e Boonen,
ons.
akkerlj,
ar.
Ifiit
te Paling
teeg I,
ie Erwten,
1
sr
ttrische
rmers,
ppen,
3nz.,
if too.
Zaisn
Sprot
per onsfi
per ons.
n is Hov. e.k.
r Liter wordt
Noor^ Hcflandsch
Dagblad
Tweede Blad
RIKMRRR.
iicolaas.
40.-.
n Rijwielen.
Micolaas.
baar
r pood-
jmarineerde
ot en kle n.
[tol
fRlES,
Vrijdag il Novembe 1922.
RE6HTSZAKEN.
KAliliÊ»"1" kta' hT'
j^tt^Siede^ViliêraWln
seizoen.
•i
i«
•i
91 II
end,
lygtop 7,
sagen, houtsnlj-
jurnlturen, Fljn-
1"6, okcume en
ren-, eiken- en
Wasbeitsen en
lend, T. DÖLLE
27, b.d. Doorbr
lorten.
nbevelend.
ir der Coöp.
EDAM" te
bekend, dat
ijs der melk
BESTUUR.
e kook,
er pond.
aat 69.
IN EEN BERLIÏNSCHE
RECHTZAAL.
Onze Berüinsche correspondent
sehriift ons:
Wat zou de verslaggever van
het „Noord-Hollandsch Dagblad"
die de Rechtszittingen zoo gees
tig Vverslaat" gesmuld hebben
van het zaakje .dat een dezer da
gen door het SchöTfeno-ericht van
Berlijn behandeld werd!
„Berl. Lokal-Anzeiger" geeft
daarvan een zóó leuke beschrij
ving, dat ik niet nalaten kan hier
uit een en ander aan te halen. En
kele uitdrukkingen, waaraan men
de echte oud-Duitsche gemoede
lijkheid kan proeven, laat ik on
vertaald.
Wegens diefstal zat de 60-jari-
ge bloemenkoopman Karl Busse
op het beklaagdenbankje. Hii js
een der zeldzaam geworden on-
giueeie types. Jaren lang .drijft hij
bii de Kranzler—Ecke aan Unter
den Linden zijn handeltje in bloe
men. Met een hoffelijke buiging
biedt hii steeds de voorbijgaande
dames zijn bloemen aan en ver-
vviert zich daardoor den bijnaam
„Rozencavalier". Hii was nu be
schuldigd, uit een kelder, die naast
den ziine lag, ten nadeele ziiner
buurvrouw Z. 50 briKeuen gesto
len te hebben.
Toen hii de rechtzaal binnen
trad werd tegelijk een sterke jene
verlucht waargenomen.
De President: „Wel. Busse. je
hebt vandaag wel een beetje sterk
gebitterd?"
Beklaagde: „Nein holier Herr
Gerichtshof. Ik habe blosz einen
kleinen Mampe (bittertje) aut die
Lampe jejossen." President: „Een
tje maar?" Bekl.Na! ich will ehr
lich sein et können ooeh zwee je-
wesen sein."
Pres.: „Niet meer?" Bekl.: „Na,
Herr Jeheimrat, ik bin seit 40 jah-
ren Handier, und rnit mir können
sie handeln. Also gut! et waren
so Stücker sechse. ('n stuk or zesi
Pres.: „Dat kan men wel rui
ken."
De president houdt hem nu
voor. dat de getuige, zijn buur
vrouw beslist verklaart, dat hii de
briketten gestolen heeft Bekt:
„Nee. nee. Herr lerichtshof. so-
was dunen sie vom kosenkavalier
nich ilooben. Det kann eener al-
leene nich ilooben. Dazu gehören
schon mehrere zusammen." Hii
wil de zaak eens duideiiik uitleg
gen: Hii had zich briketten be
steld en „der Herr Kohlenbaron"
had ze zóó ruw „ieien die Latten
jesJ....i^en" dat een gat ontstond
waardoor een paar briketten in
den keider van zun buurvrouw
rüberjetrudelt sind und die ha
be ik mir wiederjeangelt. Det is
aliens."
Pres.: "Uw buurvrouw beweert
toch met alle beslistheid, dat haar
meeruere br.ketten ontbreken."
Bekl.: „Wat die Oile behauptet
is m,r piepe."
Pres.: „Als de getuige dit zegt
moeten we haar toch gelooven."
Beklaagde zegt daarop dat hii
het zich niet Iaat welgevallen en
dat tin naar het Staatsgerechisho.
in Leipzig zal gaan, als hii mocht
worden veroordeeld.
