HERfflüSTEH. Landbouw en Veeteelt ig fMeiaren yin llkmiar en hun tijd. ze stelling onhoudbaar, lit den winter echter valt het niet te ont kennen dat er menige bezwaren ziin verbonden, zoo is het ook hier Doch in deze betwijfelen wij ten sterkste of die bezwaren zulke ernstige gevolgen zullen hebben als in een stukje in een der vorige nummers door een handelaar naar voren werden gebracht. Immers was het tekort aan aanvoer in de vorstperiode niet of althans niet alleen aan het verplichte veilen te wijten, maar aan vervoersbelem- mering en aan de strenge vorst, waarbij ook vroeger geen groen ten werd verzonden ,om niet te spreken van den nadeeligen in vloed, die ook nu veroorzaakt werd door het arriveeren der pro ducten in fcevro en staat. Waar echter in den winter de weersomstandigheden zeker veel oorzaak zijn van onregelmatige - aanvoeren en het daarom voor den handel moeilijkheden opelvert, is het zeker van groot belang in dien de organisaties van handel en tuinbouw in onderling overleg die maatregelen nemen, welke kunnen strekken de moeilijkheden uit den w'eg te ruimen.. En dan zal zeker het verplichte veilen waar toch ook de han del belang heeft bii een eerlijke concurrentie voor allen een voordeel zijn en mede een factor zijn tot bloei «van handel en tuin bouw. Pii een volgende ge'egenheid zullen wiivnog eenige andere \oo- name punten op het gebied van de veiling onder de oogen zien. AORI. ALKMAAR. H. LAURENTTUS. Zo. Heden Palm-aondag begin van den H. Paasohtijd, te half 7 kw. voor 8 en 9 uur stille H.H. Missen, kwart voor 11 wijding en uitreiking der pal men, half'11 Hoogmis. Collecte voor het H. Land. Van 24 uur is do kerk open, 6 uur Lijdensmeditatie, waarna Congregatie van den H. Aloysius. Ma 7 uur Oongr. v. d. meisjes. DL kwart voor 8 voor de mannen. Wb. géén Congr. v. d. vrouwen, om te biechten. Wo. voorin, half 11 van 4—6 en van half 79 uur géi. Wo, voorm. tot 12 uur en nam. moeten de meisjes komen biechten van de be'.de Naieering u. Wo. geen Catechismus. Op Witten Donderdag en Goeden Vrijdag géén biechthooren. Ma.," Di., Wo. en Do. is het geoor loofd vet- en vieeschspijzeri te ge bruiken. Op Goeden Vrijdag is het geoorloofd eieren melk en boter en spijzen met vet toebereid te gebrui ken. Za. middag te 12 uur eindigt de vasten- en de onthoudingswet. Za. voorm. tot 12 uur en nam. van 4—6 en van half 79 uur bieehth. ST. DOMIN1CUS. Heden Palm zondag. IV stille H. H. Missen te 6, half 8 en 9 uur, half 11 de Hoogmis, vóór de Hoog mis wijding van den palm, die on der de Hoogmis wordt uitgereikt. He den onder alle H.H. M'ssen collecte voor het H. Land, half 1 géén Cat., voor de k'nderen der 7e klas, half 5 Congregatie voor de mannen kwart voor 6 voor de jongelingen, 7 uur Lof voor de Gel. Zielen. Vandaag be- gnt de Paaschtijd. Ma. avond half 8 Lof en aanbid ding voor do leden van den Euch. Eonid. Di. 9 uur gez. H. Mis ter eere van den H. Antonhis. Na den middag kwart over 4 moeten alle kinderen biechten om Woensdagmorgen kw. over 7 gezamejil ijk aan hun Paasoh plicht te voldoen. Dinsdagavond 7 uur Lof en meditatie over het Lijden des Heeren. Wo. morgen tot 10 uur en na den middag van 4—9 uur gel. om te biechten. Wo. en Do. avond geen Oongr. Do. Witte Donderdag. De H. Com munie wordt uitgereikt te 7. half 8. 