1
,©HS BLAD
u
s
mm
BUITENLAND.
Zaterdag 12 Augustus 1922.
minimin::
IIIIIIIIIIIIIH
s
f
p
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SSJffiSPSEVS-4"
len verkeerd argument.
FEUILLITOM
m Kloek m ket asia s
|&a
CTC=co„t.«SB„_™1 1 iml
Brieven uit Frankrijk
»3 SB g-fi
- 3
p e
p+
3.»
S?
w
_3
o o r
cd
K» M O 0^3 M
o3,o«3
o 0*5
CD Q3 OJ Jl>
^-3 t
K
TO 3
°-3 g
e" CL^ 3
8 - =S
■go a
5?rt.
O
2-2 o
m
cd
3N
.2.8
gTO
2
-i P
CD
CD
No. 595.
14e Jaargangi?
ÏV
o
3
cd
P
P
P0
3 gf 3
lip.
PL, tN
r1 CD «Pi
o p
a
-..0Q P
3 CD {11
PT >-t
o pr
3 CD*
3 Pa M
CD
P
P
r P
Ë-P
N
p 2
3 3 PO
Ct> CD
Pa
N CD
P
p
N O
O CD
p
CD P
tr p.
Hi CD
o.g-5r2
m CR
r+ rt- g-B-
o cd >->.
P P
o
- CD
£®25f£j
a-~g-g.o-
W -t 3 R1 O
o o s
3- o S'
R- 3 to 2.
a s.5
S So
0-Q 0Q
P
P P
P CQ
n- WOQ
^ETgpw
- to r w 3 9-
p
p
1 Pa
3 O <3
b o
-+ p
a- P.
P-S
3
3 r+ p ^a. |-ja
oa {-+- r-t-
P cro
b
P
of 3
*3 <8
3 51
p 1
o
tCTQ
N
a 3
H CJ Qi P- O
2 p cr P 3
Pa 2. K ^3
c-t- "-t p
K 3 0.2.S
3- S S Wo sf 3
3 TO 3 A- O 2. "1
- o.3-<3 P-o
3™ 8to&
o a ST
3 2 2,3
O.U rt- 3 O.
3 B
O
8 w®
8
p; 5° p
p
cro
cd cd o
P 2
«et®
2lft
P -t
tr* P
O 2
Q ^a. N
C^o
O p^
O
b P Pa
rvg cd
o p c.
3 3
3#<s
P p
3^ 3
^3: p «Pit
cd - 0q
SSS
p bw
3 -"t
8
8 c
cd p
3:3
m" p
TO a
cd
3 O
13
Ss
IS
2 p
d;
cd Bi
6
d
ia O
Pa ÏV O
p
P-
P
P
8 3 c
3 :c
3
3
3
?r
3 N
1-3. £L S
3 N
cd cd
3 rrrt
p
w o
pL <-t
p p
'3
Hl O
s3
O w
2. M N
- 3 J-
O-gTO
S °-
S 2 3
p
PI 2 N
p o
poo
X)
cd p
p
f—i P b
Dp
CD <J
^cd.PT^
p bv
CfQ
•z
f p
■*^p p
3?3
3
57±r-
o w 1
3 b
CD N S*
g i b
cr cd p
^Sa
p
S 2
p
p
p
r?
c S.
Sc
w
r+
O
3
o
"~L1
m
UH
O
2!
O
YY
l
■#T-
Xv
\NDSGH DAGBLAD
99
2.—
f 2 85
0 60 f hooger.
Aan
Advertentieprijs;
Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Reclan
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voc
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
"aHsTTiionné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 200,—, f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,-?
^'Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buHen Alkmaar
Met Gefilustreerd Zondagsblad
FRANSCHE SPOORWEG-
TOESTANDEN.
