ft
S
O rt)
CU ft-
CD
a
tfq ft
2
ST O B
ft 5
D- £L
CO "I
ill
ci, CO
CO
3 3
SJ?
a
<§Z
pj
Sl^
«P-W
sÊl£
C\<fl
Z
»s°
55. S"
P.B
ft £-
.79*
P ft)
oc-
O ft)
03
BÖ.
7 3
n 5
&SJ6
0.6 a-o.
19 2
2 Sr? S
S g
as=3
ft 5'
-t
fD
'6 5 5.
3 3
g-ïq Ort
3 i
S- 53
£f O.TQ
"rt 1
mOg
rt 3 (A 3 -s
"d.-""U
o
g
2 O
o" m
S Z
n b rrq P-r„ a
?!^&ga3
BSC'
e N £>12
O.» re a; C S
BS £L -1 r+ O B
BT D. ?L C
5 J+O 3
e- E
o." S rt
g |<BJg 3 a
ft a co I
2-UJ z
croi D
Z" rn
3 5?
to
^Sa^MNrJ 3-3 rrTEl
go rtü.N„_g. 0
B --2 37 n TP
"a .""'On,
3 "•"D.D.N rt
rt ft are rt a£.
3 3,3 ~"n o-rt g
O O ^*rt" *7
S B S PTttQ
rt rt O-erg 2 a
J3 rrf- fD ft i -U3
sel niet afvjijzen, als het met het lot
van uw vader verband hield
„Neen," antwoordde zij, in vol
strekte onbevangenheid.
En zachter voegde zij er bij „Ik
J#b er nooit over gedachtals ik be
reid was te sterven voor hem, dacht ik
niet, dat hij mij iets ergers kon vragen."
Hij begreep de onbewuste ironie van
dit antwoord niet.
„Ik moet u eerst een familiegeheim
meedeelen, waarvan het groote ge
wicht u zal bewijzen, welk een ver
trouwen ik in u stel." Dit gewicht be
wees ook tot op welke hoogte Monica
zich in de macht van sir Bear
bevond.
„Ik zal u echter volstrekte geheim
houding moeten opleggen over alles
wat ik u zal meedeelen. Wij hebben
het ongeluk gehad, Jean de Burgau,
enzen naaste bloedverwant en thans
het hoofd onzer familie, te zien ge
troffen door een ziekte, die, zonder
lijn geestvermogens geheel weg te ne
men, deze toch aanzienlijk heeft ver-
Zwakt. Voortdurende zorg en een toe
wijding vol waakzaamheid zijn noodig,
riet alleen om de voorzorgen te ver
zekeren, die zijn toestand vereischt,
maar ook om zijn lot eenigszins dra
gelijk te maken. De jonge lord Jean
de BurgauJa," zei hij, „hij is
lord sedert den dood van lord Archi
bald. Het is zelfs volgens de aanwij
zingen, die zijn oom ons heeft nage
laten, bij zijn laatste bezoek, dat wij
.handelen. Wij zijn overtuigd, dat be
taalde diensten Jean nooit zullen om
ringen met genoeg zekerheid en toe
genegenheid en toen wij besloten hem
te doen trouwen, hebben wij aan u ge
dacht. Vergeet niet dat lord Archibald
u heeft gezien. Ik wil u niet misleiden
en zoek daarom zoo weinig u den aard
en de draagwijdte te verbergen van
de verbintenis, die gij aangaat, dat
ik u mijn neef wil toonen. De oude
Jacob, die hem met veel zorg en ver
stand verpleegde, is dood. Celia-Jane
kan niet voldoende geschikt geacht wor
den voor die taak,zondereenverstandige
leiding, zooals de uwe zal zijn, doch
Ui zult geen enkele vermoeiende be
zigheid hebben. U zult zien, dat onze
zieke niets afschrikwekkends heeft.
Hij betoont zich zeer gewillig voor
•Celia-Jane en in geval van nood, is
onze onmiddellijke hulp steeds te
uwer beschikking. Uw diensten zul
len beloond worden met een lijfrente
e'n gij zult lady de Burgau zijn. Als
de wijsheid en de rede uw raadgeef
sters zijn, zult gij het aannemen. Ik
heb. meenen te begrijpen, dat uw va
der met genoegen zich van alle zorg
omtrent u ontheven zal zien. Gij moet
mij uw woord geven, nooit de omstan
digheden van uw huwelijk te openba
ren en te zwijgen over alles wat dit
aangaat. Het is nutteloos ons bloot
te stellen aan praatjes, even valsch als
boosaardig. Verschillende omstandig
heden verplichten ons nog de tegenwoor
digheid van mijn neef op Blackhorn
te verbergen, doch deze voorzorg zal
weldra overbodig zijn.