8 uur, half 9 en voor en onder de Hoogmis, 9 uur do Solemneel e Hoog mis waarna pl. processie ©n den geheglen dag en avond aanbidding, 's avonds 10 uur herdenkmg van dé H. Ure, waarin Christus zijn Apos telen vermaande „met Hem- te wa ken en te bidden". Vr. Goede Vrijdag, 7 uur begin der aanbidding, 9 uur de plechtig heden, na den middag 3 uur Kruis weg. Za. Paasch zaterdag, 8 uur wijding van het vuur, de Paasohkaars en den doopvont, 9 uur do S-olenin-ele H. Mis, waaronder de V©=pers van Pa sehen. De H. Communie wordt eerst na de H. Mis uiig 'rukt. Het gewijd water wordt 's morgens 11 uur uitge deeld in de catechismuskamer. Na den middag van 4—9 uur gel. tot biechten, 's avonds g -en Lof. Zo. Hoogfeest van Paschen of dc Verrijzenis Onw Heeren, met volle aflaat van den Al'.-erh. Roa nkrans. Gedurende den Paasch ijd iederen avond van 6—8 uur gel. om te biechten. ST. JOSEPHKERK. Zo. Palm zondag, collecte voor het H. Land, half 8 en 9 uur stille H.H. Missen, half 11 HoogTiis, vóór de Hoogmis palmwijding, half 7 Lijdens meditatie Ma. V uur Lof ter «ere vrui fes H. Petrus, Mart. Patroon der zieken. Di. onder de H. Mïb half 8 algcmeene H. Communie voor de kin deren dar leering van Pater v, 4, Eisen. Wo. onder de H. Mis van half 8 algiahecne H. Communie voor de k'nd<Ten d©r leering van Pater Rec tor en Pater Prei Ier. Do. Witte Donderdag, volle aflaat, van 7—9 uur en ook onder de H. Mis gel. om te communie©*'ren, 9 uur pl. Hoogmis waarna processie, 'ten goheelen dag is het Allerheiligste ter aanbidding uitgesteld-, 7 uur Lof gezangen en eereboete. Vr. Goede Vrijdag, half 8 uitstel ling van 't Allerheiligste, 9 uur dc plecht g'ieden en processie, 7 uur de Kruisweg. Za. Paasoh-zaterdag, half 9 wijding der Paasohkaars en van liet wijwa ter, 9 uur de Hoogmis. Gelegenheid om te biechten gedurende den Paasch tijd: eiken morgan van 7—10 uur en na den middag van 4—half 8 uur en a.s. Woensdag en Zaterdag den ge- heeten dag tot '3 avonds half 10. uit- gólwmen van 12—3 uur. EERGEN. Zo. Palm-Zondag. Voor de Hoojp- mis de plechtig© wijding en uitdee- ling der palmen. De H.H. Missen te 7, half 9 en 10 uur, 1 uur Oat., B uur Lof half 3 H. Familie (afdeeling vrouwen) half 3 MariaOongr. voor de meisjes in de kapel der Eerw. zusters, 7 uur Maria. Congregatie vooï de jongens. Wo. den geheelen dag biechtgele genheid behalve van 12—3 uur. Do. Witte Donderdag, 7 uur uitrei king der H.. Communie, 9 uur pl. H. Mis, waarna de processie. Den gehee len dag blijft het H. Sacrament ter aanbidding uitgesteld, 's avonds 7 uur gemeenschappelijke aanbidding. Vr. 7 uur uitstelling van het H. Sacrament, 9 uur aanvang der plech t gheden, half *2 oefeüing van den H. Kruisweg. 3 uur Sterfuur. Za. 7 uur aanvang der plechtig heden, 8 uur gjz. H. Mis. Den ge heelen dag b ec'itgelegenheid "behal ve van 12—3 uur. De gebeden worden verzocht vooi Elis. Eakkum, wed. van Dirk d< Groot en Laurentius van Dam, die in den Heer zijn overleden. CASTRICUM. Zo. 7 uur Vroegmis, 10 uur Hoog mis, 1 uur Cat., 2 uur Lijdensme ditatie, daarna het Lof. Ma. 7 en 8 uur H. Mis, 9 uur ge®. Uitvaart voor Ctasina GrootBra- kefihof. Di. 7 en 8 uur H. Mis, 9 uur gei Uitvaart voor Maria Glorie. Wo. de H.H. Missen te 7, 8 en hal) 9 Van 5—6 uur biechthooren. DE GROOTE BETEEKENIS DER VEILINGEN VOOR DEN .TUINBOUW EN VERPLICHT VEILEN. Het is feitelijk overbodig: om in dez omgeving een uiteenzetting te geven van de beteekenis van de tuinbouwveilingen. Voor de bou- ivers in de groote tuinbouwcen- tra's van Noordholland is de vei ling: Noordholland telt er een <leine 40 en Zuidholland eveneens van even groot belang als de veemarkten voor de boeren en daarom is de beteekenis van die veiling voor hem een zoo uitge maakte zaak dat een nadere be schouwing hiervan onnoodig is. Waar echter in den laatsten tijd een tamelijk grooten strijd is ge voerd over het verplichte veilen is het niet van belang ontboot, even stil te staan bii de oogmerken die de organisaties hebben geleid tot dit besluit. En dan is her noo- dig even na te gaan de omvang van het veeilingwezen. Dit heeft zich na de oprichting der eerste groentenveilingen in de 80 en 90er jaren op een gewel dige manier ontwikkeld, waarvan de omzetcijefrs der laatste jaren een duidelijk beeld geven. Over 't geheele land bedroeg deze omzet in 1920 en in 1921 ongeveer 65 millioen gulden. Hierbij springen terstond in het oog de cijfers van Noordholland met circa 24 en Zd.