BUITENLAND.
f
Dinsdag 27 Juni 1922.
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
I f 2.—
f 285
Advertentieprijs.-
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclaim
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voo
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,-'
Yan de Yronw, tot de Yrouwen.
FEUILLETON
Onschuldig veroordeeld
ai*
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
_o
Komt vrouwen, rust een wijle en
laat ons een babbeltje doen; we"pra
ten eens over de verkiezingen.
Och ja, ik weet wel, dat nog de
meeste vrouwen me gemoedelijk goed
lachs zullen antwoorden: „Och dan
toch! Politiek! Ik geloof het wel,
hoor! Ik heb „politiek" genoeg in de
huishouding."
En, ja, gelukkig het gezin waar de
vrouw èl de zorgen van dm dag op
man en kinderen samentrekt en altijd
maar gedreven wordt door liefde en
plicht.
Liefde en plichtRust een
wijle, vrouwen, „te midden der lange
dagtaak, de tijd welke wij eeniga
oogenblikken gaan wijden aan de be
schouwing van den plicht uit liefde
tot uw gezin en uit hoogere liefde,
die tijd is niet verloren, doch goed
besteed.
Komt. ongehuwde vrouwen, schaart
U in onzen kring, want we hebben el
kaar noodig; we gaan samen een plan
vormen en uitvoeren, we gaan stem
men!
Haalt niet de schouders zoo on
verschillig op voor stemplicht en stem
recht, want indien gij uitsluitend van
Roomsch standpunt beziet, de waarde
van het vrouwenkiesrecht kendet,
dan zoudt ge om het eindelijk ver
kregen reent en den schoonen plicht
U met echt heerlijke Roomsche blijd-
scnap verheugen.
ktaar ik weet wel, het is een onbe
gonnen werk, onze duizenden Room
sche vrouwen in deze bespreking zóó
Ic cereiken, dat ik haar nopens het
v.ouwenkicsrechl de overtuiging zou
kunnen bijbrengen welke ik zelt zoo
gelukkig ben als Katholieke vrouw
te bezittfn. De begrippen over de
politieke ontvoogding der vrouw zijn
ook onder ons, Katholieken, nog zóó
verscnillend, ,ja, zelfs nog zóó ver
ward, dat ik mij bij de veelzijdige
ondervinding in deze verblijd, dat er
tenminste toch reeds een flinke stevige
kern van politieke gezinde en geschool
de Roomscne vrouwen werd gevormd.
Bij de massa vrouwen nu „die wel
de klok hebben hooren luiden, maar
die niet weteu waar de klepel hangt",
is oeslist een volgzame wil aanwezig
om, al zijn ze nog wat onbeholpen op
den poiiticken weg, steeds het goede
en de Roomcshe richting na te streven
en reents te houden.
Weinu dan, Roomsche vrouwen, ont
waakt! het is tijd dat we aan li©t
werk gaan om een historisch feit, ons
verkregen kiesrecht, met eere te gaan
vieren. 5 Juli is de dag van gróóte
octeekenis, waarbij onze stemmen den
dooislag zullen moeten geven tot be
houd van ons Christelijk ministerie.
Wij gaan dien dag met blijdschap
tegemoet.
Ziet! ook de vrouwenwereld is
verdeeld in twee groole machtige kam
pen! Eenerzijds staan de vrouwen
der tegenpartijen, die van oproer en
ontevredenheid, die van de vrije liefde
en den echtbreuk, aie der miskenning
van de huwelijksheiliging, die der mo
derne vrouweiislavernij, de vrouwen
zonder God, ze dringen op, ze willen
terrein veroveren en bestraf», -yrs
CV1»"
dcor ÜVjCjji, V«!l de ffiëest verfoeilijk-
própaganda-pamfletlen
Doch kalm, niet met roode lappen
aan stokken, doch hóóg geheven het
wit-geci onzer Kerk, niet met de vuis
ten gebald, doch biddend de handen
gevouwen, staat er tegenover het le
ger tan Neêrland's Roomsche vrou
wen, die van den eerbied voor het ge
zag, <Ie opoffering, voor de door God
gewilde idealen van het Christelijk
huwelijk, met daarnaast de bloem
der maagdelijkheid, als „de lelie
onder de doornen". Beide vrouwen-
legers kampen in onzen modernen tijd
van verwording om behoud ,en over
winning.
