ONS BLAD"
BUITENLAND.
No 478.
Maandag 8 Mei 1922.
14e Jaargang^
59
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: fSSSfS^A433
Brieven uit Frankrijk.
FEU ILL ET OM
ZIJN SLACHTOFFER
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaarf 2.
Voor buiten Alkmaar f2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs;
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclamei
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60 k
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis
een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,
f 400,-, f 200,f 100,-, f 60,—, f 35,-, f 15,J
FRANKRIJK EN DE WERELD
POLITIEK.
Heel de wereld heeft sedert enkele
weken het oog mp Genua gericht en
hoe gering het vertrouwen in con f eren
ties bp voorbaat reeds was, het is er
niet grooter op geworden door die op
Italiaanschen bodem.
Men spreekt er over vrede en een
heid, maar als wy nagaan de verschil
len van meening die er heerschen, de
onder een uiterlijk mom van beleefd
heid verborgen vijandigheid van het
eene volk ten opzichte van het andere,
en vooral het wantrouwen zien toene
men, dan gaat de illusie, van Genua
uit, den nieuwen en blijden dageraad
voor Europa te zien gloren, in rook op
Frankrijk heeft zeer zeker een alles
behalve aangename rol op deze confe
rentie op zich genomen, nu zijn verte
genwoordiger, Bartbou. die niets an
ders is dan de spreekbuis van den Mi
nisterpresident Poincaré, een politiek
heeft te verdedigen, waar het grootste
deel van de wereld tegen gekant is.
Eenzaam staat het daar temidden
der verschillende volkeren, beschul
digd van imperialisme en onverzoen
lijkheid, zelfs dooi hen, met wien de
banden van vriendschap het hechtst
moesten zijn. Onbegrepen, neemt het
een weinig benijdenswaardige positie
in, en voor een groot deel zeer zeker,
moeten wy, boe ongaarne ook, erken
nen dat het de eigen schuld is, die het
meest plaagt. Ongetwijfeld, het Fran-
sche volk wil den vrede, hoe kan het
anders, waar het al het leed van een
wreeden oorlog aan den lijve heeft, on
dervonden, maar het houdt vast, on
wankelbaar, aan het verdrag van Ver
sailles, dat belemmerend werkt op een
werkelijk en en snoedigen terugkeer
tot normale toestanden.
Het staat tegenover Rusland als een
der grootste crediteuren en met een
wantrouwen, waarvan de rechtmatig
heid niet valt te ontkennen. Wie im
mers zal plotseling de vriendenhand
kunnen reiken aan een volk dat de
wereld in ontzetting heeft gebracht
door een bloedige revolutie en door
daden van wreed geweld? Het vergeet
echter dat het oog niet alleen op het
verleden dient gericht maar vooral op
de toekomst en dat zelfs een land zich
groote opofferingen moet getroosten
om mede te werken aan het herstel
van een uit het evenwicht gerukte we
reld.
Een Üuitsch-Russisch verdrag mo
ge terecht met weinig sympathie be
groet zijn, gekomen op een slecht ge
kozen oogenblik, Frankrijk mag niet
voorbijzien dat het zelf ten deele
schuld is aan de door Duitschland aan
genomen houding. Eveneens de gerin
ge steun die het van Engeland onder
vindt en waarover niemand zich ver
wondert na de telkens gerezen ver
schillen die zich het laatste jaar heb-
oen voorgedaan, is deze niet voor een
deel te wijten aan de weinig concilian-
te houding van Frankrijk? Men be
hoeft geen bewonderaar te zijn van de
Bngelsche politiek, door dik en dun
mee te gaan met den naar alle kanten
glimlachenden Lloyd George, om toe
te geven dat Frankrijk beter deed,
eenig water in zijn wijn te doen. Rome
geeft als altijd het beste voorbeeld,
jen vrede en het waarachtig belang
der volkeren stellende boven alles,
een blik op die eeuwige stad en een
luisteren naar de stem van den opper
herder der Christenheid, zal het eeni
ge middel zyn, de wereld te verlossen
uit den chaos, waarin zij verkeert.
