„ONS BLAD" Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: SSSSSTSPA^ BUITENLAND. ffcUSLLETQtt Woensdag 20 September 1922 14e Jaargang Advertentieprijs; Van 1—5 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25; Redamj per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" bi] vod uitbetaling per plaatsing f 0.60. Aai" ai^ abonné'ë wordt öp~aanvrage gratis een poiis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 400,—, f 2QO,—f 100,—, f 60,—, f 35,—, f 15,4 UIT DE PERS. Os Troonrede. sa wé m «t aait in. No. 58!. HOLLANDSCH DAGBLAD Abonnementsprijs: rer (tvranaar voor Alkmaar i 2.— Voor buiten Alkmaar .«f2 85 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Over de troonrede schrijft „De Tijd" o.a. het volgende: „De rede, waarmede Minister Ru'ys de Beerenbrouck in opdracht van 3. M. de Koningin heden de Sta ten-Generaal heeft geopend, zegt ons dat wij een tijdperk van harde nood maatregelen tegemoet jaan. De Re- geering heeft begrepen, dat voor den opbouwenden arbeid in de komende wetgevende periode alleen kan wor den gedacht aan die ontwerpen van wet, waarvan da uitvoering geen nieuwe financieele uitgaven vordert. Op die wijze komt het Kabinet ge heel tegemoet aan den eisch, door het R. K. Staatsprogram gesteld, dat, tot herstel van has verstoorde financieel evenwicht, de bezuiniging in alle takken van Staatsdienst dient doorgevoerd, ook door het achter wege laten van overigens nuttige uitgaven. De financieele to-and is van dien aard, dat eene Regiering, zich van hare zware verantwoordelijkheid be wust, door papieren protesten, ru moerige vergaderingen of straatbe- toogingen van verontwaardigde be langengroepen zich niet kan laten weerhouden van de maatregelen, welke zij in 's lands belang noodza kelijk acht. Het achterwege laten van elke me- dedceling betreffende de ontwoipen Vlootwet beteekent blijkbaar, dat de beperking der nuttige uitgaven zich ook over de departementen van Ma rine en Oorlog zal uitsterekken." Het „Alg. Hdbd." noemt de troonre ide een onzeker geluid. „Men mag aan zulk een rede niet den eisch stellen dat zij zich in veel onderdeelen begeeft dat ware een zonde tegen aard en stijl van dit bij zondere staatsstuk doch wel mag men verwachten dat ze geen ruimte voor twijfel overlaat over de richting van het regeeringsbeleid op de ac- tueele hoofdpunten. Aan dezen rede lijken eisch nu voldoet deze ope ningsrede niet. Noch in de alles over heersehende quaestie der financiën, noch in de meer specifiek „reeht- sche" politiek krijgen wij een duide lijk geluid te hooren. Zal deze regeering en zal hare zeer aanzienlijke meerderheid in de beide Kamers de kracht toonen te be zitten welke ongetwijfeld noodig zal wezen voor het vervullen van de „zware taak" die beiden wacht? Wij hopen het. Maar het zou niet do eerste maal zijn, dat het moeilijker bleek om met een groot dan met een klein leger te manoeuvreeren. Inzake de bezuiniging schijnt het program voornamelijk negatief, in dien zin n.l. dat er geen wetsvoor stellen zullen worden ingediend die veel geld kosten. Men mag dan ook verwachten dat we althans voor nog meer verzwaring van belastingdruk gespaard zullen blijven, al zal er, naar wc hoorden, evenmin aan ver mindering zijn te denker- Zoo laat ons deze rede vrijwel ge heel in onzekerheid omtrent de hoofdpunten van het beleid der re geering. En we weten dus nog niet, of we te doen hebben met een nieuw Ministerie of niet een slechts weinig gewijzigd oud Kabinet, dat zijn zwaartepunt niet naar den bezuini- gingseisch