Pers. flLRGH iarj IEMIN Q den. KinauliR h Co NO. 4S7 Maandag 15 Mei - J22. 397, N. 1797. TER' fW ill Tel. 52€ iliei*. 14© Jaargang. Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: ^dact.™1,e< Hlgsaneene Vergadering van den lend van R. H. Rijkskieskrïng-organisatiB's in NeMand. BUITENLAfiü). FEUILLETON ZIJN SLACHTOFFER. it ecept) •J <?1 gaziin hN ^en. bonders bermers. VEKKKIJ(>KAA(\ KUePlcS. srpleir 24 belen, waar- n Ameubie- op. Beiiuen n-uitscbuii-, Werktftiel, lie schemer-, yen, Divans, ivankleeuen, ssoirs, Kri" Hnishouue- ur KOOPJ S •ijgbaar bij: 1AK, Snaarmans- AAP, Verd.oord. K, v. d. Woude- N. WAGEMA- lansingel. ART, Zaaclmarkt. Keetgracht. IRHUIS, Groot-Eieuwland, te Alkmaar j. J. GROEN-, j Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Akmaar f 2. Voor bui _n Alkmaarf 2 85 Met Oei lustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger No. 433 633 Advertentieprijs; Van 1 5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclame! per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voo* uitbetaling per plaatsing f 0.60 Aan a' 3 abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400,—f 200,—t 100,—, f 60,—f 35,—, f 15,— Nadat in de Kathedrale Kerk te Utrecht door den Hoogeerw. heer Ple baan G. A. Starink des morgens te kwart over acht een H. Mis was opge dragen voor het welslagen van de al gemeene vergadering van den Bond van R. K. Kieskringorganisatie's in Nederland, ving te tien uur in het ge- aouw voor „Kunsten en Wetenschap pen" aan de Mariaplaats aldaar de ver gadering aan. Vele leden der R. K. Kamerfractie, w. o. Mr. Dr. Kooien, voorzitter der Tweede Kamer, waren aanwezig. Nadat de voorzitter van den Bond, Mr. A. Baron van Wijnbergen na opening met den Christelijken groet zijn, reeds in ons blad van Zaterdag gepubliceerde, openingsrede had ge houden, welke rede een langdurig ap plaus uitlokte, werden de notulen der bondsvergadering van 28 Mei, 1921 gelezen en, eenigszins gewijzigd, goed gekeurd. Ilierna werd medegedeeld, dat tele grammen waren gezonden aan H. M. de Koningin en Z. D. H. den Aartsbis schop De personen, belast met de indiening ier candidaatlijsten werden officieel aangewezen, terwijl voor de verbin ding der lijsten werden benoemd de hb. mr. F. Teulings en Silvius. Aan de beurt van aftreding bij de rolaende periodieke verkiezing van Ie den van 't, bondsbestuur zijn de heeren mr. van Rijckevorsel, van IJsselmui- den. Leesberg, dr. van der Weijden, Hoefnagels en Lagerweij. Door den penningmeester, mr. Heer- kens Thijssen, werd een financieel ver slag uitgebracht. De ontvangsten be droegen 11.780.64 >2, de uitgaven f 4.186.29K. zoodat een batig saldo werd verkregen van 7594.35. De voorzitter constateerde vervol gens met groot genoegen, dat de Bond instemming had betuigd met de door het H. B. aangenomen houding inzake de N. K. P. De voorzitter deelde hierna, voordat de overige agendapunten in behande ling werden genomen, mede, dat het H. B. naar aanleiding van het voorstel Friesland, dat op deze vergadering den voorrang zou hebben en dat han delde over het niet deelnemen aan de Regeering door de Katholieke partij, mét de S. D. A. P., indien de rechter zijde de meerderheid verliest, de vol gende motie aan de vergadering wenscht over te leggen: „De Alg. Bond enz. overwegende, dat de samenwerking van Katholie ken en sociaal-democraten in het parlement tot een onderwerp van bespreking is geworden in en buiten de Kamer en daartoe bij het alge meen begrootingsdebat