e Boonen, ons. akkerlj, ar. Ifiit te Paling teeg I, ie Erwten, 1 sr ttrische rmers, ppen, 3nz., if too. Zaisn Sprot per onsfi per ons. n is Hov. e.k. r Liter wordt Noor^ Hcflandsch Dagblad Tweede Blad RIKMRRR. iicolaas. 40.-. n Rijwielen. Micolaas. baar r pood- jmarineerde ot en kle n. [tol fRlES, Vrijdag il Novembe 1922. RE6HTSZAKEN. KAliliÊ»"1" kta' hT' j^tt^Siede^ViliêraWln seizoen. •i i« •i 91 II end, lygtop 7, sagen, houtsnlj- jurnlturen, Fljn- 1"6, okcume en ren-, eiken- en Wasbeitsen en lend, T. DÖLLE 27, b.d. Doorbr lorten. nbevelend. ir der Coöp. EDAM" te bekend, dat ijs der melk BESTUUR. e kook, er pond. aat 69. IN EEN BERLIÏNSCHE RECHTZAAL. Onze Berüinsche correspondent sehriift ons: Wat zou de verslaggever van het „Noord-Hollandsch Dagblad" die de Rechtszittingen zoo gees tig Vverslaat" gesmuld hebben van het zaakje .dat een dezer da gen door het SchöTfeno-ericht van Berlijn behandeld werd! „Berl. Lokal-Anzeiger" geeft daarvan een zóó leuke beschrij ving, dat ik niet nalaten kan hier uit een en ander aan te halen. En kele uitdrukkingen, waaraan men de echte oud-Duitsche gemoede lijkheid kan proeven, laat ik on vertaald. Wegens diefstal zat de 60-jari- ge bloemenkoopman Karl Busse op het beklaagdenbankje. Hii js een der zeldzaam geworden on- giueeie types. Jaren lang .drijft hij bii de Kranzler—Ecke aan Unter den Linden zijn handeltje in bloe men. Met een hoffelijke buiging biedt hii steeds de voorbijgaande dames zijn bloemen aan en ver- vviert zich daardoor den bijnaam „Rozencavalier". Hii was nu be schuldigd, uit een kelder, die naast den ziine lag, ten nadeele ziiner buurvrouw Z. 50 briKeuen gesto len te hebben. Toen hii de rechtzaal binnen trad werd tegelijk een sterke jene verlucht waargenomen. De President: „Wel. Busse. je hebt vandaag wel een beetje sterk gebitterd?" Beklaagde: „Nein holier Herr Gerichtshof. Ik habe blosz einen kleinen Mampe (bittertje) aut die Lampe jejossen." President: „Een tje maar?" Bekl.Na! ich will ehr lich sein et können ooeh zwee je- wesen sein." Pres.: „Niet meer?" Bekl.: „Na, Herr Jeheimrat, ik bin seit 40 jah- ren Handier, und rnit mir können sie handeln. Also gut! et waren so Stücker sechse. ('n stuk or zesi Pres.: „Dat kan men wel rui ken." De president houdt hem nu voor. dat de getuige, zijn buur vrouw beslist verklaart, dat hii de briketten gestolen heeft Bekt: „Nee. nee. Herr lerichtshof. so- was dunen sie vom kosenkavalier nich ilooben. Det kann eener al- leene nich ilooben. Dazu gehören schon mehrere zusammen." Hii wil de zaak eens duideiiik uitleg gen: Hii had zich briketten be steld en „der Herr Kohlenbaron" had ze zóó ruw „ieien die Latten jesJ....i^en" dat een gat ontstond waardoor een paar briketten in den keider van zun buurvrouw rüberjetrudelt sind und die ha be ik mir wiederjeangelt. Det is aliens." Pres.: "Uw buurvrouw beweert toch met alle beslistheid, dat haar meeruere br.ketten ontbreken." Bekl.: „Wat die Oile behauptet is m,r piepe." Pres.: „Als de getuige dit zegt moeten we haar toch gelooven." Beklaagde zegt daarop dat hii het zich niet Iaat welgevallen en dat tin naar het Staatsgerechisho. in Leipzig zal gaan, als hii mocht worden veroordeeld. „Da werde ik scnori mein Rechi krieien". Bu de bewijsopname blijkt de mogeliiKhetd, dat de aaiiKiaagstei zich vergist heeft Als de „iuta.aan walt" (bii ons ohtcier van justitie) vrijspraak vor derde, riep „Rozencavalier" uit. „Bravo Herr Biaaisanwatt! bie sinu em iemer tvianu. öte werden besumint noen Prasident werden.'' Het Gerecht sprak den beiuaague vru op kosten der SiaalsKas. Ver genoegd lachend