feuilleton
BINNENLAND
I
14e Jaargang-
Potuerteeren
BUITENLAND.
KORTE BER1CHTFN
Wikha™ Zitman "ek0men?
SS&tdat^die aiet
Abonnementsprijs:
Per kwartaal voor Alkmaar 2.—
Voor buiten Alkmaar 2
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f nooger.
Aan alle
In bijna alle bladen komen zoo nu
en dan economische verhandelingen
voor, ten doel hebbend het volk er van
te doordringen dat een algemeene ver
sobering noodzakelijk is, willen we
niet geheel en al ons economisch even
wicht verliezen.
Een vraag van niet geringe betee-
kenis is echter, of die verhandelingen
ook zoo gesteld worden, dat ze door
het gewone volk begrepen worden wat
toch zeer kennelijk de bedoeling is.
Zoo hebben we al herhaaldelijk kun
nen lezen, dat wo een heel eindje bo
ven onzen „stand" leven, óf, zooals het
dan heel leuk heet, aan het „pótvertee-
ren" zijn en is het mij evenzooveel ma
len gebleken dat verschillende men-
schen zich daarover nijdig maken.
We mogen ons daarover niet al te
zeer verwonderen en we hebben te be
denken, dat iemand een zeer goed en
zelfs een uitmuntend arbeider kan zijn
zonder dat hij over eenige algemeene
economische kennis beschikt.
En daarom kan ik me indenken, dat
menschen die een zeer klein inkomen
en een groot gezin hebben, ofwel met
groote werkloosheid e.d. te kampen
hebben, kwaad worden als ze zelfs
van goed gezinde lieden vernemen dat
ze in al hun narigheid nog aan het
„potverteeren" zouden zijn. Wat in hun
ooren als sarcasme klinkt.
In den regel wordt er mede bedoeld
dat we als volk soberder moeten leven;
in algemeenen zin te kort werken voor
een te hoog loon en dat op den duur
niet kunnen volhouden; maar ook in
dat verband is het noodig dat de voor
stelling zóó is, dat zjj door gewone
menschen kan begrepen worden indien
zij althans voor hen bedoeld is.
Ons nationaal en internationaal ruil
verkeer is nu eenmaal niet zoo gemak
kelijk te overzien en te begrijpen.
Er mogen eenige economische waar
heden zijn die_ voldoende duidelijk tot
het gewone voia spreken; in onzen tijd
nu bet gehecle economisch leven ont
wricht is en zelfs geleerden onder el
kaar het minder dan ooit ééns kunnen
worden, kan men het arbeiders en
daarmede gelijk te stellen personen
niet al te kwalijk nemen wanneer zij
met die zaken niet voldoende op dé
hoogte zijn.
Toch is het noodig vooral als er
offers gevraagd worden dat zij
zien en begrijpen waarom men die
vraagt.
Men neemt de arbeiders e.d. zoo ge
makkelijk kwalijk wanneer zij niet te
vinden zijn om vrijwillig een stap te
rug te zetten, maar daarbij mag men
alweer niet uit het oog verliezen, dat
door hen die boven hen staan in alge
meenen zin geen voorbeeld wordt ge
geven om vrijwillig eenigen welstand
prijs te geven; ofschoon dat het eenig-
ste middel is om eenig vertrouwen
te wekken wanneer men onder welken
vorm dan ook op versobering meent te
moeten aandringen.
Zoolang hooge en lage ambtenaren,
kortom allen die intellectueel boven
de arbeiders staan, weigeren om vrij
willig een stap achterwaarts te zetten,
hoewel toch ook voor hén dezelfde
overwegingen gelden en ook zij van de
steeds genoemde prijsdaling profitee-
ren, zoolang zal het weinig indruk ma
ken wanneer diezelfde menschen op
versobering als een economische nood
zakelijkheid aandringen.
Het goede voorbeeld is ook in dezen
nummer één; een duidelijke voorstel
ling van zaken, een bijna even groot
belang.
