VOOR DE
i -n -(7
5
Uit den Moppentrommel.
a I - ——(21
HgigiBigsiiBiaiaa8i8i8Bflagiiaiii:3finiiBiB3si3gia8»8iiiaiBa8BEiBiig5iBiii:5iieiEig§iBBii8!iiir anaiii88iE:5Bsii£g mus.iiiimnmiitsiiiimiiK
HET GEHEIM VAN RAVENSDENE COURT.
M
O
VO
Z
O
S u!
o o
c:
O
s
a
k.
05
R C (A
CJ C) 3
(0
r
3 r
«3 „V
CL
i
c~l >.«"0 Öfi O 'V
C o; 2f G a> o> 3 c c C
C *0 "33 4> *0
w O
a> "a
3 -a a7^ -Z 5
t: o -g c i
u.' ai /u o a;
a> «J Q
a> r* 3 33
»G t« -« -. <U N
C *o -•-» Jtf 00
c :i5-
cc C U. 1/ 'S- 'O
Jc
cc
0 v
ö/D O
tuo w '5 "O c ■<-» g* Xt iT
wi hr. s- *o 5 a> bx> ;~j o o -—■
5 g sg'f S*2 ro-5^£ 5jf* 5;g'5 =,3
-=•-* .5 5 -2 2 -° -g:=r 0CJ4- N R -S'S
nSSlE'f c°3 N-N..~
o p <u <w r3 p *7 «-O -X)
eoE ^uiz£>a £5str
en ztin toon was ve'eefd genoeg, er gedurende mijn studiën aan het Dresde- doorboord en we! zeer zuiver ai nauw-
klonk een zekere verontschuldiging in inevatlio een ouden schilder keurig. De inbreker was dus
Die toon was echter ook scherp zake
lijk geb.edend ik zag terstond dat
dit een man was met een zakelijk ka
rakter die zich niet met 'n kluitje in
het riet zou 'aten sturen Ik oordeelde stlldiën van
het daarom verstandig in mijn ant
woord zoo bondig en openhartig moge
lijk te zijn (Wordt voortgezet
op opmerkzaam, dat hij een eenigszins in
zichzelf gekeerde, nurksche en menschen-
scliuwe oud man is, een echte zonderling.
Hij leeft in behoeftige omstandigheden en
zal zich met een bescheiden salaris te
vreden stellen!"
„Aangenomen, waarde vriend, ik zal u
Juweelea van Gravin
Motkcnsjurw.
ner museum toevallig, een ouden schilder keurig,
leeren kennen, Malinofsky, een lands- l'jk hier en heeft op zijn gemak gewerkt,
man van mij, die een specialiteit is in het Maar nu is de vraag: Hoe is hij binnen-
reslaureeren van fresco's. Ik ben van gekomen? Het vernis van het plafond
plan binnen eenige dagen weer voor eeni- toont een menigte barsten. Welke vertrek-
ge weken naar Dresden te gaan om mijn ken liggen hierboven?
de daar aanwezige kunst- „De groote balzaal I"
schatten voort te zetten. Als n het „Mijnheer de graaf, u is zeker jager en
wensent, zal ik Malinofsky opzoeken en 'n het bezit van patronen. Mag ik u er om
hem bil 11 zenden. Alleen maak ik u er een verzoeken? Het nummer is mij onver
schillig, ik heb alleen wat kruit noodig en
een paar druppels water!"
„Maar waarvoor?"
„Dat zult u aanstonds zienI"
Na eenige minuten kwam de graaf met
het verlangde terug. Mahler maakte de pa
troon open, schudde het kruit op de kast,
door middel van een lucifer ontbranden.
Een verstikkende kruitdamp vulde de
kleine ruimte.
