ONS BLAD" C" lie Passiespelen te Oberammergau. ingezonden Mededeelingen BUITENLAND. Dl 3sn: No. 500. Woensdag 31 Mei 1922. 14e Jaargang Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SW433 DE DANK VAM WISSEUMK feuilleton: 211N SLACHTOFFER OLLANDSCH DAGB S9 Abonnementsprijs: Per kwartaal voor Alkmaar f 2. Voor btii:en Alkmaar f 2 85 Met Oef iustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclame^ per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voon uilbetaling per plaatsing f 0.60 Aan al!a abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 50O,—f 400,—, f 200,—t 100,—, f 60,—1 35,—, f 15,— OB™?\MMERGAU 22 Mei 1922 IV. Wanneer te twee our de toeschouwers allen hun plaats weer ingenomen hebben, vangt het hoor zijn gezang aan met een ernstige vermaning tot het publiek in ver band met bet 3pel van den middag: .Begonnen hat der Karnpi der Schmerzen Begonnen In Gethsemani. O Sunder! Nehmet es zu Herzen, Vergessel diese Scene nietl" .Begonnen hat der Kampf der Schmer zen ja, waarlijk! thans is eerst recht lezus' lijden aangevangen! Jezus wordt gesleept en voortgestompt an voortgetrokken van gerecht tot ge ëcht; Hij wordt voor Annas gevoerd, weigert echter aan deze een nadere uit legging van Zijn leer te geven, en Annas heft de heiligschennende hand op en geeit Jezus een kaakslag. Wanneer wij Judas tot berouw helaas tot wanhopig berouw hebben zien ko men, wanneer Jezus voor den hoogen Raad de getuigenis Zijner Godheid heeft afgelegd, en daarom door den hoogen Raad wegens godslastering ter dood ver oordeeld is. wanneer Judas voor den Raad 16 verschenen vol spijt, omdat hij „onschul dig bloed verraden" heeft en de dertig zil verlingen den honrfcpriesters voor de voe ten heeft geworpen, wanneer wfj Petrus Jezus tot driemaal toe hebben hooren verloochenen en dezen, naar buiten ge gaan zijnde, bitter hebben zien weenen, v. anneer ten slotte d" - v e krijgersbende Jezus geslagen en b"Sspot heeft, wordt Jezus naar het paleis van Pilatus ge voerd; Pilatus neemt hier een vrij sterke houding aan. is echter verheugd. Jezus naar Herodes te kunnen zenden; na het verboor door Herodes, waarbij Jezus geen enkel antwoord geeft, wordt Jezus wederom naar Pilatus gezonden, die ten slotte het door den hoogen Raad over Jezus uitgesproken doodvonnis goed keurt Nu, wanneer de overige Joden, daar toe opgeruid door de priesters, het bloed van Jezus over zichzelf en hunne kinderen hebben afgeroepen in rumoerige en fel bewogen tooneelen, stijgt het ge weldigste drama der menschheid, dat hier een waardige vertolking vindt, ten hoogste. Thans geeD onderbreking meer in de demlooze spanning. Aischuw en medelijden strijden met el kaar in de harten der toeschouwers, even als op het tooneel het volk strijdt tusschen Jezus en Barabbas. Nu openbaart zich de opstandigheid, niet slechts van het Jodenvolk tegen de Romeinen, maar ook en vooral van het menschdom tegen de Godheid; nu geldt het niet meer de tragische schuld van den enkeling, maar van de gansche wereld tegenover haren Schepper, en -ieder toeschouwer erkent daarin.... zijn aandeeL Dan vangt de kruisweg aan, de lijdens- tocht; van den triomphtocht van hedenmorgen zijn komende van de zijde Pilatus' paleis slechts weinige getrou wen overgebleven: Maria alleen met haar volgelingen, waaronder Johannes. Hier grijpt het menschelijke medelijden den toeschouwer weer diep in de ziel: hij weet: hier moeten Zij elkander ontmoeten, de Moeder en de Zoon; de Mater Dolorosa moei den leidensgang medemaken tot op Golgotha. Proloog en koor verschijnen nu in zwarte gewaden en melodramatisch reci teert de koorleider: „Auf, fromme Seelen, aui und gebet, Von Reue, Schmerz und Dank durchglüht, Mit mir nach Golgotha und gehet, Was hier zu euren Heil geschieht." Naar Golgothal Eeuwig zal ons hi) blijven, hoe wij Jezu3 hebben zien bezwijken onder het kruishout, hoe diep ontroerend de ont moeting was tusschen Jezus en Maria, en hoe stil het ons werd om bet hart, toen