i
1
Tl
1
co
L
TT
TT
DE SCHULDIGE
1
,aS7l»|«
Uit den Moppentrommel.
JJ
ra
(0
75 c "Si
W «I 3
1
<n
O
ijoj!
1 cu>2
ll
c
6?
43
O
OJ Q)
o
T3 S
tsD a T3 5
2 5 o
?g|-«
E - H
Q a - B
O
lal I gSSj^-fgö
iJSJS'Sgl-s as
fe.ï u vS?.S - S 2 r.
3
03 s
i a
03 v
03
B"SflaS
fe .q B o 3
•o - B*"0 -2 *C J q d H 3
""SSJ,3-<ufes-dS5S«S5'
-** 3 - a U 5, r-1 a er
S J 5 "5
■a a
•w-a
a
o 5
CO 13
r.a o>
a :a -a s
5 u o a a
- c3 03 0)
- -g-s
ïCv-
22-oï.i
c oj
l5-2
S-a
-o
a a o>
N o c
3 gj
co a. >5
o50a^?, °l>Cr-
q ca. Ij "3 *a .5 Jip
■2 S f-g 3 2
3
"T3
]M
u
•a \s -a
.S^3
=0
cj -2.
*- a
co
O .-B
S»
n fl
■>5 53 03
ep gp o
B u
X <u
I 3 2
03 i
ƒ0"
s
?2x
o
c -=S
O
sl|
03 l. «g
"d o
- a
5
Id
È-a
I. c t(
o 2P
.s o
S w
I- cc
co'£
-"II
qj a
C 03
c
"J>
_r*3
I) n U -lj
-* -O 03 03 «-
S aa^
O a
2?
■a ft
a a
1) 3
O 03
53
O
03
"O O
•a o)
•o
03 -k3 4>
"c5 -•*
a 3 i "5
S J
- 0 -z
«5 r
o i,
- -J)
03
0 a -2
5 3
.SP
aC"3
:=a
s
ïHvSs - a'
F a-0jc« l.
rs^a^s
ff -3'5'g 5 g
3 a f a -3 gl.
e a a w .5,
_- 3 5 "5 "3 öó-a
-,-;«! a s
<1 »I T. o - -J
a v a uj3 c
-oürtw, OJ
u lis
o -a
1) a c
I S g E
a i
03 I a* a j;
- I -* 03
03 cu w
J3 öco?
a -
03 _r c£
- a 9 -=>S
CxJ
5^
.- a -P
0/ 0J •-: fl
3d-a -q - - - -v
-co -
a
CO -
.2: 2
"c
UJ
-
3
O -
d -
I Mil
2 2J
a
a 0/
w a! •- t
'-J K zfi
- s -
o
N
2 "3 -
S. o - c
3-f v"
t s
85 5 5,
J
5
jj
i.
■w
•a
o
y
y o
:--*a a
a =.j 3
a; a a
S
OJ
sa - E,
=0 -, -rT
o a
50 5J
a a. -a
-n
-' 3 J 3 jj 0
£J N 50-3 5
S L I a 2 c
t_ aac3 S^^cj
.">03-3 JS t0
S3 CJ
2
3J
5
CJ
O
JT u U v
S«
op^ 0/ 3
j;| -g^S
ÈJ'J-ae^
00 O 03
a a zo~\
:s> o> "d
- - a 5.2
•- 1 -a - s; a
3 *3 M U Jd
h :H
03
3Ï,
d-sg
f||
hsf toch we' wat erg om Kr ts crie nu
zoc sterk groeide s morgens zoc vroeg
de straat op te zenden maar nu zag
zi daa eenskiap een midde n om
zijn trots te breken Hij was mmers
oud genoeg om wat te verdienen
Onderwijzer v—rden de longen leek
we doi
Den volgenden morge. 'iep Christine
dadelijk naa de buurvrouw en zei
dar Frits van vijftien October af
iederen morgen voor schooltijd wel
brood kon rondbrengen
s-Avonds ze ze nét den ongen. in
stilte toch we angstig hoe hij het
op zou nemen want Christine was niet
zoo hardvochtig ais zij zich we- voor
deed zii hield veei van haar eenip kinu
en haar strengheid sproot alleen voort
uit het verlangen Frits te behoeden
voor het ongeluk dat zijn vader had
getroffen
F rits keek verbaasd op oen hij het
hoorde maar hij schrok er niet van
„Dan moet k vroeg uit de veeren
moeder ze hij maar ik ben blij
dat tk iets verdienen kan Roep mij
altijd goed op tijd als t u belieft.'