Het zoo diep jxaglsche spoorweg
Ongeluk te Villecomtal waarvan u
de bijzonderheden bekend zijn
■heeft jn geheel Frankrijk een ont-
cetendten indruk gemaakt. Zeker,
op de plaats van het onheil zelf,
in "de omgeving waar zooveler»
plotseling jn rouw zijn gedompeld
xs die indruk het grootst maar ook
elders leeft men mee met het
eed en de droefheid, die deze
amp heeft veroorzaakt. Ik wil
niet meer spreken van al die droe
re tooneelen die zich hebben afge
speeld en nog door ooggetuigen
rijn geschilderd; ik wil niet meer
voor ,uw geest roepen de ontstel
lende aanblik der verminkte lijken,
der pm hulp schreeuwende ge
wonden, van de met angst ver
wrongen gezichten, op halt ver
woeste tuinbanken aangetroffen
reizigers, een andere zijde van dit
droeve drama wil ik belichten. Het
is de verantwoordelijkheid die
thans, nu de eerste verbijstering
i'oorbij is, op den voorgrond
treedt. Wie mjoiet arfisprakfeltk1
worden gesteld voor het niet func
tioneeren der remmen, voor de
tedhnische gebreken aan de ma-
ihine, die, hoewel een geheel nieu
ve, haar taak niet kon volbrengen.
Het zou onbillijk zijn in dezen de
xdi.uid aan een bepaald persoon
ie wijten len zeker kan de ramp
liet aan nalatigheid of onbekwaam
aeid van den machinist worden
toegeschreven. Naast het defect
aan de machine hebben bovendien
een zware mist en regen de rails
een levensgevaarlijke gladheid be
zorgd. De verantwoordelijkheid
voor dit ongeval, zoo omvangrijk
in zijn gevolgen dient dan ook be
schouwd in breederen zin, in ver
hand met de zooveel te wenschen
overlatende spoorwegtoestanden
in Frankrijk. Inderdaad op .dit
punt is Frankrijk zeer ten achter
bil andere landen. Het materiaal
voldoet niet aan de eischen die
voor het spoorweg yeikeer moe
ten gesteld. De snelheid waarmede
gereden wordt is op vele lijnen
zoo overweldigend dat zelfs zii
die gewoon zijn in Fransche trei
nen te reizen, met angst en beven
een reis aanvaarden. Persoonlijk
heb ik medegemaakt hoe twee trei
nen die tegelijkertijd het station te
Parijs verlieten, als het ware eeu
wedstrijd hielden, wie het snelst
zou rijden, en al mijn medereizi
gers waren verheugd toen deze
wedstrijd bij een splitsing der we
gen een einde nam. De talrijke
spoorwegongelukken in de laatste
laijen (na dit meest tragische in de
nabijheid van Lourdes, heeft er de-
zer dagen nog een minder ernstig
plaats gevonden) hebben ons be
wezen met welk ,een lichtzinnig
ïeid hier vaak op spoorweggebod
vordt gehandeld. Maatregelen die
lang reeds in het vooruitzicht wa
ren gesteld, zijn eenvoudig niet
utgevoerd. Men heeft verzuimd de
gasverlichting door elecfrisch licht
te vervangen, hetgeen vooral bii
lijnen die door tunnels voeren,
gevaar voor ontploffing oplevert.
Een ongeval dientengevolge ver
leden jaar veroorzaakt is ten slot
te de reden geweest dat men op
die tunnellijn tot verandering is
overgegaan. Het was de druppel
(helaas de beeldspraak is niet ge
heel juist) die de emmer deed over
loopen, en het spreekwoord van
de put die al te laat gedempt
wordt, komt ons hierbij in de ge
dachten. Hieraan nu moet een
einde komen, men eischt herzie
ning "van spoorwegtoestanden, de
verontwaardiging is na deze laat
ste ramp die aan dertig menschen
het leven heeft gekost, ten top
gestegen. Men verlangt dat de
verantwoordelijkheid zal worden
vastgesteld en stelt zich niet lan
ger tevreden met als vroeger van
tijd tot tijd verschijnende offici-
eele verklaringen, dat de zaak in
onderzoek is, personen worden
gehoorci, om ten slotte de zaak in
de doofpot te zien gestopt
Een interpellatie in de kamer,
ook thans aangekondigd, moet be
ter resultaat opleveren, dan, ge
lijk veelal het geval was, een wei
nig'bevredigend mihisterieël _anï-
woorïl dat hoogstens een zelfbe
vrediging opleverde voor den af
gevaardigde die hiermede meende
zijn plicht tegenover de door hem
vertegenwoordigde kiezers te heb
ben vervuld. Een sterk staaltje
van onachtzaamheid op spoorweg
gebied, een niet ten uitvoer bren
gen door de R'egeeringl van wat
de kamer wensöht, is het volgende
en betreft de spoorwegmaatschap
jjii die de liin exploiteert waarop
net jongste drama zich heeft af
gespeeld.