verliet de origi neel de rechtzaal., terwijl hiizun Duurviouw toeriep„Na. Frau L wat habe tic lhnen.ileich lesagt. ARR. RECHTBANK TE ALKMAAR „De dntte in bunde" ook ingetikt. nen opU^tersgenialReit den paw- den handelaar bimon Keizer te Anna Rualowna zonder betadng twee paar den uit de handen te wurmen, welk paarden door hen te Alkmaar voor een zacht prijsje van de hand werden gedaan. Bijna onnoodig er bij te voegen, dat Simon Kei/.er nood één van de 700 gu'den, die hij als koopsom van de paarden had ^"slimme maa5 dat het &eld doo: «l*1,» tejeu hen werd hevelyk l jaar en 8 maandeu gev - straf gevorderd. Vergis ik me niet, dan werden zij veroordeeld ieder tot *«aan gevangenisstraf. w» nog 'n derde me- neer bij die bij den voordeeligen han- r'iJ:0Orlla1rnel,jk ''el woord had ge voerd en dat was de koopman Hen drik v. W. en die liad' men niet te pakken kunnen krijgen. Zijn signale ment en bevel tot opsporing en aan houding verscheen in het algemeen polilieblao maar langen tijd zocht men tevergeefs naar Hendrik' tot hij eindelijk werd geknipt en lieden terecht stond om ook z'n portie tóe- bedeeld te krijgen. De verdediger die indertijd Wit en Biesboer had ter zijde gestaan was nu ook aangewezen om Hendrik v. W. te verdedigen. De arme Hen drik was erg zenuwachtig en stond te beven ot hij z'n eerste les krees in het dansen van het Shimmy. Hij beweerde dat hij aanvankelijk ter goeder trouw was en Biesboer had geloofd, toen deze Simon Keizer wijs ir Ve, dat hij een rijke landbou werszoon was. Eerst later, toen de paarden waren verkocht en h'ij t 75 als aandeel van de onderneming kon opstrijken begreep Hendrik, dat het met oie paardenkooperij geen zui vere kol'fle was. Thans had hij echter veel berouw, zich met de affaire te hebben" in gelaten en schreide zoo hartstochte lijk als 'n oude jongejuffrouw, die hare eerste en laatste verlovingsring per onge.rankeerden brief heeft te ruggekregen. De Oriittcr liet zich echter door due tranen niet verteederen en vorderde 6 maanden gev.-sfraf. De beklaagde riep snikkend om een voorw. veroordeling en oók de verdediger drong in een hartelijke pleitrede op deze gunst aan. Bekt. is niet de slechtste uit het gedegene reerde gezin v. W. Hij is nog nim mer veroordeeld en gedraagt zich voor vrouw en kinderen als een goed huisvaaer. Pleiter verzo.ht de recht bank alsnog kennis te nemen van het rapport der reclasseering als het is ingekomen. De rechtbank bepaalde daarop dc uitspraak tot over 14 dagen. Nog 'n klusje op te knappen. Onze vriend,.van W. uit de vorige zaak had nog wat op z'n kerfstok bij de justitie, dat nu meteen maar verrekend werd. Hij had op 23 Maart in het caié van Schirieken, bij het station te Svhagen, na een woorden wisseling met den landbouwer Jan Snijder van Dirkshorn 'n mep gege ven met een bierflesch en vervolgens 'n kink onder z'n kin, dat het bloed uit Jan Snijder's edel gevormd reuk orgaan spoot. Het scheen echter, dat Jan ook wel 'n wat te grooten mond had opgezet, dus vorderde het O. M. hier maar 5 gulden boete subs. 5 dagen hechtenis. Carambole met een mo torfiets. Twee jongelieden uit den Heider maakten in den vroegen morgen van 17 Juli een wandeling ot een fiets tocht, dit 4s ons niet duidelijk ge Heken, maar in eik geval werd een hunner Cor Winder onder Koedijk aangereden door een in razende vaart tuitende motorfiets met zij- spanwagen. De jongen bekwam een geweldige scueenbeenbreuk en b.eei Hoedend langs den weg liggen. Ge lukkig was spoedig de geneesheer uit Koedijk ter plaatse die Cor voor- loopig verbond, het gebroken been spalkte en hem -naar