
klaagde een voUedig stel inbrekers
werktuigen gevonden, valsche sleutels,
loopers, nijptang, electrische zaklan
taarn enz. Het aantal inbraken, waar
van hij wordt beschuldigd, zou onge
veer honderd bedragen.
DE ZAAK-GRUPEN.
In de zaak-Grupen is plotseling een
getuige opgedoken. Iemand uit Slees-
wijk die zich bij de .politie heeft aange
meld met de bewering, dat hij op 29
December 1920, toen hij de wacht hield
op een scheepsreederij, een vrouw ge
zien heeft, die met. een Amerikaansch
schip van Nordenham naar Zuid-Ame
rika is vertrokken. Deze vrouw lijkt
zeer veel op de vrouw die Grupen ver
moord zou hebben.
BE STORM.
De it r.n die in he; Zu dal ijk gedeJ
te van Engeland, en het Kanaal
heeft gewoed, was da heftigste, die
ooit hier opgeteekend is. Op soni-
m'ge ©ogenblikken bereikte da wind
een snelheid van 108 mijlen per uur
terwijl het recordcijfer tot nu toe
103 mijlen is grweest.
Nader wordt gemeld:
De storm heeft in het Rijnland heel
bar gewoed en vele slachtoffers ge
ëischt. Van een fabriek bij Erkrath
viel een muur om. Dertig werkHeden
werden onder het puin begraven, acht
dooden werden er reeds onder uit ge
haald.
Bij Krefeld viel een zware boom om
die op een vol tramrijtuig trecht kwam
Twee dooden, een zeer ernstig ge
wond. Van een fabriek te Krefeld woei
een schoorsteen om. Twee dooden, 2
gewonden.
Twee arbeiders werden door een
windhoos gegrepen en tegen een muur
geslingerd. Zij kregen zulke hevige
wonden, dat er aan een genezing ge
twijfeld wordt.
De brandweer te Dusseldorf werd in
twee uur dertig maal gealarmeerd.
Uit Weenen wordt gemeld, dat
zioh nieuwe moeilijkheden hebben
voorgedaan tusschen Hongarije en
Oostenrijk, naar aanleiding van het
feit, dat Hongarije een derde van het
West-Hongaarsche gebied voor zich
opeischt. De Oostenrijbsche regeering
heeft geweigerd aan. een der gelijken
cisch gevolg te geven.
De „Freiheit" beschuldigt dr.
Hermes er van, dat hij zich heeft laten
omkcH.pendr. Hermes heeft tegen
de „Freiheit" een klacht ingediend.
De prins van Wales zal een
maand in Japan doorbrengen. Hij zal
op 12 April te Tokio aankomen.
Dj ontzettende ramp te
Genemu'den
In aansluiting op ons vorig bericht
zij nog vermeld:
Door den Zuiden- en Zuid-Westen
wind was het water de laatste dagen
in de Zuiderzee opgestuwd naar de
Qverijsselsche kust, waaraan deze ge
heele streek zijn overstrooming te dan
ken heeft. Dit moet wel (hans als de
oorzaak worden aangemerkt van de
vreesdij lie ramp, die het stadje Gene-
muideu Woensdag jjetroffen heeft.
Woensdagavond zes uur kwam de
stoomtram ZwolleBlokzijl aan de
„Noorde", de halte waai- de passagiers
voor Genemuiden afstappen.
In de tram bevonden zich o. a. de
turgiemeester van Genemuiden, H. J.
Groote Balderhaar ten Velde, en zijn
vrouw, die terugkwamen van Spaarn-
dam, v/aar de vader van den burge
meester woont, die jujst dien dag 80
jaar was geworden. De veerman, Thijs
Vellhuis, was er met de roeiboot, maar
mevrouw Groote durfde bij den vlie
genden storm niet in het bootje en
zeide: „Haal mij de pont". Er stonden
14 menschen te wadhte®. Was het de
burgemeester niet geweest, dan, naar
TABAKSFABRIEK
,DE WAKENDE LEEUW"
ROOD MEUK
BLAUW SÜERK
PRIM KWALITEIT
BILLIJKE PRIJZEN
I. R. HEUSS
LAAT A125 - ALKMAAR
overlevenden het „Hdbd." meedeel
den. had de veerman geweigerd de
pont te halen. Nu bracht hij de cou
ranten, die met deze tram altijd aanko
men, over, en keerde met zijn zoon
Tan mét de pont terug. Onderwijl wies
het water met geweld en de storm
stak steeds meer op. Het electrische
liebt, dat op dien kant van den oever
is aangebracht en een sterkte heeft
van 300 kaarsen, die het water tot aan
de overzijde verlicht, wilde door een
nog niet opgeloste oorzaak niet bran
den, De gemeente-opzichter HeUemthal
was bij de passagiers. Enkelen, die het
niet vertrouwden, vroegen: ,,Zou de
kabel hel wel houden?"