Monica had sir Bear aangehoord zon
der iets te zeggen. Wist zij niet, waar
h: heen wilde? Voor zij nog tot zich
Zelf gekomen was en haar verwarde
gecachten had geordend, was zij in het
paviljoen voor Jean de Burgau.
"oen zij weer met sir Bear alleen was,
sta elde zij
k weiger niet..ik zal hem ver
zegen."
7 vestigde haar verschrikten blik
op et stren ge gelaat van den bu rggraaf.
„Ik weiger niet," herhaalde zij,
„ik zal Jacob vervangen. Ik zal den
zieke al mijn tijd en zorgen wijden. Ik
zal niet bang zijn.... neen, ik zweer
het u, ik zal niet bang zijn voor hem.
ik zal hem verzorgen of het mijn broe
der was."
„Verzorgen is goed, maar u moet hem
ook trouwen," sprak sir Bear op be
slisten toon. Zij deinsde sidderend
terug en fluisterde „Dat is onmogelijk.
Hij antwoordde koel. „Zeer goed. Gij
zijt in uw recht. Binnen hoeveel dagen
zal het schip passeeren, dat uw vader
zal meenemen
„Maar." sprak zij,, gedreven door de
herinnering, die zijn laatste woorden
wreedaardig bij haar opriepen, „maar
als ik bij hem wil blijven, als ik zijn
verpleegster, zijn dienstbode wil zijn"...
„Nu is het mij beurt om te zeggen
„onmogelijk 1" is te jong. U zoudt
dertig jaar ouder moeten zijn. Dat is
uw schuld niet, noch de mijne. Zoo jong
als u is, wij kennen uw hoedanigheden,
wij vertrouwen u toe de gezondheid
en het geluk van onzen armen bloedver
want, misschien zal uw tegenwoordig
heid, uw oplettende zorg in hem doen
herleven
Hij aarzelde, zelfs sir Bear vermocht
niet haar te lokken met deze hersen
schim. Hij besloot dus „De dankbaar
heid kan hem aan u doen hechten.
Op dit punt echter was de baronet niet
in staat Monica te misleiden. Wie beter
dan zij kende deze ongevoeligheid, die
het antwoord was op haar zelfverlooche
ning om de kracht harer jeugd te ver
geefs op te offeren in 'n onderneming, die
haar zou uitputten. Had zij zich niet
reeds gestooten aan de ijzige verstij
ving van J ean, zooals men hoofd en han
den sloot tegen een ondoordringbaren
muur 1 Zij zou eindigen met er zich te
gen te verbrijzelen.
Sir Bear ging onbarmhartig doch
zonder drift voort: „Ik behoef u niet
te zeggen, dat gij vrij zijt om aan te
nemen, of te weigeren."
En waarschijnlijk om haar te beter
de overtuiging in te prenten van deze
vrijheid, ging hij voort„Gij zijt beter
in staat dan ik, om den toestand van
uw vader te beoordeelen. Als de regeling
die ik u voorstel u onmogelijk schijnt,
zullen wij ons moeten buigen. Maar het
is ook billijk dat onze houding ten uwen
opzichte van uw beslissing afhangt.
Als gij u aan ons eerste beroep op u
onttrekt, zouden wij met u te helpen de
rol van bedrogenen spelen. Patrice
O'Hava heeft ons geld en ik zal niet
beproeven het hem weer te ontnemen.
Ik moet u echter bekennen, dat tegen
over deze hardvochtigheid, tegenover
uw ondankbare hardnekkigheid om
een plan te verwerpen, dat even gunstig
is voor u als voor den ongelukkige,
die u noodig heeft, ik mij onthouden
zal van nog langer de justitie van zijn
land op een dwaalspoor te brengen en
ik zal mijn invloed niet aanwenden om
Patrice Ö'Hava te helpen en zijn vlucht
te begunstigen
En ge weet wel dat het vonnis van
uw vader zou zijn
Zij bedekte haar gelaat met de han
den om het vreeselijke woord niet te
hooren. Zij zuchtte met bijna onhoor
bare stem, alsof zij een b^wijming na
bij was: „Genade.... genade...."
„Ik ben het niet," zei sir Bear bijna
zachtmoedig, „ik ben het niet, die de
genade voor Patrice O' Hava in handen
heeft."
Zij beschouwde werktuiglijk zijn
magere, blanke handen. Was het moge
lijk, dat zij met zulk 'n vreeselijken last
bezwaard werd
„Geef mij tijd," bad zij.
.„Neen, nu dadelijk."
Het moest wel dadelijk zijn, want
weinige dagen nog en Patrick O'Hava
zou gedeeltelijk in veiligheid zijn..„
misschien geheel en #1.
