„ONS BLAD BUITENLAND. 6EMEN6P NIEUWS 8ECLAME TABAK Vrijdag 10 tëaart 1922. 14e jaargang. Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar VERSPREIDS BERICHTEN KOSTE BERiCHTEN. GROEN MERK rio. 429 NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD 59 Voor bui:en Aikmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad Advertentieprijs: Van l—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per regelt 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, t 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,- HET NIEUWE SPAANSCHE KABINET. Sanchez Guerra heeft een nieuw ka binet gevormd, waarin Prida de por tefeuille van buitenlandsche zaken ge nomen heeft. DE CONFERENTIE TE GENUA. Over Amerika's weigering om aan dn conferentie van Genua deel te ne men wordt nog gemeld: Het Amerikaansche standpunt is, dat het deelnemen aan eenige algemee ne Europeesche economische conferen tie thans onmogelijk is wegens het vol komen in gebreke blijven der Europee sehe mogendheden om geschikte maat regelen tP treffen tot herstel der oor- lngsvorwoestingen en het stabiliseeren van haar economisch leven. Tevens wordt geloofd, dat de vrees met de re geering van Moskou in aanraking te worden gebracht, bij de weigering een rol heeft gespeeld DE FTNANCIEELE CONFEREN TIE^ TE PARIJS. Naar de ..rhicago Tribune" meldt, zal Roland W. Boyden, de Amerikaan sche gedelegeerde voor de schadever goeding, als niet-officieel ..waarnemer" de conferentie der geallieerde minis ters van financiën te Parijs bijwonen. Hij heeft de uitnoodiging daartoe aan genomen op grond van het feit. dat de ze conferentie slechts een voortzetting is van de bijeenkomst der ministers op 13 Augustus 1.1. De in de conferentie te behandelen quaestie, waarbii Amerika, het meest betrokken is, is die deT betaling van do kosten der geallieerde legers in Duitschland De conferentie der geallieerde mi nisters van financiën is te Parijs ge opend. FIUME. Bericht wordt, dat uit verschillende Italiaansche steden groepen fascisten op weg zijn naar Fiume. Tegenmaatregelen zullen waarschijn lijk worden genomen om iedereen, die geen burger van Fiume is. te beletten de grens over te gaan. DE IERSCHE KWESTIE. Het Engelsche lagerhuis heeft het Engelsch-Iersche verdrag met 295 te gen 52 stemmen in derde lezing aange nomen. Tegen het eind der bespreking van het wetsontwerp zeide Churchill, dat de sterkte van het leger van den vrij staat niet boven de 30.000 man zou zijn, maar minder, als Ulster niet tot den vrijstaat toetrad. Ten aanzien van de hypothetische quaestie, wat er gebeuren zou indien Ierland de republiek instelde, legde spr. den nadruk op de enorme macht van het Britsche rijk, alsmede op de Engelsch-Iersche economische betrek kingen. Hij uitte de meening, dat Ier land volledig geisoleerd zou zijn in de oogen der geheele wereld, indien het het verdrag verbrak. Hij sprak verder vertrouwen uit in de Iersche leiders. De toestand is in Belfast zóó verer gerd, dat de krijgswetten wederom zul len moeten worden afgekondigd. De staat van beleg is te Belfast afge kondigd. GRIEKENLAND EN ITALIë. Goenaris heeft met de Italiaansche regeering over de volgende quaesties gesproken. De vorming van een Middellandsche Zee-entente tusscken Engeland, Italië en Frankrijk. Erkenning van koning Konstantijn. waartegen Italië geen bezwaar zou op werpen. Interventie van Italië en de andere na ties om een einde te maken aan den Grieksch-Turkschen oorlog, voordat de vijandelijkheden weer beginnen. Internationale solidariteit ten gun ste van Griekenland tot herstel van zijn financieelen toestand. DE ONRUST IN BRITSCH-INDIë. De z.g. Akali Sitch-beweging in de Pundsjab heeft thans een hoogst ge vaarlijk stadium bereikt. Nauwgezette waarnemers vergelijken den toestand met dien van 1919, toen in de Punds jab de beruchte bloedige opstand plaatshad. Zelfs loyale en ordelieven