In Januari 1902 sprak 'de Fran
sche kamer de wensch uit dat de
Regeering de liin bi' de „Compag
nie du medi" in .gebruik zou over
nemen. Thans, 20 jaren later is
deze wensch nog niet vervuld en
wordt de zelfde afwachtende hou
ding aangenomen. Intusschen
heeft qeze maatschappij hare uit
gaven beperkt, waardoor het ma
teriaal te wenschen overlaat en
het levensgevaar .wordt vergroot.
De publieke meeriingl zal'zich
niet langer bii de thans bestaande
toestanden neerleggen en daden
eischen, die de leveaszekerfeeid zul
len bevorderen. Het feit dat dit
spoorwegongeluk juist de bede
vaartgangers naar Lourdes heeft
getroffen, heeft niet nagelaten en
kele fel anti-clericalen tot weerzin
wekkende uitlatingen te verleiden.
Zij hebben gespot met het ver
trouwen der katholieken, in de
hulp der moedermaagd, en zelfs
enkele dagbladen hebben niet o-e-
schroomd hun tolk te zijn, om be
lachelijk te maken wat ons heilig
en dierbaar is. Het is onnoodig
hierop verder in te gaan, wit we
ten maar al te goed hoe mensc'ne-
Iijke rampen niets af doen aan
ons .Gods vertrouwen, zelfs kun
nen dienen, ondanks het leed dat
zii met zich brengen, tot geloofs-
verlevendiging. De woorden van
troost door Pere Jabrun na den
ramp te Lourdes bii de grot ge
sproken, geven het beste weer
wat de katholieken iii zulke droe
ve uren gevoelen. Hij heeft ge
sproken over den triomph in het
lijden en de duizenden toehoor
ders die hun tranen niet konden
bedwingen, hebben door jjet aan
heffen .van Maria verheeriijkende
zangen, getuigd van hun onver
zwakt vertrouwen in de H. Maagd
van Lourdes. En dagelijks strooi-
men nieuwe bedevaartgangers toe
om mede hun nood en en hun kin
deriijk vertrouwen aan Maria
bloot te leggen. Een welspreken
der antwoord kan niet aan de vij
anden van ons geloof worden ge
geven.
Men vraagt zich alleen nog ster
ker af in deze dagen, nu geheel
Frankrijk treurt aan de groeve der
slachtoffers van Villecomtal, hoe
de .wereld nog langer kan voort
gaan zich zelf teil ondergang te
voeren. Zü jammert om het leed/
buiten eigen schuld aan zoovelen
overkomen, maar wil niet inzien
dat de ziekte van onze tegenwoor
dige .wereld inderdaad door eigen
schuld .wordt veroorzaakt. Talrii-
ker dan de slachtoffers van deze
spoorwegramp, zijn die van den
oorlog en de vijandschap tusschen
de volkeren. Ligt hierin niet een
les die maar al te zeer wordt ver
geten en moeten wij ook hierin
weer niet de vinger der voorzie
nigheid zien ter waarschuwing.
Moge de ramp van Villecomtal
er toe bijdragen de wereld lei
ders mdder 'te stemmen, rampen
doen voorkomen die geheel de
menschheid ten ondergang voeren.
Parijs, 9 Augustus 1922.