van socialis tische zijde min o! meer een directe of indirecte uitnoodiging is gedaan. overwegende, dat in deze omstan digheden, nu slechts twee regeerings krachtige coalities mogelijk schij nen, beslist noodig is aan de kiezers en aan de partijen volledige klaar heid te verschaffen. overwegende, dat ook, bijaldien onverhoopt de vorming van een rechtsch kabinet om welke reden dan ook, in het volgende vierjarig tijdperk tot de onmogelijkheden mocht behooren, eene samenwerking van Katholieken en sociaal-democra ten op den grondslag van een coali tie of regeerprogram onder geen voorwaarde of beding in overweging kan worden genomen. gaat over tot de orde van den dag Deze motie wordt door den voorzit ter toegelicht: Men spreekt in deze motie alleen van een niet samengaan met de S. D. A. P., wjjl daartegen in den Bond zeer groote tegenkanting bestaat. Er zijn slechts combinaties mogelijk, die 50 'ze tels in de Kamer zouden kunnen heb ben; dat is een rechtsche groep of een combinatie roodzwart. Dit laatste moet onmogelijk zijn. De heer v. d. Werf, Friesland, be veelt de bestuursmotie aan en zegt, dat het voorstel Friesland nu wordt terug genomen. De heer Serrarens meent, dat het voorstellen dezer bestuursmotie niet overeenkomt met een goede organisa torische leiding. De voorzitter doet uitkomen, dat een definitieve uitspraak moet volgen. Aan de legende, die door het lang gaat over een samengaan met de S. D. A. P. moet een einde komen. Is er een minderheid in de partij, dan moet deze zich uitspreken. Mr. dr. Kooien zegt, dat de moge lijkheid moet worden geopend, om de genen die bezwaar hebben tegen de redactie der motie toch in de gelegen heid te stellen er voor te stemmen. Spr. wil daarom de 2de alinea der motie aldus lezen: „Overwegende, dat in deze omstan digheden beslist noodig is aan de kie zers en aan de partijen volledige klaar heid te verschaffen", in de 3de alinea worde tusscben de woorden „eene sa menwerking van Katholieken en soci aal-democraten" het woord „uitslui tend" gevoegd. De voorzitter zou de aldus gewijzig de motie gaarne aangenomen zien. Nadat de heer Steenhof alsnog be toogd heeft, dat deze motie zon der stemming, bij acclamatie moest worden aangenomen, wordt de motie om niet uitsluitend tot een samen werking met de S. D. A. P. over te gaan, indien de stembus aan recht3 de meerderheid mocht ontnemen onder applaus aanvaard. Hierna werd bet ontwerp-R. K. Staatsprogram behandeld, waarop niet minder dan 115 amendementen waren ingediend, waarvan op voorstel van het hoofdbestuur de volgende amendementen zonder discussie wer den aanvaard: In hoofdstuk algemeen ad. 4, het amendement Haarlem, om achter het woord „arbeidswetgeving" het woord je „ook" te voegen; in hoofdstuk 2, ad 6 amendement van verschillende kies kringen wordt als punt 11 toegevoegd „opheffing van het processieverbod", hoofdstuk 3 ad 1 amendement van d. Bosch en Utrecht wordt gelezen: „Dient beperkt te zijn". Ad 5 amen dement Limburg „De overheid bevor- dere bij voorkeur door steun van par ticuliere garantiefondsen de mogelijk heid enz. begaafden enz., hoofdstuk 7 ad 1 amendement den Bosch toevoe ging: Steun aan het particuliere initia tief inzake het rec-lasseeringswerk, hoofdstuk 9 ad 1 amendement van ver schillende kieskringen verbetering en uitbreiding van den middenstands rijks voorlichtingsdienst op bedrijfsorganisa torisch, commercieel, administratief en technisch gebied alsmede het leggen van een duurzaam en doeltreffend ver