de burgers storten gelden in de kas sen der noncooperators, uit gebrek aan vertrouwen, n.l. dat zij anders niet zul len worden beschermd tegen het optre den der revolutionairen. In het district Barabanki. dat se dert eenigen tijd een broeinest is van opruiing, voeren Khalifaatvriiwilligers reeds sedert eenigen tijd een vinnige campagne tegen de Britsche regêèring haar ambtenaren en de politie. In hun bijeenkomsten wekken zij uit naam van hun godsdienst openlijk op tot vernietiging van de Britsche regee ring en het afmaken van alle Engel- schen. De ondermijning van het gezag is tevens een stimulans voor roof en moord, dien thans in Barabanki aan de orde van den dag zijn. De Indische regeering heeft aan de Engelsche regeering een telegram ge zonden, waarin de herziening van het verdrag van Sèvres geëischt wordt. De Indische begrooting, die op het oogenblik in de Wetgevende Vergade ring van Indië aan de orde is, stuit op krachtig verzet. DE STAKING AAN DEN RAND. De afgekondigde algemeene staking heeft tot nog toe weinig succes ge had. De spoorwegarbeiders, op wie men de meeste hoop had gevestigd, zijn bijna algemeen aan den arbeid ge bleven. Het besluit om een algemeene staking te proclameeren is gevallen met. 61 tegen 27 sternen. De correspondent van de „Daily Te legraph" te Johannesburg meldt, dat de straten daar ter stede schier geblok keerd zijn door de massa's stakers en dat het verkeer er onmogelijk wordt. De gemeenteraad van Johannesburg heeft met 17 tegen 16 stemmen een re solutie aangenomen, die de bepaling intrekt, welke behelst, dat alle gemeen te-bea.mbten lid moeten zijn van hun vakvereeniging. Voorts meldt hij, dat van alle deelen van het Randgebied melding wordt ge maakt van wetsovertreding en dat de communisten plotseling in actie zijn gekomen en opstand prediken. Gemeend wordt, dat de strijd thans zal worden uitgevochten met de revo lutionairen. De commando's hebben opnieuw dreigementen tot de politie gericht, ter wijl in de nieuwe rechtbanken groote knalbommen zijn ontploft. Dé houding der politie is zeer kordaat. Tetwijl de menigte werd verspreid stiet zij op 'n bende inboorlingen, gewapend met as segaaien en knotsen. Bij den Prinrosemjjn ontstond een gevecht. Twee stakers en twee inboor lingen werden gedood; de mijn-direc teur werd gewond. Stakers hebben revolverschoten op inboorlingen gelost, waarvan 25 wer den gedood en gewond. DE BRITSCHE POLITIEK IN HET NABIJE OOSTEN. Naar aanleiding van de publicatie van de mededeeling der Indische regee ring, waarin deze er krachtig op aan dringt den Turkschen eischen op de a.s. conferentie over het Nabije Oos ten voldoening te schenken, deelde Chamberlain gisteren in het Lagerhuis mede dat Montagu, staatssecretaris voor Indië, zijn ontslag heeft inge diend, hetgeen is aanvaard. ONTPLOFFING. To Joseplistaidt in Bohemen heeft 'n ernst g ongeluk plaats gehad door het on ploffen van handgranaten. Biaar door het stuwen van het ijs 'n de Elbe een der bruggen gevaar iep, poogden militairen het ijls-door handgranaten te doen springen. Een groote men'gte toeschouwers was lang1; de rivier samengestroomd. P'lot ;el ng vlogen een aantal handgrana ten n de lucht. Ben student, twee arbeiders en een jongen werden ge dood, twee personen ernstig gewond. NA 42 JAAR. In de „Times" van 15 Juli 1880 kwam een advertentie voor waarin de nagelaten betrekkingen werden opgeroepen van iemand, die in 1851 of 1852 op een der Zu'thie©-eilanden gedood was. Thans heeft een a ver ten f iebureau een brief .van ren bewoon Lr van Sydney (N.Z. Wale ontvangen, waarin nadere inlichtin gen ov r die advertentie worde® gevraagd. GROOTE, DIEFSTAL. Tijdens het vervoer per past van Londen naar New-York .rijn tvvee ko -tbare edelsieenenf tor waarde van c'rca 8000 pand sterling" verdwenen Br is een premie van 10 pClt. der waard© u'tgriooM, voor dengene, die nliéhtingen kan