De rechtgeaarde Katholieke vrou
wen slaan met verstomming het ver
dwaasd gedoe gade van den overkant
en met schrik om het hart vragen zij
zich af: wat moet er van hét toe
komstig geslacht, wat van de kinder
schare terecht komen, als de overzijde
veld wint?
En we voelen dan, dat we niet zoo
maar rustig moeten toezien, doch èn
woord, èn daad. èn voorbeeld te
stellen hebben in den strijd om de
eer en de waardigheid der vrouw en
tot reddiug onzer door een modernen
demon bedreigde lieve, nog onschul
dige jeugd.
Komt vrouwen! op naar het her
stel en het behoud van al het schoone
waarmede de Christelijke opvatting
onze gezinnen siert en blijvend geluk
kig maakt.
Komt, Roomsche vrouwen, laten we
allen één zijn en zóó als een mach
tig geheel fier optrekken, want wij
moeten overwinnen, wij! Onze stem
men moeten aan onze mannenlegers
de boognoodige versterking brengen.
Er wordt op ons gerekend tot behoud
van ons rechtseh ministerie.
Of het eT dan zóó spannen zal.
Of het er zóó op aan komt dat zelfs
de fundamenteels kracht, de houvast
van ons Roomsch gezinsleven bedreigd
wordt door het al of niet doorvoeren
van een landsbewind onder Christelijke
vlag?
O! Zeer zeker!
Want wie politiek van godsdienst
scr.eiden wil, komt bedrogen uit.
Immers de volksvertegenwoordiging
heeft méér te doen dan te beraadsla
gen over alles wat verband houdt
met den maatschappelijke!! stand van
zaken.
Er worden wetten, besluiten en be
palingen gemaakt, die wel degelijk de
moraal raken en waarbij de door God
rechtstreeks voorgeschreven orde in de
maatschappij èf wordt gedwarsboomd
óf wordt ondermijnd en veronacht
zaamd.
Voelen we reeds niet èl te vaak het
tekort in onze wetgeving nopens de
vrijheid en de rechten van onzen H.
Godsdienst? Er is bepaald véél In de
bladzijden van onze wetboeken, dat
wij niet kunnen overeenbrengen met
wat voor ons vervat is in de Godde
lijke Grondwet
Onze politieke vijanden brengen ons
geen verandering en verbetering. In
tegendeel
De Roomsche Kamerleden van de
daad handhaven rechtstreeks de or
donnantiën Gods als hóógste roeping.
Zij hebben bakens te verzetten als !t
politieke getij er de gunstige gelegen-
iieid ,oe oiedt. Zij mogen niets onbe
proefd laten om den gezworen eed als
een ongerept blazoen de heiligste,
de meest betekenisvolle waarde toe
te kennen. En daarom zullen zij te
waken hebben over de huwelijksrech
ten der echtelingen en tie ir.upéixr,
laten aan win jT0(i geeevêïi heeft,
rre ü'igeïachen en alleen gelaten groo-
te gezinnen, maar die voor ons,
Roomsclien, zijn de hoop der toekomst
voor Kerk en Staat, vragen onze aan
dacht en onze bescherming. Waar wij
vrijheidsbonder en socialisten veracn-
teiijke stellingen hooren verkondigen
over der oud'ren zwaren maar gou
den kinderkroon, waar w© hooren
lachen en meesmuilen over wal ons
het heiligst is, daar is het vooral ons
Roomsch vrouwenleger, dat met den
gloed der verontwaardiging over het
veldwinnend moderne heidendom geest
driftig gestemd moet aantreden voor
het behoud van as waardigheid der
vrouw als echtgenoot©, moeder en
jonge doenter en die met de kracht
der sterke vrouwen de tegenpartijen
maar moeten uitdagen, die't wagen dur
ven van het kind iets anders te ver
langen, dan wat de groot© Leeraar der
eeuwen, Kindervriend en Beschermer
der onschuld, van ons gevraagd heeft
Komt, stemgerechtigde Roomsche
vrouwen, echtgienooten, moeders en
jonge dochters, laat ons elkaar aan
moedigen in ©en blijden Roomschen
strijd!
