r c o. co c E r r- 1 i S 9 te et- CD CD: j-a111111; lillik i Sjs i 11 s 11 r t i ;i i s i X tl) H tee cc O "O co 35 o G, zr. Pu C rt CD -f- CB n pr ri f* Ci Cl rs "Z V Zi.. c O ct 2A 1 co -5 tD -5 M C co *r T |-"S >-— vte» t-S rr P C"h i—1 P IS"1 o"Mg-ft 3 5. s '■S -°--n -• f e-sig E. to 3 S o 1 f'5 i P c g 5" i 5'- f .L'2 ra T! C2F ËJ-f. -5 M I O <r. a 3 c-. o K-" - e p -» n 6 fc o» i-P. S- «■2.8 era- "3. O "Êgo o-:0 o SS» o' ,L Is £9 o cd y -° 3-° tt 55 o i O C5 P V o- rr J.i I tr» CD "3 53 h- «3. M -J I W D r* c* t ÏS£S I "g ra n P pi feS 3 gp-g k~>? 5 -..1,8 "£S- w -> 85 5Ï 5S rr*l 1 *W ï-'PCPff-^giS "s8s5!.sBp-Fr ■c^SoJ" B«3~* fca? V 3 5 I g ra i 5? f£~.3ss b S^PbS Is PIS S-W jfel vi <g g§ t5 - 8. I ff l |- g 1-ë U - r <R - W -4 Ê6sf|5l gaff Fsf'SSSliï -4 3 W s B i g- s H C |,lt Q °J 4 k-S ra p- 2 B es -i P -a -i rlel** v» O u5 2 o. 4 S" 2 ft <w £c TO p Sr tl e» SS 'S. V&- Tbt or CD g-S J? M C-» 3 B a< r» R io 0 3 oa 5* 1 8 .c «o sS 2ï' tJ ra 3 8 N c C ra" a n iS >~4 5*« KC H fS D is o ITS i3~!TK- r 1êis^fsa 'S? 3 a~ B-31 -ïiSIÏSjs I" Soig a 21 £-. tr*3 -♦ 'f-'lllfla i'irti:-8 B-s si a u :m m iiists ui111 itfi i iiïi«ii i *i 1*1 'I; I a 1 a. w uri I - 1 8 s ii i ül I tl 1 11 i is 111111 iI i<s i 11 'I, 1 g 01 Si 1 3 -V- 0* 1 zefde de de „Dat fs toch vreemd tective terwijl hij nadenkend stond naan die het gez?.en naa te staren naar de pateens en kelken - rèliquien en monstransen. ,,Dit zijn Greta Parde legde beide panden op alle gewijde vaten, en toch zijn ze haar zusters schouders steeds sedert den tijd der hervorming Bertha sprak ze wat heeft de fn handen van roovers geweest hebben dokter van moeder gezegd tot roof en zelfs tot een dubbelen moord Bertha aarzelde met haar antwoord, geleid Vreemd nietwaar Enfin de en haar groote oogen stonden vol tra- schat is er. en hier voegde hij erbij, nen. de perkamenten lijsten uit den zak ha- ,2e is er erg aan toe sprak ze ein- lend en aan den luitenant overhandi- deiijk. ..de dokter zegt. dat de zwakte gend, „hier zijn de lijsten van wat er van haar hart te wijten is aan groote zijn moet. U zult dit alles natuurlijk vermoeienis en onvoldoende voeding. onder uw hoede moeten nemen ik Hij verklaart dat ze veel wijn en ver weet niet wie er nu recht op heeft, sterkende middelen moet hebben. maar aangezien de rechtmatige eige- en o Greta, het is toch zoo hard dat naars reeds honderden jaren dood zijn ik haar niet geven kan wat ze zoozeer moet de regeering die zaak maar in orde noodig heeft krengen." ,,Dat weet ik immers ook wel," ant- Wij verlieten het jacht in de boot woordde de andere zuster half-wan- die Lorrimore en mij er dien morgen hopig ,,Jk denk er den heelen dag aan, heen gebracht had. De kleine groep en het maakt me bijna krankzinnig 1 aan de kust zag ons stevenen- naar de Bertha keek somber voor zich uit. plek waar de vierde Chinees dien mor- Het leven is niet gemakkelijk met ren was geland en begaf zich ook daar- een inkomen van enkele honderden heen. Zij troffen ons juist toen wij aan per jaar vooral niet als de dokter dik- tatBd stapten en terwijl Lorrimore den wijls over den vloer komt heer Raven een kort verhaal deed van Het was met ue familie Pardel hoe onze ervaringen op het jacht, riep ik langer hoe slechter gegaan sinds den zijn nicht terzijde. dood van den vader. De eene onder- „H«rt is 't beste dat u terstond en neming na de andere, waarin ze hun zonder omwegen het ergste hoort," geld hadden gestoken, failleerde, en zeide ik tot haar. „Wij zijn meer dan het was niet dan met groote moeite, fortuinlijk geweest 'bij ons vertrek van dat Greta een plaats had