„Da werde ik scnori mein Rechi
krieien".
Bu de bewijsopname blijkt de
mogeliiKhetd, dat de aaiiKiaagstei
zich vergist heeft
Als de „iuta.aan walt" (bii ons
ohtcier van justitie) vrijspraak vor
derde, riep „Rozencavalier" uit.
„Bravo Herr Biaaisanwatt! bie
sinu em iemer tvianu. öte werden
besumint noen Prasident werden.''
Het Gerecht sprak den beiuaague
vru op kosten der SiaalsKas. Ver
genoegd lachend verliet de origi
neel de rechtzaal., terwijl hiizun
Duurviouw toeriep„Na. Frau L
wat habe tic lhnen.ileich lesagt.
ARR. RECHTBANK TE ALKMAAR
„De dntte in bunde"
ook ingetikt.
nen opU^tersgenialReit den paw-
den handelaar bimon Keizer te Anna
Rualowna zonder betadng twee paar
den uit de handen te wurmen, welk
paarden door hen te Alkmaar voor
een zacht prijsje van de hand werden
gedaan. Bijna onnoodig er bij te
voegen, dat Simon Kei/.er nood één
van de 700 gu'den, die hij
als koopsom van de paarden had
^"slimme maa5 dat het &eld doo:
«l*1,» tejeu hen werd
hevelyk l jaar en 8 maandeu gev -
straf gevorderd. Vergis ik me niet,
dan werden zij veroordeeld ieder tot
*«aan gevangenisstraf.
w» nog 'n derde me-
neer bij die bij den voordeeligen han-
r'iJ:0Orlla1rnel,jk ''el woord had ge
voerd en dat was de koopman Hen
drik v. W. en die liad' men niet te
pakken kunnen krijgen. Zijn signale
ment en bevel tot opsporing en aan
houding verscheen in het algemeen
polilieblao maar langen tijd zocht
men tevergeefs naar Hendrik' tot
hij eindelijk werd geknipt en lieden
terecht stond om ook z'n portie tóe-
bedeeld te krijgen.
De verdediger die indertijd Wit en
Biesboer had ter zijde gestaan was
nu ook aangewezen om Hendrik v.
W. te verdedigen. De arme Hen
drik was erg zenuwachtig en stond
te beven ot hij z'n eerste les krees
in het dansen van het Shimmy. Hij
beweerde dat hij aanvankelijk ter
goeder trouw was en Biesboer had
geloofd, toen deze Simon Keizer wijs
ir Ve, dat hij een rijke landbou
werszoon was. Eerst later, toen de
paarden waren verkocht en h'ij t 75
als aandeel van de onderneming kon
opstrijken begreep Hendrik, dat het
met oie paardenkooperij geen zui
vere kol'fle was.
Thans had hij echter veel berouw,
zich met de affaire te hebben" in
gelaten en schreide zoo hartstochte
lijk als 'n oude jongejuffrouw, die
hare eerste en laatste verlovingsring
per onge.rankeerden brief heeft te
ruggekregen.
De Oriittcr liet zich echter door due
tranen niet verteederen en vorderde
6 maanden gev.-sfraf.
De beklaagde riep snikkend om
een voorw. veroordeling en oók de
verdediger drong in een hartelijke
pleitrede op deze gunst aan. Bekt.
is niet de slechtste uit het gedegene
reerde gezin v. W. Hij is nog nim
mer veroordeeld en gedraagt zich
voor vrouw en kinderen als een goed
huisvaaer. Pleiter verzo.ht de recht
bank alsnog kennis te nemen van
het rapport der reclasseering als het
is ingekomen.
De rechtbank bepaalde daarop dc
uitspraak tot over 14 dagen.
Nog 'n klusje op te knappen.
Onze vriend,.van W. uit de vorige
zaak had nog wat op z'n kerfstok
bij de justitie, dat nu meteen maar
verrekend werd. Hij had op 23 Maart
in het caié van Schirieken, bij het
station te Svhagen, na een woorden
wisseling met den landbouwer Jan
Snijder van Dirkshorn 'n mep gege
ven met een bierflesch en vervolgens
'n kink onder z'n kin, dat het bloed
uit Jan Snijder's edel gevormd reuk
orgaan spoot. Het scheen echter, dat
Jan ook wel 'n wat te grooten mond
had opgezet, dus vorderde het O.
M. hier maar 5 gulden boete subs.
5 dagen hechtenis.