het ziekenuuis te Helder deed vervoeren. De genezing werd vertraagd door intectie en liet jonge mennsch werd gedurende 9 weken in het ziekenhuis verpleegd. Thans was hy echter weer geneei hersteid en trad op als ge- iuige tegen den motorrijder Jan M., die terecht moest staan ter zake het door schuld toebrengen van zwaar lichamelijk letseR De beklaagde was niet verschenen en tegen htem vor derde iiet O. M. 14 dagen hechtenis bij vertek. Een fantastisch jongeling. De 23-jarigé kaslooper Joh. B. te Harenkarspel was in den ioop van 1922 belast met de inning van ge.den voor den Handelsraazl der R. K. Land- en luinbouwraad. 11 ij was ech ter erg slot met atrekenen en was dientengevolge reeds ucor den direc teur ontslag aangezegd. Op 28 Juii trachtte B. evenwel 'n grooten siag te slaan en pikte hij een bedrag in van pi.m. 1 350 welk geld hjj in den grond begroef. Hy maakte daar op den directeur van het Kringkan toor wijs, dat hij beroofd was ge worden. Het duurde echter ijiet lang ot B. viel door de ma.Al en stond thans terecht ter zake verduistering. Er was nog 'n rapport van de re classeering, waarin tot voorw. ver oordeeling was geadviseerd, maar de houding die bekl. bij het onderzoek had aangenomen stond den Officier zoo weinig aan, dat deze- magistraat 6 maanden gev.-straf requireerde. De bekl. beweerde nu echter heel graag voor 'n voorw. straf in aan merking te willen komen. Geen uitstel meer verleend. Tot slot van de representatie kre gen we nog een zedenzaakje, art. 247 tegen Jb .V. uit Egmond aan Zee. Deze zaak was reeds meerdere malen verdaagd en de verdediger Mr. de Groot verdocht ook nu weer uitstel, omdat de bekl. momenteel in lndië verbileet en niet voor Maart 1923 in het land kon zijn. Maar de Oi fitter was en bleef van meening dat het nu mooi genoeg was en de zaak, die betrof een in Nov. 192U gepleegd feit, nu maar eens moest worden afgedaan. Pleiter kreeg dan ook niet zijn zin, want de rechtbank na te heb ben geraadkamerd gelastte voortzet ting der behandeling en sluiting der deuren. CONFERENTIE VOOR NIET-KATHOLIEKEN. Gisterenavond werd in de St. Domi- nicuskerk aan de Laat, alhier, de twee de conferentie voor niebKatholieken gehouden. De opkomst was ongeveer dezelfde als de vorige maal. Wij hebben den indruk, dat de con ferenties hun vaste bezoekers tellen, die door hun geregelde opkomst en door hun aandachtig luisteren bewijs geven in de behandelde stof veel be lang te stellen. Na het gebruikelijke orgelspel sprak de WelEerw Pater F. Otten 0. P. over „Roomsche gebruiken" en ontwikkelde zyn rede aldus: Ik zou u dezen avond spreken over Roomsche gebruiken. Wij hadden daarbij evengoed kun nen aankondigen: „het goed recht der Roomsch Katholieken, tot het uitoefe nen van hun eeredienst", want de be doeling is juist u te bewijzen, dat wij volkomen gemachtigd zijn onzen door andersdenkenden wel eens gesmaden eeredienst. uit te oefenen. Wij willen onzen eeredienst toelich ten omdat daarover bij niet-katholieken vaak eenige begrippen opgeld doen, en omdat men onzen uiterlijk en eere dienst nog wel eens beschouwt als een bloote vormen dienst, alléén uiterlijk, zonder innerlijkheid, leeg en hol en dus -ook volkomen doodsch. Welnu, laat ik u dan al aanstonds zeggen, dat niets minder waar is. Heel onzen gecorepliceerden uiterly- ken eeredienst, kan men niet begrij pen als men niet goed op de hoogte is van de katholieke leer, want de ze 'laatste juist is de grondslag van den uiterlijken dienst Het uiterlijke is niet uitsluitend iets wat men als een vertoon beschouwen moet, het is de bloem van het innci- lijke ,die opgroeit uit den wortel van onze leer Dat uiterlijke noemen wij katholie ken de Liturgie. Omdat het uiterlijke opbloeit uit het innerlijke, daarom is het onafscheidelijk van het innerlijke. Ik weet wel als ik spreek over uiter lijken eeredienst men direct misschien stellingen zal opwerpen tegenover on ze gebruiken en geput uit den Bijbel. Voornamelijk wordt ons dan voor de voeten geworpen het onderhoud van Christus met de Samaritaansche vrouw, dat zich aldus heeft toegedragen: Een Samaritaansche vrouw sprak met Christus naar aanleiding van het feit, dat de Samaritanen op gespannen voet leefden met de Joden en dit nog wel tengevolge van een geschilpunt om trent waar de plaats van offeren was. De vrouw vroeg.aan Christus wie hier gelijk had, waarop Christus haar antwoordde: „Het uur komt, waarop de ware aanbidders den vader zullen aanbidden in geest en waarheid." Dit laatste voornamelijk „in geest en waarheid" wordt vaak tegen ons uit gespeeld. Omdat onze eeredienst voor een groot deel tovens uiterlijk is. wordt beweerd, dat de eeredienst geheel in nerlijk moet zijn. De Roomsch-Katbolieken antwoorden hierop, dat men uit de gewraakte tekst in 't geheel geeti bewijs kan ha len tegen de Katholieke leer en ge bruiken. Christus wilde het niet doen voorstellen alsof de Joodache opvat ting geheel verkeerd stond tegenover de nieuwe leer, maar hij wilde hen lee- ren, dat het rijk van den Messias een nieuwen eeredienst zou brengen. De Joodsche eeredienst was eene voorafbeelding van wat komen moest, gelyk het Oude Testament eerst zijn vervulling vond in het Nieuwe Testa ment. Zoo ook hadtien de Joodsche offers absoluut uit zich zelf geen heilskracht. Mleen de menschen die ze brachten kregen door hun diep geloof aan Christus de verlangde genade. In het rijk van den Messias was de heele cultus niet iets uiterlijks, maar hij had ook innerlijke kracht, dat was de bedoeling van de waarheid in den eeredienst en daarom kon de nieuwe leer een geest van genade geven. Ook is dat een reden waarom wij niet spre ken van zelfstandige waarheid. Christus was de Waarheid, Die door haar zoenoffer genade over de zielen der menschen heeft uitgestort. Chris tus heeft niet gezegd, dat Hij de Wet wilde opheffen, maar haar vervolma ken. Wy lezen door heel de Handelingen der Apostelen feiten die getuigen van uiterlijke handeling, die naar binnen moesten toonen de geestelijke daad. Wanneer Christus zijn volgelingen uitzendt en hun zegt: „wier zonden gij zult vergeven, die zijn ze verge ven, maar wier zonden gij zult hou den die zijn ze gehouden", dan was dat een uiterlijke handeling met gees telijke daad. Verder lezen wij: „Hij liet zijn adem gaan over hen", een uiterlijke liturgi sche handeling, die het innerlijke be- teekent, want men verstaat er door: Hij liet Zijn geest in hen overgaan. De handoplegging is daar ook nog een voorbeeld van en we lezen in de Handelingen voortdurend, dat de apostelen bijv. bij het doopen zich be dienden van uiterlijke teekenen of han delingen. In het boek der Openbaringen zien we hoe Johannes in zyn droom de aan bidding van het Lam ziet en hoe hij onder het altaar de overblijfselen der martelaren zag. Wanneer wij lezen bij alleroudste schrijvers, dan zien wij hoe de geloovi- gen op de graven der martelaren bij een kwamen. Zoo zien wij, dat de li turgische dienst van de allereerste en oudste tijden afkomstig is. Bij Augustinus geroemd als de meest getrouwe getuige der oudheid, zien wy ook de liturgische gebruiken beschreven. Het spreekt vanzelf, dat in den loop der tijden deze gebruiken even anders