kunnen mach- iet jacht. Schrik niet er is geen tig worden bij een zangeres, die ze «tan meer in leven op dat vaartuig 1" tegen een vergoeding van vijftig gulden „Baxter?" riep zij uit. per maand op de piano accompagneer- „Ik zeg: niemand!" herhaalde ik. de. lederen stuiver, dien ze overhield, „De geheele bemanning met den eige- bestemde ze voor haar moeder, maar naar is omgekomen. Denk er verder het was niet veel. niet over ik voor mij wilde dat Ik De oudste zuster stond verslagen. Ze het npoit gezien had. Maar nu gaat het had gemeend moeder en zuster eens om den man dien wij zagen ontsnap- prettig te verrassen met haar onver pen dat is Wing." wacht bezoek, en nu vond ze de zieke „Dus dan was het toch zooa s ik te bed en eel erger, en haar zuster dacht Wing was aan boord van het bij de koude kachel, jacht?" vroeg zij. „Hier. neem dezen gulden, Bertha," „j-orrimore is er althans zeker van sprak ze hartelijk. „Ik wou er een stuk hij vond een pet van Wing in de kom- kant voor koopen om van avond bij de fculs," zeide ik. „En aangezien Wing uitvoering op mijn japon te dragen. niet bij d<s dooden was, moet hij de maar hier is het geld harder noodig." man zijn dien wij hebben zien ont- Bertha keek haar zuster besluiteloos snappen." aan. Soarterfield kwam naar ons toe met „Maar je japon dan, Greta?" vroeg den politieiftan uit het dorp die zich ze. bij het zoekend gezelschap gevoegd „O, dat 's minder," klonk het lucht- haé. hartig. „Niemand neemt immers notitie „Waar ongeveer is die man aan van mij, als mevrouw zingt. Ik doe het land gegann. Middlebrook vroeg hij. maar voor haar', want zij heeft graag. U en juffrouw Raven hebben hem dat ik er netjes uitzie." immers gezien „En moet je mij d n je laatste geld „Wij zagen hem achter deze rotsen geven vroeg de jongere zuster bijna wdwijaen," antwoordde ik. „Hij zal verwijtend dus aan de andere zijde daarvan aan „Zet daar toch zoo'n ernstig gezicht wal gegaan zijn." niet over. meid" lachte Greta. „Zeg Wij vormden een lange linie :angs maar liever eens of je mij voor van d» knst en begonnen tusschen de don- avondje Valencienneskant wil leenen 1" k«re rei en te zoeken. Vrij spoedig „Ik zou ze graag geven. Greta," zagen wij de boot waarin de Chinees sprak ze, „maar van het jacht gekomen moest zijn. „Welnu, wat is er Ik wierp er een haastigen blik op en Bertha schudde somber het hoofd, trok juffrouw Raven opzijde; op de „Ik heb de kant niet meer zus," zei Itplaats en bij het roer en de riemen ze droevig. ,Ik heb ze verkocht Wees zaten bloedvlekken niet boos ik had het geld zoo hard Een luide kreet van een der mannen noodig voor medicijnen. Mij kon het niet veel schelen, maar het is zoo jammer dat jij ze nu van avond niet dragen kunt 1" „Je bent een beste meid hoor!" tft* een weinig vóór ons uitgegaan wa ren, deed ons op dezen toeij' en. Hij had tusschen de rotsen een soort van poei entdekt, aan de zijden waarvan zich dreog zand bevonder waren sporen fi prak Greta meer ontroerd dan ze wel éi jp TT dat hier een man ge- wilde weten. Maar ik heb geen tijd knietd had, er waren ook meer bloed meer ik moet n g een heeleboel bood- vlekken. en hier en daar lagen reepen schappen doen voor mevrouw Moeder hnnen en zijde. De man had blijkbaar zal ik maar niet wakker maken hè Ma gedeelte van zijn kleeding stuk Neen" was het antwoord. .Maar gescheurd en dit voor noodverband ge bruikt. „Hij is hier geweest," zeide Lorri more op halfluiden toon. „Vermoede lijk heeft hij hier z'jn wonden gewas kom zoo gauw als ie maar kunt terug hoor 1" „Natuurlijk antwoordde de oudere zuster ,En Bertha maak je over moeder