heeft- verplaatst. Docli misschien zullen de heden in te dienen millioenennota en de Me morie van Toelichting op Hoofdstuk I meer klaarheid brengen. Voorloopig blijven we nog in on zekerheid." „Het Volk" vindt de troonrede een praatje voor de vaak. „Zij zegt niets; zij draait om het eigenlijke regeeringsprogram heen als een kat om de heete brij; zij is geen uiteenzetting, maar een opzet telijke verstopping van de regeerings plannen. Een parlement, dat zich zijn beteekenis bewust was, zou met zoo'n gecamoufleerd staatsstuk geen genoegen nemen maar het broddel werk terugzenden met eisch van open kaart. Maar zoo'n parlement hebben wij niet; wij hebben slechts een meerderheid die met de regee ring tegen de oppositie samenspant om haar zooveel en zoolang moge lijk om den tuin te leiden. Het eenige goede is, dat dit spel letje toch niet lang kan duren en de regeering, door do openbaarmaking barer schadelijke voornemens uit te stellen, zich slechts uitstel van exe cutie verzekert, geen afstel." De Standaard" acht de rede in over eenstemming met den tijd: sober. Over twee punten is het blad minder tevre den: „Dat het Departement van Land bouw wordt opgeheven kan ons maar matig bekoren; beter nog: heeft onze instemming eigenlijk niet. Wij hadden liever gezien dat Onderwijs ware opgeheven en onder Binnen- landsohe Zaken gebracht, dat Nijver heid naar Arbeid ware overgebracht en Landbouw een afzonderlijk Mi nisterie ware gebleven. Dit is het eerste punt En het tweede raakt de vervulling van eenige onzer bijzondere wen- schen. In uitzicht worden gesteld: een wetsontwerp tot regeling van de rechtspositie der Kerkgenootschap pen Staatscommissie Anema en een tegemoetkoming in zake de gewetensbezwaren tegen de gedwon gen vaccinatie. Dat is sober. Nu zien we niet over het hoofd, dat een eerste Troonrede niet alles behoeft te bevatten wat in de geheele wetgevende periode aan de orde komt, maar zelfs als men dit in aanmerking neemt, blijven er toch stellig enkele onzer wenschen onvervuld. Dat is de schaduwzijde aan elke saamwerking met andere partijen verbonden; schaduwzijden die de andere partijen op hare beurt ook hebben te constateeren. „De Telegraaf" schrijft als onderkop „Wat niet genoemd wordt." „Niet wordt genoemd wat het vo rig jaar een der hoofdschotels vorm de: de Vlootwet. Omdat zij feitelijk nog altoos op de parlementaire spijs lijst prijkt? Hier schijnt het zwijgen een^ bedenkelijk-duidelijk spreken. Niet worden genoemd, wat de laatste jaren nu en dan in diploma- tiek-gevarieerde bewoordingen com pareerde: de „betrekkingen" met bet buitenland. Is het niet wat heel koel? Juist wijl, gelijk het in den aanhef heet, de crisis „een groot deel der wereld" teistert, zou over de verhouding waarin men Neder land acht te staan tot dat groote deel der wereld, een officieel woord wel van pas zijn geweest. Maar ook de Volkenbond is vergeten, en zijn rechtstreeksche pogingen om van onze regeering verklaringen te ver krijgen omtrent een program van in ternationale ontmilitariseering. Niet zijn genoemd ten slotte, de trouwe Landsdienaren die, voor zoo ver niet geridderd, hun jaarlijksche éloge moeten missen. Déze emissie betuigt van wijs beleid: er ligt teveel roet in het eten der lagere landsdie naren. Een program van kleine allure. Doch het geldt maar voor één jaar heeft Colijn verklapt. „Het Centrum" vindt de openingsre de niet overladen, maar evenmin schraal en zeker niet onbelangrijk. „Omtrent de plannen der Re geeringzal men de desbetreffen de voorstellen hebben af te wach