i 1 Tl 1 co L TT TT DE SCHULDIGE 1 ,aS7l»|« Uit den Moppentrommel. JJ ra (0 75 c "Si W «I 3 1 <n O ijoj! 1 cu>2 ll c 6? 43 O OJ Q) o T3 S tsD a T3 5 2 5 o ?g|-« E - H Q a - B O lal I gSSj^-fgö iJSJS'Sgl-s as fe.ï u vS?.S - S 2 r. 3 03 s i a 03 v 03 B"SflaS fe .q B o 3 •o - B*"0 -2 *C J q d H 3 ""SSJ,3-<ufes-dS5S«S5' -** 3 - a U 5, r-1 a er S J 5 "5 ■a a •w-a a o 5 CO 13 r.a o> a :a -a s 5 u o a a - c3 03 0) - -g-s ïCv- 22-oï.i c oj l5-2 S-a -o a a o> N o c 3 gj co a. >5 o50a^?, °l>Cr- q ca. Ij "3 *a .5 Jip ■2 S f-g 3 2 3 "T3 ]M u •a \s -a .S^3 =0 cj -2. *- a co O .-B S» n fl ■>5 53 03 ep gp o B u X <u I 3 2 03 i ƒ0" s ?2x o c -=S O sl| 03 l. «g "d o - a 5 Id È-a I. c t( o 2P .s o S w I- cc co'£ -"II qj a C 03 c "J> _r*3 I) n U -lj -* -O 03 03 «- S aa^ O a 2? ■a ft a a 1) 3 O 03 53 O 03 "O O •a o) •o 03 -k3 4> "c5 -•* a 3 i "5 S J - 0 -z «5 r o i, - -J) 03 0 a -2 5 3 .SP aC"3 :=a s ïHvSs - a' F a-0jc« l. rs^a^s ff -3'5'g 5 g 3 a f a -3 gl. e a a w .5, _- 3 5 "5 "3 öó-a -,-;«! a s <1 »I T. o - -J a v a uj3 c -oürtw, OJ u lis o -a 1) a c I S g E a i 03 I a* a j; - I -* 03 03 cu w J3 öco? a - 03 _r c£ - a 9 -=>S CxJ 5^ .- a -P 0/ 0J •-: fl 3d-a -q - - - -v -co - a CO - .2: 2 "c UJ - 3 O - d - I Mil 2 2J a a 0/ w a! •- t '-J K zfi - s - o N 2 "3 - S. o - c 3-f v" t s 85 5 5, J 5 jj i. ■w •a o y y o :--*a a a =.j 3 a; a a S OJ sa - E, =0 -, -rT o a 50 5J a a. -a -n -' 3 J 3 jj 0 £J N 50-3 5 S L I a 2 c t_ aac3 S^^cj .">03-3 JS t0 S3 CJ 2 3J 5 CJ O JT u U v S« op^ 0/ 3 j;| -g^S ÈJ'J-ae^ 00 O 03 a a zo~\ :s> o> "d - - a 5.2 •- 1 -a - s; a 3 *3 M U Jd h :H 03 3Ï, d-sg f|| hsf toch we' wat erg om Kr ts crie nu zoc sterk groeide s morgens zoc vroeg de straat op te zenden maar nu zag zi daa eenskiap een midde n om zijn trots te breken Hij was mmers oud genoeg om wat te verdienen Onderwijzer v—rden de longen leek we doi Den volgenden morge. 'iep Christine dadelijk naa de buurvrouw en zei dar Frits van vijftien October af iederen morgen voor schooltijd wel brood kon rondbrengen s-Avonds ze ze nét den ongen. in stilte toch we angstig hoe hij het op zou nemen want Christine was niet zoo hardvochtig ais zij zich we- voor deed zii hield veei van haar eenip kinu en haar strengheid sproot alleen voort uit het verlangen Frits te behoeden voor het ongeluk dat zijn vader had getroffen F rits keek verbaasd op oen hij het hoorde maar hij schrok er niet van „Dan moet k vroeg uit de veeren moeder ze hij maar ik ben blij dat tk iets verdienen kan Roep mij altijd goed op tijd als t u belieft.' Dn toen Christine hem den vijftien den October om hali zes wekte sprong hi' zoo hasistig uit bed alsof hem een groot genoegen wachtte Christ ne had hem eerst een kop kof fie en een botprham willsn geven maar zii oordee de het toch beter dit achter wege te aten hij moest maar ens bemerken wat het zegt met een leege maa<* de deur uit te gaan Na verloop van een uur kwam Fnts m't roode wangen en glinsterende oogen terug ,Het is fnsch buiten," zei hij ,nu zal de koffie smaken Kijk eens moeder de bakkersvrouw heeft mij twee ksnJeties gegeven en die krijg ik iederen morgen, een voor u en een voor mij.' fhristine schoof de broodjes terug er> bromde,Eet jij ze allebei maar op, ilr kan geen versch brood verdragen De 'ongen mocht me denken dat zij, ter wille van hem weigerde. "rits