maar niet ongerust kind Ik schen. Waarschijnlijk zijn het slechts zal zorgen dat ze versterkende middelen vleeschwonden, maar," hij liet zijn genoeg krijgt al moest ik er voor bede stem nog meer dalen, „te oordeelen len 1 Dag meid 1 naar het bloed dat wij gezien hebben En de zusters scheidden met een moet hij reeds zeer verzwakt geweest hartelijken kus zijn toen hij hier kwam. Nochtans Tien minuten ater stond Greta voor bij fs iemand van buitengewone geest- een der groote juwetierswinkels in een kracht en hij heeft zijn -> ht tóch deftige wijk. „We moeten moeder weer voor gezet. Zie maar eens naar zijn heter maken." dacht ze. Ik zal hier voetsporen." daar geld moeten zien te leenen En bij de gedachte aan haar dappere kleine Bertha, vroeg ze zich af Wat fWordt voortgezet) zon »ntien vorVoopen Ze had ro -1 waarJ° ze altijd bij zich droeg. Het was een kleine broche met een krans van paar- len bezet en die al door verscheidene geslachten heen eigendom der familie Pardei geweest was Haar hart klopte heftig, toen ze den juwelierswinkel binnentrad. Het was er druk. en het duurde eenlge oogenblik- ken, eer ze bij de toonbank kon komen. Een dikke Amerikaan, die een prach tige met bont gevoerde jas aan had, scheen wel den heelen winkel te moe ten leeg koopen. „Leg dat diamanten halssnoer maar voor mij op zij," hoorde Greta hem zeggen, „ja a, dat van vier duizend. En laat me nu eens wat broches en oorbellen zien." Op dat oogenblik verlieten er eenige menschen den winkel, en Greta kwam vlak bij den nabob te staan, die de eene doos kostbaarheden na de andere be keek en achteloos weer wegzette. Ze dacht er juist over na hoe heerlijk het toch wezen moest zoo rijk te zijn, toen haar oog plotseling op een schitterend steentje viel. Het was een diamant, door de zware mouwen van den Ame rikaan op zij geschoven. Het lag ver borgen achter zijn arm en dreigde op den grond te vallen. J uist zou Greta den juwelier gewaar schuwd hebben, toen de Amerikaan zich plotseling omwendde en den dia mant van de tafel stiet. De kostbare steen kwam echter niet op den grond terecht, maar in Greta s mof. „Laat me nog maar eens wat andere oorbellen zien.' sprak de Amerikaan. En op het punt staande den diamant terug te geven, bemerkte Greta, dat noch de kooper noch de juwelier de verdwijning van het kleinood bemerkt hadden. Snel keek het jonge meisje naar de twee bedienden die waren druk bezig een anderen bezoeker te helpen. Een vreeselijke bekoring overviel het arme kind. Ze dacht aan haar zieke moeder, aan haar zuster, die ze daar in een koude kamer had gevonden, en ze bezweek. Haar hand gleed in de mof. en Greta Pardel was een dievegge geworden. Ze wendde zich om ten einde onge merkt den winkel te verlaten, maar een koude rilling doorliep haar. toen ze eensklaps den ernstigen doordrin genden blik op zich gevestigd voelde van een man die blijkbaar al dien tijd achter haar gestaan had. Eén oogenblik ontmoetten hun blikken elkaar, maar in die seconde had hij diep in het hart van het arme meisje gelezen. „Zeg Rudolf" klonk een vrouwe- stem naast hem „eindelijk wordt het onze beurt." -r Rudolf Mortimer ging pzij en liet Greta Pardel ongemoeid den winkel verlaten. Haar hoofd duizelde en het angst zweet brak haar uit. toen ze in de tram zat, die haar naar de woning van haar meesteres zou voeren. Waar om had hij haar laten gaan Zij begreep het niet. maar ze sidderde bij de ge dachte aan de schande, die hij haar bespaard had Toen ze thuis was had ze al bitter spijt over haar overijlde daad Met een zwaar hart ging ze naar haar kamer en verborg het sieraad in haar