ten", zegt het blad. „Voor een oor deel is het nu nog te vroeg, al mag de hoop worden gekoesterd, dat de Regeering zich bij haren arbeid, ook in de komende periode zal weten aan te passen aan hetgeen onze tijd en de gewjjzigde omstandigheden be hoeven. Realpolitik in de goede en juiste beteekenis van het woord is van haar te verwachten, zonder dat op eenigerlei wijze te kort wordt gedaan aan de beginsel-eischen. - Over het algemeen is „De Residentie bode" over de openingsrede best te spreken. De algemeene versobering en bezuiniging juicht het blad toe, evenals de wettelijke maatregelen, waardoor de bezuiniging wordt voortgezet, niet be gonnen. Onder de overige voorzieningen, die worden aangekondigd, moeten er ook verscheidene zeer belangrijk worden genoemd. Daaronder valt ze ker de regeling van de rechtspositie van de Kerkgenootschappen. Intus- schen, hoe noodzakelijk die regeling ook is, hoe scherp b.v. de achterstel ling der Katholieken ook veroor deeld moet, worden men denke aan de processie-kwestie we vragen ons af, of die regeling thans mogelijk is, nu blijkbaar alles is vast gehaakt aan den financieelen band de zilveren koorde, zou de „Stan daard zeggen tusschen Kerk en Staat, en de berooide staat der schat kist uitkeering aan de Kerken onmo gelijk maakt. Na een bespreking van de ontwer pen sluit de „Msb." haar artikel als volgt: „Dat bij al het getob voor de stof felijke belangen ook de geestelijke niet door de Regeering uit het oog zuilen worden verloren, vormt een lichtpunt te midden van de down- stemming, die de openingsrede ken merkt. Alles bijeengenomen laat in- tussehen dit staatsstuk weinig be vroeden van de lijnen, waarlangs 't reohtsche accoord tot stand is ge komen. Bij de „zware taak", die niet al leen den Staten-Generaal maar on getwijfeld allereerst de Regeering wacht, schijnt het plicht, aan critiek het zwijgen op te leggen. De allure van deze openingsrede lijkt ons dan ook een beroep op geheel de volks vertegenwoordiging en al het volk, om de Regeering in deze moeilijke omstandigheden niet in don steek te laten. Moge ons volk die taal verstaan!" DE CRISIS IN HET OOSTEN. Hulp aan de vluchtelingen. De vijfde commissie van den Vol kenbond heeft een besluit goedgekeurd, waarbij het hooge commissariaat t-: Konstantinopel gemachtigd wordt zijn organisatie ter beschikking te stellen voor hulp aan de vluchtelingen uit Smyrna cn Broessa, Grieksche maatregelen. Het laatste Griëksche oorlogsschip, dat zich in ae haven van Konstantra.». pel bevond, heef} de wateren van de zee van Marmara verlaten. .Geen militaire interventie. Poincarö heeft bet standpunt van het Frans dhe kabinet inzake het Oos- tereche probleem duidelijk te Londen doen uiteenzetten, waarbij hij de over eenkomst betreffende het handhaven van de neutraliteit der Dardaneïleii- zóne bevestigde en er aan herinnerde, dal de hooge Fransdhe commissaris zich bij dien stap zijner collega's heeft aangesloten om Kernal van het gemecn- schappciijk besluit der geallieerden in kennis te stellen. Frankrijk aanvaardt in elk geval geen verantwoordelijkheid voor maat regelen van geweld. Het zal zelfs zijn laatste bataljons uit Tsjanak terugtrek ken en zal 2ich niet verder verbin den om in de toekomst militaire con tingenten te leveren, daar bet over tuigd is van de mogelijkheid dezelfde, zoo niet gunstiger resultaten te ver krijgen, door middel van diplomatieke besprekingen. Italië heeft hetzelfde standpunt als dat van Frankrijk ingenomen. Nintsjits, de Zuid-Slavische minister van buiten- landscbe