Pers.
flLRGH
iarj
IEMIN Q
den.
KinauliR
h Co
NO. 4S7
Maandag 15 Mei - J22.
397,
N. 1797.
TER'
fW
ill
Tel. 52€
iliei*.
14© Jaargang.
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: ^dact.™1,e<
Hlgsaneene Vergadering van den lend van
R. H. Rijkskieskrïng-organisatiB's in NeMand.
BUITENLAfiü).
FEUILLETON
ZIJN SLACHTOFFER.
it
ecept)
•J
<?1
gaziin
hN
^en.
bonders
bermers.
VEKKKIJ(>KAA(\
KUePlcS.
srpleir 24
belen, waar-
n Ameubie-
op. Beiiuen
n-uitscbuii-,
Werktftiel,
lie schemer-,
yen, Divans,
ivankleeuen,
ssoirs, Kri"
Hnishouue-
ur
KOOPJ S
•ijgbaar bij:
1AK, Snaarmans-
AAP, Verd.oord.
K, v. d. Woude-
N. WAGEMA-
lansingel.
ART,
Zaaclmarkt.
Keetgracht.
IRHUIS,
Groot-Eieuwland,
te Alkmaar
j. J. GROEN-,
j
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Akmaar f 2.
Voor bui _n Alkmaarf 2 85
Met Oei lustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger
No. 433
633
Advertentieprijs;
Van 1 5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclame!
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voo*
uitbetaling per plaatsing f 0.60
Aan a' 3 abonné's wordt op aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400,—f 200,—t 100,—, f 60,—f 35,—, f 15,—
Nadat in de Kathedrale Kerk te
Utrecht door den Hoogeerw. heer Ple
baan G. A. Starink des morgens te
kwart over acht een H. Mis was opge
dragen voor het welslagen van de al
gemeene vergadering van den Bond
van R. K. Kieskringorganisatie's in
Nederland, ving te tien uur in het ge-
aouw voor „Kunsten en Wetenschap
pen" aan de Mariaplaats aldaar de ver
gadering aan.
Vele leden der R. K. Kamerfractie,
w. o. Mr. Dr. Kooien, voorzitter der
Tweede Kamer, waren aanwezig.
Nadat de voorzitter van den Bond,
Mr. A. Baron van Wijnbergen na
opening met den Christelijken groet
zijn, reeds in ons blad van Zaterdag
gepubliceerde, openingsrede had ge
houden, welke rede een langdurig ap
plaus uitlokte, werden de notulen der
bondsvergadering van 28 Mei, 1921
gelezen en, eenigszins gewijzigd, goed
gekeurd.
Ilierna werd medegedeeld, dat tele
grammen waren gezonden aan H. M.
de Koningin en Z. D. H. den Aartsbis
schop
De personen, belast met de indiening
ier candidaatlijsten werden officieel
aangewezen, terwijl voor de verbin
ding der lijsten werden benoemd de hb.
mr. F. Teulings en Silvius.
Aan de beurt van aftreding bij de
rolaende periodieke verkiezing van Ie
den van 't, bondsbestuur zijn de heeren
mr. van Rijckevorsel, van IJsselmui-
den. Leesberg, dr. van der Weijden,
Hoefnagels en Lagerweij.
Door den penningmeester, mr. Heer-
kens Thijssen, werd een financieel ver
slag uitgebracht. De ontvangsten be
droegen 11.780.64 >2, de uitgaven
f 4.186.29K. zoodat een batig saldo
werd verkregen van 7594.35.
De voorzitter constateerde vervol
gens met groot genoegen, dat de Bond
instemming had betuigd met de door
het H. B. aangenomen houding inzake
de N. K. P.
De voorzitter deelde hierna, voordat
de overige agendapunten in behande
ling werden genomen, mede, dat het H.
