I M ow i» vüuU U bnt «tottiat JM Je EEN DRAMA OP ZEE M' I trein zij voor uit zijn zaak, sprakeloos wachtte ik. terwijl de too- Êen ..aige uk". Er was iets in de laatste opmerking tegen den achtersteven der brigantijn dat ont- meer weten, als hij hem maar eerst veilig die eenigszins van het jacht zien te krijgen en toen boekenstalletje bestudeerde. gen we het ge het bankjl. U zijn dochter ging opzoeken. Hij praat wilde lezen het water gevallen bent. Z g in het genzon. Zes man werden bij de booten mogen sluiten, tenzij het misschien.." Hij brak plotseling af en fronste het ruimen, wist en t m. „Die heeft z’n portie. Ik zag Goring's lange de verschansing staan en riep alarm. Te laat I Een zwerm reusacbtige son was in zijn kajuit gegaan om eenige uren te slapen, terwijl de bootsman, die intusschen zijn plaats innam, met de beide andere matrozen aan don voot gesmokkeld had. Toen hij weer aan dek terugkwam, zag hij Stephem, zien spelen en in de verte strekte zich i woestijn met haar I vroeg de oude moedertaal, maar er kwam i woord. Nogmaals en nogmaals riep hij hebt of alle verdenking die bondenl” Barros wees naar de zee. waar onge voj. penden werden uit hun kooi en ondergingen hetzelfde lot „Ik geloof wel. dat dat zijn bedoe- ‘-,R zei Stephen. JZoo, geloof jë dat werkelijk Laat bekend was, door een aantal straatjes, naasten bewoner, afgezonderd van de Die man moest ik aan boord kwam, begón hij te huilen en maakte niet de minste tegenwer- ng.” „Hij was blij hierheen te kunnen buiten geroeid «en man. die de aanvoerder scheen te zijn. Deze bekeek den steen zoo op merkzaam en nauwkeurig als do duis ternis het toellet en gaf hem toen aan een ander, die hem ook onderzocht Op deze manier deed de steen de ronde om er i hij, zonder dat iemand er misschien wenschelljker was, het jacht, uit den weg.” I ’een mijl wendde Barros zich van de verschan- en over allerlei dingen waarvan ik niets begrijp Wij hebben hem aan „Be.i je volkomen zeker van de be- boord de mooiste kajuit gegeven en „Ik heb de kerels zelf uitgezocht. aan St phen’s oor, een stem welke hij ustigen k srk. mijn reisgenoot L. voelde zich dus volkomen gerust, herkende als die van Gil tte. „Het is was geen duktersoog noodig om te zien, roeiden aan land. -Mn --- i het strand een kleine boot op het onder het jacht lag. in afwachting --'-J- wat. Wacht. datjs in orde Voel je je de beulen hun werk volvoerd hadden. 2_en °°?bnblik stilhielden en luisterden nu i eens van de haven. En er is, zooals u ver- u Heeft Barros je gevraagd langde, geen enkele Europeaan bij. hebt mijn aanwijzingen blijkbaar stipt J weer C getprek geéindhd had, kwam hffop» met hem hierheen terug te keeren 7' te vragen, alles zouden doen, als ze er die nog altijd dat Je bat gavolg daarvan was, dat Barros den man ÜUORC[»lanelje op Barros xei:„Ja" en ging enkele van Argentinië een oude man woonde, voortdurend gevaar dreigde. Barros oogenblik dat deze een paar tijd- ©ogenblikken later weg in de richting wiens leven In gevaar was hl) had iets was daarom vast besloten om Allison schriften. hiJ had uitgezócht, be- van dat gedeelte der stad, waar de wo- uitgevoerd, wat hem in aanraking wet zou brengen. Misschien ah we ons hier lang gen eg hebben die ueb ik zeker niet goed vast ge- bedaard. „O. maak je maar niet onge- zoo snel, dat fk-'--» niet gezien zon opgehouden om i bij de autoriteiten mocht opkomen af te wenden, zuil n wij naar onze gierig zoolang ze genoeg te eten en te drinken hebben, bekommeren ze Juist” zei Barros. „Laat de man- En wat zeggen de officie- nen er maar eens een goeden dag van nemen. Wat dien ouden man betreft, Carlos liet grijnslachend zijn gele daar leb ik eigenlijk weinig mee utt te staan. Als Ik hem enmaal aan mijn „Hoe minde we van de officieren vrienden in Engeland zal hebben afgo- hij. leverd, zal Ik waarschijnlijk nooit nfcer weer noodig hebben. „U zult me geen vragen, senor. zei Carlos dienst en ik'zal niet zoo gek zijn om boord te gaan en het schip eenvoudig onbescheiden vragen te doen." zz.. -*-L zz „O. ik weet dat ik p je kan ver- met het jacht gebeurde, zou ik trouwen,” loog Barros. „Nu nog wat dikke twintig duizend pond armer Ik wil vanavond ongez’en aan boord Maar enfin, we zullen er ons maarzoo Hij dacht er niet ain. iets aan het toe w’n in mijn gaan en