- Holland met ruim 29 millioen. Bepaalt zich de tuinbouw in overig Nederland tot enkele cen tra's zooals de Betuwe met zijn groote fruitveilingen en om de ste den. in de beide Hollanden is dit laatste slechts voor een deel het ge val en vindt men een aantal cen tra's waarin niet anders dan den tuinbouw wordt beoefend, waarde bedrijven dus in hoofdzaak zui vere tuinbouwbedrijven zijn. Zoo kennen wij in Zuidholland het Westland met zijn kas- en waren- huizenculturen, aan welks veilin gen vorig jaar alleen voor 11 mil lioen werd omgezet, de omgeving Loosduinen—Berkel—Delft, welke men de zelfkant van het Westland zou kunnen noemen met een om zet van bijna 10 millioen en de Venen, het land van de bootten, doperwten en augurken. Benalve Kennemerland waar meer bijzon der de aardbei het hoofdproduct is, bepaalt de cultuur in Noordhol land zich hoofdzakelijk tot grove oiinbouwproducten, vroege aard OVERGANG DER HOLLANDSCHE STEDEN TOT DEN PRINS. In het jaar 1569 rit p de hertog van Alva, die zich reeds in zeer korten tijd door zijn strengheid gehaat had weten te maken, de Staten der afzonderlijke Provinciën te Brussel bijeen en eischte van hen een bijzondere belasting ter bestrijding van de onkosten, die hij had moeten maken, om de Nederlanden tot rust te brengen, zooals hij het noemde. Deze belasting was drievoudig: de honderdste, tiende en twintigste penning. De honderdste penning of één pro cent moest betaald worden van alle roerende en onroerende goederen, die in het land waren; de tiende penning werd'geheven van alle waren, als zij ver kocht werden en de twintigste van alle vaste goederen, zoo dikwijls deze in andere handen zouden komen. De Statea weigerden deze belasting af te kon digen en te innen, maar Alva dreigde met strenge straffen. Deze onverstandi ge handelwijze van den hertog had ten gevolge, dat velen van hen, die het wettig gezag van den koning van Spanje als Heer der Nederlanden steeds er kend hadden, nu in hun trouw begonnen te wankelen. Onder de aanhangers der zoogenaamde Hervorming waren er velen, die wel den Koning van Span je als hun wettigen heer erkenden, maar niet den door hem gezonden land voogd, den hertog van Alva. Zij erkenden als stadhouder des konings den Prins van Oranje, ofschoon de Spaansche koning den Graaf van Bossu als zoodanig over Holland had aangesteld. Ei» ontstond aldus een verwarring on der de burgers, die nog vermeerderd werd doordat de een den ander niet ver trouwde. Een onvoorzichtige uitlating was genoeg om bij de Spaanschgezin- de overheid te worden aangebracht en als verdacht te worden beschouwd. In eenzelfde stad stonden de partijen tegenover elkander, ja in hetzelfde huisge zin heerschte somtijds verdeeldheid, daar de een den Spaanschen koning trouw aanhing, de ander openlijk of in 't geheim den Duitschen prins was toe gedaan. üok op godsdienstig gebied wss er geen eenheid meer en velen had den het geloof der vaderen den katholieken godsdienst verlaten. Ofschoon er ook ouder de katholieken wel aanhangers des Prinsen waren, bleven de mees ten aanvankelijk trouw aan den wettigen vorst en zijnen landvoogd. Onder degenen, die zich tegen den Koning verklaarden en voorgaven de.jiarty des Prinsen te kiezen, behoorden verscheidene vrijbuiters, die als Watergeuzen Dekend en berucht werden. Zij overvielen meerdere