Voor iedereen is het begrijpelijk dat
Advertentieprijs;
Van I5 regels f 1.25; elkeregel meer f 0.25; Reclamaf
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bij voos
uitbetaling per plaatsing f 0.60
ger op den duur meer kan uitgeven
dan het ontvangt en we zullen dus
nu dat geval aanwezig is als volk
evengoed als een gewoon burger: of
meer moeten werken, óf minder moe
ten verteren en anders worden we
heel gewoon elk jaar armer, totdat ook
ons crediet verdwenen is en dan zou
het zelfs niet meer mogelijk zijn om
daarmede door te gaan.
Maar ook dat dient alweer goed te
worden begrepen.
Want volks-rijkdom is niet betzelfde
als volkswelvaart; zegt alleen dat er
één van de voorwaarden daarvoor aan
wezig is en zegt zeker niet dat ieder
van dien rijkdom zijn aandeel ontvangt
Alles hangt daarbij af of er een zoo
danige verdeeling plaats vindt, dat
ieder een redelijke gelegenheid heeft 'n
zekere mate van welstand te bereiken.
Zoo is het ook bij een algemeene ver
arming, waarbij een zoodanige verdee
ling van lasten moet plaats vinden, dat
niet de een alles, de ander niets ont
beren moet. En zeker zou het ongeoor
loofd zijn, zonder zeer groote noodza
kelijkheid, lasten te leggen op hen die
reeds nu in kommervolle omstandighe
den verkeeren.
Of we willen of niet, we'zullen met
verschillende economische factoren
hebben rekening te houden; maar juist
daarom is het noodig dat er getracht
wordt daarvan een duidelijke voorstel
ling te geven en dat door hen die
daarvoor in de gelegenheid zijn het
voorbeeld wordt gegeven om overeen
komstig hetgeen men voorstelt ook te
willen handelen.
Het is niet aan mij om aan onze ar
beidersorganisaties voor te schrijven
wat zij op hunne vergaderingen zullen
behandelen, maar nuttig lijkt het mij
toch wel, dat zij probeeren op die ver
gaderingen het algemeen economisch
inzicht wat te verruimen.
Want het is niet hetzelfde of men
gedwongen door de macht der feiten
én met wrok i.n bet hart tot iets over
gaat, dan wel door de overtuiging, dat
we aan die feiten op dit moment niets
veranderen kunnen en ze dus hebben- te
aanvaarden.
Als dan voor het bezoeken van de
vergaderingen eens wat meer animo
zou ontstaan dan nu in sommige plaat
sen het geval is, waren we in elk geval
al een heel eind vooruit en kan er naar
gestreefd worden, waar mogelijk, te ver
beteren wat te verbeteren valt al zal 't
nu juist niet meevallen om de interna
tionale verhoudingen, waarvan ook wij
de dupe zijn, te verwringen.
A. J. LOERAKKER.
ONGEREGELDHEDEN TE KON-
STANTIN OPEL.
Bij de betoogingen te Konstantinopel
laagde een groep van 300 personen
er in in de wijk Pera door te dringen,
waar de ruiten en uithangborden van
winkels zonder onderscheid van natio
naliteit werden stukgeslagen.
De opperbevelhebber der geallieerde
troepen publiceert een mededeeling,
waarin gezegd wordt, dat de betoogiu-
gen_ onmiddellijk moeten ophouden en
de inwoners zich na het invallen der
duisternis niet op straat mogen be
geven. Indien aan een en ander geen
gevolg wordt gegeven, zal de krijgswet
moeten worden toegepast.
Volgens een bericht van den ,Ti-
mes"-correspondent te Konstantinopel,
meegedeeld door R. B. D. werden er
ruiten ingegooid bij de Roemeensche le
K'Vic, van het huis der Grieksehe mili-
een volk evenmin als een gewoon J.ta're missie, van het Fransche postkan
"r-toor, het „Crédit Lyonnais" en van de
eetzaal der Fransche officieren in het
Bristolhotel.
ONLUSTEN TE KATTOWITZ.
Naar aanleiding van de voorvallen
der laatste dagen hebben de autoritei
ten zich tot den Poolschen minister
raad gewend met het verzoek in en
kele gedeelten der wojwodschap bui
tengewone rechtbanken in te stellen.
Ieder die wordt betrapt op openbare
rustverstoring, roof, diefstal, afpersing
of brandstichting zal den volgenden
dag worden gevonnist. Een door zulk
een rechtbank uitgesproken vonnis be
hoeft niet te worden bekrachtigd en
moet binnen 24 uur worden voltrok
ken.