vertelde haar onderwijl „Het was zoo mooi. moeder De maan stond nog in de lucht en flikkerde op d" -amen van de kerk "aar het mooiste hield hij voor zich zelf dat hij zoo naar hartelust had kunnen fluiten wat hij overdag noo' mocht doen. In de stilte had het zoo mooi geklonken want hij had uit stekend gehoor en kon alles nafluiten wa* hij slechts een paar malen gehoord ha'1 Christine was volstrekt niet tevreden ever het resultaat van zijn eersten tc-ht Als het maar eens slecht weer we-d zou Frits wel mak worden zoo mak als zij hem tot zijn eigen bestwil wilde hebben. Maar kijk. Frits werd niet mak. Hoe slecht het weder ook was, toch liep hii iederen morgen vroolijk fluitend met zijn broodmand door de trateri. Hij had altijd iets u vertellen had al tild iets bijzonders ondervonden. Hij scheen in het donker meer te zien, dan anderen op klaarlichten dag In een van de villa's op den singel, waar hij iederen morgen brood moest brengen woonde een oude dame met haar eveneens bejaarde dienstbode. De rijke mevrouw was al jaren lang verlamd en kon zich alleen met behulp van krukken voortbewegen Zij had geen kinderen en de neven en nichten begon het langzamerhand te vervelen de oude zieke tante te bezoeken. Mevrouw Berthold droeg haar lijden me. geduld maar als het winter werd was zij toch menigmaal droef te moede. Er kwam geen einde aan de lange, donkere nachten De oude vrouw lag dikwijls al van twee of drie uur af wak ker en zij was te goedhartig om Caroline die in de kame daarnaast sliep te roepen Hoeveei zuchten ontvloden in deze slapelooze uren haar borst zuchten om verlossing uit haar lijden.. October was nu al half voorbij en he werd iederen morgen al later licht. De oude vrouw bleef doodstil iggen tot acht uren en als Caroline dan niet kwam schelde zij nooit vroeger De trouwe ziel had het werkelijk Iwaar genoeg met haar te verplegen en voor her nufsnouclen te zorgen Wat hoorde zn daar eensklaps In bosch en veid zoen ik mijn vreugd' floot emand op de straat De zieke hiei het hoofd op en uisterde Even ater hoorde ij weder de wijs van in bosch en veld' daarop stierven de klanken en de voetstappen weg De zieke sloot de oogen en dacht nu enskiaps aan het houtvestershuis. midden in het bosch waar zij haar kinderiaren had doorgebracht: in bosch en veld.... De tijd tot Caroline's ontwaken vie1 mevrouw Berthold nu veei minder an? dan anders Deze me'odie had haar vee te d nken gegeven Wie zou daar toch zoo mooi gefloten hebben Eens klaps herinnerde zij zich dat de oude vrouw die laar en dag s morgens versch brood voor naar bh de buren tgaf om een tooi gevraagd had. daar zij niet meer terug zou komen Den volgenden morgen zou een schoolknaap haar plaats innemen Deze rlmtersbaas was dus zeker de nieuwe bakkersjongen De fluitersbaas. dien naam gaf mevrouw Berthold Frits van den eer sten dag af Den volg nden morgen lag zij vol ongeduld te wachten En werkelijk, daar was hij weder en hij floot nu de wijs van: ,'k Zie de gele bladeren vallen het aardige herfstlied dat zij vroeger op de school gezongen had. Hoe zuiver zong hij die melodie het was zeker een flinke jongen met hel dere oogen De oude vrouw zag hem als het ware voor zich. Zij wachtte nu dagelijks met een zekere spanning op der. fluitersbaas. Wat zou hij vandaag fluiten f Na ver- cop van een