Mr. R. v. S. i
Er .wordt den laatsten tijd bii
de wrijving, welke er begrijpelii-
.kerwijze heerscht nu met de eco
nomische malaise een loondaling
in de lucht zit, in kringen onzer
christelijke werknemers een ai
ment naar voren geschoven.,
men bii pader inzien goed zal
doen niet te gebruiken en zeker
niet in den vorm, waarin het g
bezigd wordt en .om de waarde,
welke men er aan gehecht
wenscht te zien.
Men redeneert aldus: In Novem
ber ,1918 hebben de christelijke ar
beiders de revolutie tegengehou
den. Daarop is een verbetering)
,van de loonschaal ingetreden. Ce
kapitaalbezitters en ondernemers
zijn dius verplicht hun beschermers
van 1918 thans te behoeden voor
de gevolgen van de malaise; an-
dejsen men zinspeelt dan op
de mogelijkheid van een tweede
revolutiepoging met minder be
reidwilligheid der Christelijke ar
beiders pm die tegen te gaan.
Laten wii voorop zetten, dat dit
argument in den loonstrijd, welke
thans weer op heel de arbeids
markt aan den gang is, niet alge
meen, niet door de leiders der
christelijke werknemers organisa
ties wordt gebruikt; dat het mee-
rendeel der Katholieke en protes-
tantsch christelijke arbeiders ons
ook te verstandig, te principieel
ontwikkeld lijkt, om deze redenee
ring als bewijsvoering te laten gel
den. Maar degenen, die dat wel
doen w'Hen, zouden wjj. willen
verzoeken dit „argument" voor
taan achterwege te laten en we)
op de volgende gronden:
Wanneer men aan de christelij
ke organisaties in 1918 zou ge
vraagd hebben: waarom bestrijdt
gii de revolutie? Op hoop van
materieel voordeel Dan zouden
zii deze veronderstelling, en te
recht, met verontwaardiging heb
ben afgewezen. Maar dan moet
ook thans de fiere houding uit de
Novemberdagen niet als argument,
nog minder als dreigement in den
loonstrijd gebezigd worden. Im
mers, de cl i riste lie: e arbeiders heb
ben zioh in November 1918 prin
cipieel tegen Troelstra's en Wijn-
koop's onderneming verzet, om-
jdat zij .zijn mannen van recht en
orde, omdat zij volgens hun be
ginsel er van overtuig! ziig dat
verbetering der maatschvappii niet
door geweld, omwenteling „en om-
verwerping .van het wettig „gezag
jnag .gesciiie'deii. Welnu, een be
ginsel hangt niet aan .tiidsonistan
engheden, niet aan hoog- of laag-
conjuctuur. Men kan niet zeggen:
vandaag bestrijd ik de revolutie
uit princiep en morgen loop ik met
de oproermakers mee, of houdt
.mij afzijdig, omdat mijn loon met
10 pet. naar beneden is gegaan.
En behalve het beginsel, zegt
ook het nuchter redeneerend ver
stand. dat zoo' iets onhoudbaar is.
Waarom keert zelfs de moderne
vakactie zich hoe langer hoe meer
van stakingen af en aan de roode
Dolitieke beweging den rug .toe?
Omdat men ook daar begint in
te zien met Rusland als afschrik
wekkend dat striid slechts na
deel brengt aan beide partijen en
dat van omwentelingen algemee-
ne verarming en hongersnood het
loon is.
Bovendien de redeneering: „de
Christelijke arbeiders hebben in
1918 Jiet kapitalisme beschermd,
dan moet het kapitalisme hun nu
ook redden of maar vergaan", is
een stelling, die ons voor onze so
ciale ontwikkeling al heel gevaar
lijk lijkt. En voor "Me arbeiders zelt
niet het minst. Het tegenhouden
der revolutie was niet een be
scherming yari „het kapitalistische
stelsel; het was gelukkig ,yeel
meer. n.m.l. het handhaven der or
de, de bescherming onzer grond
wettelijke rechten, het schragen
van altaar en troon.