Carambole met een mo
torfiets.
Twee jongelieden uit den Heider
maakten in den vroegen morgen van
17 Juli een wandeling ot een fiets
tocht, dit 4s ons niet duidelijk ge
Heken, maar in eik geval werd een
hunner Cor Winder onder Koedijk
aangereden door een in razende
vaart tuitende motorfiets met zij-
spanwagen. De jongen bekwam een
geweldige scueenbeenbreuk en b.eei
Hoedend langs den weg liggen. Ge
lukkig was spoedig de geneesheer
uit Koedijk ter plaatse die Cor voor-
loopig verbond, het gebroken been
spalkte en hem -naar het ziekenuuis
te Helder deed vervoeren.
De genezing werd vertraagd door
intectie en liet jonge mennsch werd
gedurende 9 weken in het ziekenhuis
verpleegd. Thans was hy echter weer
geneei hersteid en trad op als ge-
iuige tegen den motorrijder Jan M.,
die terecht moest staan ter zake het
door schuld toebrengen van zwaar
lichamelijk letseR De beklaagde was
niet verschenen en tegen htem vor
derde iiet O. M. 14 dagen hechtenis
bij vertek.
Een fantastisch jongeling.
De 23-jarigé kaslooper Joh. B. te
Harenkarspel was in den ioop van
1922 belast met de inning van ge.den
voor den Handelsraazl der R. K.
Land- en luinbouwraad. 11 ij was ech
ter erg slot met atrekenen en was
dientengevolge reeds ucor den direc
teur ontslag aangezegd. Op 28 Juii
trachtte B. evenwel 'n grooten siag
te slaan en pikte hij een bedrag in
van pi.m. 1 350 welk geld hjj in
den grond begroef. Hy maakte daar
op den directeur van het Kringkan
toor wijs, dat hij beroofd was ge
worden.
Het duurde echter ijiet lang ot
B. viel door de ma.Al en stond
thans terecht ter zake verduistering.
Er was nog 'n rapport van de re
classeering, waarin tot voorw. ver
oordeeling was geadviseerd, maar de
houding die bekl. bij het onderzoek
had aangenomen stond den Officier
zoo weinig aan, dat deze- magistraat
6 maanden gev.-straf requireerde.
De bekl. beweerde nu echter heel
graag voor 'n voorw. straf in aan
merking te willen komen.
Geen uitstel meer verleend.
Tot slot van de representatie kre
gen we nog een zedenzaakje, art.
247 tegen Jb .V. uit Egmond aan
Zee. Deze zaak was reeds meerdere
malen verdaagd en de verdediger
Mr. de Groot verdocht ook nu weer
uitstel, omdat de bekl. momenteel in
lndië verbileet en niet voor Maart
1923 in het land kon zijn.
Maar de Oi fitter was en bleef van
meening dat het nu mooi genoeg was
en de zaak, die betrof een in Nov.
192U gepleegd feit, nu maar eens
moest worden afgedaan.
Pleiter kreeg dan ook niet zijn
zin, want de rechtbank na te heb
ben geraadkamerd gelastte voortzet
ting der behandeling en sluiting der
deuren.
CONFERENTIE VOOR
NIET-KATHOLIEKEN.
Gisterenavond werd in de St. Domi-
nicuskerk aan de Laat, alhier, de twee
de conferentie voor niebKatholieken
gehouden.
De opkomst was ongeveer dezelfde
als de vorige maal.
Wij hebben den indruk, dat de con
ferenties hun vaste bezoekers tellen,
die door hun geregelde opkomst en
door hun aandachtig luisteren bewijs
geven in de behandelde stof veel be
lang te stellen.
Na het gebruikelijke orgelspel sprak
de WelEerw Pater F. Otten 0. P. over
„Roomsche gebruiken" en ontwikkelde
zyn rede aldus:
Ik zou u dezen avond spreken over
Roomsche gebruiken.
Wij hadden daarbij evengoed kun
nen aankondigen: „het goed recht der
Roomsch Katholieken, tot het uitoefe
nen van hun eeredienst", want de be
doeling is juist u te bewijzen, dat wij
volkomen gemachtigd zijn onzen door
andersdenkenden wel eens gesmaden
eeredienst. uit te oefenen.