Poincaré is zonder twijfel een man
uit één stuk, met groote begaafdheid,
maar hij bezit ook de fouten aan goe
de hoedanigheden verbonden; hy kent
geen plooibaarheid, volgt onwankel
baar den eens ingeslagen weg, zal niet
terugdeinzen, zelfs met macht van wa
penen, Frankrijks rechter te doen gel
den, als Duitschland, zijn verplichtin
gen niet nakomt. „Duitschland moet
betalen", herhaalt hij telkens weer;
Duitschland kan betalen" hü is er
vast van overtuigd. De soepelheid van
een Briand is hem vreemd, plooibaar
heid op welk gebied dan ook, behoort
tot de hem onbekende eigenschappen,
En toch die plooibaarheid, dat reke
ning houden met gewijzigde tydsom-
standigheden en den nieuwen koers
dien verschillende volkeren wensehen
in te slaan, is noodig om Europa niet
verder het spoor bijster te doen wor
den. De begrijpelijke, maar daarom
nog niet te verdedigen onverzoenlijk
heid, is de oorzaak van Frankrijk's
isolement te Genua, van de felle te
genkanting die het van vele zijden on
dervindt.
En het Fransche volk, staat dit ge
heel achter zijn minister-president?
Luistert men slechts naar het groot
ste deel der pers, men moet het zon
der twijfel gelooven, zelfs erkennen dat
hjj, volgens sommigen, in zyn eischen
en bedreigingen nog niet ver genoeg
gaat. Hoort men echter ook de stem
men die opgaan onder het volk en in
de binnenkamers der Fransche burgers
dan is er reden om te twijfelen aan
een algemeene instemming. Zeker, al
len wensehen niets liever dan dat
Duitschland zyn verplichtingen na
komt, deelen het wantrouwen in Rus-
land's oprechtheid, maar zeer velen
huiveren by de gedachte, dat dwang
maatregelen noodig zullen zyn, om de
rechten te verdedigen.
Poincaré heeft in zijn rede te Bar le
Due aangedrongen op de éénheid van
het Fransche volk, maar Republikeinen
en koningsgezinden staan nog recht
tegenover elkaar; socialisten en com
munisten doen zich ook hier. hoewel
zwakker dan elders gelden en de één
heid op godsdienstig gebied, die on
der Briand goede kansen had steeds
verdere schreden vooruit te maken,
men vraagt het zich in katholieke krin
gen vaak twijfelend af, of deze bij
Poincaré in veilige handen is. Hij
wiens ongeloof even vast staande is
als zjjn onverzoenlijkheid tegenover
Duitschland, kan de Katholieken van
Frankryk moeilijk tot zijn overtuigde
volgelingen rekenen. Want nog altijd
is voor hen het geloof, het vertrouwen
in het Opperwezen, het eenige en on
feilbare middel om het heil der volke
ren te bewerken
Vaderlandsliefde is een groote deugd
en wy kunnen niets anders dan de
Franschen om het bezit er van prijzen,
maar hoog daarboven verheft zich de
liefde voor de godsdienst. Als Frank
rijk dit ten volle in ziet. zal het den
weg vinden die voert naar den wereld
vrede, zal het niet eenzaam meer staan
te midden der volkeren. Niet Genua of
welke nieuwe conferentie dan ook, zal
de éénheid der wereld kunnen bren
gen, Rome alleen van waar uit de lief
de voor den medemensch, ons telkens
als hoogste plicht, wordt in herinne
ring gebracht.
Parijs, 3 Mei 1922.
Mr. P. v. S.
DE CONFERENTIE VAN GENUA.
Lloyd George's activiteit.
Lloyd George is voortdurend druk
in de weer om den bodem voor de a.s.
besprekingen met de Russen voor te
bereiden.
Theodoor Wolff meldt, dat Lloyd
George er in zyn bespreking met de
Duitschers op gewezen heeft, dat hij
er krachtig naar streeft de overeeen-
komst met de Russen tot stand te
brengen.
Zijn besprekingen met de Polen en
Zuid-Slaviërs wijzen er op, dat hij
tracht een breed front te vormen in de
Russische kwestie.
Be ltaliaansche regeering en de
conferentie.
Facta bracht in den ministerraad ver
slag uit over de werkzaamhedèn der
ltaliaansche delegatie te Genua. De
raad was geheel voldaan en sprak bij
voorbaat zijn absoluut vertrouwen uit
in de delegatie ten aanzien van de hou
ding, die zij in de a.s. stadia zal mee
Den te moeten aannemen.