M,en zou al heel verkeerd 'doen
met de daad van 1918 als de be-
schemnrg van „het kapitalistische
stelsel" voor te stellen. De tegen
woordige productiewijze, met d en
naam aangeduid, behoeft de be
wondering ,van onze christelijke
werknemers niet te hebben; nie
mand, die dat vraagt. Integendeel,
hoeveel stemmen van gezag gaan
er den laatsten tijd in Katholieke
kringen, pok in kerkelijke kringen
niet pp, pm langs ordelijken en ge
leidelijjken \veg tot een andere,
meer rechtvaardige wijze van
voortbrenging en verdeeling der
goederen te komen?
'tls dus het eigen belang van
onze arbeiders zelf hun principi-
eelen strijd vóór recht en orde en
tegen revolutie niet te vertroebe
len door de voorstelling alsof het
Êing ter bescherming van „liet
apitalisme".
Kan het op den weg van ande
ren liggen om er den ondernemers
nu en dan aan te herinneren:
„denkt er om uw plicht te doen
tegenover de mannen, die in woe
Iige tijden pal 'bleven staan", het
kan niet op den weg der arbei
dersbeweging zelf liggen daaruit
een argument te slaan in een loon
strijd. Integendeel! zulk een be
roep moet'als argument met fier
heid worden afgewezen.
DE CONFERENTIE VAN
LONDEN.
Een nota der Engelsche regeering.
Havas verneemt, dat het Britsche ka
binet aan de delegaties een nota zal
ovci handigen, waarin wordt vork.aard
dat Engeland het voorstel betreffende
de heffing van 26 pCt. van den Duit-
schen uitvoer aanvaardt alsmede dat
inzake de inbeslagneming van de op
brengst der douanen.
De nota zou onder zekere reserve
de latere controle voorstellen over de
mijnen in het Ruhrgebied en de staats-
bosschen aan den linker Rijnoever,
doch alleen voor het geval, dat Duitsch
land opzettelijk in gebreke zou blijven
In de nota zal voorts worden te
kennen gegeven, dat Engeland zich
ten stelligste verzet tegen de instelling
van een douanegrens aan den Rijn en
om het Ruhrgebied.
Het is niet waarschijnlijk, dat Poin-
caré de Britsehe oplossing accepteert.
Bij de poging tot het vinden van een
compromis, zal er waarschijnlijk naar
worden gestreefd om te verkrijgen, dat
Lloyd George het onmiddellijk in wer
king tredeen aanvaardt van de vier
eerste door Poincaré aanbevolen maat
regelen, n.l. de heffing op den uitvoer
de inbeslagneming van de opbrengst
der douanen, de controle over de' mij
nen en die over de bosselien.
Duitsche bezorgdheid. j
Een Wolf-bericht uit Keulen meldt,
dat de Rrjnlandsche afdeelingen der S.
P. D. en der vrije vakvereenigingen tot
Lloyd George een schrijven hebben ge
richt, waarin zij haar bezorgdheid uit
spreken naar aanleiding van I7ran
kt-ij lts jongste planngn len opzichte van
het Rijnland.
Op weg .naar overeenstemming?
Volgens te Brussel uit Londen ont
vangen berichten is de indruk in eon-
ferentiekringen veel beter dan eergïste
ren. Men moet nu veel dichter bij een
oplossng zijn. Bevestigd wordt, dat er
op ver punten overeenstemming is be-
Tp'ikt en dat men op weg is naar een
algemeene overeenstemming.
De gunstiger berichten uit Londen
zijn te Parijs met voldoening, ontvan
gen. Ze komen overeen met de opvat
ting. dat Poincaró niet onverzettelijk
blijven zou, indien maar voldaan werd
aan den eisch, dat geen moratorium
zou worden toegestaan, zonder serieu
ze waarborgen. De Fransche premier
heeft nooit geëiscïit; dat zijn plan in
zijn geheel zonder wijzgingen zou wor
den aangenomen, maar zoolang men
van EngelsChe zijde nets deed d'au zijn
voorstellen afkeuren, kon hij moeilijk
anders dan op zijn stuk blijven staan.
