ONS BLAD" BUITENLAND. No 478. Maandag 8 Mei 1922. 14e Jaargang^ 59 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: fSSSfS^A433 Brieven uit Frankrijk. FEU ILL ET OM ZIJN SLACHTOFFER Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaarf 2. Voor buiten Alkmaar f2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs; Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclamei per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60 k Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500, f 400,-, f 200,f 100,-, f 60,—, f 35,-, f 15,J FRANKRIJK EN DE WERELD POLITIEK. Heel de wereld heeft sedert enkele weken het oog mp Genua gericht en hoe gering het vertrouwen in con f eren ties bp voorbaat reeds was, het is er niet grooter op geworden door die op Italiaanschen bodem. Men spreekt er over vrede en een heid, maar als wy nagaan de verschil len van meening die er heerschen, de onder een uiterlijk mom van beleefd heid verborgen vijandigheid van het eene volk ten opzichte van het andere, en vooral het wantrouwen zien toene men, dan gaat de illusie, van Genua uit, den nieuwen en blijden dageraad voor Europa te zien gloren, in rook op Frankrijk heeft zeer zeker een alles behalve aangename rol op deze confe rentie op zich genomen, nu zijn verte genwoordiger, Bartbou. die niets an ders is dan de spreekbuis van den Mi nisterpresident Poincaré, een politiek heeft te verdedigen, waar het grootste deel van de wereld tegen gekant is. Eenzaam staat het daar temidden der verschillende volkeren, beschul digd van imperialisme en onverzoen lijkheid, zelfs dooi hen, met wien de banden van vriendschap het hechtst moesten zijn. Onbegrepen, neemt het een weinig benijdenswaardige positie in, en voor een groot deel zeer zeker, moeten wy, boe ongaarne ook, erken nen dat het de eigen schuld is, die het meest plaagt. Ongetwijfeld, het Fran- sche volk wil den vrede, hoe kan het anders, waar het al het leed van een wreeden oorlog aan den lijve heeft, on dervonden, maar het houdt vast, on wankelbaar, aan het verdrag van Ver sailles, dat belemmerend werkt op een werkelijk en en snoedigen terugkeer tot normale toestanden. Het staat tegenover Rusland als een der grootste crediteuren en met een wantrouwen, waarvan de rechtmatig heid niet valt te ontkennen. Wie im mers zal plotseling de vriendenhand kunnen reiken aan een volk dat de wereld in ontzetting heeft gebracht door een bloedige revolutie en door daden van wreed geweld? Het vergeet echter dat het oog niet alleen op het verleden dient gericht maar vooral op de toekomst en dat zelfs een land zich groote opofferingen moet getroosten om mede te werken aan het herstel van een uit het evenwicht gerukte we reld. Een Üuitsch-Russisch verdrag mo ge terecht met weinig sympathie be groet zijn, gekomen op een slecht ge kozen oogenblik, Frankrijk mag niet voorbijzien dat het zelf ten deele schuld is aan de door Duitschland aan genomen houding. Eveneens de gerin ge steun die het van Engeland onder vindt en waarover niemand zich ver wondert na de telkens gerezen ver schillen die zich het laatste jaar heb- oen voorgedaan, is deze niet voor een deel te wijten aan de weinig concilian- te houding van Frankrijk? Men be hoeft geen bewonderaar te zijn van de Bngelsche politiek, door dik en dun mee te gaan met den naar alle kanten glimlachenden Lloyd George, om toe te geven dat Frankrijk beter deed, eenig water in zijn wijn te doen. Rome geeft als altijd het beste voorbeeld, jen vrede en het waarachtig belang der volkeren stellende boven alles, een blik op die eeuwige stad