Dn toen Christine hem den vijftien
den October om hali zes wekte sprong
hi' zoo hasistig uit bed alsof hem een
groot genoegen wachtte
Christ ne had hem eerst een kop kof
fie en een botprham willsn geven maar
zii oordee de het toch beter dit achter
wege te aten hij moest maar ens
bemerken wat het zegt met een leege
maa<* de deur uit te gaan
Na verloop van een uur kwam Fnts
m't roode wangen en glinsterende
oogen terug ,Het is fnsch buiten,"
zei hij ,nu zal de koffie smaken
Kijk eens moeder de bakkersvrouw
heeft mij twee ksnJeties gegeven en
die krijg ik iederen morgen, een voor
u en een voor mij.'
fhristine schoof de broodjes terug
er> bromde,Eet jij ze allebei maar op,
ilr kan geen versch brood verdragen
De 'ongen mocht me denken dat zij,
ter wille van hem weigerde.
"rits vertelde haar onderwijl „Het
was zoo mooi. moeder De maan
stond nog in de lucht en flikkerde op
d" -amen van de kerk
"aar het mooiste hield hij voor zich
zelf dat hij zoo naar hartelust had
kunnen fluiten wat hij overdag
noo' mocht doen. In de stilte had het
zoo mooi geklonken want hij had uit
stekend gehoor en kon alles nafluiten
wa* hij slechts een paar malen gehoord
ha'1
Christine was volstrekt niet tevreden
ever het resultaat van zijn eersten
tc-ht Als het maar eens slecht weer
we-d zou Frits wel mak worden zoo
mak als zij hem tot zijn eigen bestwil
wilde hebben.
Maar kijk. Frits werd niet mak. Hoe
slecht het weder ook was, toch liep
hii iederen morgen vroolijk fluitend
met zijn broodmand door de trateri.
Hij had altijd iets u vertellen had al
tild iets bijzonders ondervonden. Hij
scheen in het donker meer te zien, dan
anderen op klaarlichten dag
In een van de villa's op den singel,
waar hij iederen morgen brood moest
brengen woonde een oude dame met
haar eveneens bejaarde dienstbode.
De rijke mevrouw was al jaren lang
verlamd en kon zich alleen met behulp
van krukken voortbewegen Zij had
geen kinderen en de neven en nichten
begon het langzamerhand te vervelen
de oude zieke tante te bezoeken.
Mevrouw Berthold droeg haar lijden
me. geduld maar als het winter werd
was zij toch menigmaal droef te moede.
Er kwam geen einde aan de lange,
donkere nachten De oude vrouw lag
dikwijls al van twee of drie uur af wak
ker en zij was te goedhartig om Caroline
die in de kame daarnaast sliep te
roepen Hoeveei zuchten ontvloden
in deze slapelooze uren haar borst
zuchten om verlossing uit haar lijden..
October was nu al half voorbij en
he werd iederen morgen al later licht.
De oude vrouw bleef doodstil iggen
tot acht uren en als Caroline dan niet
kwam schelde zij nooit vroeger
De trouwe ziel had het werkelijk
Iwaar genoeg met haar te verplegen
en voor her nufsnouclen te zorgen
Wat hoorde zn daar eensklaps
In bosch en veid zoen ik mijn vreugd'
floot emand op de straat De zieke
hiei het hoofd op en uisterde Even
ater hoorde ij weder de wijs van in
bosch en veld' daarop stierven de
klanken en de voetstappen weg
De zieke sloot de oogen en dacht nu
enskiaps aan het houtvestershuis.
midden in het bosch waar zij haar
kinderiaren had doorgebracht: in
bosch en veld....