Geen Nederlandsché onder
handelingen met Rusland.
De „Matin" publiceert een mededee
ling van de Nederlandsche legatie te
Parijs, waarin de heer Van Karnebeek
een tegenspraak geeft van het tele
gram, meldende dat de Nederlandsche
regeering afzonderlyke onderhandelin
gen met de Sovjetregeering zou héb
ben aangeknoopt.
De terugkeer van Barthou.
Barthou is Zaterdagmorgen 9 uur
te Genua aangekomen. Hp heeft dade
lijk een onderhoud gehad met de le
den der Fransche delegatie.
Barthou had na zyn aankomst een
onderhoud met Jaspar, vervolgens met
Sohanzer en ten slotte met Lloyd Ge
orge. Hij zeide dezen, dat hij de open
bare meening in Frankrijk zeer be
zorgd had gevonden over het verdrag
van Rapallo en de Belgische kwestie.
De Fransche regeering zal, onder den
invloed van de houding van België,
het memorandum niet goedkeuren als
de Belgen het niet goedkeuren. Bar
thou gelooft echter, dat men een for
mule zal vinden om de standpunten
met elkaar in overeenstemming te
brengen. Uitgezonderd deze quaestie,
zijn de Fransche regeering en de Fran
sche openbare meening de conferentie
volkomen gunstig gezind.
Op een vraag van Lloyd George
antwoordde Bartbou, dat de Fransche
regeering zich verzet tegen de bijeen
roeping der onderteekenaars van Ver
sailles.
Be hesluiten der economische
commissie.
De economische commissie heeft in
algemeene vergadering de nieuwe re
dactie goedgekeurd van de artt. 50,
51, 52 en 53 van het rapport der des
kundigen van Londen betreffende ver
schillende economische kwesties van
algemeenen aard.
Aangenomen werden een nieuwe re
dactie van art. 45 betreffende het régi
me voor grondstoffen en een belangrij
ke bepaling over de handelsverdragen
Den Volkenbond werd geadviseerd om
in samenwerking met het Internatio
naal Landbouwinstitnut met alle mid
delen de ontwikkeling der landbouw
productie te bevorderen. Goedgekeurd
werd ten slotte een tekst, voorbereid
door een comité van deskundigen, in
zake arbeidskwesties.
Tie houding der kleine
Entente.
Nintsjitsj heeft voor zijn vertrek naar
Genua aan de „Pravda" verklaard,
dat de landen der kleine Entente ten
aanzien van de kwestie der erkenning
van de sovjetregeering zich zouden
richten naar de houding van Frank
ryk.
Be Russische kwestie.
De nota van Barrère aan Facta moet
onder de Italianen groote opwinding
hebben veroorzaakt.
De Engelsche delegatie heeft Facta
medegedeeld, dat de overige mogend
heden zich door Facta's onderteeke-
ning van het memorandum gebonden
achten en dat, zij de onderhandelingen
met Rusland ook zonder Frankryk en
België zullen voortzetten.
De Russen hebben, naar de corres
pondent der ,3- Z. am M." uit Genua
meldt, besloten op het memorandum
slechts een voorloopig antwoord te ge
ven, ongeveer inhoudende: Fe Russi
sche delegatie wil het memorandum
beschouwen als een mogelijken grond
slag voor verdere onderhandelingen.
Zij moet er echter de aandacht op ves
tigen, dat het vele punten bevat, die
in Rusland op nagenoeg onoverwinne
lijke bezwaren zouden stuiten.
Intusschen onderhandelen te Genua
de Engelsche en ltaliaansche deskun
digen op ostentatieve wijze met de
Russen, naar de correspondent van de
„B. Z. am M." veronderstelt ook over
de kwestie der erkenning van Rusland
Aan den anderen kant hebben ook
de Duitschers zich met de Russen in
verbinding gesteld. Deze Engelsch-Ita
liaansch-Duitsch-Russisehe besprekin
gen gaan achter de coulissen voortdu
rend haar gang.