zaken, verklaarde dat Zuid- Slavië vóór alles belang heeft bij het verdrag van Neuilly met Bulgarije; het laat het echter aan den zorg dier mo gendheden over om zich miet het ver drag van Sèvres bezig te houden. Soortgelijke verklaringen komen uit Boekarest, terwijl liet anderzijds niet toelaatbaar wordt geacht indien van die Grieken na hun nederlaag zou wor- dien geêischt de ïeeëngten te verdedi gen. Het is dus onder deze voorwaarden niet waarschijnlijk, dat de te Londen voorgestane militaire interventie plaats vinden zal. Frankrijk zal er zich in elk geval niet bij aansluiten, maar zijn verzoenende actie voortzetten, ten ein- d<e bloedvergieten t© voorkomen. Die Italiaansche ministerraad. Die diplomatieke aotie van Italië is solidair met die der geallieerdieü wat betreft de waarborgen voor de vrij- hieid dei- zeeëngtcn, m gaat uit van h;et denkbeeld, dat de kwesties, welke buiten de grens van het Griekseh- TurkseRe 'conflict liggen en een rui mere beteekenis hebben, zoo spoedig mogelijk in een conferentie moeten worden opgelost. Wat de Turken willen. In Turksche kringen is men van oordeel, 'dat de kwestie betreffend© Konstantinopel en Thraciê tusschen de Turken en de mogendheden jnoel be sproken. Het Kemalistische leger is niet voornemens de neutrale zóne te schen den, doch Angora vraagt de spoedige regeling der tusschen de geallieerden en Turkije hangende kwesties. Turkijie stemt toe in de door de geallieerden geëischte waarborgen, het aanvaardt de ontwapening der zeeëngtcn, de vrije scheepvaart onder controle van den Volkenbond, doch het aanvaardt niet die militaire bezetting van GaUipoli en hiet eisdht Adrianopel. Men begrijpt Engeland's aandringen op een deelnemen van Zuid-Slavië en Roemenië aan de conferentie in Turk- schie kringen niet. In nationalistische kringen is de meerderheid voor een vredelievende regeling van alle kwes ties, welke zich tusschen de mogend heden en Turkije voordoen, doch metn acht de voorafgaande ontruiming van Thraciê door de Turken volstrekt nood zakelijk, Engeische verlofgangers teruggeroepen. De „Daily Mail" emldt, dat alle En geische officieren ©n manschappen, die met verlof zijn, telegrafisch naar him regimenten zijn teruggeroepen, tenein de gereed fe rijn voor een plotseling vertrek. w De brand in Smyrna. Gisteren ïneldde men uit Rome, dat mien den brand te Smyrna thans vol komen meester is. Nans en's bemiddelings voorstel. Het agenda-comité van den Volken bond besloot, na warme discussies, om aan te bevelen Natnsen's voorstel in zake de Vo lkenbonds -bem idd eilng in bet Turksdh-Grieksch conflict op de agenda te brengen. In de vergadering kan tegenstand van Franscke en andere zijde verwacht worden. De vluchtelingen. De Britsche reeg-ering, dia haar ern stige aandacht heeft geschonken aan de kwestie der jluchtetingen van Smyrna, heeft haar volledigen steun verleend aan het gemeensdiappielijk vierzoek der geallieerden, dat tol Motestafa Kemal wordt gericht om aan schepen, met inbegrip van Grieksche, toie te staan om de haven van Smyrna binnen te komen teneinde vluchtelin gen op te nemen. Italiaansche troepen teruggetokken. Volgens hel „Berl. Tag." heeft Italië, ten opzichte van de Oostersdhe politiek met Engeland gebroken, niet dan na eerst,met Frankrijk voeling te hebben gehouden. De „Epoca" meent te weten, dat de Italiaansche troepen jn de neutrale zóne reeds het beviel tot terugtrekken gekregen hebben. Britannië heeft een nota aan Frank rijk gezonden, waarin de houding van Poincarê betreffende de vrijheid dier zeeëngten