,Nu vlug de deuren sluiten en naar bo-
P.eeds eenige jaren had graaf Rotenberg n
als ffezantschaps-attaché te Sint Peters- zeer erkentelijk ziin, als u de zaak zoo maakte het eenigszins vochtig en deed het
1 1 T-» ii* ziAAi» mi/lrlni trots oen lil011 nr nnlnrtinnPTl
burg doorgebracht. Als man van de we- regelen wilt. Bij mijn geringe vakkennis
reld en van aangename vormen had hij zou ik misschien in handen van een
zich hart en har J van een der meest knoeier gevallen zijn!"
aanzienlijke dames der Russische kringeD Acht dagen later kwam de kunstenaar-
verzekerd. Vorstin Darandoff, een nog voorzien van een warmen aanhevelings- ve"-
jonge weduwe, was niet alleen een schil- brief van graaf Cholnnski, uit Dresden ln de balzaal aangekomen ging de poli-
te'rcnde en lieftallige verschijning, ze was aan. Over zijn eigenaardigheden was nie» tieman aanstonds op dat gedeelte toe, net-
c. rijk met aardsrhe goederen bedeeld te veel gezegd. Lang, vuilgrijs haar hing *'elk hoven de schatkamer liggen moest.
jfs bij feestelijkheden aan het hof, hem in verwarde strengen, die eens mis- De prachtige parketvloer was met doeken
waar zooveel diamanten schitterden, vie- sehien den naam van lokken gedragen bedekt om haar tegen kalk- en verfdrup-
len haar kostbaarheden op, die door hadden, tot op de schouders en verborg Pe's te beveiligen. Vlug jreJJ1Jd?Jde
kenDers op verscheidene honderdduizen- het heele voorhoofd. Borstelige, zwarte rechercheur de doeken en le8d® P
den worden geschat. wenkbrauwen, snor en baard bedekten op den grond. Plotseling sprong hij op en
Graaf Rotenberg verliet, nog jong, het het gelaat biina geheel. Ziin kleeding nep: De reuk van hetkrmt dringt to 1(0
diplomatieke leven om na den dood van van den verwaarloosden slappen hoed tot d°°J, kler m°et dus de ▼•oer e p
den stamhouder zijner familie het bestuur aan de gelapte schoenen, deed den on- fo"d/'J" opgebroken, ruikt "mets?
van hot majoraatsgoed over te nemen verschilligen zonderling kennen. Hij zei Inderdaad was ^n hchte kru.treuk
Den zomer bracht het gelukkig levende slechts liet allernoodzakelijkste, en dat merkbaar en ook de graa
paar deels op hun landgoed, deels on nog met een stem, wier schorheid den waar. De commissaris haalde een dolbM
reis door: den winter in de residentie, drinker verried, terwij] de klemtoon zui- te voorschijn en beproefde «e p
waar de schoone, van juweelen stralende ver Poolsch klonk. Hij verlangde niets kettegels op te lichten. Dit gelukte.
vors in - z°j wérd gaarne zoo genoemd dan een klein kamertje zoo dicht moge- .J?e man is bmtgenwoon nauwkeung te
de koningin was van alle feesten. lijk bij de halzaal en geen stoornis bii w«k gegaan en h^ft o^eloofe qk ved
In zijn paleis had de graaf een aan zijn arbeid, die hij op drie weken schat- "Jd gehad, Hier onder den parketvloer s
zijn slaapkamer grenzend vertrek, waar- te. Het gevraagde honorarium was meer een vierhoekig stuk vol g 1
van de dubbele deuren met zeer samen- dan bescheiden en dus liet graaf Roten- Me netheid uitgesneden en na de misdaad
gestelde slotcr eiken inbraak uitsloten, tot berg den zonderlingen man rustig zijn weer ingevoegd. Mijnheer de g
schatkamer voor de kostbaarheden zij- gang gaan. staat ontwijfelbaar vast, dat de inhreker
ner gemalin laten inrichten. Daar stond De steiger was spoedig opgericht en h'er huis omder "w piers<on el
ook eeD vuurvaste brandkast, waarin de reeds na eenige dagen glansde een der is of hij keek d 8
graaf de sieraden wegsloot, zoodra de opnieuw geschilderde figuren in de pracht ..onder de toevallig aanwezig zijnde werk-
vorstin ze na afloop van een of andere van frissche kleuren. lm. Wie werkt hier.