dan zou ik graag, dat je dade- goed en zoo kwaad als het gaat in vaj over te laten en had het komende vermoorde m lijk aan boord van de Etpafnolia terug bad te zoggen. Toen de jonge man vertrek door eo opende oen kast, die niet zijn bedoeling is. Hij wil je beslist zoekend aan, alsof hij zijn geheimste schelen. Ze denken, dat onze passagier hij gebruikte voor bet bewaren' van niet meer laten terugkeeren. Hij wil gedachten wilde lezen. H" ”"7 zijn sigaren. In die kast drukte hij op je eenvoudig uit den weg ruimen gedachten verdiept, gerulmen tijd het meester om veer en iPM BÉfcBiH weg en werd een trap zichtbaar, d*e wel in orde komen.” tenslotte tot zijn metgezel wendde on naar do gewelven voerde. Er was geen tijd meer om nog iets een sigaret aanstak. „Nu wou ik toch wei eens weten of te zeggen, daar op dat oogenblik Bar- „Vertel me eens, Carlos,” zei hij, zich verder om niets. nog iemand anders dan ik van het be- roe van het kaartjesloket terugkeerde, „wat denken de mann n eigenlijk dat staan van deze trap af weet, "mom pel do Hij scheen buitengewoon in z'n hu- z d^en T u goed bewaard gebleven en dat kan door dien van Allison en liep met hem A)ftena raar ópkijken, als hij wist man bij het boekenstalletje. A. n-’lxh kunnen wegdragen. Maar ik minste belangstelling in. Enkele oogen- „Het zijn goede zeelui, maar de mees- aan hem denken. Over een paar dagen. 1 elk drama vooruit zorgvuldig bestudeerd, den verderen loop der dingen af. rd wel een behoorlijk bed zoodat hij nu volkomen zeker wist Nu stonden de vier schurken op, van de ontknooping was nabij. Én toch ren met messen en Goring met eea na stond hij op het punt een dwaasheid vol ver gewapend. Allen keken over bet te begaan. water heen. Ik bemerkte dat een vaa Van Barras was geen spoor te be- hen naar Iets wees. Ik volgde met mijn „Het is mijn eigen stomme schuld. kunnen betslen ook En intus.chen nog iemand anders dan ik van het be- hii. „Ik denk het niet. Het geheim is meu- te ziin, want JU) stak zijn arm ren 7' w ■- --1 r binnenkort zijn nut hebben. Wat zou weg. Hij keek terloops even naar den tanden zien. als hij wist man bfj het boekenstalletje, maar „Hoe minde hoe oom kkelijk ik hem den vorigen blijkbaar boezemde deze hem niet de zeggen, hoe beter, senor,1 .J—U... Ik 1 r.U.l. Wxf til. onarla rullij maa een mijn-speculatie waarin ik ook betrokken ben.” „Dat is uitstekend," zei Stephen, „Ik mee te maken, senor. Ik ben iemand zal me hier in dit aardige oude stadje die zi|n brood verdienen moet, en ik best een paar uur kunnen bezig hou- ben dan ook bereid, voor geld alles n weer en passeerde diner 7' tellen, dat ergens in het binnenland" aan het boekenstalletje op Barros zei:. Ja" en ging enkele van Argentinië een oude man woonde, 1 een p-- - - -• van dat gedeelte der stad, waar de wo- uitgevoerd, --- -1- ---1 Ij to_... een ste- stonden. Zoodra hij echter zeker was had hij wel een moord gedaan De ,n r.Lt meer gezien te kunnen worden, agent vertelde mij, waar ik Ijem zou zeernans jekker richtte hij zich naar het visschersdorp kunnen vinden en ik vond hem daar ook sprak hij op ge- „dat uw leven oogen door mijn bemiddeling gespaard blijft 1 Toen hij uitgesproken had, maak- aan mijn voeten liggen en terwijl ik ten op zijn wenk eenige negers mijn gen we het geld voor hot huren op het bankjl. D; niets tegen hebben en wij hebben nog eens oen soort avontuurtje.” r Stephen wilde Juist zeggen, dat het de schurk, „die Is tenminste eindelijk een straal der maan zijn naar boven mond Toen brachten zij mij ln mijn blijkbaar vanavond niet verwacht weer ge bleef mij menig feit lukkige scheepsbemanning vernompn j Bijna onmiddellijk daarop volgde en van den steiger in een groot deel van de waarheid. ons de groote boot en het verlaten t Nu hoorde ik het aanstrijken van schip bleef drijvend achter als oen - - spookachtig, geheimzinnig vaartuig zei hij nijdig. „Het schijnt dat ze hier blijft, of wat je anders zeggen wil, als het schip en ik zag Goring’s lange De wilden hadden het niet geplunderd, ook wel een gehoord hebben van het j maar zorgt, dat ze geen a hterdocht ges’alte aan de verschansing staan Toen wij het land bereikten, be spreek woord „Als de kat van honk is. krijgen. met een dievenlantaarn In de hand, schenen ons de eerste stralen der mor- 1 J MA AA