De ongeregeldheden zijn naar Bis
marck Hutte overgeslagen. Toen het
personeel vernam, dat de loonen in
Poolsehe valuta zouden worden uitbe
taald, werden bedrijfsvergaderingen
bijeengeroepen, waarin de uitbetaling
van het loon in Poolsch geld van de
hand gewezen werd.
Zij trokken naar de villa van den di
recteur der Bismark-Hutte, Kallenborn,
die zwaar mishandeld werd. Toen de
politie hem wilde bevrijden, werd zij
door de demonstranten ontwapend.
Tenslotte moest een afdeeling infan
terie met twee machinegeweren aan
rukken om de menscbenmenigte voor
het directtiegebouw uiteen te jagen.
Uit een tuin werd met steenen naar de
militairen geworpen, waarop de com
mandant bevel gaf op de menigte te
schieten. De machinegeweren begonnen
te knetteren, en binnen enkele minuten
was het plein voor het directiegebouw
gezuiverd. Acht gedoode arbeiders,
één gedoode politiebeambte en een
groot aantal zwaar- en lichtgewonden
bleven liggen. Men overweegt de af
kondiging van den staat van beleg
over Bismarck Hutte. Het bedrijf staat
volkomen stil.
DE IERSCHE KWESTIE.
Een verklaring van Cosgrave.
In een uitvoerige verklaring om
trent de politiek der regeering zeide
de minister-president Cosgrave in de
Dail Eireann ten aanzien van de vre-
deskwestie, dat de vrede grondwettig
moet zjjn. Geen gewapende oppositie
kan worden geduld en de vrede met
Engeland moet worden gehandhaafd
op den grondslag van het verdrag.
Een tegenspraak.
Het ministerie van Koloniën spreekt
de bewering tegen, dat de Britsche
regeering een overeenkomst met de
Iersche regeering heeft getroffen, vol
gens welke eerstgenoemde de schade
zou betalen, voortvloeiend uit den ler-
schen burgeroorlog.
Een overwinning van de regeering.
De Iersche voorloopige regeering
behaalde haar eerste overwinning in
de Dail, die met 51 tegen 17 stemmen
een resolutie verwierp, welke was in
gediend door de Arbeiderspartij ten
aaazien van de poststaking en. de ver
klaring, van den minister van binnen-
landsche zaken, behelzend dat de re
geering het stakingsrecht der ambtena
ren niet erkende, afkeurde.
FRANKRIJK EN DE DUITSCH-BEL-
GJSCHE ONDERHANDELINGEN.
De Fransche regeering onthoudt zich
er van, haar oordeel aan Brussel ken
baar te maken over de jongste som
maties van België aan de Duitsche re
geering, maar daar het voor de hand
ligt, dat deze sommaties zonder prac
tised resultaat zullen blijven, is reeds
een besluit genomen.
De Fransche gedelegeerde zal aan
de Commissie van Herstel vragen te
constateeren, dat Duitschland in ge
breke is gebleven. Men is er zeker van,
dat de Duitsche regeering wist, dat dit
onvermijdelijk was en zich er bij heeft
neergelegd.
DE MOORD TE OBERCASSEL.
Niettegenstaande ook van Belgische
zijde thans is geconstateerd, dat er aan
Dujtsche zijde geen schuld was bij den
moord op de twee Belgische soldaten
te Obercassel, hebben de bezettingsau
toriteiten de verkeersvoorschriften op
nieuw aanzienlijk verscherpt. In Ober
cassel moeten de bewoners tusschen 8
uur 's avonds en 6 uur 's morgens af
zonderlijk loopen en het trottoir ver
laten en op 2 meter afstand daarvan
blijven, zoodra ze op 25 meter afstand
een militair persoon of op 50 meter af
stand een wachtpost zien. Deze bepa
ling trad gisteren in werking en geldt
tot 30 September.
BELGIë EN DE DUITSCHE SCHA
DEVERGOEDING.
