VOOR DE
§~l.
.Fi
DE SCHULDIGE
voegde zij er bij „Denk u eens aan
hij heeft toen het plan bedacht, zich
door u te laten schilderen, opdat hij
lederen dag geruimen tijd in mijn na
bijheid zou kunnen zijn."
Suzanne dankte God. dat de inval-
lende avond haar doodsbleek gelaat
vot* de oogen van het jonge paar ver
borg.
„Nietwaar, juffrouw Suzanne,"
smeekte de jonge man. „u bent toch
niet boos op ons, dat wij zulk een l'st
verzonnen en dat wij het zoo lang
stil gehouden hebben
Bijna met geweld herwon Suzanne
haar zelfbeheersching „Nu ji.," sprak
ze, „denkt u dat ik al niet lang gemerkt
heb. dat er iets aan de l and was.
Intusschen spijt het mij, dat we van
avond geen prettig, vroolijk verlo
vingsfeest kunnen vieren, want ik
heb een vreeselijke hoofdpijn."
Constantijn stond dadelijk op en
nam met een kus afscheid van zijn
verloofde wiarna hij Suzanne de hand
reikte en haa- op hartelijken toon
spoedige beterschap wenschte.
Toen de ionge man vertrokken was,
liet Suzanne zich door Gerty naar haar
kamer breng, n, verdroe de goede
zorgen van het ionge meisje met ge
latenheid en zonk als gebroken in haar
armstoel, toen het gelukkige kind
haar eindelijk alleen liet
„Wat schaam ik mij. zoo dwaas
geweest te zijn," snikte ze met het
gelaat in de handen De- slaap ont
vlood dien nacht haar oogen.
Een week later was Suzanne op
reis naar Tyrol. Van haar bekenden
had ze alleen schriftelijk afscheid ge
nomen. en Gerty was naar haar ouders
terug. Maar het vreemde land gaf haar
de opgewektheid niet terug. Thuis
had ze een bijna ziekelijk verlangen
naar een andere omgeving gevoeld
nu ze die had, voelde ze zich eenzaam
en verlaten, en aan de lange winter
avonden wou maar bijna geen einde
komen.
Gasten waren er genoeg in het ho
tel, waar zij logeerde, maai ze kon
er niet toe komen, gezelschap te zoe
ken de gedachte, dat Constantijn
Roder haar geheim misschien geraden
kon hebben, drukte haar ter neer.
Daar zat ze nu weer moederziel
alleen in de eetzaal en staarde droevig
voor zich uit. Reeds tweemaal had ze
de vraag van den kellner wat de juf
frouw wenschte te gebruiken, niet
verstaan.
Daar klonk haar plotseling een be
kende mannenstem in de ooren pro
fessor Rudolf Saling stond voor haar.
Een gloeiende blos steeg haar naar de
wangen, en ook de professor streek
eenigszins verlegen "langs zijn vollen
baard, maar hij gleed toch met bewon
derenswaardige zelfbeheersching over
't moeilijke punt heen en riep uit
„Welk een verrassing, juffrouw, u hier
aan te treffen I Dat is .een buitenkansje
in mijn uitstapje dat ik hierheen maak
om een lastigen hardnekkigen hoest
kwijt te raken
„Wilt u niet hier bij mij plaats ne
men vroeg Suzanne verlegen Het
was toch een prettig gevoel, hier onder
al die wildvreemde menschen een be
kend gezicht aan te treffen.
Zichtbaar in zijn schik nam de pro
fessor deze uitnoodiging aan.
Spoedig vlotte het gesprek uitmun
tend Dien avond ging Suzanne zonder
het gewone gevoel van verveling en
neergedruktheid naar bed En de vol
gende dagen waren even opgewekt en
prettig Ze maakte met Saling groote
wandelingen, en stond verbaasd over
zijn ongedwongen vroolijkheid en har
telijkheid
Op een morgen hield vóór het ho
tel een automobiel stil, waaruit twee
heeren staptén. Het bleken twee vroe
gere studiemakkers van professor Sa
ling te zijn. en dien dag moest Su
zanne alleen gaan wandelen, want de
twee vrienden hadden terstond beslag
gelegd op den professor voor een groo-
ten autotocht naar Meran De twee
vreemden zouden daar overnachten,
rerwijl de professor per trein des mid
dags zou terugkeeren.