met groote ingenomenheid wordt begroet en de hoop wordt uit gesproken, dat een geest van samen werking in de aanstaande besprekingen zal heerschen. Turksche troepen in de neutrale zóne. De eerste afdeeling Turksche cava- lerieö is in de oiiigeving der stad Bi- glia (in de neutrale zón©) aangekomen. Opwinding in Egypte. De correspondent van de „Morning- post" in Kairoi meldt, dat het bericht van de overwinning der Turken onder de Egyplenaren opwinding veroorzaakt. Ofschoon er op het oogenblik geen re iden voor ontsteltenis bestaat, heieft de Egyptische regeering de nieuwsbladen toch verzocht, de Turksche berichten niet op een in het oog vallende plaats te vermelden en niet t© veel beschou wingen over de gebeurtenissen te leve ren» Wanneer de geallieerden ertoe zouden overgaan de Kemalisten in hun actie te stuiten, zou de groote meer derheid der onontwikkelde Egyplena ren dit opvatten als een beweging tegen den Islam,. De Bedouinen op de grens van Sinai zijn roerig; de ragee- ring zou er troepen hebben heengezon den om te beipen bij' het handhaven van de orde. BELGlë EN DUITSCHLAND. Naar uit een officieele bekendma king blijkt, heeft de Duifeche rijks bank zich bereid verklaard, de zes- maandsche schatkistwisscls van haar onderteekening te voorzien. Daardoor neemt de rijksbank piet alleen de ga rantie voor de eerste termijnen dfer aan E-elgië te betalen som op zich, maar voor het geheel© bedrag, ter hoogt© van 270 millioen gouden marken. De oplossing van het geheele pro bleem wordt in politieke kringen gun stig beoordeeld ofschoon men met een optimistische beoordeeling van den ge- heelen toestand nog moet wachten tot de Belgische regeering officieel haar toestemming zal hebben gegeven. Omtrent de afzonderlijke overeen komsten tusschen de rijksbank en de Bank van Engeland wordt het stil zwijgen bewaard. Tegen Maandagavond had de Belgi sche minister Jasper, den Duitschen «aakgelastigde te Brussel Landsberg bij zich ontboden. Hij gaf hem zijn ver wondering te kennen, dat de Duitsche regeering niet had geantwoord op de sommatie der Belgische regeering be treffende de termijnen van 15 Aug. en 15 Sept. Gisterenmorgen kwam Lands berg meedeelen, dat de Duitsche regee ring bet voorstel, te Berlijn door de Belgische liden der Commissie van Herstel gedaan, had aangenomen. De Duitsche regeering zal, zei hij, haar handteekening plaatsen onder de schat kistbiljetten, die tusschen 15 Januari en 15 Juni 1923 aan België beiaalbaar DE TOESTAND IN BULGARIJE. Bij de onlusten te Tirnovo tusschen agrariërs en aanhangers van het con- stitut' eele bloc der burgerlijke par tijen werden ruim 200 personen ge wond. Do partijen van het Moe wilden een openbare vergadering bouden, waarop de agrariërs een teijen-demon- stratie organiseerden. De minister van Binnenlandsehe Zaken ging de samen komst der agrariërs bijwonen. Hij deel de mede, dat, toen de agrariërs onder weg vernamen, dat hij bij zijn vertrek uit Sofia door aanhangers van de bur gerlijke partij was beleedigd, de agra riërs de leiders van die partijen, die zich denzelfden trein bevonden, aan vielen, hun baarden en snorren af knipten en hen wilden ophangen. De minister voorkwam het laatste door den verontwaardigden agrariërs te be loven, dat de regeering terstond bij 't parlement een wetsvoorstel zal indie nen voor de vervolging van de burger lijke leiders, op grond, dat zij verant woordelijk zijn vor Bulgarije's deelne ming aan den oorlog. HET GARANTIEVEHDAG. Er is overeenstemming tusschen Lord Robert Cecil en de Jouvenel