De correspondent acht het vrij zeker
dat vóór het vertrek van Wirth naar
Berlijn een conferentie zal plaats heb
ben tusschen Wirth, Rafchenau en Bar
thou. Te Berlijn loopt het gerucht, dat
Lloyd George zelf zyn bemiddeling
daarbij zou hebben verleend. Indien
de besprekingen tot stand komen,
zouden zij betrekking hebben op alle
hangende quaesties, o.m. de rechtsgel
digheid van het verdrag van Rapallo,
de leeningsquaestie en 31 Mei. Het
vertrek van Wirth zou afhankelijk zijn
van deze byeenkomst.
Naar Paul Scheffer meldt, deelde
de secretaris-generaal der conferentie
graaf Venosta, de ltaliaansche journa
listen mede, dat de conferentie in een
buitengewoon ernstig stadium is ge
komen. Naar hij verklaarde, liggen
de moeilijkheden in de onderhandelin
gen met de Russen zelf.
Schanzer en Jaspar hadden een
langdurig onderhoud omtrent art. 7
van het memorandum, dat een niet
ongunstig verloop had.
In de villa Alberti heeft een onder
houd plaats gehad tusschen Tsjitsjerin
en Lloyd George. Laatstgenoemde
kreeg den indruk, dat een vergelijk
omtrent de zeven eerste artikelen van
het memorandum niet is buitengeslo
ten. Tsjitsjerin zou echter in krachtige
termen het toestaan eener groote lee
ning hebben geëischt.
Conferenties.
Zaterdag hadden allerlei conferen
ties plaats. Eerst had Lloyd George
een onderhoud met Schanzer, deze
daarop met Barthou en later met Tsjit
sjerin. Na het onderhoud van Barthou
en Lloyd George zullen, naar de cor
respondent der „Voss. Ztg." verneemt
Wirth en Rathenau opnieuw een on
derhoud hebben met Lloyd George.
Een verklaring van Barthou.
Barthou heeft in een verklaring aan
de Engelsche en Amerikaansche pers
gezegd, dat zich nimmer de vraag
heeft voorgedaan of men Engeland
moest verliezen boven België of Bel
gië boven Engeland. Hoewel wy ons
in zake een principieele kwestie aan
de zyde van België scharen, kunnen
wy er niet aan denken ons tegen En
geland te richten. Niets belet het voort
duren van onze saamhoorigheid.
In antwoord op een vraag verklaar
de Barthou, dat er zonder de toetre
ding van Rusland geen Europeesch
pact kan bestaan. Het zou dus niet
mogelyk zijn om over een verdrag van
non-agressie te beraadslagen, indien
het Russische antwoord of ontkennend
of ontwijkend zou zijn.
Barthou verzekerde Lloyd George,
dat Frankryk oprecht en verlangend
hoopt op het welslagen der conferentie
anders zou hy niet zijn teruggekeerd.
Poincaré niet naar Genua?
In officieele kringen wordt gezegd,
dat Poincaré thans vast besloten is
om niet naar Genua te gaan.
DE IERSCHE KWESTIE.
De vredespogingen.
Daar de commissie, door Dail Eire-
ann benoemd om bet eenheidsvoorstel
in het jongste legermanifest te over
wegen, haar werkzaamheden nog niet
heeft voltooid, is de Dail tot 10 Mei
verdaagd. Dan zal het verslag der
commissie aan Dail Eireann worden
voorgelegd. Ook werd besloten bet
bestand tot Woensdag te verlengen en
dat er intusschen geen openbare ver
gaderingen zullen worden gehouden.
Zaterdag werd de conferentie tus
schen de vertegenwoordigers der ge
regelde troepen en der ongeregelde af
deelingen van het lersche republikein-
sche leger, met het doel een militaire
Bohikking tot stand te brengen, in
het Mansion House te Dublin voortge
zet. De conferentie verzocht den lei
ders der heide partijen met hun hoofd
kwartieren te beraadslagen over de
verlenging van den wapenstilstand,
welke volgens het besluit van 4 Mei
tot 8 Mei zou duren;
Intusschen hebben de opstandelin
gen zich meester gemaakt van een
buitenverblijf in het graafschap Cork
van kolonei Pretyman Newman, unio
nistisch lid van het Lagerhuis. Verder
deden gewapende lieden een inval in
een tabaksfabriek te Dublin, die zy
echter weer ontruimden.