wij Jezus, hangend aan het kruis tusschen de twee moordenaars, het hoofd zagen neigen en sterven: „Het is volbracht"... Angstwekkende ontzetting heerscht er op het tooneel op dat oogenblik, waarop de aarde de macht van den Allerhoogste zichtbaar ondergaat: ieder's blik is als ge boeid aan het kruis en velen kunnen hun tranen thans niet meer bedwingen; een smartelijke huivering vaart door de rijen der toeschouwers, als de krijgsknecht Jezus' zijde met een lanspunt doorboort; alsdan volgt de onbeschrijflijk ontroe rende kruis-afname. De smartelijke stemming wordt eerst weder eenigszins verlicht, als de proloog spreken komt: „Nun ist alles volbracht! Friede und Freude uns! Freiheit hat uns sein Kampf, Leben sein Tod gebracht! De „handelingen" eindigen met de op standing van Jezus uit het gral. waarna een engel aan de weenende vrouwen ver kondigt, dat Jezus ver-ezen is, en Jezus zich aan Magdalen", alleen ver toont. Voor den Christen is met de opstanding nog niet bet volledige geloofsdogma ver vuld, daarom kan deze opstanding niet het slot van dit offerdrama vormen: In een rijk slot-tableau aanschouwen wij nog Jezus' triomph en verheerlijking. 't ts onzegbaar, welke een onuitwisebbaren indruk de Oberammergausche Passiespe len op den toeschouwer vooral wan neer deze geloovig is maken. Herhaaldelijk hebben wij 't ons zelf met steeds inniger overtuiging toegefluis terd tijdens de vertooning: „ZóA lief heeft God den mensch gehad!" Dat is ook onze totaal-indruk gebleven. en zoolang wij leven, zullen wij dieper dan voorheen beseffen, hoe duur God den mensch heeft vrijgekocht Dit ontzettend groote geestelijke voor deel hebben de Oberammergausche Pas sie-spelers niet alleen ons, maar voorzeker ook verreweg het grootste deel der toe schouwers geschonken, en dat geeste lijke voordeel zullen zij blijven schenken aan alle geloovingen, die in den loop van dezen zomer de spelen alsnog zullen be zoeken. Waarbij nog de verwachting gekoesterd mag worden, dat velen, die zoekende zijn. de waarheid zullen vinden, dank zij het meesterlijke, liefdevolle en toegewijde spel der Oberammergauers. Er is echter nog méér: Sinds in 1914 de groote wereldoorlog aanving, zijn de volkeren (de „vrede" bracht daarin hoegenaamd geen verande ring) jammerlijk verdeeld door haat en afagekeerdheid en door nog steeds grooter geworden egoisme: De vertooningen te Oberammergau nu mogen en kunnenl medewerken tot verzoening der volken, indien van overal de scharen optrekken naar dit heilig en vredig stemmend oord en de vertooning van Jezus' lijden en sterven de verzoe ning van Hemel en aarde bijwonen in den geest, waarin de Oberammergauers bet Passiespel spelen. Waar Jezus zóó geleden heeft om vrede en verzoening te bewerken, daar moet men wel een hart van steen hebben, alt men door bijwoning dezer spelen niet ertoe gedreven wordt, dien vrede en die verzoening ook onder de volken van deze tijden te helpen bewerkstelligen. Het voegt ons niet, een zóó grootsche en heilige daad, als de Oberammergauers met het geven van hun Passie-vertoonin gen stellen, aan kunstkritiek te onder werpen. Dank zij hun gewetensvolle toewijding en liefde praesteeren zij zoo véél en zoo veel gróótsch, als wel nergens ter wereld door dilettanten zal worden gepraesteerd. Anton Lang, als Christus, is een figuur welke de hooge eer geniet, het waagstuk te wagen en te kunnen bestaan.... Jezus op het tooneel te verbeelden. Door de hooge waardigheid der vertol king. Petrus, Johannes, Judas, Herodes, An nas, Kaiphas, Maria Magdalena, Maria om slechts deze hoofdfiguren te noemen 't zijn alle gewetensvolle vertolkers en vertolksters van de hun en haar toegewe zen rollen. Alleen zouden wij ten opzichte van Jezus' Moeder, Maria, Martha Velt willen opmerken, dat zij voor hare rol te jong is, en voorts, dat enkele spelers, b.v. Pilatus, zich nog niet geheel ontwor steld hebben aan het Beiersche dialect, wat velen niet-Beieren het verstaan van den gesproken tekst