Op voor de liefdie en plicht van onze
gezinnen! Wij stemmen op de lijst
der R. K. Staatspartij, dan doen we
waarlijk onzen Roomschen plicht
W. BROUNS v. BESOUW.
DE MOORD OP MINISTER
RATHENAU.
Niet alleen de nationalistische, maar
ook de anti-semitische propaganda heb
ben Rathenau uit den weg geruimd.
In dit verband kan het volgende ge
dichtje, dat door de DuitsOh-nationaiis-
tisohe jeugd sinds enkelen tijd werdt
gezongen, worden geciteerd:
Aueh Rathenau, der Walter,
Erreicht kein hohes Alter.
Die Rache die ist nah'
Hurah! Hurah! Hurah!
Lasset uns froh und munter sein,
Sehlagt den Wirth den Sohadel ein!
Lustig, lustig, traleralera
Bald ist Wilhelm wieder da.
Haut immer feste atif den Wirth,
Haut seinen Sohadel dass es klirrt!
Knallt' ab den Walter Rathenau,
Die gottverfluehte Judensau.
Vit den Rijksdag.
De Zondagoehtendzitting van den
Rijksdag ving aan met een rede van
den sociaal-democraat Otto Welsch.
Wie er aan mocht twijfelen, aldus
Welsch dat de moordenaars te zoeken
zijn in de kringen der Duitsok-nationa-
len, kan ik een rapport voorlezen, dat
voor eenige dagen werd overhandigd
aan de Pruisische autoriteiten. Uit dat
rapport blijkt duidelijk de oorzaak, wel
ke tot den moord op Rathenau leidde.
In alle steden van Duitsohland poogt
de moordenaars-centrale handlangers
aan te werven, voor het uit den weg
ruimen van Duitsohe regeeringsperso-
nen. Den 3den Mei heeft de broeder
van den moordenaar op Erzberger een
nieuwen agent voor de moordenaars-
centrale aangeworven.
Toen de agent Tillesen vroeg, wat on
der provocatie te verstaan was, nam
Tillessen een portret van zijn schrijf
tafel en toonde het met de woorden:
„Dat is mijn broer, hij heeft het eerste
zwjjn gedood."
De nieuw-aangeworven agent kreeg
opdracht naar Munehen te gaan.
Den 27sten Mei pntviwc {[g aïeuw-
agent Opdracht naar Ber
lijn te reizen om in een zeker restau
rant een bepaald persoon, wiens naam
hij niet kende, te treffen. Hij moest de
zen persoon naar Kassei begeleiden om
zich daar op de hoogte te stellen van
de bestaande verhoudingen.
Volgens Welsch bestaat er geen twij
fel aan, dat deze onbekende man een
der moordenaars van Rathenau is ge
weest.
De leider der Duitsöh-nationalen Dr.
Hergt, las, bleek van zenuwachtigheid
in grooten haast een officieuze verkla
ring der Duitsch-nati onale partij voor,
waarin uiting wordt gegeven aan den
afschuw over den moord op Rathenau
en de regeering dringend wordt uitge-
noodigd om alles te doen ter ophelde
ring van den aanslag. De verklaring
protsteert er evenwel krachtig tegen,
dat de moord op Rathenau in eenig ver
band wordt gebracht met de Duits ch
eat. partij.
Toen was het woord a. d. Rijkskan
selier.
Dr. Wirth beeft van aandoening en
woede, huilt bijna, als hij van zijn ede
len vriend Rathenau vertelt, en don
dert, als hij in korte scherpe zinnen de
rechterzijde geeselt.
Het is duidelijk: de rijksregeering
vindt het niet meer noodig een onder
zoek af te wachten. Zij neemt zonder
meer aan, dait deze moord een politie
ke moord van rechts is en schijnt dit
maal niet meer van plain haar harts
tochten te beteugelen.
Ademloos luistert men naar den rijks
kanselier. Hij verkeert in een toestand
van hevige opwinding. Met den rechter
arm, de vuist gebald, zwaait hij om
zich heen: „Heeren van rechts, dit zeg
ik u, zooals bet tot nu toe gegaan is
gaat het niet meer!"
Deze laatste vier worden komen als
zweepslagen er uit.
Dan, behalve rechts weer, brengen
zaal en tribune hem luide ovaties.