en een luisteren naar de stem van den opper herder der Christenheid, zal het eeni ge middel zyn, de wereld te verlossen uit den chaos, waarin zij verkeert. Poincaré is zonder twijfel een man uit één stuk, met groote begaafdheid, maar hij bezit ook de fouten aan goe de hoedanigheden verbonden; hy kent geen plooibaarheid, volgt onwankel baar den eens ingeslagen weg, zal niet terugdeinzen, zelfs met macht van wa penen, Frankrijks rechter te doen gel den, als Duitschland, zijn verplichtin gen niet nakomt. „Duitschland moet betalen", herhaalt hij telkens weer; Duitschland kan betalen" hü is er vast van overtuigd. De soepelheid van een Briand is hem vreemd, plooibaar heid op welk gebied dan ook, behoort tot de hem onbekende eigenschappen, En toch die plooibaarheid, dat reke ning houden met gewijzigde tydsom- standigheden en den nieuwen koers dien verschillende volkeren wensehen in te slaan, is noodig om Europa niet verder het spoor bijster te doen wor den. De begrijpelijke, maar daarom nog niet te verdedigen onverzoenlijk heid, is de oorzaak van Frankrijk's isolement te Genua, van de felle te genkanting die het van vele zijden on dervindt. En het Fransche volk, staat dit ge heel achter zijn minister-president? Luistert men slechts naar het groot ste deel der pers, men moet het zon der twijfel gelooven, zelfs erkennen dat hjj, volgens sommigen, in zyn eischen en bedreigingen nog niet ver genoeg gaat. Hoort men echter ook de stem men die opgaan onder het volk en in de binnenkamers der Fransche burgers dan is er reden om te twijfelen aan een algemeene instemming. Zeker, al len wensehen niets liever dan dat Duitschland zyn verplichtingen na komt, deelen het wantrouwen in Rus- land's oprechtheid, maar zeer velen huiveren by de gedachte, dat dwang maatregelen noodig zullen zyn, om de rechten te verdedigen. Poincaré heeft in zijn rede te Bar le Due aangedrongen op de éénheid van het Fransche volk, maar Republikeinen en koningsgezinden staan nog recht tegenover elkaar; socialisten en com munisten doen zich ook hier. hoewel zwakker dan elders gelden en de één heid op godsdienstig gebied, die on der Briand goede kansen had steeds verdere schreden vooruit te maken, men vraagt het zich in katholieke krin gen vaak twijfelend af, of deze bij Poincaré in veilige handen is. Hij wiens ongeloof even vast staande is als zjjn onverzoenlijkheid tegenover Duitschland, kan de Katholieken van Frankryk moeilijk tot zijn overtuigde volgelingen rekenen. Want nog altijd is voor hen het geloof, het vertrouwen in het Opperwezen, het eenige en on feilbare middel om het heil der volke ren te bewerken Vaderlandsliefde is een groote deugd en wy kunnen niets anders dan de Franschen om het bezit er van prijzen, maar hoog daarboven verheft zich de liefde voor de godsdienst. Als Frank rijk dit ten volle in ziet. zal het den weg vinden die voert naar den wereld vrede, zal het niet eenzaam meer staan te midden der volkeren. Niet Genua of welke nieuwe conferentie dan ook, zal de éénheid der wereld kunnen bren gen, Rome alleen van waar uit de lief de voor den medemensch, ons telkens als hoogste plicht, wordt in herinne ring gebracht. Parijs, 3 Mei 1922. Mr. P. v. S. DE CONFERENTIE VAN GENUA. Lloyd George's activiteit. Lloyd George is voortdurend druk in de weer om den bodem voor de a.s. besprekingen met de Russen voor te bereiden. Theodoor Wolff meldt, dat Lloyd George er in zyn bespreking met de Duitschers op gewezen heeft, dat hij er krachtig naar streeft de overeeen- komst met de Russen tot stand te brengen. Zijn besprekingen