IaB AM A te A mA I» te A te te A AL lil W A C A a te a J 1 A A 4 A te I aA L 1 1 J 111 _Ja„*a te A 4 A A te a a voelde.Siedfcmaal dadelijk bemerkte ik tot mijn groote achtergelaten, dé overige negers ze morgen plezier van beleven. Alle- „Wat ga jij dan doen 7' een licht op de zandheuvels aan den tusschen de zandheuvels door machtig, onze boot is er van door bloedig en schurkachtig genoeg voor, oogde tegen Allison. Hij was L,-J7 -m*n, geklped In wit njet handigen moord terug. Hf) had juist flanellen b oek en oen Chilstone Castle gekocht om voor een r‘x *7 ander doei gebruik te maken van de haren waren bedekt met een zeilpet, hij die dus nu ook niet aanwenden v®rye®r1d 8elaat had ««n vriendelijke 8teeg kwam, waar hij een onooglijke in Buenos Ayres ongemerkt a n boord Aiu—cccdct ,n; v~"*,**r U. sL.g, die eenigszins van het Jacht zien te krijgen en toen de lucht oen droegen er toe bij om zijn geheele achteraf lag, iets meer van den weg dan ik den ouden man vertelde dat Ik hem sterven. Het wasnietzonderrtden.dat Hij zag er volmaakt als iemand van verbergen. Barros de paar oude bedienden die nog middelbaren leeftijd uit, die voor zijn - --22-l had ont- ^no-gen de zeilsport beoef nde. Alli- Hagen, zoodra hij op de hoogte was son deed alsof hij de etalage van het er al heel onsmakelijk uitzag en noemde gaan, hè?” vroeg Barroa. Vaa v j1.aam C —„a •nc+allafiai ksewtnz4aavz^a t z-x ti..« kunnen dat hier in het mII j teil J sej w aa Ala cil KII1Q U«l 1 m woord- xei bfj zonder juffrouw hem voor, een trap op en liet ze de maan beloofd hebben. Hij lachte --- *'f* ,an te Zien bem in een klein vertrekje aan den en huilde en is, vermomd als een oude gelijk gehad, toen hij veronder- kranig. Ik dacht dat ik nogal een achterkant van het huis, waar hij werd vrouw, met ons meegegaan. Toen hij hevigen draaien. Maar hoe dan ook. ik moet genden dag, iaat In den middag nu weg.” het oogenblik. dat hij zich begon te Hij lette alle andert gedachten I» A a AAA A A_ aSIm MAA<m1aM AAAMa1«4a tel A^ AA onaangename samenloop van Jên met’de toebereidselen’ v... ,.j„ omstandigheden, maar ten slotte was reia Hij begon al een beetje ongerust te a a ma 4 A A A te A A te M A W A FV A W e zf A M zH O All. Hij had Allison daar in Argentinië wel jjjk tegen den avond terugkeerde ....a.N a.aS teti *»a n nlon iaa - - A-A A-AA «*-w»AA» MA^aI OVCr j gaap doen en hem zelfs den naam ge- weg blijven. _a b.aA te aaAaa! <4 a a te«i wa«1z4a „Ik ken er niet eer wegkomen," zei hij. „U hebt e geen idee van, hoe interessant dat film-bedrijf is. Op mijn woord, als ik niet zoo gelukkig was geweest een rijk man te worden, dan zou ik mij beslist ook daarmee zijn gaan bezig houden Neen, dank u. ik wil op t ver een ma- „Voer dien prijs ben ik altijd tot uw tein. om met de heele bemanning van onbescheiden vragen te dóen." **n zichzélf over te laten Als er iets J ‘*j een loog Barros. „Nu nog wat dikke twintig duizend pond armer “*.n en dan zou ik graag dat je dade- goed en J van de Espapnoiia terug moeten koerde en aan alle mannen verlof tot geval aan passagieren laten we zeggen, twee dagen extra gage. Ik zal dan zelf wel aan boord gaan, met een boot, die ik hier zal huren Beg ep n 7’ „Uitstekend, senor ik zal doen wat u beveelt Ik zal er dadelijk voor gaan Zorgen." Hiermee was hpt gesprek geèindigd en Barros verliet het huis en begaf zich weer naar het hotel, waar Stephen op hem vond wachten. Het was een zeer gezellige Barros, die het eerstvolgende uur aan het diner zat. Intusschen viel de duisternis in en een voor een vlamden de lantaarns langs de kleine kade op on werden de kleine huisjes, dl aan de kust stonden, ver licht. Het was ai bijna tian uur toen Barras een wandeling voorstelde langs hot eenzame strand. „Heel raag, als u dat wilt." zei Stephen, „maar was u eerst niet van plan om mij het jacht te laten zien Ik bon er wel nieuwsgierig naar. Ik heb het echip even in de verte gezien en het beviel me uitstekendhet is prachtig van ijn." Barros maakte en gebaar van stemming. „Het spijt m wol," zei hij, „daar naar beneden, om Marne Bi zijn hut worden gevonden had ik nl/t meer r-- -—<-»*•» 11-- -- ““t _L - waarom zouden we niet nog gaan? voor hij erugkwam en in dl n tusschen- komen dat Mallison die had wegge- hoogt* Toen reikte hij hem over aan nomen on er