VOOR DE §~l. .Fi DE SCHULDIGE voegde zij er bij „Denk u eens aan hij heeft toen het plan bedacht, zich door u te laten schilderen, opdat hij lederen dag geruimen tijd in mijn na bijheid zou kunnen zijn." Suzanne dankte God. dat de inval- lende avond haar doodsbleek gelaat vot* de oogen van het jonge paar ver borg. „Nietwaar, juffrouw Suzanne," smeekte de jonge man. „u bent toch niet boos op ons, dat wij zulk een l'st verzonnen en dat wij het zoo lang stil gehouden hebben Bijna met geweld herwon Suzanne haar zelfbeheersching „Nu ji.," sprak ze, „denkt u dat ik al niet lang gemerkt heb. dat er iets aan de l and was. Intusschen spijt het mij, dat we van avond geen prettig, vroolijk verlo vingsfeest kunnen vieren, want ik heb een vreeselijke hoofdpijn." Constantijn stond dadelijk op en nam met een kus afscheid van zijn verloofde wiarna hij Suzanne de hand reikte en haa- op hartelijken toon spoedige beterschap wenschte. Toen de ionge man vertrokken was, liet Suzanne zich door Gerty naar haar kamer breng, n, verdroe de goede zorgen van het ionge meisje met ge latenheid en zonk als gebroken in haar armstoel, toen het gelukkige kind haar eindelijk alleen liet „Wat schaam ik mij. zoo dwaas geweest te zijn," snikte ze met het gelaat in de handen De- slaap ont vlood dien nacht haar oogen. Een week later was Suzanne op reis naar Tyrol. Van haar bekenden had ze alleen schriftelijk afscheid ge nomen. en Gerty was naar haar ouders terug. Maar het vreemde land gaf haar de opgewektheid niet terug. Thuis had ze een bijna ziekelijk verlangen naar een andere omgeving gevoeld nu ze die had, voelde ze zich eenzaam en verlaten, en aan de lange winter avonden wou maar bijna geen einde komen. Gasten waren er genoeg in het ho tel, waar zij logeerde, maai ze kon er niet toe komen, gezelschap te zoe ken de gedachte, dat Constantijn Roder haar geheim misschien geraden kon hebben, drukte haar ter neer. Daar zat ze nu weer moederziel alleen in de eetzaal en staarde droevig voor zich uit. Reeds tweemaal had ze de vraag van den kellner wat de juf frouw wenschte te gebruiken, niet verstaan. Daar klonk haar plotseling een be kende mannenstem in de ooren pro fessor Rudolf Saling stond voor haar. Een gloeiende blos steeg haar naar de wangen, en ook de professor streek eenigszins verlegen "langs zijn vollen baard, maar hij gleed toch met bewon derenswaardige zelfbeheersching over 't moeilijke punt heen en riep uit „Welk een verrassing, juffrouw, u hier aan te treffen I Dat is .een buitenkansje in mijn uitstapje dat ik hierheen maak om een lastigen hardnekkigen hoest kwijt te raken „Wilt u niet hier bij mij plaats ne men vroeg Suzanne verlegen Het was toch een prettig gevoel, hier onder al die wildvreemde menschen een be kend gezicht aan te treffen. Zichtbaar in zijn schik nam de pro fessor deze uitnoodiging aan. Spoedig vlotte het gesprek uitmun tend Dien avond ging Suzanne zonder het gewone gevoel van verveling en neergedruktheid naar bed En de vol gende dagen waren even opgewekt en prettig Ze maakte met Saling groote wandelingen, en stond verbaasd over zijn ongedwongen vroolijkheid en har telijkheid Op een morgen hield vóór het ho tel een automobiel stil, waaruit twee heeren staptén. Het bleken twee vroe gere studiemakkers van professor Sa ling te zijn. en dien dag moest Su zanne alleen gaan wandelen, want de twee vrienden hadden terstond beslag gelegd op den professor voor een groo- ten autotocht naar Meran De twee vreemden zouden daar overnachten, rerwijl