malen koopvaardijsche pen, zelfs een vloot van zestig schepen, die argeloos het Vlie kwam binnen zeilen. Niet zonder reden begon men in Noord-Holland te vreezen, dat de Watergeuzen hier wel eens konden landen en een strooptocht ondernemen. In verband met dit gevaar werden ongeveer 400 Spaansche soldaten naar Hoorn gezonden, waar zij 24 Sept. 1569 aankwamen, vanwaar zij den vo-lgenden dag reeds naar Medemblik trokken om tegen de Watergeuzen de wacht te hou den. Deze begaven zich echter naar Oost-Friesland, waar talrijke uitgeweken en verbannen burgers voor hen betere tijden afwachtten. De Spanjaarden na men nu hun intrek binnen Alkmaar den lien October en werden bij de bur gers ingekwartierd. Reeds drie dagen later begon men den last dezer bezet ting te 'gevoelen en de vroedschap droeg den 14en Oct. den burgemeester Claes Harcvz en Flores van Teylingen op, om bij den president te Haarlem en de stadhouder te Amsterdam verlichting van dezen last te vragen. Denzelf den dag stond de gemeenteraad 12 toe aan de Zusters Clarissen, die bij de geloovigen anders om turf bedelden, maar nu tijdens het verblijf der soldaten beter binnenshuis bleven. Den 26en Oct. trokken de Spaansche soldaten af. Alkmaar luid in 156,9 een nieuwen pastoor gekregen in den persoon van Mr. Eylard Dirksz. Waterland. Na de onlusten van 1566 was Mr. Eylard, die toen pastoor te Velzen was, naar Haarlem gevlucht, waar de burgemeesters van Alkmaar hem kwamen uitnoodigen het pastoorschap der St. Laurentius- kerk te aanvaarden. De inkomsten dezer parochie bleven echter beneden die van Velzen, waar de pastoor uit de algemeene schatkist een toelage genoot van 200 gulden. De onderhandelingen schijnen toen mislukt te zijn. Althans den 2Wen Januari 1569 droeg de raad den burgemeesters op, om den vice- pastor van Kwadijk ads pastoor te verzoeken. Deze reisde met burgemeeste- ren naar Haarlem. De st< .lelijke regeering deed hier den Bisschop Nicolaas van Nieuwland het voorstel jaarlijks 200 gulden boven de gewone inkomsten van den pastoor uit te L .ren, mits zij 100 gulden mochten beffen van de in komsten, welke aan de vijf rijkste altaren in St. Laurens waren verbonden. Aan aeze altaren, toegewijd aan het H. Kruis, Sint Hubertus, Sint Gangulfus, O. L. Vrouw „de nood Gods en Sint Anna, waren voorheen goederen ge schonken, uit welke rente de diensten beloond werden aldaar verricht. De re genten dezer altaren bewilligden deze heffing met goedvinden van den Bis schop. Toch werd niet de vice-pastor van Kwadjjk, maar Eylardus tot pastoor benoemd en den 16en Aug. nam deze bezit van zijn parochie, geinstalleerd door Reinier Rufus, deken van Kennemerland. Ook werd deze plechtigheid bijgewoond door Gilis Jansz. pastoor van Velzen, dus opvolger van Eylard aluaar, "en Filips van Hogesteyn, coadjutor van het Sint Janshuis te Haarlem. Pastoor Waterland toonde reeds spoedig, dat hem de handhaving-van het katholiek geloof ernst was. Zoo zorgde hij voor bekwame, rechtgeloovige ste jaren vrijwel' alles geveild. Men had hierbij immers de zekerheid dat door de concurrentie van den handel op de veiling het product den gangbaren hanaefeprijs op bracht. Het spreekt van zelf dat 't gevolg hiervan was een groote re schommeling der prijzen, naar bo ven of beneden gaande naar ge lang de vraag het aanbod al dan niet overtrof. Het tuindersbedrijf was echter ook voor het veilings stelsel een speculatief bedrijf we gens de groot afhankelijkheid von den export en juist de veiling heeft hierin althans deze verbete ring gebracht dat men altijd kon verkoopen, terwijl men vroeger maar moest afwachten en men als er eindelijk een kooper kwam 't goed veelal afstond omdat men de