De tijd tot Caroline's ontwaken vie1
mevrouw Berthold nu veei minder
an? dan anders Deze me'odie had haar
vee te d nken gegeven Wie zou daar
toch zoo mooi gefloten hebben Eens
klaps herinnerde zij zich dat de oude
vrouw die laar en dag s morgens
versch brood voor naar bh de buren
tgaf om een tooi gevraagd had. daar
zij niet meer terug zou komen
Den volgenden morgen zou een
schoolknaap haar plaats innemen Deze
rlmtersbaas was dus zeker de nieuwe
bakkersjongen
De fluitersbaas. dien naam gaf
mevrouw Berthold Frits van den eer
sten dag af
Den volg nden morgen lag zij vol
ongeduld te wachten En werkelijk,
daar was hij weder en hij floot nu de
wijs van: ,'k Zie de gele bladeren
vallen het aardige herfstlied dat zij
vroeger op de school gezongen had.
Hoe zuiver zong hij die melodie het
was zeker een flinke jongen met hel
dere oogen De oude vrouw zag hem
als het ware voor zich.
Zij wachtte nu dagelijks met een
zekere spanning op der. fluitersbaas.
Wat zou hij vandaag fluiten f Na ver-
cop van een paar weken Wist zij het
al heei zeker 's Zondags koos hij een
gewijd iied n 't was haar dan of zij
in de kerk vertoefde waar zij al in
jaren niet heen had kunnen gaan.
Wat een brave jongen moest hij zijn,
dat hij den Zondag zoo in eere hield
En in den Kersttijd klonk het
„Dit is de dag dien God gemaakt heeft."
en de oude vrouw lag toen doodstil en
vierde in stilte haar Kerstfeest
De winter met zijn lange nachten
vie' de oude vrouw dit jaar veel korter
en de morgenuren waren lang niet
zoo droevig meer Zij had nu immers
altijd iets in 't vooruitzicht en als het
fluitersbaasje voorbij was iets om
aan te denken want ieder lied herin
nerde haar aan een tijdperk uit haar
leven en werkte somtijds den geheelen
dag bij haar na.
Somtijds dacht mevrouw Berthold.
dat zij het fluitersbaasje toch wel eens
zou willen zien maar zij verwierp
dan dadelijk d-e gedachte weder. Neen
de jongen moest zoo eenvoudig blijven,
moest niet weten hoevee' genot hij
haar met zijn kunst verschafte Kunst
ja, het was een kunst, zóó te fluiten
als hij deed Hij mocht er nu nog niets
van hooren Later wellicht spoedig
De oude dame maakte plannen en
daar zij bij haar lichaamszwakte toch
nog veel wilskracht bezat stelde zij
de uitvoering daarvan niet lang uit.
Caroline moest langs een omweg
den naam van het fluitersbaasje te
weten zien te komen, en de school,
die hij bezocht
Zij kwam zoodoende te weten, dat
de jongen Frits Trautvetter heette
en de zoon was van een arme weduwe.
Mevrouw Berthold had wel iets der
gelijks gedacht. anders zou de jon
gen immers 's morgens geen brood rond
brengen Verder dat de jongen op een
kostelooze school ging en dat zijn mees
ter Munch heette.
Mevrouw Berthold schreef dezen
om eens bij haar te komen ,op een
Zondag" vroeg zij. Het fluitersbaasje
had juist dien morgen de melodie
.Jerusalem gij heilige stad" geflo
ten en dat had haar diep geroerd.
Zij gevoelde al sinds geruimen tijd
dat haar krachten afnamen Het was
beter niets uit te stellen De dokter
had haar allerlei versterkende m-dde-
len voorgeschreven maar die zouden
haar ook wel niet meer baten. Zij was
tevreden
Den volgenden morgen kwam de
onderwijzer Munch al en deze zei haar
dat Frits Trautve'ter een van ztjn
beste eerlingen was Hij had hem eens
.n vertrouwen verteld dat hij zoo
gaarne ook onderwijzer zou worden
maar dat zijn moeder zoo arm was en
dat hij dus dadelijk nadat hij van
chool kwam moest gaan verdienen.
„Jammer genoeg," beweerde de heer
Munch ,want hij heeft gezonde herse
nen een goed karakter en een prach
tige stem."