De rijkskanselier herinnerde aan de
politieke besprekingen tussohen Rathe
nau en Lloyd George te Genua, waar
bij hij tegenwoordig is geweest. Nooit
heeft een man op beter en edeler wijze
voor Duitsohland gewerkt dan Rathe
nau, die door de gaven van zijn geest
en door zijn oprechte vastbeslotenheid
indruk heeft gemaakt op de geallieer
de staatslieden.
Dr. Wirth huldigde vervolgens dr.
Rathenau, in wien hij niet alleen een
vriend, maar ook een waarde vollen po-
litieken medewerker heeft verloren.
Dp rijkskanselier eindigde zijn rede
met de woorden: „Daarom moet.
Duitsohland op elk uur vervuld zijn
van den geest der democratie, niet van
den geest, die geweld predikt, maar
van de democratie, die door deemoed
en geduld den weg der vrijheid vindt
voor het eigen ongelukkige vaderland.
De spreker der Duitsohe Volkspartij
dr. Heinze, betoogde onder algemeene
instemming, dat ook zijn partij de af
kondiging van bijzondere maatregelen
als door den rijkspresident geschied is,
goedkeurde.
Bü sterk verminderde belangstelling
van het huis spraken nog de woord
voerders der Beiersohe Volkspartij en
communisten, waarna de politieke de
batten werden gesloten.
Rathenau's opvolger
De Duitsohe gezant te Brussel dr.
Otto Landsberg is naar Berlijn ontbo
den. Aan zijn aanwezigheid worden
combinaties betreffende de bezetting
van het ministerie van Buitenlandsche
Zaken vastgeknoopt.
De meening van Lloyd George.
Lloyd George heeft aan den Büjtschen
rijkskanselier een oondoJabieteïegram
gezöndeii in verband met den moord op
Rathenau.
Lloyd George hield een rede in de
Welsh Baptist Ohapel, en gaf daarin
uiting aan zijn afgrijzen over den
moord op Rathenau. Hij zeide, dat de
ze Duitsoher zijn uiterste best had ge
daan, om de goede betrekkingen tus-
schen zijn land en de andere naties te
herstellen. Dit was de reden, waarom
hij vermoord was.
Vit de Fransche pers.
De „Temps" geeft uiting aan den
wensch, dat de Duitsohe regeering in
staat zal zijn, die maatregelen te ne
men, welke door het gevaar, waarin de
Duitsohe republiek op het oogenblik
verkeert, vereischt worden. Het lot van
de Duitsohe republiek, zegt het blad,
kan Frankrijk niet onverschillig zijn,
Indien men wil dat er vrede in Europa
heerseht, dan kan het niemand onver
schillig zijn, 0 uitsehland leeft onder
de regeering van thans, dan wel terug
keert onder het juk der camarilla-dy
nastie en van den generalen staf.
De Engelsche pers.
In de vele Engelsche persstemmen
klinkt de vrees door, dat do moord op
Rathenau het voorspel is van een mo-
norchalen coup d'état, maar gehoopt
wordt, dat het snelle ingrijpen der
Duitsohe regeering het gevaar zal be
zweren. Men meent dat de moord de
regeering ernstig verzwakt.
Oostenrijksche persstemmen.
De Weensche pers wijst op de schuld,
die ook de Entente heeft aan den
moord. Deze kwelt Duitschland, schrijft
o.a. de „N. Fr. Presse", door verdee
moediging, waardoor het nationale ge
voel wordt aangewakkerd.
De „Wiener Allg. Ztg." hoopt, dat de
staatslieden van de Entente uit den
moord de les zullen putten, dat een
volk niet tot de uiterste vertwijfeling
mag werden gedreven.
Een belangrijke verklaring.
Een te Potsdam wonende opperhout
vester, die voor een belangrijke verga
dering naar Berlijn gekomen was, had
nog enkele uren tijd en ging toen een
wandeling doen naar de villa-kolonie
Grunewald. Zoo kwam bij ook het huis
van Rathenau voorbij, verklaarde hij
voor de Berlijnsohe politie. Eenige stap
pen verder zag hij in een zijstraat een
auto staan. Volgens zijn beschrijving
was het een donkergladde toerwagen,
waarvan de motorkast met wasdoek be
dekt was. De motor liep, de chauffeur
zat op zijn plaats. In den wagen zat
een jonge man, die een gele autojas
droeg, maar geen bril, zodat de getuige
duidelijk zijn gezicht kon zien. Een
tweede jonge man liep vor de auto
heen en weer en lette blijkbaar op, wan
neer Rathenau de villa zou verlaten.