verschaffen, welke tot ontdekk'ng van de steetien en ar restatie van die- dieven zullen leiden DE VESUVIUS IN ACTIE. Uit Napels wordt gemeld, dat de Vesuvius, die sinds 1906 rustig was, teekenen vertoont van nieuwe werking Sinds einde Februari borrelt weer gere geld lava naar boven, tot dusver ech ter nog niet over de randen van den grooten krater. EEN GOEDE VANGST. Op de Gare des Invalides te Parijs heeft een tweetal inspecteurs een in dividu gearresteerd, met wien zij waar schijnlijk een gevaarlijk inbreker in handen hebben gekregen. Voor den commissaris gebracht, weigerde hij ech ter elke inlichting. AUeen deelde de arrestant mede, dat hij geen vaste woonplaats had en als een wilde leef de in de bosschen van Fontainebleau. De politie meent evenw el de identi teit v. dezen geheimzinnigen inbreker te kunnen vaststellen. Men heeft n.l. 'n signalement gevonden, dat nauwkeurig met den gearresteerde overeenkomt. Het zou een zekere Faillart zijn, ge vaarlijk recidivist, benevens verschil lende malen veroordeeld en gezocht door den krijgsraad wegens desertie in vredestijd. Bij zijn arrestatie werd op den be klaagde een voUedig stel inbrekers werktuigen gevonden, valsche sleutels, loopers, nijptang, electrische zaklan taarn enz. Het aantal inbraken, waar van hij wordt beschuldigd, zou onge veer honderd bedragen. DE ZAAK-GRUPEN. In de zaak-Grupen is plotseling een getuige opgedoken. Iemand uit Slees- wijk die zich bij de .politie heeft aange meld met de bewering, dat hij op 29 December 1920, toen hij de wacht hield op een scheepsreederij, een vrouw ge zien heeft, die met. een Amerikaansch schip van Nordenham naar Zuid-Ame rika is vertrokken. Deze vrouw lijkt zeer veel op de vrouw die Grupen ver moord zou hebben. BE STORM. De it r.n die in he; Zu dal ijk gedeJ te van Engeland, en het Kanaal heeft gewoed, was da heftigste, die ooit hier opgeteekend is. Op soni- m'ge ©ogenblikken bereikte da wind een snelheid van 108 mijlen per uur terwijl het recordcijfer tot nu toe 103 mijlen is grweest. Nader wordt gemeld: De storm heeft in het Rijnland heel bar gewoed en vele slachtoffers ge ëischt. Van een fabriek bij Erkrath viel een muur om. Dertig werkHeden werden onder het puin begraven, acht dooden werden er reeds onder uit ge haald. Bij Krefeld viel een zware boom om die op een vol tramrijtuig trecht kwam Twee dooden, een zeer ernstig ge wond. Van een fabriek te Krefeld woei een schoorsteen om. Twee dooden, 2 gewonden. Twee arbeiders werden door een windhoos gegrepen en tegen een muur geslingerd. Zij kregen zulke hevige wonden, dat er aan een genezing ge twijfeld wordt. De brandweer te Dusseldorf werd in twee uur dertig maal gealarmeerd. Uit Weenen wordt gemeld, dat zioh nieuwe moeilijkheden hebben voorgedaan tusschen Hongarije en Oostenrijk, naar aanleiding van het feit, dat Hongarije een derde van het West-Hongaarsche gebied voor zich opeischt. De Oostenrijbsche regeering heeft geweigerd aan. een der gelijken cisch gevolg te geven. De „Freiheit" beschuldigt dr. Hermes er van, dat hij zich heeft laten omkcH.pendr. Hermes heeft tegen de „Freiheit" een klacht ingediend. De prins van Wales zal een maand in Japan doorbrengen. Hij zal op 12 April te Tokio aankomen. Dj ontzettende ramp te Genemu'den In aansluiting op ons vorig bericht zij nog vermeld: Door den Zuiden- en Zuid-Westen wind was het water de laatste dagen in de Zuiderzee opgestuwd naar de Qverijsselsche kust, waaraan deze ge heele streek zijn overstrooming te dan ken heeft. Dit moet wel (hans als de oorzaak worden aangemerkt van de vreesdij lie ramp, die het stadje Gene- muideu Woensdag jjetroffen heeft. Woensdagavond zes uur kwam de stoomtram ZwolleBlokzijl aan de „Noorde", de halte waai- de passagiers voor Genemuiden afstappen. In de tram bevonden zich o. a. de turgiemeester van Genemuiden, H. J. Groote Balderhaar ten Velde, en zijn vrouw, die