koffer Gelukkig had ze niet veel tijd over het voorgevallene te denken, want des avonds was het zeer druk en vooral nu moest er tot heel laat gespeeld worden Wat zie ie er van avond somber uit." sprak mevrouw eenigszins ontevreden Ben je misschien niet goed Greta trachtte te glimlachen „Dank u. ik ben heel wel." ,En wat zie je er eenvoudig uit Had je niet wat kant op je japon kun nen leggen, of wat bloemen in je haar kunnen steken ..Dat kan ik niet betalen." sprak het meisje eenvoudig. .Mijn moeder is ziek en heeft al het geld noodig dat ik maar kan overhouden." Mevrouw keek haar een oogenblik nadenkend aan. ,Dat spijt mij," sprak ze eindelijk op hartelijken toon. Onder haar streng uiterlijk verborg ze een warm gemoed. „Nu 't 'S niet erg, k'ud Krijg mijn kanten fichu maar en neem Kosl' vioolti" 1 zie je e al heel wat beter uit, hoor P Tijdens de uitvoering waren ver scheidene oogen op de jonge pianiste, die er zoo lie u.tzag, gericht. Ze was blij, toen mevrouw Perino begon te zingen en aller aandacht onverdeeld trok. Eerst toen na het eerste nummer de toejuichingen losbarstten, waag de Greta het, op te zien en de zaal eens rond te kijken. Maar bijna terstond zag ze vers hrikt weer vóór zich uit vooraan in de rijen der toeschouwers had zij den man zien zitten, den man die alles gezien had. Weer hadden hun blikken elkaar voor een ondeelbaar klein oogenblik ontmoet. Greta's vingers trilden boven de toetsen, daar klonk een schrille dissonant. Mevrouw Perino keek ontstemd op een oogenblik duizelde het Greta voor de oogen en zij was op het punt van in zwijm te vallen, maar met een gewel dige krachtsinspanning slaagde zij er in te blijven zitten. Op het vreeselijke oogenblik dat ze dien man daar zag zitten, dacht ze niet anders dan dat hij haar ook hier kwam achtervolgen, maar spoedig begreep ze, dat zijn aan wezigheid louter toeval was. Zou hij haar nu bekend maken als een dievegge en haar smadelijk uit haar betrekking doen verjagen „Wat scheelt u?" vroeg mevrouw Perino. „Bent u ziek?" Greta schrikte op. „O neen, neen," sprak ze, „ik was alleen maar een beetje vreemd in mijn hoofd onder het spelen." Een oogenblik later bevonden zi' zich in de serre, waar reeds een aanta gasten de warmte der zaal ontvlucb waren. „Maar mevrouw van Bruggei, wat voor interessant ieuws vf- telt u daar toch," vroeg de gastvrow aan een dame. die het middelpunt «n een grooten kring uitmaakte. „O mevrouw, ik vertelde de dales wat er van morgen in den juwebrs- winkel van Verral gebeurd ls. Tewijl ik daar met mij,n broer was, i er een prachtige diamant gestolen. Een rijke Amerikaan kocht voor duizeden guldens juweeten, en toen alles vat hij bezichtigd had, opgeborgen wrd, miste men een kostbaren steen, iet was kort nadat Rudolf en ik wren binnengekomen." En hebben ze den dief ontdek?" vroeg de gastvrouw zeer belangstellad. De vertelster schudde het hoofd „Neen," antwoordde ze. „Dat is juist het zonderlinge Sommigen vr- dachten er den Amerikaan zelf va, maar ik heb een jong meisje heel voc- aan zien staan, dat naderha plo sellng verdwenen was En bij onde- zoek bleek, dat geen der bediende haar geholpen had." .En weet niemand wie het was? vroeg een der gasten „Dat te juist het ongelu was antwoord, .maar ik ben er zeker van dat het dat meisje geweest moet zijn Herinner jij je ook niet Rudolf dat ei iemand langs ons heen den winkel uitsloop Rutóld Mortimer keek op, maar zijn blik vestigde zich, in plaats van op zijn zuster op het doodsbleeke gezichtje van liet meisje achter haar Hij haalde de schouders op. Iemand, dat is zoo vaag." sprak hij eenvoudig