mee naar l was en ben ong luk had gekregen. Wordt voort gezet. om om te koeren en Barros dacht er had wel wat zorgvuldiger achter me blikken later stoomde de trein het ten waren maar wat bitj Buenos Ayrea ook geen oogenblik aan. dat te doen megen sluiten tenzij het misschien.. station binnen. te kunnen varlaten omdai een tijdelijke Hij had ai de draden in handen om zijn Hij brak plctseung al en fronste het Zij dineerden in den restauratie^ afwezigheid van hum geboortegrond onrechtmatig verkregen goed düar te voorhuid wagen en bereikten tegen middernacht hen meer goed dan kwaad doet Overi- „Maar dat is ónmogelijk," vervolgde Londen, waar zij voor den nacht gens gt loeven zij dat ze op een smok- zijn spoor zorgvuldig te hebben uitge- gan er jets van af weten. Ik moet ver- waa biijkbaa verdwenen, want Alli geten hebben den sleutel in het slot om s°n Iag hen. met meer vóór den vol- J aan het Charing Cross station, toen hij „En de oude man over wien ik je met Barros in den trein naar Dover sprak? Die zonderlinge oud man, het hoofd, om zich geheeï bezig te hou- stepte. Zoo ging het ook weer aar. die door Je broer José naar de kust voor zijn t:--- j r„ het misschien ook mets anders dan dat. te worden over Allison, toen deze einde- C*1*15 Hij-had Allison daar in Argentinië wel ijjjf tegen den avond terugkeerde en zelf verteld, wat hij van plan was te zjch verontschuldigd Jaa» AA». te A „AA z4 MM M A WX MM_ AA. nöemd van het kasteel dat hij wilde koopen en hij herinnerde zich ook heel goed dat hij Allison dringend uitge- noodigd had om hem in Devonshire te komen opzoeken, als hij weer eens in Engeland zou komen. Maar dat deed hij alleen, omdat hij er zich zeker van waande, den man. dien hij met opzet naar de overzijde van den Oceaan had gelokt, nooit te zullen terugzien. Het was L_' ais tooneeispeler succes zou hebben, maar rijk zou hij er toch wel niet ge makkelijk mee worden en geld over houden om zijn overtocht naar Enge land te kunnen betelen, daarvan zou absoluut geen sprake zijn. Toen hij dan ook zoo plotseling op Chilstone Castle verscheen, was Barros min of meer van zijn stuk'gebracht Het was een geluk voor hem geweest, dat Ray mond Mallison zoo treurig aan zijn eind waa gekomen, maar de geruststelling die hem dat bericht van diens dood had gegeven werd weer geheel te niet gedaan door de onwelkome verschij ning van zijn tweelingbroer Dat zou natuurlijk aanleiding kunnen geven tot heel wat gevraag. Allison zou L aanraking kunnen komen met per sonen die Mallison gekend hadden en vangenen en naast mi] de kleurling. loos, toen eensklaps nemen niet z g, hem in den kraag greep en kon haar zilveren stralen op de golven contrast met zijn medep'ichtigen had 4AW *<Im te<wM/»é Arsrirhtfa M ii tiro« VCT* 1 - •- s—-te amwmIv tel; AA a Espagnolia en als we terugkomen leg- suft om te begrijpen wat er gebeurde, de -1 op maar na een paar minuten zag hij een zandheuvels uit Toen ik de oogen 'aar zal de eigenaar wel sigaar gloeien en hoorde hij Barros’ neersloeg, zag ik nog steeds den man i K Kan wn taril Km te te» m mmm »m x zal zte mompelde strak den blik op hem richtte verlichtte boeien los, doch lieten den prop In mijn misschien wenschelljker was, het jacht, uit den weg." En met deze woorden gekeerd gelaat Gerechte Hemel? Nu hut. waar Ik eenige zaken van waarde dat niet verder dan ongeveer een mijl wendde Barros zich van de verschan- na twaïlf jaren beeft mijn hand nog benevens een zakkompas en mijn dag weglag. aan te roepen, toen hij bedacht sing af en verdween. bij het schrijven, want ondanks zijn boek bij mij stak Daarop plaatsten dat dit misschien niet strookte met vertrokken gelaat en uitpuilende oogen zij mij in een kleine boot, die naast de Barros' plannen; hij was bovendien - *- -• - overtuigd, dat Gilette in de buurt was aan 1 en voefd Hij meende een paar honderd yards een j van l water te zien, maar dat kon ook wel verbeelding wezen, zoodat hij er ver der geen acht op sloeg. Vijf minuten later roeide Barros Er stieten de boot van het schip af —J Wii konden wellicht honderd ellen uitgeblazen, terwijl een dik om zijn afgelegd hebben, toen de stuurman de Langs n afhangende ladder klommen boot ergens vast ook geen oogenblik aan. dat te doen Hij had al de draden in handen om zijn verbergen waar hij het