feestelijkheid had afgelegd. De sleutels Na ongeveer veertien dagen liet ook »Ee" fresco-schilder piiljnilé reite-
van deze schatkamer en van de brand- Choianski bij zijn doorreis zich weer in «egen dezen heb ik om versch 1
kast bewaarde hij in een andere brand- het paleis Rotenberg aandienen en toonde "en geen verdcnkin|- v'°ozoors j J
kast, die op zijn slaapkamer stond en het zich over den tot dusver geleverden ar- door een hoogstaand man aanbevolen, ver-
dagelijks noodige baar geld bevatte. Zijn beid van Malinofskv zeer tevreden. Deze volgens kan hij als vreemdehng geen e
effecten had hij op de Rijksbank belegd laatste moest op die nevelachtige donke- >»s dragen van het f chak®"
De Russische gezant opende het seizoen re dagen zijn werk juist onderbreken en mer ,en eindelijk is, om o
«nei een schitterend feest. Met vriendelijk had de gelegenheid waargenomen om ee- opening naar vaardigheid
rrithewnstzijn nam gravin Rotenberg- nigc boodschappen in de stad te doen tornen, een gymnasUsche vaardigheid
Darandoff de huldebetuiging der gasten Graaf Choianski betreurde het ten zeerste noodig, die bij zulk een ouden man 1 g
in ontvangst. Als „graaf Choianski" werd hem niet aangetroffen te hebben en liet geval denkbaar ïsl
haar een der attache's voorgesteld, een hem hartelijk groeten. "?k z0" JocE
jonge man van bevallig uiterlijk en be- Op den avond van denzelfden dag was schilder dadelijk te laten ro pe
schaafde manieren. Haar Fransche be- het grafelijk paar op een soiree uitge- ..H'l mtgegaan, omd:at hij door het
groeting beantwoordde hij in zoo vloeiend noodigd: naar gewoonte opende de graaf donkere weer geen licht genoeg
Russisch, dat hij bizonder in haar smaak de schatkamer en de zich daarin bevin- te werken. Zooals de Poeier j
viel en zij hem persoonlijk aan haar go- dende brandkast om aan zijn vrouw, die ger fns verleid heeft kom hy zelden
1 r J 1-1j- i.<-! 's-avonds vóór tien unr thuisl
open. In de kamer heerschte een pijnlijke
nauwgezetheid en orde. Maar papieren of
kleedingstukken waren er niet te vinden.
„Heeft de graaf bij zijn vertrek gisteren
veel bagage meegenomen?"
„Een koffer, een handtaschje en een
reisdeken!"
Mahler trok eenige laadjes open. Alles
was leeg.Achter in een kast stond een
kleine porseleinen vaas. Hij nam haar weg
en trad ermee voor 't venster. Plotseling
gleed er een trek van vreugde over zijn
verstandig gelaat. In het kleine potje be
vond zich nog een restje verdroogde mas
tiek en aan den rand kleefden eenige vuil
grijze haren.
„Graaf Choianski en de oude schilder
zijn dus een en dezelfde persoon," rede
neerde hij. „Met het mastiek heeft hij
haar en haard vastgeplakt. Misschien vind
ik nu in het misdadigersalbum meer ge-
gevensl"
Een uur later had de telegraaf naar
alle richtingen het signalement verzonden
en veertien dagen later werd in Antwerpen
een juweelenhandelaar aangehouden, die
steenen te koop aanbood welke door een
ongeoefende hand uit het montuur gebro
ken waren. Toen men hem den kunstig
aangebrachten baard had afgerukt, her
kende men den langgezochten voormaligen
leerling der .Petersburgsche kunstacademie
Wassily alias graaf Choianski.
De juweelen werden, ofschoon gedeelte
lijk beschadigd, op eenige stukken na bij
hem gevonden.
No. 44
moal voorstelde.
juist mef haar toilet bezig was, de klei-
„Voorloopig kan ik niet anders dan ver-
kunstig met wapens versierd visi- hij zich nauwkeurig te herinneren dat hü moeden. Maar tervdle van den o
roemdste
deeren.
Eenige dagen daarop gaf graaf Cho- noodiër ter hand te stellen. Ontsteld week
inslïi i~ 11 delete Delenknvrt vi'i'n TanK hi? tflntfl' rlo VocT WOB 1 oor» OT1 fnpll wicf
kunstig mei wapens vei siciu v*»i- ««m «vi. .vcunR ic ..u ti«
T«kaartje af en ontving spoedig een uit- pas drie dagen geleden de juweelen fang van zaken za! ik ook uw Perso
noodiging tot een diner. Zeer aangenaam daarin geborgen en alles nauwkeurig af- |n verboor nemen. Uwe tegen 00 g
was graaf Rotenberg verrast, dat zijn gasf gesloten had. Spoedig echter vond de js hierbij met meer noodig. miinheer de
een levendige belangstelling en groote graaf zijn tegenwoordigheid van geest te- graaf!