niet gemakkelijker maakt. Doch, mogen wij déirop letten, nu te Oberammergau zulk een grootsch geeste lijk ideaal wordt nagestreefd en.... be reikt? L S. DE IERSCHE KWESTIE. De overeenkomst-Coüinsde Valera. Volgens verschillende bladen zon den de juridische raadsleden der Kroon van meening zijn, dat de over eenkomst geslofen tusschen Collins en De Valera onvereenighaar is met het Engelsch-Ierscbe verdrag. Ter conferentie van de Britsehe en Iersche onderteekenaars van bet ver drag ontstond een toestand, die veel geleek op 'n impasse, waardoor wordt verklaard hoe het komt dat Churchill zijn aangekondigde mededeeling in 't lagerhuis over het onderwerp uitstel- dee. De toestand is ongetwijfeld ern- stig. Het struikelblok is, dat de te Du blin gesloten overeenkomst voorziet in verkiezingen, welke zoowel het Zui den als het Noorden omvatten, hetgeen gelijkstaat met de verkiezing van een nieuwe „Dail", welke strijdig is met het parlement voor Zuid-Ierland voor geschreven in bet Engelsch-Iersche verdrag. De toestand in Ulster verergert. De toestand i'n Ulster wordt hoe lan ger hoe ernstiger. Zendagnacht had den op de grens van Fermanagh hevi ge gevechten plaats, waarbij een poli- tie-agent en vijf rebellen werden ge dood en velen gewond. Maandag werden te Belfast drie personen ge dood en 26 gewond. De voortdurende strijd. Uit Fermanagh worden verbitterde gevechten gemeld. De republikeinen drongen het. krachtige Protestantsche centrum van Pettigoe binnen, schaar den zich aan do zijde der Vrijstaters, verdreven, de Protestantsche zakenlie den en bezetten hun huizen. Daarna overschreden zij de grens en vermees terden nóg meer huizen. De vluchtelingen stroomen Enniskil len binnen. DE 81e MEI. In geallieerde kringen wordt de in druk, gewekt door het antwoord der Duitsche regeering aan de Commissie Anno 1886. Volgestort kapitaal f 1.000.000. Reservefonds f 270.000. opent rekening-courant en cöèqae-rekeningen met eane renlerergoetffag ren 3 incasseert en disconteert handelspapier op binnen- en buitenland, verleent bedrljlscredleten aan Landbouw, Handel en Nijverheid, belast zleh met den aan- en verkoop van effecten voor neemt gelden in deposito tegen de navolgende rente met 1 dag opzegging voor maand vast 3 t 1 laar Bedragen tot f 25 000 zijn desgewenscht direct opvraag baar, mits de opvraging geschiedt op de kasuren der Nederland- sche Bank. 3 3 I* 3* 4 verhuurt in hare zwaar gecon strueerde ondergrondsche Safe- Deposit loketten, waarvan de huur edraagt Model A per Jaar f 6.— B f 12.— C f18.- D f27— De inrichting biedt tevens ge legenheid tot plaatsing van eigen brandkasten der cliënten. van Herstel, bevredigend geaeht. Duitschland aanvaardt de gestelde voorwaarden. Het stemt er in toe zijn begrooting in orde te brengen. Een der voorwaarden is, dat de normale inkomsten met inbegrip van de ge dwongen leening, de normale uitgaven moeten dekken benevens een groot deel van de schadeveigoeding. Deze voorwaarde is aanvaard. De Duitsche regeering heeft eveneens het verbod aanvaard van vermeerdering van zijn papiergeld-omloop. De „Tcmps", die het antwoord van Duitschland aan de Commissie van Herstel bespreekt, merkt ten eerste op dat dit ondeT de ontvangsten van het Rjjk niet gewaagt van de gedwongen binnenlandsche leening. welke 40 mil liard papiermark zou opbrengen; ten tweede, dat de voorgenomen verhoo ging der ambtenarensalarissen gelijk staat met een vermomde handhaving der levensmiddelen bijslagen, die Duitschland beweert te laten verval len; ten derde, dat het antwoord de verwezenlijking van de bezuinigingen en financieele hervormingen onderge schikt maakt aan het verkrijgen eener buitenlandsche leening. Het is noodza kelrjk, dat nader wordt verklaard, dat dit niet aldus is; ten vierde, dat de bewering, volgens welke Duitschland eerst in zijn eigen behoeften moet voorzien alvorens de voorwaarden der geallieerden ten uitvoer te brengen, in strijd is met art. 248 van het Verdrag van Versailles. EEN