Sir Bear hernam op gemoedelijken
toon: „Dit huweirk, dat gesloten zal
worden volgens den protestantschen
ritus, zal, als u dit liever hebt, slechts 'n
bloote formaliteit zijn. Het verblijf van
uw vader bij ons is geheim gebleven. In
dit opzet zal er dus geen zweem van
moeilijkheid zijn.Als ik u deze verklarin
gen geef, bedenk dat zij niets verande
ren en al stelde ik u een Mohamme-
daansch huwelijk voor, dan zou dit
den toestand niét veranderen. Welke
de bijkomende omstandigheden zijn, of
de motieven van uw besluit, als ge aan
neemt, zal uw vader ontsnappen, als
gij weigert
„Neen, neen, gij zult dit niet doen."
„Integendeel, ik zal niets doen en het
zal vanzelf gebeuren. Maar verlaat u
geheel op ons en beproef niet de minste
tegenwerking, of ge zult u zelf de gevol
gen te wijten hebben.
Als ge deze formaliteit niet als een
huwelijk beschouwen wilt," vervolgde
sir Bear. met een bii na onmerkbaren
spot in zïfTt stem, „beschouw ze clan
als een belofte, Jean de Burgau trouw
te verzorgen, die dan uw bescherme
ling moet zijn. Gij offert u dan op tot
troost en steun voor een ongelukkige.
Is lord Jean tot een vroegen dood ver
oordeeld, dan zult ge zijn laatste
dagen verzacht hebben. Dan
krijgt gij ook uw vrijheid weer, ter
wijl Patrice O'Hava de zijne reeds lang
genietten minste, als gij tijdig uw
antwoord geeft."
Den geheelen nacht werd Monica
gekweld door onuitsprekelijken angst.
Sir Bear had gezegd, dat het van haar
alleen afhing. Wat zij zou kiezen, zou
vanzelf gebeuren en zij moest kiezen
en.... spoedig. De Burgau's handel
den uit toegenegenheid, uit medelijden
met lord J ean, of uit een of ander be
lang, het kwam er niet op aan welk het
resultaat was hetzelfde. Zij wilden hun
bloedverwant 'n toewijding verzekeren,
die geen loontrekkend dienaar hem kon
geven. Zij waren vastbesloten en oefen
den onbarmhartig de vreeselijke macht
uit, die een toeval hun over haar en
haar vader had gegeven. Z*j hadden een
levend wezen noodig voor een levenden
doode, als J ean de Burgau was en daar
toe hadden zij Monica aangewezen.
Wat sir Bear gezegd had, was een ont
zettende waarheid de drijfveer kwam
niet in aanmerking, zij moest aannemen
of weigeren, zij moest ja, of neen zeggen
en door dit ja of neen besliste zij mis
schien over leven en dood.
Twee dagen gingen voorbij, langzaam
en snel tegelijk, in koortsachtige over
weging zonder dat Monica kon ant
woorden, zonder dat zij een besluit
kon vormen, zonder dat zij het woord
kon spreken, dat, óf haar, óf haar va
der zou veroordeelen.
Zij trachtte niet Patrice O' Hava te
verwittigen van het dilemma, waar
voor sir Bear haar had geplaatst. Zij
wilde niet, dat zijn formeele weigering
haar de laatste hoop zou ontnemen om
hem te redden. En wie weet
Misschien zou hij toestemmen uit
liefde voor de zaak van Ierland. Hij wil
de tot eiken prijs den strijd hervatten.
Tegenover het lot van zijn vaderland
was het lot van Monica slechts een
middelmatige prijs, waaromtrent geen
loven, of bieden mogelijk was.
Monica was voor hem nooit iets
anders 'geweest dan een blok aan het
been en zelfs een gevaar. Zij kromp op
nieuw ineen door deze bittere overtui
ging. Zij was het, die op Blackhorn zijn
incognito had verraden. En als zij bij
deze gelegenheid, of bij een andere er
toe had bijgedragen hem te compro-
mitteeren, als zij hem in den strik gedre
ven had, waarin zij beiden gevangen
waren, was het dan niet rechtvaardig,
dat zij al het mogelijke deed, om dit
weer te herstellen, of goed te maken
Het gevaar waarin haar vader ver
keerde, had haar zulk een ondraaglijken
angst veroorzaakt, dat zij met vreugde
elk offer zou gebracht hebben om hem
te redden. En toch deinsde zij nu terug.
Door een onbewuste ingeving gedre
ven, dwaalde zij in de richting van
Jacob's duiventil.
Helaas, de oude Jacob was dood.
Wat zou hij haar overigens anders ge.
zegd hebben dan zich te ondérwerpen
Het was echter niet de oude Jacob met
wien zij spreken wilde.