Z3in zuster ergerde zich over zijn gebrek aan belangstelling „In ieder geval" sprak zij, wie den steen ge stolen heeft zal er niet veel pleizier van he en want er heeft al een be schrijving van in alle couranten ge- sftaan De gastvrouw knikte ,De politie zal dat zaakje wel gauw opknappen," zei ze Plotseling viel haar oog op Greta .Arm kind" klonk het ik bracht je hier om wat uit te rusten en nu laat ik je al dien tijd staan Kom mee Niemand behalve Rudolf Mortimer had den doodsangst in haar oogen ge lezen. Doof voor het stemmengegons om haar heen zonk de arme Greta op den "van r»er.waarheen de lieve gastvrouw haar gebracht had. Alles vergat ze Vóór dat ze begon t" onto.jten, behalve de twee diepe, donkere oogen pakte ze het kostbare kleinood in een Vol medelijden. Hij had haar gespaard, kistje en deed er het volgende briefje maar waarom bij Mijnheer, hierbij zend ik u den Intusschen was Rudolf Mortimer de diamant terug, dien ik verleden Dins- gastvrouw naar het salon gevolgd. dag in een oogenblik van misdadige „Zoudt u mij willen zeggen wie het zwakheid uit uw winkel stal." meisje is dat mevrouw Perino op de Dien middag liet ze het pakje in een piano begeleidde?" vroeg hij. brievenbus glijden, en .keerde met ver- Mevrouw Glenlow keek hem guitig licht hart huiswaarts, aan. „U bent niet de eerste die dit „Aanstaanden Zondag ben ik den vraagt," lachte ze. „Mevrouw Perino geheelen dag uit," deelde mevrouw mag wel goed op haar passen, want ze haar mede. „U kunt dus als u wilt, dan ziet er inderdaad bekoorlijk uit." uw zieke moeder gaan bezoeken." „Wilt u mij aan haar voorstellen Greta bedankte haar, maar ze be- Mevrouw Glenlow keek den jongen dacht met schrik, hoe ze bij haar zuster man een oogenblik aan zich verbazend kon komen zonder haar belofte van dat Greta op dit ernstige karakter blijk- voor wijn te zorgen vervuld te hebben, baar zoo diepen indruk gemaakt had. Ze had alleen nog maar haar broche „Zeker," antwoordde ze. „Kom maar Welnu, dan moest die er maar aan. mee naar de serre." In een der groote winkels durfde ze Ze vonden daar Greta nog als in een niet meer gaan, en zoo kwam ze ein- droom zitten. Ze had de naderende delijk aan een eenigszins ouderwet voetstappen niet gehoord, en toen schen juwelierswinkel, waar ze op goed mevrouw Glenlow haar aansprak, keek geluk af binnentrad. Toevallig wan- ze verschrikt op. delde Rudolf Mortimer aan de over- „Lieve, ik heb kapitein Mortimer zijde der straathij zag haar aarzelen meegebracht, die aan je voorgesteld en daarna binnentreden, wenscht te worden." Zijn scherp oog had gezien, hoe Nog voordat de gastvrouw uitge- zenuwachtig het meisje was, en een sproken was, had Greta als onwille- pijnigende vrees kwam bij hem op. Hij keurig haar blik gericht op die donkere wachtte, tot Greta weer op straat kwam oogen daar vóór haar en haar gelaat en keek haar na, totdat zij om een h oek werd nog bleeker dan het reeds was. verdween. Eenige minuten lang stond Eerst toen Rudolf Mortimer naast Rudolf in gedachten, haar zat en begon te praten, werd ze „Zou het mogelijk zijn mompelde zich bewust, dat ze alleen was met den hij. „Maar neen, ik khn het niet ge- man, die alles gezien had. looven En met vasten tred ging hij „U bent vermoeid, vrees ik," sprak op den juwelierswinkel toe. De eige- hij, „een glas champagne zou u goed naar stond achter de toonbank en doen." bekeek een klein voorwerp, dat hij in Zij sloeg de oogen op en werd vuur- de hand hield, rood, toen ze opnieuw zijn blik ont- Voor een oogenblik staarde Rudolf moette. op de door parelen omringde broche. „Dank u," sprak ze, „ik