REDE VAN POINCARé. Sprekende aan een banket van bur gemeesters van het gebied van Metz herinnerde Poincaré aan de woorden welke hij twaalf jaar geleden sprak by gelegenheid van een plechtigheid, die op enkele meters der grens plaats had bij Gravelotte en St. Privat Frankrijk zeide bij toen tot die onderdrukte be volking, Frankrijk wensehl ernstig den vrede; het zal nooit iets doen om dien in gevaar te brengen; het zal al les doen om den vrede te handhaven, maar de vrede veroordeelt Frankrijk niet om te vergeten en ontrouw te zijn Poincaré vroeg zich af, hoe er thans kwaadwillige menseden konden zijn, die durfden volhouden of zelfs geloo- ven, dat de Franschen eenigermate mede verantwoordelijk voor den oor log waren. Men kan dien laster afwijzen, ein digde Poincaré, waar men honderd maal vóór den oorlog, zonder een en kel woord, de hoop der ongelukkige vrienden in den Elzas en in lotharin gen heeft moeten teleurstellen, die van ons de belofte van hun bevrijding verwachtten. OOK VERDRAGEN MET DE AN DERE SOVJETREPUBLIEKEN? Naar een nieuwsbureau verneemt, heeft de Duitsche regeering onderhan delingen aangeknoopt met vertegen woordigers der sovjetregeering van de Oekrajine en der overige sovjetrepu blieken, ten einde ook met deze sov jet-republieken dergelijke verdragen als dat van Rapalio te ?luit°n. De be sprekingen worden te Berlijn gevoerd. Van Russische zijde is Lilvinof, die zich sedert eenigen tijd te Berlijn be vindt, als gevolmoehtigle aangewe zen. OPPER-SILEZI6 De Duitsche bladen wijden eenige beschouwingen naar aanleiding van het afsluiten van het Duitsch-Poolsche verdrag. Zoo vraagt de „Lokal Anz.": „Zal het een afscheid voor eeuwig zyn? Al len, die gisteren in den Rijksdag spra ken, zeiden, dat dit onrecht niet ver jaren kan." De „Allgem. Ztg." zegt, dat wat thans in O. 8. geschiedt, de schuld is van het verdrag van Versailles. De „Tagl. Rundschau" schrijft: „Wanneer wij tegen deze rechtssehennis protectee ren, zoo doen wij dit omdat wij O.-S. hebben gemaakt, wat het thans is. HET EUCHARISTISCH CON GRES TE ROME. Te Rome ia het Eucharistisch 'Con gres met een plechtige godsdienstoeft ning gesloten. Z. H de Paus celebreei de zelf de H. Mis en liet zich daarna op de sedia gestatoria tot aan den hoofdingang van de St. Pieterskerk dragen. In een schrijven aan Z. Ern. kardi naal-vicaris oemde Z. H. Pius XI het Eucharistisch Congés een van de grootste gebeurtenissen van het Chris telijke Rome. Aan de processie door de straten der stad namen ook de katholieke mi nisters en onderstaatssecretarissen deel. ONLUSTEN TE KATTOWITZ. Eergisteren is het bij Kattowitz tot ernstige botsingen gekomen, op grond van een oproep der Poolsche spoor wegarbeiders in de Duitsche gedeelten van 0. S„ om naar Kattowitz te ko- 89. Wij schelden, maar niemand kwam ons opea doen. Wij klopten, dezelfde stilte. Jeanne, die u tot el- ken prijs wilde zien, ging weder naar beneden en vroeg aan den portier of hij zich vergist kon hebben." „Neen, neen," antwoordde de man. ^Mevrouw d'Ormessan is niet ultge gaan. Daar ben ik zeker van." Door het schellen en kloppen wer den de buren opmerkzaam en iemand vroeg i „Wie moet ge hebben, dames „Mevrouw d'Ormessan." „Zij is te huis. Ik heb haar zooeven gezien. Schel maar flink." Wij belden opnieuw, maar kregen geen antwoord. Jeannr werd doodeiij'i ongerust. „Er is misschien een ongehi'c ge beurd," zeide ze. Zij luisterde aan de deur. Zeer ontroerd riep zij de hulp In van de portiers vrouw, die oak uiterst •MrbiMsU wasjL „Het Is werkelijk zeer zonderling, izei de vrouw, dié mede naar boven 'ging met een tweeden sleutel van uwe kamer. Wij traden allen binnen en vonden niemand in de eerste ver trekken. De deur van dit vertrek was gesloten. Wij klopten, maar ont vingen geen antwoord. Men trachtte de deur te openen, die echter eerst eenigen weerstand bood. Het gelukte nochthans ze te openen. Nadat wij langen tijd met u waren bezig geweest, sioegt gij eindelijk de oogen