Zij had een onbestemd verlangen om
Jean weer te zien, zich ervan te overtui
gen, of alles in hem werkelijk was uit
gedoofd, of er niet een lichtje was in dit
duister, geen vonk onder deze asch.
Zij zou hem met zulk een smeekende
stem ondervragendat hij eindigde
met te antwoorden.
Zij had de duiventil bereikt. Zij stond
op het balkon, maar de deur was ge
sloten en aan de binnenzijde gegrendeld
Monica riep eerst zacht, later luider,
doch Celia-Jane kwam hier niet meer,
sedert zij weduwe was zij woonde ge
heel in het palviljoen, waar zij een klein
vertrekje tot verblijf had.
Door de stoffige ruiten zag zij de
twee ineenloopende vertrekjes met het
eenvoudige landelijke meubilair; zij
verbeeldde zich bijna een grijs hoofd
te zien leunen tegen den rug van den
leuningstoel en een zwakke stem te
nooren, die op plechtfgen toon sprak
„Zalig zijnMaar neen, neen, z^
wilde niet hooren, wat de oude Jacob,
haar zou gezegd hebben.
De onmogelijkheid om tot Jean tf
spreken vermeerderde .nog haar onrust
ofschoon zij daarvan weinig verwachtte.
Ten einde raad besloot zij haar vader op
te zoeken, zich aanzijn voeten te wer
pen en hem te smeeken met haar te
vluchten, zich te verbergen waar dan
ook.
Monica keerde naar haar kamer terug'
maakte inderhaast eenige toebereidse
len en pakte de noodigste zaken bijeen
tot een bundel, dien zij onder haar
mantel verborg. Daarop verliet zij het
kasteel en bereikte, zonder door iemand
gezien te worden, het hek dat de con
cierge Basile voor haar opende, toen
zij zeide, dat Jessy naar de pastorie
was.
Eenmaal buiten, vertraagde zij haar
schreden. Zij moest aan de talrijke
paren oogen, die steeds voor het een oi
andere venster aan Blackhorn op den
uitkijk waren, geen reden tot verden
king geven. De weg viel haar niet lang
door de vele gedachten diei haar bezig
hielden en zij was bijna verrast, toen
zij de plaats herkende, tot waar Harry
haar de vorige maal vergezeld had. Zij
was werkelijk op de groote weide,
doch ze hoorde, noch het geblaf der
honden, noch het blaten der schapen.
Zij zag ook geen schaapskooi of rollen
de hut. Alleen de steenen hut was er,
die haar bewees, dat zij niet verdwaald
was. Deur en vensters waren echter geslo
ten, de drempel was reeds bedekt met
stof en de schoorsteen rookte niet meer
ondanks de koude. De hut was verlaten,
de vader van Monica was vertrokken.
Patrice O' Hava had gezegd, dit her
innerde Monica zich nu, dat hij zijn
vertrek zooveel mogelijk zou verhaasten
om des te langer in Ierland te kunnen
zijn. Dit was hem zeker gelukt. In elk
geval hij was vertrokken zonder
te vermoeden in welken moeilijken
toestand hij zijn dochter achterliet.
Monica kon hem niet meer waarschu
wen, zich niet meer onder zijn bescher
ming stellen. Hij was reeds ver weg in
in het grootste gevaareen woord van
de Burgau's kon zijn vlucht belemmeren
en hem in het verderf storten. Als zij
ook eens vluchtte Zij moest in
tegendeel ten spoedigste terugkeeren en
hun zeggen „Gij zijt de meesters en ik
ben in uw machtik stem in alles toe."
Zij keerde haastig terug, uit vrees
dat de minste vertraging noodlottig kon
zijn, dat zij hun bedreiging reeds had
den uitgevoerd. Zij verhaastte haar
schreden nog meer. Ditmaal viel de weg
haar lang.
Toen zij het hek bereikt en Basile
haar binnengelaten had, was zij binnen
enkele minuten in het kasteel en in het
salon, waar zij sir Bear alleen vond.
„Is het nog tijd voor mij, om u te
antwoorden
Hij had niet de wreedheid haar te la
ten wachten hij antwoordde met een
toestemmend gebaar.
En hijgend, alsof zij niet snel genoeg
kon spreken, riep zij „Dan is het
ja, ja, ja.... Doe wat gij wilt."
,,U stemt dus toe in het hu welijk
„Ja, ja, ik neem alles aan. Gij hebt
mijn woord."
Op de tafel lag een blijkbaar officieele
brief, die als met magnetische kracht
haar blik trok. Sir Bear nam dezen
brief op en wierp hem in den branden
den haard.