met de Polen en Zuid-Slaviërs wijzen er op, dat hij tracht een breed front te vormen in de Russische kwestie. Be ltaliaansche regeering en de conferentie. Facta bracht in den ministerraad ver slag uit over de werkzaamhedèn der ltaliaansche delegatie te Genua. De raad was geheel voldaan en sprak bij voorbaat zijn absoluut vertrouwen uit in de delegatie ten aanzien van de hou ding, die zij in de a.s. stadia zal mee Den te moeten aannemen. Geen Nederlandsché onder handelingen met Rusland. De „Matin" publiceert een mededee ling van de Nederlandsche legatie te Parijs, waarin de heer Van Karnebeek een tegenspraak geeft van het tele gram, meldende dat de Nederlandsche regeering afzonderlyke onderhandelin gen met de Sovjetregeering zou héb ben aangeknoopt. De terugkeer van Barthou. Barthou is Zaterdagmorgen 9 uur te Genua aangekomen. Hp heeft dade lijk een onderhoud gehad met de le den der Fransche delegatie. Barthou had na zyn aankomst een onderhoud met Jaspar, vervolgens met Sohanzer en ten slotte met Lloyd Ge orge. Hij zeide dezen, dat hij de open bare meening in Frankrijk zeer be zorgd had gevonden over het verdrag van Rapallo en de Belgische kwestie. De Fransche regeering zal, onder den invloed van de houding van België, het memorandum niet goedkeuren als de Belgen het niet goedkeuren. Bar thou gelooft echter, dat men een for mule zal vinden om de standpunten met elkaar in overeenstemming te brengen. Uitgezonderd deze quaestie, zijn de Fransche regeering en de Fran sche openbare meening de conferentie volkomen gunstig gezind. Op een vraag van Lloyd George antwoordde Bartbou, dat de Fransche regeering zich verzet tegen de bijeen roeping der onderteekenaars van Ver sailles. Be hesluiten der economische commissie. De economische commissie heeft in algemeene vergadering de nieuwe re dactie goedgekeurd van de artt. 50, 51, 52 en 53 van het rapport der des kundigen van Londen betreffende ver schillende economische kwesties van algemeenen aard. Aangenomen werden een nieuwe re dactie van art. 45 betreffende het régi me voor grondstoffen en een belangrij ke bepaling over de handelsverdragen Den Volkenbond werd geadviseerd om in samenwerking met het Internatio naal Landbouwinstitnut met alle mid delen de ontwikkeling der landbouw productie te bevorderen. Goedgekeurd werd ten slotte een tekst, voorbereid door een comité van deskundigen, in zake arbeidskwesties. Tie houding der kleine Entente. Nintsjitsj heeft voor zijn vertrek naar Genua aan de „Pravda" verklaard, dat de landen der kleine Entente ten aanzien van de kwestie der erkenning van de sovjetregeering zich zouden richten naar de houding van Frank ryk. Be Russische kwestie. De nota van Barrère aan Facta moet onder de Italianen groote opwinding hebben veroorzaakt. De Engelsche delegatie heeft Facta medegedeeld, dat de overige mogend heden zich door Facta's onderteeke- ning van het memorandum gebonden achten en dat, zij de onderhandelingen met Rusland ook zonder Frankryk en België zullen voortzetten. De Russen hebben, naar de corres pondent der ,3- Z. am M." uit Genua meldt, besloten op het memorandum slechts een voorloopig antwoord te ge ven, ongeveer inhoudende: Fe Russi sche delegatie wil het memorandum beschouwen als een mogelijken grond slag voor verdere onderhandelingen. Zij moet er echter de aandacht op ves tigen, dat het vele punten bevat, die in Rusland op nagenoeg onoverwinne lijke bezwaren zouden stuiten. Intusschen onderhandelen te Genua de Engelsche en ltaliaansche deskun digen op ostentatieve wijze met de Russen, naar de