terugkwamen van Spaarn- dam, v/aar de vader van den burge meester woont, die jujst dien dag 80 jaar was geworden. De veerman, Thijs Vellhuis, was er met de roeiboot, maar mevrouw Groote durfde bij den vlie genden storm niet in het bootje en zeide: „Haal mij de pont". Er stonden 14 menschen te wadhte®. Was het de burgemeester niet geweest, dan, naar TABAKSFABRIEK ,DE WAKENDE LEEUW" ROOD MEUK BLAUW SÜERK PRIM KWALITEIT BILLIJKE PRIJZEN I. R. HEUSS LAAT A125 - ALKMAAR overlevenden het „Hdbd." meedeel den. had de veerman geweigerd de pont te halen. Nu bracht hij de cou ranten, die met deze tram altijd aanko men, over, en keerde met zijn zoon Tan mét de pont terug. Onderwijl wies het water met geweld en de storm stak steeds meer op. Het electrische liebt, dat op dien kant van den oever is aangebracht en een sterkte heeft van 300 kaarsen, die het water tot aan de overzijde verlicht, wilde door een nog niet opgeloste oorzaak niet bran den, De gemeente-opzichter HeUemthal was bij de passagiers. Enkelen, die het niet vertrouwden, vroegen: ,,Zou de kabel hel wel houden?" „Het is een nieuwe kabel, dje houdt het wel. was het antwoord. Toen gingen de 14 menschen, die daar in het barre weer stonden, in het roeibootje en vandaar op de pont, daar de pont deri wal niet kon bereikend De veerman had veiligheidshalve het bootje langs, van de pont van dén overkant mee hierheen genomen. „Wat zullen wjj een trek hebben," zeiden de mannen legen elkaar en men had dan ook wel, volgens ooggeiuigen, die op de andere zijde de aankomst van de trampassagiers afwachtten, een half uur noodig om de pont los van de® wal te krijgen. Alle mannen trokken voor op de pont aan den kabel. Toen deze een 20 meter van den oever was, konden zij de pont niet meer vooruit krjjgen, hoe zij ook zwoegden. 'Na korten tijd zagen zij het hopelooze van liun poging in. Op dit oogenblik' ruimde de wind en liep iets meer naar het Westen, waardoor de volle kracfht van den storm en 't naar binnenvlie gende zeewater op de pont kwam te l^gen. Men had gepoogd den kabel uit de achterste katrol te lichten, om dc pont daardoor zoogenaamd te laten gieren, waardoor zij vanzelf aan den overkant zou zijn gekomen. Be druk op den kabel was echter zoo groot, dat men hem niet uit de katrol kon lichten en de pont werd steeds meer in het verlengde van de rivier geperst. Men besloot naar de andere zijde van de rivier terug te keeren, maar ook in deze richting was geen beweging in de pont te krijgen. Het duurde maar kort, of het zware buiswater ging voor over de pont en ook van achteren begon zij water te scheppen. Alles liep nu op het roeibootje toe, behalve Dirk Timmerman, postbode, die begreep dat het bootje overladen zou worden. Hij bleef staan tot hij voelde, dat het water hem begon te lichten. Hij gooide zijn tasdh e® cape af en zwom naar den kant, vanwaar de pont gekomen was. Elf menschen waren op dit oogenblik in 't bootje. Door het vreeselijke zuigen van het naar binnen stroomende zeewater zonk het bootje recht naar beneden, de eenige, die dit heeft kunnen ne vertel len, de heer Jan Visser, oi onist te Genemuiden, hoorde een schree» ve® van: „O God, o God!" en een andere stem riep: „O vader, o vader!",i Toen was net plotseling stil. Niets hoorde hij meer, dan het gieren van den storm. Klaas Hellenthal, die ook in het bootje was gegaan, sprong, toen het bootje zonk, eruit Jan Visser spoelde van de pont af. Hij zag een balk drijven en wik daar op te klimmen. Op dat oogenblik sta ken alleen de vier uiterste punte® van de pont nog boven water uit. Hij dacht: daar sta ik beter, dan dat ik hier op de balk zit Hij wist op de pont te komen, staande tot aan zijn hals in het water. Even later zag hij Thijs Veldhuis op de balk zitten, de veerman en Klaas Hellenthal. Aan de voeten van Hellanthal hing zijn schoonzuster, de vrouw van den ge meente-opzichter. Men wist den