kennis van schilderijen toonde. Hij ver- rug. Hij had nog twee uren tijd vóórdat Graaf Rotenberg begaf zich nu naar z^j
klaarde nog eenige jaren te zullen gaan de soirée begon. Haastig sloot hij alleen gemalin om haar met hel gevallm k i»n
reizen alleen om meer bizonder de be- de buitenste deur der schatkamer, deed te steilen; de vorstin viel f!®"^ '°en_
zijn peis om en verliet het paleis. Het hoorde dat haar kostbare juweelen ver
!CICU. eerste het beste huurrijtuig riep hij aan dwenen waren. Niemand van het perso-
„Ik verheug mij zeer, graaf, in u een - Naar het politiebureau, gauw", beval hii. nee] vermocht ophelderingen te gevem
kenner te vinden," sprak de gastheer. „Ik Overbluft en met gespannnen aandacht want met den nukkigen ouden man k ara
ben zelf wel geen al te groot kenner, doch hoorde de dienstdoende commissaris het memand m aanraking. Zijn maaltijden
bezit hi ;r in mijn paleis eenige schilder- opgewonden verhaal van den graaf aan had hij gewoonlijk genomen zonder zijn
stukken, die men algemeen voor zeer goed Toen drukte hij op een knop. „Laat re- arbeid te onderbreken en de avonde
houdt. Het zal u misschien belang inboe- chercheur Mahler aanstonds hii mij ko- bracht hij in een dicht in de buurt staand
men- het betreft een zeer ernstig geval!" wijnhuis door.
Eenige oogenblikken later trad de geroer Nog in denzelfden nacht werd een tele-
pene binnen. „Gaat n met den graaf naar gram gezonden naar de politie te Dresden,
zijn paleis terug, hij zat u onderweg al opheldering vragend over den schilder en
het noodige mededeelen en ik verwacht restaurateur Malinofsky: en reeds den vol-
noi? heden rapport van u." beval hij. genden middag kwam het antwoord bin-
Toen de graaf met den politieman in nen: „Bedoelde persoon hier geheel oiüie-
het paleis aankwam, vroeg deze: „Heeft kend, komt niet voor in onze registers,
dit paleis twee uitgangen, mijnheer de Rechercheur Mahler besloot nu graaf
graaf?" Choianski inlichtingen te vragen en liet
ja]» zijn adres opzoeken: „Bij de weduwe
"Dan zult n wet zoo goed willen ziin Speidler, Sterngasse 4". „Hm, een zeer
of tenminste door de fotografie dit heide aanstonds te doen sluiten en den fatsoenlijke vrouw, maar toch feitelijk
meesterwerk meer bekend te maken portier uitdnikkeiiik te bevelen, voorloo- geen stand voor een rijken jongen aristo-
Maar weet u, graaf, dat de toestand van pïg niemand uit of in te laten!
dit schilderstuk mij ernstig bezorgd De graaf deed dit en leidde den be-
maakt' Ais u niet spoedig een ervaren ambte naar de schatkamer,
restaurateur aan het werk zet, gaat het „Is u er volstrekt zeker van, dat de
werk beslist te gronde, wat het lot is van sleutels voor niemand bereikbaar zijn/
zoovele fresco's in ons ruwe noorden!" „Onvoorwaardelijk!
„Daarop is mij ook van andere zijde Met Ioopers kunnen zulke sloten onmo-
gewezen, maar ik heb nog geen tijd ge- gelijk geopend worden, overigens kunnen
had om daar maatregelen tegen te ne- wij aanstonds vaststellen of een oningc-
men, ook hield ik de zaak niet voor zóó wijde de kamer betreden heeft. Geeft u
dringend," antwoordde de graaf. mij een stoei en een kaars!"
„Het is integendeel zeer dringend' De graaf haalde zelf de gevraagde voor
Laat u mij een voorstel doen, mijnheer werpen uit de slaapkamer. De pölilie-re
ée graaf," zei de Rus. „Het restaureeren chercheur ging op den stoel staan om lie
kan slechts opgedragen worden aan een slot van de kast te bekijken,
kunstenaar, die zulke opdrachten a' „Wij behoeven over deze zaak niet lan;
met succes uitgevoerd heeft en de na te denken, mijnheer de graaf," sprak
volkomen beheerscbL Nu heb ik hji. -Zie maar zelf: de kast is hovenaan
zemen ze te zien!
