•I' s
f! I! ||S *~lt||ag'
of
s^gf*
«r--IsrS
Eén dag Dokter.
¥gT
ril 2 11 n r: nu ftiim i s
ft
I
ae
2
cö
W
I
ss ss xi. .«™„d ss- -? z assjstJ a
O
o
o Cu
cr co
~5T
wm+ Q- 3
fin
u
O
-* O
O s
10
U <t>
poop»
oooo
~Vt-
«4
f»
Br
H
popCOC^H
o* os 'c. ~vl <1 CO
o<oiOoiO?CO
A
9
ac
s?
bb £J tl K. ook, g
5 p E«
P IT gN^g-Mlgoc
t-P'^ h£p.
P g E g C f
iS. H. £S. w I
o o,,-»1 p. lx kJ
w>' 5VU
fiS.Slg.Sl.Ssl
rsr-Cr—TT
'Si 1 «-f- <5 U1 C/3
g-a-SSF0'
ST*-*
O fb fis
8
&w g 33 r g 2
O 3 =rC? w.
a P- c «-ff
S?t-iF'ja"^
""^530V<Ê4^_
0
Mi MW%
„U stelt u aan als haar ridder. Maar volgde. Dat was de man van voorheen.
u bent wel wat voorbarig met u als zoo- kenbaar aan zijn kleine, magere ge-
danig te beschouwen". stalte. Hij sloop langs de huizen en
Mijnheer dit duld ik niét," riep dook bij het minste geluid weg in de
de Marsan woedend. donkerste hoeken. Zijn schraal li-
,,Pas op, mijnheer, u hebt een mede- chaam en gebogen houding deden hem
dinger, die te vreezen is. Dat zult u op een hyena gelijken, die in den nacht
spoedig genoeg ondervinden." ronddwaalde en naar een prooi zocht.
Géroux had dit op triomfantelijk Weldra was vader Anselme aan het
spottenden toon gezegd om den jongen eind der straat en kwam hij op een
man te tergen. vierkant plein aan een zijde begrensd
Ook.
Beleefd ging hij
Zijn vriend, zijn vertrouwde....
hebt grooten invloed op hem."
„U overdrijft...."
t,0 neen. dat is bekend en zeer ver-
..Mljnheer Géroux. u bent boos op
mij, geloof ik."
„Ik." riep Anselme. alsof hij heei
Verbaasd was.
.Ja, U.."hield Gilbert vol.
„Neen. u vergist u, op u niet, mijn
heer de Marsan."
„Op wie dan
Anselme aarzelde. Toen zei hij met
gemaakte verontwaardiging
„Op mijnheer Richeroy."
"u«ar(im?"J "Nu is het' genoeg," schreeuwde door open terrein.
uVraagt u dat nog mijnheer de Gilbert ten prooi aan de heftigste op- Middernacht was reeds lang voor-
Marsan Dat weet u beter dan wie gewondenheid, hij.
Hij vatte Anselme met koortsach- Een angstige stilte, een verontrus-
voort„U bent tigen greep bij den arm. tende eenzaamheid heerschte in dit
U Een oogenblik werd hij aangegre- verlaten stadsdeel, dat een onbewoonde
pen door een dolzinnig verlangen om doode stad geleek,
den nietigen grijsaard te dooden. Hij Anselme haalde den brief uit den
wist zich echter te beheerschen om zak. richtte zich naar de brievenbus
eerend voor u, want Richeroy is een geen strafbare daad, geen misdrijf te op een hoek van het plein en wierp den
rhSft, óp wiens vriendschap men^ trotsch plegen b"ef daarin. Een licht gedruisch deed
kan zijn." Overigens was de dienstbode, ver- hem verschrikt omzien.
„Ha," dacht Gilbert, „hij begint schrikt door de luide woordenwisseling, Onverwachts, met een ongeloofelijke
te vleien." haastig komen aanloopen. Hevig op- vlugheid en lenigheid, sprong de man,
„Mag ik U vragen, mijnheer," sprak gewonden riep zij dat Zij hulp zou gaan die hem gevolgd was, hem naar de
hij, „in welk opzicht ge u over den halen de politie keel en stiet hem zonder een oogen-
beer Richeroy te beklagen hebt „Laat mij los," huilde de verrader, blik te aarzelen een dolk in het hart.
„Hij heeft tegenover mij gehandeld worstelend om zich te bevrijden, waar- „Dat s de wraak van het Slacht-
op een manier, die ik niet nader zal bij hij de hand van den jongen man offer." siste hij tusschen de tanden
flüalificeeren." riep de oude toornig, openkrabde. met een helsche vreugde.