paar weken Wist zij het al heei zeker 's Zondags koos hij een gewijd iied n 't was haar dan of zij in de kerk vertoefde waar zij al in jaren niet heen had kunnen gaan. Wat een brave jongen moest hij zijn, dat hij den Zondag zoo in eere hield En in den Kersttijd klonk het „Dit is de dag dien God gemaakt heeft." en de oude vrouw lag toen doodstil en vierde in stilte haar Kerstfeest De winter met zijn lange nachten vie' de oude vrouw dit jaar veel korter en de morgenuren waren lang niet zoo droevig meer Zij had nu immers altijd iets in 't vooruitzicht en als het fluitersbaasje voorbij was iets om aan te denken want ieder lied herin nerde haar aan een tijdperk uit haar leven en werkte somtijds den geheelen dag bij haar na. Somtijds dacht mevrouw Berthold. dat zij het fluitersbaasje toch wel eens zou willen zien maar zij verwierp dan dadelijk d-e gedachte weder. Neen de jongen moest zoo eenvoudig blijven, moest niet weten hoevee' genot hij haar met zijn kunst verschafte Kunst ja, het was een kunst, zóó te fluiten als hij deed Hij mocht er nu nog niets van hooren Later wellicht spoedig De oude dame maakte plannen en daar zij bij haar lichaamszwakte toch nog veel wilskracht bezat stelde zij de uitvoering daarvan niet lang uit. Caroline moest langs een omweg den naam van het fluitersbaasje te weten zien te komen, en de school, die hij bezocht Zij kwam zoodoende te weten, dat de jongen Frits Trautvetter heette en de zoon was van een arme weduwe. Mevrouw Berthold had wel iets der gelijks gedacht. anders zou de jon gen immers 's morgens geen brood rond brengen Verder dat de jongen op een kostelooze school ging en dat zijn mees ter Munch heette. Mevrouw Berthold schreef dezen om eens bij haar te komen ,op een Zondag" vroeg zij. Het fluitersbaasje had juist dien morgen de melodie .Jerusalem gij heilige stad" geflo ten en dat had haar diep geroerd. Zij gevoelde al sinds geruimen tijd dat haar krachten afnamen Het was beter niets uit te stellen De dokter had haar allerlei versterkende m-dde- len voorgeschreven maar die zouden haar ook wel niet meer baten. Zij was tevreden Den volgenden morgen kwam de onderwijzer Munch al en deze zei haar dat Frits Trautve'ter een van ztjn beste eerlingen was Hij had hem eens .n vertrouwen verteld dat hij zoo gaarne ook onderwijzer zou worden maar dat zijn moeder zoo arm was en dat hij dus dadelijk nadat hij van chool kwam moest gaan verdienen. „Jammer genoeg," beweerde de heer Munch ,want hij heeft gezonde herse nen een goed karakter en een prach tige stem." Mevrouw Berthold bedankte hem voor zijn inlichtingen en zei dat zij zou zien wat ij voor den 'ongen doen kon maar voorloopig moest de heer Munch, nog zwijgen Den volgenden dag kreeg mevrouw Berthold alweder bezoek van haar notaris wien zij haar laatsten wil dic teerde Zij leefde van haar pensioen en van de rente van een klein vermo gen In een vorig testament had zij de helft daarvan aan haar trouwe dienstbode vermaakt en de tweede helft aan de armen Deze achtduizend gulden gaf zij nu aan Frits Trautvetter ,die mij zonder het te weten den laat sten winter zooveel prettige oogenblik- ken heeft bezorgd Dit stond woorde lijk zoo in het testament en zij voegde er de voorwaarde aan oe, dat de jon gen onderwijzer zou worden, zooals hij wenschte. ,0p deze wijze is het