de professor per trein des mid dags zou terugkeeren. Hoe eindeloos lang viel Suzanne deze dag I Ze verveelde zich al doode- tijk nog vóór de koffie In de eetzaal werd opgediend. Daar snelde de keil ner op haar toe met het bericht dat op den straatweg naar Meran een auto mobielongeluk gebeurd was Twee der inzittenden zouden dood en een zwaar gekwetst zijn „Als dit ongeluk professor Saling en zijn vrienden maar niet overkomen is." voegde de kellner er onvoorzich tig bij. Suzanne zat daar als verlamd van schrik De minuten kropen voorbij of het dagen waren In de vreeselijkste onrust dwaalde ze rond reeds vier uur en nog geen bericht Toen het donker begon te worden, sloeg ze den weg naar het station in. Misschien kwam hij nog met een der avondtrei nen. Rusteloos liep ze het perron op en neer. Eindelijk daar verkondig de een langgerekt fluiten de nadering van eeri trein Haar oogen vlogen langs de aanrollende wagons P'otseling stiet ze een kreet van vreugde uitdaar stak proïessor Saling zijn hoofd uit een coupé Heel vergetend wat ze deed, snelde ze op hem toe „Goddank dat u niets overkomen is." stamelde'ze. „ik heb zulk een angst om u uitgestaan." Eerst keek hij haar aan. alsof hij er niets van begreep, maar opeens schoot hem te binnen dat er een automobiel ongeluk op den weg dien hij ook gere den was. had plaats gehad. „Juffrouw Suzanne." riep hij met bevende stem „zou het mogelijk kunnen zijn. dat u om mij in angst geweest bent en dat u hier op mij wacht Kan het wezen lijk mogelijk zijn In haar oogen las hij het antwoord, dat hem gelukkig maakte. Wat ze op den weg naar het hotel met elkaar besproken hebben, weet niemand, maar acht dagen later ant woordde de schilderes aan haar nieuws gierige vriendin Jetti Dillen- „Ja. je kunt mij gelukwenschen, ik ben met professor Saling verloofd 1" Er volgde een korte uitlegging, ein digend met de woorden „Nu heb ik toch eindelijk de liefde leeren kennen." Constantijn Roder keek wel een beetje op. toen Suzanne hem haar ver loofde voorstelde. Hij die slechts aan zijn Gerty dacht, had de tante altijd slechts als een vrouwelijke Methusa- lem beschouwd. Bekeerd. Dr. Werner en Elisa Graman hadden hun verloving bekend gemaakt. Dit was voor niemand een verrassingalle kennissen hadden het reeds lang voor zien en altijd gevonden dat die beiden een mooi paar zouden vormen. De knappe, ernstige dokter en de bekoorlijke, vroolijke dochter van den burgemeester hadden elkaar reeds ge kend van Werner's studententijd af, en toen hij promoveerde was zij een der eersten wien hij dit persoonlijk kwam meedeelen. Twee dagen later ontvingen de ken nissen de verlovingskaarten. Dr. Werner vestigde zich in zijn ge boortestad. Was de praktijk aanvan kelijk gering, spoedig nam die toe.want hij was een bekwaam arts Langzamer hand moest hij zijn spreekuren verlen gen en kon hij aan trouwen gaan den ken. Toen ontstond er op zekeren dag een ernstig verschil tusschen de verloof den. Gerard Werner was altijd toch tegen vrouwen-emancipatie geweest en in het b zonder tegen het optreden der vrouw in het openbaar leven, in allerlei beroepen en bedrijven. Elisa was van de tegenovergestelde meening. Hij beweerde, dat de vrouw van nature in den man haar steun en beschermer moest zien en niet in staat was dezelfde plaats als de man in de maatschappij in te nemen. Mocht de vrouw voor dezen of genen werkkring in het algemeen geschikt zijn en werden er al vrouwen gevonden, die in een bij uitstek mannelijken werk kring wel