B. naar aanleiding van het voorstel
Friesland, dat op deze vergadering
den voorrang zou hebben en dat han
delde over het niet deelnemen aan de
Regeering door de Katholieke partij,
mét de S. D. A. P., indien de rechter
zijde de meerderheid verliest, de vol
gende motie aan de vergadering
wenscht over te leggen:
„De Alg. Bond enz. overwegende,
dat de samenwerking van Katholie
ken en sociaal-democraten in het
parlement tot een onderwerp van
bespreking is geworden in en buiten
de Kamer en daartoe bij het alge
meen begrootingsdebat van socialis
tische zijde min o! meer een directe
of indirecte uitnoodiging is gedaan.
overwegende, dat in deze omstan
digheden, nu slechts twee regeerings
krachtige coalities mogelijk schij
nen, beslist noodig is aan de kiezers
en aan de partijen volledige klaar
heid te verschaffen.
overwegende, dat ook, bijaldien
onverhoopt de vorming van een
rechtsch kabinet om welke reden
dan ook, in het volgende vierjarig
tijdperk tot de onmogelijkheden
mocht behooren, eene samenwerking
van Katholieken en sociaal-democra
ten op den grondslag van een coali
tie of regeerprogram onder geen
voorwaarde of beding in overweging
kan worden genomen.
gaat over tot de orde van den dag
Deze motie wordt door den voorzit
ter toegelicht:
Men spreekt in deze motie alleen
van een niet samengaan met de S. D.
A. P., wjjl daartegen in den Bond zeer
groote tegenkanting bestaat. Er zijn
slechts combinaties mogelijk, die 50 'ze
tels in de Kamer zouden kunnen heb
ben; dat is een rechtsche groep of een
combinatie roodzwart.
Dit laatste moet onmogelijk zijn.
De heer v. d. Werf, Friesland, be
veelt de bestuursmotie aan en zegt, dat
het voorstel Friesland nu wordt terug
genomen.
De heer Serrarens meent, dat het
voorstellen dezer bestuursmotie niet
overeenkomt met een goede organisa
torische leiding.
De voorzitter doet uitkomen, dat een
definitieve uitspraak moet volgen.
Aan de legende, die door het lang
gaat over een samengaan met de S. D.
A. P. moet een einde komen. Is er een
minderheid in de partij, dan moet deze
zich uitspreken.
Mr. dr. Kooien zegt, dat de moge
lijkheid moet worden geopend, om de
genen die bezwaar hebben tegen de
redactie der motie toch in de gelegen
heid te stellen er voor te stemmen.
Spr. wil daarom de 2de alinea der
motie aldus lezen:
„Overwegende, dat in deze omstan
digheden beslist noodig is aan de kie
zers en aan de partijen volledige klaar
heid te verschaffen", in de 3de alinea
worde tusscben de woorden „eene sa
menwerking van Katholieken en soci
aal-democraten" het woord „uitslui
tend" gevoegd.
De voorzitter zou de aldus gewijzig
de motie gaarne aangenomen zien.
Nadat de heer Steenhof alsnog be
toogd heeft, dat deze motie zon
der stemming, bij acclamatie moest
worden aangenomen, wordt de motie
om niet uitsluitend tot een samen
werking met de S. D. A. P. over te
gaan, indien de stembus aan recht3 de
meerderheid mocht ontnemen
onder applaus aanvaard.
Hierna werd bet ontwerp-R. K.
Staatsprogram behandeld, waarop niet
minder dan 115 amendementen waren
ingediend, waarvan op voorstel
van het hoofdbestuur de volgende
amendementen zonder discussie wer
den aanvaard:
In hoofdstuk algemeen ad. 4, het
amendement Haarlem, om achter het
woord „arbeidswetgeving" het woord
je „ook" te voegen; in hoofdstuk 2, ad
6 amendement van verschillende kies
kringen wordt als punt 11 toegevoegd
„opheffing van het processieverbod",
hoofdstuk 3 ad 1 amendement van d.