Gilbert aarzelde om nader aan te „Daar. je verdient niets dan mijn In de volle borst getroffen wankel-
dringen en misschien geheimen te verachting IDie schenk ik je ge- de Anselme en zeeg neer onder het uit-
achterhalen van den man, wien hij heel." zei Gilbert met de grootste min- stooten van een dof, klagend geluid,
zoo groote dankbaarheid schuldig was. achting, terwijl hij den arm van An- De moordenaar vluchtte over het
Echter meende hij toch te moeten selme losliet. open terrein en liet den ongelukkigen
doortasten. Zonder verder een woord te spreken grijsaard zielloos op den^ bevroren
„Wat heeft de heer de Richeroy ging hij heen. grond in een plas bloed achter,
dan tegen misdreven De oude vrek was, hoewel zijn min- De nacht hernam zijn doodsche
„In de zaak der mijnen van Roche- derheid gevoelende, zeer kalm geb even, stilte,
taille. Eerst belooft hij, mij te zullen omdat hij wel begreep dat Gilbert geen
steunen en op het laatste oogenblik misbruik zou maken van zijn meerdere IV.
trekt hij zich terug, wat mij groote ichaamskracht.
schade berokkende en mij het vertrou- Zoodra hij zich echter met de oude Terwijl dit tragisch tooneel, dat
wen van baron Volcaster deed verlie- dienstbode alleen bevond, kWam al voör Gilbert zulke noodlottige gevol-
ïen," zijn haat weer boven en hij iste tus- gen zou hebben, Zich afspeelde, was
Hij had hartstochtelijk gesproken.Men schen de tanden: „Dat zal hij me baron Volcaster ten prooi aan al de
gevoelde dat zijn baatzuchtige ziel duur betalen Ik zal mij wrekenkwellingen van een slapeloozen nacht,
door die schade diep getroffen was. „...Het middel daartoe ligt gereed.." De weelderig ingerichte Vertrekken,
„De heer de Richeroy heeft van die Zoo Sprekende haalde hij den brief straks zoo schitterend verlicht, wareh
«aak afgezien omdat hij ze niet veilig uit den zak dien hij bij de komst van nu in de diepste duisternis gehuld en
achtte.
„Dat had hij vroeger moeten over
wegen. Overigens hij waagde geen adres
kapitaal, wij verlangden alleen zijn
naam.'"
„Hij telt meer prijs op de eer van
Gilbert verborgen had en las met een lagen d .ar in doodsche verlatenheid,
zenuwachtigen lach op zijn gelaat het Welk een geheimzinnig waas weef
de de nachtelijke cfuistefnis over de
,Den Heer Mochelier, bankier te ruime zalen.
Parijs." Van tijd tot tijd sléchts verbrak het
Om dezen geheimzinniger] brief te geraas van een rijtuig de diepe stilte
zijn naam dan op al het geld van de schrijven had Géraux het huis van om zich spoedig weer in de verte te
wereld," antwoordde Gilbert vol vuur. baron Volcaster vroeger verlaten en verliezen.
„Keurt u zijn handelwijze goed," om hem spoedig zijn bestemming te In een soort van^halve verdoóving,
vroeg Anselme vol schrik. doen bereiken ging hij ondanks het waarin de baron, van tijd tot tijd door
„Zeker keur ik ze goed," antwoordde vergevorderde nachtelijke uur hem vermoeidheid overmeesterd, verviel,
Gilbert Vrijmoedig. zelf naar de bus brengen. trokken de gebeurtenissen van den
„O, ik heb het wel gedacht, ik was „Wie zou dat gedacht hebben van vorigen avond vaag zijn geest voor-
er zeker van, het was op uw raad, dien aardigen Parijzenaar," mompel- bij,
dat Richeroy ter elfder ure zich terug- de Mine, blij datfde bezoeker vertrokken „Antonin Hublay door een beroerte
trok om ons te ruineeren," riep Anselme was.' getroffen! Dood, zoo öhverwacht in
die zijn hoop vervlogen zag. „Hij zal het mij betalen!Hij de eeuwigheid gestóft."
„Ha," dacht Gilbert, dat is dus zal het mij duur betalen," herhaalde Hij mocht er zich tégen verzetten,
de eenige reden voor zijn wraakzucht. Anselme met woede n het hart. „Mo- de tragische dood van dên bankier had
Gelukkig is Madeleine er buiten." chelier zal morgen mijn brief hebben, een diepen indruk op hém gemaakt.