Hoe eindeloos lang viel Suzanne
deze dag I Ze verveelde zich al doode-
tijk nog vóór de koffie In de eetzaal
werd opgediend. Daar snelde de keil
ner op haar toe met het bericht dat op
den straatweg naar Meran een auto
mobielongeluk gebeurd was Twee der
inzittenden zouden dood en een zwaar
gekwetst zijn
„Als dit ongeluk professor Saling
en zijn vrienden maar niet overkomen
is." voegde de kellner er onvoorzich
tig bij.
Suzanne zat daar als verlamd van
schrik De minuten kropen voorbij of
het dagen waren In de vreeselijkste
onrust dwaalde ze rond reeds vier
uur en nog geen bericht Toen het
donker begon te worden, sloeg ze den
weg naar het station in. Misschien
kwam hij nog met een der avondtrei
nen. Rusteloos liep ze het perron op
en neer. Eindelijk daar verkondig
de een langgerekt fluiten de nadering
van eeri trein Haar oogen vlogen langs
de aanrollende wagons P'otseling stiet
ze een kreet van vreugde uitdaar
stak proïessor Saling zijn hoofd uit
een coupé Heel vergetend wat ze
deed, snelde ze op hem toe
„Goddank dat u niets overkomen
is." stamelde'ze. „ik heb zulk een
angst om u uitgestaan."
Eerst keek hij haar aan. alsof hij er
niets van begreep, maar opeens schoot
hem te binnen dat er een automobiel
ongeluk op den weg dien hij ook gere
den was. had plaats gehad. „Juffrouw
Suzanne." riep hij met bevende stem
„zou het mogelijk kunnen zijn. dat
u om mij in angst geweest bent en dat
u hier op mij wacht Kan het wezen
lijk mogelijk zijn
In haar oogen las hij het antwoord,
dat hem gelukkig maakte.
Wat ze op den weg naar het hotel
met elkaar besproken hebben, weet
niemand, maar acht dagen later ant
woordde de schilderes aan haar nieuws
gierige vriendin Jetti Dillen- „Ja.
je kunt mij gelukwenschen, ik ben
met professor Saling verloofd 1"
Er volgde een korte uitlegging, ein
digend met de woorden „Nu heb ik
toch eindelijk de liefde leeren kennen."
Constantijn Roder keek wel een
beetje op. toen Suzanne hem haar ver
loofde voorstelde. Hij die slechts aan
zijn Gerty dacht, had de tante altijd
slechts als een vrouwelijke Methusa-
lem beschouwd.
Bekeerd.
Dr. Werner en Elisa Graman hadden
hun verloving bekend gemaakt. Dit was
voor niemand een verrassingalle
kennissen hadden het reeds lang voor
zien en altijd gevonden dat die beiden
een mooi paar zouden vormen.
De knappe, ernstige dokter en de
bekoorlijke, vroolijke dochter van den
burgemeester hadden elkaar reeds ge
kend van Werner's studententijd af,
en toen hij promoveerde was zij een der
eersten wien hij dit persoonlijk kwam
meedeelen.
Twee dagen later ontvingen de ken
nissen de verlovingskaarten.
Dr. Werner vestigde zich in zijn ge
boortestad. Was de praktijk aanvan
kelijk gering, spoedig nam die toe.want
hij was een bekwaam arts Langzamer
hand moest hij zijn spreekuren verlen
gen en kon hij aan trouwen gaan den
ken.
Toen ontstond er op zekeren dag
een ernstig verschil tusschen de verloof
den. Gerard Werner was altijd toch
tegen vrouwen-emancipatie geweest
en in het b zonder tegen het optreden
der vrouw in het openbaar leven, in
allerlei beroepen en bedrijven. Elisa
was van de tegenovergestelde meening.
Hij beweerde, dat de vrouw van nature
in den man haar steun en beschermer
moest zien en niet in staat was dezelfde
plaats als de man in de maatschappij
in te nemen.
Mocht de vrouw voor dezen of genen
werkkring in het algemeen geschikt zijn
en werden er al vrouwen gevonden, die
in een bij uitstek mannelijken werk
kring wel wat goeds tot stand brachten,
dit waren uitzonderingen. Slechts aan
de zijde van den man en met zijn hulp
ling harer gaven geraken.