Bosch en Utrecht wordt gelezen:
„Dient beperkt te zijn". Ad 5 amen
dement Limburg „De overheid bevor-
dere bij voorkeur door steun van par
ticuliere garantiefondsen de mogelijk
heid enz. begaafden enz., hoofdstuk 7
ad 1 amendement den Bosch toevoe
ging: Steun aan het particuliere initia
tief inzake het rec-lasseeringswerk,
hoofdstuk 9 ad 1 amendement van ver
schillende kieskringen verbetering en
uitbreiding van den middenstands rijks
voorlichtingsdienst op bedrijfsorganisa
torisch, commercieel, administratief en
technisch gebied alsmede het leggen
van een duurzaam en doeltreffend ver
band tusschen dezen dienst en den ge-
organiseerden middenstand, eventueel
het geldelijk steunen van gelijksoorti
ge diensten, door den georganiseerden
middenstand in het leven geroepen, id.
ad 2 amendement den Bosch en Am
sterdam schrapping van dit punt, id.
amendement van verschillende kies
kringen toevoeging aan dit hoofdstuk
van: wettelijke beteugeling en rege
ling der huisindustrie in dier voege,
dat de kleine zelfstandige ondernemer
daardoor zoo weinig mogelijk wordt
geschaad, id. amendement van verschil
lende kieskringen toevoeging aan dit
hoofdstuk van: wettelijke maatregelen
ter bestrijding van concurrentie, welke
loonarbeiders den patroon aandoen bui
ten den wettelijk geoorloofden arbeids
tijd, idem toevoeging aan dit hoofd
stuk afschaffing der persoueele belas
ting op winkels en koffiehuizen, hoofd
stuk 10 ad 6 amendement Heider krach
tige steun aan die particuliere instel
lingen, welke bescherming van het moe
dersehap beoogen, idem amendement
Limburg: aan dit hoofdstuk worde toe
gevoegd „Invoering van spaarplicht
voor ongehuwde loontrekkers en loon-
treksters."
Vervolgens kwamen de overige amen
dementen in behandeling.
Aangenomen werd bet amendement
Amsterdam:
Goedkeuring van wetsvoorstellen,
die nieuwe of buitengewone uitgaven
uitgaven vorderen, heeft niet plaats
dan met gelijktijdige aanwijzing der
middelen tot bestrijding dier uitgaven,
wordt bij stemming besloten zulks
alsnog in het program op te nemen.
Op advies van mr. Kooien werd aan
genomen het amendement-Utrecht-
Overijsel-Rotterdam op de koloniale pa
ragraaf: „Instelling van het instituut
van Aalmoezeniers en Veldpredikers
bij het leger in Ned.-Indië.
Aangenomen werd ook het amende
ment-Den Haag:
„Intrekking van de toelaatbaarheid
van het leven in concubinaat voor bur
gerlijke en militaire ambtenaren in
Ned.-Indië. Ook dit amendement werd
alsnog zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De heer Van Alfen 's-Bosch
verdedigde een amendement, waarin
gevraagd wordt wettelijke regeling
van den kindertoeslag.
Met slechts drie stemmen tegen aan
genomen.
Aangedrongen werd op het overne
men van een amend ement-Groningen-
Leiden, vragende afschaffing van de
wet .op den zomertijd.
Met 30 tegen 82 stemmen werd dii
amendement na zeer levendige dis
cussie van 'n half uur! verworpen
Bij het hoofdstuk Landbouw werd
het amendement-Gelderland aangeno
men luidende: Uitbreiding der thans
bestaande landarbeiderswet op kleine
landbouw-bedrijven.
Nadat de amendementen waren af
gehandeld, stelde de voorzitter nog
aan de orde het voorstel van het Bonds
bestuur, geamendeerd door Tilburg, lui
dende: De Bondsvergadering drage
aan het Bondsbestuur op, de lijsten van
de R. K. Staatspartij op een zoodanige
wijze onderling te verbinden als aan
het Bondsbestuur het meest wensche-
lijk zal voorkomen.
Dit voorstel werd zonder meer aan
genomen.
Aangenomen werd het voorstel van
Arnhem-Nijmegen om een commissie
een reglement te doen ontwerpen, re
gelende de wijze van candidaatstelling
Het voorstel Amsterdam en Haar
lem inzake het onvereenigbaar verkla
ren van het Kamerlidmaatschap met
burgemeester- en wethouderschap in
zeer groote gemeenten, werd eveneens
aangenomen.
De voorstellen der organisatie-Fries
land betreffende het geven en behan
delen van het Politiek Advies werden
aangenomen.
Het Bondsbestuur zal verder een
ontwerp algemeen kiesreglement op
maken.