Nu liet hij alle geveinsdheid varen Die zal hem woedend maken op de Neen, het gevoel was in zijn hart niét
en kwam met de rondborstigheid van Marsan". uitgedoofd en Verhief zich öp zekere
zijn karakter vrijmoedig voor zijn mee- En hij zette zijn bedreiging kracht tijden boven zijn gewone onverschil-
ning uithij verklaarde dat hij werke- bij door een vuistslag op Zijn lesse- ligheid.
lijk Richeroy dezen raad gegeven en naar. Ondanks zijn hartstocht voor het
daarmee volgens plicht en geweten „Gaat u nog uit, mijnheer," vroeg goud, die hem geheel dééd opgaan in
gehandeld had. Mine verschrikt. zijn zaken, had hij op den bödem van
Hij was opgestaan en sprak met al „Ja, die brief heeft haast. Ik ga hem zijn hart toch een zekere rechtschapen-
het vuur zijner overtuiging. even in de bus doen en ben dadelijk heid bewaard die hem afkeerig maak-
Óek Anselme sprong op, razend van terug" te van iedere oneerlijke daad. Daarom
tpijt en woede en hij schreeuwde: „Maar onderwijl sterf ik van angst, was hij, na zijn protest tegen de aan-
„Dêze brutalitei zal u berouwen als u me alleen laat na dit bezoek dat tijgingen van Charles Hublay in zich
„Nooitmij geheel overstuur gemaakt heeft." zeiven gekeerd, stil geworden en had
W et u dat een vriend van baron „Sterven van angst? Daar zul je niet willen luisteren naar de verdacht-
Volcaster, Mochelier, de ziel der onder- den tijd niet voor hebben, Mine, want making van Géroux tegenover Gil-
nemirtg was 1" daarvoor ben ik veel te gauw terug," bert, omdat hij de zaak der mijtien van
Dat weet ik." zei Géroux grappig. Rochetaille niet voldoende kende.
„Dan weet u ook dat u Mochelier „En als u een ongeluk overkomt? Nog andere gedachten kwelden zijn
deodelijk beleedigt hebt?" Deze Gilbert de Marsan kon u wel vol- geest in dezen toestand tusschen wa-
„Rêchtvaardigiieid gaat voor alles." gen, u mishandelen, misschien u doo- ken en slapen. Hij dacht aan zijn doch-
„0, staat het ooWelnu, dan den," sprak de dienstbode bevend van ter, aan zijn eenig kind, zijn aangebeden
-izi i.M i. »AM)> min
een openlijke oorlogsverklaring.
„Die vrees ik niet." sprak Gilbert
angst. Madeleine, voor wie zijn vaderlijke
Anselme liet een korten, spottenden trots hem een schitterende toekomst
met vuur, „En lk verzoek u in het ver- lach hooren. deed droomen.
volg m'j nUt zoo beleedigend te fixes- „Ik heb hier iets om hem af te weren, Helaas, de zwakke gezondheid van
ren als u bij den baron lan het diner als hij mij te na komt," zei hij, terwijl het dierbare kind boezemde hem steeds
gedaan hebt." hij een geladen revolver liet zien. groote ongerustheid in. Zeer vatbaar
„lk heb niet na r u, mrar naar juf- „Speel daar niet mee, dat is gevaar- voor alle indrukken en van een bijna
irouw Madeleine gekeken. Het is een lijk," zei de oude getrouwe voorzich- ziekelijke gevoeligheid, was het jonge
mooi meisje." tig. meisje onderhevig aan zenuwtoeval-
Cilbert verbleekte en voelde zijn Zoodra haar meester vertrokken len waarover de geneesheereh zich
angst terugkeeren. was, sloot zij zorgvuldig de deur. steeds ongerust toonden.
„Mijnheer ik verbied u zoo over Anselme liep haastig door, hoewel En evenwel, niets was er gespaard
een achtenswaardige jongedame te in gedachten. Hij bemerkte de zwarte voor Madeleine's lichamelijke ontwik-
opreken schaduw niet, die hem og een afstand kelbv Zji leefde in overvloed, bracht
het grootste <JeeI van den winter te
Parijs of te Nizza door en ademde in
het schoone seizoen de zuivere en ver
sterkende lucht in van het gebergte
of het zeestrand. Men omringde haar
met alle zorgen, met teedere genegen
heid, strooide rozen op haar weg en
trachtte alle droevige beelden aan
haar blikken te onttrekken en haar
alles te verschaffen wat haar leven
kon veraangenamen.
Maar dat alles kon haar natuur niet
veranderen. De bleeke bloem boog
zich bij het minste zuchtje, ondanks
den gouden stut bij haar stengel.
Men begrijpt gemakkelijk hoezeer
de baron er tegen opzag zijn dochter
het minste in den weg te leggen. Hij
leed zelfs onder het vooruitzicht tegen
haar neiging te moeten kampen. Hij
verwenschte bij zich zelf den ouden
Anselme Géroux, die zijn opmerkzaam
heid gevestigd had op de genegenheid
die tusschen Gilbert en Madeleine be
stond. Waarom bemoeide zich deze
listige oude met een zaak die hem in
het geheel niet aanging Bij hem,
den baron, was het denkbeeld van
genegenheid bij Madeleine voor Gil
bert nooit opgekomen.