geworden zijn dan toen en de geloovigen verplicht waren zich in de Catacomben te verschuilen, maar in wezen vindt, men in de Katholieke leer de oudste christelijke gebruiken geheel terug. By alle uiterlijke "gebruiken is er al tijd een innerlijke grond, berustend op onze geloofsleer. Daarbij komt nog de natuur van den mensch, die een dualistisch we zen is en dus uit ziel en lichaam be staat; het is vanzelfsprekend, dat de mensch het niet laat bij het uiterlijke, by een hulde. Het is logisch, dat de mensch zich geheel geeft, dus ook in geest en in ziel Het is vanzelfsprekend en geëigend in de menschelijke natuur, omdat alle kennis den mensch van buiten'aange bracht wordt en zijn geest toekomt. Door de zintuigen die zijn als het ware vensters der ziel, komt de ken nis tot het innerlijke, en wat is dan meer natuurlijk, dan dat het uiterlijke in den Godsdienst werkt op het in nerlijke van de ziel? Wanneer de ziel v. d. mensch vervuld is van diepe devote gevoelens voor God, dan is het bijna onmogelijk die te onderdrukken en ze alleen van bin nen te gevoelen: alles toont aan de houding, de gelaatstrekken, wat er in zijn binnenste omgaat, wat is er dan meer natuurlijker, dan de liturgische gebruiken? Wij zien dan ook, dat de tliturgische plechtigheden niet alleen in katholieke maar ook iu andere bijv. Anglicaan- sche kerken, bijna met de kath. over eenkomend, in gebruik zijn. Evenzoo do Evangelische kerk in Duitschland vertoont ten sterke stroo ming, die naar den uiterlijken eere dienst terug wil, en niet uitsluitend zich wil bepalen tot een preek. Heel merkwaardig is in dit opzicht de uiting van Protestantsche Professo ren op dit gebied, spr. zal later nog wel eens op dit onderwerp terugko men. Wy zien ook in ons land merkwaar dige stroomingen naar de liturgie. Men heeft' in Den Haag reeds een paar met-katholieke kerken o.a.de Kloosterkerk, waar de liturgische dienst ingevoerd is, dit alles diene om u te laten zien hoe de uiterlijke eeredienst iets heel natuurlijks is. Men kan als men dat zou willen wat betreft de uiterlijke eeredienst, eenige honderden vormen bespreken, dat zou echter te veel tijd vergen. Een ander Katholiek gebruik, dat bij niet-katholieken zeer veel tegenstand ontmoet is nl. het z.g. formulier-gebed, d.i. bidden volgens geykten vorm men noemt dit ook het mondelinge gebed. Men zegt wel eens, dat voor de katho lieken dit mondgebed als bet ware ge worden is tot een gebod. Dit is toch geheel bezijden de waarheid. Zeker staat het formuliergebed by ons in hoog aanzien, maar het is geen uitsluitend mondgebed, als bet dat waa, i»u het door ons verworpen wor den, de ziel moei er bij zijn. De Katholieken zullen meestal hun toevlucht nemen tot het „Unze Vader" en het „Wees gegroet", wat het eerste betreft, dit is namelijk het woord Gods zelf en het tweede is ontleend aan Gods eigen woorden. Dit formuliergebed is ook nuttig om dat het tevens een gezamenlijk gebed is. Het komt namelijk veelvuldig voor dat een heele kerk dit gebed over luid bidt, en de Kerk prijst dit juist aau, omdat bij het gezamenlijk gebed ook de uiting gezamenlijk is evenals de vroomheid en stichting, want als een. heele kerk in een gezamenlijk gebed zich uit, mogen we gerust aannemen, dat de geest Gods over hen is neder gedaald. Ook voor individueel gebed heeft het gormuliergebed waarde, omdat bidden in de eerste plaats is een erkenning van, en hulde aan God. Dat kan slechts gebeuren als de ziel onmiddellijk spreekt tot God, maar den-menscb die soms veel door aardsche gedachten len zorgen afgetrokken is, valt het soms moeilijk met zyn