Na de pauze was het woord aan
MGR. PROF. DR. W. NOLENS,
tot het uitspreken zijner
POLITIEKE REDE:
Mgr. Nolens herinnerde eraan, hoe
hij juist vier jaar geleden hier ook
stond om een nieuw program voor de
Katholieke Staatspartij toe te lichten.
De uitslag van dat program heeft het
werk bekroond.
Indien men nagaat, welke punten uit
het program van 1918 zijn komen te
i vervallen, doordat zij verwezenlijkt ge
worden zijn, heeft men reeds een aan
wijzing voor het bereikte resultaat. Op
een dag als deze, nu wederom een
nieuw program moet worden vastge
steld, meent spr. op twee punten te
moeten wijzen en wel:
lo. dat het mogelijk is alle wenschen
in het program op te nemen en
2o. dat het soms beter is uit tactisch
oogpunt iets weg te laten, wat door
den drang der omstandigheden toch
verwezenlijkt zal worden.
Met voldoening mogen wjj op de af-
geloopen 4 jaar terugzien.
Dit is grootendeels te danken aan
de eenheid der Katholieken bij de ver
kiezing, aan de goede verstandhou
ding tusschen kabinet'en rechterzijde,
Ü8 eenheid der Kamerfractie en tevens
aan Mr. Kooien, die gedurende de twee
laatste jaren op zoo energieke en door
alle partjjen bewonderde wijze het
voorzitterschap der Kamer bekleedt
Applaus.
Na gememoreerd te hebben, hoe nog
steeds de ware vrede uitblijft, hoe men
thans in Genua steeds dichter
töt Rome nadert, zeide Mgr. betreffen
de het economisch leven:
Tengevolge van den wereldoorlog is
het economisch leven internationaal en
liat,ionaal volslagen gedesorganiseerd.
Ook ons land lijdt aan de gevolgen.
In deze atmosfeer is het gevaar niet
gering, dat een belastingbiljet, een
onwelgevallige candidatenlijst of een
minder goede gang van zaken het
tandpunt aangeven, waarin men het
geheele staatsbeleid beoordeelt.
Het gevaar is niet gering, dat de
iieide groepen in het bedrijfsleven
van werkgevers en werknemers het
aolidarisme uit het oog verliezen en
zich weer laten leiden door al te in
dividualistische motieven.
De afgevaardigden der R. K. kie-
ïcrsorganisatie handelen verstandiger
door hun voornemens te formuleeren
in hun program.
Daarin wordt gesproken van bezui
niging. Met deze bezuiniging is de Re
geering reeds begonnen.
Sinds de laatste twee of drie maan
den hoort men de klacht, dat de Re
geering, gesteund door alle partijen in
het bijzondeT door de Katholieke Ka
merfractie, zich schuldig heeft ge
maakt aan eenzijdige politiek.
Maar ligt het niet voor de hand,
vraagt spr., dat de overheidsbemoeiing
zich uiteraard meer bezig houdt met
de onzelfstandigen? De meer bemid
delden hebben minder behoefte aan
staatsbescherming, de onbemiddelden
zijn bijna ten eenenmaie van bescher
ming van den staat afhankelijk.
Is het dan te verwonderen, dat in
dagen van duurte en werkloosheid
maatregelen zijn genomen om gemis
aan inkomsten te verhinderen? Zou
men dan terug willen tot den vroege-
ren toestand, toen iedere arbeider bij
gemis aan voldoende loon naar het
armbestuur werd gezonden?
Na een verdediging der genomen so
ciale maatregelen behandelt spr. in
het kort het doel der Katholieke Staats
partij, n.l. het algemeen belang.
Algemeen belang opgevat in den zin
als omvattend de veelzijdige belangen
van alle groepen en lagen der bevol
king. Zij kan en mag niet zijn de partij
van een enkelen 6tand.
Spr. wijst er nog op boe door den
catechismus, de Tien Geboden, het On
ze Vader en verder door de Encyclie
ken geheel de richting wordt aange
wezen die men te volgen heeft.
Thans echter staan weer meer op
den voorgrond de beginselen omtrent
de bemoeiing der overheid met het
bedrijfsleven.
Deze beginselen vindt men echter in
de werken van St. Thomas en zij zijn
nader gepreciseerd in de encyclieken.