Deze tweede jonge man had een au
topet in de hand, zoodat getuige zijn
hoofd duidelijk 'kon zien. Toen getuige
nauwkeuriger toekeek, bemerkte hij,
dat zoowel de chauffeur ais een der bei
de jonge mannen, die later in den wa
gen zaten, met grooten üver den motor
onderzochten, om te zien of deze wel
goed liep. Getuige vond hun houding
verdacht en lete verder scherp op, zoo
dat hij later in staat was een zeer
nauwkeurige beschrijving zoowel van
de beide jonge mannen als van den
chauffeur te geven.
Vruchtelooze nasporingen.
Op grond van verschillende berichten
worden, naar het „8 Uhr Abendblatt"
weet te melden, ook sporen gevolgd,
waarbü een vliegtuig in het spel is.
Kort na de daad moet te Staaken bü
Spandau een vliegtuig zijn opgestegen
en men houdt rekening met de moge--
iiik, dat de moordenaars i$êr het vlieg
tarfg
Vuur hun Vlucht hebben gebruikt,
Onmiddellijk is last gegeven vast te
stellen, welke aeroplanes Staaken of
andere vliegvelden hebben verlaten.
De nasporingen der politie hebben
tot dusver nog geen resultaten opgele
verd, hoewel men verschillende sporen
volgt en eenige daarvan veel succes
beloven,
In den Rijksdag wordt overwogen of
er, met het oog op de opsporing der
moordenaars, geen uniformiteit kan
worden gébracht in de politieke poli
tie over het- heele Duitsohe Rijk.
Schandelijke daden.
Sedert Zaterdag worden zoowel Ra-
thenau's grijze moeder als zijn
zuster met briefkaarten en brieven
overstelpt, die vol staan met schande
lijke uitlatingen. De schrijvers deinzen
er niet voor terug hun voldoening te
kennen te geven over bet welslagen
van den moordaanslag. Zelfs is de
moeder herhaaldelijk in haar woning
aan de telefoon geroepen, waarna men
haar de meest schaamtelooze uitdruk
kingen toevoegde.
Voorloopige opvolger.
De rijkspresident heeft den rijkskan
selier dr. Wirth voorloopig tot opvolger
van dr. Rathenau benoemd.
Botsingen te Freiburg.
Een telegram van het W. B. uit Frei
burg meldt, dat de deelnemers aan een
door de soc.-dem. georganiseerde pro-
testbetooging in Loepjes door de stra
ten trokken, waarbij het op verschillen
de punten tot botsingen kwam. De be-
toogers eisehten het inhalen van dé
zwart-wit-roode vlaggen, welke naar
aanleiding van het regimentsfeest wa
ren geheschen. Verschillende vlaggen
werden verbrand. Bij ontmoetingen tus
schen betoogers en feestvierders kwam
het tot mishandelingen. Slechts enkele
daders konden gearresteerd worden.
DE CONFERENTIE TE
's-GRAVENHAGE.
De Russenf.
De Russische delegatie passeerde
gisterenmorgen Deventer. Het gezel
schap van 18 personen reisde in een
wagen van de Cie des Wagons-Lits,
van de lijn Riga-Warschau, onder lei
ding van den delegatie-chef Litwinof.
Te Berljjn bleven Joffe en Krassin
achter. Naar Milgranof mededeelde,
was ook Tsjitsjerin achtergebleven. Hij
zou echter nog naar Nederland ko
men. De pasformaliteiten werden ver
vuld door Milgranof, die in Holland
geen onbekende is en ook wal Neder-
landsch spreekt. Hij heeft nl. inder
tijd 8 maanden lang op Wieringer-
schans gezeten wegens staatsgevaarlijke
daden. De wagen der Russen werd
scherp bewaakt door een 7-tal recher
cheurs.
Gisterenmiddag te kwart voor twee
is de Russische delegatie in gezel
schap van 4 dames en met een ont-
'.aglijk aantal koffers aan het station
Kurhaus te Scheveningen aangekomen.