Tegen dece meening, die Elisa met
bepaalden schrik vernam, verzette zij
zich eerst met zekeren schroom, maar
daarna met de meeste beslistheid. Haar
jeugdige, opgewekte natuur verlangde
naar zelfstandigheid en naar de erken
ning van gelijke kracht en aanleg.
Ten slotte trachtte haar verloofde,
door de zaak als scherts te behandelen,
zich terug te trekken, maar dit gelukte
hem niet, .Elisa verklaarde niemands
hulp noodig te hebben. 2e had haar gé-
zond verstand en een paar flinke han
den aan het lijlken zou zich wei weten
te helpen waar het noodig was Toen hij.
hierop zijn meening niet wilde prijsge
ven, verklaarde Elisa dat ze volgens
haar meening niet bij elkaar pasten en
dat het raadzaam zou zijn, de verlo
ving af te breken.
Toen werd hij zeer ernstig en zei
„Je bent nu opgewonden morgen zal
je er wel anders over denken." En daar
mede ging hij heen.
Ook de volgende dagen echter ble
ven zij ieder bij hun gevoelen en niet
lang. duurde het of ze gaven elkander
hun woord terug. Dit deed beiden wel
veel verdriet, maar ze waren te trotsch
om toe te geven.
Zoo verliep een jaar. Plotseling
stierf Elisa's vader en stond zij alleen
op de wereld Haar moeder had ze reeds
als kind verloren. Dat was een harde
slag voor haar, want zij bleef zonder
hulpmiddelen van beteekenis achter.
Eenige weken na de begrafenis ver
huisde zij naar een groote stad, waar een
verre vriend van haar vader haar een
onderkomen had aangeboden. Daar
hoopte zij een betrekking te krijgen, die
't haar mogelijk zou maken alleen door
de wereld te komen. Het bleek echter
moelijk zulk een betrekking te vin
den. Al beschikte zij over niet onbelang
rijke kennis en eenig talent, voor het
praktische leven bleek dit onvoldoende.
Menige teleurstelling was haar deel,
veel harde woorden moest zij hooren en
menigen dag kwam ze vermoeid en met
pijnlijke voeten van al het loopen thuis.
Menigmaal dreigde haar de moed te
ontzinken, maar zij hield dapper vol.
"Eindelijk vond zij iets. Wel niet wat
zij gewenscht had, maar het was in elk
geval een begin. Later, hoopte zij, zou
het beter gaan. Met lust en ijver was zij
aan het werk getogen en toen zij na
een maand het eerste zelf verdiende
geld in de hand hield, voelde zij zich
fier en gelukkig.
Het duurde echter niet lang of de
aanvankelijke moed en opgewektheid
begonnen te verflauwen.
Dag aan dag moest zij in den vroe
gen morgen op weg om niet te laat te
komen Ze moest een grooten afstand
afleggen om haar kantoor te bereiken
en van de electrische tram kon en wilde
zij, ook uit spaarzaamheid, geen gebruik
maken. Kwam zij 's-avonds laat terug,
dan was zij vermoeid en uitgeput en het
vooruitzicht op den volgenden dag
benam haar het genoegen van de rust.
De opgewekte vroolijkheid van voor
heen had zij reeds lang verloren en het
frissche rood harer wangen was door
het voortdurende in huis zitten reeds
verbleekt. Ze geleek een vogel, die
men in een enge kooi had opgesloten en
die nu treurig de vleugels liet hangen
Als ze dan eenzaam in haar kamertje
zat. dacht ze meermalen aan vervlogen
tijden. De herinnering aan haar voor
malig geluk, aan haar verloofde, aan
de scheiding van hem persten haar vaak
de tranen uit de oogen. Dan vroeg ze
zich wel af of ze nu nog zoo spreken zou,
zoo onafhankelijk, zoo stoutmoedig en
trotsch Haar verstand zei ja, want ze
wilde niet zwak worden, maar haar hart
verzette zich daartegen. Daarin klopte
het dikwijls zoo hevig, zoo verlangend
dat het was alsof haar hart breken zo
Een vurig verlangen overmeesterde
haar. nog eens in die trouwe bruine
oogen te zien in zijn krachtigen arm te
vluchten, een woord van troost te
vernemen bevrijd te zijn van eenzaam
heid en smart Wat zou haar alles dan
licht worden, wat zou de arbeid dan
een vreugde zijn. als zij iemand had, in
wiens liefde zij steun en troost vond.