band tusschen dezen dienst en den ge- organiseerden middenstand, eventueel het geldelijk steunen van gelijksoorti ge diensten, door den georganiseerden middenstand in het leven geroepen, id. ad 2 amendement den Bosch en Am sterdam schrapping van dit punt, id. amendement van verschillende kies kringen toevoeging aan dit hoofdstuk van: wettelijke beteugeling en rege ling der huisindustrie in dier voege, dat de kleine zelfstandige ondernemer daardoor zoo weinig mogelijk wordt geschaad, id. amendement van verschil lende kieskringen toevoeging aan dit hoofdstuk van: wettelijke maatregelen ter bestrijding van concurrentie, welke loonarbeiders den patroon aandoen bui ten den wettelijk geoorloofden arbeids tijd, idem toevoeging aan dit hoofd stuk afschaffing der persoueele belas ting op winkels en koffiehuizen, hoofd stuk 10 ad 6 amendement Heider krach tige steun aan die particuliere instel lingen, welke bescherming van het moe dersehap beoogen, idem amendement Limburg: aan dit hoofdstuk worde toe gevoegd „Invoering van spaarplicht voor ongehuwde loontrekkers en loon- treksters." Vervolgens kwamen de overige amen dementen in behandeling. Aangenomen werd bet amendement Amsterdam: Goedkeuring van wetsvoorstellen, die nieuwe of buitengewone uitgaven uitgaven vorderen, heeft niet plaats dan met gelijktijdige aanwijzing der middelen tot bestrijding dier uitgaven, wordt bij stemming besloten zulks alsnog in het program op te nemen. Op advies van mr. Kooien werd aan genomen het amendement-Utrecht- Overijsel-Rotterdam op de koloniale pa ragraaf: „Instelling van het instituut van Aalmoezeniers en Veldpredikers bij het leger in Ned.-Indië. Aangenomen werd ook het amende ment-Den Haag: „Intrekking van de toelaatbaarheid van het leven in concubinaat voor bur gerlijke en militaire ambtenaren in Ned.-Indië. Ook dit amendement werd alsnog zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Van Alfen 's-Bosch verdedigde een amendement, waarin gevraagd wordt wettelijke regeling van den kindertoeslag. Met slechts drie stemmen tegen aan genomen. Aangedrongen werd op het overne men van een amend ement-Groningen- Leiden, vragende afschaffing van de wet .op den zomertijd. Met 30 tegen 82 stemmen werd dii amendement na zeer levendige dis cussie van 'n half uur! verworpen Bij het hoofdstuk Landbouw werd het amendement-Gelderland aangeno men luidende: Uitbreiding der thans bestaande landarbeiderswet op kleine landbouw-bedrijven. Nadat de amendementen waren af gehandeld, stelde de voorzitter nog aan de orde het voorstel van het Bonds bestuur, geamendeerd door Tilburg, lui dende: De Bondsvergadering drage aan het Bondsbestuur op, de lijsten van de R. K. Staatspartij op een zoodanige wijze onderling te verbinden als aan het Bondsbestuur het meest wensche- lijk zal voorkomen. Dit voorstel werd zonder meer aan genomen. Aangenomen werd het voorstel van Arnhem-Nijmegen om een commissie een reglement te doen ontwerpen, re gelende de wijze van candidaatstelling Het voorstel Amsterdam en Haar lem inzake het onvereenigbaar verkla ren van het Kamerlidmaatschap met burgemeester- en wethouderschap in zeer groote gemeenten, werd eveneens aangenomen. De voorstellen der organisatie-Fries land betreffende het geven en behan delen van het Politiek Advies werden aangenomen. Het Bondsbestuur zal verder een ontwerp algemeen kiesreglement op maken. Na de pauze was het woord aan MGR. PROF. DR. W. NOLENS, tot het uitspreken zijner POLITIEKE REDE: Mgr. Nolens