Wij willen onzen eeredienst toelich
ten omdat daarover bij niet-katholieken
vaak eenige begrippen opgeld doen,
en omdat men onzen uiterlijk en eere
dienst nog wel eens beschouwt als een
bloote vormen dienst, alléén uiterlijk,
zonder innerlijkheid, leeg en hol en
dus -ook volkomen doodsch. Welnu,
laat ik u dan al aanstonds zeggen, dat
niets minder waar is.
Heel onzen gecorepliceerden uiterly-
ken eeredienst, kan men niet begrij
pen als men niet goed op de hoogte
is van de katholieke leer, want de
ze 'laatste juist is de grondslag van
den uiterlijken dienst
Het uiterlijke is niet uitsluitend iets
wat men als een vertoon beschouwen
moet, het is de bloem van het innci-
lijke ,die opgroeit uit den wortel van
onze leer
Dat uiterlijke noemen wij katholie
ken de Liturgie. Omdat het uiterlijke
opbloeit uit het innerlijke, daarom is
het onafscheidelijk van het innerlijke.
Ik weet wel als ik spreek over uiter
lijken eeredienst men direct misschien
stellingen zal opwerpen tegenover on
ze gebruiken en geput uit den Bijbel.
Voornamelijk wordt ons dan voor de
voeten geworpen het onderhoud van
Christus met de Samaritaansche vrouw,
dat zich aldus heeft toegedragen:
Een Samaritaansche vrouw sprak
met Christus naar aanleiding van het
feit, dat de Samaritanen op gespannen
voet leefden met de Joden en dit nog
wel tengevolge van een geschilpunt om
trent waar de plaats van offeren was.
De vrouw vroeg.aan Christus wie
hier gelijk had, waarop Christus haar
antwoordde: „Het uur komt, waarop
de ware aanbidders den vader zullen
aanbidden in geest en waarheid."
Dit laatste voornamelijk „in geest en
waarheid" wordt vaak tegen ons uit
gespeeld. Omdat onze eeredienst voor
een groot deel tovens uiterlijk is. wordt
beweerd, dat de eeredienst geheel in
nerlijk moet zijn.
De Roomsch-Katbolieken antwoorden
hierop, dat men uit de gewraakte
tekst in 't geheel geeti bewijs kan ha
len tegen de Katholieke leer en ge
bruiken. Christus wilde het niet doen
voorstellen alsof de Joodache opvat
ting geheel verkeerd stond tegenover
de nieuwe leer, maar hij wilde hen lee-
ren, dat het rijk van den Messias een
nieuwen eeredienst zou brengen.
De Joodsche eeredienst was eene
voorafbeelding van wat komen moest,
gelyk het Oude Testament eerst zijn
vervulling vond in het Nieuwe Testa
ment.
Zoo ook hadtien de Joodsche offers
absoluut uit zich zelf geen heilskracht.
Mleen de menschen die ze brachten
kregen door hun diep geloof aan
Christus de verlangde genade.
In het rijk van den Messias was de
heele cultus niet iets uiterlijks, maar
hij had ook innerlijke kracht, dat was
de bedoeling van de waarheid in den
eeredienst en daarom kon de nieuwe
leer een geest van genade geven. Ook
is dat een reden waarom wij niet spre
ken van zelfstandige waarheid.
Christus was de Waarheid, Die door
haar zoenoffer genade over de zielen
der menschen heeft uitgestort. Chris
tus heeft niet gezegd, dat Hij de Wet
wilde opheffen, maar haar vervolma
ken.
Wy lezen door heel de Handelingen
der Apostelen feiten die getuigen van
uiterlijke handeling, die naar binnen
moesten toonen de geestelijke daad.
Wanneer Christus zijn volgelingen
uitzendt en hun zegt: „wier zonden
gij zult vergeven, die zijn ze verge
ven, maar wier zonden gij zult hou
den die zijn ze gehouden", dan was
dat een uiterlijke handeling met gees
telijke daad.
Verder lezen wij: „Hij liet zijn adem
gaan over hen", een uiterlijke liturgi
sche handeling, die het innerlijke be-
teekent, want men verstaat er door:
Hij liet Zijn geest in hen overgaan.
De handoplegging is daar ook nog
een voorbeeld van en we lezen in de
Handelingen voortdurend, dat de
apostelen bijv. bij het doopen zich be
dienden van uiterlijke teekenen of han
delingen.
In het boek der Openbaringen zien
we hoe Johannes in zyn droom de aan
bidding van het Lam ziet en hoe hij
onder het altaar de overblijfselen der
martelaren zag.