gemakkeMjk „Maar dat ia onmogelijk," vervolgde Londen, waar zij voor den i r kon bereiken. Bovendien meende hij ^ij zijn gedachtengang weer, ..niemand hun intrek namen in een hotel Gilette kelschip dienen. Ik heb hen verteld, zijn spoor zorgvuldig te hebben uitge- gan er iets van af weten. Ik moet ver- was biijkbaa verdwenen, want Alli dat die groote kisten vol wapenen zit- wischt Niettemin had de komst van geten hebben den sleutel in het slot om 10,1 zag hen. met meer vóór den vol- ten." Stephen Allison hem een hevigen te braaien. Maar hoe dan ook. Ik moet genden dag, laat In den middag aan „Prachtig," zei Barros goedkeurend, schrik bezorgd en dat nog wei juist op koesteren in zijn gestolen weelde. Het was een Dover sprak Die zonderlinge oud boord van de boot gebracht zou worden 7' Gilette bleef uit het gezicht tot „Die is ook aan boord senor" ant- i bereikt was en het lokaal- woordde Carlos „Hij ia een onbenullige treintje op weg naar Granville was. oude man. wien Ik een hut voor hem zijn lang Nier begon Barros zijn plannen te alleen gegeven heb. zooals u verlangde. Ontvouwen. Zoolang we hem te eten geven, vraagt „Ik heb u geloof ik verteld, dat mijn hij naar niets Een heel nette oude heer, Jacht in Brest lag," zei hij „Dat is senor." niet heelemaal juist Het ligt een paar mijlen verderop in een kleine natuur- NEGENENTWINTIGSTE lijke haven, bij het plaatsje La Hogue. HOOFDSTUK. We zullen straks een auto nemen om er. heen te gaan. Het is een van de mooiste zeilers die er bestaan. Zou het niet aardig wezen, om, nu we toch hier zijn, een paar dagen te gebruiken om van Carlos, dat Barros blijkbaar mot de omstreken ens te zien? Maar voldoening vervulde, want hij gllm- eerst zullen we toch even naar het schip lachte tevreden en leek op dat oogen- gaan kijken we zullen hier gemakke- blik nog veel meer dan anders de fl- lijk genoeg en auto kunnen krijgen." lantroop, waarvoor de meeste menschen „Dat zou we' aardig zijn,” zei Ste- hem hielden. Hij klopte den ander phen beleefd. vriendelijk op den schouder „Goed, dan zullen we er straks even „Best Carlos, dat is uitstekend." zei heengaan en een uurtje aan boord zoek hij. „Als alles goed gaat, zal je de flinke brengen, om dan hier terug te komen belooning hebben, die ik je beloofde voor den nacht. Intusschen zou Ik u Het is een groote opluchting voor mi), wel willen verzoeken een poosje uw dat ik den ouden man in veiligheid eigen fortuin te zoeken, omdat Ik graag weet. Ik ben tot nu toe geen oogenblik even een oud zakenvriend, die hier gerust over hem geweest. Zijn leven in de buurt woont, zou willen bezoeken, was daar ginds in gevaar, zie je. Iemand zooals ik is nooit geheel los van Je hebt er zeker niet het flauwste idee z’n zaken en mijn vriend is gelnteres- van, wie hij eigenlijk is, wel 7' maar seerd in een mijn-speculatie waarin ik „Neen, dat niet," antwoordde Car lot bijna grof. „Daar heb Ik ook niets in stalletje gebogen stond, blijkbaar heeft hij iemand anders gezien dan mij." „Uitstekend," riep Barros uit. „Je Grootendeels mannen, die, zonder iets opgevolgd. En de bemanning Denkt ■- -- -■ een vrouwelijk maar goed voor betaald worden ik passagier aan boord hebt?" heb ze een hooge gage moeten geven„De bemanning? Ach wat f’ riep Barros maakte een ongeduldige hand- Carlos minachtend uit. „Die weet niets mae onder- en het kan haar ook absoluut niets Hij liep, in een oude dienstbode is, die door haar een beetje bedorven wordt Al dien tijd \oorde ik de stemmen Daarop zei de hoofdman In zijn volks- van de wachtde lui spraken en lachten taal eenige woorden tot Gorin„, die golven kijken. Op zijn teenen naderde aan het andere eind van het schip en mlJ daarop In het Engelsch aansprak, hij en gaf Stephen een geweldigen sljfc hadden geen vermoeden, welke gru- Nu nog zie ik’t tooneel levendig voor op het hoofd, die hem half verdoofd wel op een afstand van zes en dertig mIJ 1 de door de maan verlichte masten bleef Barros staan, alsof er plotseling voor Barros' voet’n de?d neervallen, el volvoerd werd Had ik hun maar een v»n het schip, de groep der donkere Een oogenblik later werd hij overboord teeken kunnen geven, zelfs met gevaar op- hun speren leunende roovers, het voor mijn leven 1 Dit was echter on- HJk aan mijn voeten; de rij blanke ge- Hl) lag op zijn