Daar vindt men de toepassing op de
omstandigheden, maar iete nieuws zijn
zij niet. Spr. verwijst dienaangaande
naar hetgeen hij reeds zeide in 1897
bij de algemeene beschouwing op de
Staatsbegrooting. Daaraan is hü
trouw gebleven en hij hoopt dit de
volgende jaren te blijven.
Individualisme en staatssocialisme
zijn de twee uitersten. Daartussehen in
ligt het juiste midden, doch dit laat
ziöh niet vast omlijnen.
Daarop behandelt spr. den loop der
verhoudingen tusschen werknemer en
werkgever.
Thans zien velen als perspectief het
verminderen der staatsbemoeiing door
zelfstandige regeling, uitvoering en be
slissing dor belanghebbenden in het
bedrijf.
Daarom is in het program opgeno
men, zegt spr., wettelijke regeling van
het vakverenigingsleven. Door de pu
bliekrecbtelijke bevoegdheden in de
georganiseerde bedrijven en door bin
dend verklaring van arbeidsovereen
komsten kan zulks worden bereikt.
Verwacht kan worden, indien de
verkiezingen eij rechtsche meerder
heid opleveren, dat in die richting ge
stuurd wordt.
Ten opzichte van een reehtscbe meer
derheid kan echter alleen rekening ge
houden worden met de gekozenen van
de georganiseerde Katholieke partij.
Het komt hierbij niet aan op het Ka
tholiek zijn, maar op de wijze waarop
men gekozen is. Gij, Katholieke geor
ganiseerde kiezere, aldus Mgr. Nolens
hebt het recht te eischen. dat, wie bui
ten uwe organisatie en b»- uwe lijs
■ten gekozen wordt, oo; iten uwe
partij in de Kamer blijve. Dat is niet
een onredelijke eisch en ook geen
wraak, maar het ligt geheel en al in
den aard der zaak.
Het is onverklaarbaar, dat daarover
bij sommigen nog twijfel kan toestaan
en dat men zich daarover nog illusies
maakt. De Kamerfractie heeft het noo
dig geacht voor de verkiezing in '18,
toen er nog van geen afzonderlijke
lijsten en van andere bokkesprongen
sprake was, haar reglementen te wij
zigen en te doen luiden:
„Lid der Vereeniging kan zijn ieder
lid van de Tweede Kamer der Statcn-
Generaal, dat gekozen is uit de groep
der verbonden lijsten van de Katholle
ke kiezers-organisaties".
Dit is de eenige organisatie die toen
in 1918 bestond.
Het is de vaste overtuiging van de
Kamerleden, die op uwe lijsten voor
komen dat deze bepaling gehandhaafd
dient te worden.
Langdurig applaus.
En hoe staat het nu, zoo gaat spr.
voort, met het samengaan der S. D.
A. P.
Deze vraag kan theoretisch en prae
tisch gesteld worden.
Theoretisch in dezen zin: of er ooit
een geval zich zou kunnen voordoen,
of ooit het land in een politieken toe
stand zou komen te verkeeren, waarin
een samengaan met die partij in over
weging zou kunnen genomen worden.
In dien zin kan die vraag bevestigend
beantwoord worden onder de volgende
voorwaarden:
Jo. dat de samenwerking niet ge
zocht wordt, maar door den uitersten
nood worde opgedrongen;
2o. dat niet alleen de Katholieke
partij maar ook eventueel bestaande
andere partijen daartoe overgaan;
3o. dat niet een deel, maar de gehee
le Katholieke partij, de geheele Katho
lieke Kamerclub van de noodzakelijk
heid overtuigd zij. Applaus.
Practisch luidt de vraag echter
en dit is op het oogenblik van het
meeste, van het eenige belang of
in normale omstandigheden de Katho
lieke Kamerfractie voor een geheele of
gedeeltelijke samenwerking met die
partij te vinden zou zijn.
Ik aarzel niet die vraag geheel ont
kennend te beantwoorden en te zeg
gen, dat ook de geheele 'erfractie
daarmee instemt. Applaus.