„Het is een nieuwe kabel, dje houdt
het wel. was het antwoord.
Toen gingen de 14 menschen, die
daar in het barre weer stonden, in het
roeibootje en vandaar op de pont, daar
de pont deri wal niet kon bereikend
De veerman had veiligheidshalve het
bootje langs, van de pont van dén
overkant mee hierheen genomen. „Wat
zullen wjj een trek hebben," zeiden
de mannen legen elkaar en men had
dan ook wel, volgens ooggeiuigen, die
op de andere zijde de aankomst van
de trampassagiers afwachtten, een half
uur noodig om de pont los van de®
wal te krijgen. Alle mannen trokken
voor op de pont aan den kabel. Toen
deze een 20 meter van den oever was,
konden zij de pont niet meer vooruit
krjjgen, hoe zij ook zwoegden. 'Na
korten tijd zagen zij het hopelooze
van liun poging in. Op dit oogenblik'
ruimde de wind en liep iets meer naar
het Westen, waardoor de volle kracfht
van den storm en 't naar binnenvlie
gende zeewater op de pont kwam te
l^gen. Men had gepoogd den kabel
uit de achterste katrol te lichten, om
dc pont daardoor zoogenaamd te laten
gieren, waardoor zij vanzelf aan den
overkant zou zijn gekomen. Be druk
op den kabel was echter zoo groot,
dat men hem niet uit de katrol kon
lichten en de pont werd steeds meer
in het verlengde van de rivier geperst.
Men besloot naar de andere zijde van
de rivier terug te keeren, maar ook
in deze richting was geen beweging in
de pont te krijgen. Het duurde maar
kort, of het zware buiswater ging voor
over de pont en ook van achteren
begon zij water te scheppen.
Alles liep nu op het roeibootje toe,
behalve Dirk Timmerman, postbode,
die begreep dat het bootje overladen
zou worden. Hij bleef staan tot hij
voelde, dat het water hem begon te
lichten. Hij gooide zijn tasdh e® cape
af en zwom naar den kant, vanwaar
de pont gekomen was. Elf menschen
waren op dit oogenblik in 't bootje.
Door het vreeselijke zuigen van het
naar binnen stroomende zeewater zonk
het bootje recht naar beneden, de
eenige, die dit heeft kunnen ne vertel
len, de heer Jan Visser, oi onist te
Genemuiden, hoorde een schree» ve®
van: „O God, o God!" en een andere
stem riep: „O vader, o vader!",i
Toen was net plotseling stil. Niets
hoorde hij meer, dan het gieren van
den storm.
Klaas Hellenthal, die ook in het
bootje was gegaan, sprong, toen het
bootje zonk, eruit
Jan Visser spoelde van de pont af.
Hij zag een balk drijven en wik daar
op te klimmen. Op dat oogenblik sta
ken alleen de vier uiterste punte® van
de pont nog boven water uit. Hij
dacht: daar sta ik beter, dan dat ik
hier op de balk zit Hij wist op de
pont te komen, staande tot aan zijn
hals in het water. Even later zag hij
Thijs Veldhuis op de balk zitten, de
veerman en Klaas Hellenthal. Aan de
voeten van Hellanthal hing zijn
schoonzuster, de vrouw van den ge
meente-opzichter. Men wist den balk
over de pont te krijgen, waaraan Vis
ser en Hellenthal zich vastklemden.
Vejthujs bleef op de balk zitten. Even
voordat Hellenthal op de pont kwam,
moest zijn schoonzuster zich loslaten,
zij kon niet meer. „Houdt nog even
vol," riep haar zwager, maar haar
krachten waren uitgeput. Op dit mo
ment moet de kabel over de verschon
ing gegleden zijn, tenminste in snelle
yaart dreef de pont in dc richting van
Zwartsluis. Voor de pont uit dreef Jan
Veltnuis, de zoon van den veerman.
Telkens riep zijn vader van de pont:
„Jan, ben je er nog?" Dan klonk het
antwoord in dat noodweer: „Ja vader."