balk over de pont te krijgen, waaraan Vis ser en Hellenthal zich vastklemden. Vejthujs bleef op de balk zitten. Even voordat Hellenthal op de pont kwam, moest zijn schoonzuster zich loslaten, zij kon niet meer. „Houdt nog even vol," riep haar zwager, maar haar krachten waren uitgeput. Op dit mo ment moet de kabel over de verschon ing gegleden zijn, tenminste in snelle yaart dreef de pont in dc richting van Zwartsluis. Voor de pont uit dreef Jan Veltnuis, de zoon van den veerman. Telkens riep zijn vader van de pont: „Jan, ben je er nog?" Dan klonk het antwoord in dat noodweer: „Ja vader." Eindelijk kwamen de lichten van de schippers, die bij Zwartsluis lagen, in het zicht De drie mannen schreeuw den uit alle macht, maar in die or kaan werd hel niet gehoord, ze dre ven verder in den vliegenden storm. Telkens klotste een. felle regenbui op hen neer. Het water ui tde pont liep wat weg. Visser, die een arm door de ring van de pont had, liet zich wal zakken, zijn beenen waren verstijfd. Hellenthal lag op de pont. Weer schreeuwde Thiis Velt huis: „Jan, leef je nog'?" Er volgde geen antwoord. Toen liet Thijs zijn handen van de balk los, zijn bovenlijf viel achterover. „Thijs" riep Visser, „hou nog even vol, ze laten ons niet aan ons tot over, er komt zoo red ding!"' Maar geen antwoord volgde. De pont dreef dwars van Zwart sluis. De rivier maakte hier een groote bocht. In het geheel is de pont circa 7 a 8 K.M. afgedreven en raakte eindelijk op het land bii de Velde vast. Het was halt drie geworden. Van kwart na zes, tot half drie. worstelden deze menschen met den dood. Hellenthal had twee stuk ies chocolade in zijn zak, die hii deelde met Visser. Het zal onge veer drie uur zijn geweest toen Visser het licht van zoeklichten zag, vallend over het water en over den dijk. „Er zijn zoeklichten en wij zijn het doel1 nabii" riep hij tegen Hellenthal, maar die kon niet meer praten, uitgeput door het staan in het water. Visser schreeuwde nog een oogenblik, en de drie mannnen die met de fiets- lichten waren bij hen. Even tevoren hadden zij het Hik' gevonden van mevrouw Groote FEU ILL ET ON1 711N SLACHTOFFER. 29 „Laten wij het kind daarentegen los, dan is alles voor ons verloren." De heer Bernau voelde de juistheid van deze redeneering. Hij trad op de barones en haar dochter toe. „Wij zul len ons moeten onderwerpen, zeide hij Christine keek hem aan met van woe de fonkelende oogen. „Waarom „ja, ge moet of terugkeeren naar het kasteel, of het kind afgeven." „Nooit," riep de jonge vrouw, nooitIs 't dat, wat gij gevonden hebt Dien man terugzien of hem mijn kind afstaan Neen, neen, neen, duizendmaal neenDe hemel zelf zou mij daartoe niet kunnen bewegen 1' De zaakgelastigde pakte zijn porte feuille op. „Ik zal mijnheer de markies uw laat ste antwoord overbrengen." „Zeg hem," zei de wanhopige moe der, zeg hem, dat hij een ellendeling IsT Dat hii Paul vermoord heeft. daarvan ben ik overtuigd 1 Dat ik hem haat en hij mij afschuw inboezemt 1 Dat mijn zoon hem nooit meer zal zien, daar wij gescheiden zijn door een bloedige misdaad 1" De barones trachtte haar dochter tot kalmte te brengen. „Christine," zeide zij, laat u niet zoo medesleepen door uw drift." Deze hoorde niets. Zij stak de hand uit naar den heer Lantin, die op het punt stond te vertrekken „Zeg hem dat alles zoo," zei ze, „opdat hij goed begrijpe, dat tusschen ons alle verzoe ning ónmogelijk is 1" „Ik zal hem zoo getrouw mogelijk elk uwer woorden overbrengen. Dat is dus uw laatste woord „Het laatste, dat die man ooit van mij zal hooren." „Ge zult er u dus niet over moeten verbazen, dat van|§morgen af, het proces een aanvang" zal nemen." De zaakgelastigde groette de ba rones en den dokter hoogst ernstig en vertrok.' DE VLUCHT NAAR PARIJS. Toen Christine weder alleen was met hare moeder en dojeter Bernau viel zij op de knieën en stak smeekend de handen naar