De strijd om het kasteel Osmonde
Bij de bestorming van het kasteel
Ormonde te Kilkenny door de Repu
blikeinen, bevond de eigenaar, de
graaf von Ossory, zoon van den mar
kies van Ormonde, zich op zyn bezit
ting. Hy bleef met zijn echtgenoote en
zijn tien bedienden rustig den loop der
gebeurtenissen afwachten, doch hy
moest later toegeven dat. de opgedane
ondervinding zeer „uncomfortable" ge
weest was. Hy verklaarde echter op
hoffelijke wijze door de republikeinen
te zyn behandeld, die geen kamer van
het kasteel hadden betreden, welke
niet voor de krijgsverrichtingen nood
zakelyk was. Toen hy na den val van
het kasteel op het bordes verscheen,
werd hij luide toegejuicht.
TIEN FRANSCHE DIVISIES TE
MOBILISEEBEN VOOR MEI?
De Fransche regeering heeft het De-
richt tegengesproken, dat de moKIi-
secring der lichtingen '18 en '19 te
verwachten zou zijn voor een eventu-
eele bezetting van het Ruhrgebied.
De „Tntransigeant" voegt aan deze
tegenspraak toe het natuurlijk te ach
ten. dat Frankrijk zich needs thans
onledig houdt met voorbereidende
maatregelen, maar acht de veronder
stelling belachelijk, dat daartoe mo
bilisatie van reservisten noodig zou
zijn.
Melding makende van deze woorden
van het Fransche blad, vraagt de Pa-
rijsche correspondent van de „Frankf.
of ae „Intransigeant" dan werkelijk
niet weet, dat de ministerraad van 21
April, die zich bezig heeft gehouden
met de voorbereiding van een even-
tueele Fransche actie, het plan heeft
gevormd daartoe tien divisies op oor
logssterkte te brengen.
DE STRIJD IN CHINA.
De verliezen van de troepen van
Tsjili in aen strijd bij Tsjang-sin-tien
worden op 1200 man, die der troepen
van Fengt-tien op 2000 man geschat.
Woe-Poe-Foe zegt niet voornemens
te zijn zich met de politiek te be
moeien, beneudens de uitvoering van
zijn oorspronkelijk voornemen, nl. het
bijeenroepen eener nationale conferen
tie voor de verkiezing van een par
lement voor het behandelen der nati
onale vraagstukken, zooals de ontbin
ding van het parlement, de financiën,
de verkiezingen, enz.
Hel is alsnog onmogelijk het aantal
Feng-tien-lroepén te schatten, die in
den strijd bij Tsjang-sin-toen gevangen
genomen zijn. De Feng-ti ra-troepen,
welke zich in de richting van Soeai-
Joean terugtrokken, bestonden uit de
zestiende divisie. De verspreide troe
pen zijn ontwapend in de streek rond
Peking, welke nu gezuiverd is. Een
voortdurende stroom van Feng-tieners
trekt te voet oostwaarts, langs den,
PeKing-Moekdenspoor, tusschen Laofa
en Tiensin. Tsjang-tso-lin bezocht Lao
fa en passeerde Tsjoeng-liang-tseng ju
noordwaarlsche richting.
Ej is een besluit ujtgevaardigd,
waarbij de premier Liang Sji Ji en
de ministers van Verkeerswezen en
Financiën worden ontslagen en hun
vervolging wordt bevolen, op grond
van het feit, dat zij de vijandelijk
heden zouden hebben uitgelokt. Woe
Pel Foe eischt eveneens de o.nl heffing
van Tsjang Tso Lin van den po>t van
gouverneur-generaal van Mandsjoerije
en ae betaling door dezen van 25 mil-
iioen dollar schadevergoeding aan de
troepen van TsjiH en 8 millioen voor
de burgerbevolking; die onder de vij
andelijkheden heeft geleden.
DE DUITSCHE RIJKSDAG.