..U voorkomt mijn wensch, mijnheer de
graaf. Ik heb al vernomen van de heer
lijke fresco's in de balzaal van uw pa
leis en het zou mij een groot genoegeD
zijn. ze te mogen bewonderen!"
Na tafel leidde graaf Rotenberg zijn
gast naar de balzaal, die werkelijk mei
zeer mooie fresco's versierd was.
„Heerlijk, heerlijk" riep graaf Choians
ki uit, „het is eigenlijk een vergrijp te
genover de menschheid niet door copieën.
craat!'
Mahler bestelde een rijtuig en liet zich
naar de Sterngasse rijden. Hevrouw Speid
ler was zichtbaar verrast toen zij den aiom-
bekenden politiebeambte bij zich zag bin
nentreden.
„Is graaf Choianski thuis?"
„Spijt me, hij is gisteren thuisgekomen,
maar 's-middags weer voor eenige dagen
«aar Berlijn vertrokken!"
„Hoe lang is de graaf weg geweest?"
„Bijna drie weken."
.Breng mij naar zijn kamer."
.Maar mijnheer, ik weet niet of...."
„Mevrouw, geen bezwaren, ik kom voor
icnstznken!"
Niet erg op haar gemak haalde de we
duwa de sleutels en maakte de kamer
ffETN GEVAAR BET. I
De melkmeid was juist begonnen een
koe te melken, toen een stier uit een
naburig land losbrak en het weiland
kwam inrennen. Een knecht die ook in
het land was, vluchtte, maar zij bleef
rustig doormelken. Toen Later de stier
weer in zijn eigen weide terug was ge
keerd, kwam de knecht naar de melk
meid en vroeg: „Was je niet bang voor
dien dollen stier?"
„Welnee jong, waarom zou ik bang
zjjn" was het rustige antwoord
„de koe waar ik juist mee bezig was,
is z'n schoonmoeder."
NIET MOGELIJK. 1
Een meisje van „buiten" komt in
dienst bij een mevrouw in Ajnaterdam.
Een paar weken later breekt boven de
stad een hevig onweer los. „Wat een
verschrikkelijk weer, mevrouw" zegt
het meisje „zooiets heb ik op ons
dorp nog nooit beleefd."
„Maar kind" roept mevrouw uit
waar haal jij de inbeelding vandaan?
Zou je soms denken, dat je op zoo'n
dorpje zulke buien kon krijgen als wij
hier in de groote stad?"
AFGELUISTERD BIJ EEN JUWELIER.
Ik had graag een ring voor m'n zuster,
mevrouw Griefdonk.
Gaarne, juffrouw, gaarne. Weet u
ook ten naaste hoe dik de vinger is.
Ten naaste bij kan ik het, wel zeggen-
ze kan haar man om haar vinger win
den.
HOE MOETEN WIJ ETEN?
„Langzaam eten, goed kauwen," dat is
een vermaning, die menige patient van
den arts te hooren krijgt Zij is ook uit
stekend, maar hoe kan men goed kauwen,
als het voorgezette voedsel zoo week en
papperig is, dat het zonder kauwen als 't
ware van zelf naar binnen glijdt? Do huis
vrouw verleidt ons dikwijls bovengenoemd
gebod te overtreden, door ons te weeke
spijzen voor te zetten. Zij doet het zonder
booze bedoeling en denkt er niet aai», dat
weeke of vloeibare spijzen met harde, vas
te tegelijk moeten worden gebruikt
Melk b.v., die zooveel wordt verordend
bij bleekzucht en bloedarmoede, moet
meer gegeten aan gedronken worden. Men
ete bij de melk een stuk brood of be
schuit en kauwe dit zóólang tot beide zich
innig vermengd hebben. Eet men bij een
voudig toebereide groenten een stuk brood
of beschuit, dan wordt dit gerecht door de
zwakste maag goed verdragen, terwijl te
week gekookt moes, zelfs met de verlok
kende botersaus, dikwijls maagzuur en op
rispingen veroorzaakt. De oorzaak ligt in
het ontbreken van het belangrijkste ele
ment van het speeksel, ptyaiine genaamd,
in de spijsbrij. Bij het instellen van
vloeibaar voedsel wordt weinig of geen
speeksel afgescheiden, bü flink kauwen
des te meer.