geboden gelegenheid moest aangrijpen. In den tijd dat naast de gelegen heid tot veilen men ook uit de hand kon verkoopen, hebben de veilingsorganisaties besloten het veilen verplichtend te stellen. Lijkt deze maatregel waaraan nie mand zich zonder boete kan ont trekken, immers zijn de veilingen eigendom van de organisaties oppervlakkig beschouwd draco nisch, er waren ernstige redenen voor hef nemen van dit besluit. Wil men dat de handel geba seerd is op den veilingsprijs, dan moeten ook die zaken uit den weg geruimd worden, die hierop een nadeeligen invloed kunnen uitoe fenen. En het uit de hand koopen door den handel, het zich voor zien van min of meer groote voor raden, zal de concurrentie op de veiling verslappen en vrijwel zeker een nadeeligen invloed op de prij zen in het algemeen uitoefenen. Wordt hierdoor een oneerlijke con currentie gevoerd, onder den han del zelf, goed beschouwd becon curreert de tuinder, die om eev oogenblikkeliik voordeel uit de hand verkoopt, ook zijn mede-tuin der, die zijn producten veilt Waar de kans dus gesteld moest worden alles of niets veilen, was deze keus niet moeilijk. Verreweg het meeste werd reeds geveild, dus alles veilen. Het spreekt vanzelf dat er te genkanting is gekomen van de fee lers, maar vooral van den handel. De eersten zijn wat de grootste massa betreft met het besluit ver zoend en kunnen zich een intrek- kiflg haast niet meer indenken. Van den kant van den han del tracht men echter nog steeds aan te toonen, het verder felijke van dezen maatregel. Waf de zomerproducten betreft is de vroedvrouwen, wel wetende, dat van deze personen een niet geringe invloed uitgaat. Den 25 Aug. 1569 gaf hij aan vier vroedvrouwen een loffelijk getuig schrift. Den 20en Maart 1570 legden zij ter burgemeesterkamer den eed af, be lovende, dat zij van elke geboorte binnen 24 uren aan den pastoor schriftelijk kennis zouden geven. Deze en dergelijke maatregelen werden genomen om te beletten, dat de „nieuwe godsdienst" zich zou uitbreiden. Zoo had de hertog van Alva ook voorgeschreven te letten op hen, die geen eerbied betuigden voor het Allerheiligste, wanneer Dit in processie door de stad werd omgedra gen of naar zieken werd gebracht. Men houde in het oog, dat de katholieke godsdienst de staatsgodsdienst was en de staat dus het recht had haar wetten te doen eerbiedigen. De regeering van een katholieke stad kon toch niet dul den, dat hetgeen zij en haar burgers voor hoogheilig hielden door anderen openlijk werd bespot, zooals dit te Hoorn geschiedde, toen de priester na den storm vgn Allerheiligen 1570 met het H.'Sacrament de golven trachtte te be zweren, opdat God deze ramp zou temperen. In Alkmaar-waren 3 Juli 1569 Arend Jacobszoon en Frans Floriszoon aangesteld, om achter het H. Sacra ment te gaan. acht gevend, wie hiervoor geen eerbied wilde betuigen. De aanhangers der z. g. Hervorming begonnen hier en daar reeds vrijmoe diger te worden. Zoo drongen zij in Hoorn de Groote Kerk binnen en begon nen openlijk psalmen te zingen, terwijl een priester juist zijn predicatie zou beginnen. Den 18en Febr.. voeren uit Hoorn twee oorlogsschepen onder aanvoering van Jan Symansz. Rol en Jan Vest naar Enkhuizen, waar nog tien andere schepen-lagen, alle bestemd oir? de Watergeuzen te bestrijden. Het gelukte de zen schepen onder Frans .van Boshuijsen, de vrijbuiters op de vlucht te jagen en twee hunner vaartuigen te bemachtigen. Deze overwinning was echter van weinig beteekenis, zooals blijkt uit de hernieuwde rooftochten langs de Frie- sche kusten, waar zij 24 buizen en nog twee Spaansche schepen buit maakten. Tot overmaat van ramp gingen ook eenige schepen van den hertog tot den