correspondent van de „B. Z. am M." veronderstelt ook over de kwestie der erkenning van Rusland Aan den anderen kant hebben ook de Duitschers zich met de Russen in verbinding gesteld. Deze Engelsch-Ita liaansch-Duitsch-Russisehe besprekin gen gaan achter de coulissen voortdu rend haar gang. De correspondent acht het vrij zeker dat vóór het vertrek van Wirth naar Berlijn een conferentie zal plaats heb ben tusschen Wirth, Rafchenau en Bar thou. Te Berlijn loopt het gerucht, dat Lloyd George zelf zyn bemiddeling daarbij zou hebben verleend. Indien de besprekingen tot stand komen, zouden zij betrekking hebben op alle hangende quaesties, o.m. de rechtsgel digheid van het verdrag van Rapallo, de leeningsquaestie en 31 Mei. Het vertrek van Wirth zou afhankelijk zijn van deze byeenkomst. Naar Paul Scheffer meldt, deelde de secretaris-generaal der conferentie graaf Venosta, de ltaliaansche journa listen mede, dat de conferentie in een buitengewoon ernstig stadium is ge komen. Naar hij verklaarde, liggen de moeilijkheden in de onderhandelin gen met de Russen zelf. Schanzer en Jaspar hadden een langdurig onderhoud omtrent art. 7 van het memorandum, dat een niet ongunstig verloop had. In de villa Alberti heeft een onder houd plaats gehad tusschen Tsjitsjerin en Lloyd George. Laatstgenoemde kreeg den indruk, dat een vergelijk omtrent de zeven eerste artikelen van het memorandum niet is buitengeslo ten. Tsjitsjerin zou echter in krachtige termen het toestaan eener groote lee ning hebben geëischt. Conferenties. Zaterdag hadden allerlei conferen ties plaats. Eerst had Lloyd George een onderhoud met Schanzer, deze daarop met Barthou en later met Tsjit sjerin. Na het onderhoud van Barthou en Lloyd George zullen, naar de cor respondent der „Voss. Ztg." verneemt Wirth en Rathenau opnieuw een on derhoud hebben met Lloyd George. Een verklaring van Barthou. Barthou heeft in een verklaring aan de Engelsche en Amerikaansche pers gezegd, dat zich nimmer de vraag heeft voorgedaan of men Engeland moest verliezen boven België of Bel gië boven Engeland. Hoewel wy ons in zake een principieele kwestie aan de zyde van België scharen, kunnen wy er niet aan denken ons tegen En geland te richten. Niets belet het voort duren van onze saamhoorigheid. In antwoord op een vraag verklaar de Barthou, dat er zonder de toetre ding van Rusland geen Europeesch pact kan bestaan. Het zou dus niet mogelyk zijn om over een verdrag van non-agressie te beraadslagen, indien het Russische antwoord of ontkennend of ontwijkend zou zijn. Barthou verzekerde Lloyd George, dat Frankryk oprecht en verlangend hoopt op het welslagen der conferentie anders zou hy niet zijn teruggekeerd. Poincaré niet naar Genua? In officieele kringen wordt gezegd, dat Poincaré thans vast besloten is om niet naar Genua te gaan. DE IERSCHE KWESTIE. De vredespogingen. Daar de commissie, door Dail Eire- ann benoemd om bet eenheidsvoorstel in het jongste legermanifest te over wegen, haar werkzaamheden nog niet heeft voltooid, is de Dail tot 10 Mei verdaagd. Dan zal het verslag der commissie aan Dail Eireann worden voorgelegd. Ook werd besloten bet bestand tot Woensdag te verlengen en dat er intusschen geen openbare ver gaderingen zullen worden gehouden. Zaterdag werd de conferentie tus schen de vertegenwoordigers der ge regelde troepen en der ongeregelde af deelingen van het lersche republikein- sche leger, met het doel een militaire Bohikking tot stand te brengen, in het Mansion House te Dublin voortge zet. De conferentie verzocht den lei ders der heide partijen met hun