TWEEDE BLAD
EEPSTE TAATRGANO 107*
Kiiiiiir.iiiiiiiiiiiiiuiiiiiii
9
„Dat zal ons wellicht van nut kun
nen zijn," antwoordde Scafterfield.
„Maar ik vraag u dat later nog wel
eens, althans wat een technische schets
in details betreft, zwart op wit. Ik
veronderstel dat het jacht gereed was
om zee te kiezen
„Op eiken minuut van den dag,"
antwoordde Jallanby. Het was tot
voor korten tijd steeds in gebruik ge
weest, maar de vroegere eigenaar vond
het vaartuig wat te groot het was
oorspronkelijk gebouwd als logger
een prachtige zeeboot
„Kan ik daaruit opmaken dat dit
vaartuig zoo noodig een lange reis
zou kunnen doen vroeg Scarterfield.
„Eijvoorbeeld zou men in het jacht de
Atlantische Oceaan hebben kunnen
oversteken
„En de Stille Oceaan erbijant
woordde de cargadoor. „Zoolang er
voldoende proviand aan boord is, kan
met 't jacht een af stand van duizenden
mijlen worden afgelegd."
„Hebben zij het jacht gekocht
vroeg Scarterfield.
„Jawel, en terstond," antwoordde
Jallanby. „En zij betaalden het geld
er dadelijk voor."
„Cheque vroeg Scarterfield lako-
niek.
„Neen, mijnheer, in goede bankno
ten," antwoordde Jallanby. „O, aan
geld was er bij hen geen gebrek. Ten
minste, mij hebben zij terstond en roy
aal betaald. En u zult bij de andere
kooplieden waarmede zij zaken hebben
gedaan, hetzelfde hooren boter bij
de visch. Zoodra zij het jacht hadden
gekocht, rustten zij het geheel uit
dat duurde natuurlijk slechts enkele
dagen."
„En toen vertrokken naar Noor
wegen vroeg Scarterfield.
„Dat meende ik althans te verstaan,"
beaamde Jallanby. „Zij zouden eerst
naar Stavanger. dan naar Bergen en
vervolgens weer noordwaarts gaan."
„Alleen die twee mannen vroeg
Scarterfield.
„Neen," antwoordde Jallanby. „En
kele dagen voor zij uitzeilden, voegde
een vriend van hen zich bij hen een
Chinees. Wel een vreemde combina
tie een Engelschman, een Fransch-
man en een Chinees Maar deze laat
ste was wat wij een gentleman zouden
noemen. De heer Belford vertelde mij
in vertrouwen dat hij tot de Chineesche
Ambassade in Londen behoorde."
„Ah!" zeide Scarterfield. „Juist!
Een diplomaat dus En waar hield hij
zijn verblijf hier
„Jawel, in hetzelfde hotel," ant
woordde Jallanby. „Hij was hier ge
komen op den avond waarop ik met
de beide heeren dineerde. Een kalm,
net heertje op en top een gentle
man."
„En hoe is zijn naam vroeg Scar
terfield.
De cargadoor hief bij deze vraag
met een komisch-wanhopig gebaar
de hand c*>, ~Dèt mo«t u roii liet
vragen zeide hij. „Ik heb zijn naam
wel gehoord, maar met die Chineesche
namen ben ik niet op de hoogte. U
zult ze echter ongetwijfeld in het vreem
delingen register van het hotel kunnen
vinden. Maar werkelijk, heeren, u
brengt mij in verbazing 1 Ik had nooit
kunnen denken maar ja, men kan
ten slotte nooit weten wat voor men-
schen men voor heeft, nietwaar
Deze twee waren, of schenen althans
te zijn, angename, nette, welgemanier
de menschen, en
„Ja, ja, mijnheer Jallanby," zeide
Scarterfield, „het is een vreemde we
reld. Intusschen, laat mij u voorhet
oogenhlik verzoeken, om over ailes
wat wij hier besproken hebben, een
volstrekt stilzwijgen te bewaren. Nu
nog twee vragenten eerste, hoe lang
is het geleden dat deze twee mannen
naar Bergen zijn uitgezeild? En ten
tweede hoe is de naam van dat mooie
vaartuig T'
Aanstaariden Maandag is het precies
drie weken geleden dat zij zijn vertrok
ken," antwoordde' de cargadoor, „en
de naam van het jacht is: „Blanch-
flower".