vijand over, zoodat deze in 1571 met drie groote oorlogsschepen en 23 jach ten een vloot van 31 schepen durfden aanvallen en overmeesteren. Den 12en Maart overvielen zij zelfs Monnikendam, waar zij plunderden en brandschat ten evenals te Schellingwoude. Zij kwamen ook voor Medemblik en brachten in de dorpen zooveel schrik te weeg, dat enkele in het geheim met hen een verdrag sloten en tegen eeu maandelijksche betaling de plundering wisten af te koopen. Den 29sten Januari 1572 maakten de Watergeuzen, onder Capiteyn Gerrit Bastiaansz. van Gorcum, zich meester van het Hoornsehe Veerschip, dat eenen Jan Clomp toebehoorde, en eischten van de gevangen burgers een groot losgeld. De Schout van Schellinckhput, een der gevangenen, werd zon der vorm van proces gedood. Eenige dagen later kwam kapitein Willem van Trelongh, een van des Prinsen aanhangers, met zijn oorlogsschip in 't Vlie en belandde van daar op Wieringen, waar hij tot in Maart moest blijven wegens de vorst en al dien tijd op kosten der bewoners leefde. De admiraal Jan Symsz. Rol kwam met vier vaandelen krijgsknechten en bootsvolk om Tre- longhs schip te veroveren, hetgeen deerlijk mislukte. Deze mislukking werd door sommigen in Hoorn aldus uitgelegd, dat Rol mogelijk „in 't herte" die van de Ghereformeerde Religie meer was toegedaen als vyant, wat semblant hij oock somwijlen ter contrarien betoonde". (Velius) Gelijk men ziet werden de aanhangers van de Hervorming door de katholieken wel een weinig ge wantrouwd ten opzichte van hun aanhankelijkheid aan den katholieken ko ning en met reden. Het zou niet lang meer duren, of de steden kozen openlijk partij tegen den koning van Spanje. Een groote verandering bracht namelijk de inname-van Den Briel door den Graaf van der Marck en zijn Watergeuzen Dit geschiedde 1 April 1572 en zes dagen later koos Vlissingen de partij van den opstand en den derden Mei Veere. Ook in het Noorderkwartier begon het nu te rommelen. Enkhuizen wankelde vanaf 5 of 6 Mei en verklaarde zich ten laatste 21 Mei voor den Prins. Daar Enkhuizen de martelplaats werd voor vijf der Franciscaansche Marte laren van Alkmaar, willen wij hier den overgang van Enkhuizen tot de partij van den opstand met nog eenige regelen verhalen, zoodat men daaruit tevens zal kunnen zien, wat voor soort lieden hier het bewind in handen hadden, toen P. Daniël van Arendonck en zijn gezellen hierheen gesleurd werden. De Hertog van Alva had eenige oorlogsschepen laten uitrusten tegen de Watergeuzen van Den Briel. Deze vloot, onder bevel van Frans van Boshuy- sen, lag nu eenigen tijd voor Enkhuizen en de Raad der stad meende nu eeni ge soldaten van deze vloot in de stad te brengen, om deze aldus voor den Ko ning te bewaren. Maar de burgers wilden geen soldaten en verzetten zich toen de hopman Quickel met zijn vendel voor de stad verscheen. Insgelijks weigerden zij den toegang aan Paulus van Loo, Drost van Muiden, die ook met een schip soldaten kwam. Alleen wilden zjj weinige manschappen toela ten, die mondvoorraad kwamen koopen, naar zij zeiden. De Admiraal Bos- huysen nam de weigering der burgers zeer kwalijk en kwam persoonlijk bin nen de stad, waar hjj heftig uitvoer, omdat den soldaten des konings de markt ontzegd werd. Daarop namen de burgers den Admiraal gevangen en dwongen hem aan ziin kapiteins te schrijven, dat zij hun schepen aan de burgerij zou den uitleveren, zooals dan ook inderdaad gedeeltelijk geschiedde. De opstan dige burgers bezetten nu ook de poorten en voornaamste plaatsen Aer stad onder leiding vooral van Dirck Jansz. Brouwer, Jacob Floriz, Jacob Eriksz., Jan Vrericksz. en anderen. De Burgemeesters ziende, dat hun zaak verloren was en met