Monica had zich in een vensternis
teruggetrokken, haar opwinding be
daarde en zij herstelde zich een weinig.
Zij had geen berouw, de brief dien
zij had zien verbranden bewees, dat zij
haar offer niet te vergeefs hadge
bracht.
Zij keek naar buiten en wendde het
oog in de richting van het paviljoen, dat
zich in zijn bolwerk van rotsen verborg.
Zij zocht de plaats van de duiventil,als
wilde zij tot Jacob zeggen: „Gij ziet
het. Ik kom terug bij lord JeanIk
zal mij aan hem geven, ik zal hem niet
meer verlaten.
Zij werd langzamerhand bewust, dat
in haar antwoord aan Sir Bear,haar me
delijden voor Jean evengoed had
ÏT
[I I u li
ttcfê
GO
S S
ft P
ft O"
O-
CD
c Cl 5L CS ft
ffl'
co N B
g 0 8
§2 B
S is- s 3. O
ïpSrtP-
cr-öT—
Ib?
p p
ET.
ft
2
3 [O
£8
"2 K
•Ps'rs^i
fTfTiqfg-Ï
•ggsggs3
-4- t-t
.o57.to~.fcs_ to" uk: CO
li I i i i II Li II II I I i I I I i II l£5:$J I I
I iLëtl II llllll (Mill III'? S Siair»! I i iii Ic
gesproken als de angst om hetleven
haars vaders.
Vü
roen Monica het salon verlaten had'
zag sir Bear J essy uit een hoek komen,
waar zij gezeten had tij dens het korte
onderhoud van haar gouvernante en
haar vader. Zij kwam recht op sir Bear
aan.
Ik was daar," 3prak zij met een ge
heel veranderde stem, hortend en stoo-
tend.
Hij keek haar ongedwongen aan.
„Ik wist 't,"antwoordde hij. „Dacht je
dat de geest van je vader reeds zoo ver
zwakt was, dat hij niet in staat zou zijn
te onderscheiden, wie zich in de kamer
bevindt, of te bemerken, dat er iemand
aan de deur luistert
Zij sprak driftig„Wat heeft u ge-
i v'
„Nu dat heb je toch zelf kunnen hoo-
ff
ren.
„Over wien sprak u, wil ik zeggen
Over een huwelij k, ja, dat weet ik. Wie
zal er trouwen
Ben je nu zoo troosteloos om je gou
vernante te verliezen, van wie je eerst
niets wilde weten T"
„Wien trouwt zij Toch niet jean
de Burgau T'
Op dit oogenbHk kwamen Malcolm
en Josiah binnen, als twee jagers, die
op den toon van den jachthoorn kwa
men toegeloopen om het slachtoffer te
zien. Monica was er echter niet meer.
„Ja, dat is Jessy," sprak sir Bear
in antwoord op de vragende blikken van
zijn zoons, „en wij spraken over het aan
staande huwelijk. Er is niets tegen om
Jessy op de hoogte der zaak te bren
gen. Alle bedienden zijn te Ridge en
wij zijn geheel onder ons."
„O, Jessy weet al wat zij wil," brom
de Malcom. „Zij heeft een beter hoofd
dan Harry, al zegt dat juist niet veel."
„Malcolm, spreek geen kwaad van
je jongeren broeder," sprak de gelijk
moedige Josiah, terwijl hij zich op
den gemakkelijksten stoel neervlijde.
„Zonder Harry hadden wij misschien 't
ongeluk gehad, Jean vroeger te verlie
zen en er blijft ons nu niets meer te
doen over."
De vleiende loftuiting, die Jessy van
haar oudsten broeder ontving, was niet
in staat de lichtgeraakte jongedame te
bedaren.
„Dat zal niet gebeuren," riep zij en
de woorden kwamen slechts met moeite
door haar opeengeklemde tanden. „Dat
zoudat zou." De stem begaf haar.
„Ben je bang voor het geluk van
Jean," vroeg Malcolm spottend. „Stel je
zooveel belang in je neef, of zoo weinig
vertrouwen in je gouvernante
Jessy, wil jij Jean huwen," vroeg
Josiah kalm.
Het gelaat van Jessy vertrok onder
den invloed van een hartstochtelijke
opgewondenheid, zij strekte als afwe
rend de hand uit.
„Neen, neen, zuchte zij. „Neen, ik
kan niet, ik wil niet, ik ben bang."
„Dat is gelukkig," sprak sir Bear
„want het is onmogelijk."
„Waarom mij dan een oogenblik ge
dwongen om het te denken," vroeg zij
met'een kleur van drift. „Dat is wreed."
Het was zoo wreed, dat het Josiah
in een lach deed uitbarsten.
Jessy hernam woedend: „Ik kan
je plannen verijdelen."