Mevrouw Berthold bedankte hem
voor zijn inlichtingen en zei dat zij
zou zien wat ij voor den 'ongen doen
kon maar voorloopig moest de heer
Munch, nog zwijgen
Den volgenden dag kreeg mevrouw
Berthold alweder bezoek van haar
notaris wien zij haar laatsten wil dic
teerde Zij leefde van haar pensioen
en van de rente van een klein vermo
gen In een vorig testament had zij
de helft daarvan aan haar trouwe
dienstbode vermaakt en de tweede
helft aan de armen Deze achtduizend
gulden gaf zij nu aan Frits Trautvetter
,die mij zonder het te weten den laat
sten winter zooveel prettige oogenblik-
ken heeft bezorgd Dit stond woorde
lijk zoo in het testament en zij voegde
er de voorwaarde aan oe, dat de jon
gen onderwijzer zou worden, zooals hij
wenschte.
,0p deze wijze is het geld ook zeer
nuttig besteed want een goed onder
wijzer is gelijk aan een zaadkorrel, die
veel vruchten voortbrengt," zei de
oude dame
De notaris beaamde di en nam af
scheid van zijn cliënte.
Het werd lente en iederen morgen
begon het fluitersbaasje al opgewekter
te zingen. Wat kende hij veel voor
jaarsliederen. Het werd nu al om zes
uur licht en op zekeren morgen had
de zieke geen rust meer in bed. Zij riep
Caroline al even over vijven en liet
zich naar haar stoel in de voorkamer
dragen. Eenmaal wilde zij toch vóór
haar dood het fluitersbaasje zien.
Zij hoorde hem reeds van verre
aankomen hij floot het vogelenkoor
uit Hayd's Schepping, maar toen
hij haar zag, hield hij dadelijk op, nam
zijn pet af en zag met zijn mooie blau
we oogen naar haar op. Mevrouw Bert
hold knikte hem zeer vriendelijk toe
en mompelde in zichzelve„Juist,
zoo had ik mij mijn fluitersbaasje
voorgesteld."
Kort daarna vond Caroline op een
morgen haar meesteres dood in bed.
Christine Trautvetter was niet weinig
verbaasd, toen zij op de rechtbank
ontboden werd wegens een erfeniszaak,
en toen zij vandaar terugkeerde, vloog
zij bijna over den weg. Haar Frits
haar jongen, had van een wildvreemde
dame verbazend veel geld gekregen en
pou nu onderwijzer worden.
En wat het vreemdst van alles
was, door zijn fluiten was hem dit ten
deel gevallen.
Op dezen dag herinnerde Christine
zich voor het eerst zonder bitterheid
haa overleden e.htgenoot Als de
jongen onderwijzer werd moest hij
in 's hemelsnaam maar muziek maken
dan was het bijzaak en geen brood
winning oordeelde zij.
JANTJE EN ZIJN KWARTJE.
Jantje had 'n kwartje gekregen van
moeder. Hij vergat echter te bedanken.
Jantje, zei moeder. Wat moet je zeg
gen als je iets krijgt?
Ik weet het niet, moe.
Weet je dat niet? Wat zegt moeder
als vader haar geld geeft?
U zegt dan: Is dat alles? Niet moe?
VOORUITGANG.
Vader, ik zit niet meer op de ach
terste bank.
Mooi zoo, jongen! En hoe is dat ge
komen?
De bank wordt geschilderd, vaderl
BOEIEND.
Maak die student naast u eens even
wakker, zei de professor verstoord.
Doe u 't zelf maar, professor, ant
woordde de student, u hebt hem zelf in
slaap gemaakt.
"Aar veBJARWGSGESCHENK.
Het was haar veriaardag. Haar m^ti
had haar een geschenk belootd, waarme
de zij zeker zou ingenomen zijn. Wat het
zou zijn, wilde hij haar tevoren niet zeg.
gen, om de verrassing niet te verminderen.
Maar het was hoogst nuttig, want dik
wijls kon hij het gebruiken en zij zou het
hem gaarne geven enzoovoorts,
Als ik vanmiddag thuis kom, breng
ik het mee.
En zoo verliet dien morgen haar man
bet huis.
Zij wachtte vol ongeduld.
Eindelijk tegen etenstijd kwam hij thuis,
Kijk eens vrouwtje, hier is nu jouw
geschenk.