geld ook zeer nuttig besteed want een goed onder wijzer is gelijk aan een zaadkorrel, die veel vruchten voortbrengt," zei de oude dame De notaris beaamde di en nam af scheid van zijn cliënte. Het werd lente en iederen morgen begon het fluitersbaasje al opgewekter te zingen. Wat kende hij veel voor jaarsliederen. Het werd nu al om zes uur licht en op zekeren morgen had de zieke geen rust meer in bed. Zij riep Caroline al even over vijven en liet zich naar haar stoel in de voorkamer dragen. Eenmaal wilde zij toch vóór haar dood het fluitersbaasje zien. Zij hoorde hem reeds van verre aankomen hij floot het vogelenkoor uit Hayd's Schepping, maar toen hij haar zag, hield hij dadelijk op, nam zijn pet af en zag met zijn mooie blau we oogen naar haar op. Mevrouw Bert hold knikte hem zeer vriendelijk toe en mompelde in zichzelve„Juist, zoo had ik mij mijn fluitersbaasje voorgesteld." Kort daarna vond Caroline op een morgen haar meesteres dood in bed. Christine Trautvetter was niet weinig verbaasd, toen zij op de rechtbank ontboden werd wegens een erfeniszaak, en toen zij vandaar terugkeerde, vloog zij bijna over den weg. Haar Frits haar jongen, had van een wildvreemde dame verbazend veel geld gekregen en pou nu onderwijzer worden. En wat het vreemdst van alles was, door zijn fluiten was hem dit ten deel gevallen. Op dezen dag herinnerde Christine zich voor het eerst zonder bitterheid haa overleden e.htgenoot Als de jongen onderwijzer werd moest hij in 's hemelsnaam maar muziek maken dan was het bijzaak en geen brood winning oordeelde zij. JANTJE EN ZIJN KWARTJE. Jantje had 'n kwartje gekregen van moeder. Hij vergat echter te bedanken. Jantje, zei moeder. Wat moet je zeg gen als je iets krijgt? Ik weet het niet, moe. Weet je dat niet? Wat zegt moeder als vader haar geld geeft? U zegt dan: Is dat alles? Niet moe? VOORUITGANG. Vader, ik zit niet meer op de ach terste bank. Mooi zoo, jongen! En hoe is dat ge komen? De bank wordt geschilderd, vaderl BOEIEND. Maak die student naast u eens even wakker, zei de professor verstoord. Doe u 't zelf maar, professor, ant woordde de student, u hebt hem zelf in slaap gemaakt. "Aar veBJARWGSGESCHENK. Het was haar veriaardag. Haar m^ti had haar een geschenk belootd, waarme de zij zeker zou ingenomen zijn. Wat het zou zijn, wilde hij haar tevoren niet zeg. gen, om de verrassing niet te verminderen. Maar het was hoogst nuttig, want dik wijls kon hij het gebruiken en zij zou het hem gaarne geven enzoovoorts, Als ik vanmiddag thuis kom, breng ik het mee. En zoo verliet dien morgen haar man bet huis. Zij wachtte vol ongeduld. Eindelijk tegen etenstijd kwam hij thuis, Kijk eens vrouwtje, hier is nu jouw geschenk. Zenuwachtig pakte zij het aan, lachte, maakte het papiertje los.... Pijpenkrabbersl? Ja, zeide haar man, pijpenkrabbers zijn minstens zoo nuttig als de keuken gordijnen die ik op mijn verjaardag kreeg. HIJ KON ER NIET UIT WIJS WORDEN. Een boer, die regelmatig iedere week in Antwerpen kwam, zag telkens de weeskinderen uit wandelen gaan. Daar mag de drommel uit wijs wor den, zei hij tot iemand. Ik kom nu al ge regeld zeven jaar in de stad en die kin deren daar worden maar niet grooter. Ik heb ze al gekend toen mijn vader zaliger nog leefde. DE STERKE WIL. Toen ik nog niet getrouwd was, zeide de man van