Eindelijk kwamen de lichten van
de schippers, die bij Zwartsluis lagen,
in het zicht De drie mannen schreeuw
den uit alle macht, maar in die or
kaan werd hel niet gehoord, ze dre
ven verder in den vliegenden storm.
Telkens klotste een. felle regenbui op
hen neer. Het water ui tde pont liep
wat weg. Visser, die een arm door de
ring van de pont had, liet zich wal
zakken, zijn beenen waren verstijfd.
Hellenthal lag op de pont.
Weer schreeuwde Thiis Velt
huis: „Jan, leef je nog'?"
Er volgde geen antwoord. Toen
liet Thijs zijn handen van de balk
los, zijn bovenlijf viel achterover.
„Thijs" riep Visser, „hou nog
even vol, ze laten ons niet aan
ons tot over, er komt zoo red
ding!"'
Maar geen antwoord volgde.
De pont dreef dwars van Zwart
sluis. De rivier maakte hier een
groote bocht. In het geheel is de
pont circa 7 a 8 K.M. afgedreven
en raakte eindelijk op het land bii
de Velde vast.
Het was halt drie geworden.
Van kwart na zes, tot half drie.
worstelden deze menschen met
den dood. Hellenthal had twee stuk
ies chocolade in zijn zak, die hii
deelde met Visser. Het zal onge
veer drie uur zijn geweest toen
Visser het licht van zoeklichten
zag, vallend over het water en
over den dijk. „Er zijn zoeklichten
en wij zijn het doel1 nabii" riep
hij tegen Hellenthal, maar die kon
niet meer praten, uitgeput door
het staan in het water. Visser
schreeuwde nog een oogenblik, en
de drie mannnen die met de fiets-
lichten waren bij hen.
Even tevoren hadden zij het Hik'
gevonden van mevrouw Groote
FEU ILL ET ON1
711N SLACHTOFFER.
29
„Laten wij het kind daarentegen los,
dan is alles voor ons verloren."
De heer Bernau voelde de juistheid
van deze redeneering. Hij trad op de
barones en haar dochter toe. „Wij zul
len ons moeten onderwerpen, zeide hij
Christine keek hem aan met van woe
de fonkelende oogen.
„Waarom
„ja, ge moet of terugkeeren naar
het kasteel, of het kind afgeven."
„Nooit," riep de jonge vrouw,
nooitIs 't dat, wat gij gevonden
hebt Dien man terugzien of hem
mijn kind afstaan Neen, neen, neen,
duizendmaal neenDe hemel zelf
zou mij daartoe niet kunnen bewegen 1'
De zaakgelastigde pakte zijn porte
feuille op.
„Ik zal mijnheer de markies uw laat
ste antwoord overbrengen."
„Zeg hem," zei de wanhopige moe
der, zeg hem, dat hij een ellendeling
IsT Dat hii Paul vermoord heeft.
daarvan ben ik overtuigd 1 Dat ik hem
haat en hij mij afschuw inboezemt 1
Dat mijn zoon hem nooit meer zal
zien, daar wij gescheiden zijn door
een bloedige misdaad 1"
De barones trachtte haar dochter
tot kalmte te brengen.
„Christine," zeide zij, laat u niet
zoo medesleepen door uw drift."
Deze hoorde niets. Zij stak de hand
uit naar den heer Lantin, die op het
punt stond te vertrekken „Zeg hem
dat alles zoo," zei ze, „opdat hij goed
begrijpe, dat tusschen ons alle verzoe
ning ónmogelijk is 1"
„Ik zal hem zoo getrouw mogelijk
elk uwer woorden overbrengen. Dat
is dus uw laatste woord
„Het laatste, dat die man ooit van
mij zal hooren."
„Ge zult er u dus niet over moeten
verbazen, dat van|§morgen af, het
proces een aanvang" zal nemen."
De zaakgelastigde groette de ba
rones en den dokter hoogst ernstig
en vertrok.'
DE VLUCHT NAAR PARIJS.
Toen Christine weder alleen was
met hare moeder en dojeter Bernau
viel zij op de knieën en stak smeekend
de handen naar hen uit. „Gij zult
mijn zoon niet laten ontrooven,"
sprak ze.
De barones en de dokter maakten
een gebaar, waarmede zij hunne on
macht wilden te kennen geven. „De
markies zal zijn proces winnen," zei
de dokter. „Als ge uw kind niet wilt
verliezen, is dit het verstandigste,
wat ge kunt doen."