ziel in contact te ko men met God en dan is in bijna alle gevallen het formuliergebed het middel om de ziel te verheffen. De Katholieke Kerk versmaadt vol strekt niet het vrije- of meditatiege bed, stelt dat zelfs voorop, en beeft dat altijd gedaan. Het vrije staat bij de Katholieke Kerk vooraan, ook in de praktijk, het bekleedt ei een hooge eereplaats. Iede re katholiek heelt in het dagelijksch le ven heel wat oogenblikken dat niet het formuliergebed gebruikt wordt, maar dat hij zich innerlijk tot God verheft, als een bewijs daarvoor diene de hou ding der katholieken die na de H. Gom munie te hebben ontvangen, ingetogen zitten met de handen voor de oogen en als het ware zelf tot God praten. Zeer zeker heeft het formulier gebed recht van bestaan. Groot in aanzien staat ook het Ro zenkransgebed, bestaande uit een ze ker aantal „Onze Vaders" en'„Wees gegroeten", niet echter is het een uit sluitend formulier gebed, want tel kens als men een nieuwe afdeeling begint, wordt genoemd een der myste ries uit ons geloof en dan moet de ziel overwegen de groote beteekenis daarvan. De schoonste uiting van den Katho lieken eeredienst vindt men in het H. offer, de zon van het Katholiek geloof en de Liturgie. De Katholieke Kerk had steeds, heeft en zal steeds behouden het H. Misoffer, als het middelpunt van alles, krachtens de eigen woorden door Christus, ge sproken op het laatste avondmaal: „Dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn 'Bloed, enz." En Hü i» in onze kerken ook tegenwoordig krachtens de woor den „doet dit ter Mijner gedachtenis" Het kruisoffer is van oneindig» kracht; de H. Mis is niet zooals men wel eens beweert de ontkenning er van alsof dit niet voldoende zou zyn, maar 'n vermeerdering waarvan de verdien sten op de geloovigen worden toege past. Om het rotsvaste geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid v»-i Christus, kan men dan ook nooit spn» ken van afgoderij. Heel de hulde en aanbidding in onze kerken gaan niet uit naar een schep sel; want dat is de definitie van „afgoderij" wij denken er niet aan, maar brengen slechts hulde aan den eenen waren God. Om het H. Offer heen bloeit de Ka tholieke Eeredienst. De Katholieke Eeredienst omvat in zijn rijkdom natuurlijk vele onderdee- len. Het feit, dat deze eeredienst in de Latijnsche taal uitgeoefend wordt, maakt men ons vaak tot een ver wijt. Tocb heeft hij er veel groote en mooie redenen voor. In de eerste eeu wen van het Christendom was het La tijn de taal. overal waar beschaving was, kende men Latijn, toen is het Ro- meinsehe Keizerrijk in elkaar gestort, en van de aarde weggevaagd. Het Latijn verdween en toen ont stonden verscheidene andere levende talen, maar toen hield de Katholieke Kerk ze, om door die niet meer veran derende doode taal te toonen de een heid en de vastheid v. haar leer door den loop der eeuwen: welnu, dat sym bool komt alleen volkomen naar bui ten door een doode, niet meer veran derende taal. Als een voorbeeld kan aangehaald worden onze eigen Hollandsche taal, die maar steeds verandert, en waarin zelfs de beteekenis der woorden ver andert, dat weet ieder die wat van de taalkunde afweet. Om nu maar steeds een vaste en on veranderlijke leer te verkondigen, heeft men een taal genomen, die on der geen omstandigheden meer verwis selt. Bovendien is die eene taal gemakke lijk als communicatiemiddel v. de ver schillende nationaliteiten onder haar kinderen. Het H. Offer is op de eerste plaats iets waarmede het volk, dat weet wat er gebeurt, zich kan vereenigen, het volk staat er düs niet buiten door het gebruik der