rug, volkomen hu’pe- mogelijk De maan scheen slechte on vangenen en naast mi) de kleurling. - ,i ®n hand, die hij duidelijk door de jagende wolken, ik dle In zijn elepante kleeding een scherp van d ze bootjes, varen naar de zijn hoofd oprichtte. Hij was te ver- i ..Denk nu niet,” i, fantastische dempten toon tot mij,' maar na een paar minuten zag hij een zandheuvels uit Toen ik de opgewacht door een man met een zwa- ren knevel en wilde zwarte oogen. t en vertelde mij, dat’hij in Engeland „Wel?" vroeg Barros. i" •- „Alles in orde, senor," antwoordde maar voortdurend over kleinkinderen want Don Argo jongen. Je verkeert in ernstig gevaar de ander. „Alles is goed gegaan en'er stammeling van den Ik zou Je dat niet zeggen, als ik niet is niets vergeten." bpanjaard, die door huwelijk in het wist dat je een vastberaden kerel ,1— bezit van bet kasteel was gekomen en bent, maar het feit blijft niettemin manning vroeg Barros. daar is hij aldoor gebleven én nooit het geheim de gewelven was in zekeren bestaan. Ik zal niet ver uit je buurt „Ik heb de kerels zelf uitgezocht," heeft hij iemand anders gezien dan zin oen familiegeheim geweest zijn en Ik zal Je later wel laten weten antwoordde de ander„het is schuim mij." En na was de tijd gekomen om te waar je ine vinden kunt, als Je me noo- handelen, het telegram riep hem daar- dig hebt. H--<- D- ■- -- - toe op. Toen Barros dus zijn telefoon- om na afloop van het uitstapje L ---- - - gewekt in do bibliotheek terug en luis terde vriendelijk naar hetgeen Gilette ling is, had te zeggen. Toen de jonge man „T daarop vertrokken was, liep hij het ik je dan verzekeren, dat dit heelemaal beweging. Hij keek den hij gebruikte voor het bewaren' van niet meer laten terugkeeren. Hij wil gedachten onmiddellija gleed de vloer houd dus Je oogen open, dan zal alles vertrek op en neer, waarop hij zich Och, die menschen zijn niet nieuws- MMM Oma m mS „Ls te te. a I t - i - I am wé t M Wh «f CV4 V aI Bran A 0 OAaI„ a AA - a -te Eenmaal binnen wendde hl) zich pinj tot een eenoogige oude juffrouw, die slijk uitzag er haar een naam. Onmiddellijk ging de „Ja. senor. Hij’was als en kind dat e - -- r a— a -w ««wwwae. a i swtsvv) ..dat hem in een klein vertrekje aan den en huilde en is, vermomd als een oude ingiet vermommen, maar sAtoiuut I" „Ja, niet kwaad hè 7' zei Gilette i even, ouwe het oog- nblik niets eten. Hoe laat trekken wij ik heb hoogstens natuurlijk mogeiijk, dat Allison kwartier noodig om me gereed t - - - ken. Barros antwoordde, dat het hem genoegen deed dat te hooren. De auto zou binnen een hal uur voorkomen en nog een half uur later zouden zij dan het station bereikt kunnen hebben. Barros zei dit glimlachend, maar in het diepst van zijn geest lag het vaste besluit ^pt vóór de week om wa zijn ga t zou hebben opgehouden hem verder te verontrusten. Een half uur later waren ze werkelijk onderweg naar bet kleine stationnetje, waar de West-expresstrein stopte- om water in te nemen. Er was op het perron alleen m* een man die^over een klein boeken- naar lectuur zoekend, die ifem in den trein den tijd zou kunnen korten. Toen Bar- het spreekt van zelf", dat hun de ver- p38 de kaartjes nam nep Alhson op den. u bent zeker tijdig terug voor het te doen Uw agent is mi) kómen bazingwokkende gelijkenis zou opvallen het perron heen n weer en passeerde dmer 7' - --- -- Barros zei: „Ja" gevaar dreigde. Barros net oogenblik dat deze *“J uit den weg te ruimen. Hij was er koel- taald had. Hij keerde zich om en knip- ningen der voornaamste ingezetenen met de |_ate»_ a_1„a.aIaVA-SaAA.AAA. - a &A M M MM M AIHAMM UI I MBM 0 MMM aAa maar toch deinsde hij voor een eigen- ?®^wdf man' g’kiped in wit njet meer ge2jen te kunnen worden, agent vertelde mij, waar ïk Ijem zou met koperen knoopen. Zijn grijze en jjePi ajs jemand die goed in die buurt in een oud huis, mijlen ver weg van den narftn wamn haaHaaVt Aan wailna* v_tj .1x i x. a—- - - - tevcsvsiM vt mm, mw* ww<i aiauvai vviaa^iu», uaaowil UUWVllül, ondergrondsche kerkers, waarom zou die hem scheef op het hoofd stond. Zijn ;ot hi) In een armoedige, onzindelijke beschaafde wereld. Allison in op te sluiten, zoodat uitdrukking en de grijze bakkebaar- herberg binnen ging' hij, zonder dat iemand er C: J u.v van kreeg, langzaam van honger zou yemchijnlng iets sympathieks te geven. de overige huizen, alsof zij zich wilde naar Engeland zou brengen, lachte hH rteUaA-i.