hoofd kwartieren te beraadslagen over de verlenging van den wapenstilstand, welke volgens het besluit van 4 Mei tot 8 Mei zou duren; Intusschen hebben de opstandelin gen zich meester gemaakt van een buitenverblijf in het graafschap Cork van kolonei Pretyman Newman, unio nistisch lid van het Lagerhuis. Verder deden gewapende lieden een inval in een tabaksfabriek te Dublin, die zy echter weer ontruimden. De strijd om het kasteel Osmonde Bij de bestorming van het kasteel Ormonde te Kilkenny door de Repu blikeinen, bevond de eigenaar, de graaf von Ossory, zoon van den mar kies van Ormonde, zich op zyn bezit ting. Hy bleef met zijn echtgenoote en zijn tien bedienden rustig den loop der gebeurtenissen afwachten, doch hy moest later toegeven dat. de opgedane ondervinding zeer „uncomfortable" ge weest was. Hy verklaarde echter op hoffelijke wijze door de republikeinen te zyn behandeld, die geen kamer van het kasteel hadden betreden, welke niet voor de krijgsverrichtingen nood zakelyk was. Toen hy na den val van het kasteel op het bordes verscheen, werd hij luide toegejuicht. TIEN FRANSCHE DIVISIES TE MOBILISEEBEN VOOR MEI? De Fransche regeering heeft het De- richt tegengesproken, dat de moKIi- secring der lichtingen '18 en '19 te verwachten zou zijn voor een eventu- eele bezetting van het Ruhrgebied. De „Tntransigeant" voegt aan deze tegenspraak toe het natuurlijk te ach ten. dat Frankrijk zich needs thans onledig houdt met voorbereidende maatregelen, maar acht de veronder stelling belachelijk, dat daartoe mo bilisatie van reservisten noodig zou zijn. Melding makende van deze woorden van het Fransche blad, vraagt de Pa- rijsche correspondent van de „Frankf. of ae „Intransigeant" dan werkelijk niet weet, dat de ministerraad van 21 April, die zich bezig heeft gehouden met de voorbereiding van een even- tueele Fransche actie, het plan heeft gevormd daartoe tien divisies op oor logssterkte te brengen. DE STRIJD IN CHINA. De verliezen van de troepen van Tsjili in aen strijd bij Tsjang-sin-tien worden op 1200 man, die der troepen van Fengt-tien op 2000 man geschat. Woe-Poe-Foe zegt niet voornemens te zijn zich met de politiek te be moeien, beneudens de uitvoering van zijn oorspronkelijk voornemen, nl. het bijeenroepen eener nationale conferen tie voor de verkiezing van een par lement voor het behandelen der nati onale vraagstukken, zooals de ontbin ding van het parlement, de financiën, de verkiezingen, enz. Hel is alsnog onmogelijk het aantal Feng-tien-lroepén te schatten, die in den strijd bij Tsjang-sin-toen gevangen genomen zijn. De Feng-ti ra-troepen, welke zich in de richting van Soeai- Joean terugtrokken, bestonden uit de zestiende divisie. De verspreide troe pen zijn ontwapend in de streek rond Peking, welke nu gezuiverd is. Een voortdurende stroom van Feng-tieners trekt te voet oostwaarts, langs den, PeKing-Moekdenspoor, tusschen Laofa en Tiensin. Tsjang-tso-lin bezocht Lao fa en passeerde Tsjoeng-liang-tseng ju noordwaarlsche richting. Ej is een besluit ujtgevaardigd, waarbij de premier Liang Sji Ji en de ministers van Verkeerswezen en Financiën worden ontslagen en hun vervolging wordt bevolen, op grond van het feit, dat zij de vijandelijk heden zouden hebben uitgelokt. Woe Pel Foe eischt eveneens de o.nl heffing van Tsjang Tso Lin van den po>t van gouverneur-generaal van Mandsjoerije en ae betaling door dezen van 25 mil- iioen dollar schadevergoeding aan de troepen van TsjiH en 8 millioen voor de burgerbevolking; die onder de vij andelijkheden heeft geleden. DE DUITSCHE RIJKSDAG. De