geloof ook Hij herkende ze als het eenige sieraad, dat het mij opfrisschen zou." dat Greta op den muziekavond bij Het volgende oogenblik had hij haar mevrouw Glenlow gedragen had. zijn arm aangeboden en leidde haar „Is die broche te koop vroeg hij naar het buffet, ,,'t Is nog wat vroeg kortaf. voor het souper," merkte hij op, „maar De juwelier keek op. „Welzeker, daarom is het hier nu ook des te rusti- meneer, ik heb ze zoo juist van een ger." dame gekocht. Maar toch kan ik u den En nog vóór Greta het goed wist, prijs wel noemen." zat ze tegenover hem aan een klein „Hoeveel tafeltje in een gezellig hoekje. De man keek hem scherp aan. „Ik zal even wat voor ons bestellen," „Die broche heeft aan een vriend sprak hij met een vriendelijken gli.n- van mij toebehoord," verklaarde Mor- lach. Greta zag hem dankbaar aan, timer. „Ik stel er bizonder prijs op, ze met een wonderlijke mengeling van te bezitten." blijdschap en tevredenheid in het hart. „U kunt ze voor vijftig gulden krij- „Uw diensten zullen spoedig weer gen, meneer." aan de piano gevraagd worden, niet- Zonder een woord te zeggen, legde waar vroeg hij. Mortimer het geld op de tafel, stak de Zij knikte, en hij babbelde gezellig broche bij zich en verliet den winkel, voort, zoodat Greta de nachtmerrie „Arm kind," fluisterde hij, en zijn begon te vergeten, die haar zoo terneer- oogen waren vochtig. „Arm meisje gedrukt had. De wijn had den blos op Wat ben ik blij dat ik haar gezien heb haar wangen en den glans in haar oogen En met eeo gevoel van diepe dank- doen terugkeeren. en vóór ze van tafel baarheid in zijn hart richtte hij zijn opstonden, was het haar, alsof ze schreden naar het huis zijner zuster. Rudolf Mortimer haar geheele leven gekend had. Pas toen ze weer in het salon terug gekeerd was begon ze te overdenken, Drie weken gingen voorbij, weken hoe vreemd dit alles toch eigenlijk van zeer gemengde gevoelens voor was dat die vriendelijke, hoffelijke Greta. Het geld dat ze voor haar broche man die zoo prettig met haar had gekregen had, was alweer bijna opge zitten keuvelen, haar den diamant teerd, en de doctoren oordeelden dat bad zien stelen I Hij kón het niet gezien alleen een verandering van lucht de hebben anders zou hij haar nu toch arme zieke moeder helpen -kon: ze zoo niet behandelen, dacht ze Het rieden een zeebadplaats aan. De zus- was zeker haar kwade geweten maar ters waren wanhopig, want aan zoo geweestiets viel natuurlijk heelemaal niet te ,,0, bent u daarriep mevrouw denken. Perino .ik had al haast iemand om En ondanks al die droeve dingen was je gezonden Greta soms wonderlijk blij te moe. Ze Nog nooit had Greta met zooveel zou vreemd opgekeken hebben, als talent en gratie geaccompagneerd, en men haar gezegd had, dat Rudolf mevr Perino was dan ook in de wol- Mortimer daar de oorzaak van was. ken. Het jonge meisje reed naar Ze ontmoette hem op verschillende, mis ten prooi aan de meest tegen- soirées. Op een dezer avonden hoorde strijdige gevoelens. Den volgenden ze mevrouw van Bruggen tot mevr. dag zag ze Mortimer's gelaat bijna on- Glenlow zeggen ophcudelijk voor zich. en ze verweet „Herinnert u u dien diamanten- zich relfdat ze zoo weinig aan haar diefstal bij Verral nog, waarvan ik u zu*tei en aan haar arme moeder dacht laatst verteld heb En dan die ellendige diamant, die Mevr. Glenlow knikte, nog inhaar koffer lag „Nu, dat is al heel zonderling afge- Alsze hem nog maar kon terugstu- .oopen. De dief heeft den steen ineen ren, dn was haar misdrijf ten minste brief teruggezonden. Het was onge- al hali uitgeboet en hersteld „Ik zal twijfeld het