Jasper, Belgisch minister van bui-
tenlandsche zaken, heeft gisterenmor
gen den Duitschen zaakgelastigde uit-
genoodigd aan zijn regeering de som
matie van de Belgische regeering ter
keimis te brengen, overeenkomstig het
besluit van 31 Augustus.
Daarop seinde Landsberg naar Ber
lijn, dat België wensebt dat de Duit
sche regeering zich vóór 15 September
verbindt om in een door de Belgische
regeering daartoe aangewezen bank,
vermoedelijk de Nationale Bank, 100
millioen goudmark te deponeeren, als
waarborg voor de stortingen van Au
gustus en September.
DE HULPACTIE VOOR OOSTEN
RIJK.
Volgens de „Prager Presse" belooft
de hulpactie van den Volkenbond ter
leniging van den nood in Oostenrijk
veel succes.
Oostenrijk, zoo wordt gezegd, heeft
ongeveer 60 millioen dollar noodig.
Het is waarschijnlijk, dat deze som
wordt bijeengebracht, te meer daar ver
schillende staten daartoe zullen bijdra-
Dat een dergelijk besluit in betrek
kelijk korten tijd kon worden verwe
zenlijkt, is het beste bewijs voor de
practische beteekenis van den Volken
bond.
Tsjeeho-Slowakije zal natuurlijk zijn
aandeel op zich nemen, maar het kan
natuurlijk geen'speciale offers brengen
welke die der andere Staten zouden
overtreffen.
DE STRIJD IN KLEIN-AZIë.
Uit Smyrna wordt gemeld dat Moe-
stafa Kemal pasja aldaar is aangeko
men
In een aan de Quai d'Orsay overkan
digde nota verklaart de Britsche regee
ring, dat zjj rekent op de hulp harer
geallieerden .om de verdediging van
Konstantinopel en het schiereiland
Gallipoli te verzekeren. Wat de oplos
sing der dringende kwesties betreft,
welke een militair karakter hebben,
stelt zij voor deze voor het oogenblik
aan de zorg der hooge geallieerde
commissarissen te Konstantinopel toe
te vertrouwen.
In antwoord op een verzoek van den
aartsbisschop van Smyrna beeft de
Paus order gegeven onverwijld be
langrijke bedragen te zenden om de
vluchtelingen en slachtoffers van de
krijgsverrichtingen in Anatolië te
steunen.
Uit Athene wordt gemeld dat. de
Grieksehe troepentransporten uit Smyr
na zonder noemenswaardige inciden
ten worden voortgezet. De troepen wor
den hetzij in Piraeus hetzij op het
eiland Paros of de Peloponesische ha
vens ontscheept.
Vier lichtingen zijn met verlof ge
gaan. De reservisten worden afgedankt
DE CONFERENTIE VAN
VENETIë.
Reeds is gemeld dat het Britsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken aan
de Italiaansche fleering heeft mede
gedeeld dat het een conferentie te Ve
netië niet geschikt acht, doch het drin
gend noodzakelijk oordeelt een groote
intergeallieerde conferentie bijeen te
roepen om het algemeene vraagstuk
van den vrede in het Naburige Oosten
te behandelen.
Thans meldt het Stefani Ag. dat de
Fransche regeering op de Italiaansche
uitnoodiging heeft geantwoord, dat zij
haar volkomen instemming met het
denkbeeld betuigt, doch het aan de
goedkeuring der Grieksehe regeering
ondergeschikt maakt.
De Shipping Board heeft bet bod
van 750.000 dollars voor 226 van zijn
houten schepen, welke gedurende den
oorlog zijn gebot, wd voor den prijs van
300 millioen dollars, aanvaard.
Uit Belgrado, wordt gemeld, dat
aldaar een Tsjeeho-Slowaaksohe depu
tatie is aangekomen, om over het slui
ten van een nieuw economisch verdrag
te onderhandelen. De besprekingen zijn
reeds begonnen.
De zetel van den Volkenbond zal
waarschijnlijk definitief te Genève ge
vestigd blijven, daar Zwitserland den
Bond terreinen voor den bouw van de
noodige lokaliteiten beschikbaar heeft
gesteld.
Lloyd George gaat de volgende
week naar Genève en zal in de Verga
dering van den Volk ïbond waarschijn
lijk een politieke verklaring afleggen.