Dan kwam er zoo iets al* berouw in haar
ziel en eens greep zt] M,s naar de pet\
om hem te schrijven Maar qe oude
trots verhief zich weer en zij verbrand
de den pak voltooiden brief.
De zomer ging voorbij en de herfst
kwam met zijn stormen en regen en
vaak kwam Elisa verkleumd eri met
natte kleederen thuis.
Op zekeren avond was het weer te
bar en zij besloot de tram te nemen. De
ze was binnen geheel bezet, maar een
heer stond op om plaats voor haar te
maken Zij wilde hem bedanken, maar
toen zij hem aanzag, bestierven de
woorden op haar lippen Haar knieën
knikten en zij moest gaan zitten om
niet ineen te zinken. Vverner was het,
die haar zijn plaats had aangeboden. Hij
groette vriendelijk en trad naar buiten
Elisa had een hoogroode kleur en"
haar handen beefden, toen zij den
conducteur moest betalen. Ze kon
haar aandoening niet meester worden.
Een zeldzame mengeling van vreugde,
weemoed, schaamte en trots door-
st, oomde haai. Als ze zich naar het
balkon wendde.' zag zij den" blik van
een paar bruine oogelf op zich gevestigd.
En plotseling was het haar alsof alle
reizigers haar aankeken en haar door
grondden. Ze stond op, verliet de tram
en snelde haastig weg, ofschoon ze tot
haar huis had kunnen meerijden. Ze
liep al maar door zonder eerst te be
merken, waar zij heenging. Eindelijk
stond ze stil van vermoeidheid. Boven
dien was ze door den steeds neerplassen-
den regen doornat geworden H uiverend
keek ze om zich heen naar een plaats,
waar ze kon uitrusten. Ze zag echter
niets in de eenzame straat en was op het
punt om verder te gaan en haar huis
op te zoeken, toen ze een bekende
stem haar naam hoorde noemen. Ze zag
om en zag Werner naderen.
„Lisa," sprak hij nogmaals, „laat mij
je naar huis brengen
„Gerard," riep ze angstig en verheugd
tevens.
Hij sloot haar in zijn armen en zij
weende als een kind. Snikkend sprak
zij eindelijk „Gerard, je mag niet
heengaan. Ik had ongelijk, maar nu ben
ik genezen."
En het klonk als een jubelkreet toen
hij antwoordde: „Ja, wij behooren bij
elkaar. Zoo moest het eenmaal komen
dat wist ik. En het verlangen, dat ik
niet weerstaan kon, heeft mij hierheen
gedreven."
Elisa had geleerd in de harde school
van het leven. Zij was bekeerd.
Uit den Moppentrommel.
HIJ WOU TSTS ZIEN.
Vader vindt z?n Boontje van 9 jaar,
weggedoken in 'n club-fauteuil, zitten
lezen in 'n Handboek over opvoedkunde.
„Wa's dat noul Lees jij 'n Handboek
over opvoedkunde?!"
„Zeker, pa, ik wil 'ns zien of jullie
me wel goed opvoeden."
POSTOBUTUM VAN EEN STUDEN-
TEN-BBIEE.
„Bewaar dit schrijven zorgvuldig, beste
vriend. MochJ ik eens een beroemd mim
worden, dan kan je het duur verkoo-
pen, en dan deelen wij de opbrengst)
samen... Intusschen zon 't mij hoogst
aangenaam zijn, zoo je mij er thans een
voorschot van f 25 óp zou willen geven."
geven."
OP DE TEENEN GETBAPT.
Mevrouw D., nog treurend over haar
overleden man, die bij zijn leven kan
tonrechter was, ontvinc bezoek van
Kaatje, een vroegere keukenmeid.
't Is zonde, zei Kaatje, zoo'n
goeie man, net zoo'n goedzak als mijn
Kobus. Ik ben ook getrouwd movrouw
Wel, wel. en wat doet je man?
Scharenriijnen, mevrouw.