herinnerde eraan, hoe hij juist vier jaar geleden hier ook stond om een nieuw program voor de Katholieke Staatspartij toe te lichten. De uitslag van dat program heeft het werk bekroond. Indien men nagaat, welke punten uit het program van 1918 zijn komen te i vervallen, doordat zij verwezenlijkt ge worden zijn, heeft men reeds een aan wijzing voor het bereikte resultaat. Op een dag als deze, nu wederom een nieuw program moet worden vastge steld, meent spr. op twee punten te moeten wijzen en wel: lo. dat het mogelijk is alle wenschen in het program op te nemen en 2o. dat het soms beter is uit tactisch oogpunt iets weg te laten, wat door den drang der omstandigheden toch verwezenlijkt zal worden. Met voldoening mogen wjj op de af- geloopen 4 jaar terugzien. Dit is grootendeels te danken aan de eenheid der Katholieken bij de ver kiezing, aan de goede verstandhou ding tusschen kabinet'en rechterzijde, Ü8 eenheid der Kamerfractie en tevens aan Mr. Kooien, die gedurende de twee laatste jaren op zoo energieke en door alle partjjen bewonderde wijze het voorzitterschap der Kamer bekleedt Applaus. Na gememoreerd te hebben, hoe nog steeds de ware vrede uitblijft, hoe men thans in Genua steeds dichter töt Rome nadert, zeide Mgr. betreffen de het economisch leven: Tengevolge van den wereldoorlog is het economisch leven internationaal en liat,ionaal volslagen gedesorganiseerd. Ook ons land lijdt aan de gevolgen. In deze atmosfeer is het gevaar niet gering, dat een belastingbiljet, een onwelgevallige candidatenlijst of een minder goede gang van zaken het tandpunt aangeven, waarin men het geheele staatsbeleid beoordeelt. Het gevaar is niet gering, dat de iieide groepen in het bedrijfsleven van werkgevers en werknemers het aolidarisme uit het oog verliezen en zich weer laten leiden door al te in dividualistische motieven. De afgevaardigden der R. K. kie- ïcrsorganisatie handelen verstandiger door hun voornemens te formuleeren in hun program. Daarin wordt gesproken van bezui niging. Met deze bezuiniging is de Re geering reeds begonnen. Sinds de laatste twee of drie maan den hoort men de klacht, dat de Re geering, gesteund door alle partijen in het bijzondeT door de Katholieke Ka merfractie, zich schuldig heeft ge maakt aan eenzijdige politiek. Maar ligt het niet voor de hand, vraagt spr., dat de overheidsbemoeiing zich uiteraard meer bezig houdt met de onzelfstandigen? De meer bemid delden hebben minder behoefte aan staatsbescherming, de onbemiddelden zijn bijna ten eenenmaie van bescher ming van den staat afhankelijk. Is het dan te verwonderen, dat in dagen van duurte en werkloosheid maatregelen zijn genomen om gemis aan inkomsten te verhinderen? Zou men dan terug willen tot den vroege- ren toestand, toen iedere arbeider bij gemis aan voldoende loon naar het armbestuur werd gezonden? Na een verdediging der genomen so ciale maatregelen behandelt spr. in het kort het doel der Katholieke Staats partij, n.l. het algemeen belang. Algemeen belang opgevat in den zin als omvattend de veelzijdige belangen van alle groepen en lagen der bevol king. Zij kan en mag niet zijn de partij van een enkelen 6tand. Spr. wijst er nog op boe door den catechismus, de Tien Geboden, het On ze Vader en verder door de Encyclie ken geheel de richting wordt aange wezen die men te volgen heeft. Thans echter staan weer meer op den voorgrond de beginselen omtrent de bemoeiing der overheid met het bedrijfsleven. Deze beginselen vindt men echter in de werken