hen uit. „Gij zult mijn zoon niet laten ontrooven," sprak ze. De barones en de dokter maakten een gebaar, waarmede zij hunne on macht wilden te kennen geven. „De markies zal zijn proces winnen," zei de dokter. „Als ge uw kind niet wilt verliezen, is dit het verstandigste, wat ge kunt doen." „Met hem naar het kasteel terug te keeren vroegfzij rillend. „Dat is het," antwoordde de dokter en de barones scheen het geheel met hem eens te zijn. De jonge vrouw kreeg een nieuwen aanval van woede. „Maar hebt ge dan niet gehoord, wat ik gezegd heb Gelooft ge mij dan niet meer Die ellendeling is het, die Paul heeft ver moord 1 Hij zelf heeft het mij gezegd. Ik kan hem mijn kind niet toevertrou wen daar hij hem zou leeren, hoe hij 't moet aanleggen, om misdadig te worden." De barones en de dokter luisterden naar Christine, zonder haar in de rede te vallen. Zij waren als 't ware ver stomd en konden haar maar niet ge- looven. Eindeljjk zei mevrouw de Mézière: „Aan wie, mijn kind, zult ge doen ge- loovenfdat markies d'Arbois een moor denaar is In een oogenblik van woede zou hij misschien een vijand hebben kunnen uitdagen, maar hem te dooden in een hinderlaag, met een geweerschot verscholen achter de struiken, als een roover, dat is onmogelijk. Men zou u uitlachen, als anderen dan wij u hoor den." Christine maakte een gebaar van de vreeselijkste wanhoop. „De haat, dien ge uw echtgenoot toedraagt, brengt u in de war," zei de dokter. „Het is zoo," zei de moeder van Mark,' „laat ons er niet meer- over spraken." „0, als gij eens gehoord hadt, als gij hem haat kunnen zien, zooals ik 1" ,,'t Is uwe koortsachtige opgewon denheid, die hem zoo gezien heeft, mijn kind." Christine antwoordde niet. Zij be greep, dat alles nutteloos was. £fj zou in het vervolg alleen haar zoon moe ten bewaken, en Paul moeten wreken. Haar moeder en de dokter, de twee eenige wezens, die ha ar beminden, trokken tegen haar partij, verlieten' haar. Zonder verder een word te zeg gen, ging zij naar de kamer, waar haar zoon sliep. Zij nam hem in hare armen. „Kom mijn, kind," zei ze, „kom 1" De barones, die haar nasnelde, op den voet gevolgd door den dokter,zei: „Waar wilt ge hem heenbrengen „Op eene plaats, waar men hem mij niet ontnemen zal." „Waar dan toch „Op eene plek, waar niemand ons vinden zal 1" De barones werd door schrik aange grepen. De blik van hare dochter was zoo verwilderd, hare gebaren zoo kort af, dat de vrees haar bekroop, dat Christine plannen van zelfmoord koes terde. Zij nam haar in de armen. „Christi ne, mijn kind, wees toch redelijk en kom tot bedaren 1 Laat Mark maar slapen. Wij zullen u niet verlaten. Wij hebben u immers lief. Wenscht ge, dat ik naar uw echtgenoot zal gaan, dat ik hem zal smeeken?.." „Dien man smeeken 1" „Hem smeeken hem uw zoon te laten." „En als hij weigert En hii zal ,wei geren, want hij is tot alles in staat 1 En men zal hier komen, om hem uit mijne armen te rukken. Nooit 1 zoo lang ik leef 1" ,|Maar wat wilt ge dan doen „Mij van hier verwijderen." Hef kind was wakker geworden en opgesprongen, met verwondering kijkende naar hetgeen er om hem heen voorviel. ZijnSblonde, krullende lokken lagen om zijn hoofd als een gouden krans. Hij zag zijn moeder, lachte haar toe en stak zijn armpjes uit. Met een sprong was Christine bij hem en kuste zijne wangen, dat het klapte. „En gij wilt, dat ik dien engel zal verlaten, dat ik hem aan dien man geef 1" „Maar, ongelukkig kind, wat wilt ge doen, waar wilt ge heengaan?" „Naar Parijs. Ik zal er mij begraven in een der voorsteden. Ik zal leven met de ongelukkigen. Ik zal leelijk, onher kenbaar worden. Ik neem een anderen naam aan. Niemand zal mij kunnen herkennen en ik zal van geen sterve ling de aandacht trekken. Maar ik zal bij mijn zoon zijn, en behoef niet bevreesd te zijn, dat men hem mij za' afnemen." vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 1