wat goeds tot stand brachten, dit waren uitzonderingen. Slechts aan de zijde van den man en met zijn hulp ling harer gaven geraken. Tegen dece meening, die Elisa met bepaalden schrik vernam, verzette zij zich eerst met zekeren schroom, maar daarna met de meeste beslistheid. Haar jeugdige, opgewekte natuur verlangde naar zelfstandigheid en naar de erken ning van gelijke kracht en aanleg. Ten slotte trachtte haar verloofde, door de zaak als scherts te behandelen, zich terug te trekken, maar dit gelukte hem niet, .Elisa verklaarde niemands hulp noodig te hebben. 2e had haar gé- zond verstand en een paar flinke han den aan het lijlken zou zich wei weten te helpen waar het noodig was Toen hij. hierop zijn meening niet wilde prijsge ven, verklaarde Elisa dat ze volgens haar meening niet bij elkaar pasten en dat het raadzaam zou zijn, de verlo ving af te breken. Toen werd hij zeer ernstig en zei „Je bent nu opgewonden morgen zal je er wel anders over denken." En daar mede ging hij heen. Ook de volgende dagen echter ble ven zij ieder bij hun gevoelen en niet lang. duurde het of ze gaven elkander hun woord terug. Dit deed beiden wel veel verdriet, maar ze waren te trotsch om toe te geven. Zoo verliep een jaar. Plotseling stierf Elisa's vader en stond zij alleen op de wereld Haar moeder had ze reeds als kind verloren. Dat was een harde slag voor haar, want zij bleef zonder hulpmiddelen van beteekenis achter. Eenige weken na de begrafenis ver huisde zij naar een groote stad, waar een verre vriend van haar vader haar een onderkomen had aangeboden. Daar hoopte zij een betrekking te krijgen, die 't haar mogelijk zou maken alleen door de wereld te komen. Het bleek echter moelijk zulk een betrekking te vin den. Al beschikte zij over niet onbelang rijke kennis en eenig talent, voor het praktische leven bleek dit onvoldoende. Menige teleurstelling was haar deel, veel harde woorden moest zij hooren en menigen dag kwam ze vermoeid en met pijnlijke voeten van al het loopen thuis. Menigmaal dreigde haar de moed te ontzinken, maar zij hield dapper vol. "Eindelijk vond zij iets. Wel niet wat zij gewenscht had, maar het was in elk geval een begin. Later, hoopte zij, zou het beter gaan. Met lust en ijver was zij aan het werk getogen en toen zij na een maand het eerste zelf verdiende geld in de hand hield, voelde zij zich fier en gelukkig. Het duurde echter niet lang of de aanvankelijke moed en opgewektheid begonnen te verflauwen. Dag aan dag moest zij in den vroe gen morgen op weg om niet te laat te komen Ze moest een grooten afstand afleggen om haar kantoor te bereiken en van de electrische tram kon en wilde zij, ook uit spaarzaamheid, geen gebruik maken. Kwam zij 's-avonds laat terug, dan was zij vermoeid en uitgeput en het vooruitzicht op den volgenden dag benam haar het genoegen van de rust. De opgewekte vroolijkheid van voor heen had zij reeds lang verloren en het frissche rood harer wangen was door het voortdurende in huis zitten reeds verbleekt. Ze geleek een vogel, die men in een enge kooi had opgesloten en die nu treurig de vleugels liet hangen Als ze dan eenzaam in haar kamertje zat. dacht ze meermalen aan vervlogen tijden. De herinnering aan haar voor malig geluk, aan haar verloofde, aan de scheiding van hem persten haar vaak de tranen uit de oogen. Dan vroeg ze zich wel af of ze nu nog zoo spreken zou, zoo onafhankelijk, zoo stoutmoedig en trotsch Haar verstand zei ja, want ze wilde niet zwak worden, maar haar hart verzette zich