Zou hij den jongen man als schoon
zoon kunnen aannemen
Zeker, de Marsan boezemde hém
een sympathie in, die hij zich tot nog
toe niet had willen ontveinzen. Hij
schatte den jongen man hoog, die zich
zijn weg door het leven zoo dapper ge
maakt had. En verre van het hem
euvel te duiden, dat hij het oog had
durven slaan op zijn dochter, vond
hij dit een reden te meer öm zijn ka
rakter te waardeeren.
Wanneer hij echter al bij zich zelf
hem daarom toejuichte, evenals hij
een artist, een acrobaat om zijn han
digheid en stoutmoedigheid bewon
derde, hij zou toch wel zorgen hem
dit niet te laten vermoeden en nog min
der zijn pogingen aanmoedigen.
Waarom Omdat de rijke financier
op dit punt zijn vooroordeelen had
van een zeer moderne soort. Zooals
voorheen een edelman nooit van harte
zijn dochter zou gunnen aan een pre
tendent, die niet het vereischte getal
kwartieren in zijn blazoen had, zoo
wilde deze hoogepriester van het gou
den kalf, deze geldman, deze onder
nemende man van zaken zijn dochter
slechts afstaan aan een geldvorst.
Wanneer hij Gilbert de Marsan bij
zich aan huis ontving, wanneer hij
toegaf aan het verlangen van Made
leine, dan zou hij zijn macht en in
vloed verminderen, een gunstige ge
legenheid zich uit de hand laten glip
pen om die krachtiger te maken, ja
om zich een nalatenschap te verze
keren, waarin zijn naam roemrijk zou
voortleven.
Alle overwegingen moesten terzijde
gezet worden tegenover dit schitte
rende vooruitzicht. In zijn naïve trots
hechtte hij aan het huwelijk zijner
dochter een overdreven gewicht, eenigs-
zins als een vorstelijke verbintenis,
die geboden wordt door de politiek
en de belangen van den Staat
Deze voorstellingen moesten hem
wel op een ernstige misrekening te
staan komen en vroeg of laat strijd
uitlokken. Nu reeds, in dezen nacht
van afmattende slapeloosheid, ge
voelde de baron als een gewoon bij-
geloovig mensch zich bedreigd door
wat hij een onvermijdelijk en onver
zoenlijk noodlot noemde.
(Wordt voortgezet).
In het jaar 1884 had ik als hofmeester
op een kustschip voor drie maanden een
betrekking aangenomen, waarvan de. op
brengst moest dienen om mij naar Chi
cago te brengen en daar mijn hoofd zoo
lang bovt water te houden, tot het mij
gelukt was een wat beter bezoldigde be
zigheid te vinden, Hoe stout mijn ver
zachting ook was, wanneer ik onder be
zigheid een zoodanigen werkkring ver-
id, die mét mijn opvoeding éh mijn
afkomst in overeenstemming zou te bren
gen zijn, ze Was toch geenszins zonder
vooruitzichten en alles wel beschouwd,
wilde ik toch nag Hevg» Assa, flost y
BH
AM
2 SI 1
SM
ill 1 i
Til
M
2™ 1 1
V
i
V
III 1
5 1 .li IB [KJ
il IS
Is
h
s-
e
u
8.
i ISI
l&l. Bi Efeli
1 f 1
's
5T
Ol
TL
i
li i
I'M I I
M H
ca
©3
üa
eo
o
i
O
O 3
O
-*7
5
vatenwasscher befeleeden, dan onder een
bestendig dronken kapitein, het uitvaag
sel van het internationale menschdom,
zooals zich slechts op een Amerikaansch
kustschip bevindt, te bedienen. Ik reisde
dus met een som van honderd en eenige
dollars in contanten en met de hoop op
e betei e toekomst naar het trotsche
ChAldiar aangekomen, bleken mijn ver-
Wachtingefl van bedriegelijken a rd te
rijn, en zelis bet vooruitzicht de een ot
andere ondergeschikte betrekking te ver
krijgen, verdween allengs even snel als
de inhoud van mijn geldbuidel. Op de
arbeidsmarkt was beslist meer aanbod
dan vraag om kort te gaan, de dagen
en weken verliepen en daarmee ook mijn
beetje geld.
De beminnelijke eigenares van het zeer
bescheiden kosthuis, waar ik mijn intrek
had genomen, verklaarde mij op een Za
terdagavond even beleefd als afdoende,
dat Zij nöch lust noch reden had, mij
voor al of niet afzienbaren tijd zonder
vergoeding den kost te geven; ik moest
dus goedschiks of kwaadschiks de gast
vrije plek verlaten. Mijn bundeltje te
pakken was des te minder noodig, duar ik
alles wat ik mijn eigendom noemde, be
stendig bij mij droeg.
Daar stond ik nu moederziel alleen op
zekeren nacht in de wereldstad Chicago.