middelbaren leeftijd, leefde ik nogal royaal. Ik bezocht theaters, rookte sigaren en sigaretten en dronk champag ne. Maar nu, nu ik getrouwd ben, leef ik veel bedaarder. Ik blijf thuis, rook alleen pijpen en drink, als ik dorst heb, water. Wel, wel, meende de ander, dan moet je toch wel 'n sterken wil hebben, om je zelf tot zulk een matigheid te dwingen. Het is niet mijn wil, antwoordde de getrouwde man, maar haar wil die zoo sterk is. ZIJN POSITIE. Om hem haar vertrouwen te toonen, gaf zij aan haar man een huissleutel. Maar om hem goed aan zijn verstand te brengen welke positie hij in het huwe lijk innam, had zij het slot van de voor deur laten veranderen. UIT HET LEVEN VAN DEN VIOLIST PAGANINI. Eens in zijn leven slechts heeft de hebzuchtige Paganini een concert voor niets gegeven en dat gebeurde nog ge heel tegen zijn zin. Op een van zijn reizen door Engeland gebeurde het eens dat vlak voor een statig landhuis een as van zijn reiswagen brak. Paganini werd door den eigenaar van het land huis, een baronet, met groote eer ont vangen, die de gelegenheid aangreep om de gansche omgeving te laten zien, welk een voornamen gast hij herbergde. Hij nocdigde alle hekenden ver uit den omtrek op een galadiner. Toevallig na tuurlijk lag er in de eetzaal een prach tige viool en 'n allerliefste dame wist met zoo'n bekoorlijk vragenden blik den meester 't instrument in handen te ge ven, dat deze geen neen kon zeggen en speelde. Den volgenden morgen ech ter trad de secretaris d©3 kunstenaars de werkkamer van den baronet binnen om deze namens Paganini voor do ge noten gastvrijheid te bedanken en hem een nota van 50 guinjes voor het ge geven concert te overhandigen. De ba ronet betaalde zonder tegen te spre ken. Spoedig daarna ratelde Paganini's wagen over 't voorplein. De paarden zouden juist de poort uitgaan, toen twee stevige knechts ze bij den teugel pakten. Paganini stak zijn hoofd uit 't portier, om te zieu wat er gaande wae. Daar hoorde hij dat de baron hem ver zocht om betaling van een rekening, groot 50 guinjes voor logies en maal tijden. Met een zuur gezicht betaalde Paganini de 50 guim'es weer terug. GOEDGUNSTIG. En ontbijten doen we om aohtuur besloot mevrouw haar in'ichtingen aan de nieuwe dienstbode. Is dat niet wat vroeg mevrouw? merkte de laatste op. Als ik soms nog niet beneden ben, wacht n dan maar niet op me. DE STAKKER! Tandarts. Doet die kies aan houdend pijn Pa'iënt. Niet aanleidend. Maar zoo om de vijf minuten krijg ik steken, die wel een kwartier duren. No. A EERSTE JAARGANG 1923 ^BiisssiniiiBiBiiiiiuiiiisiar iiiiiiu.iiiiiiis!iisiii8EBiiiai3asiiiia:3isiiiiisaiBsirb3ia!igii:3BiiBiiiEiiiiimm;iiiit-iiiisiiiiiiaii?iiiiiiii!iiii^: TOE? 'mm «o» I n UT*. >i IC AMI IX NAAR HET FRANSCH Nieuwsgierig begon Madeleine den brief te lezen. Toen zij aan het eind gekomen was, sprak zij„J a, het is werkelijk vr emd." „Ik ben misschien het slachtoffer eener misleiding, even wreed als on waardig," ging d oude dame voort, „Ik wil mij echter niet blootstellen aan het|gevaar eener openbaarmaking waar van de voordeelen bovendien onzeker zijn." „Stilzwijgen is, volgens ml], in elk opzicht, ten hoogste aan te bevelen," antwoordde Madeleine zeer ernstig. „Het kost mij moeite zoo te hande len. Ik houd van recht door zeeMaar is het een moeder geoorloofd wanneer