van St. Thomas en zij zijn nader gepreciseerd in de encyclieken. Daar vindt men de toepassing op de omstandigheden, maar iete nieuws zijn zij niet. Spr. verwijst dienaangaande naar hetgeen hij reeds zeide in 1897 bij de algemeene beschouwing op de Staatsbegrooting. Daaraan is hü trouw gebleven en hij hoopt dit de volgende jaren te blijven. Individualisme en staatssocialisme zijn de twee uitersten. Daartussehen in ligt het juiste midden, doch dit laat ziöh niet vast omlijnen. Daarop behandelt spr. den loop der verhoudingen tusschen werknemer en werkgever. Thans zien velen als perspectief het verminderen der staatsbemoeiing door zelfstandige regeling, uitvoering en be slissing dor belanghebbenden in het bedrijf. Daarom is in het program opgeno men, zegt spr., wettelijke regeling van het vakverenigingsleven. Door de pu bliekrecbtelijke bevoegdheden in de georganiseerde bedrijven en door bin dend verklaring van arbeidsovereen komsten kan zulks worden bereikt. Verwacht kan worden, indien de verkiezingen eij rechtsche meerder heid opleveren, dat in die richting ge stuurd wordt. Ten opzichte van een reehtscbe meer derheid kan echter alleen rekening ge houden worden met de gekozenen van de georganiseerde Katholieke partij. Het komt hierbij niet aan op het Ka tholiek zijn, maar op de wijze waarop men gekozen is. Gij, Katholieke geor ganiseerde kiezere, aldus Mgr. Nolens hebt het recht te eischen. dat, wie bui ten uwe organisatie en b»- uwe lijs ■ten gekozen wordt, oo; iten uwe partij in de Kamer blijve. Dat is niet een onredelijke eisch en ook geen wraak, maar het ligt geheel en al in den aard der zaak. Het is onverklaarbaar, dat daarover bij sommigen nog twijfel kan toestaan en dat men zich daarover nog illusies maakt. De Kamerfractie heeft het noo dig geacht voor de verkiezing in '18, toen er nog van geen afzonderlijke lijsten en van andere bokkesprongen sprake was, haar reglementen te wij zigen en te doen luiden: „Lid der Vereeniging kan zijn ieder lid van de Tweede Kamer der Statcn- Generaal, dat gekozen is uit de groep der verbonden lijsten van de Katholle ke kiezers-organisaties". Dit is de eenige organisatie die toen in 1918 bestond. Het is de vaste overtuiging van de Kamerleden, die op uwe lijsten voor komen dat deze bepaling gehandhaafd dient te worden. Langdurig applaus. En hoe staat het nu, zoo gaat spr. voort, met het samengaan der S. D. A. P. Deze vraag kan theoretisch en prae tisch gesteld worden. Theoretisch in dezen zin: of er ooit een geval zich zou kunnen voordoen, of ooit het land in een politieken toe stand zou komen te verkeeren, waarin een samengaan met die partij in over weging zou kunnen genomen worden. In dien zin kan die vraag bevestigend beantwoord worden onder de volgende voorwaarden: Jo. dat de samenwerking niet ge zocht wordt, maar door den uitersten nood worde opgedrongen; 2o. dat niet alleen de Katholieke partij maar ook eventueel bestaande andere partijen daartoe overgaan; 3o. dat niet een deel, maar de gehee le Katholieke partij, de geheele Katho lieke Kamerclub van de noodzakelijk heid overtuigd zij. Applaus. Practisch luidt de vraag echter en dit is op het oogenblik van het meeste, van het eenige belang of in normale omstandigheden de Katho lieke Kamerfractie voor een geheele of gedeeltelijke samenwerking met die partij te vinden zou zijn. Ik aarzel niet die vraag geheel ont kennend te beantwoorden en te zeg gen, dat ook de geheele 'erfractie daarmee instemt. Applaus. Spr. eindigt