De Rijkskanselier heeft goedgevon
den, dat de rijksdag Woensdag zal
bijeenkomen. Er zullen dan echter
slechts neutrale voorstellen worden be
handeld. Intusschen hebben toch de
partijen den wensch te kennen gegeven
over ae meeningen van de rijksregee-
buiteniandscn-polilieke kwesties en
over de meeningen va de rijksregee-
ring te worden ingelicht. Om aan dezen
wcnsch gevolg te geven is de rijks
kanselier voornemens in het begin vair
deze week voor eenige dagen
naar Berlijn te komen, waar dan de
commissie voor buitenlandsclie aange
legenheden bijeen zal komen en de
rijkskanselier in een vertrouwelijke zit
ting zal spreken.
EEN AANKLACHT VAN DEN j
EX-KEIZER.
Eeuigen tijd geleden verscheen te
Berlijn een Doek, ,,Libussa" genaamd!,
dooj- Karl Sternheim, dat voor den
ex-keizer aanleiding is geweest een aan
klacht in te dienen tegen den schrij
ver. Sternheim laat in het boek het
lievelingspaard van den keizer, Libus-
sa, zijn mémoires vertellen en geeft
in de satyre een schets van de toe
standen in Petersburg, Londen en Ber
ijm. De kejzer gevoelt z;ch door vorm
en inhoud der satyre beleedigd.
KORTE BERICHTtN-
Nadat de Duiiscne regeering het
zoogenaamde Duilsch-Russische mili
taire verdrag had tegengesproken, isi
thans ook van de zijde der sovjet
regeering een officieel dementi in deze
aangelegenneid verschenen. Rusland
ontkom het beslaan van agressieve be
doelingen.
Tsjitsjerin heeft met Skirmunt
een politieke bespreking gehad, voor
namelijk omtrent de vragen van
Riga en de verhouding tusschen de
beide delegaties. Van Poofscne zijde
wordt verzekerd, dat het onderhoud
een oerreoigend verloop had.
Voigens een W. B zal de sterkte
der Engelsche bezettingstroepen van 1
Juli al nog slecnts twee infanterie-
bataljons en twee batterijen bedragen.
73.
„Gelooft ge van niet," antwoordde
Christine, zonder te weten wat zij
zeide.
„De graaf is sedert eenige dagen
niet heel wel."
„Niet heel wel," zei de moeder, die
dadelijk ongerust werd.
„O, 't is niet ernstig," zei de por
tier. „M«n beweert dat 't hem hier
scheelt," en de man wees naar zijn
hart. „Hij heeft een jong meisje lief."
Christine trilde, en de portier, die
deze beweging opmerkte, ging op le
vendiger toon voort„O, ik weet
er niets van, hoorMen zegt 't maar.
't Is echter een feit, dat mijnheer
niet zoo dikwijls meer uitgaat, als
vroeger het geval was."
Christine dacht:
„Ik heb goed gedaan met te ko
men."
En nog vuriger verlangde zij er
naar haar zoon terug te zien. Mis-
iscliiej Roti zij hern helpen. Zij kon,
hem spreken van haar, die hij bemin
de en een weinig rust aan zijn ziei
schenken. Zij was gelukkig hem in
deze omstandigheden te kunnen ont
moeten.
Zij zeide„Zoudt ge willen vragen,
of hij mij wil ontvangen
De man drukte op een electrische
schel en spoedig verscheen een be
diende in livrei.
„Daar is de huisknecht," zei de
portier. „Hij zal u zeggen, of de graaf
u kan ontvangen."
Christine verliet het portiershokje,
stak het plein over en ging de trappen
van de stoep op. Een nieuwe vrees
overweldigde haar, een gevoel van
schrik, dat zij tot nog toe niet gekend
had.
Zij was bij den markies, bij haar
echtgenoot
Als hij haar eens zag en haar her
kende
Daarvoor bestond niet veel vrees.
Zij was zoo verouderd En toch maak
te 't een vreeseiijken indruk op haar
in de woning vaii dien man te zijn.
Het moest echter, zij kwam om haar
zoon. Zij stond nu boven op de stoep.
De kamerbedieiuie, een groote bru
tale knaap, in een rijk livrei, nam haar
van't hoofd tot de voeten op en vroeg
„Wat verlangt ge
Christine had xroeger zelf bedienden
gehad en zij liet ^rii door de manieren
van dezen kna^g niet uit het veld
slaan. Thans aarzelde zij niet langer.