Je kunt het beproeven, dat is alles."
„Kijk eens, Jessy," sprak sir Bear,
dien het succes bizonder zachtzinnig
maakte. Je bent een verstandig meisje
en je zult ons raad kunnen geven. Je
mag ook beslissen in hoeverre het je
zelf aangaat. Als je neef niet trouwt en
de erfenis in andere handen overgaat,
denk niet, dat ik dan de zaak zal opge
ven. Ik heb reeds overwogen wat je toe
komst zou zijn, ingeval Blackhorn ons
niet meer zou toebehooren en wij allen
verstrooid zouden worden."
„Als Blackhorn ons niet meer zou
toebehooren," herhaalde Jessy ver
baasd en ontsteld.
„Wel ja, ik heb gedacht, dat miss
Araminthe en jij een pensionaat voor
.kleine kinderen zouden kunnen oprich-
'ten, een soort van bewaarschool."
m» J,e«w onstuiroisz. JfiV
fiét> een arschirw van kfefne kinderen."
„Ook zou er niets tegen zijn," her
nam sir Bear op bezorgden toon, „dat
je in een groot huis kwam, zeker niet
zoo oud als het onze maar de tegen
spoed zou je niet veroorloven verge
lijkingen te maken om er een goed
betaalde dienstbetrekking te vervullen."
„Papa, hoe kunt u zoo iets denken
Ben ik daartoe geboren," sprak zij met
gekrenkten trots.
„Of anders," hernam sir Bear, „voor
lezeres bij de oude mevrouw Moon."
„B>at wil ik niet...." sprak Jessy,
bijna schreiend. „De voorlezeressen van
mevrouw Moon zijn blarke slavinnen,
die niet eens genoeg te eten krijgen. Ik
wou liever„Wat zou je liever wil
len, Jessica," vroeg de baronet streng.
„Welnu dan," sprak 2ij, terwijl zij
met een vlugge beweging haar tranen
droogde, „ik wou dan nog liever, dat
u uw gang gaat."
Maar," voegde zij op klagenden toon
er bij, toegevende aan een fantastische
gril en een beetje kinderachtig, „maar
Sr zou wel lady Burgau hebben willen
worden..
De weinige intieme kennissen van
de familie op Blackhorn kregen nu
spoedig te hooren, dat Jean de Burgau,
de nieuwe lord, in de oude wereld zou
terugkeeren en dat de laatste gebeurte
nissen gewichtig genoeg waren geweest
om hem zijn zwervend leven in Ameri
ka te doen opgeven.
Hetzij men zijn spoor had weergevon
den, hetzij hij uit eigen beweging de
betrekking met zijn familie weer had
aangeknoopt, de Burgau's van Black
horn correspondeerden geregeld met
hem.
Hij had zich niet vroeg genoeg kun
nen inschepen om de begrafenis van
zijn oom bij te wonen, maar hij was op
reis gegaan zoodra zijn gezondheid,
die door een val van zijn paard licht
geschokt was, hem dit veroorloofde.
Hij zou misschien terugkeeren met het
jacht yan een vriend en dan regelrecht
naar Blackhorn komen, maar de datum
van zijn reis was nog niet bepaald.
Inderdaad kwam hij „onverwachts"
aan, zooals hij gezegd hadhet gerucht
van zijn terugkeer verspreidde zich in
het graafschap, tegelijk met dat van
zijn aanstaand huwelijk. Men wist niet
wat men meer moest bewonderen, zijn
eerbied voor den wil van zijn oom, of
zijn haast om zich de erfenis te verze
keren.
Voor het oogenblik ging hem deze
erfenis niets aan. Tot aan zijn dertigste
jaar had hij met het fortuin van Burgau
House niets uit te staan. De bepalingen
van lord Archibald's testament waren
niet nauwkeurig bekend. Men wist al
leen, dat de markies, op het punt van
zijn neef te onterven, van dezen harden
maatregel was afgebracht door de
Bprgau's van Blackhorn, aan wie hij
ook niets wilde nalaten, en dat, dank
zij hun tusschenkomst, hij zich verge
noegd had met Jean een uitstel op
te leggen.
De terugkeer en het huwelijk van
J ean rechtvaardigden de algemeene
verwachtingen doch men was verrast
te vernemen, dat.de verloofde van J ean
een jongedame was, die op Blackhorn
den post van gouvernante bekleed had.
Het engagement tusschen hen beiden
dateerde van langen tijd terug. Het was
op verzoek van Jean, dat de Burgau's
van Blackhorn deze jongedame hadden
opgenomen, tot hun huwelijk mogelijk
was geworden. De aanstaande van J ean
heette Monica O' Hara, zij was mis
schien min of meer nauw vermaag
schapt aan den patriot van dien naam.