met een beroep te doen op allen en spoort aan tot actie voor de Katholieke lijsten. Dan zal door een drachtig samenwerken te behouden en te bevestigen zijn het waarachtig be lang niet van eenige groepen maar van Staat en Kerk. Het daverend en langdurig applaus, dat hierna weerklonk, werd tot een ware ovatie voor Mgr. Nolens. De Voorzitter zegde Mgr. hartelijk dank voor zijn gedocumenteerde rede, waarna Mgr. wederom onder een ovatie der aanwezigen de vergade ring verliet. Tot slot kwam nog een voorstel Utrecht betreffende de Vlootwet aan de orde, luidende: „De Algemeene Bond van R. K. RÜkskieskring-organisaties in Neder land besluite adhaesie te betuigen aan de volgende motie, aangenomen in eene algemeene vergadering van den Bond van R. K. Kiesvereenigin- gen in den Rijkskieskring Utrecht, ge houden 11 Febr. 1922: „De Bond, enz. dringt aan op krachtige, daadwerkelij ke vermindering der persoonlijke en financieele militaire lasten, tot nu toe aan het Nederlandsche volk opgelegd legt hierop bijzonder den nadruk met betrekking tot de ingediende Vloot wet; en gaat over tot de orde van den dag." Ondanks het afwijzend praeadvies van het H. B. werd het voorstel aange nomen Hierna werd de vergadering met den Chr. groet gesloten onder dankzegging DE CONFEHENTIE VAN GENUA. De V. S. en hei Ras- sissche vraagstiur. i De correspondent van de „uai.y Ex press" te Genua meid!, dat voos'aan- •itaande Amerikanen voorgesteld neb- hebben,, dat Amerika vertegenwoordigd zou zijn in de gemengde commissies '-oor Rusland. Pessimistische uitingen. De tegen Lloyd George gekante Brit- sche pers stelt de jongste oaLwikkeling der zaken te Genua voor als een aan wijzing van een volledige mislukking der conferentie. Zij zegt, dat de bolsje wieken nu waarschijnlijk hun propa- gande zuilen verdubbelen met name in het Midden-Oosten en beproeven zullen een stevig Turksch-Duilsch-Rus- ris ch bioe te scheppen. De vooruitzichten der conferentie. Zoowel de „D. Allg. Ztg." als het ,„Berl. Tagebl." spreken van een nieu we verscherping der situatie, veroor zaakt door de houding der Franschen, die in den loop van Zaterdagavond steeds agressiever werd en ten slotte een vorm aannam, lijnrecht ingaande legen de plannen van Lloyd George, Frankrijk zou jil. voornemens zijn te verk.aren, dat het tegen de vorming van een nieuwe commissie geen be zwaar heeft, op voorwaarde, dat daar mee dan ook de werkzaamheden der conferentie als geëindigd worden be- sciio uwd. Voorts kan, naar Paul Sclieffeu meldt, met zekerheid word;n aangeno men, dat er een ernstig rueeningsver- schil tusscben Frankrijk en Engeland, bes aat over den eisch van Lioyd George, dat er tijdens den duur der, onderhandelingen in de nieuwe oom- missie geen aparte overeenkomsten ge troffen mogen worden. Barthou is ppdracht gerieven, zich tot geen nieuw contact met de bolsje wieken en tot geen nadere beraadsla gingen te leenen, maar de bedoelingen 78. Die woorden hadden zoo iets hart roerends, er klonk zooveel leed in, dat het hart van Mark getroffen werd. Een klaagtoon ontsnapte aan zijne lippen „Moeder 1" Én hij deed een stap in de richting der arme vrouw. Maar op een bevelend gebaar van den markies, bleef hij staan. Ais ge een stap verder gaat, zei hij, gelooft ge mij schuldig aan al de misdaden, waarvan men mij beschul digt. Ge vergeet in een enkel uur, gij die mij kent, die weet dat ik niet tot zulke laagheden in staat ben, ge ver- ons ante meer gemeens is. Ik stoot u van mij af en vervloek