Latijnsche taal. De kaarsen, die men ziet staan, zijn een oud gebruik, waarin een histori sche en eeD liturgische beteekenis zit. In de eeuwen der eerste christenen, moesten deze hun geheimen vieren in catacomben. Hier schuilden zij om zich te onttrekken aan de vervolgingen, zij hadden dan kaarsen voor de verlich ting noodig. Uit eerbied voor onze martelaren ia dat gebruik bewaard. Wij gebruiken echter ook kaarsen als zinnebeeldige beteekenis en denken daarbij aan Christus, het licht en de hoop der geheele mensch heid. Wierook wordt in den eeredienst ge bruikt om tp verzinnebeelden, dat on ze gebeden als weelderigen geur tot God mogen opstijgen. Verder komen nog vaak in bespre king de gewaden, die ook weer hun beteekenis hebben en die ons doen denken aan de gewaden van de pries ters van het Oude Testament, waar ze toch niet aan ontleend zijn, maar aan de Grieksche Romeinsche gebruiken van dien tijd, en nadien afgezonderd werden voor het genruik dor kerk. Verder verzinnebeeldt de kleeding van den priester de persoonlijkheid en het lijden van Christus. Zoo zien wij in deze gewaden een heele mooie en volstrekt niet uiterlijke beteekenis. Een specifiek gebruik is nog het ma ken van een kruis. Wat bedoelen wij daarbij? Wy bedoelen het uitspreken van ons geloof aan het lyden van Christus. Door den vorm betuigen wij ons eht geloof aan Christus op en door zijn kruis. Tertulianus, de groote schrijver, geeft over dit onderwerp betreffende de eerste christenen fnterressante ge gevens. Ik moet nu eindigen bij gebrek aan tijd, maar ik koester de vaste hoop dat bereikt moge, zyn dat wij elkander begrijpen en men gaat inzien het goe de recht der katholieken op hun uiter lijken eeredienst. Nogmaals men kan onzen eeredienst niet begrijpen als men onze leer niet grondig kent. Moge deze uiteenzet ting er dan toe leiden, dat de katho lieke eeredienst ook voor protestan ten het recht van bestaan heeft. W. L. VAN DEN ELSEN O. P. Heden is de Weleerw. Pater W. L. v.d. Eisen O.P.. kap. a. de St. josephkerk alhier naar z'n nieuwe standplaats, Neerbosch, vertrok ken. Velen zullen den ijverigen Do minicanerpater niet dan nocxle zien heengaan. Immers gedurende de jaren, dat Pater van den Eisen, hier de zielzorg waarnam, heeft hii „Katholiek Alkmaar ten zeer ste 'aan zich verplicht. Naast ziin drukke parochie-werk zaamheden, vond de Pater, wien niets te zwaar viel, toch nog .ge legenheid het Geestelijk-Adviseur schap op zich te nemen van: „Voor Eer en Deugd,", afd. man nen en vrouwen; i i Mariavereeniging, en i J :jt! Kruisverbond. 1 T>e besturen dezer vereenigin- gen zullen met groote dankbaar heid getuigen, dat Pater van den Eisen steeds voor hun belangen ,op den bres stond en zoowel be- stuurs- als ledenvergaderingen trouw bijwoonde, zich' aldus een beste geestelijke leidsman too- f;nde. i vil ij Ook de behartiging- der belan gen van den meisjesbond „St. Ag nes", lag den scheidenden Pater na aan het hart: geen moeite was Zijn Eerw. teveel. Zijn raad gevingen werden steeds gaarne aanvaard. 1 1 i Vermelden we ten slofte nog, dat Pater van den Eisen een graag geziene ziekenbezoeker was Moge het hem ook in zijn nien we parochie goed gaan. GEVONDEN VOORWERPEN Te bevragen alleen op werkda gen van 9—1 uur aan het Bureau van Politie. Zich te vervoegen bii den Wacht-Commandant. 2 iongensmutsen, 1 poppetje, 2 manden met appelen, 1 hangertje 1 band van een mantel, eenige por temonnaies met geld, 2 rozenkran sen, I pakje inh. saietv 1 borstrok je en zeep J doublé horloge* 1 étui inh. schnjfbenoodigheden". 1 R. K. kerkboekje. 