geweld niet meer gekeerd kon worden; kwamen met de burgerij overeen, dat men in vrede zou leveu met elkander en geen troepen binnenla ten noch van Alva, noch van Oranje. Met zachtheid probeerden zjj nu de stad weer aan s konings zijde te brengen en slaagden in zooverre, dat Boshuysen weer werd vrijgelaten en dat zij de uitgeleverde oorlogsschepen weer lieten vertrekken. Een dezer schepen raakte aan den grond en werd daarop door de Geuzen besprongen en verbrand. De Raad van Enkhuizen wilde voor dit 6chip een ander aan de vloot van Boshuysen leveren en koos daartoe het schip van een burger, dat in de haven lag. Maar deze burger verzette zich daartegen en vond voor zijn verzet steun bij een deel der burgerij, zoodat er opnieuw onrust ontstond. Intusschen keerden de afgevaardigden der stad, die bij den Graaf van Bossu de belangen van Enkhuizen bepleit hadden, met een norsch antwoord van dezen terug. De Graaf „wilde weten, wie zijn vrienden en zijn vijanden waren. Men soude den Hertogh (Alva) als Gouverneur Gene- rael en hem als Stadhouder van Hollandt een nieuwen eedt sweeren. Die dat niet wilde doen, mocht hem uyt de Stadt maken of wachten ziin strni Zoo een zacht antwoord den toorn breekt, gelijk de H, Schift zegt, een barsch antwoord doet dien ontsteken. Bossu blijkt ook dén aard der West- Friezen niet te hebben gekend, anders hadde hij begrepen, dat men nu juist zich zou verzetten. De burgers weigerden dan ook den eed af te leggen of dé stad te ontruimen. Iedere partij zocht zich te versterken. De burgemeester! huurden een vendel krijgsknechten en een aantal schutters. De burgers riepeA meerdere ballingen' te hulp en verder visschers, bootslieden en, zooals Velius het noemt, „ander ruygenhoop". Bij trommelslag werden nu te zamen geroe pen „soo wie den Coningh en den Prince van Orangien lief hadde." Ter stond werd nu het stadhuis bezet en des Prinsen vaandel buiten de poorten gestoken, hlen ontbood nu de verbannen burgers en men schreef aan de Geu zen in Emden en Den Briel om hulp en aan den Prins te Dillenburg om een gouverneur. Die van Emden kwamen reeds 22 Mei met 26 oorlogsschepen en 500 man en eenige buitgemaakte schepen met koren, waaraan groot gebrek was. Na eenige dagen kwanien ook soldaten uit Den Briel onder Ruychaver, Cabeljau, Cornelis Loefs en Roobol. De Prins zond Jonker Diderick Sonoy als gouverneur van de steden van Noord-Holland, die den Prins als Stadhou der zouden willen erkennen. Den 2üen April had Willem van Oranje een edel man Gerrit van Berkenrode, die zijn priesterschap en het katholiek geloof den rug gekeerd had,, naar Hoorn gezonden met een brief, waarin de Prins der Stad getuigde, dat hij „was bereydt lijf en goedt te wagen, om haer weder dé vrenheijdt haerder conscientien en haer oude Privilegiën te doen ghenieten, wilden sij maer selfs ghewilligh zijn, en haer Stadt in handen van zijn Krijghs- volck leveren, dat hij als rechte Stadthouder, tot ware dienst van de Conink- lijcke Majesteijt, en tot haerder vcrlossinge 60ude senden." Overigens ging het in Hoorn op ongeveer dezelfde wijze toe als in Enkhui zen. De vroedschap wilde den Hertog nog trouw blijven en zocht heimelijk manschappen in de stad te brengen. De burgerij verzette zich daartegen. De Raad wist nog het voorstel van Enkbuisen om over te gaan tot den Prins af te doen wijzen, overlegde met Edam, Monnikendam-en andere steden, die ook nog niet durfaen besluiten. Toen men tegen den wil der vroedschap de bal lingen en eenige afgevaardigden van Enk huizen had binnengelaten, was de burgerij spoedig overgehaald en verklaarde zij den hertog van Alva en zijn Spanjaarden voor vijand. De burgemeesters vluchtten en na