* mmmx4m« -texi.r. Jmó Hil 790 ar vftlmaaVt al« iamand vana Barros de paar oude bedienden die nog middelbaren leeftijd uit, die voor zijn op Chilstone Castle waren 1 het geheim der gewelven. En we nen dat hier in het voi^bijgaan wel even zeggen Gilette hadvolko- Gilette ook maar aan te zien, men L - -- ‘"“'7 stelde, dat Barros van bet bestaan dier kraan was ii gewelven op de hoogte was gebracht i*j *tnt het i door zijn ongelukklgen meester, toen -- deze nog volkomen in het bezit van zijn zacht terug. „Luister nou geestvermogens was, i Marne was een a „Houd je hoofd op.” zei een stem erkende Harten den jongen levens- groote la-» mijn bewakers volgden mij. stem welke hij ustigen k srk, mijn reisgenoot Er stieten de boot van het schip af en geluk voor je, dat m ja boot vlak dat hij den iaatsten adem reeds had *7 van e.,.'./7—-7 - - - -- wat er zou gebeuren. Pas op. zacht hal.’ geknoopten doek Sanwees, hoe hand in de hoogte stak en de roeiers weer flink? Goed zoo. Drink eerst Toen ik Harton's lijk aanstaarde was Toen hoorde ik in de stilte van den even uit deze flesch.... vooruit, het of mij de schellen van de oogen nacht een dof, kreunend geluld, waarop hern over de kalme zee naar het jacht, roei nu weer naar den wal en bind de vielen en was het mij op eens duidelijk een plomp in het water volgde. Dit is Langs 'n afhangende ladder klommen boot ergens vast en ga dan terug naar welke helsche macht hier bezig ge- het eenige wat ik van het lot der onge- zij aan d k on Barros riep iets in zijn je hotel om droge kleeren aan te trek- weest was. Nog bleef mij menig feit •--*-- moedertaal, maar er kwam geen ant- ken. Zeg, dat je oen ongelukje gehad onbegrijpelijk, doch ik vermoedde reeds woord. Nogmaals en nogmaals riep hij hebt of zoo iets en van den steiger In een groot deel van de waarheid. maar met geen beter result at. het water gevallen bent. Z g in het r „Wat moet dat nou beteekenen 7' hotel, dat Barros tot morgen aan boord een lucifer op den andsren kant van spookachtig, geheimzinnig J - - J p en jjc 2ag Goring’s lange D gehoord hebben van het j maar zorgt, dat ze geen a.hterdocht gestalte aan *i. j-u-, >-■- krfj«n." t_ dansen de muizen." Die kerels hebben*” „En jij 7’ vroeg Stephen, die zich Juist hield hij deze buiten boord me blijkbaar vanavond niet verwacht weer geheel de oude voeide.^heeremaai dadelijk bemerkte ik tot mijn groote achtergelaten, de overige negers voer- en zijn aan den wal gegaan. Daar zullen verkwikt door den teu? brandewijn, verwondering dat het signaal door den mi) met veel vertoon van termed -xii. in e8n Op xandheuvels aan den tusschen de zsndheuvels door eea „Ik ga aan booid,” zei Gilette dood- wal beantwoord werd Met verdween lastige gang Bij eiken stap vonki rust, er zal mij niets gebeuren, ik heb hebben als ik niet de'richting van Go- lete in mijn zak dat onzen vnend Bar- ring’s blik gevolgd had. Weer hield hij veer vijftig yards verder de boot met rol ree peet zal inboezemen. En nu voor- de lantaren naar beneden en weer werd bestemming gaan en mijn ag.nt daar den opkomenden vloed in de richting ui; en zie die ndere boot op te pikaen. het teeken van het strand beantwoord, zal de bemanning betalen En dan zal naar het strand dreef. Bekommer je maar niet om mi), want Een oogenblik hoopte ik dat de wacht 'Ij ook de duizend pond krijgen, dl ik „Het is mijn eigen stomme schuld." ik zal m'n tijd aangenaam genoeg be- zijn bewegingen zou opmerken. beloofde En binnenkort zal ik je zei hij. „Nu zal k misschien de boot nog steden." Verijdelde hoop I De nacht was Na deze woorden k om Gilette de rustig, het schip lag stil, zoodat geen twee keer hoeven te zitten we hier tot mo\enochtend vast 1 ladder op ais een kat en kroop voor- plicht de lui waakzaam hield. Hey- grijnzend Is dat k een manier van den kapi- zichtig op bet dek van het jacht --- b..u --- DERTIGSTE HOOFDSTUK. De man mei den frijzen baard. Gilette keek het dek rond ais iemand van den fokkemast stond. Hulpeloos, zijn, die volkomen zeker is van zijn zaak, sprakeloos wachtte ik. terwijl de tov- wen in mijn vleesch drongen en de iog aan mijn voeten lag, slikken w^ zullen in elk drama vooruit zorgvuldig bestudeerd. den