Spr. eindigt met een beroep te doen
op allen en spoort aan tot actie voor
de Katholieke lijsten. Dan zal door een
drachtig samenwerken te behouden en
te bevestigen zijn het waarachtig be
lang niet van eenige groepen maar
van Staat en Kerk.
Het daverend en langdurig applaus,
dat hierna weerklonk, werd tot een
ware ovatie voor Mgr. Nolens.
De Voorzitter zegde Mgr. hartelijk
dank voor zijn gedocumenteerde rede,
waarna Mgr. wederom onder een
ovatie der aanwezigen de vergade
ring verliet.
Tot slot kwam nog een voorstel
Utrecht betreffende de Vlootwet aan
de orde, luidende:
„De Algemeene Bond van R. K.
RÜkskieskring-organisaties in Neder
land besluite adhaesie te betuigen
aan de volgende motie, aangenomen
in eene algemeene vergadering van
den Bond van R. K. Kiesvereenigin-
gen in den Rijkskieskring Utrecht, ge
houden 11 Febr. 1922: „De Bond, enz.
dringt aan op krachtige, daadwerkelij
ke vermindering der persoonlijke en
financieele militaire lasten, tot nu toe
aan het Nederlandsche volk opgelegd
legt hierop bijzonder den nadruk
met betrekking tot de ingediende Vloot
wet; en gaat over tot de orde van den
dag."
Ondanks het afwijzend praeadvies
van het H. B. werd het voorstel aange
nomen
Hierna werd de vergadering met den
Chr. groet gesloten onder dankzegging
DE CONFEHENTIE VAN GENUA.
De V. S. en hei Ras-
sissche vraagstiur. i
De correspondent van de „uai.y Ex
press" te Genua meid!, dat voos'aan-
•itaande Amerikanen voorgesteld neb-
hebben,, dat Amerika vertegenwoordigd
zou zijn in de gemengde commissies
'-oor Rusland.
Pessimistische uitingen.
De tegen Lloyd George gekante Brit-
sche pers stelt de jongste oaLwikkeling
der zaken te Genua voor als een aan
wijzing van een volledige mislukking
der conferentie. Zij zegt, dat de bolsje
wieken nu waarschijnlijk hun propa-
gande zuilen verdubbelen met name
in het Midden-Oosten en beproeven
zullen een stevig Turksch-Duilsch-Rus-
ris ch bioe te scheppen.
De vooruitzichten der
conferentie.
Zoowel de „D. Allg. Ztg." als het
,„Berl. Tagebl." spreken van een nieu
we verscherping der situatie, veroor
zaakt door de houding der Franschen,
die in den loop van Zaterdagavond
steeds agressiever werd en ten slotte
een vorm aannam, lijnrecht ingaande
legen de plannen van Lloyd George,
Frankrijk zou jil. voornemens zijn te
verk.aren, dat het tegen de vorming
van een nieuwe commissie geen be
zwaar heeft, op voorwaarde, dat daar
mee dan ook de werkzaamheden der
conferentie als geëindigd worden be-
sciio uwd.
Voorts kan, naar Paul Sclieffeu
meldt, met zekerheid word;n aangeno
men, dat er een ernstig rueeningsver-
schil tusscben Frankrijk en Engeland,
bes aat over den eisch van Lioyd
George, dat er tijdens den duur der,
onderhandelingen in de nieuwe oom-
missie geen aparte overeenkomsten ge
troffen mogen worden.
Barthou is ppdracht gerieven, zich
tot geen nieuw contact met de bolsje
wieken en tot geen nadere beraadsla
gingen te leenen, maar de bedoelingen
78.
Die woorden hadden zoo iets hart
roerends, er klonk zooveel leed in,
dat het hart van Mark getroffen werd.
Een klaagtoon ontsnapte aan zijne
lippen
„Moeder 1"
Én hij deed een stap in de richting
der arme vrouw.
Maar op een bevelend gebaar van
den markies, bleef hij staan.
Ais ge een stap verder gaat, zei hij,
gelooft ge mij schuldig aan al de
misdaden, waarvan men mij beschul
digt. Ge vergeet in een enkel uur, gij
die mij kent, die weet dat ik niet tot
zulke laagheden in staat ben, ge ver-
ons ante
meer gemeens is. Ik stoot u van mij af
en vervloek u.