Het uitvoerend comité van het
Arabische congres besloot in Palestina
de algemeene staking af te kondigen
als protest tegen de constitutie en te
gen het politieke mandaat over Pales
tina, dat gisteren officieel werd afge
kondigd.
Te Jekaterinoslaf zijn 52 aanhan
gers van de Petljoera-beweging ter
dood veroordeeld.
Volgens berichten in de bladen,
hebben te Rome botsingen plaats ge
had tusschen fascisten en Jong-Katho-
lieken die in gesloten gelederen terug
keerden van een plechtigheid in het
Vatieaan. De politie joeg de demon
stranten uiteen.
De bladen laken in krasse be
woordingen het gedrag van de paket-
boot „San Marino", die in den Atlan-
tischen Oceaan zestien passagiers van
boord zou hebben gezet, van wie er zes
verdwenen, onder voorwendsel, dat zij
ongewensebte personen waren.
De „Times" meldt, dat ten gevol
ge van den nieuwen toestand, gescha
pen door de Wemalistischo overwinnin
gen, versterkingen van Britsche en In
dische troepen naar Mesopotamië zijn
gezonden.
De staking van koelhuisarbeiders
van Smithfield is geëindigd.
Het T.-S. pei**reau deelt mede,
dat Benes en Schanzer binnenkort te
Genève een bijeenkomst zullen hebben.
De Grieksehe kroonprins is uit
Boekarest te Athene teruggekeerd.
Volgens een radiogram uit Berlijn
worden te Athene omvangrijke orde
maatregelen genomen. Alle betoogin
gen en vergaderingen zijn verboden,
alle schouwburgen en bioscopen ge
sloten
De echtgenoote van den gevan
gen genomen Griekschen opperbevel
hebber Trikoepis heeft een telegram
ontvangen,'meldend, dat haar echtge
noot en andere opperofficieren hot heel
goed maken.
De overwinning der Kemalisten
op de Grieken is in de Aja Sofia te
Konstantinopel door een dankdienst ge
vierd. Daaraan namen 70.000 personeD
deel, waarvan 20.000 in de moskee
Ook de Turksche kroonprins was aam
wezig.
„II Mondo" verneemt uit Vieova-
ro dat bij een militaire manoeuvre een
bom is gesprongen, waardoor een kor
poraal en twee artilleristen werden ge
dood. Twee andere soldaten werden
gewond.
De „Idea Nazionale" meldt, Jat
Oabriele D'Annunzio thans geheel her
steld is. Hij is bezig met de voorberei
ding van een boek over de politieke
gebeurtenissen in Italië.
Uit Constantino. 1 wordt gemeld,
dat de Kemalisten in Chionen bij Van-
dorma alle Grieksehe ambtenaren van
de tabaksregie hebben vpmioord.
DE KONINGIN IN ZWEDEN
Bij een maaltijd ten paleize hoeft
koning Gustaaf de volgende rede uit
gesproken:
Majesteit. Het is heden de eerste
maal in Zweden's historie, dat het 't
voorreen! en het genoegen heeft in
zijn hoofdstad een souverein uit Ne
derland te begroeten. Het v©rheugl mij
uiting te geven aan de vreugde welke
de koningin en ik ondervinden Uwe
Majesteit hier te ontvangen, vergezeld
van Zijne Koninklijke Hoogheid den
Prins der Nederlanden, en U hartelijk
welkom le hceten. Ik had mij voorge
leid in het afgeloopen voorjaar Uwe
Majesteit in haar hoofdstad te bezoe
ken, doch het zware verlies, hetwelk
Uwe Majesteit heeft geleden, heeft mij
niet veroorloofd toen aan dit voor
nemen gevolg te ge ven
Wij zijn dan ook dubbel getroffen
door het bezoek, dat Uwe Majesteit
ons thans wil brengen, en dal ons in
het bizonder dierbaar is wegens de
banden van bloedverwantschap, welke
ons beide Huizen verbinden
Nederland en Zweden hebhen vele
herinneringen gemaan. Meer dan ©ens
in den loop der afgeloopen eeuw©n
hebben beide landen de>z©Ifde aspira
ties gehaa en naar hetzelfde do©l ge-
streefa. In 7weden evenals in Neder
land wordt de nagedachtenis van den
grooten Hugo Grotius geëerd als die
van een der stichters van het Volken
recht
Deze herinneringen h.ebb©n in de
harten der Zweden oprechte gevoelens
van verwantschap achtergelaten. He
den nog bestaat er tusschen onze bei
de landen een gemeenschap van be
langen en aspiraties, en een overeen
stemming in hun standpunt ten op
zichte van de moeilijkheden van den
huidigen toestand, welke de hartelijk
heid der wederzijdsche betrekkin" 't
slechts versterken kan. Deze gem en-
schap brengt hen er levens toe naar
een wederzydscnen steun te vor een en
ten einae de bescherming hunner be
langen, welke zoo geheel ov©i eukom-
stig zijn met alles, wal (o-i hei nanet-
haven van den vrede en hel uil dan
weg ruimen van geschillen tusschen
de volken kan bijdragen, krachtiger
te verzekeren.