Wanneer wij lezen bij alleroudste
schrijvers, dan zien wij hoe de geloovi-
gen op de graven der martelaren bij
een kwamen. Zoo zien wij, dat de li
turgische dienst van de allereerste en
oudste tijden afkomstig is.
Bij Augustinus geroemd als de
meest getrouwe getuige der oudheid,
zien wy ook de liturgische gebruiken
beschreven. Het spreekt vanzelf, dat in
den loop der tijden deze gebruiken
even anders geworden zijn dan toen en
de geloovigen verplicht waren zich in
de Catacomben te verschuilen, maar in
wezen vindt, men in de Katholieke
leer de oudste christelijke gebruiken
geheel terug.
By alle uiterlijke "gebruiken is er al
tijd een innerlijke grond, berustend
op onze geloofsleer.
Daarbij komt nog de natuur van
den mensch, die een dualistisch we
zen is en dus uit ziel en lichaam be
staat; het is vanzelfsprekend, dat de
mensch het niet laat bij het uiterlijke,
by een hulde.
Het is logisch, dat de mensch zich
geheel geeft, dus ook in geest en in ziel
Het is vanzelfsprekend en geëigend in
de menschelijke natuur, omdat alle
kennis den mensch van buiten'aange
bracht wordt en zijn geest toekomt.
Door de zintuigen die zijn als het
ware vensters der ziel, komt de ken
nis tot het innerlijke, en wat is dan
meer natuurlijk, dan dat het uiterlijke
in den Godsdienst werkt op het in
nerlijke van de ziel?
Wanneer de ziel v. d. mensch vervuld
is van diepe devote gevoelens voor
God, dan is het bijna onmogelijk die
te onderdrukken en ze alleen van bin
nen te gevoelen: alles toont aan de
houding, de gelaatstrekken, wat er in
zijn binnenste omgaat, wat is er dan
meer natuurlijker, dan de liturgische
gebruiken?
Wij zien dan ook, dat de tliturgische
plechtigheden niet alleen in katholieke
maar ook iu andere bijv. Anglicaan-
sche kerken, bijna met de kath. over
eenkomend, in gebruik zijn.
Evenzoo do Evangelische kerk in
Duitschland vertoont ten sterke stroo
ming, die naar den uiterlijken eere
dienst terug wil, en niet uitsluitend
zich wil bepalen tot een preek.
Heel merkwaardig is in dit opzicht
de uiting van Protestantsche Professo
ren op dit gebied, spr. zal later nog
wel eens op dit onderwerp terugko
men.
Wy zien ook in ons land merkwaar
dige stroomingen naar de liturgie.
Men heeft' in Den Haag reeds een
paar met-katholieke kerken o.a.de
Kloosterkerk, waar de liturgische
dienst ingevoerd is, dit alles diene
om u te laten zien hoe de uiterlijke
eeredienst iets heel natuurlijks is.
Men kan als men dat zou willen
wat betreft de uiterlijke eeredienst,
eenige honderden vormen bespreken,
dat zou echter te veel tijd vergen.
Een ander Katholiek gebruik, dat bij
niet-katholieken zeer veel tegenstand
ontmoet is nl. het z.g. formulier-gebed,
d.i. bidden volgens geykten vorm men
noemt dit ook het mondelinge gebed.
Men zegt wel eens, dat voor de katho
lieken dit mondgebed als bet ware ge
worden is tot een gebod. Dit is toch
geheel bezijden de waarheid.
Zeker staat het formuliergebed by
ons in hoog aanzien, maar het is geen
uitsluitend mondgebed, als bet dat
waa, i»u het door ons verworpen wor
den, de ziel moei er bij zijn.
De Katholieken zullen meestal hun
toevlucht nemen tot het „Unze Vader"
en het „Wees gegroet", wat het eerste
betreft, dit is namelijk het woord Gods
zelf en het tweede is ontleend aan
Gods eigen woorden.
Dit formuliergebed is ook nuttig om
dat het tevens een gezamenlijk gebed
is. Het komt namelijk veelvuldig voor
dat een heele kerk dit gebed over luid
bidt, en de Kerk prijst dit juist aau,
omdat bij het gezamenlijk gebed ook
de uiting gezamenlijk is evenals de
vroomheid en stichting, want als een.
heele kerk in een gezamenlijk gebed
zich uit, mogen we gerust aannemen,
dat de geest Gods over hen is neder
gedaald.