Rijkskanselier heeft goedgevon den, dat de rijksdag Woensdag zal bijeenkomen. Er zullen dan echter slechts neutrale voorstellen worden be handeld. Intusschen hebben toch de partijen den wensch te kennen gegeven over ae meeningen van de rijksregee- buiteniandscn-polilieke kwesties en over de meeningen va de rijksregee- ring te worden ingelicht. Om aan dezen wcnsch gevolg te geven is de rijks kanselier voornemens in het begin vair deze week voor eenige dagen naar Berlijn te komen, waar dan de commissie voor buitenlandsclie aange legenheden bijeen zal komen en de rijkskanselier in een vertrouwelijke zit ting zal spreken. EEN AANKLACHT VAN DEN j EX-KEIZER. Eeuigen tijd geleden verscheen te Berlijn een Doek, ,,Libussa" genaamd!, dooj- Karl Sternheim, dat voor den ex-keizer aanleiding is geweest een aan klacht in te dienen tegen den schrij ver. Sternheim laat in het boek het lievelingspaard van den keizer, Libus- sa, zijn mémoires vertellen en geeft in de satyre een schets van de toe standen in Petersburg, Londen en Ber ijm. De kejzer gevoelt z;ch door vorm en inhoud der satyre beleedigd. KORTE BERICHTtN- Nadat de Duiiscne regeering het zoogenaamde Duilsch-Russische mili taire verdrag had tegengesproken, isi thans ook van de zijde der sovjet regeering een officieel dementi in deze aangelegenneid verschenen. Rusland ontkom het beslaan van agressieve be doelingen. Tsjitsjerin heeft met Skirmunt een politieke bespreking gehad, voor namelijk omtrent de vragen van Riga en de verhouding tusschen de beide delegaties. Van Poofscne zijde wordt verzekerd, dat het onderhoud een oerreoigend verloop had. Voigens een W. B zal de sterkte der Engelsche bezettingstroepen van 1 Juli al nog slecnts twee infanterie- bataljons en twee batterijen bedragen. 73. „Gelooft ge van niet," antwoordde Christine, zonder te weten wat zij zeide. „De graaf is sedert eenige dagen niet heel wel." „Niet heel wel," zei de moeder, die dadelijk ongerust werd. „O, 't is niet ernstig," zei de por tier. „M«n beweert dat 't hem hier scheelt," en de man wees naar zijn hart. „Hij heeft een jong meisje lief." Christine trilde, en de portier, die deze beweging opmerkte, ging op le vendiger toon voort„O, ik weet er niets van, hoorMen zegt 't maar. 't Is echter een feit, dat mijnheer niet zoo dikwijls meer uitgaat, als vroeger het geval was." Christine dacht: „Ik heb goed gedaan met te ko men." En nog vuriger verlangde zij er naar haar zoon terug te zien. Mis- iscliiej Roti zij hern helpen. Zij kon, hem spreken van haar, die hij bemin de en een weinig rust aan zijn ziei schenken. Zij was gelukkig hem in deze omstandigheden te kunnen ont moeten. Zij zeide„Zoudt ge willen vragen, of hij mij wil ontvangen De man drukte op een electrische schel en spoedig verscheen een be diende in livrei. „Daar is de huisknecht," zei de portier. „Hij zal u zeggen, of de graaf u kan ontvangen." Christine verliet het portiershokje, stak het plein over en ging de trappen van de stoep op. Een nieuwe vrees overweldigde haar, een gevoel van schrik, dat zij tot nog toe niet gekend had. Zij was bij den markies, bij haar echtgenoot Als hij haar eens zag en haar her kende Daarvoor bestond niet veel vrees. Zij was zoo verouderd En toch maak te 't een vreeseiijken indruk op haar in de woning vaii dien man te zijn. Het moest echter, zij kwam om haar zoon. Zij stond nu boven op de stoep. De kamerbedieiuie, een groote bru tale knaap, in een rijk livrei, nam haar van't hoofd tot de voeten op en vroeg „Wat verlangt ge Christine had xroeger zelf bedienden gehad en zij liet ^rii