Wat mij zelf betreft, heb ik in de
ernstige lijden, die wij zoo juisi lub
ben doorgemaakt en welker ge vólgen
nog op de geheele wereld drukken,
getracht een dergelijke sai iw rkiiig
te verwezenlijken, en ik scil©p er e
hagen in om in het bezoek van u
Majesteit de getuigenis te zieil rtad e
denkbeelden door llaar word: 11 ge
deeld.
Met aeze gevoelens het ik" ru n s ai
tg Mass ra M ptiH
(Naar een Enqelsche vertelling).
17.
Ik verontschuldigde mij, dat ik niet
meer wijn dronk, door te zeggen dat
ik geen tijd meer over had, voor mijn
vertrek, en ik liet vrouw Ray alleen.
Ik ging in mijne kamer het weinige
mpakken wat ik voor mijn kort verblijf
in de stad noodig had, en daarna bleef
mij nog slechts een kwartier over. eer
ik Nettlewood verlaten zou.
Het was een donkere nacht, maar de
herren stonden helder aan den hemel,
ik kon ze van uit het venster mijner ka
mer, in het diepe, donkere meer zien
-temtieren. Ik spoedde mij naar bene
den en ontmoette Letty onder aan den
trap.
Mw W,aS het antwoord. Kom
ami mo'Jpr r Ci en laat de zaal
lk volgde haar in de achterkamer; ik
zag bij het licht dat op de tafel stond,
waarover zij zich heenboog om de drui
pende kaars te snuiten, dat hare oogen
rood geweend waren.
Wel, Letty, zeide ik, die plotselin-
m„TeraJl infien hebben een verschil-
wi Uu erkKel °P ons allen; maar ik
hadjrehoopt u gelukkiger te zien.
oe„ i u' antwoordde zij, met
een kwijnenden glimlach
Ik heb u voorspeld, dat er heldere
dagen voor u zullen aanbreken; ik ge
loof dit thans meer dan ooit.
Alles is zoo duister rond mij heen
murmelde zij; ik zie niet van waar het
licht komen zou. Ik hob vandaag eene
tijding vernomen, eer dat uw nieuws
tot mij kwam, en waardoor elke licht
straal voor mij is uitgedoofd.
Op dit oogenblik kwam Jabez bin
nen.
De veerboot ligt gereed, mijnheer
Gear, zeide hij. Mevrouw van het kas
teel en hare dienstmeid zijn hier, en,
voegde hij er bij, terwijl hij over zijn
schouder keek, als ik niet droom, is
Zotte Wenford er ook bij.'
X.
Allen traden de achterkamer van het
Yeerhuis binnen,
Mevrouw Zitman en mijnheer Wen-
ford waren het eerste, en de dienst
meid kwam achteraan.
Wenford zag mij aan met een zonder
lingen verslagen blik, en deed zelfs de
moeite niet, mij te groeten.
Mevrouw Zitman vergat alle welvoeg
lijkheid en ijlde mij te gemoet. Waarom
zou zij zich ook voor de lieden van
Nettlewood moeten schamen.
Ik heb weer allerlei sombere voor
gevoelens, Canut, zeide zij; ik ben hier
gekomen om u te vragen, dat gij mij
niet verlaten zoudt.