u. Mark bleef staan. Hij stond onbe weeglijk tusschen de tranen zijner moe der, die zijn hart deden trillen, en de be dreigingen van den man, die voor hem een vader was geweest, van den man, aan wien hij 't dankte, dat hij in d wereld een fatsoenlijken naam had. Misschien was nog nooit eensterveling in zulk een pijnlijken toestand ge weest. Ten prooi aan een verschrikke- lijken twijfel, kwam hij in een waren strijd. „Mijn God mijn God wat moet ik doen prevelde hij. Hij geloofde niet aan de beschuldi gingen zijner moeder. Hij kon niet gelooven dat de mar kies," in wiens "nabijheid hij geleefd had, dien hij liefhad en wien hij dier baar was voor al hetgeen deze voor hem gedaan bath mo ipisdadig was ate beweerd werd. Dat was onmogelijk Dit scheen Mark even onmogelijk, als liet instorten van den hemel. Zijne moeder was ongetwijfeld door het lijden verbitterd. Haar verbeeldings kracht was werkelijk opgewekt. Zij had zich al deze dingen verbeeld, die haar thans waarschijnlijk voor kwa men, tengevolge van den afkeer, dien zij voor den markies gevoelde. Waarheid kon 't niet zijn. 't Was al te dwaas, belachelijk, afschuwelijk De markies was een braaf man. Hij had zijn naam niet bezoedeld met zooveel bloed. Neen, neen, dat was onmogelijk. Hij herinnerde zich den minachtenden glimlach, waarmede de markies al de monsterachtige be schuldigingen aanhoord had. Dat was niet de houding van een schuldige. Maar ai deze overwegingen verhinder den toch niet, dat de klachten van Christine een all er p ij nl ij kst en indruk Lop hm öjie sew* zoo waardig. Uit hare oogen straalde zooveel liefde voor hem. Hij slaakte een kreet van vertwijfe ling. O mijn God I wie zal mij licht schenken De markies deed eenige stappen in de richting van de deur. Mark snelde hem na. Vader t Va der 1 Ook Christine strekte de armen naar hem uit. Mijn zoonmijn zoon 1 De jonge man had nog een oogenblik van besluiteloosheid,toen hij in de oogen van zijne moeder de tranen zag als tolken van hartverscheurende droefheid. Maar toch reikte hjj den markies de hand. Christine slaakte een kreet, die veel had van het pijnlijke gebrul eener gewonde leeuwin, wie men naar welpen ontneemt. Zij richtte zich met moeite trap ÜMB af, wankelend zonder denkkracht, half dood en buiten gekomen, riep zij uit „Voorheen heeft hij mij niets anders ontnomen dan zijn lichaam, thans ech ter ontrooft hij mij zijn hart! H -kr XV. GROOTE VREES. Het was omstreeks een uur in den namiddag. De heer Lantin bevond zich in het prachtig werkvertrek van zijne weelderige woning en gaf aan zijne bedienden bevelen voor de beurs, toen de portier binnentrad en hem het kaartje van markies d' Arbois over handigde. Eene bijna onmerkbare ontroering voer den bankier door de leden en zich daarop tot de heeren wendende, die om hem heen stonden, zei hij „Ik verzoek u mij een oogenblik te verlaten, mijne heeren.#Ik ontvang daar een fcela.ngïijk bezoek Allen gingen naar as deur, maar de heer Lantin wees naar een andere deur, welke naar het vertrek van zijnen secretaris voerde, en zei „Wees zoo goed daar binnen te gaan. Mijn secretaris zal de zaken wel verder met u regelen. En vervolgens, toen iedereen het vertrek verlaten had, sloot hij zelf de deur, draaide den steufel om, en zich tot den portier wendende, die onbeweeglijk was blijven staan, op de bevelen van zijn meester wachtende, zei hij s „Laat miinheer d' Arbois binnen komen, 'fWordt TerroïffJ.I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 1