daartegen. Daarin klopte het dikwijls zoo hevig, zoo verlangend dat het was alsof haar hart breken zo Een vurig verlangen overmeesterde haar. nog eens in die trouwe bruine oogen te zien in zijn krachtigen arm te vluchten, een woord van troost te vernemen bevrijd te zijn van eenzaam heid en smart Wat zou haar alles dan licht worden, wat zou de arbeid dan een vreugde zijn. als zij iemand had, in wiens liefde zij steun en troost vond. Dan kwam er zoo iets al* berouw in haar ziel en eens greep zt] M,s naar de pet\ om hem te schrijven Maar qe oude trots verhief zich weer en zij verbrand de den pak voltooiden brief. De zomer ging voorbij en de herfst kwam met zijn stormen en regen en vaak kwam Elisa verkleumd eri met natte kleederen thuis. Op zekeren avond was het weer te bar en zij besloot de tram te nemen. De ze was binnen geheel bezet, maar een heer stond op om plaats voor haar te maken Zij wilde hem bedanken, maar toen zij hem aanzag, bestierven de woorden op haar lippen Haar knieën knikten en zij moest gaan zitten om niet ineen te zinken. Vverner was het, die haar zijn plaats had aangeboden. Hij groette vriendelijk en trad naar buiten Elisa had een hoogroode kleur en" haar handen beefden, toen zij den conducteur moest betalen. Ze kon haar aandoening niet meester worden. Een zeldzame mengeling van vreugde, weemoed, schaamte en trots door- st, oomde haai. Als ze zich naar het balkon wendde.' zag zij den" blik van een paar bruine oogelf op zich gevestigd. En plotseling was het haar alsof alle reizigers haar aankeken en haar door grondden. Ze stond op, verliet de tram en snelde haastig weg, ofschoon ze tot haar huis had kunnen meerijden. Ze liep al maar door zonder eerst te be merken, waar zij heenging. Eindelijk stond ze stil van vermoeidheid. Boven dien was ze door den steeds neerplassen- den regen doornat geworden H uiverend keek ze om zich heen naar een plaats, waar ze kon uitrusten. Ze zag echter niets in de eenzame straat en was op het punt om verder te gaan en haar huis op te zoeken, toen ze een bekende stem haar naam hoorde noemen. Ze zag om en zag Werner naderen. „Lisa," sprak hij nogmaals, „laat mij je naar huis brengen „Gerard," riep ze angstig en verheugd tevens. Hij sloot haar in zijn armen en zij weende als een kind. Snikkend sprak zij eindelijk „Gerard, je mag niet heengaan. Ik had ongelijk, maar nu ben ik genezen." En het klonk als een jubelkreet toen hij antwoordde: „Ja, wij behooren bij elkaar. Zoo moest het eenmaal komen dat wist ik. En het verlangen, dat ik niet weerstaan kon, heeft mij hierheen gedreven." Elisa had geleerd in de harde school van het leven. Zij was bekeerd. Uit den Moppentrommel. HIJ WOU TSTS ZIEN. Vader vindt z?n Boontje van 9 jaar, weggedoken in 'n club-fauteuil, zitten lezen in 'n Handboek over opvoedkunde. „Wa's dat noul Lees jij 'n Handboek over opvoedkunde?!" „Zeker, pa, ik wil 'ns zien of jullie me wel goed opvoeden." POSTOBUTUM VAN EEN STUDEN- TEN-BBIEE. „Bewaar dit schrijven zorgvuldig, beste vriend. MochJ ik eens een beroemd mim worden, dan kan je het duur verkoo- pen, en dan deelen wij de opbrengst) samen... Intusschen zon 't mij hoogst aangenaam zijn, zoo je mij er thans een voorschot van f 25 óp zou willen geven." geven." OP DE TEENEN GETBAPT. Mevrouw D., nog treurend over haar overleden man, die bij zijn leven kan tonrechter was, ontvinc bezoek van Kaatje, een vroegere keukenmeid. 