Zenuwachtig pakte zij het aan, lachte,
maakte het papiertje los....
Pijpenkrabbersl?
Ja, zeide haar man, pijpenkrabbers
zijn minstens zoo nuttig als de keuken
gordijnen die ik op mijn verjaardag kreeg.
HIJ KON ER NIET UIT WIJS WORDEN.
Een boer, die regelmatig iedere week
in Antwerpen kwam, zag telkens de
weeskinderen uit wandelen gaan.
Daar mag de drommel uit wijs wor
den, zei hij tot iemand. Ik kom nu al ge
regeld zeven jaar in de stad en die kin
deren daar worden maar niet grooter. Ik
heb ze al gekend toen mijn vader zaliger
nog leefde.
DE STERKE WIL.
Toen ik nog niet getrouwd was, zeide
de man van middelbaren leeftijd, leefde ik
nogal royaal. Ik bezocht theaters, rookte
sigaren en sigaretten en dronk champag
ne. Maar nu, nu ik getrouwd ben, leef ik
veel bedaarder. Ik blijf thuis, rook alleen
pijpen en drink, als ik dorst heb, water.
Wel, wel, meende de ander, dan
moet je toch wel 'n sterken wil hebben,
om je zelf tot zulk een matigheid te
dwingen.
Het is niet mijn wil, antwoordde de
getrouwde man, maar haar wil die zoo
sterk is.
ZIJN POSITIE.
Om hem haar vertrouwen te toonen,
gaf zij aan haar man een huissleutel.
Maar om hem goed aan zijn verstand te
brengen welke positie hij in het huwe
lijk innam, had zij het slot van de voor
deur laten veranderen.
UIT HET LEVEN VAN DEN
VIOLIST PAGANINI.
Eens in zijn leven slechts heeft de
hebzuchtige Paganini een concert voor
niets gegeven en dat gebeurde nog ge
heel tegen zijn zin. Op een van zijn
reizen door Engeland gebeurde het eens
dat vlak voor een statig landhuis een
as van zijn reiswagen brak. Paganini
werd door den eigenaar van het land
huis, een baronet, met groote eer ont
vangen, die de gelegenheid aangreep
om de gansche omgeving te laten zien,
welk een voornamen gast hij herbergde.
Hij nocdigde alle hekenden ver uit den
omtrek op een galadiner. Toevallig na
tuurlijk lag er in de eetzaal een prach
tige viool en 'n allerliefste dame wist
met zoo'n bekoorlijk vragenden blik den
meester 't instrument in handen te ge
ven, dat deze geen neen kon zeggen
en speelde. Den volgenden morgen ech
ter trad de secretaris d©3 kunstenaars
de werkkamer van den baronet binnen
om deze namens Paganini voor do ge
noten gastvrijheid te bedanken en hem
een nota van 50 guinjes voor het ge
geven concert te overhandigen. De ba
ronet betaalde zonder tegen te spre
ken. Spoedig daarna ratelde Paganini's
wagen over 't voorplein. De paarden
zouden juist de poort uitgaan, toen
twee stevige knechts ze bij den teugel
pakten. Paganini stak zijn hoofd uit 't
portier, om te zieu wat er gaande wae.
Daar hoorde hij dat de baron hem ver
zocht om betaling van een rekening,
groot 50 guinjes voor logies en maal
tijden. Met een zuur gezicht betaalde
Paganini de 50 guim'es weer terug.
GOEDGUNSTIG.
En ontbijten doen we om aohtuur
besloot mevrouw haar in'ichtingen aan
de nieuwe dienstbode.
Is dat niet wat vroeg mevrouw?
merkte de laatste op. Als ik soms nog
niet beneden ben, wacht n dan maar
niet op me.
DE STAKKER!
Tandarts. Doet die kies aan
houdend pijn
Pa'iënt. Niet aanleidend. Maar zoo
om de vijf minuten krijg ik steken, die
wel een kwartier duren.
No. A
EERSTE JAARGANG 1923
^BiisssiniiiBiBiiiiiuiiiisiar iiiiiiu.iiiiiiis!iisiii8EBiiiai3asiiiia:3isiiiiisaiBsirb3ia!igii:3BiiBiiiEiiiiimm;iiiit-iiiisiiiiiiaii?iiiiiiii!iiii^:
TOE? 'mm «o» I
n
UT*.