Daa: mijn zakken enkel met die kostbare
stof gevuld waren, waaruit onze Lieve
Iïeer weliswaar indertijd de wereld schiep,
maar die in onzen tijd niets opbrengt, kon
ik mij geen onderkomen verschaffen. Ik
moest derhalve den nacht in de straten
van de „Koningin van het Westen" door
brengen, waarbij de overtuiging zich bij
mij vestigde, dat ook de koninginnen haar
schaduwzijden hebben. Een poging om op
een bank in het Lincolnpark de moege-
loopen beenen uit te strekken, werd rau
welings door den gummistok vain een on-
v .yachts opduikenden politie-agent ver
ijdeld. Daarbij was met alleen de stok,
dh in de gegeven omstandigheden ook
de opmerking van den man pijnlijk, die
in allen ernst meende, dat ik naar huis
moest gaan als ik slapen wilde. Alsof ik
Ast niet graag gedaan zou hebben, als ik
maar gevreten had waarf Toch nam ik,
om tegen den arm der wet niet verder in
verzet te komen, den schijn aan, alsof ik
dt. vriendelijke uitnoodiging gedwee wil
de opvolgen, en ik verliet het park om
mijn slechts voor korten tijd onderbroken
Wandeling door de straten te hervatten.
Voor het overige moge het voldoen
de zijn te zeggen, dat ik mij den volgen
den morgen in een dier herbergen be
vond, waar de vakmenschen in de ver
schillende bedrijven als agenten hun
Voelhorens naar den gaanden en komen
den man uitsteken.
Toen ik de „Saloon" binnentrad, moest
ik tot mijn schrik ervaren, dat roode Wil
lem d. w. z. de man, dien ik zocht,
nog niet aanwezig was. Daar ik hem reeds
tweemaal telkens tien dollars voorschot
voor een betrekking, die hij mij bezorgen
zou betaald had, wilde ik hem juist van
daag met den noodigen klem te verstaan
geven dat ik voor mijn goed geld ook
eén daarmee overeenkomstig resultaat
wilde zien en dat het voor hem hoog tijd
werd zich aan mijn belangen te wijden;
mocht hij echter van plan zijn mij als een
„groen" te behandelen, dan zou ik hem
ongezouten het roode hoofd geducht
wasschen, en dat niet met woorden al
leen.
Juist wilde ik het bedompte lokaal
weer verlaten, wijl ik zonder Roodeu
William daarbinnen niets meer te doen
had, toen een der aanwezige agenten
mij in 't oog kreeg en dadelijk naar mij
toesnelde,
„Te drommel sir," schreeuwde het ge
bochelde kereltje mij toe, „waar zit je
toch? Weet je niet, dat de Roode u sinds
gisterenavond overal zoekt? De drommel
mag weten, wat voor belangrijks hij met
u voor heeft. Ik kan mij enkel voorstel
len, dat er voor hem en voor u een aar
dig semmetje te verdienen is. Blijf dus
hier en knijp niet meer uit!"
Ik stond paf. Als ik op de woorden
van den bultenaar vertrouwen mocht,
waren mijn aandeelen ongetwijfeld rijzen
de. Want wanneer de roode Bill mij,
juist mij, overal zocht, dan moest het vol
gens mijn -overtuiging heel iets anders
gelden dan den post van vatenwasscher
of een ander keukenbaantje. Toch kwam
het mij geraden voor, de mededeelingen
van den agent met althans uiterlijke kalm
te op te nemen. Ik verklaarde hem, dat
ik wel hier was gekomen om Rooden
Bill aan te treffen, maar enkel om met
hem op handtastelijke wijze over het ge
geven voorschot af te rekenen, en niet
om mij door zijn herhaalde betu'gingen
van dienstvaardigheid voor den gak te
bi»a houden, Daa£r a»
had aangetroffen, moest Ik mijn afrelre- wel reeds gemerkt hebben, dat n voort- Huls, dat wegens de massa der aldaar
ning tot later uitstellen, vermits ik over aan voor iets anders bestemd ben dan wonende menschen bijna altijd vol is. Na
twee uren in gezelschap van een netten voor het afwassehen van vuile tatetbor- hebben ze daar voor dit ziekenhuis een
gentleman naar St. Louis wenschte te den." dokter aangesteld, en wel een van het bij
gaan om daar een betrekking te zoeken. Ik maakte mij reeds voor een geharnast ons te lande bekende soort geneeshee.