't Is zonde, zei Kaatje, zoo'n goeie man, net zoo'n goedzak als mijn Kobus. Ik ben ook getrouwd movrouw Wel, wel. en wat doet je man? Scharenriijnen, mevrouw. Mevrouw, den neus ontrekkend: Maar Kaatje, had je niets beters kunnen k rij een Pcbe-en lij per, dat is ook niet veel bizon der-. De mejd op haar teenen getrapt: Nou een levende scharenslijper i» si tooh nog altijd beter dan een dooi» kantonrechter. No. 14 EERSTE JAARGANG 1922 sgHHiiKimmmnmiiimii^n;iLjimiiiiai;n»iiiiii8iii8iH8nninni:imi:nnint::inimninimiiiiinu-jmimiHirnummiiisg HUISKAMER iiiiiiiiniiii2iiiininiiii[:njisiiijii3i,iï.iuLjï4iiiiiJiiaini:]iiiKiiiiiiimiir]i:iiiiini:!Uii,i^-ninummmmmiiiminiii^ i X NAAR HET FRANSCH „Zijn advocaat heeft hem anders schitterend verdedigd," hernam de baron, die er niet over zwijgen kon. De douairière fronste de wenkbrau wen. De eerste indruk was reeds ver zwakt bij deze oppe vlakkige vrouw en ij wilde zich verzetten tegen de ontevredenheid van haar zoon welke zij in haar verblinding als een indirecte goedkeuring aanzag van Madeleine's genegenheid als een eerher tel van Gilbert de Marsan. Een oogenblik had zij een doodvon nis gevreesd, maar toen zij vernam dat de strengheid der rechters zich had vergenoegd met een andere straf, even eerloo-- maar in haar oog toch minder vreeselijk had ij een soort verlichting ondervonden. Haar afkeer tegen Gilbert was zeer oppervlakkig. Gaarne had zij mee gratie voor hem gevraagd, als hij maar niet haar klein dochter bemind had. Nu veroordeelde zij hem onverbiddelijk maar den dag na het huwelijk van Madeleine met Fernand zou zij hem hebben willen vrijspreken. Toen de baron de lof van den advo caat aanhief sprak zij scherp ,.Be wonder jij die verdediging zoo Dat verwondert mij, Antoine, van een man van jouw verstand." „Waarom ledereen bewondert die." „Het gemeen, o ja maar wat be- teekent dit Ik vind dat die advocaat tekort is geschoten in bescheidenheid en tact." „Hij is wei scherp geweest dit moet ik toegeven tegen financiers die hun naam gebruiken om vertrou wen te winnen voor zaken welke zij als goed voorstellen terwijl ze weten dat zij slecht zijn. Maar was dit onver diend „De kapitalisten weten dat er aldus gehandeld wordt als zij tenminste eenige ondervinding hebben Dan moe ten zij maar op hun hoede zijn om zich niet te laten verleiden." „Zeker, maar er zijn onnoozelen arme drommels die in hun netten gevangen worden Die zijn te bekla gen." „O als zij zich in het net wagen, is het omdat zij gelooven en hopen er hun voordeel in te vinden „U heeft gelijk r zij willen veel win nen en worden het offer van hun be geerlijkheid Niettemin hoor ik graag nu en dan de onbetrouwbare speculan tens een aanklagen en de advocaat van Gilbert heeft d:t meesterlijk ge daan „Met zeer onbescheiden toespelingen te maken op de genegenheid van de Marsan voor Madeleine 1" ,Ik gelooi niet dat men dit begre pen heeft 't waren zeer bedekte toe spelingen Enwaikomtdi er overigens op aan Ieder weet dat er velen naarde hand mijner dochter dingen Men heeft er een eer voor Gilbert n gezien dat hij door Madeleine onderscheiden werd." „Een eer I 't Was een publieke aan- de-kaak-stelling Ik zal dez n onhan digen advocaat zijn stoutmoedigheid nooit vergeven En Fernand zal er meen k, nog meer beschaamd over zijn." De baron was door deze woorden ge kwetst in zijn trots. ..Zooveel te erger voor hem mama," riep hij „Als het hem niet bevalt moet hij van Madeleine afzien honderd anderen zullen er naar verlangen zijn plaats in te nemen Daar ben ik zeker van." Hij ging op triomfantelijk ironischen toon voort ,,U kunt chter