verderen loop der dingen af. n ’oord wel een behoorlijk bed zoodat hij nu volkomen zeker wist Nu stonden de vier schurken op, gaf tot morgenc chtend met en voldoende te eten en. te drinken vin; wat er zou gaan gebeuren Het uur De kok had een bijl, de anderen wa- J-111Z-11 E* AaaU ven rrsmf am mAf MMW« iba. Stephen sprak een paar onbevangen woosden, ofschoon hij zich alles be halve op zijn gemak voelde. Hij werd wr echter geen oogenblik misleid door de kennen hij was, overtuigdrdat allee in o°g de richting en zag een groot aan- wijze waa op Barros sprak, omdat hfj, orde was en hij Stephen Mallison voor tal roeiriemen Toen het vaartuig^ na wat hij reeds had ondervonden, we' goed kwijt was. naar bineden gegaan, naderbij kwam bleek het een groote u wist, dat de heele geschiedenis een Niemand zou hem kunnen verdenken boot te zijn die door wel twintig rie- izaf weloverle8d Plan wax om hem alleen jn Stephen's verdwijning de hand te m®n voortbewogen werd. Ze stiet te- 8hjl aan boord te krijgen, opdat hij geheel hebben gehad, zoodat ook niemand tegen den achtersteven der brigantijn -- in de macht zou zijn van den man, die h m lastige vragen zou stellen. In het en nu kreeg onze wacht ze in het oog er belang bij had. hem uit den weg te holst van d n nacht had hij, p een Ma r zoolang Stephen dit kalme zee. ver verwijderd van alle ge- Barros niet vermoedde dit tuigen, Stephen Mallison onschadelijk negers klom aan boord en Goring weea hij het wist, was het nog zoo erg niet gemaakt. In La Hogue was niemand hun den weg. Alle tegenstand «ras aut- Hi] mat in gedachten Barros' lichame- die eenig belang stelde in den jongen teloos. De ongewapende wacht werd lijke kracht en kwam tot de slotsom. Engelschmap en als er iet> gevraagd neergeschoten en gekneveld; de ate- dat hij er in dat opzicht nog zoo slecht moch worden, zou hij kunnen vol- penden werden uit hun kooi gehaald niet aan toe was en bovendien was de staan met te zeggen, dat hij even on- ondergingen hetzelfde lot Heyson kans groot, dat Gilette zich ergens aan verwachte was weggegaan als hij was beproefde de nauwe passage naar zija boord verborgen had. gekomen hij kon zelfs best zeggen, kajuit te verdedigenik hoorde zijn „Het had nog heel wat erger kunnen dat hij hem maar heel terloops kende, ztem. die om hulp riep. Niemand kon zijn,” zei hij luchtigjes. „Maar zou u Nu lag hij op den bodem van de zee echter bijstand verleenen en spoe niet een eerst onderzoeken of e wer- en kon verder geen kwaad meer doen, dig tverd hij op het achterdek gesleept kelijk niemand aan boord ia Ik meen Niemand had de daad zien bedrijven, terwijl het bloed uit een diepe wond dat ik beneden iemand hoor zingeni.” niemand had zelfs gezien, dat hij samen vloeide. Ik merkte op, dat onze zwarte Barros herkende de bevende stem met Stephen Mallison het hotel ver- matrozen naar mij wezen en iets mee- van den man dien hij zoo slecht behan- liet en o k van het stelen van de boot deelden, dat door de roovers met teo- deld had en, zich voor een oogenblik kon niemand iets weten. Die boot kenen van verwondering en twijfel verontschuldigend, spoedde hij zich zou waarschijnlijk vroeg *f laat wel *6rd opgenomen. Een van hen kwam - „j en dan zouden de toen naar mi) toe, haalde den zwarten aan gedacht. Maar op te zoeken. Het duurde eenigen tijd autoriteiten als vanzelf tot de slotsom zteen uit mijn zak en hield hem in do We zullen wel iemand aan het strand tijd had bij er zich van overtuigd dat vindsn, die ons er heen wil ro len, al alles naar wensch ging. Met dien onge le het ook wat iaat, als we hem er maar lukkigen ouden man zou hij wol raad flink voor betalen. Vooruit dus maar.” weten, als hij hem maar eerst veilig Maar er was niemand op het strand binnen de muren van Chilstone Castle te vinden in hot envoudlge dorpje gingen de menschen vroeg naar bed en Barros putti zich jegens Stepben uit over do verschansing ïeunend, naar de in verontschuldigingen. Er lag n ech ter boot es genoeg aan den houten lan dingssteiger en voor een daarvan l:„: een denkbeeld bij hem opkwam. „Ate we niemand kunnen vinden die getild en spartelde in het water, ons wil roeien, dan moesten we maar zelf de handen uitstek n en hier een voudig een boot leenen. We een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 15