Ook voor individueel gebed heeft het
gormuliergebed waarde, omdat bidden
in de eerste plaats is een erkenning
van, en hulde aan God. Dat kan slechts
gebeuren als de ziel onmiddellijk
spreekt tot God, maar den-menscb die
soms veel door aardsche gedachten len
zorgen afgetrokken is, valt het soms
moeilijk met zyn ziel in contact te ko
men met God en dan is in bijna alle
gevallen het formuliergebed het middel
om de ziel te verheffen.
De Katholieke Kerk versmaadt vol
strekt niet het vrije- of meditatiege
bed, stelt dat zelfs voorop, en beeft
dat altijd gedaan.
Het vrije staat bij de Katholieke
Kerk vooraan, ook in de praktijk, het
bekleedt ei een hooge eereplaats. Iede
re katholiek heelt in het dagelijksch le
ven heel wat oogenblikken dat niet het
formuliergebed gebruikt wordt, maar
dat hij zich innerlijk tot God verheft,
als een bewijs daarvoor diene de hou
ding der katholieken die na de H. Gom
munie te hebben ontvangen, ingetogen
zitten met de handen voor de oogen en
als het ware zelf tot God praten.
Zeer zeker heeft het formulier gebed
recht van bestaan.
Groot in aanzien staat ook het Ro
zenkransgebed, bestaande uit een ze
ker aantal „Onze Vaders" en'„Wees
gegroeten", niet echter is het een uit
sluitend formulier gebed, want tel
kens als men een nieuwe afdeeling
begint, wordt genoemd een der myste
ries uit ons geloof en dan moet de
ziel overwegen de groote beteekenis
daarvan.
De schoonste uiting van den Katho
lieken eeredienst vindt men in het H.
offer, de zon van het Katholiek geloof
en de Liturgie.
De Katholieke Kerk had steeds, heeft
en zal steeds behouden het H. Misoffer,
als het middelpunt van alles, krachtens
de eigen woorden door Christus, ge
sproken op het laatste avondmaal:
„Dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn
'Bloed, enz." En Hü i» in onze kerken
ook tegenwoordig krachtens de woor
den „doet dit ter Mijner gedachtenis"
Het kruisoffer is van oneindig»
kracht; de H. Mis is niet zooals men
wel eens beweert de ontkenning er van
alsof dit niet voldoende zou zyn, maar
'n vermeerdering waarvan de verdien
sten op de geloovigen worden toege
past. Om het rotsvaste geloof aan de
wezenlijke tegenwoordigheid v»-i
Christus, kan men dan ook nooit spn»
ken van afgoderij.
Heel de hulde en aanbidding in onze
kerken gaan niet uit naar een schep
sel; want dat is de definitie van
„afgoderij" wij denken er niet aan,
maar brengen slechts hulde aan den
eenen waren God.
Om het H. Offer heen bloeit de Ka
tholieke Eeredienst.
De Katholieke Eeredienst omvat in
zijn rijkdom natuurlijk vele onderdee-
len.
Het feit, dat deze eeredienst in de
Latijnsche taal uitgeoefend wordt,
maakt men ons vaak tot een ver
wijt. Tocb heeft hij er veel groote en
mooie redenen voor. In de eerste eeu
wen van het Christendom was het La
tijn de taal. overal waar beschaving
was, kende men Latijn, toen is het Ro-
meinsehe Keizerrijk in elkaar gestort,
en van de aarde weggevaagd.
Het Latijn verdween en toen ont
stonden verscheidene andere levende
talen, maar toen hield de Katholieke
Kerk ze, om door die niet meer veran
derende doode taal te toonen de een
heid en de vastheid v. haar leer door
den loop der eeuwen: welnu, dat sym
bool komt alleen volkomen naar bui
ten door een doode, niet meer veran
derende taal.
Als een voorbeeld kan aangehaald
worden onze eigen Hollandsche taal,
die maar steeds verandert, en waarin
zelfs de beteekenis der woorden ver
andert, dat weet ieder die wat van de
taalkunde afweet.
Om nu maar steeds een vaste en on
veranderlijke leer te verkondigen,
heeft men een taal genomen, die on
der geen omstandigheden meer verwis
selt.
Bovendien is die eene taal gemakke
lijk als communicatiemiddel v. de ver
schillende nationaliteiten onder haar
kinderen.
Het H. Offer is op de eerste plaats
iets waarmede het volk, dat weet wat
er gebeurt, zich kan vereenigen, het
volk staat er düs niet buiten door het
gebruik der Latijnsche taal.