Mijn truc had de door mij er van ver- antwoord gereed, toen Biii mijn arm nam ren, die hun studiën niet aan de unf-
wachte gunstige uitwerking. co met mij d® straat inging. u versiteii, doch hoogstwaarschijnlijk in
„Hoe, sir," klonk het uit den breeden „Neem mij niet kwalijk, mijnheer, ging het slacht- ot tuchthuis gemaakt hebben*
mond van den agent, „wil u werkelijk hij glimlachend voort, „maar u moet u be- Men heeft mij verzekerd, sir, dat die man,
weg" En iuist nu wilt ge weg, nu de for- paald in een beter pak steken. Kent u die zloh met den naam van dokter liet
tuin met beide handen te gelijk wenkt? den ouden Abraham in Wallstrect? Die betitelen, meer verstand had van de
Ne- i, sir, u moet hier blijven en met Bill zal u op mijn kosten zoo uitrusten, dat u whiskyflesch dan vun zijn ambt, en toen
spreken. Laat die onzekere betrekking in veiüg aan de taiel van mevrouw Van der hij eens een voetoperatie deed mislukken,
St. Louis varen, waar u je toch alleen Bilt zou kunnen verschijnen verem- naai de patient wel wat al te haastig,
maar de koorts op den hals kunt halen der3teld dat zij u daartoe uitnoodigde, dat mo ik bekennen zijn revolver et»
en hcud u aan den roode, die u heel wat Yes. sir, dat zou u kunnen. zond den onhandigen kerel langs den kori
ander: heeft aan te bieden. Ik zeg u, sir, lk haaste mij, Rooden Bill te antwoor- s a weg naar de eeuwigheid. Alle ara
wacht Bill kan niet lang meer nitblij- den, dat ik van den ouden Abraham in helders, m vereemging met de overige in.
vcn|" Wallstreet niets afwist, maar dat lk nu woners der stad, verlangden nu van dett
„En wie," zoo antwoordde ik, „wie zal graag eindelijk eens wilde weten, wat hij sheriff de aanstelling van een heuschen
mij Schadeloos stellen, als ik, om u te be- eigenlijk met mij voorhad. dokter, die a.s zoodanig zijn proeven kon
lie-en, niet vertrek en uw woorden, zoo- „Kalmpjes aan, sir," ga! Bill mij ten ant- afleggen, en merkwaardiger wijze eischte
als gewoonlijk, niets anders dan praatjes "w°°rd. „Vooreerst is de zaak niet zoo de geheele bevolking dat men naar eeni
rijn?" dringend, als ik ze tegenover die domme Duitscher zou omzien, daar, volgens hen,
„Als ik lieg, wil ik een half jaar lang jongens in de spelonk van Wilms liet de Duitsche geneesheeren toonbeelden
kostgeld voor u betalen. De heeren hier voorkomen, en ten tweede hebt u geen van nauwgezetheid zijn. Een bode van
zijn getuigen. Intusschen beschouw ik u, reden om zoo n grooten mond op te zet- den sheriff begaf zich hierheen, en ik,
sir, vooreerst als mijn gast." feu- dacht zoo, dat een man als u die Roode Bil!, had het geluk hem als opvol-
Öogenschijnlijk nog steeds met tegen- gisteren feitelijk voor het niets stond, g-r van dien gedooden vilder u, sir, te
zin, inwendig echter zeer tevreden over blij moest zijn, als Roode Bill hem op de kunnen aanbevelen. Driehonderd dollar
z" aanbod, volgde ik hem naar de „bar", been hielp. Dus niet boos zijn, sir, volg vast tractement per maand vanWege da
waar mij op kotten van den gebochelde kalm m!ln aanwijzingen, en ik wü mijn stad, daarbij nog" het geld. dat ge van
een onberispelijk ontbijt werd voorge- levenlang slechfs, water drinken, als het eiken zieke afzonderlijk ontvangt, en
diend Daar ik 's-avonds te voren niets ni-- ë°.ed uitkomt het zal u geen vrije woning. Vanavond vertrekt u, mor-
gegeten had, en de nacht overigens ook schade zijn. En nu naar den ouden Abra- g.a vroeg bent u in Atchison als vast
zeer koel was geweest, waren ham met ham; daarna een flinke lunch, waarhij ik aangestelde dokter aan het ziekenhuis
eieren en heete koffie een ware weldaad u de heele geschiedenis uit elkaar zal aldaar.
voor mij. zetten, en van avond zit u op uw dooie Als iemand mij verzekerd had, dat ik
Die kleine uiteenzetting had de opmerk- gemak in den trein en op weg naar uw den volgenden dag als Mohamed de Ze.'
zaamheid der aanwezigen getrokken. Men fortuin.' venendertigste tot beheerscher van alle
beschouwde mij als een soort wonderdier Wat bleef mij voorloopig anders over geloovigen zou worden uitgeroepen, ik
en brak zich bliikbaar het hoofd er over c' J 's-mans voorschriften te volgen? Bij had niet erger verbaasd kunnen zijn daa
wat de Roode Bill toch met mij kon voor- den ouden Abraham veranderde ik wer- nu Roode Bill mij deze mededeeling
hebben. Het leek ongehoord, dat die kelijk in ee„ fijnen mijnheer, en toen wij deed.
gentleman, die zich anders geenseins door daarna in een der beste restauiants van In het eerste oogenblik sprakeloos,
bizonderen ijver onderscheidde, een de stad een waarlijk uitmuntenden lunch lachte ik h<volgende oogenblik luidkeels
werkzoekende, ronduit gezegd, naliep, gebruikt hadden en voor een flescb bes- en maakte BUI er opmerkzaam op, dat ik
vooral nu het een „German" betrof. ten rijnwijn zaten, kwam Bill eindelijk weliswaar de eer van tot stadsgenees.