Mevrouw, den neus ontrekkend:
Maar Kaatje, had je niets beters
kunnen k rij een Pcbe-en lij per, dat is
ook niet veel bizon der-.
De mejd op haar teenen getrapt:
Nou een levende scharenslijper i» si
tooh nog altijd beter dan een dooi»
kantonrechter.
No. 14
EERSTE JAARGANG 1922
sgHHiiKimmmnmiiimii^n;iLjimiiiiai;n»iiiiii8iii8iH8nninni:imi:nnint::inimninimiiiiinu-jmimiHirnummiiisg
HUISKAMER
iiiiiiiiniiii2iiiininiiii[:njisiiijii3i,iï.iuLjï4iiiiiJiiaini:]iiiKiiiiiiimiir]i:iiiiini:!Uii,i^-ninummmmmiiiminiii^
i
X
NAAR HET FRANSCH
„Zijn advocaat heeft hem anders
schitterend verdedigd," hernam de
baron, die er niet over zwijgen kon.
De douairière fronste de wenkbrau
wen. De eerste indruk was reeds ver
zwakt bij deze oppe vlakkige vrouw
en ij wilde zich verzetten tegen de
ontevredenheid van haar zoon welke
zij in haar verblinding als een indirecte
goedkeuring aanzag van Madeleine's
genegenheid als een eerher tel van
Gilbert de Marsan.
Een oogenblik had zij een doodvon
nis gevreesd, maar toen zij vernam
dat de strengheid der rechters zich
had vergenoegd met een andere straf,
even eerloo-- maar in haar oog toch
minder vreeselijk had ij een soort
verlichting ondervonden.
Haar afkeer tegen Gilbert was zeer
oppervlakkig.
Gaarne had zij mee gratie voor hem
gevraagd, als hij maar niet haar klein
dochter bemind had. Nu veroordeelde
zij hem onverbiddelijk maar den dag
na het huwelijk van Madeleine met
Fernand zou zij hem hebben willen
vrijspreken.
Toen de baron de lof van den advo
caat aanhief sprak zij scherp ,.Be
wonder jij die verdediging zoo Dat
verwondert mij, Antoine, van een man
van jouw verstand."
„Waarom ledereen bewondert die."
„Het gemeen, o ja maar wat be-
teekent dit Ik vind dat die advocaat
tekort is geschoten in bescheidenheid
en tact."
„Hij is wei scherp geweest dit
moet ik toegeven tegen financiers
die hun naam gebruiken om vertrou
wen te winnen voor zaken welke zij
als goed voorstellen terwijl ze weten
dat zij slecht zijn. Maar was dit onver
diend
„De kapitalisten weten dat er aldus
gehandeld wordt als zij tenminste
eenige ondervinding hebben Dan moe
ten zij maar op hun hoede zijn om
zich niet te laten verleiden."
„Zeker, maar er zijn onnoozelen
arme drommels die in hun netten
gevangen worden Die zijn te bekla
gen."
„O als zij zich in het net wagen,
is het omdat zij gelooven en hopen er
hun voordeel in te vinden
„U heeft gelijk r zij willen veel win
nen en worden het offer van hun be
geerlijkheid Niettemin hoor ik graag
nu en dan de onbetrouwbare speculan
tens een aanklagen en de advocaat
van Gilbert heeft d:t meesterlijk ge
daan
„Met zeer onbescheiden toespelingen
te maken op de genegenheid van de
Marsan voor Madeleine 1"
,Ik gelooi niet dat men dit begre
pen heeft 't waren zeer bedekte toe
spelingen Enwaikomtdi er overigens
op aan Ieder weet dat er velen naarde
hand mijner dochter dingen Men heeft
er een eer voor Gilbert n gezien dat
hij door Madeleine onderscheiden
werd."
„Een eer I 't Was een publieke aan-
de-kaak-stelling Ik zal dez n onhan
digen advocaat zijn stoutmoedigheid
nooit vergeven En Fernand zal er
meen k, nog meer beschaamd over
zijn."
De baron was door deze woorden ge
kwetst in zijn trots.
..Zooveel te erger voor hem mama,"
riep hij „Als het hem niet bevalt
moet hij van Madeleine afzien honderd
anderen zullen er naar verlangen zijn
plaats in te nemen Daar ben ik zeker
van."