Ik geloof dat verschillende rede
nen onze scheiding noodzakelijk maken
Mary; wij moeten ons ditmaal door
geen kinderachtige gedachten laten be
heerschen.
Zij liet zich door mij overtuigen.
Welnu, als het dan toch zoo zijn
ardwoo.rdde z;j met eenen zucht.
Wenford ging door de kamer heen
naar den schoorsteenmantel, waartegen
hij met zijn reusachtige gestalte leunde
en hield van daar onze ontmoeting in
het oog.
De rand van zijn langen mantel sleep
te door de assche van den haard.
Janet zette zich op eenen stoel bij de
dftlir.
Mijnheer Wenford zal dezen nacht
met u het veer overvaren. Canut, zei
Mary; hij zegt, voor dringende za
ken naar Londen te moeten reizen.
Weet hij dat wij verloofd zijn?
vroeg ik.
Ja., hij heeft er van gesproken,
ik hoop niet dat gij mij achterhoudend
zult vinden, als ik u thans voor de eer
ste maal zeg, dat hij mij vroeger ten
huwelijk heeft gevraagd?
Hij heeft het mij zelf verteld, ant
woordde ik.
Ik geloof, fluisterde zij, dat hij mij
beminde op de woeste manier die hem
eigen is, en dat het hem geruimen tijd
smartte dat ik hem geen wederliefde
schenken kon. Hij is heden avond
weer op dat voorwerp teruggekomen
en heeft mij mijn keuze verweten. Als
hij onbeleefd jegens u is, beste Canut,
neem dan om mijnentwille de oorzaak
daarvan in aanmerking.
O, zeker.
Ik geloof dat ik hem tot bedaren
heb gebracht. Hij is van avond heel
zachtaardig.
De klok op de landingsplaats sloeg
zes ure. Jabez, die zich verwijderd had,
toen er gezelschap kwam, keerde nu
terug.
Ik heb het rijtuigje aam den over
kant van het veer zien staan, mijnheer
Gear, zeide hij.
Zorg voor mijn paard, bromde
Wenford, ik neem het mee, want ik
moet een lange reis doen.
Heel goed, mijnheer; het is al in
de veerboot.
O. Canut, vergeet mij niet in uwe
afwezigheid, smeekte Mary Zitman, ter
wijl zij mij de handen drukte; herinner
u mijn eenzaam huis en mijn eentonig
leven, totdat gij weer leven en vreug
de terugbrengt. Uw leven is kostbaar,
beste; wees om mijnentwille voorzich
tig. Als ik u verlies zal ik er van ster-
venl riep zij uit.
Kunt gij denken dat ik u zal ver
geten, liefste? Zou ik niet eerder de te
rugkomst van uwen broeder, en zijne
pogingen om u, in zijn belang, tot an
dere gedachten over te halen, moeten
vreezen?
Ik zal niets aanhooren dat mijn
gelukkige toekomst zou kunnen be
dreigen. Hij heeft geluk gekend mij
was dit tot nu toe geweigerd.
Welnu, ik stel ook maar eene waar
schuwing tegenover de uwe, Mary. Wil
len wii nu afscheid nemen?
Zij hief haar gelaat naar n Ij o ah
een vertrouwend liefhebbend kind. zou
der op de omstaanders te letten. Toen
ik hare bevende lippen kuste, zag ik
tranen in hare oogen zwil'rn Dij de ge.
dachte aan onze scheiding. Wee ord
stampvoette zoodat wij er beiden var
ontstelden.
Zijt gij gereed, mijnheer Gear? Dt
veerboot wacht u.
lk ben gereed, mijnheer.
De sombere uitdrukking van Wen
ford's gelaat trof mij onaangenaam.
Eensklaps herinnerde ik mij al zijne
vorige bedreigingen. Mevrouw Zitman,
die hem onafgebroken in liet oog had
gehouden, greep miji. n arm met beide
handen vast, maar verli mij een
oogenblik later, als door t,e invallen,
de gedachte gedreven, en reikte hem
de hand.
Vaarwel, mijnheer Wonford. Ik
wensch u een goede on voorspoedige
reis.
Hij boog zeer ernstig en plechtig he*
hoofd maar antwoordde niet.
(WDrat vervolgt!).