De leider der delegatie, Litwinof3
werd aan hel station door den hoofd
commissaris der politie, den lieer Van
't Sand, ontvangen, in wiens gezel
schap de Russische delegatie te voet
naar het „Oranje-Hotel" wandelde, om
ringd door een honderdtal journalisten.
De hoofdcommissaris had het eerst een
onderhoud met Litwinof.
De lieeren Wijnkoop, Van Ra-
vensteijn, Cachin en Manus waren
reeds eerder het hotel binnengegaan,
ter begroeting van de Russische dele
gatie.
Er waren vele detectives aanwezig,
die toezicht op het publiek hielden»
Overleg tusscben Patjjn
en Litwinotf.
Gistermiddag- vier uur heeft in het
Vredespaleis een onderhoud plaats ge
had tusschen den heer Patijn, pre
sident der niet-Russische commissie,,
De heer filwinoff was vergezeld van
de heeren Krestinski en Sokohiikof.
De twee presidenten hebben beraad
slaagd over de beste methode om het
contact tusschen de beide commissies
tot stand te brengen. Daar de Russi
sche commissie op het oogenblik
slechts uit drie leden bestaat is bet;
noch mogelijk, noch noodzakelijk, dat
zij zich in drie sub-commissies splitst,
De twee commissies zullen voor het
eerst met elkander in aanraking komen
in de sub-conimsisie der ni'et-Russi-
sche commissie. De heer Lilwinoff
heeft den wensch uitgesproken, dat de
derde sub-commissie, die der crediefen,
EERSTE LEEL.
L'E BRANDSTICHTSTER.
I
In den namiddag van den 3den
September 1861 volgde een vrouw
van ongeveer zes en twintig, jaar den
weg, die van Maisons-Alfort naar
Alfortville voerde. Zij was in den
rouw en eenvoudig, maar netjes ge
kleed, van middelmatige grootte en
had een sympathiek uiterlijk.
in de rechterhand hield zij een
tinnen kan en in de linker het poezele
handje van een driejarig kind, dat
langzaam voortliep en aan een touw
een houten paardje achter zich aan
sleepte.
„Ju, dada," riep het jongetje.
Door een ruk aan het touw verloor
het speeltuig zijn evenwicht. Dat
was de vijfde maal in vier minuten.
De jonge vrouw stond stil,
-floot eens. George.'! zeide zïi
iop zachten toon tot het kind, „neem
je speelgoed in cie hand, jongen en
draag hét. Wij zouden anders te lang
onderweg blijven."
„Ja, mamatje."
Het
et kind gehoorzaamde, nam zijn
dada onder den arm en vervolgde
met zijn moeder den weg. Zij gingen
het fort Charenton voorbij en bereik
ten weldra de eerste huizen van Al
fortville. De jonge vrouw ging een
kruidenierswinkeltje binnen. Uit een
aangrenzend vertrek kwam aanstonds
de dikke eigenares te voorschijn.
„Zoo, vrouw Fbrtier, goeden dag..
Wat wenscht gij
„Petroleum, alsjeblieft."
De vrouw keek eenigszins verwon
derd en zeide
„Alweer petroleumMaar, lieve
hemel, wat doet gij er toch mee
Gij hebt gisteren ook petroleum ge
haald."
„De kleine jongen heeft de kan bij
het spelen om doen vallen.." ant
woordde vrouw Fortier.
„O, zooEen schadepostje voor u!
Hoeveel wilt gij hebben
„Vier liter, alsjeblieft, dan behoef
ik niet zoo spoedig terug te komen."
De vrouw bgon de olie af te meten.
„Toch altijd gevaarlijk met kinde
ren zeide zij onder het gieten.
„Weet gij, dat het kind door liet om
gooien "van de kan, de fabriek in
brand zou kunnen stekenEén lu
cifertje is voldoende. Een ongeluk
ligtfop een klein plaatsje."
„Dat weet ik maar al te goed.
Maar ik heb den iongen ernstig be
knord, ofschoon het geen boos opzet
was. Hij is gestruikeld bij 't ioopen
en heeft beterschap beloofd."