Hij ging op triomfantelijk ironischen
toon voort ,,U kunt chter gerust
zijn. Fernand Mochelier is niet zoo
teergevoelig Hij he ft goede redenen
om zich schikkelijk te toonen Weet
u echter mama wat in deze zaak te
bejammeren is, wat misschien schade
doen kan aan ons rediet en den naam
onzer dochter
„Neen ik weet niet waarop je zin
speelt," zei de barones nieuwsgierig.
„Welnu dat is de indirecte blaam
op onzen vriend Mochelier geworpen
in de zaak der mijnen van Rochetaille
Dit heeft opzien gewekt en zal zeker
de reputatie van Madeleine's toe
komstigen schoonvader niet ten goede
komen Men spreekt er in het openbaar
over en oordeelt streng over onzen
vriend."
De barones dacht even na. Toen
prak zij
„Deze indruk' zal spoedig uitge-
wischt zijn Mijnheer Mochelier ver
dient geld als water dat zal de lui
wel doen zwijgen."
.Of de a gunst' opwekken Enfin,
'k hoop dat nu deze zaak a fgeloopen
is. onze vri nd er niet meer i n betrok
ken zal worden Zoo niet dan zou
dit leelijk zeer leelijk zijn voo onze
dochter, officieel verloofd et Fernand
Mochelier, wiens vrouw ze morgen
zal zijn."
Deze woorden heri nnerden de ba
rones aan Made eine en haar zoon
in de rede vallend, sprak zij
„Waar is Madeie ne toch?"
„Ik weet he niet ze i met miss
Percy uitgegaan." antwoordde de ba
ron afgetrokken.
„Is dat al lang ge eden? Zou zij
al terug zijn
De barones schelde een bediende.
.Is juffrouw Made eine al terug?"
.Neen mevrouw," antwoordde de
bediende.
„Ga eens zien."
De bediende gehoorzaamde en kwam
terug m te zeggen dat de jonge dame
nog niet huis gekomen was.
.Dat is vreemd," zei de barones
verstoord
Het was werkelijk al 'aat En dezen
avond zouden de Mocheliers bij den
oaron dineeren met eenige vrienden
die eveneens genoodigd waren.
.Wat moet dat beteekenen." mom-
pe'de de barones die zich ongerust
begon te maken.
D- baron was peinzend blijven zit
ten Hij had dis een voorgevoel van
een naderend onheil maar hij wilde
al zijn koelbloedigheid bewaren om
alle mogelijke ongevallen het hoofd
te bieden.
De onrust der barones groeide aan,
naarmate de tijd verliep. Haar onte
vredenheid telde zich niet tevreden
met één slachtoffer Na streng het ge
drag van Madeleine gegispt te hebben
laakte zij scherp de houdine van miss
Percy.
,,'t s nbegrijpelijk," sprak zij
eindj'ijk „Madeleine mo t morgen
trouwen en zij houdt zich steeds met
heel andere zaken bezig."
.Ze houdt zich bezig met de zaak
van Géroux en Gilbert de Marsan,"
an woo dde de ba on geërgerd.
Deze woorden waren een lich straal
voor de barones.
„O. nu wee k het," ei ze .Made
leine zal bij mevrouw de Marsan zijn."
.Dat heb k niet gezegd' zei de
baron, altijd gereed als hij w^s om zijn
dochter tegen zijn moeder in bescher
ming te nemen.
„Ik vermoed het. 't Is een waar
schandaal Je moogt dit niet oela-
ten, Antoine. Je moogt ook niet langer
die miss Percy beschermen, die zich
tegenov - ons zulke vrijhed n veroor
loof Je moet haar op s aanden voet
ontslaan, zoodra zij terug komt Daar
Madeleine morgen trouw., heeft zij
voo taan de diensten deze gouver
nante niet meer noodig."
..Wind u niet zoo op, mama. Ik zal
de noodige bevelen geven en Made
leine zal op he. uur van het diner hier
zijn."
Het ek wel of de baron niet mee-
me zooveel geestdrift he huwelijk
egemoet zag en dat hij niet meer de
zelfde sympathie had voor Fernand
Mochelie- als vroeger.