Wij namen toen afscheid van den
heer Jallanby, beloofden hem, nog
eens te zullen terugkomen en gingen
heen. Ik was er benieuwd naar wat de
detective uit dit alles zou opmaken,
en wachtte met eenige spanning totdat
hij zou beginnen te spreken. Wij waren
echter reeds halfweg de Highstreet
voor Scarterfield het zwijgen verbrak.
En de toon waarop hij toen sprak,
verried weinig hoop op een goeden
uitslag zijner nasporingen.
„Nu zou ik toch wel eens willen we
ten waarheen die kerels gegaan zijn
bromde hij. „Natuurlijk niet naar Noor
wegen En natuurlijk was die Chinees
niet verbonden aan de Ambassade in
Londen Dat geheele verhaal is een
verzinsel. Op dit oogenblik is de naam
van het jacht ongetwijfeld veranderd
en zij zijn gegaan ja, waarheen.
Natuurlijk op zoek naar die verborgen
schatten
„Als de man die zich Belford noem
de, in werkelijkheid onze vriend Baxter
is, dan zal hij althans wel precies weten
waar hij den buit vinden kan," zeide ik.
„Juist, mijnheer Middlebrook," stem
de Scarterfield toe. „Maar er is
in die jaren, gedurende welke Baxter
buiten Engeland vertoefde, tijd genoeg
geweest om den buit van de eene plaats
naar de andere te brengen 1 Ik koester
er niet den minsten twijfel aan, dat die
Belford werkelijk Nétherfield Baxter
is, en dat hij en zijn bondgenooten
medeplichtigen mag ik wel zeggen
dat vaartuig gekocht hebben als het
beste middel om den schat te kunnen
vinden waar die pok verborgen
zijn mag. Maar waar moeten wij nu
het vaartuig en de opvarenden zoeken
Het zou tijd en geld verspillen zijn
naar de Noorweegsche havensteden
te telegrafeeren om inlichtingen om
trent het jacht zii zijn niet daarheen
gegaan, daarvan ben - ik vèst over
tuigd r
„Scarterfield," zeide ik op een toon
van overtuiging, „als die man inder
daad Baxter is, en als hij zoekt naar
den gestolen schat, dan is hij in noor
delijke richting gegaan. Die kostbaar
heden zijn ergens in de buurt van Blyth
verborgen, daarvan ben ik vast over
tuigd
„Ik geloof dat u gelijk hebt," ant
woordde hij langzaam. „En aangezien
ik in Huil alles ontdekt heb wat ik
er vinden kon,veronderstel ik dat terug-
keeren naar Blyth het beste is wat wij
thans kuniien doen. In elk geval, wij
weten nu waarnaar wij bij de kust
hebben uit te zien een jacht met
een Engelschman, een Franschman
en een Chinees aan boord. Vooruit
dan maar
Nadat wij nogmaals een bezoek ge
bracht hadden bij den cargadoor en
met hem een overeenkomst getroffen
hadden voor het geval dat hij nog iets
zou hooren omtrent de „Blanch-
flower" en haar bemanning, wendden
wij ons dus weer naar het noorden.
Maar terwijl Scarterfield bij Newcastle
de richting Tsnemouth-Blyth insloeg,
vervolgde ik mijn weg alleen terug
naar Alnwick en Ravensdene Court
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Het woud zonder paden.
Aangezien ik pas zeer laat ln den
avond te Alnwick arriveerde, over
nachtte ik daar, en het was eerst
tegen den middag van den volgenden
dag dat ik mij voor de tweede maal op
Ravensdene Court bevond-. Lorrimore
was er ookhij was gekomen om met
ons te lunchen, en ik hoopte een oogen
blik, dat hij wellicht eenig nieuws van
zijn Chineeschen dienaar had medege
bracht. Hij had echter niets van Wing
gehoord sedert diens vertrekook ge
loofde hij niet, dat de Chinees hem
schrijven zou. Als hij iets belangrijks
te zeggen had, zou hij 5f terugkomen,
öf op eigen initiatief handelen zooals
hem dat in verband met 'tgeen hij wist
wenschelijk zou voorkomen. De werk
wijze van den Chinees, merkte hij nog
op met een knikje tot den heer Raven,
was geheimzinnig, scherpzinnig en voor
Europeanen moeilijk te volgen.
„En u, Middlebrook vroeg Raven.