het een zoon betreft, besluiten te nemen die zij voor hem het voordeeligst acht en al het andere te houden voor onder geschikte zaken „Stellig. Ik bewonder uw wijsheid. Ik zou in uw plaats niet anders handelen. Ik beken overigens dat de e brief on danks zijn vreemden vorm mij ge rof- fen heeft. De onbekend schrijver schijnt zich te houden voor en slacht offer van Anselme Géroux. Wat moet men daarvan denken Waar de sleu tel van dit raadsel zoeken Wij kunnen slechts gissen. En toch ik weet niet welke inwendige stem mij zegt. dat deze brief het werk is van iemand die overtuigd is van wat hij zegt." Mevrouw de Marsan luisterde aan dachtig, ze was verrast bij Madeleine zooveel gezond verstand te vinden, zooveel nadenken en voorzichtigheid en ze verheugde zich haar handelwijze te hooren goedkeuren door haar die volgens haar meening, haar zoon het meest liefhad. Overigens deelde zij het revoelen van Madeleine. Bij de eerste bladzijde van dezen zonderlingen brief werd zij door een hevige gemoedsbeweging aan gegrepen. En ederen kee dat zij hem overlas, de woorden wikte en woog en zich rekenschap zocht te geven van de gevoelens, die hij bij haar opwekte, werd zij meer onrustig door de onzeker heid. Het bleef haar echter een ondoor grondelijk geheim alleen de toekomst kon het ontsluieren en de zoo verbor gen waarheid aan den dag brengen. Voor de eerste maal maakte mevrouw de Marsan hier een toespeling op het proces, dat Gilbert al beschuldigde voor het hof der Assisen moe t brengen. De moeder sprak hierover met betrek kelijke kalmte terwijl Madeleine er vreeselijk door geschokt werd. Ze werden onderb oken door het be zoek van den heer en mevrouw Riche- roy, die ook dikwijls kwamen om de we duwe te troosten. De heer Richeroy had besloten alle zittingen bij te wonen waarin de debat ten over die treurige zaak gevoerd v/er den. Hij dacht aan de eenzaamheid en verlatenheid, die den jongen man moes ten verbitteren en hij wilde hem ster ken door zijn tegenwoordigheid en hem helpen zijn lijdensweg te bewandelen. De heer Richeroy was een uitstekend man. Ondanks de afwezigheid van een uniform met allerlei onderscheidings- teekenen had men hem kunnen houden voor een hoofdofficier, voor een gene raal in ruste, zulk een militaire houding en manieren had hij. Zijn geheele voor komen ga hem dan ook een zekere autoriteit, die echter door zijn glimlach en welwillenden blik getemperd werd. Mevrouw Richeroy had uiterlijk niets opmerkelijks maar het was een fijn beschaafde dame, die door haar edel hart en gemoed ieder aantrok. Ze waren met Madeleine bekend en het bezoek van deze werd nu nog een poosje gerekt. De heer en mevrouw Richeroy be toonden het jonge meisje een levendige sympathie. Ze kenden haar genegenheid voor Gilbert door de groote vertrouwe lijkheid met zijn mama. XX. fir deed zich niets bizonders voor. De bedreigingen in de naamlooze brieven bleven onuitgevoerd. Waarom Waren de genomen voorzorgen zoo doeltreffend of hadden de booswichten zich daardoor schrik laten aanjagen Of wel wachtten zij hun gelegenheid af om de bedreigden te t effen i Elk van deze onderstellingen scheen mogelijk. Intusschen, de vader van Madeleine had de bedreigingen nooit ernstig op genomen en de voorzorgen alleen geno- m n om zijn mama ge ust te stellen. Hoe het zij Mochelier