Dat mijn eigen nieuwsgierigheid ten mei de zaak voor den dag, heer van Atchison benoemd te zijn, ge.
hoogste gespannen was, spreekt wel van «Nu, waarde heer, begon hij lang- noegzaam wist te waardeeren, maar dat
zelf. Met kloppend hart zag ik Bills aan- zaam en zoo omzichtig alsof het een ge- jk het met mijn plichtbesef niet overeen
komst te gemoet. wichtig diplomatiek gesprek gold, „hebt kon brengen, de mij zoo plotseling aan-
Er kon misschien een uur verloooen 11 m'i "ie' eens verteld, dat u daarginds geboden betrekking te aanvaarden, daar
zija, toen de deur open ging en de vurig hij u in Duitschland zoo iets als voor dok- 'h volgens de wetten van mijn land niet
verwachte met alle teekenen van groote 'er en apotheker gestudeerd hebt? Is dat gerechtigd was een zelfstandige praktijk
opgewondenheid naar binnen snelde. niet zoo?" uit te °cJcnfe" dat wel zou oppas.
Nauwelijks had bij mij ontwaard ol hij R de hoogste mate verbaasd over a®n met de Amerikaansche wetten in con.
greep mij aan en begon als een tol met Aazen aanhef, wierp ik Bill een blik toe, "'et t komen.
mij in 't rond te draaien, waarbij hij een waaruit hij minstens mijn verbazing lezen loch bleef Bill bij zijn voorslag vols
li. fiaansch krijgsgeschreeuw uitbrulde. Te kon. „Jawel," was mijn antwoord. „Wat heden. „Gekheid sprak hij. „Onzin! Waf
gelijk riep hij, nog van opgewondenheid zo" da«" 'jea 'elra D«'tschers toch rare menschen!
hijgend, met schorre stem: „Ik heb mijn -^e' onverstoorbare kalmte verklaarde k zou niet weten wat u zou kunnen
heele leven nog niet zóó geloopenl En dat Bill< dat dit eerst op de tweede plaats weerhouden naar Atchison te gaan. Alle»
voor u, sir, voor u! U had zeker ge- kwam; ik moest hem eerst een duidelijk w' 'J ,m?' van.Duitschland en z n wetten!
dacht, dat die paar dollars voorschot a"twoord geven op de vraag of ik feitelijk vertel.d hebt, is onzin Wij zijn.hier im.
verloren waren? He? Had u wel gedacht v or dokter en apotheker gestudeerd j!ers 'J1 vn!.e Amerika? U hebt boven,
dat Roode Bil! nog iets anders kon dan had- b,ewl'zea 'n den, zak dat. u da
whisky drinken? Sla toe, sir, sla toe! He, kortaf gesproken bevestigend »,e"eeskunde bestudeerd hebt en m een
kerel," zoo wendde hij zich tot den antwoord knikte hij als toestemmend met j t "its werkzaam bent geweest. Als
Chinceschen kroeghouder, „geef ons wat het hoofd en vroeg verder: „En hoeveel 1, ,u onder deze omstandigheden;
te drinken, maar vlug, voor de keel mij tijd. sir, hebt u ran deze Studie besteed? aansl,cit' dan,wect h'J h®el goed dat
geheel uitdroogt, anders heb je voor de Hre ver hebt u het er eigenlijk in ge- c? t '"irak*
Ia.tste T -alio "fiend!* verdif in d»bracht?" zalvers hier te lande.Steldns alle gewe-
gegoten." Ik vertelde hem dat ik mij vier jaar vo^stTaam'b°°W "Cem mija
.al je ellendig vergif in de glazen bracht?"
Ik vei
De kroeghouder, aan een dergelijke me* studie dei: medicijnen had j* nu i*
liefelijke behandeling van den kant zijner beziggehouden, maar dat het niet tot Lr<>n nni V
gasten wel gewoon, haastte zich de vrlen- voltooiing van mijn studie 1^- n ct ek
delijke opdracht uit te voeren, en wa'dra komen was, ofschoon ik het laatst als ÓverredintfsV.mri ITJI®*
kd-'" J«' UI 1tót b ™n ='«k™h«k ■■«««•ld r(;id v„k,„rfe" AuHvm'
naar
voorkomen te hebben, en diep op- 1 ^ia n3nt s'fl lV1 aar zeS eens: hebt u reecjs
adethehd Wendde bij zich V/eer tot mij. z0° icts a's bewijzen daarvan, dat rae{ 'kennis overeenknirWrla
„Nu sir", begon Bill, en hij knipoogde Gumenten of iets ZLteTo vS - alles dToef el"
mij hstii toe, „zoodra u je glas whisky bij dat ik mij ten slotte liet overhalen.