„Hebt u niets te vertellen V/at wilde
de detective van u, en wat hebt u
ontdekt
Terwijl wij de lunch gebruikten,
deed ik het verhaal van ons wederva
ren. Allen toonden de grootste belang
stelling, maar het meest van allen
wel de oude heer Cazalette, die, ge
trouw aan zijn gewoonte en stelregel,
slechts een droge beschuit en een
paar glazen sherry gebruikte op dien
tijd van den dag, en overigens aan mijn
verhaal van onze ervaringen in Blyth
en Huil zijn onverdeelde aandacht
schenk. Toen ik uitgesproken was,
sloop hij zwijgend en blijkbaar in ge
dachten verdiept heen, en verdween in
de bibliotheek.
,Dat is dus alles," besloot ik, „en
als iemand van u er «eD touw aan
vastmaken en een afdoende theorie op.
zetten kan, dan zal Scarterfield naar
mijn overtuiging, die theorie gaarn#
willeh hooren."
„Het komt mij voor dat Scarterfield
reeds aardig op weg is om een houd.
bare theorie op te zetten," merkt»
dokter Lorrimore op „En u zelf óók,
Middlebrook 1 Mij is de zaak vrijwel
duidelijk. Ze begint bij de medeplich
tigheid van Netherfield Baxter er»
den oneerlijken bank-directeur. Deze,
belast met het bestuur van deze ouder-
wetsche instelling te Blyth, waar elke
controle op zijn doen en laten onge
twijfeld zeer oppervlakkig was en hij.
natuurlijk het volste vertrouwen ge<j
noot, onderwerpt verschillende zaken,,
die aan zijn zorgen waren toevertrouwd,
aan een scherp onderzoek, waarbij hij
den kostbaren inhoud der Forestb ur
ne'sche kisten ontdekte. Hij maakte
toen Baxter tot zijn medeplichtige om
den schat te stelen. Het zou niet zoo
moeilijk zijn om de kostbaarheden uit
de bewaarplaatsen van de bank wej
te halen, zonder dat iemand het be
merkte. De beide dieven verborgen
alles op een veilige plaats, waar nie
mand het zoeken zou, en die naar ik'
veionderstel, van zee uit gemakkelijk
te bereiken was. Waarschijnlijk was het
hun bedoeling om het gestolen goed
voor altijd te doen verdwijnen, juist
vóórdat het tijdelijk verblijf van den
oneerlijken directeur een einde zou
nemen. Maar toen kwam het ongeluk
met de motorfiets hun plannen dwars-
boomen. Baxter geraakte daardoor
in een moeilijk parketHij wist, dat
de plotselinge dood van zijn mede
misdadiger noodzakelijk een meer of
minder scherp onderzoek aan de bank
ten gevolge hebben moest en dat
onderzoek had dan ook inderdaad
plaats. Maar Baxter was weg, verdwe
nen, vóór de uitslag van de inspectie
aan de bank, bekend werd. Het kan
wel zijn dat kunnen wij slechts gis-
sen dat hij bevreesd was voor ver
denking, die op hèm zou kunnen val
len. In elk geval, hij verliet de stad,-
en werd daar nooit meer gezien, Als
deze theorie juist is, clan schijnt de zaak
tot zoover vrij duidelijk 1"
„Maar natuurlijk," merkte ik op,
,,is dat alles theorie, alles berust op
veronderstellingen."
„Daar hebt u gelijk in," gaf Lorri
more toe. „Maar laten we nog eens wat
verder theoretiseeren, u moet niet ver
geten, dat ik slechts den gedachten,
gang volg, die in u en den heer Scarterv
field schijnt te hebben post gevat 1
Baxter verdwijnt, en niemand v/eet
waarheen hij gegaan is. Er ligt ovef
een gedeelte van deze geschiedenis eé».
vrij dichte sluier. Maar wij, die in de
gelegenheid waren, te trachten althan?
een tipje van dien sluier, op te lichten,
hebben door sommige scheuren e*
spleten meenen heen te zien. Wij wetei
dat een aantal jaren geleden een koop.
vaardijschip zich in de Gele Zee be
vond, de „Elizabeth Robinson", e»
dat omtrent het lot van dat schip ei
zijn bemanning zóó weinig bekend is,
dat men gerust van geheimzinnigheid
en een onverklaarbare verdwijning mal
spreken, De „ElizabMh Rnbinsqio