Jean de Burgau bevestigde daarmede
een keer te meer zijn Iersche sympa
thieën, waarover men een tijdlang veel
had gesproken, doch die in het vergeet
boek waren geraakt.
Deze verschillende geruchten ver
spreidden zich alsof zij uit de lucht
voortkwamen, zonder dat iemand de
bron kon noemen, of aangeven wie ze
in omloop had gebracht.
Lord Jean, die geen formaliteiten
te vervullen had voor zijn toekomstige
erfenis, kon op Blackhorn uitrusten.
Hij was nog eenigszins lijdend, maar
hield zich toch bezig mat de toebereid
selen voor zijn aanstaand huwelijk.
Hij gaf zelf eenige instructies aan leven
ranciers in een net handschrift en
duidelijken stijl stijl en handschrift
van de Normandische Burgau's. Hij was
voornemens met zijn jonge vrouw da
delijk na hun huwelijk naar Amerika te
reizen om daarjde weinigejmaandenjdoor
te brengen, die verloopen moesten, vóór
hij in het bezit vanBurgau-House kon
komen. Hij was gekrenkt door zijn
twijfelachtige positie, waarin de onge
lukkige bepalingen van het testament
hem plaatsten en had haast om weer te
vertrekken.
Hetjscheen den meest bevoegden zelfs
toe, dat in een dergelijke omstandig
heid een absoluut stille huwelijksplech
tigheid van den hoogsten smaak zou
getuigen.
De Engelsche wet doet wonderen om
de bevestiging van het geluk van
jonge paren te bespoedigen. Lord
Jean maakte van deze gunstige bepalin-
geo-s zulk een goed gebruik, dat, als
niets zijn plannen zou verhinderen, hij
met Monica binnen zeer enkele dagen
zou verbonden zijn.
De zaken op Blackhorn kregen dus
een zeer gelukkig aanzien en schenen
te gehoorzamen aan zulk een wijze en
flinke drijfkracht, dat zij van zelf sche
nen te gaan en heel eenvoudig in de
goede richting, zonder dat iets de be
rekening, of den toeleg verried.
Was deze onbeteekenende ongesteld
heid er niet geweest, die lord Jean tot
rust dwong, de heeren van Blackhorn
zouden zonder bezwaar genoten heb
ben van dit bezoek van een neef, die
niet voor een ondankbare gold. Om
hun echter meer dagen te kunnen wij den
zag lord J ean van de reis naar Londen
af die op zijn program stond.
De Burgau's verhaastten de toebe
reidselen tot het huwelijk en
Malcolm en Josiah vooral bestudeer
den met ijver het ceremonieel dat daar
bij noodig was.
De gedienstige gasten, die het pu
bliek zoo goed inlichtten omtrent de
bedoelingen, het doen en laten van lord
Jean, verzuimden te melden, hoever
men den dag van de huwelijksvoltrek
king reeds genaderd was. Monica ver
keerde niet in die onwetendheid en toen
zij op een namiddag op het terras wan
delde, wist zij, dat haar huwelijk den
volgenden dag zou voltrokken worden.
Zij wandelde op de beperkte ruimte
heen en weer en bij den hoek gekomen
zag zij Harry, die met de ellebogen
op de balustrade steunde. Hij kwam
op haar toe en het trof haar, hoe droevig
hij er uitzag.
„Heb je niet gezegd dat je binnen
eenige dagen vertrekt
Hij keek haar verlegen aan.
„Ja", antwoordde hij, „naar Londen,
zoodra mogelijk nana...."
Hij boog het hoofd, doch zijn trillen
de lippen spraken nog duidelijk: na
uw huwelijk.
Hij hervatte met gesmoorde stem,
terwijl hij zijn hart meende te hooren
bonzen „U behoeft niet te denken,
miss Monica, dat ik ontevreden zou
zijn, of eenige afkeuring zou hebben
aangaande uw huwelijk. En wat betee-
kent dit voor u, wat ben ik van u
Het was zoo, zij kon het niet tegen
spreken.
Welk gewicht zou het dit voordeel van
kind gehad hebben naast de motieven,
die haar hadden gebonden De droef
heid van Harry zou slechts weinig aan
de bitterheid van haar hart hebben toe
gevoegd.
„O, ik misgun Jean niets," fluisterde
Harry.
„Meen niet dat ik zoo laf ben."
Monica wendde onwillekeurig de
oogen naar het salon. Daar was niemand
dan Josiah, die lui en gemakkelijk in
de kussens lag, en de kat van miss
Araminthe, die zich trachtte te koeste
ren bij den uitgedoofden haard. Men
hoorde slechts de langzame en regel
matige ademhaling van Josiah, die
even diep in slaap scheen als de kat zelf.