Wat kon daarvan de oorzaak zijn
Daar waren verschillende redenen
voor. De baron betreurde reeds de
houding van den bankier in de zaak
van Rochetaille Bovendien had de
hartstocht van Fernand voor het spel,
die langzamerhand alle pe ken te
buiten ging hem bevreesd gemaakt,
dat hij ter-voldoening van zijn trots
het ongeluk wellicht zijner dochter ou
bewerken.
De barones daarentegen werd on-
verzettelijker naarmate de tijd nader
de. Zij deed alles om de uitvoering
harer plannsn te verzekeren haar
eerzucht verblindde haar geheei en
verhinderde haar den afgrond te zien,
waarin zij Madeleine door haar hals
starrigheid ging storten
Nu was het uur van het dine nabij
en Madeleine verscheen nog niet De
baronss werd door toorn en woede
verteerd doch bleef zichzelve geheel
meester dooj het verkeer in de groote
wereld gewoon haar gevoel aan has*
wil te onderwerpen, maakte ij zich
gereed de omstandigheden het hoofd
e bieden en den storm te bezweren,
di dreigend naderde
n het huis van den baron heerschte
allerwegen onrust en bange verwach
ting.
De barones gaf haar bevelen met
het oog op de komst d r gas .en. Daar
na trad zij het weelderige salon binnen,
versierd met witte bloemen en prach
tig verlicht door gaskronen die schit
terden van kristal.
XXIII
Het uur van 't diner was geslagen,
een alarmklok in het oor der barones
en een sombere toon in dat van den
baron Men wachtte nog steeds de
terugkomst van Madeleine 1 De. ba
rones ontving met een glimlach op
de lippen haar gasten die achtereen
volgens aankwamen.
De Mocheliers triomfeerden.
D man. di zich als mededinger
van Fernand had durven opwerpen,
was terzijde geschoven voor altijd ver
oren. Door een misdadig stilzwijgen
was een onschuldige veroordeeld en
ontsnapte de schuldige aan den arm
der justitie.
Evenwel deze overwinning was
niet zonder bittere bijsmaak De ban
kier moest het zichzelf bekennen de
loop, dien de zaak voo het ge echtshof
genomen had was voor zijn reputatie
niet gunstig geweest En zou hij geen
gewetenswroeging ondervinden bij de
gedachte aan den ongelukkige, dien
zijn stilzwijgen uit de maatschappij
had gestooten, had ontrukt aan zijn
treurende moedér van zijn vrijheid
beroofd, hem met boeien beladen en
geschandvlekt had in de oogen van
allen
En dit vonnis was onherroepelijk:
hij toch kon. zonder zichzelf te com-
promitteeren, voortaan dengene dien
hij voor schuldig hield niet aanwijzen.
Stellig dacht hij aan deze dingen,
want zijn gelaat stond somber, zijn
blik was onzeker.
Fernand toonde meer zorgeloosheid.
Een beetje bleek nog als gevolg van
zijn ziekte wist hij zich een houding
te geven, die indruk m akte.
Hij zo ht Madeleine met de oogen,
doch te .vergeefs Ook zijn mama ver
wonderde zich over dit ongewone fait.
De barones wist het echter op de meest
natuurlijke wijze te verontschuldigen,
„Madeleine is ongesteld," sprak zij,
„ze kan op dit oogenblik niet beneden
komen."
„Ongesteld vroeg mevrouw Moche
lier ontsteld door deze verklaring, die
als een stortbad over de gasten viel.
„O 't is maar een voorbijgaande
ongesteldheid, de dokter komt en dan
is het misschien straks wel weer be
ter."
„Dat is jammer," zei msvrouw
Mochel.er.
„O neen, het is niets, maar zij moet
zich .n acht nemen voor de plechtigheid
van morgen."
Dit alles was met de meeste beminne
lijkheid en overtuiging gezegd. Niette
min vermoedd mevrouw Mochelier
met vrouwelijke scherpzinnigheid hier
een of ander dat men voor haar ver
borgen hield. Zij veinsde ech er vol
komen geloof te slaan aan d woorden
der barones om den schijn te redden
en de vormen te eerbiedigen.
Alle regelen der etiquette werden
dan ook in a:h genomen Ieder ver
moedde iets, maar veinsde niefcL