„Met hem naar het kasteel terug
te keeren vroegfzij rillend.
„Dat is het," antwoordde de dokter
en de barones scheen het geheel met
hem eens te zijn.
De jonge vrouw kreeg een nieuwen
aanval van woede. „Maar hebt ge
dan niet gehoord, wat ik gezegd heb
Gelooft ge mij dan niet meer Die
ellendeling is het, die Paul heeft ver
moord 1 Hij zelf heeft het mij gezegd.
Ik kan hem mijn kind niet toevertrou
wen daar hij hem zou leeren, hoe hij
't moet aanleggen, om misdadig te
worden."
De barones en de dokter luisterden
naar Christine, zonder haar in de rede
te vallen. Zij waren als 't ware ver
stomd en konden haar maar niet ge-
looven.
Eindeljjk zei mevrouw de Mézière:
„Aan wie, mijn kind, zult ge doen ge-
loovenfdat markies d'Arbois een moor
denaar is In een oogenblik van woede
zou hij misschien een vijand hebben
kunnen uitdagen, maar hem te dooden
in een hinderlaag, met een geweerschot
verscholen achter de struiken, als een
roover, dat is onmogelijk. Men zou u
uitlachen, als anderen dan wij u hoor
den."
Christine maakte een gebaar van de
vreeselijkste wanhoop. „De haat, dien
ge uw echtgenoot toedraagt, brengt u
in de war," zei de dokter.
„Het is zoo," zei de moeder van
Mark,' „laat ons er niet meer- over
spraken."
„0, als gij eens gehoord hadt, als
gij hem haat kunnen zien, zooals ik 1"
,,'t Is uwe koortsachtige opgewon
denheid, die hem zoo gezien heeft,
mijn kind."
Christine antwoordde niet. Zij be
greep, dat alles nutteloos was. £fj zou
in het vervolg alleen haar zoon moe
ten bewaken, en Paul moeten wreken.
Haar moeder en de dokter, de twee
eenige wezens, die ha ar beminden,
trokken tegen haar partij, verlieten'
haar. Zonder verder een word te zeg
gen, ging zij naar de kamer, waar haar
zoon sliep. Zij nam hem in hare armen.
„Kom mijn, kind," zei ze, „kom 1"
De barones, die haar nasnelde, op
den voet gevolgd door den dokter,zei:
„Waar wilt ge hem heenbrengen
„Op eene plaats, waar men hem mij
niet ontnemen zal."
„Waar dan toch
„Op eene plek, waar niemand ons
vinden zal 1"
De barones werd door schrik aange
grepen. De blik van hare dochter was
zoo verwilderd, hare gebaren zoo kort
af, dat de vrees haar bekroop, dat
Christine plannen van zelfmoord koes
terde.
Zij nam haar in de armen. „Christi
ne, mijn kind, wees toch redelijk en
kom tot bedaren 1 Laat Mark maar
slapen. Wij zullen u niet verlaten.
Wij hebben u immers lief. Wenscht
ge, dat ik naar uw echtgenoot zal
gaan, dat ik hem zal smeeken?.."
„Dien man smeeken 1"
„Hem smeeken hem uw zoon te
laten."
„En als hij weigert En hii zal ,wei
geren, want hij is tot alles in staat 1
En men zal hier komen, om hem uit
mijne armen te rukken. Nooit 1 zoo
lang ik leef 1"
,|Maar wat wilt ge dan doen
„Mij van hier verwijderen."
Hef kind was wakker geworden
en opgesprongen, met verwondering
kijkende naar hetgeen er om hem heen
voorviel.
ZijnSblonde, krullende lokken lagen
om zijn hoofd als een gouden krans.
Hij zag zijn moeder, lachte haar toe
en stak zijn armpjes uit. Met een
sprong was Christine bij hem en kuste
zijne wangen, dat het klapte. „En
gij wilt, dat ik dien engel zal verlaten,
dat ik hem aan dien man geef 1"
„Maar, ongelukkig kind, wat wilt ge
doen, waar wilt ge heengaan?"
„Naar Parijs. Ik zal er mij begraven
in een der voorsteden. Ik zal leven met
de ongelukkigen. Ik zal leelijk, onher
kenbaar worden. Ik neem een anderen
naam aan. Niemand zal mij kunnen
herkennen en ik zal van geen sterve
ling de aandacht trekken. Maar ik
zal bij mijn zoon zijn, en behoef niet
bevreesd te zijn, dat men hem mij za'
afnemen."
vervolgd).