en de baron keerden tot hun oude gewoonten terug, gerustgesteld en overtuigd dat het on gepaste grappen waren geweest. Ook de barones kreeg haar kalmte en vrede weer terug en van haar angst bevrijd, werd zij weer door andere bemoeiingen in beslag genomen. De tijd, voor het huwelijk van Madeleine vastgesteld, naderde. In dezelfde mate als het ongeduld van Fernand Moche lier groeide echter de tegenzin en afkeer van het jonge meisje. De gezondheid van Madeleine leed er onder en de ba ron had het opgegeven tusschenbeide te komen doch zijn dochter trachtte zich aan de vertoogen en vermaningen harer grootmama te onttrekken, door vergezeld van Percy, veel uit te gaan. Ze had frissche lucht noodig en de dok ter had haar geraden veel te wandelen en paard te rijden. Ze overdreef dit wel eenigszins om het huwelijk, dat zij met schrik zag naderen, uit te stel len en het zoo mogelijk geheel te doen mislukken. De ba ones en mevrouw Mochelier daarentegen vereenigden hun pogingen om den afkeer van Madeleine van Fernand te overwinnen. De bankier zijn vrouw en zijn zoon vreesden de vrijspraak van Gilbert, ter wijl ze in het geheim natuurlijk de hoop koes.erden op de veroordeelnig waarin zij zich bij voorbaat reeds ver heugden. Dit was ook de reden, waarom zij het huwelijk wilden bespoedigen en hierin werden zij door de barones ge steund. Madeleine wist echter telkens nieuwe redenen van uitstel te vinden. Zoo verliepen verscheidene weken in een soort van koortsachtige afwach ting. Het jonge meisje stond helaas alleen en bijna zonder middel van verweer tegenover zooveel vijanden „Een jonge dame van dien leeftijd moet weten te gehoorzamen," ver klaarde de barones. Haar zoon stemde hiermee in, omdat hij zich verleiden liet door h t fortuin van Fernand's vader, met wien hij zul ke groote zaken deed. 't Was als het ware een stroom van goud, die den baron verblindde. Eindelijk werden ze het eens over de vaststelling van den datum der hu welijksvoltrekking ondanks de pro testen van Madeleine. De barones haastte zich een uitzet,zoo rijk moge lijk te bestellen en alles voor te berei den voor en grootsche feestviering, waarvan men in ds kringen der groote wereld lang zou sp eken. De baron wilde ook dat dit huwelijk door zijn glans en rijkdom zelfs vorste lijke huwelijken in de schaduw zou stellen. Om dit doel te bereiken, dat zijn hoogmoed streelde en zijn eerzucht vol deed zou hij voor geen uitgaven terug deinzen, het goud met handen vol uit geven, maar toch niet blindelings, de rekenaar in hem behield zijn rechten zelfs in uren van bedwelmenden roem. De tijd was echter kort. Fernand en zijn moeder hadden een nog veel v oeger datum gewild en de bankier had dit ondersteund uit vrees voor een mogelijken terugkeer van Gil bert in de wereld. Ze hadden echter toegegeven, opdat alles gereed zou kunnen zijn voor een grootsche p'echtig - heid. Maar men had buiten het toeval, neen buiten de Voorzienigheid gerekend. Reeds waren de uitnoodigingen ver zonden, toen Fernand zoo ernstig 2iek werd, dat uitstel gebiedend noodzake lijk was. Madelein-1 herademde. Niet dat zij Fernand eenig kwaad zou toewenschen, wiens ziekte overigens geen direct gevaar opleverde, maar zij ontsnapte in allen geval tijdelijk aan den verfoeilijken dwang en mocht hopen dat de toekoms. haar geheel