meisje, waar ik u toen het don," dacht ze bij zich zelf. toen over sprak." re isnderden morgen na een slape „Wat een vreemde geschiedenis loozen acht opstond. ,Nog .vandaag riep mevrouw Perino uit. „Zulke eer- stui,r «hem terug. liiice dieven vindt men niet dikwijls 1" Het gezelschap lachte hartelijk, en zij een man gewaar, die bij het venstei niemand merkte de bleekheid op Greta's stond. gelaat en den vreemden glans in de oogen van kapitein Mortimer op. „Daar is oom," riep zij, en als een paar kinderen snelden zi] hand in hand naar de plaats, waar hij was blij- ven staan. En om de waarheid te zeg gen, zij waren ook nog bijna kinderen, Eenige dagen later liep ze m een want Bertha Dorling was nog geen zware regenbui, toen ze onverwachts twintig jaar en Charles Rover mocht bijna tegen een lange gestalte aanstiet, zich op den weinig rijper leeftijd van „Greta klonk het verschrikt, maar drieöntwintig beroemen. Maar zij wa- reeds het volgende oogenblik verbe- ren verloofd en leefden in het paradijs terde hij zichzelf :„Juffrouw Pardel van de heerlijke liefde der jeugd. Het was al te laatIn den klank van „Wel heeremijntijd 1" riep de oude zijn stem had Greta gehoord, wat ze al man. Bertha op een armslengte ^an zoo lang vermoed had, en hij ont- zich afhoudend en in haar lachende veinsde het ook niet langer. oogen kijkende, je zou haast gaan den- „Ja, ik heb je lief. met heel mijn ken, dat je bang was, dat ik neen zou hart," sprak hij. „En jij mij ook, niet- zeggen, Bertha." waar Het moet uit zijn met al die „Och, maar ik was ook zoo zenuw- zorgen. Ik zal voor je moeder en zuster achtig," antwoordde zij ongekunsteldi zorgen, en dan trouwen wij." „U weet, het is de eerste maal." „O neen, neen," riep Greta, zich af- J eugd en ouderdom lachten te zamen, wendend om hem niet te doen zien, en de ouderdom keek een weinig ver welk een vreeselijken tweestrijd ze met legen over hun hoofden heen. zich zelf voerde. O, hoe verlangde ze Zij schenen te weten dat er iets ko er naar het geluk aan te grijpen, dat men zou. De lach verdween uit Bertha'» hij haar aanbood. Maar hij wist niet mooie oogen, en haar mondhoeken wat zij gedaan had, en als hij het wist, werden zichtbaar saamgetrokken, kon hij haar niet oprecht liefhebben i „Wat is het, oom fluisterde zij; dan moest hij haar verachten „Wat het is?" antwoordde hij met „Greta," riep hij verschrikt, „waar- een vlaagje van de plaagzucht van den om wend je je af Kan het mogelijk ouden dag. „Och niets ik dajcht maajf zijn dat je mij niet liefhebt even. Loop nu gauw heen en zet thee Toen sloeg ze de oogen op. „Ja Ru- klaar. Ik moet even eer. woordje met dolf, ik heb je lief," sprak ze, „maar er Charles spreken." is iets, dat ik je vertellen moet. en dat Hij lachte haar toe, en als sneeuw alles veranderen zal. Ik mag je niet voor de zon verdween haar vrees, en bedriegen, Rudolf. Je weet niet hoe met een lachend gezicht wierp zij hun- slecht ik ben een kushand toe en snelde met een Wat ze verder nog wilde zeggen be- paar schoothondjes, die om haar rok- stierf haar op de lippen. „Je behoeft ken dartelden, den tuin in. mij niets te zeggen, liefste," sprak hij, „Het is dus drie duizend gulden pet „ik weet alles jaar, Frank?" sprak Jozef Egertom Sprakeloos Staarde ze hem aan. „Ja, drie duizend gulden, meneer,* Eindelijk v nd ze de kracht om te antwoordde Charles, scherp als een antwoorden :„Da dacht ik eerst, maar naald, nu het op zaken aankwam. „Ik later kón ik het toch niet gelooven I" geloof, meneer, dat ik, vóór het werk „Waarom niet vroeg hij op zach- gereed is, een der directeuren zal wor- ten