gerust zijn. Fernand Mochelier is niet zoo teergevoelig Hij he ft goede redenen om zich schikkelijk te toonen Weet u echter mama wat in deze zaak te bejammeren is, wat misschien schade doen kan aan ons rediet en den naam onzer dochter „Neen ik weet niet waarop je zin speelt," zei de barones nieuwsgierig. „Welnu dat is de indirecte blaam op onzen vriend Mochelier geworpen in de zaak der mijnen van Rochetaille Dit heeft opzien gewekt en zal zeker de reputatie van Madeleine's toe komstigen schoonvader niet ten goede komen Men spreekt er in het openbaar over en oordeelt streng over onzen vriend." De barones dacht even na. Toen prak zij „Deze indruk' zal spoedig uitge- wischt zijn Mijnheer Mochelier ver dient geld als water dat zal de lui wel doen zwijgen." .Of de a gunst' opwekken Enfin, 'k hoop dat nu deze zaak a fgeloopen is. onze vri nd er niet meer i n betrok ken zal worden Zoo niet dan zou dit leelijk zeer leelijk zijn voo onze dochter, officieel verloofd et Fernand Mochelier, wiens vrouw ze morgen zal zijn." Deze woorden heri nnerden de ba rones aan Made eine en haar zoon in de rede vallend, sprak zij „Waar is Madeie ne toch?" „Ik weet he niet ze i met miss Percy uitgegaan." antwoordde de ba ron afgetrokken. „Is dat al lang ge eden? Zou zij al terug zijn De barones schelde een bediende. .Is juffrouw Made eine al terug?" .Neen mevrouw," antwoordde de bediende. „Ga eens zien." De bediende gehoorzaamde en kwam terug m te zeggen dat de jonge dame nog niet huis gekomen was. .Dat is vreemd," zei de barones verstoord Het was werkelijk al 'aat En dezen avond zouden de Mocheliers bij den oaron dineeren met eenige vrienden die eveneens genoodigd waren. .Wat moet dat beteekenen." mom- pe'de de barones die zich ongerust begon te maken. D- baron was peinzend blijven zit ten Hij had dis een voorgevoel van een naderend onheil maar hij wilde al zijn koelbloedigheid bewaren om alle mogelijke ongevallen het hoofd te bieden. De onrust der barones groeide aan, naarmate de tijd verliep. Haar onte vredenheid telde zich niet tevreden met één slachtoffer Na streng het ge drag van Madeleine gegispt te hebben laakte zij scherp de houdine van miss Percy. ,,'t s nbegrijpelijk," sprak zij eindj'ijk „Madeleine mo t morgen trouwen en zij houdt zich steeds met heel andere zaken bezig." .Ze houdt zich bezig met de zaak van Géroux en Gilbert de Marsan," an woo dde de ba on geërgerd. Deze woorden waren een lich straal voor de barones. „O. nu wee k het," ei ze .Made leine zal bij mevrouw de Marsan zijn." .Dat heb k niet gezegd' zei de baron, altijd gereed als hij w^s om zijn dochter tegen zijn moeder in bescher ming te nemen. „Ik vermoed het. 't Is een waar schandaal Je moogt dit niet oela- ten, Antoine. Je moogt ook niet langer die miss Percy beschermen, die zich tegenov - ons zulke vrijhed n veroor loof Je moet haar op s aanden voet ontslaan, zoodra zij terug komt Daar Madeleine morgen trouw., heeft zij voo taan de diensten deze gouver nante niet meer noodig." ..Wind u niet zoo op, mama. Ik zal de noodige bevelen geven en Made leine zal op he. uur van het diner hier zijn." Het ek wel of de baron niet mee- me zooveel geestdrift he huwelijk egemoet zag en dat hij niet meer de zelfde sympathie had voor Fernand Mochelie- als vroeger. Wat kon daarvan de oorzaak zijn Daar waren verschillende redenen voor. De baron betreurde reeds de houding van den bankier in de zaak van Rochetaille Bovendien had de hartstocht van Fernand voor het spel, die langzamerhand