door de manieren van dezen kna^g niet uit het veld slaan. Thans aarzelde zij niet langer. Zij was vast Begoten haren zoon te zien. Zij wilde niat heengaan zonder hem ontmoet te hebben. „Ik zou den jongen graaf d'Arbois gaarne willen spreken." „Ik weet niet, of hij u zal kunnen ontvangen." „Welnu, ga 't hem vragen." „Wees zoo goed mij uw naam te zeggen." „Mijn naam zou uw meester niet wijzer maken. Zeg hem slechts, dat ik hem een mededeeling te doen heb, welke geeen uitstel duldt." „En van wie komt die mededee ling Christine keek den knecht aan. „Ik bedoel, mevrouw," ging de man voort, „of zij komt van een persoon die mijnheer kent Zeker." mij den naam te zeggen van dien persoon Christine aarzelde een oogenblik. Zij scheen in verlegenheid en zei ein delijk „Ik kan den naam van den bewusten persoon niet zeggen, dan persoonlijk aan uwen meester." „Zeer goed, mevrouw," zei de knecht, „maar ik twijfel of mijnheer u zal kunnen ontvangen." Hrj wees Christine een stoel aan. „Wees zoo goed te gaan zitten. Ik zal gaan zien." Hij sprong de trap op en zij bleef alleen. Wertuigelijk viel zij op den stoel neer, dien men haar aangewezen had. Zij voelde zich gebroken. Wat kunsten om haar zoon te zien, haar zoon, die haar nooit had moeten ver laten Haar zoon, die zij in de armen moest kunnen drukken, was een vreemde voor haar! Bedienden ver hinderden haar hem te naderen. Zij moest listen gebruiken, om de deur zijner kamer te openen, om tot hem te kunnen doordringenWelk een marteling 1 En zij wist zelf nog niet of zij ontvangen zou worden, of men de lastige bezoekster niet zou wegja- „Zou mevrouw ook genegen zijn tgen, die zoo geheimzinnig te dringen en haar naam niet wilde zeggen. Het duurde lang. In het huis heersehte een diepe, plechtige stilte. Geen enkel geluid. Men zou gezegd hebben, dat alles sliep. Het hart van Christine klopte heviger dan ooit. Hij was daar 1 Zij zou hem zien, hem spreken tenminste. O, maar zij zou niet aldus vertrekken. Zij zou zich bekend maken en zij zou hem alles zeggen. In dat oogenblik, toen zij dit besluit nam, vertoonde de lakei zich weder boven aan de trrap. Zij stond op. De man kwam langzaam naar be neden, alsof hij zeer veel tijd had. Hij gleed als 't ware langs de treden met zijn vilten schoenen. Toen hij vlak bij haar was, zei hij „Wilt ge mij maar volgen, mevrouw Christine smaakte een oogenblik van ongekend genot. Thans scheen 't haar toe, alsof zij dat antwoord niet verwacht had. Zij volgde den knecht. Bij elke trede voelde zij, dat het 'voeten haar bijna niet meer konden dragen. Een oogenblik moest zij zich zelfs aan de trapleuning vastgrijpen en stilstaan. Zij kon niet meer verder. De lakei keerde zich om met een gezicht, waarop verbazing stond te lezen. Christine spande echter al hare klachten en 't gelukte haar eindeb k boven te komen. Op de eerste verdieping, rechts van de trap, opende de knecht een deur. „Ga binnen," zei hij „en neem plaats De graaf zal oogenblikkelijk hier zijn." Christine trad binnen en p:ug zitten. Zij handelde als een slaapwandelaar ster. Hare ontroering was z> hevig, dat zij niet meer met juistheid kori nagaan, wat er met haar gebeurde. Toen zij zat, keek zij om zich heen. Zij was in een kleine zaal, geheel Oos- tersch ingericht met lage rustbanken en zijden kussens met schitterende kleuren, wapenen, zijde en goud; Allerlei kleinigheden en merkwaar digheden, door den markies en zijn zoon op hunne reizen in het Oosten verzameld, hingen aan de muren en stoncjén overal verspreid)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 1