Mark bleef staan. Hij stond onbe
weeglijk tusschen de tranen zijner moe
der, die zijn hart deden trillen, en de be
dreigingen van den man, die voor hem
een vader was geweest, van den man,
aan wien hij 't dankte, dat hij in d
wereld een fatsoenlijken naam had.
Misschien was nog nooit eensterveling
in zulk een pijnlijken toestand ge
weest. Ten prooi aan een verschrikke-
lijken twijfel, kwam hij in een waren
strijd.
„Mijn God mijn God wat moet ik
doen prevelde hij.
Hij geloofde niet aan de beschuldi
gingen zijner moeder.
Hij kon niet gelooven dat de mar
kies," in wiens "nabijheid hij geleefd
had, dien hij liefhad en wien hij dier
baar was voor al hetgeen deze voor
hem gedaan bath mo ipisdadig was ate
beweerd werd. Dat was onmogelijk
Dit scheen Mark even onmogelijk, als
liet instorten van den hemel. Zijne
moeder was ongetwijfeld door het
lijden verbitterd. Haar verbeeldings
kracht was werkelijk opgewekt. Zij
had zich al deze dingen verbeeld, die
haar thans waarschijnlijk voor kwa
men, tengevolge van den afkeer, dien
zij voor den markies gevoelde.
Waarheid kon 't niet zijn. 't Was
al te dwaas, belachelijk, afschuwelijk
De markies was een braaf man. Hij
had zijn naam niet bezoedeld met
zooveel bloed. Neen, neen, dat was
onmogelijk. Hij herinnerde zich den
minachtenden glimlach, waarmede
de markies al de monsterachtige be
schuldigingen aanhoord had. Dat was
niet de houding van een schuldige.
Maar ai deze overwegingen verhinder
den toch niet, dat de klachten van
Christine een all er p ij nl ij kst en indruk
Lop hm öjie sew*
zoo waardig. Uit hare oogen straalde
zooveel liefde voor hem.
Hij slaakte een kreet van vertwijfe
ling. O mijn God I wie zal mij licht
schenken
De markies deed eenige stappen
in de richting van de deur.
Mark snelde hem na. Vader t Va
der 1
Ook Christine strekte de armen naar
hem uit. Mijn zoonmijn zoon 1
De jonge man had nog een oogenblik
van besluiteloosheid,toen hij in de
oogen van zijne moeder de tranen zag
als tolken van hartverscheurende
droefheid.
Maar toch reikte hjj den markies de
hand.
Christine slaakte een kreet, die
veel had van het pijnlijke gebrul eener
gewonde leeuwin, wie men naar welpen
ontneemt. Zij richtte zich met moeite
trap
ÜMB
af, wankelend zonder denkkracht, half
dood en buiten gekomen, riep zij uit
„Voorheen heeft hij mij niets anders
ontnomen dan zijn lichaam, thans ech
ter ontrooft hij mij zijn hart!
H
-kr
XV.
GROOTE VREES.
Het was omstreeks een uur in den
namiddag. De heer Lantin bevond zich
in het prachtig werkvertrek van zijne
weelderige woning en gaf aan zijne
bedienden bevelen voor de beurs, toen
de portier binnentrad en hem het
kaartje van markies d' Arbois over
handigde.
Eene bijna onmerkbare ontroering
voer den bankier door de leden en
zich daarop tot de heeren wendende,
die om hem heen stonden, zei hij
„Ik verzoek u mij een oogenblik te
verlaten, mijne heeren.#Ik ontvang
daar een fcela.ngïijk bezoek
Allen gingen naar as deur, maar
de heer Lantin wees naar een andere
deur, welke naar het vertrek van
zijnen secretaris voerde, en zei
„Wees zoo goed daar binnen te gaan.
Mijn secretaris zal de zaken wel verder
met u regelen.
En vervolgens, toen iedereen het
vertrek verlaten had, sloot hij zelf
de deur, draaide den steufel om, en
zich tot den portier wendende, die
onbeweeglijk was blijven staan, op de
bevelen van zijn meester wachtende,
zei hij s
„Laat miinheer d' Arbois binnen
komen,
'fWordt TerroïffJ.I