De kaarsen, die men ziet staan, zijn
een oud gebruik, waarin een histori
sche en eeD liturgische beteekenis zit.
In de eeuwen der eerste christenen,
moesten deze hun geheimen vieren in
catacomben. Hier schuilden zij om zich
te onttrekken aan de vervolgingen, zij
hadden dan kaarsen voor de verlich
ting noodig. Uit eerbied voor onze
martelaren ia dat gebruik bewaard.
Wij gebruiken echter ook kaarsen als
zinnebeeldige beteekenis en denken
daarbij aan Christus, het licht en de
hoop der geheele mensch heid.
Wierook wordt in den eeredienst ge
bruikt om tp verzinnebeelden, dat on
ze gebeden als weelderigen geur tot
God mogen opstijgen.
Verder komen nog vaak in bespre
king de gewaden, die ook weer hun
beteekenis hebben en die ons doen
denken aan de gewaden van de pries
ters van het Oude Testament, waar ze
toch niet aan ontleend zijn, maar aan
de Grieksche Romeinsche gebruiken
van dien tijd, en nadien afgezonderd
werden voor het genruik dor kerk.
Verder verzinnebeeldt de kleeding
van den priester de persoonlijkheid en
het lijden van Christus.
Zoo zien wij in deze gewaden een
heele mooie en volstrekt niet uiterlijke
beteekenis.
Een specifiek gebruik is nog het ma
ken van een kruis.
Wat bedoelen wij daarbij?
Wy bedoelen het uitspreken van ons
geloof aan het lyden van Christus.
Door den vorm betuigen wij ons eht
geloof aan Christus op en door zijn
kruis.
Tertulianus, de groote schrijver,
geeft over dit onderwerp betreffende
de eerste christenen fnterressante ge
gevens.
Ik moet nu eindigen bij gebrek aan
tijd, maar ik koester de vaste hoop
dat bereikt moge, zyn dat wij elkander
begrijpen en men gaat inzien het goe
de recht der katholieken op hun uiter
lijken eeredienst.
Nogmaals men kan onzen eeredienst
niet begrijpen als men onze leer niet
grondig kent. Moge deze uiteenzet
ting er dan toe leiden, dat de katho
lieke eeredienst ook voor protestan
ten het recht van bestaan heeft.
W. L. VAN DEN ELSEN O. P.
Heden is de Weleerw. Pater W.
L. v.d. Eisen O.P.. kap. a. de St.
josephkerk alhier naar z'n nieuwe
standplaats, Neerbosch, vertrok
ken. Velen zullen den ijverigen Do
minicanerpater niet dan nocxle zien
heengaan. Immers gedurende de
jaren, dat Pater van den Eisen,
hier de zielzorg waarnam, heeft
hii „Katholiek Alkmaar ten zeer
ste 'aan zich verplicht.
Naast ziin drukke parochie-werk
zaamheden, vond de Pater, wien
niets te zwaar viel, toch nog .ge
legenheid het Geestelijk-Adviseur
schap op zich te nemen van:
„Voor Eer en Deugd,", afd. man
nen en vrouwen; i i
Mariavereeniging, en i J :jt!
Kruisverbond. 1
T>e besturen dezer vereenigin-
gen zullen met groote dankbaar
heid getuigen, dat Pater van den
Eisen steeds voor hun belangen
,op den bres stond en zoowel be-
stuurs- als ledenvergaderingen
trouw bijwoonde, zich' aldus een
beste geestelijke leidsman too-
f;nde. i vil ij
Ook de behartiging- der belan
gen van den meisjesbond „St. Ag
nes", lag den scheidenden Pater
na aan het hart: geen moeite
was Zijn Eerw. teveel. Zijn raad
gevingen werden steeds gaarne
aanvaard. 1 1 i
Vermelden we ten slofte nog,
dat Pater van den Eisen een
graag geziene ziekenbezoeker was
Moge het hem ook in zijn nien
we parochie goed gaan.
GEVONDEN VOORWERPEN
Te bevragen alleen op werkda
gen van 9—1 uur aan het Bureau
van Politie. Zich te vervoegen bii
den Wacht-Commandant.
2 iongensmutsen, 1 poppetje, 2
manden met appelen, 1 hangertje
1 band van een mantel, eenige por
temonnaies met geld, 2 rozenkran
sen, I pakje inh. saietv 1 borstrok
je en zeep J doublé horloge* 1
étui inh. schnjfbenoodigheden". 1
R. K. kerkboekje. 1 lederen geld
zakje inh. eenig geld, 1 ceintuur
en 1 knipmes.