oot net zijne met een enltMen teug f üyef miJn antwoord wacht+e en ziïn teden«fpl1tnd mf>f W
binnen. Nu eerst scheen hij het al- banden en güig voort, }ev^n ^at tot nu «Meid had in do
rie uitdrogen zijner keel genoeg- levendigste kleuren af tl schilderen; het
raam voorkomen te hebben, en dieft op- V; n§ht sir! Maat zeg eens; hebt u ree(js iarH5 do'Uno^ord^ «»rY<tn<iM
-^etiiëhd Wendde hij* zich weer tot mij. 200 icts a*s bewijzen daarvan, dat raet mj:n hennis overeenkomende
,Nu sir", begon Bill, en hij knipoigde documenten of iets ZLe Te vS dTo4 Crtoi
j listig toe, „zoodra u je glas whisky vaÏÏ d'en aard' bij dat ik mij ten slotte liet overhalen
leeggedronken hebt, zulien we dit gifthol XXXfTlTT Spr£ken baalde jk Ik stemde dus tot groofe vreugde 'van
Verlaten en onze zaken bespreken. Wij Portefeuille te voorschijn, en toonde Bili toe< en daar er nog ecni(?e yóó
hebben met veel tijd meer te verliezen, de papiere-i, waaruit bleek, dat ik het vertrek van den trein verioopen
want om elf uur moet de zaak beklonken eenma-'' student m de medicijnen ge- ten. maakten wij nog een wandelln
zijn.
weest was.
n„„- i de sfre'en van Chicago. Ten slotte ge.
Terwijl de nieuwsgierige gezichten om Baar deze PaP'®r.®" m !iet Duitsch ge- bruikten wij nog een behoorlijk avond,
ons heen bij deze woorden al langer en feld waren, kon Bill ze niet lezen; niet- maal. Bill vergezelde mij naar het station,
langer werden, meende de gebochelde te™m onderzocht hij nauwkeurig de ze- nam een kaartje voor mij en overhandigde
moes-,
andeling door
r «4» ui) o bv u vuur mijn ueimaaeiing reeas oetaala,
mij met belet had heen te gaan, en dat 1K Wil «open dat u je alsdan Rooden meende hij, „en bovendien verheugt hel
b derhalve niet anders dan billijk zou z^b herinneren, die u dat mooie mij, u op de u toekomende plaats te zien
zijn, als Bill hem van den vermoedelijk zaakje bezorgd heeft. Let nu goed op het- Als ik eens. naar Atchison kom, dan hóoj
te verwachten goudregen eenige druppels ik u zeg. xk, dat ge mij gastvrij zult ontvangen. Eq
vooruit deed toekomen. "wien de wijn blijkbaar niet krach- nu vaarwel, dat het u goed ga daarginds,
Tégen alle verwachting en geheel tegen "g genoeg wdfej liet zich een groot glas in Kansas!"
ziin gewoonte in bleek Bill geneigd die whisky brengen, stak een flink stuk Ik reikte hem de hand en keek hen*
redenen als steekhoudend te erkennen, pruimtabak achter zijn gele taaden en nog eenmaal goed aan. Toen was het mij,'
en hij wierp hem een blanken adelaar begon na een duchtigen teug als volgt: alsof uit zijn kleine listige oogen eeni.'
(een goudsiukVan tien dollars) toe. Toen ««De geschiedenis is eigenlijk doodeen- overvloed van spot en leedvermaak fon-
nam Bill mij bij den arm en trok mij v°udig. Daar ginds in Kansas ligt een kelde, gelijk iemand dat laat blijken, dia'
mee de straat op. nest, Atchison genaamd, dat zich in den de zekerheid .heeft, een ander aaraigf
Daar ging hij in zijn volle breedte en katsten tijd ontzaglijk heeft uitgebreid, om den tuin geleid te hebben. Als daj
mei de beenen van elkaar vóór mij staan lk zeg u, sir, gebouwd wordt er dat het trein zich op^dst oogenblik niet in be wem'
en bekeek mij nu van het hoofd tot de een lust is, en ik lieg niet, als ik zeg dat ging had gezet, dan bad ik mij ten alle?
voeten. „Zult u er niets tegen hebben, sir," daar veel meer dan duizend arbeiders laatste nog bedacht. Maar nu was het
begon hij glimlachend, „als ik u oprecht werkzaam zijn. Daar is ook en let nu laat.
beken, dat uw geheele uiterlijk erg wei- op sir, want nu komt datgene wat u per- Het was reeds helder.lichte dag. toen iÉ
'.van een ho^ft? En ar't soa aaprfaat .een ol neth<)i doel mtinqr xex* bereikte, 4^