in zake het garantieverdrag bereikt. Als het verdrag algemeen wordt, hetgeen Cecil wenscht, zal ook de verminde ring der bewapening terstond alge meen zijn. Indien het verdrag niet alge meen wordt, wat Jouvenel voorziet, zal de reductie geleidelijk geschieden. Lord Robert Cecil's vierde resolutie na het compromis met Jouvenel, luidt aldus: Daar de algemeene verminde ring der bewapening doel en het ga rantieverdrag middel tot verwezenlij king is, spreekt het van zelf, dat voor afgaande toestemming voor die ver mindering de eerste voorwaarde van het verdrag is. Deze vermindering kan geschieden, hetzij onder de meest wen- sohelijke vorm van een algemeen ver drag, hetzij van afzonderlijke verdrar gen, maar bestemd uitgebreid te wor den voor alle landen toegankelijk te zqn. DREIGENDE TRAMSTAKING IN ENGELAND. Geheel Engeland wordt met een sta king op do tramwegen bedreigd tenzij er vóór Donderdag een schikking ge troffen wordt tusschen personeel en werkgevers. De laatsten kondigden met ingang van Donderdag een loons verlaging aan. De vertegenwoordigers van het personeel kwamen gisteren te Londen bijeen en besloten met alge meene stemmen zich tegen de veriar ging te verzetten. De bijeenkomst werd verdaagd in afwachting van een heden met de werkgever te houden conferen tie. 'A'öa? een Enqelsche vertelling). fJö. Dat^testament eischt alles terug (vat redelijker wijze te vorderen is, al le bezittingen die gedurende den we duwstaat van mevrouw Zitman zijn gekocht, maar wie zal bewijzen hoe groot het bedrag is van het geld, dat aan den koop dier eigendommen he fteed is, hoeveel geld eraan liefdadi ge werken is verbruikt, kortom, hoe veel mevrouw Zitman op haren ban ker getrokken heeft. N iemand kan jeld eisohen, dat verteerd of vermist gedurende den weduwstaat van me- r-rouw Zitman; vaste goederen alleen ttetzij huizen of landerijen zijn uitge- ten w-, ^6t is alti''d moeilijk te bewij- Utmln S gebleveü is- Mevrouw i'terst mnL66" zeei' buitensP0rige of en z1, l iiatCU? Vrouw hebben femXto" F"'" i foor een rijtuig met vier paarlen er doorheen te rijden, Canut. Genoeg! Genoeg! Jozef, riep ik uit; indien er ook middelen bestaan om zich het geld van den overledene toe te eigenen, dat geld waaraan hij zoo gehecht was, dat hij het boven zijn viouw en haar toekomstig geluk stel- zoïi Z0^ dat zijn geest mü foeien als ik en..zÜn weduwe mij ver geld™i© een pond gfen recht heb6 7?- 6Igen/C' waarop g n leent heb. Zijn weduwe heeft ee- rcozen tusschen zijn geld en mij; denkt bLb »de zpteerheid en deVlLg! loosheid harer keuze zou willen bezoe delen, door mij als een dief aan te stel len? Goede hemel! Jozef Gear, wie laadde u toch aan, zulke ellendige be koring op mij te beproeven? Jozef kuchte, maar hij gaf het nog niet op. Hoewel ik, in mijn heftigheid, mijn arm van den zijnen had losgerukt, ■bleef hij naast mij stappen en sprak met mij als waro ik een onhandelbaar lund, dat de kracht zijner woorden nog niet goed bevatte. Ik geloof dat hij er gcon bijzonder kwaad in zag, den doode te bedriegen. immers het was een onbillijk testa ment, waarvan men, zoo mogelijk, nut moet trekken. Het gold -hier de keuze tusschen onafhankelijkheid en armoe de, en hij 'beschouwde het als een ver keerd begrepen kieschheid, als een minachting der eenvoudigste levens belangen, als ik de eenigste kans ver smaadde die mij gegeven werd, eer ik met Mary Zitman trouwde. Ik scheen echter de eerlijkheid zijner inzichten niet te kunnen begrijpen; ik wilde naar geen middelen luisteren, om rijker te worden dan