Nu Lloyd George met tegenvoorstel
len gekomen daardoor overleg weer
mogelijk geworden is. ziet het er uit,
of men het zonder al te veel moeite
nu ook verder wel eens worden zal.
Een plan van Lloyd George.
Naar de „Msb." uit vertrouwbare
bron verneemt, heeft Lloyd George ge
volg gegeven aan zijn vornemen om,
wanneer het aceoord tusschen hem en
Poincaré niet verkregen kan worden,
aan Poincaré voor te stellen, het ge
schil omtrent dc voorwaarden, die ten
grondslag moeten liggen aan het mora
torium, aan Duitschland toe te ken
nen, aan een soort scheidsrechterlijke
uitspraak te onderwerpen door de
zaak te brengen voor den volkenbond.
EEN COMPROMIS.
Donderdag was voor het Duitsche
Rjjkskabinet bijna uitsluitend gewijd
aan de Beiersehe kwestie. Gemeen
schappelijke besprekingen der leden
van de rijksregeering met de Beiersehe
regeeringscommissie, wisselden af met
zittingen van het rijkskabinet en ver
gaderingen der Beiersehe commissie,
die tot laat in den avond voortduur
den. De besprekingen zijn thans, naar
verluidt, zoo goed als beëindigd. Om
trent den aard der overeenkomst zijn
nog geen authentieke mededeelingen
bekend, doch met zekerheid verluidt,
dat de Beiersehe regeering bereid is
haar verordening in te trekken, waar
tegenover de rijksregeering harerzijds
verklaarde, dat zij met de wet ter be
scherming van de republiek geen in
breuk had willen maken op de rechten
van Beieren en bereid is waarborgen
te geven en aanzien van zekere Zuid-
Duitsche wenschen.
DE AMERIKAANSCHE EISCHEN
TOT SCHADEVERGOEDING.
In de Duitsche rijkskanselarij werd
door den Duitschen rijkskanselier, dr.
Wirth, en den Amerikaanschen gezant
te Berlijn een overeenkomst geteekend
tusschen de Duitsche regeering en de
Ver. Staten omtrent de instellingvan
een gemeenschappelijke commissie tot
vaststelling van de Amerikaansche
eischen tot vergoeding van de schade,
door den oorlog ontstaan. Hiertoe be-
hooren eischen van Amerikaansche bur
gers tot vergoeding van de schade, die
sedert het uitbreken van den oorlog
door beschadiging en inbeslagneming
van hun goederen is ontstaan; verder
andere aanspraken op vergoeding voor
verliezen ten gevolge van den oorlog,
en ten slotte schulden der Duitsche re
geering en van Duitsche staatsburgers
aan Amerikaansche burgers.
De Duitsche regeering heeft verzocht
als onpartijdig voorzitter een Ameri
kaan te benoemen.
Een bericht van het W. B. meldt nog
dat de Amerikaansche regeering in
een schrijven verklaart niet van plan
te zijn bij de Commissie van Herstel
vorderingen in te dienen tot terugbeta
ling door Duitschland van militaire
pensioenen en van door de Amerikaan
sche regeering betaalde bedragen voor
krijgsgevangenen en hun verwanten en
aan de gezinnen van gemobiliseerden.
11 AUGUSTUS.
De Duitsche Rijkspresident heeft naar
aanleiding van den jaardag der grond
wet een manifest uitgevaardigd, waar
in hij o.a. wijst op de beteekenis van
den llen Augustus als grondslag voor
de toekomst van het Duitsche volk.
Verder zegt hij o.m.: Onder de zwart-
rood-gouden vlag moet het lied
„Deutschland, Deutschland uiber alles"
'het gezang van eenheid, recht en vrij
heid zijn, niet de uitdrukking van na-
tonale zelfverheffing, maar de feestelij
ke uitdrukking van vaderlandsehe ge
voelens.
Onze eenheid, ons recht, onze vrij--
heid worden nog steeds bedreigd, doch
wij willen niet vertwijfelen, het vaste
geloof aan de redding van Duitschland
en de wereld zal ons niet verlaten.