„Laten we hopen, dat hij woord
houdt. En hoe bevalt uw nieuwe
betrekking, vrouw Fortier
„Wel, ik moet me er wel in schik
ken. En dan, bij al mijn verdriet, is
't nog een geluk voor mij."
„Met minder moeite zult gij meer
verdienen dan met de naald."
„Dat is zeker, maar het is tocli uit
kijken.. denk eens aan., twee kin
deren 1"
„Hebt gij de jongste, de kleine
Lucie, uitbesteed
»Ja> te Joigny in Bourgondië."
„Is dat duur?"
„Dertig franken per maand, die ik
van mijn inkomen moet missen,"
antwoordde de jonge vrouw, waarop
'ii met een zucht vervolgde: „Ja,
ik mis mijn man heel erg
„Dat wil ik gclooven, vrouw For
tier. Een man, die zeven, tot acht
franken per dag verdiende."
„En die zoo goed was., zoo flink
e 00 ijverig. En zooveel van mij
hield. Ik kan u zeggen, dat de machi
ne, welke hem heeft gedood, ook mijn
geluk heeft gedood."
Terwijl vrouw Fortier dit zeide,
streek zij met de hand over haar ge
laat, om de tranen, welke uit haar
oogen vloeiden, weg te wisschen.
„Niet weenen, kind," hernam de
winkelierster. Er zijn er, die er nog
erger aan toe zijn dan gij. De patroon
heeft nog goed met u gehandeld,
want zooals ik hoor, zou de machine
niet uit elkaar zijn gesprongen, als uw
man oplettend was geweest. Is dat
zoo
„Dat is helaas waar
„Men heeft den armen Fortier een
schoone begrafenis bezorgd. Op de
fabriek is een collecte gehouden on
der de werklieden en de patroon heeft
daarop voor honderd franken inge
schrevenTen slotte heeft hij u
aangesteld als portierster, wat toch
heelemaal geen bctrekhinp it voor
een vrouw...."
„Zeker, mijnheer Labrom is goed,
heel goed geweest voor mij," antwoord
de de jonge weduwe. Men beweert,
dat hij hardvochtig is, maar uit het
geen hij voor mij heeft gedaan, spreekt
zijn goed hart. Maar mijn man is in
zijn huis gedood!.. Dat huis heeft
ongeluk over mij gebracht en alleen
e ge c te aan mijn kinderen heeft
mij een betrekking doen aannemen,
die mij noodzaakte te leven op de
plaats, waar het bloed van mijn man
heeft gevloeid."
„Ja, kind, met de dooden kan men
niet leven. Gij zijt jong en knap.heel
knap zelfs. Gij zult zien, dat den een
of anderen dag een jonge man ver
liefd wordt op u en u ten huwelijk
1 vragen, wat gij niet moogt weige
ren
„O Wat dat aangaat, nooit, nooit
riep Jeanne Fortier op beslisten toon
uit.
„Kom, kom, de tijd brengt andere
gedachten. Op uw leeftijd blijft men
niet eeuwig weduwe."
„Ik weet het. Die hertrouwen lub
ben misliien gelijk. Ik voor mij deuk
er anders overals ik maar wat geld
had, een paar briefjes van duizend
franken...."
„Wat zoudt gij dan beginnen
„Wat ik zou beginnen? Nu, het
heeft geen zin daarover te spreken.
Het zijn droomen, die niet verwe
zenlijkt zullen w rden. Ik zal wel
nooit geld krijgen. Waar zou 't van
daan moeten komen Ik zal, zoolang
ik kan, in de fabriek blijven en hopen
op de toekomst."
„Goed gesproken hoop doet leven.
Hier is de petroleum. Zet als ge thuis
komt, de kan in een kast, als ik u een
raad mag geven."
„Die raad is overbodig Ik ben erg
bang voor brand en zal wel mijn
maatregelen nemen."
De jonge vrouw verliet 11a betaling»
den winkel. De kleine George speelde
voor de deur. De moeder riep hem.
Het kind nam zijn paardje onder
den arm en liep naar zijn moeder,
die den weg van Alfortville insloeg,
in de richting van de fabriek, waarvan
zij concierge was. De winkel erster
keek haar na op den drempel van haar
woning. De weinige woorden, door de
beide vrouwen gesproken, geven duide
lijk den toestand van leanne Portier
weer.
KWordt vervolgd.)