>i
IC AMI
IX
NAAR HET FRANSCH
Nieuwsgierig begon Madeleine den
brief te lezen. Toen zij aan het eind
gekomen was, sprak zij„J a, het is
werkelijk vr emd."
„Ik ben misschien het slachtoffer
eener misleiding, even wreed als on
waardig," ging d oude dame voort,
„Ik wil mij echter niet blootstellen aan
het|gevaar eener openbaarmaking waar
van de voordeelen bovendien onzeker
zijn."
„Stilzwijgen is, volgens ml], in elk
opzicht, ten hoogste aan te bevelen,"
antwoordde Madeleine zeer ernstig.
„Het kost mij moeite zoo te hande
len.
Ik houd van recht door zeeMaar
is het een moeder geoorloofd wanneer
het een zoon betreft, besluiten te nemen
die zij voor hem het voordeeligst acht
en al het andere te houden voor onder
geschikte zaken
„Stellig. Ik bewonder uw wijsheid. Ik
zou in uw plaats niet anders handelen.
Ik beken overigens dat de e brief on
danks zijn vreemden vorm mij ge rof-
fen heeft. De onbekend schrijver
schijnt zich te houden voor en slacht
offer van Anselme Géroux. Wat moet
men daarvan denken Waar de sleu
tel van dit raadsel zoeken Wij kunnen
slechts gissen. En toch ik weet niet
welke inwendige stem mij zegt. dat
deze brief het werk is van iemand die
overtuigd is van wat hij zegt."
Mevrouw de Marsan luisterde aan
dachtig, ze was verrast bij Madeleine
zooveel gezond verstand te vinden,
zooveel nadenken en voorzichtigheid
en ze verheugde zich haar handelwijze
te hooren goedkeuren door haar die
volgens haar meening, haar zoon het
meest liefhad.
Overigens deelde zij het revoelen
van Madeleine. Bij de eerste bladzijde
van dezen zonderlingen brief werd zij
door een hevige gemoedsbeweging aan
gegrepen. En ederen kee dat zij hem
overlas, de woorden wikte en woog en
zich rekenschap zocht te geven van
de gevoelens, die hij bij haar opwekte,
werd zij meer onrustig door de onzeker
heid.
Het bleef haar echter een ondoor
grondelijk geheim alleen de toekomst
kon het ontsluieren en de zoo verbor
gen waarheid aan den dag brengen.
Voor de eerste maal maakte mevrouw
de Marsan hier een toespeling op het
proces, dat Gilbert al beschuldigde
voor het hof der Assisen moe t brengen.
De moeder sprak hierover met betrek
kelijke kalmte terwijl Madeleine er
vreeselijk door geschokt werd.
Ze werden onderb oken door het be
zoek van den heer en mevrouw Riche-
roy, die ook dikwijls kwamen om de we
duwe te troosten.
De heer Richeroy had besloten alle
zittingen bij te wonen waarin de debat
ten over die treurige zaak gevoerd v/er
den. Hij dacht aan de eenzaamheid en
verlatenheid, die den jongen man moes
ten verbitteren en hij wilde hem ster
ken door zijn tegenwoordigheid en hem
helpen zijn lijdensweg te bewandelen.
De heer Richeroy was een uitstekend
man. Ondanks de afwezigheid van een
uniform met allerlei onderscheidings-
teekenen had men hem kunnen houden
voor een hoofdofficier, voor een gene
raal in ruste, zulk een militaire houding
en manieren had hij. Zijn geheele voor
komen ga hem dan ook een zekere
autoriteit, die echter door zijn glimlach
en welwillenden blik getemperd werd.
Mevrouw Richeroy had uiterlijk
niets opmerkelijks maar het was een
fijn beschaafde dame, die door haar
edel hart en gemoed ieder aantrok.
Ze waren met Madeleine bekend en
het bezoek van deze werd nu nog een
poosje gerekt.
De heer en mevrouw Richeroy be
toonden het jonge meisje een levendige
sympathie. Ze kenden haar genegenheid
voor Gilbert door de groote vertrouwe
lijkheid met zijn mama.