Het manifest besluit met een „Hoch!''
op de Duitsche republiek, het vader
land en het volk.
HET DOODVONNIS TEGEN DE
SOCIAAL-REVOLUTIONAIREN.
Sedert 8 Aug. vergadert te Salzburg
de conferentie van socialistische stu
denten, waaraan afgevaardigden deel
nemen uit Duitschland, Frankrijk, En
geland, Bulgarije, Tsjeoho-Slowakije en
Oostenrijk. Naar Moskou werd een te
legram gezonden, waarin tegen de
doodvonnissen tegen de Russische so
ciaal-revolutionairen geprotesteerd
wordt.
Het Letlandsclie Telegraaf Agent
schap meldt uit Moskou, dat de arresta
ties in de kringen der sociaal-revolutio
nairen voortgezet worden. De gea'rresj
terden worden in groepen voor koloni
satie-doeleinden naar de grensgebieden
der republiek van het Verre Oosten ge
zonden. Er wordt spoedig een nieuw
proces verwacht.
De algemeene raad van de Belgische
arbeiderspartij heeft te Moskou krach
tig geprotesteerd tegen het over de
soc.-rev. uitgesproken doodvonnis.
(Naar eene Engelsche vertelling.)
Ik heb niets tegen hem hii
is soms wel 'gezellig, zeide zij, ge
jaagd; ik wil er zelfs gaarne bij
voegen, dat ik hem met genoegen
zal ontvangen, als hit uw vriend
is, en ons aiieen onder dien titel
wil komen bezoeken.
W'. zeker, antwoordde haar
broeder, welmeenend. Weriford is
Eigenlijk maar een zonderling, die
och het beste hart van de wereld
Heeft.
Dat is wel mogelijk.
Zii stond op van de piano, en
aegat zich naar eene hoektafel,
waarop schrijfgerief lag. Zii
zeer vlug jets in een lang
Tk> dat zi' uit een Iade
sWt, t? trak zii een flinke
hoek j een blad uit het
ïier'in demand.' met h€t pa'
- -Plompte betaling niaakt gog
de vrienden, mimheer Gear, zeide
zü. met een van die heldere glim
lachjes, welke haar gelaat zoo- zei
oen verlichtten, en een g-eheel ver
f^erde uitdrukking auai haar
bi-pb o nen 8aveni en ik heb ge
in 1 vrienden te Nettlewood.
zag hrtVl? ,1apier aan' he-
tweehonderri r-l-een wissel voor
baaf aan dpri? Pond' betaal-
feaS" Curo
voor ik vijftien maandS Eekdïn'
geleden zoo gezwoegd had Ik
boog mil over de schoon-e blanke
nand, en bedankte die vrouw
Laat ons de zaken afhandelen
eer mijnheer Wendiord nier komt
en met ziine onbeschofte manieren
elk verstandig gesprek afbreekt,
zeide zij, terwijl zii naar den haard
ging. Herbert gaat gij mee?
Hii stond voor de tafel, en be
keek de platen van een oud mis
boek. dat daarop lag. Hii schudde
het hoofd op die vraag.
Ik heb eenen afkeer van za
ken, zeide hij, en 'laat alles aan
mijne meer praktische zuster en
aan den bouwmeester over.
.Wilt gii mii dan hierheen vol
gen, mijnheer Gear?
Een oogenblik later zaten me
vrouw Zitman en ik voor den
Ihaard.
Met zakenkennis, die voor een
jonge vrouw, en vooral voor zulk
een jonge vrouw opmerkelijk was
sprak zii in bijzonderheden over
miin plan voor hare nieuwe wo
ning Ik bemerkte weldra, dat zii
mijn plan door en door begrepen
had. en het om zoo' te zegxen van
buiten kende.
En gij berekent dat dit huis
mii maar viif duizend pond zal
kosten, zeide zij; dat was de be
paalde som toen ik een aankondi
ging vpor de bouwplannen plaat
ste. Kunt gii dit beloven?, i
Ja zeker, mevrouw. 1
Het komt er niet op aan, als
het eenige ponden hooger loopt
eenige duizenden zou bezwa
ren ppleveren.