alle pe ken te buiten ging hem bevreesd gemaakt, dat hij ter-voldoening van zijn trots het ongeluk wellicht zijner dochter ou bewerken. De barones daarentegen werd on- verzettelijker naarmate de tijd nader de. Zij deed alles om de uitvoering harer plannsn te verzekeren haar eerzucht verblindde haar geheei en verhinderde haar den afgrond te zien, waarin zij Madeleine door haar hals starrigheid ging storten Nu was het uur van het dine nabij en Madeleine verscheen nog niet De baronss werd door toorn en woede verteerd doch bleef zichzelve geheel meester dooj het verkeer in de groote wereld gewoon haar gevoel aan has* wil te onderwerpen, maakte ij zich gereed de omstandigheden het hoofd e bieden en den storm te bezweren, di dreigend naderde n het huis van den baron heerschte allerwegen onrust en bange verwach ting. De barones gaf haar bevelen met het oog op de komst d r gas .en. Daar na trad zij het weelderige salon binnen, versierd met witte bloemen en prach tig verlicht door gaskronen die schit terden van kristal. XXIII Het uur van 't diner was geslagen, een alarmklok in het oor der barones en een sombere toon in dat van den baron Men wachtte nog steeds de terugkomst van Madeleine 1 De. ba rones ontving met een glimlach op de lippen haar gasten die achtereen volgens aankwamen. De Mocheliers triomfeerden. D man. di zich als mededinger van Fernand had durven opwerpen, was terzijde geschoven voor altijd ver oren. Door een misdadig stilzwijgen was een onschuldige veroordeeld en ontsnapte de schuldige aan den arm der justitie. Evenwel deze overwinning was niet zonder bittere bijsmaak De ban kier moest het zichzelf bekennen de loop, dien de zaak voo het ge echtshof genomen had was voor zijn reputatie niet gunstig geweest En zou hij geen gewetenswroeging ondervinden bij de gedachte aan den ongelukkige, dien zijn stilzwijgen uit de maatschappij had gestooten, had ontrukt aan zijn treurende moedér van zijn vrijheid beroofd, hem met boeien beladen en geschandvlekt had in de oogen van allen En dit vonnis was onherroepelijk: hij toch kon. zonder zichzelf te com- promitteeren, voortaan dengene dien hij voor schuldig hield niet aanwijzen. Stellig dacht hij aan deze dingen, want zijn gelaat stond somber, zijn blik was onzeker. Fernand toonde meer zorgeloosheid. Een beetje bleek nog als gevolg van zijn ziekte wist hij zich een houding te geven, die indruk m akte. Hij zo ht Madeleine met de oogen, doch te .vergeefs Ook zijn mama ver wonderde zich over dit ongewone fait. De barones wist het echter op de meest natuurlijke wijze te verontschuldigen, „Madeleine is ongesteld," sprak zij, „ze kan op dit oogenblik niet beneden komen." „Ongesteld vroeg mevrouw Moche lier ontsteld door deze verklaring, die als een stortbad over de gasten viel. „O 't is maar een voorbijgaande ongesteldheid, de dokter komt en dan is het misschien straks wel weer be ter." „Dat is jammer," zei msvrouw Mochel.er. „O neen, het is niets, maar zij moet zich .n acht nemen voor de plechtigheid van morgen." Dit alles was met de meeste beminne lijkheid en overtuiging gezegd. Niette min vermoedd mevrouw Mochelier met vrouwelijke scherpzinnigheid hier een of ander dat men voor haar ver borgen hield. Zij veinsde ech er vol komen geloof te slaan aan d woorden der barones om den schijn te redden en de vormen te eerbiedigen. Alle regelen der etiquette werden dan ook in a:h genomen Ieder ver moedde iets, maar veinsde niefcL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 8