XX.
fir deed zich niets bizonders voor.
De bedreigingen in de naamlooze
brieven bleven onuitgevoerd.
Waarom
Waren de genomen voorzorgen zoo
doeltreffend of hadden de booswichten
zich daardoor schrik laten aanjagen
Of wel wachtten zij hun gelegenheid
af om de bedreigden te t effen i
Elk van deze onderstellingen scheen
mogelijk.
Intusschen, de vader van Madeleine
had de bedreigingen nooit ernstig op
genomen en de voorzorgen alleen geno-
m n om zijn mama ge ust te stellen.
Hoe het zij Mochelier en de baron
keerden tot hun oude gewoonten terug,
gerustgesteld en overtuigd dat het on
gepaste grappen waren geweest.
Ook de barones kreeg haar kalmte en
vrede weer terug en van haar angst
bevrijd, werd zij weer door andere
bemoeiingen in beslag genomen. De
tijd, voor het huwelijk van Madeleine
vastgesteld, naderde. In dezelfde mate
als het ongeduld van Fernand Moche
lier groeide echter de tegenzin en afkeer
van het jonge meisje. De gezondheid
van Madeleine leed er onder en de ba
ron had het opgegeven tusschenbeide
te komen doch zijn dochter trachtte
zich aan de vertoogen en vermaningen
harer grootmama te onttrekken, door
vergezeld van Percy, veel uit te gaan.
Ze had frissche lucht noodig en de dok
ter had haar geraden veel te wandelen
en paard te rijden. Ze overdreef dit
wel eenigszins om het huwelijk, dat
zij met schrik zag naderen, uit te stel
len en het zoo mogelijk geheel te doen
mislukken.
De ba ones en mevrouw Mochelier
daarentegen vereenigden hun pogingen
om den afkeer van Madeleine van
Fernand te overwinnen.
De bankier zijn vrouw en zijn zoon
vreesden de vrijspraak van Gilbert, ter
wijl ze in het geheim natuurlijk
de hoop koes.erden op de veroordeelnig
waarin zij zich bij voorbaat reeds ver
heugden.
Dit was ook de reden, waarom zij
het huwelijk wilden bespoedigen en
hierin werden zij door de barones ge
steund.
Madeleine wist echter telkens nieuwe
redenen van uitstel te vinden.
Zoo verliepen verscheidene weken
in een soort van koortsachtige afwach
ting.
Het jonge meisje stond helaas alleen
en bijna zonder middel van verweer
tegenover zooveel vijanden
„Een jonge dame van dien leeftijd
moet weten te gehoorzamen," ver
klaarde de barones.
Haar zoon stemde hiermee in, omdat
hij zich verleiden liet door h t fortuin
van Fernand's vader, met wien hij zul
ke groote zaken deed. 't Was als het
ware een stroom van goud, die den
baron verblindde.
Eindelijk werden ze het eens over
de vaststelling van den datum der hu
welijksvoltrekking ondanks de pro
testen van Madeleine. De barones
haastte zich een uitzet,zoo rijk moge
lijk te bestellen en alles voor te berei
den voor en grootsche feestviering,
waarvan men in ds kringen der groote
wereld lang zou sp eken.
De baron wilde ook dat dit huwelijk
door zijn glans en rijkdom zelfs vorste
lijke huwelijken in de schaduw zou
stellen.
Om dit doel te bereiken, dat zijn
hoogmoed streelde en zijn eerzucht vol
deed zou hij voor geen uitgaven terug
deinzen, het goud met handen vol uit
geven, maar toch niet blindelings,
de rekenaar in hem behield zijn rechten
zelfs in uren van bedwelmenden roem.
De tijd was echter kort.
Fernand en zijn moeder hadden een
nog veel v oeger datum gewild en de
bankier had dit ondersteund uit vrees
voor een mogelijken terugkeer van Gil
bert in de wereld. Ze hadden echter
toegegeven, opdat alles gereed zou
kunnen zijn voor een grootsche p'echtig -
heid.
Maar men had buiten het toeval, neen
buiten de Voorzienigheid gerekend.