Mevrouw Zitman behoeft zich
niet ongerust te maken, dat ik mii
in mijne berekening zoo- zal ver
gissen. i
Welnu, gii Jcunt van af de vol
genae week, van 's morgens ze
ven tot 's namiddags vijf ure, over
vijftig, man, onder een bekwamen
opzichter beschikken. De opzich
ter zal u 'in den aanvang! van de
week aan de herberg te Nettle
wood komen opzoeken, en wijd
en breed over de zaak met u be
raadslagen. Ik geloot dat hi« van
zin i.s, zoolang het bouwen duurt,
te Henlodk, met het meestendeeel
zijner .werklieden huisvesting te
zoeken. .Git begrijpt dat gii de op
perbevelhebber zijt. Ik vertrouw
u alles toe gii zift de verant
woordelijke persoon.
Ik hoop mii uw vertrouwen
waardig te maken, mevrouw.
Daaraan twijiel ik niet er
is iets in u,w gelaat dat dadelijk
mijn .vertrouwen heeft opgewèkt
Ik werd bloedrood bii .deze gul
le bekentenis, toen zii dit zag bloos
de ook zii over de uitwerking van
haar ondoordacht gezegde^ maar
lachte toch even over mijn verle
genheid. Y
De menschen die hier in
Cutnberla-.nli te huis' behpoirdn/
hebben zulke koude, onbeweeglij
ke gezichten, alsof ze uit hout ge
sneden zijn, vervolgde zii tot na
dere .verklaring; het is of Jiftn ge
laat tot masker voor hunne ge
dachten dient. Het is geen vleierij
als ik u zeg, dat ik uw gelaat ten
minsten "begrijp.
,Wel ik iheb ook niets te .ver
bergen, mevrouw Zitman, zeide
ik; ik bezit geen geheimen.
Dan zijt giii een gelukkig
mensch, hernam zij, snel en heftig
en de wereld ligt heerlijk voor u
als gii niemand jhoeft te vreezen
en zelt niets onbillijks in den zin
hebt. Maar om op, ons gebouw
terug te komen? i l i 1 j
Ja, op ons gebouw, herhaal
de ik.
Dat moet tegen Kerstmis aan
staande voltooid zijn. Gif moogt
als gii wilt, honderd handen meer
aan het werk zetten, wii „zullen
desnoods al de werklieden van
heel Cumberland ,en Lancashire
in beslag nemen; jnaar behoed
mii gr voor. „wat ik u bidden mag,
om nog een Kerstfeest in dit
praalgraf te vieren.
Ik hield mii alsof ik hare zon
derlinge heftigheid niet 'opmerkte.
Ik zal mijn best doen ik
kan het bijna beloven als ik knap
pe „werklieden heb.
Ik dank u, antwoordde zij,
met eenige dankbaarheid; ik zal
blii zijn. als ik dit huis verlaten
heb. Zeg eens ronduit, oi het u.
zelfs als vreemdeling, geen ril
ling pp het lijf jaagt.
Het is eene schoone, ouder
wetsche woning, was miin ontwij
kend antwoord.
Ik had er reeds als kind een
afkeer van, ging zii voort. Eens,
toen ik verd\,aakl was, en hier;
eene schuilplaats vond totdat mij
ne vrienden mii kwamen halen,-
verloor ik mijn verstand bijna in
dit huis. Ik dacht .toen niet dat ik
eens den eigenaar zou huwen, en
het zou bewonen en dat de
schaduwen mii. zouden vervolger
en mii nergens rust tonden laten,
Gii glimlacht over mijne opgewon
denheid, mijnheer Gear.
Ik verzeker van neen. 1
Ik hoop, da. ik een woning,
waar jnii .geen treurige herinne
ringen kwellen, tot rust zal komen.:
O! dat hoop ik zoo vurig, niette
genstaande ik mijnen broeder hier
achterlaat, en mijn leven dus eigen
lijk nog eenzamer yyprdeii Za\