daarvan zou bevrijden. Zij stelde bij voortduring haar ver trouwen op God, Wien zij dagelijks bad om redding voor Gilbert en voor zich zelf. Zij bad Hem haar vader te verlichten, zijn hart te bewegen en haar dit smartelijk offer te sparen. Ook voor Gilbert telde zij de dagen in angstige verwachting De tijd, waar in de zaak van den moord, de aanklacht tegen Gilbert in openbare behandeling zou komen, viel samen met den nu vastgestelden datum van het uitgestel de huwelijk. Toen de tijd gekomen was volgde Madeleine onder de grootste op winding den loop van de rechtszaak, zij verschafte zich de best ingelicht® nieuwsbladen en maakte hiervan een ware studie. Nooit had men een zoo zonderlings verloofde en bruid gezien. Om de toebereidselen voor het huwe lijk bekommerde zij zich zoo min moge lijk, stelde er niet het minste belang in, wat kostbare zaken en geschenken men haar ook voorlegde. Haar gedachten waren uitsluitend bij Gilbert. De treurige zaak waarin hij gewikkeld was nam al haar aandacht in beslag. Niets ontsnapte aan haar opmerk zaamheid. De verslagen der zittingen van het gerechtshof werden door haai als het ware verslonden. De acte van beschuldiging, de getui- genverhooren, het requisitoir van den ambtenaar, de pleidooien, alles werd besproken, getaxeerd, gecrit seerd door haar door miss Percy en door me vrouw de Marsan. Men bewonderde de eenvoudige, waardige en edele houding van den on- gelukkigen Gilbert. Men prees de welsprekendheid van zijn verdediger, men hechtte groote waarde aan het getuigenis van den heer Richeroy. Deze had den beschuldigde den hoogsten lof toegezwaaid en ver klaard dat hij slechts op diens vrij spraak wachtte om hem de opengehou den betrekking in zijn zaak weer te doen innemen. Hij vergenoegde zich niet met zijn talenten in het licht ta stellen, maar vooral ook zijn edele hoe danigheden en karakter en ook hoe Anselme Géroux hem met zijn haat vervolgd had, omdat de jonge man had geweigerd een oneerlijke of minstens twijfelachtige onderneming goed te keuren. In het kort mocht de uitspraak nog onzeker zijn, de algemeene opinie was gunstig voor Gilbert en beschouw de hem als het slachtoffer eener rech terlijke dwaling. Zijn eervolle naam, zijn onberispelijk leven, de edelmoedigheid en oprecht heid, die uit zijn woorden en houding bleek, bezorgden hem met zijn be schaafd en elegant voorkomen de sym pathie van iedereen. De smart zijner moeder, een vrouw even achtenswaardig als wreed be proefd, had de harten getroffen en tot medelijden gestemd. De verdediger van Gilbert, die in groote trekken het leven had geschetst van dezen ongeluk- kigen zoon op het slagveld, deed da kinderlijke opoffering van den beschul digde in het schoonste licht verschijnen.- De advocaat sprak langen tijd en beschreef onder andere den vermoorde als een gierigaard zonder hart, zonder gevoel, die in allerlei verdachte zaken deel had. Zoo kwam de verdediger ook op da zaak der mijnen van Rochetaille, dis hij met kracht van woorden en groote vrijmoedigheid laakte en vooral de financiers, die gebruik maakten van hun naam en het in hen gestelde ver trouwen om zaken of ondernemingen ta bevorderen, waarvan zij wisten, dat zij niet betrouwbaar waren, ja soma noodlottig voor de aandeelhouder*,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 8