Zij was vast Begoten haren zoon te
zien. Zij wilde niat heengaan zonder
hem ontmoet te hebben.
„Ik zou den jongen graaf d'Arbois
gaarne willen spreken."
„Ik weet niet, of hij u zal kunnen
ontvangen."
„Welnu, ga 't hem vragen."
„Wees zoo goed mij uw naam te
zeggen."
„Mijn naam zou uw meester niet
wijzer maken. Zeg hem slechts, dat
ik hem een mededeeling te doen heb,
welke geeen uitstel duldt."
„En van wie komt die mededee
ling
Christine keek den knecht aan.
„Ik bedoel, mevrouw," ging de man
voort, „of zij komt van een persoon
die mijnheer kent
Zeker."
mij den naam te zeggen van dien
persoon
Christine aarzelde een oogenblik.
Zij scheen in verlegenheid en zei ein
delijk „Ik kan den naam van den
bewusten persoon niet zeggen, dan
persoonlijk aan uwen meester."
„Zeer goed, mevrouw," zei de
knecht, „maar ik twijfel of mijnheer
u zal kunnen ontvangen."
Hrj wees Christine een stoel aan.
„Wees zoo goed te gaan zitten. Ik
zal gaan zien."
Hij sprong de trap op en zij bleef
alleen. Wertuigelijk viel zij op den
stoel neer, dien men haar aangewezen
had. Zij voelde zich gebroken. Wat
kunsten om haar zoon te zien, haar
zoon, die haar nooit had moeten ver
laten Haar zoon, die zij in de armen
moest kunnen drukken, was een
vreemde voor haar! Bedienden ver
hinderden haar hem te naderen. Zij
moest listen gebruiken, om de deur
zijner kamer te openen, om tot hem
te kunnen doordringenWelk een
marteling 1 En zij wist zelf nog niet
of zij ontvangen zou worden, of men
de lastige bezoekster niet zou wegja-
„Zou mevrouw ook genegen zijn tgen, die zoo geheimzinnig
te dringen en haar naam niet wilde
zeggen.
Het duurde lang. In het huis
heersehte een diepe, plechtige stilte.
Geen enkel geluid. Men zou gezegd
hebben, dat alles sliep.
Het hart van Christine klopte
heviger dan ooit. Hij was daar 1 Zij
zou hem zien, hem spreken tenminste.
O, maar zij zou niet aldus vertrekken.
Zij zou zich bekend maken en zij
zou hem alles zeggen.
In dat oogenblik, toen zij dit besluit
nam, vertoonde de lakei zich weder
boven aan de trrap.
Zij stond op.
De man kwam langzaam naar be
neden, alsof hij zeer veel tijd had.
Hij gleed als 't ware langs de treden
met zijn vilten schoenen.
Toen hij vlak bij haar was, zei hij
„Wilt ge mij maar volgen, mevrouw
Christine smaakte een oogenblik
van ongekend genot. Thans scheen 't
haar toe, alsof zij dat antwoord niet
verwacht had. Zij volgde den knecht.
Bij elke trede voelde zij, dat het
'voeten haar bijna niet meer konden
dragen.
Een oogenblik moest zij zich zelfs
aan de trapleuning vastgrijpen en
stilstaan. Zij kon niet meer verder.
De lakei keerde zich om met een
gezicht, waarop verbazing stond te
lezen. Christine spande echter al
hare klachten en 't gelukte haar
eindeb k boven te komen.
Op de eerste verdieping, rechts van
de trap, opende de knecht een deur.
„Ga binnen," zei hij „en neem plaats
De graaf zal oogenblikkelijk hier zijn."
Christine trad binnen en p:ug zitten.
Zij handelde als een slaapwandelaar
ster. Hare ontroering was z> hevig,
dat zij niet meer met juistheid kori
nagaan, wat er met haar gebeurde.
Toen zij zat, keek zij om zich heen.
Zij was in een kleine zaal, geheel Oos-
tersch ingericht met lage rustbanken
en zijden kussens met schitterende
kleuren, wapenen, zijde en goud;
Allerlei kleinigheden en merkwaar
digheden, door den markies en zijn
zoon op hunne reizen in het Oosten
verzameld, hingen aan de muren en
stoncjén overal verspreid)