enkele dagen kwam vanwege den Prins Josua d'Alveringhen, Heer van Hoffeegen, als gou verneur der stad. Wij willen hier bemerken, dat de Geuzen, ofschoon reeds eerder in de stad, toch eerst den 4en Juli hun eerste predikatie in de Groote Kerk konden hou den. Men ziet hieruit, dat het overgroot deel der stad nog katholiek was ge bleven, zooals ook blijkt uit het antwoord, dat de gereformeerden den 3cn Juli ontvingen, toen zij een request indienden, om de Groote Kerk te hebben en er hunne predikatie te houden Gelijk Velius in zijn Chronijk van Hoorn meedeelt, werd hun geantwoord, „dat alsoo sij nocli weynigh in ghetal waren, het de Vrouwenkerck haer als noch wel doen konde." Slechts door bedreiging met geweld wisten de Gere- formeerden hun eiscben doortezetten. En zoo ging het ook te Alkmaar. Zjj waren nog in de minderheid, toen zjj de Minderbroederskerk bezetten en de Franciscanen gevangen namen. De aanle'iding hiertoe was de overgang van Alkmaar aan de zijde des Prinsen. Op welken dag 'deze geschiedde, daarover heerscht geen-eenstemmigheid. Gewoonlijk leest men 28 Juni, maar wq T1~' den het meest waarschijnlijk hiervoor den'20sten Juni aan te geven. Bossu althans schreef 21 Juni aan Alva vanuii Utrecht: „Hyer sur les quatro heures apre3 disner les pirates Bont entrez en Alcmaer d.i. Gisteren 0® uur na den middag zijn de Watergeuzen binnen Alkmaar gekomen. appeiea en kooI en kennen wij hier de Streek en Langendijk en omgeving met resp. een veiling- omzet van 7V2 en 9y2 millioen in 1921. De groote ontwikkeling van den tuinbouw in de genoemde cen tra's en de daaraan gepaard gaan de ontwikkeling der veilingen is te danken zeker voor gedeelte aan de export. De grooté omge ving van den export voor en tii- dens den oorlog en de huidige ex portmoeilijkheden te bespreken ligt niet in het bestek van dit arti kel, het feit dat de export de vei lingen beheerscht zal echter nie mand tegenspreken en vast staat dat de productie van grove en fijne groenten de behoefte van het eigen land verre overtreft, zelfs in jaren met een matige productie ais 1921. Waar onze bodem zich zoo uit stekend leent voor den teelt van groenten en men hier minder dan in het buitenland te kampen heeft m etde grillen van moeder natuur, vonden al spoedig honderden in het tuinbouwbeedrijf hun bestaan. De verbetering in het verekerswe- zen en het doorvoeren van het vei lingsysteem zooals men dat hier en nergens anders kent, hebben ge maakt dat thans duizenden dit be drijf uitoefenen. En nu is de groote verdienste in deze van de veilingen, die al len liggen aan de groote verkeers wegen dat zif het middel! zijn ge worden waardoor de tuinder steeds zijn product naar believen kan afzetten en tegelijkertijd de schakel zijn geworden tusschen hem en den handel, welke laatste in de veiling! een gemakeklijk middel vindt om zich, voor den dag prijs van het noodige te voorzien. Dat dit in den loop der jaren be proefde stelsel buitengewoon veel heeft bijgedragen aan de bevorde ring van tuinbouw, handel ver voer en afzet der tuinbouwpro ducten, is zoo overtuigend uit de feiten gebleken, dat dit geen nader betoog behoeft. De ouderen, die de voortijd en 't beginstadium der veilingen heb ben meedegemaakt zullen meer dan de jonger.en hiervan kunnen getuigen. Niemand van hen zal terugverlangen naar den tijd toen men 11a geteeld te hebben zijn pro duct of meegaf met den schipper op goede reis of voor den prijs afstond die er voor vief te maken, zonder dat hierbij van een markt prijs sprake was. Zonder dat van verplicht veilen sprake was, werd dan ook beha,ve de stapelnro- ducten in den winter in de laat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 6