Gerustgesteld, antwoordde Monica
met meer vrijmoedigheid„Ik weet,
dat je ons te hulp zoudt willen komen."
„Ons Nu reeds Ons, dat is u
an leav-i"
Ja, Tk zou gewfFd hebben^.
Hij onderbrak zich en begon weer j
„Ja, ik ga vertrekken. Ik heb mijn stu
di ën te voltooien en wat zou ik hier doen
nu u bij hem zult zijn T'
Zij vroeg hem nietwaarom dan beo
je in 't huis gebleven, dat Je verfoeit
Was Je tegenwoordigheid een bescher
ming die j ean noodig had Wat vrees
de je?"
Nog minder dan bij. zag Monica den
waren grond der dingen. Zij zagen el
kander treurig aan, zonder iets te zeg
gen, gebogen<als zij beiden "waren onder
ean donker noodlot.
„Alles is goed zoo," hernam de
knaap. Ik ben ongelukkig geweest, maar
J ean zal u hebben, dat is bilïijk. Het is
alleen voor hem, dat ik er me in
schik..en mij er over verfreng. Jfei,
ik verbeug mij er over."
Men zou echter gedacht hebben dat
zijn arm,zwak,jeugdig hart bij dezewoor
den brak.
„J-a, ja, het is goed, moet-n -aan
hem overlaten, zonder morren.. en
ik geef u, ofschoon gij mij ta niets^zoft'
toebehooren."
Harry
„Ik was ontroostbaar, dat ik hem
niets kon geven en niets voor hem kon
doen en ziedaar m eens..Maar ik
weiger niet, ik misgun hem mste. Ar
me kerel
Terwijl hij dit met brekende-stem zei,
was het echter niet meer Jean, dien hij
scheen te beklagen. „Vergeef mij wat
Ik u zeg, u moet mij vandaag alles
vergeven," sprak hij, met een mengeling
van smart en onbeperkte achting
„wij kunnen dezen avond met elkaar
spreken alsof wij morgen beiden gingen
sterven."
„Ja," zei Monica.
Hij hervatte met doffe stem „Jean
boezemt u medelijden in, nietwaar r
Maar als als u een ander bemind had
zou u met toegestemd hebbenDat
zou slechts medelijden met hem geweest
zijn.. En voor u, welk een marteling
Het is te vreeselijk zich voor altijd ge
scheiden te zien van dengene die men
liefheeft."
„Maar Harry," sprak Monica zacht,
„ik bemin niemand."
„O," hernam bij, „men is soms ge
dwongen zich wreed te toonen om barm
hartig te blijven. Is het deze barmhartig
heid, die u voor mij hebt
„Harry, mijn beste jongen sprak zij
met ontroerde stem, „dat God mij ver
geve, als ik wreed voor je was."
„U hebt mij niet geantwoord."
Voor zij echter kon spreken en alsof
hij haar antwoord vreesde, sprak hij
met koortsachtige haast„Wil je
mij mijn bloem teruggeven Heb je ze
bewaard
„Ja Harry."
„Het was de laatste. Je herinnert het
je wel," zei Harry huiverend. „Wat
was het koud en somber op den dag,
dat ik u die geplukt heb. En hoe zacht
en schoon was het toch tegenover van
daag. Het was de laatste bloem, de
eenige, want er waren er geen voor mij
voorheen en natuurlijk zullen er cok
geen meer zijn. Zul je ze mij terug ge
ven geef haar mij
„Neen, Harry, ik zal ze bewaren uit
vriendschap voor jou."
„O," riep hij in een opwelling var
kinderlijke droefheid, „als uw hart u
niet gezegd heeft ze van u te werpen
zooals ge mijzelf hebt verstooten, dan
is het, omdat ge werkelijk in uw hart
niets voor mij gevoelt en dat gij
„En dat ik uw oudere zuster zal zijn
wanneer ik u beter ken," sprak zij op
een toon van goedheid en edelmoedig
heid. „Harry,mijn jongen,wees dapper."
„Ja," sprak hij met vuur, „omdat u
het wilt, zij het zoo...."
Hij voleindigde zijn zin niet, hij Het
haar alleen en ging naar binnen.
Lord Jean de Burgau gaf het bewijs
van goeden smaak, dat men van hem
verwacht had. Zijn huwelijk werd zon
der pracht en praal en zonder opzien
voltrokken in de meest strenge huise
lijkheid, met een eenvoud en beschei
denheid, zooals onze zeden en gewoon
ten die niet gedoogen. Pracht en praal
waren wijselijk bewaard voor den dag
waaioo-lard Burgau als beer en maaster