ik begeerde. Ik bedankte hem voor zijne belang stelling in mijn welzijn, maar ik waar deerde de raadgevingen niet, die mij van het rechte pad der gewone eerlijk heid poogden af te leiden om mij tot imksche streken te verleiden. Ik kon en wilde er maar niet in toestemmen, en alle plannen, die zijn schrander aootd voor mij had uitgedacht, leden schipbreuk op mijne onderwetsehe ver kieefdheid aan hetgeen stipt eerlijk was Gij zijt dus niet te overtuigen? vroeg mijn broeder, toen hij zich uit geput had in bewijzen over dat onder werp. Leen, Jozef, antwoordde ik, en wat meer is, het spijt mij dat gjj mii wenscht te overtuigen. Ik wensch dit voor uw. eieoB goed voor het welzijn van uwe eigene toekomst, riep hij uit; ik heb er geen belang bij, Canut. Beste Jozef, ik dank u nogmaals voor die belangstelling; maar vergun mij, u op mijne beurt eenen raad te geven. Welken raad zoudt gij mij geven, die mij zou kunnen voordeel doen? bromde hij. Hecht niet te veel waarde aan 't geld, dat is evenmin goed als het te verkwisten. Ik heb vandaag opgemerkt Jozef, hoe uw zwoegen om geld te winnen, uwe ziel verhardt, en het ede le en goede doodt, dat er in ligt. Uwe inzichten zijn goed, maar- gij gebruikt middelen die u op den duur niét tot eer zuilen strekken. En gij, Canut, gij zijt een droo- mer, en bij gevolg met allerlei droom beelden vervuld, antwoordde hij; gij doet aan uwen naaste wat hij nooit aan u zou doen; gij zijt blind voor eigen voordeel en eigen rechten, en gij spreekt van eerlijkheid en oprechtheid, terwijl anderen u benadeelen. Ik noem hem een dwaas, die niet voor zijn eigen voordeel zorgt. Onvc-Tschiilig of hij dit op recht matige wijze doet. dan of hö daartoe middelen aanwendt, die hem achter de traliën kunnen brengen, zeide ik hef tig; welnu, iir noem zoo iemand een dief, dien men zoo spoedig mogelijk uit de samenleving moet sluiten. Ik zou zulk een man tot den dood toe kunnen vervolgenl Jozef nam zijnen hoed af, en streek zich nospiaals met de hand over het voorhoofd. Weer vertoonde zich op zijn gelaat een gelijke trek als den vorigen avond. Gij zijt thans sterker dan toen gij vroeger in Londen waart, zeide hij met flauwe stem, gij overbluft mij met uwe nieuwe geestkracht. Ik voel mü niet wel; ik kan er heden morgen niet goed tegen. Vaarwel, Canut. Wq gaven elkander de hand en scheidden; maar ik was de straat nog niet uit, toen hij mij achtona kwam en mij tegen den arm stiet. Als ik u niet meer zou zien, eer gü naar Cumberland terug gaat, wensch ik u geluk met uw aanstaande huwelijk. Als ik kans zag om tijd te vinden, kwam ik zeker naar Cumber land om mee bruiloft te vieren. Dat zou de moeite en do kosten niet waard zijn, Jozef; het zal een zeer stil huweliik iin. Ik zou voor dezen keer niet op moeite of kosten zien. Ik zou het uit broederlijke genegenheid doen, en om te toonen dat wij geen vijanden zijn. -Vijanden! Is dat waarschijnlijk? -Ik hoop het niet. Ik hoop dat het nooit zoover zal komen! Hq stak weer de hand uit en drukte de mijne oprecht hartelijk. Daarna ver wijderde hq zich m«t langzamen, sle- penden tred. Lang na ons vaarwel bleef mq de nieuwe handelwijze mijns broeders, te genover mij, een raadsel. Het was weer iets geheimzinnigs, bq al de raadsels die mij omringden en mijn pad benevelden. 's Anderdaags had ik een stellig be sluit over mijne toekomst genomen. Het voorstel van rtijnheer San derson was aanneemlijk efi zou mq ton minste eene yaste broodwinning ver schaffen. Mo rilt vervplgid.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 1