Reeds waren de uitnoodigingen ver
zonden, toen Fernand zoo ernstig 2iek
werd, dat uitstel gebiedend noodzake
lijk was.
Madelein-1 herademde.
Niet dat zij Fernand eenig kwaad zou
toewenschen, wiens ziekte overigens
geen direct gevaar opleverde, maar
zij ontsnapte in allen geval tijdelijk
aan den verfoeilijken dwang en mocht
hopen dat de toekoms. haar geheel
daarvan zou bevrijden.
Zij stelde bij voortduring haar ver
trouwen op God, Wien zij dagelijks
bad om redding voor Gilbert en voor
zich zelf. Zij bad Hem haar vader te
verlichten, zijn hart te bewegen en
haar dit smartelijk offer te sparen.
Ook voor Gilbert telde zij de dagen
in angstige verwachting De tijd, waar
in de zaak van den moord, de aanklacht
tegen Gilbert in openbare behandeling
zou komen, viel samen met den nu
vastgestelden datum van het uitgestel
de huwelijk. Toen de tijd gekomen was
volgde Madeleine onder de grootste op
winding den loop van de rechtszaak,
zij verschafte zich de best ingelicht®
nieuwsbladen en maakte hiervan een
ware studie.
Nooit had men een zoo zonderlings
verloofde en bruid gezien.
Om de toebereidselen voor het huwe
lijk bekommerde zij zich zoo min moge
lijk, stelde er niet het minste belang
in, wat kostbare zaken en geschenken
men haar ook voorlegde.
Haar gedachten waren uitsluitend
bij Gilbert. De treurige zaak waarin hij
gewikkeld was nam al haar aandacht
in beslag.
Niets ontsnapte aan haar opmerk
zaamheid. De verslagen der zittingen
van het gerechtshof werden door haai
als het ware verslonden.
De acte van beschuldiging, de getui-
genverhooren, het requisitoir van den
ambtenaar, de pleidooien, alles werd
besproken, getaxeerd, gecrit seerd
door haar door miss Percy en door me
vrouw de Marsan.
Men bewonderde de eenvoudige,
waardige en edele houding van den on-
gelukkigen Gilbert. Men prees de
welsprekendheid van zijn verdediger,
men hechtte groote waarde aan het
getuigenis van den heer Richeroy.
Deze had den beschuldigde den
hoogsten lof toegezwaaid en ver
klaard dat hij slechts op diens vrij
spraak wachtte om hem de opengehou
den betrekking in zijn zaak weer te
doen innemen. Hij vergenoegde zich
niet met zijn talenten in het licht ta
stellen, maar vooral ook zijn edele hoe
danigheden en karakter en ook hoe
Anselme Géroux hem met zijn haat
vervolgd had, omdat de jonge man had
geweigerd een oneerlijke of minstens
twijfelachtige onderneming goed te
keuren.
In het kort mocht de uitspraak nog
onzeker zijn, de algemeene opinie
was gunstig voor Gilbert en beschouw
de hem als het slachtoffer eener rech
terlijke dwaling.
Zijn eervolle naam, zijn onberispelijk
leven, de edelmoedigheid en oprecht
heid, die uit zijn woorden en houding
bleek, bezorgden hem met zijn be
schaafd en elegant voorkomen de sym
pathie van iedereen.
De smart zijner moeder, een vrouw
even achtenswaardig als wreed be
proefd, had de harten getroffen en tot
medelijden gestemd. De verdediger
van Gilbert, die in groote trekken het
leven had geschetst van dezen ongeluk-
kigen zoon op het slagveld, deed da
kinderlijke opoffering van den beschul
digde in het schoonste licht verschijnen.-
De advocaat sprak langen tijd en
beschreef onder andere den vermoorde
als een gierigaard zonder hart, zonder
gevoel, die in allerlei verdachte zaken
deel had.
Zoo kwam de verdediger ook op da
zaak der mijnen van Rochetaille, dis
hij met kracht van woorden en groote
vrijmoedigheid laakte en vooral de
financiers, die gebruik maakten van
hun naam en het in hen gestelde ver
trouwen om zaken of ondernemingen ta
bevorderen, waarvan zij wisten, dat
zij niet betrouwbaar waren, ja soma
noodlottig voor de aandeelhouder*,