op. „Gave God," prevelde Christine, dat ze voor altijd gesloten gebleven waren 1" „Lijdt ge dan zoo I" „Meer dan ooit te voren. Voorheen was ik van hem gescheiden, maar ik geloofde dat zijn hart mij tenmin ste toebehoorde. Thans weet ik dat zelfs die troost niet meer voor mij be staat." „Heeft hij u verstooten" zei Jeanne. „O, het ongelukkige kind weet niet, wat het doet. Die man heeft hem eleerd mij te haten en te minachten. eel Hij Is opgevoed In leugen en laster. Hfi geipjut dstf ik tteps verlaten heb en hem niet bemin. Dal geloort hfj van mij, die nooit voor iemand anders eenige gedachten heeft gehad." Christine zweeg, door de smart overmeesterd. Daarop ging zij voort, de hand van Jeanne in de hare hou dend „O, ik heb zulk een schoonen droom gehad 1 U belden te vereeni gen 1 Gij zoudt mii niet verstooten hebben, niet waar Ik zei het jonge meisje. „Gij z(jt immers zijne moeder I" „Gij zoudt mij veroorloofd hebben in zijne nabijheid te leven, in de za ligheid van zijne liefde." „Gij zoudt ons nooit verlaten heb ben." „En thans moeten wij van dat al les afstand doen." „Heeft bij mij niet lief?". „Zeker heeft hij u Hef." „Heeft hij u dat gezegd V' s «Ja" Jeanne wendde zich tot hare moe der met oogen, waarin een oneindig geluk straalde. Hoort ge het, moeder, hoort ge het Mevrouw d'OIne haalde de schou- JjjK&XilwU&l W*ar. toe dient dat Da£ alles leidt imme/s tot niets. „Hij heeft mij lief, moeder, hij heeft mij lief," jubelde het jonge meisje in de hoogste verrukkin: „Hij heeft u lief," zei Christine, „maar hij is niet vrij, mijn arm kindi Hij is in de macht van dien man. In zijne met bloed bezoedelde handen, houdt die man zijn hart en zijne ziel." „Is hij het, die hem dwingt juf frouw Lantin te huwen „Ja, die man dwingt hem." „Waarom „O, weet ik het I Het verleden, dat hen aan elkander bindt." Een verleden bezoedeld met bloed! Zoowel mevrouw d' OIne als hare dochter konden bij die woorden een huivering vol afschuw niet onderdruk ken. „Bezoedeld met bloed „O ja 1 Het zou te lang duren, u dat alles te vertellen. Maar mijn zoon is mijn zoon niet meer. Hij heeft zijn eigen wil niet meer. Hij is een voorwerp dat dien man toebehoort." In de hevigste smart, wrong Jeanne de handen. „Mijn Godf mijn Godlik- - Daarop ging zij voort„Ais ik hem maar eens kon zien „Hij gaat niet uit. Men houdt hem goed vast." „Heeft hij dan geen eigen wil," vroeg Mevrouw d' OIne. „Wie weet, of ge hem nog ooit zult terugzien 1" „Dat is maar al te waar. Hij gaat trouwen, alle hoop is voor mij vervlo gen." „Evenals voor mij," zei Christine bedroefd. De drie vrouwen zwegen eenigen tijd. Christine en Jeanne gaven zich over aan hunne sombere overdenkin gen en mevrouw d'OIne was geheel onder den indruk, dat zij hare doch ter zoo ongelukkig zag. In deze stilte weerklonk de bel en de drie dames keken elkander ver baasd aan. Christine ontving nooit bezoek. Zij stond op, zeer nieuwsgierig, een weinig ongerust zelfs,- en ging openen. De portierster stond voor de deur. Zij had iets geheimzinnigs over zich. „Ik kom," zei ze, op fluisterenden toon, voor een kleine zending, waar- jmede »a*njfijLhilêiLheelt"* -.- - H 1 „Waf is 't dan uffrouw „Ik kom vragen, of die mevrouw en de jonge dame, die ik bij u gezien heb, er nog zijn. Ik ben even uit gewees en 't is mogelijk, dat zij zich in dien tijd verwijderd hebben." Christine keek de vrouw aan. „Waarom," zei ze, komt ge dat vragen „Omdat daar iemand isik mag 't u, geloof ik wei zeggen, er is buiten een heer, die op hen wacht." Christine keek nieuwsgierig op. Een heer „Een heer die hen gevolgd is, omdat hij hen noodzakelijk moet spreken. Hij heeft het huis niet goed in het oog ge houden, en weet nu niet, of ze er al dan niet nog zijn." Christine voelde dat een zonderling gevoel zich van haar meester maakte. Een denkbeeld, dat zij nauweijks durfde voeden,was bij haar opgekomen. Als het eens haar zoon was Wordt vervolgd, j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 1