toon. „Denk je dan, dat ik je om den, en dat beteekent zes duizend gul die ééne daad zou veroordeelen Meen den per jaar. Hoe het ook zij, het zal je dat ik niet dadelijk de waarheid heb mijn schuld niet wezen, als dit niel gelezen in je vriendelijke oogen? Je gebeurt, maar wij zullen van drie dui- hebt zwaar geleden, kindhet was zend gulden 's jaars nog niet ver» hartb-ekend om aan te zien. Maar het hongeren, dunkt u van wel ls nu gelukkig voorbij, en we zullen er „Neen," hernam Jozef. „Voor drii nooit meer over spreken. Kom, laten duizend gulden kan je heel netjes in da we het groote nieuws aan je moeder buitenwijken van een plaats als d« en je zuster gaan vertellen onze leven. Je weet dat Bertha mijn Eenige oogenblikken later zaten er nichtje is, en niet mijn dochter vier gelukkigen bij elkaar. vroeg hij opeens. „Zeker, mijnheer," antwoordde Char les glimlachend. „Welnu riep de oude man uiti „Welnu vroeg de jongere. 0 p. „Wensch je niet als man van zaken^ Bertha Dorling zat in de door de zon eenige bizonderheden omtrent haar beschenen huiskamer te wachten. Haar bloedverwanten, haar verleden, haar beweeglijke lippen trilden van zenuw- moeder en haar vader te vernemen achtigheid op haar lief gezichtje Of zij nog In leven of dood zijn, wie en vertoonde zich een trek van bezorgd- wat zij zijn, of waarom ik haar tot mli heid, en haar adem ging ietwat sneller genomen heb dan men van een meisje gewoon is, De jonge man bloosde evenzeer over dat kalm in een leuningstoel zit te den eigenaardigen klank van 's mans rusten. Op haar knieën lag een geopend stem als over het vreemde in zijn woor- boek, maar haar oogen waren bijna den. voortdurend op de openstaande vens- „Neen, dank u, meneer," antwoord- ters der kamer gevestigd. Onder alle de hij. „Het verleden beteekent niets oogenblikken haars levens was er nooit voor mij." een geweest, dat meer hoopvolle ver- „Bertha is het kind mijner zuster" wachtingen en vrees in zich sloot dan sprak Jozef. „Deze is dood zij was dit, en toch, zooals zij zichzelve voor- een der liefste vrouwen, die ooit releefd hield, zij behoefde niet zenuwachtig te hebben." zijn. Zij zuchtte even, daarna glim- „Dat wil ik gelooven, meneer." lachte zij over haar dwaasheid en zucht- „Ben je er op gesteld iets over haar te toen nog eens. vader te vernemen Eensklaps zag zij door de openstaan- „Neen, meneer, dank u," antwoord de vensterdeuren de gedaante van een de Charles, fier het hoofd opheffende, man jong, vlug, glimlachend, knap, „Ik dank u. Ik wensch niets te verne en gekleed voor een rijtoertje. Zij snelde men behalve hetgeen ik reeds weet, naar de deur om hem met al de geest- n.L dat Bertha mij-n vrouw zal worden. drift van jeugd en liefde tegemoet te Het was alsof de jonge man iets gaa?' onaangenaams bespeurde en daarom „Is alles in orde? vroeg zij, terwijl niets wenschte te hooren. zij hem met een gelukkigen glimlach naar binnen volgde. „Natuurlijk. Ik wist dat alles goed zou zijn, maar ik ben toch erg zenuwachtig geweest." Bertha was eindelijk voor het denk- „Alles in orde, riep hij uit. „Hij is de beeld gewonnea om al over drie maan- beste oude man, die er bestaat. Ik heb den te trouwen, ofschoon zij in 't eerst a tijd van hem gehouden, heb hem met schrik daaraan dacht en over twea altijd bewonderd, zooals je weet, Ber jaren haar natuurlijker had toego- tna. Maar vandaag vereer ik hem." schenen. Hij kuste haar. en toen zli zich daar- „Och," zuchtte zij op zekeren avond op uit zijn omhelzin te werd op klagenden toon, toen zij over den Op de proef gjesïeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 7