1 lederen geld zakje inh. eenig geld, 1 ceintuur en 1 knipmes. BEVOLKING. Onderstaande personen worden verzocht zich ten spoedigste ter se cretarie dezer gemeente aan te melden (afdeeling Bevo'k'ng). J. Oosterveld, geboren te Gors- sel, laagst wonende Oudegracht 35 J. van Empelen, geboren te Am sterdam, laatst wonende Tulp straat 5. S. Bakker, geboren te Helder, laatst wonende Forestustraaf 19. GEMEENTE-SECRETARIE. Voor de vervulling der vacatu re van secretaris dezer gemeente hebben zich ongeveer 30 gegadig den aangemeld* waaronder 13 se cretarissen van andere gemeenten, de overige zijn nagenoeg alle amb tenaren werkzaam op gemeente secretarieën. Daaronder bevinden zich geen personen uit Alkmaar. HINDERWET. Burg. en Weth. brengen ter al- gemeene kennis* dat heden op de gemeente secretarie ter inzage js gelegd het aan hen ingediende ver zoek met bijlagen van A. op de Weegh, wonende te Limmen, om vergunning tot het oprichten van een smederij met plaatsing daarin van twee electro-motoren van en iy2 P.K. en werktuigen, in het perceei Dijk* wijk C no. 19. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente,, mom de'i'ing op 1 December a.s. 's voor middags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kunnen de verzoeker en hii die be zwaren heeft ingebracht op de se cretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen ken nis nemen. BIJLAGEN TOT DEN RAAD. Rekening der Gezondheids commissie. dienst 1921. De Commissie voor de belasting zaken stek den Raad voor de rekening van de Gezondheidscommissie, dienst 1921, goed te keuren in ontvang en uit gaaf o-p f 1025.met een balig saldo van f 305.18, te verantwoorden als eersten post van ontvang op den dienst 1923. Begrooting van het Gemeente lijk grondbedrijf, dienst 1922. De Commissie voor de belasting zaken, stelt den Raad voor deze be grooting goed te keuren in ontvang en utgaaf op f IOOO4 54V2 Af- en o versell rij ving Eerste suppletoire begroeting van bel Burgerweeshuis te Alkmaar, dienst 1922. De «Commissie voor de belasting zaken, steil den Raad voor: le. goed te keuren de af- en over schrijving van het Burgerweeshuis, dienst 1921 lot een bedrag van f 1074.93i/2; 2e de le suppletoire begrooting van die instelling voor het dienstjaar 1921, vast te stellen in ontvang en uitgaaf op f 949.1572, onder toekenning van een nadere subsidie uit de Gemeentekas van f520 291/2. Begroeting van de Gemeente- reiniging, dienst 1922. Als bijdrage uit de gemeentekas lol dekking van het geraamde tekort is grniamd 'n bedrag van f11441315, te gen f 108723.90 in 1922 De ontvangsten uit de reiniging wor den geraamd op f13750tegen f 18650— voor 1922 De tonnen- en beerputtenbelasting worden geraamd op f23600legen f22400— voor 1922 De Commissie voor de belasting, zaken stelt den Raad voor de begroo- ling goed te keuren als volgt: gewone ontvangsten en uitgaven in ontvang en uitgaaf op f 155893.15 en buitengewone ontvangsten en uitgaven in ontvang op f 119308 met een vermoedelijk batig saldo van f 1180,08 Suppletoire hegrooting Gemeente-Slach t'h uis, dienst 1921. De Commissie voor ds belasting zaken stelt den Raad voor deze be groeiing goed te keuren in ontvang op f27871.20 en in uitg. op f16580191/3^ met een balig saldo van f llOüO.OOyj Rekening van net Gemeente-s Lach tli ui», dienst 1921. De Cotómissae vooor de belasting zaken stelt den Raad voor: le. de balans Gemsento-siactithuiS goed te keuren in debet en credit op f296714 621/2 en 2e. de winst- en ver liesrekening goed te keuren met eeq Gvinst van f 11990901/,,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1922 | | pagina 5