BEVOLKING.
Onderstaande personen worden
verzocht zich ten spoedigste ter se
cretarie dezer gemeente aan te
melden (afdeeling Bevo'k'ng).
J. Oosterveld, geboren te Gors-
sel, laagst wonende Oudegracht 35
J. van Empelen, geboren te Am
sterdam, laatst wonende Tulp
straat 5.
S. Bakker, geboren te Helder,
laatst wonende Forestustraaf 19.
GEMEENTE-SECRETARIE.
Voor de vervulling der vacatu
re van secretaris dezer gemeente
hebben zich ongeveer 30 gegadig
den aangemeld* waaronder 13 se
cretarissen van andere gemeenten,
de overige zijn nagenoeg alle amb
tenaren werkzaam op gemeente
secretarieën. Daaronder bevinden
zich geen personen uit Alkmaar.
HINDERWET.
Burg. en Weth. brengen ter al-
gemeene kennis* dat heden op de
gemeente secretarie ter inzage js
gelegd het aan hen ingediende ver
zoek met bijlagen van A. op de
Weegh, wonende te Limmen, om
vergunning tot het oprichten van
een smederij met plaatsing daarin
van twee electro-motoren van
en iy2 P.K. en werktuigen, in het
perceei Dijk* wijk C no. 19.
Bezwaren tegen deze oprichting
kunnen worden ingediend ten
raadhuize dezer gemeente,, mom
de'i'ing op 1 December a.s. 's voor
middags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tijd. Gedurende
drie dagen vóór gemelden dag
kunnen de verzoeker en hii die be
zwaren heeft ingebracht op de se
cretarie dezer gemeente van de
terzake ingekomen schrifturen ken
nis nemen.
BIJLAGEN TOT DEN RAAD.
Rekening der Gezondheids
commissie. dienst 1921.
De Commissie voor de belasting
zaken stek den Raad voor de rekening
van de Gezondheidscommissie, dienst
1921, goed te keuren in ontvang en uit
gaaf o-p f 1025.met een balig saldo
van f 305.18, te verantwoorden als
eersten post van ontvang op den dienst
1923.
Begrooting van het Gemeente
lijk grondbedrijf, dienst 1922.
De Commissie voor de belasting
zaken, stelt den Raad voor deze be
grooting goed te keuren in ontvang en
utgaaf op f IOOO4 54V2
Af- en o versell rij ving Eerste
suppletoire begroeting van bel
Burgerweeshuis te Alkmaar,
dienst 1922.
De «Commissie voor de belasting
zaken, steil den Raad voor:
le. goed te keuren de af- en over
schrijving van het Burgerweeshuis,
dienst 1921 lot een bedrag van
f 1074.93i/2;
2e de le suppletoire begrooting van
die instelling voor het dienstjaar 1921,
vast te stellen in ontvang en uitgaaf op
f 949.1572, onder toekenning van een
nadere subsidie uit de Gemeentekas
van f520 291/2.
Begroeting van de Gemeente-
reiniging, dienst 1922.
Als bijdrage uit de gemeentekas lol
dekking van het geraamde tekort is
grniamd 'n bedrag van f11441315, te
gen f 108723.90 in 1922
De ontvangsten uit de reiniging wor
den geraamd op f13750tegen
f 18650— voor 1922
De tonnen- en beerputtenbelasting
worden geraamd op f23600legen
f22400— voor 1922
De Commissie voor de belasting,
zaken stelt den Raad voor de begroo-
ling goed te keuren als volgt: gewone
ontvangsten en uitgaven in ontvang en
uitgaaf op f 155893.15 en buitengewone
ontvangsten en uitgaven in ontvang op
f 119308 met een vermoedelijk batig
saldo van f 1180,08
Suppletoire hegrooting
Gemeente-Slach t'h uis,
dienst 1921.
De Commissie voor ds belasting
zaken stelt den Raad voor deze be
groeiing goed te keuren in ontvang op
f27871.20 en in uitg. op f16580191/3^
met een balig saldo van f llOüO.OOyj
Rekening van net
Gemeente-s Lach tli ui»,
dienst 1921.
De Cotómissae vooor de belasting
zaken stelt den Raad voor:
le. de balans Gemsento-siactithuiS
goed te keuren in debet en credit op
f296714 621/2 en 2e. de winst- en ver
liesrekening goed te keuren met eeq
Gvinst van f 11990901/,,